1.
De behandeling bij invoer in de Unie van onder de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijproducten vallende producten van oorsprong uit Groenland geschiedt, met inachtneming van de mechanismen van de gemeenschappelijke marktordening, met vrijstelling van douanerechten en heffingen van gelijke werking en zonder kwantitatieve beperkingen of maatregelen van gelijke werking, indien de mogelijkheden van toegang tot de Groenlandse visserijzones die voor de Unie zijn geopend krachtens een overeenkomst tussen de Unie en de voor Groenland bevoegde autoriteit bevredigend zijn voor de Unie.