Hoofdstuk I - Van het Parlement - Main contents
Contents
- 10: Bevoegdheden Parlement
- 11: Samenstelling Parlement
- 12: Afgevaardigden en Senatoren stemmen hoofdelijk en zonder last
- 13: Algemene verkiezingen
- 14: De Kamer der Volkeren
- 15: Nationale vertegenwoordiging in de Kamer der Volkeren
- 16: De Senaat
- 17: Nationale vertegenwoordiging in de Senaat
- 18: Onderzoek naar rechtmatigheid Parlementslidmaatschap
- 19: Voorwaarden voor lidmaatschap Europees Parlement
- 20: Incompatibiliteiten met lidmaatschap Europees Parlement
- 21: Zittingen Europees Parlement
- 22: Voorzitter en Bureau, Reglement
- 23: Bevoegdheden leden Europees Parlement
- 24: Bijwonen vergaderingen Europees Parlement door leden Uitvoerende Raad en Raad van Nationale Ministers
- 25: Immuniteiten en voorrechten van leden van het Europees Parlement
- 26: Reglement
10: Bevoegdheden Parlement
Van het Parlement gaan de wetten der Gemeenschap uit, het geeft aanbevelingen en doet voorstellen. Het keurt eveneens de begroting goed alsmede de regularisatiewetten.
Het oefent de contrôle-bevoegdheden uit, die hem door dit Statuut worden verleend.
11: Samenstelling Parlement
Het Parlement bestaat uit twee Kamers, die behoudens de in dit Statuut vermelde uitzonderingsgevallen dezelfde bevoegdheden hebben.
De eerste Kamer, de Kamer der Volkeren, is samengesteld uit afgevaardigden, die de in de Gemeenschap verbonden volkeren vertegenwoordigen.
De tweede Kamer, de Senaat, wordt gevormd door Senatoren, die van iedere Staat het volk vertegenwoordigen.
12: Afgevaardigden en Senatoren stemmen hoofdelijk en zonder last
De afgevaardigden en de senatoren stemmen hoofdelijk en persoonlijk.
Zij stemmen zonder last.
13: Algemene verkiezingen
De afgevaardigden worden volgens algemeen, rechtstreeks en geheim kiesrecht gekozen, iedere kiezer, hetzij man of vrouw, brengt slechts één stem uit.
Een wet van de Gemeenschap stelt de beginselen van het kiesstelsel vast.
14: De Kamer der Volkeren
De Kamer der Volkeren wordt voor vijf jaar gekozen, onverminderd het bepaalde in artikel 31, lid 4 en 5.
15: Nationale vertegenwoordiging in de Kamer der Volkeren
De in de Gemeenschap verbonden volkeren worden in de Kamer der Volkeren op de volgende wijze vertegenwoordigd :
-
1.Het aantal afgevaardigden, dat op het grondgebied van een deelnemende Staat wordt gekozen, kan niet minder zijn dan 12 noch meer dan 70.
-
2.Een gelijk aantal afgevaardigden wordt gekozen op het grondgebied van Duitsland, Frankrijk en Italië.
Evenwel wordt een aanvullende vertegenwoordiging aan de Franse Republiek toegestaan op grond van haar overzeese departementen en gebiedsdelen, volgens de bepalingen, die een Franse wet zal vaststellen.
Een gelijk aantal afgevaardigden wordt gekozen op het grondgebied van België en Nederland.
-
3.Het aantal afgevaardigden, dat op het grondgebied van iedere deelnemende Staat wordt gekozen, is derhalve als volgt vastgesteld:
Duitsland 63
België 30
Frankrijk 70
Italië 63
Luxemburg 12
Nederland 30
16: De Senaat
-
1.De Senatoren worden voor vijf jaar door de Nationale Parlementen gekozen volgens de door iedere deelnemende Staat bepaalde procedure.
-
2.De Senatoren aanvaarden hun ambt bij de opening van de zitting van de Senaat volgende op hun verkiezing.
17: Nationale vertegenwoordiging in de Senaat
Het aantal Senatoren is als volgt vastgesteld:
Duitsland 21
België 10
Frankrijk 21
Italië 21
Luxemburg 4
Nederland 10
18: Onderzoek naar rechtmatigheid Parlementslidmaatschap
Elk van de Kamers onderzoekt of de verkiezing van haar leden op regelmatige wijze heeft plaats gevonden.
19: Voorwaarden voor lidmaatschap Europees Parlement
Een wet van de Gemeenschap bepaalt de voorwaarden, waaraan moet worden voldaan om tot lid van het Parlement te kunnen worden gekozen.
20: Incompatibiliteiten met lidmaatschap Europees Parlement
-
1.Het lidmaatschap van een nationaal Parlement is niet vereist om lid van het Parlement van de Gemeenschap te kunnen zijn.
-
2.Het lidmaatschap van de Senaat is onverenigbaar met dat van de Kamer der Volkeren.
-
3.Het lidmaatschap van het Parlement van de Gemeenschap is onverenigbaar met dat van de Raad van Nationale Ministers en met dat van de Economische en Sociale Raad.
-
4.Het lidmaatschap van het Parlement van de Gemeenschap is onverenigbaar met het lidmaatschap van de rechterlijke macht van de Gemeenschap, met vaste betrekkingen die door de Gemeenschap worden bezoldigd en met leidinggevende functies in een onderneming of organisatie, die onder haar gezag staat.
-
5.Een wet van de Gemeenschap kan vaststellen, wat verder onverenigbaar is.
21: Zittingen Europees Parlement
Het Parlement houdt jaarlijks twee gewone zittingen. Het komt van rechtswege bijeen op de tweede Dinsdag van Mei en de laatste Dinsdag van October.
Iedere Kamer wordt in buitengewone zitting bijeengeroepen door haar Voorzitter, hetzij op initiatief van deze laatste, hetzij op verzoek van een vierde van haar leden of van de Europese Uitvoerende Raad.
22: Voorzitter en Bureau, Reglement
-
1.Iedere Kamer kiest bij geheime stemming uit haar midden haar voorzitter en haar bureau. Zij stelt haar reglement van orde bij meerderheid van haar leden vast.
-
2.De handelingen van iedere Kamer worden overeenkomstig de in dit reglement voorziene bepalingen openbaar gemaakt.
23: Bevoegdheden leden Europees Parlement
-
1.De leden van het Parlement en de Europese Uitvoerende Raad hebben het recht tot het doen van voorstellen van wet.
-
2.De leden van het Parlement hebben het recht van wijziging en van interpellatie. Zij kunnen mondeling of schriftelijk vragen stellen aan de Europese Uitvoerende Raad, die gehouden is daarop te antwoorden.
-
3.Elk der Kamers ontvangt en neemt kennis van verzoekschriften, die tot haar worden gericht. Het is verboden deze verzoekschriften persoonlijk in te dienen.
-
4.Elk der Kamers heeft het recht van enquête. Een wet van de Gemeenschap regelt de wijze, waarop dit recht wordt uitgeoefend.
24: Bijwonen vergaderingen Europees Parlement door leden Uitvoerende Raad en Raad van Nationale Ministers
-
1.De leden van de Europese Uitvoerende Raad kunnen alle vergaderingen van elk der Kamers bijwonen. Zij worden op hun verzoek gehoord. Zij kunnen deelnemen aan de werkzaamheden van de commissies.
-
2.De leden van de Raad van Nationale Ministers zijn bevoegd alle vergaderingen van elk der Kamers bij te wonen. Namens de Raad van Nationale Ministers kan de Voorzitter of een van de Leden van de Raad, die in een bijzonder geval is aangewezen om hem te vertegenwoordigen, door elk der Kamers op haar dan wel op eigen verzoek worden gehoord.
25: Immuniteiten en voorrechten van leden van het Europees Parlement
-
1.De vrijheid van beweging van de leden van het Parlement, die zich naar de plaats van hun werkzaamheden als zodanig begeven of daarvan terugkomen, wordt op geen enkele wijze beperkt.
De leden van het Parlement genieten, wat betreft de douane- en deviezencontrôle, de aan geaccrediteerde hoofden van diplomatieke missies verleende voorrechten; zij zijn vrijgesteld van de in de deelnemende Staten geldende voorschriften inzake visa voor paspoorten.
-
2.Tijdens de duur van hun mandaat kunnen de leden van het Parlement niet in arrest worden gesteld of gerechtelijk vervolgd.
Op deze immuniteit kan geen beroep worden gedaan in geval van betrapping op heterdaad.
Elk van de Kamers kan de immuniteit van haar leden opheffen.
-
3.De leden van het Parlement genieten een algehele immuniteit met betrekking tot hetgeen zij in de uitoefening van hun ambt hebben gezegd of de wijze, waarop zij als zodanig hun stem hebben uitgebracht.
Zij blijven deze immuniteit genieten na afloop van hun ambtsperiode.
26: Reglement
Elke Kamer bepaalt in haar Reglement de wijze waarop zij haar bevoegdheden uitoefent.