Spinelli-Grondwet van 1984 - Main contents
In juni 1979 vonden voor het eerst algemene verkiezingen plaats voor het Europees Parlement i. Onder leiding van de Italiaan Altiero Spinelli vormde zich binnen het Europees Parlement een constitutionele commissie, die een ontwerp-Grondwet voorbereidde. De werkzaamheden van de commissie leidden tot "Ontwerp-verdrag tot oprichting van de Europese Unie", dat Spinelli in januari 1984 met een grote meerderheid door het Europees Parlement loodste.
Het ontwerp-verdrag omschreef Spinelli als "een ware grondwet ten aanzien van de inhoud, een internationaal verdrag ten aanzien van de vorm". De oproep van het Europees Parlement aan de Europese regeringsleiders om het ontwerp-verdrag aan te nemen kreeg geen navolging, maar het document vormde een belangrijk referentiepunt bij de opstelling van de daaropvolgende mijlpalen in de Europese samenwerking, namelijk de Europese Akte (1986) en het Verdrag van Maastricht (1991).
Bij het aantreden van het nieuwe Europees Parlement in juni 1979 pleitten veel leden voor het opstellen van een Europese Grondwet. Zo zeiden de Nederlandse europarlementariërs Aar de Goede i en Suzanne Dekker i (beide D66) in juli 1979 dat een dergelijke Europese grondwet moest vaststellen dat "de Europese samenwerking berust op fundamenten van democratie, elementaire mensenrechten, uitbanning van discriminatie, waarbij zo mogelijk economische en sociale grondrechten tot uitdrukking moeten komen."
De politieke veteraan Altiero Spinelli i (1907-1986) was één van de meest charismatische figuren in het nieuwe Europese Parlement. Als politieke gevangene van Mussolini had hij al in 1941 een voorloper van de Europese Grondwet geschreven, het Manifest van Ventotene. In 1952 was hij als adviseur van de Italiaanse delegatie aanwezig bij de werkzaamheden van de "Assemblee ad hoc" i, die op 13 maart 1953 een Europees Statuut produceerde.
Spinelli was een leidende figuur in de Europese federale beweging van de jaren '50 en '60. Het lidmaatschap van het Europees Parlement zag hij als kans voor de verwezenlijking van een oude droom: het opstellen van de Europese Grondwet.
In 1980 richtte Spinelli de "Krokodil-club" op, een groep gelijkgezinde federale europarlementariërs die ijverden voor een Europese Grondwet en vaak vergaderden in het Straatsburgse horeca-etablissement 'Le Crocodile'. In 1982 en 1983 werd vervolgens hard gewerkt aan het schrijven van een "ontwerp-verdrag voor de Europese Unie". De Nederlandse VVD-europarlementariër Hans Nord i (1919-1996) was hierbij nauw betrokken.
Hoewel de Krokodil-club het niet aandurfde om het document "Europese Grondwet" te noemen, komt Spinelli wel de eer toe het begrip "Europese Unie" te hebben gepopulariseerd. Tot dan toe werd de Europese samenwerking vooral aangeduid met de begrippen Europese Economische Gemeenschap, of Europese Gemeenschap.
Het ontwerp-verdrag kreeg in februari 1984 een ruime meerderheid in het Europees Parlement, waar Piet Dankert i (PvdA) voorzitter was. 226 europarlementariërs stemden voor, 92 tegen en 34 onthoudingen.
Het ontwerp-verdrag van Spinelli kreeg weinig aandacht in de Nederlandse media. De Volkskrant ("Europarlement wil in meerderheid een Europese Unie", 16 februari 1984) en NRC Handelsblad ("Europees Parlement wil opheffing veto", 17 februari) gaven een kort verslagje van de stemming op de buitenlandpagina. Trouw en De Telegraaf negeerden dit evenement geheel.
Ook binnen de Nederlandse delegatie in het Europees Parlement bestond niet de indruk dat Spinelli een bijzondere prestatie had geleverd. De PvdA'er Bob Cohen i stelde vast dat dit de "zoveelste poging" was om Europa beter gestalte te geven. Hij verwees hierbij onder meer naar de pogingen om te komen tot een Europese Defensiegemeenschap en een Europese Politieke Gemeenschap, een Europese Unie volgens het rapport-Tindemans, en initiatieven van de ministers Genscher en Colombo.
Het Europees Parlement deed in januari 1984 een "klemmende oproep" aan de Europese regeringsleiders om het verdrag te aanvaarden. De Franse president, de socialist François Mitterrand, was een uitgesproken voorstander van Spinelli's project, maar voorzag dat het document in de huidige vorm onhaalbaar was. Het federaal geïnspireerde ontwerp-verdrag was met name voor de Britse premier Margaret Thatcher onaanvaardbaar.
Spinelli's idee om één gezamenlijke economische markt te scheppen, werd door Mitterrands landgenoot en mede-socialist Jacques Delors i overgenomen. Als voorzitter van de Europese Commissie i bereidde Delors de Europese Akte voor, die in februari 1986 getekend werd. Spinelli maakte dit nog net mee, hij stierf in mei 1986.
In 1991 zou onder Nederlands voorzitterschap het begrip "Europese Unie" algemeen worden ingevoerd. Het Verdrag van Maastricht introduceerde als 'Tweede Pijler' van Europese samenwerking een gemeenschappelijk buitenlands beleid. Ook dit idee was al door Spinelli uitgewerkt.