Titel III - Bepalingen betreffende de zones van Cyprus die onder de soevereiniteit van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland vallen - Main contents
Contents
Artikel 43
-
1.De zones van Cyprus die onder de soevereiniteit van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland vallen, hierna "SBA's" genoemd (Sovereign Base Areas) behoren tot het douanegebied van de Unie en daarom zijn de in deel I van de bijlage bij protocol nr. 3 bij de Akte van toetreding van 16 april 2003 opgesomde handelingen van de Unie op het gebied van douane en gemeenschappelijk handelsbeleid, met de in deze bijlage vermelde wijzigingen, van toepassing op de SBA's. In deze bijlage moet de verwijzing naar "dit protocol" worden opgevat als een verwijzing naar deze titel.
-
2.De handelingen van de Unie inzake omzetbelasting, accijnzen en andere vormen van indirecte belasting in deel II van de bijlage bij protocol nr. 3 bij de Akte van toetreding van 16 april 2003 zijn, met de in deze bijlage vermelde wijzigingen, van toepassing op de SBA's, alsook de relevante bepalingen die van toepassing zijn op Cyprus, vervat in dit protocol.
-
3.De handelingen van de Unie in deel III van de bijlage bij protocol nr. 3 bij de Akte van toetreding van 16 april 2003 worden overeenkomstig deze bijlage gewijzigd om het Verenigd Koninkrijk in staat te stellen de in het Verdrag betreffende oprichting van de Republiek Cyprus (hierna het "Oprichtingsverdrag" genoemd) vastgelegde verminderingen en vrijstellingen van rechten en heffingen op leveringen aan zijn strijdkrachten en daarmee geassocieerd personeel, te handhaven.
Artikel 44
De artikelen III-225 tot en met III-232 van de Grondwet en de op grond daarvan aangenomen bepalingen, alsook de bepalingen die zijn aangenomen overeenkomstig artikel III-278, lid 4, onder b), van de Grondwet, zijn van toepassing op de SBA's.
Artikel 45
Personen die wonen of werken op het grondgebied van de SBA's en die krachtens de regelingen die zijn getroffen uit hoofde van het Oprichtingsverdrag en de daarmee verband houdende notawisseling van 16 augustus 1960 onderworpen zijn aan de socialezekerheidswetgeving van de Republiek Cyprus, worden voor Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (1) behandeld alsof zij op het grondgebied van de Republiek Cyprus wonen of werken.
(1) PB L 149 van 5.7.1971, blz. 2.
Artikel 46
-
1.De Republiek Cyprus behoeft geen controle uit te oefenen op personen die haar land- en zeegrenzen met een SBA overschrijden; op dergelijke personen zijn eventuele beperkingen van de Unie op overschrijding van de buitengrenzen niet van toepassing.
-
2.Het Verenigd Koninkrijk oefent conform de verbintenissen in deel IV van de bijlage bij protocol nr. 3 bij de Akte van toetreding van 16 april 2003 controle uit op personen die de buitengrenzen van een SBA overschrijden.
Artikel 47
De Raad kan, in het belang van een doeltreffende uitvoering van de doelstellingen van deze titel, op voorstel van de Commissie, bij Europees besluit de artikelen 43 tot en met 46, alsook de bijlage bij protocol nr. 3 bij de Akte van toetreding van 16 april 2003, wijzigen, dan wel andere bepalingen van de Grondwet, alsook handelingen van de Unie, onder de door hem bepaalde voorwaarden van toepassing verklaren op de SBA's. De Raad besluit met eenparigheid van stemmen. De Commissie raadpleegt het Verenigd Koninkrijk en de Republiek Cyprus alvorens een voorstel in te dienen.
Artikel 48
-
1.Onverminderd lid 2 is het Verenigd Koninkrijk verantwoordelijk voor de uitvoering van deze titel in de SBA's. In het bijzonder geldt het volgende:
-
a)het Verenigd Koninkrijk is verantwoordelijk voor de toepassing van de in deze titel gespecificeerde maatregelen van de Unie op het gebied van douane, indirecte belastingen en het gemeenschappelijk handelsbeleid met betrekking tot goederen die Cyprus binnenkomen of verlaten via een haven of luchthaven binnen een SBA;
-
b)goederen die door de strijdkrachten van het Verenigd Koninkrijk via een haven of luchthaven in de Republiek Cyprus in Cyprus zijn ingevoerd, dan wel uit Cyprus zijn uitgevoerd kunnen binnen de SBA's aan douanecontrole worden onderworpen;
-
c)het Verenigd Koninkrijk is verantwoordelijk voor de afgifte van de vergunningen en certificaten die krachtens toepasselijke maatregelen van de Unie vereist zijn met betrekking tot goederen die door de strijdkrachten van het Verenigd Koninkrijk in Cyprus zijn ingevoerd, dan wel uit Cyprus zijn uitgevoerd.
-
-
2.De Republiek Cyprus is verantwoordelijk voor het beheer en de uitbetaling van de gelden van de Unie waarvoor personen in de SBA's krachtens artikel 44 uit hoofde van de toepassing van het gemeenschappelijk landbouwbeleid in de SBA's in aanmerking komen; de Republiek Cyprus legt aan de Commissie verantwoording af voor dergelijke uitgaven.
-
3.Onverminderd de leden 1 en 2 kan het Verenigd Koninkrijk de uitoefening van taken die bij of krachtens een bepaling als bedoeld in de artikelen 43 tot en met 46 aan een lidstaat zijn opgelegd, in overeenstemming met de regelingen die krachtens het Oprichtingsverdrag zijn getroffen, overdragen aan de bevoegde autoriteiten van de Republiek Cyprus.
-
4.Het Verenigd Koninkrijk en de Republiek Cyprus werken samen in het belang van de doeltreffende uitvoering van deze titel in de SBA's, en sluiten in voorkomend geval nadere akkoorden voor de overdracht van de uitvoering van bepalingen als bedoeld in de artikelen 43 tot en met 46. Van dergelijke akkoorden wordt een afschrift verstrekt aan de Commissie.
Artikel 49
De in deze titel vastgelegde regeling heeft uitsluitend betrekking op de speciale situatie van de SBA's en kan op geen enkel ander grondgebied van de Unie worden toegepast, noch geheel of gedeeltelijk als precedent dienen voor enige andere speciale regeling die reeds bestaat of kan worden ingevoerd op een ander Europees grondgebied als bedoeld in artikel IV-440 van de Grondwet.
Artikel 50
De Commissie brengt vanaf 1 mei 2004, om de vijf jaar, verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad over de uitvoering van deze titel.
Artikel 51
De bepalingen van deze titel worden toegepast in het licht van de verklaring betreffende de SBA's, waarin, met behoud van de juridische strekking, de voorwaarden zijn overgenomen van de preambule van protocol nr. 3 bij de Akte van toetreding van 16 april 2003.