Artikel 10: Raad van Bestuur - Main contents
-
1.Overeenkomstig artikel III-382, lid 1, van de Grondwet i bestaat de Raad van bestuur uit de leden van de directie en de presidenten van de nationale centrale banken van de lidstaten die vallen onder een derogatie in de zin van artikel III-197 van de Grondwet i.
-
2.Ieder lid van de Raad van bestuur heeft één stem. Met ingang van de datum waarop het aantal leden van de Raad van bestuur meer dan eenentwintig bedraagt, heeft ieder lid van de directie één stem en hebben vijftien presidenten stemrecht. De toewijzing en de roulatie van deze stemrechten geschieden als volgt:
-
a)met ingang van de datum waarop het aantal presidenten hoger is dan vijftien, en totdat het tweeëntwintig bedraagt, worden de presidenten in twee groepen gesplitst volgens de rangorde van de omvang van het aandeel van de lidstaat van de betrokken nationale centrale bank in het totale bruto binnenlands product tegen marktprijzen en in de totale geaggregeerde balans van de monetaire financiële instellingen van de lidstaten die de euro als munt hebben. Het aandeel in het totale bruto binnenlands product tegen marktprijzen en in de totale geaggregeerde balans van de monetaire financiële instellingen krijgt een gewicht van respectievelijk 5/6 en 1/6. De eerste groep bestaat uit vijf presidenten en de tweede groep uit de overige presidenten. De frequentie van de stemrechten van de bij de eerste groep ingedeelde presidenten is niet lager dan voor de presidenten van de tweede groep. Onder voorbehoud van de vorige zin, krijgt de eerste groep vier stemrechten toegewezen en de tweede groep elf stemrechten;
-
b)met ingang van de datum waarop het aantal presidenten tweeëntwintig bedraagt, worden de presidenten volgens een op basis van de onder a) genoemde criteria vastgestelde rangorde in drie groepen gesplitst. De eerste groep bestaat uit vijf presidenten en krijgt vier stemrechten toegewezen. De tweede groep bestaat uit de helft van het totale aantal presidenten, waarbij iedere fractie naar boven wordt afgerond op het dichtstbijzijnde gehele getal, en krijgt acht stemrechten toegewezen. De derde groep bestaat uit de overige presidenten en krijgt drie stemrechten toegewezen;
-
c)binnen elke groep hebben de presidenten het stemrecht gedurende eenzelfde periode;
-
d)op de berekening van het aandeel in het totale bruto binnenlands product tegen marktprijzen is artikel 29, lid 2 i, van toepassing. De totale geaggregeerde balans van de monetaire financiële instellingen wordt berekend overeenkomstig het ten tijde van de berekening in de Unie toepasselijke statistische kader;
-
e)telkens wanneer het geaggregeerde bruto binnenlands product tegen marktprijzen overeenkomstig artikel 29, lid 3, wordt aangepast, dan wel telkens wanneer het aantal presidenten toeneemt, wordt overeenkomstig de in deze alinea bedoelde beginselen de omvang en/of de samenstelling van de groepen aangepast;
-
f)met tweederde meerderheid van de leden, die al dan niet stemrecht hebben, neemt de Raad van bestuur alle voor de toepassing van de in deze alinea bedoelde beginselen noodzakelijke maatregelen en kan hij besluiten de invoering van het roulatiesysteem uit te stellen totdat het aantal presidenten meer dan achttien bedraagt.
Slechts persoonlijk aanwezige leden hebben stemrecht. In afwijking van deze regel kan in het in artikel 12, lid 3 i, bedoelde reglement van orde worden bepaald dat leden van de Raad van bestuur hun stem via een teleconferentie kunnen uitbrengen. Dat reglement van orde bepaalt tevens dat een lid van de Raad van bestuur dat langdurig verhinderd is de vergaderingen van de Raad van bestuur bij te wonen, een plaatsvervanger kan aanwijzen als lid van de Raad van bestuur.
De eerste en de tweede alinea laten de stemrechten van alle leden van de Raad van bestuur, al dan niet met stemrecht, krachtens lid 3 en artikel 40, leden 2 en 3 i, onverlet. Tenzij in dit statuut anders is bepaald, besluit de Raad van bestuur met gewone meerderheid van de leden met stemrecht. Bij staking van stemmen is de stem van de president beslissend.
De Raad van bestuur kan alleen tot stemming overgaan, indien een quorum van tweederde van de leden met stemrecht aanwezig is. Indien het quorum niet aanwezig is, kan de president een buitengewone vergadering bijeenroepen waarin besluiten kunnen worden genomen zonder inachtneming van het quorum.
-
-
3.Voor alle besluiten die op grond van de artikelen 28, 29, 30, 32, 33 en 49 i dienen te worden genomen, worden de stemmen van de leden van de Raad van bestuur gewogen overeenkomstig de verdeling van het geplaatste kapitaal van de Europese Centrale Bank onder de nationale centrale banken. Aan de stemmen van de directieleden wordt een gewicht van nul toegekend. Een besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen wordt geacht te zijn aangenomen wanneer de stemmen voor het besluit ten minste tweederde van het geplaatste kapitaal van de Europese Centrale Bank en ten minste de helft van de aandeelhouders vertegenwoordigen. Indien een president verhinderd is, mag hij een plaatsvervanger aanwijzen om zijn gewogen stem uit te brengen.
-
4.De besprekingen van de vergaderingen zijn vertrouwelijk. De Raad van bestuur kan besluiten het resultaat van zijn beraadslagingen openbaar te maken.
-
5.De Raad van bestuur vergadert ten minste tienmaal per jaar.