Europese Conventie II (mei-juni 2003)

1.

Onderverdeling

  • Preambule
  • Deel I
  • Deel II: Het Handvest van Grondrechten van de Unie
  • Deel III: Beleid en werking van de Unie
  • Deel IV: Algemene en slotbepalingen
  • Ontwerpprotocol betreffende de rol van de Nationale parlementen in de Europese Unie
  • Protocol betreffende de toepassing van het subsidiariteits- en het evenredigheidsbeginsel


Toelichting bij deze ontwerp-Grondwet

Europese Conventie I

Van 6 februari tot 14 mei 2003 presenteerde het praesidium van de Europese Conventie1 de eerste serie van 141 concept-grondwetsartikelen, elk voorzien van een uitgebreide verantwoording. Over vrijwel elk artikel uit deze "eerste golf" volgden verhitte discussies tijdens de plenaire vergaderingen van de Europese Conventie. De Conventieleden dienden honderden amendementen in om nationale, Europese en politieke belangen te verdedigen.

Europese Conventie II

Op 25 en 26 mei 2003 presenteerde het praesidium een "tweede golf" artikelen, waarin per artikel een verantwoording werd gegeven van de wijzigingen, aan de hand van de ingediende amendementen. Op 2 juni 2003 volgden de essentiële 14 artikelen waarin de macht van de lidstaten in Europese instellingen wordt verdeeld (Titel IV van deel I):

  • - 
    hoeveel vertegenwoordigers komen er in het Europees Parlement;
  • - 
    hoe wordt de Europese Commissie georganiseerd;
  • - 
    hoeveel stemmen krijgen lidstaten in de Raad van de Europese Unie.

De grondwet die aldus vorm kreeg, was aangezwollen tot een raamwerk dat 466 artikelen telde, met name omdat de constitutionele architectuur uit het Eerste Deel was aangevuld met procedurele bepalingen in Deel III. Ook deze tweede golf was voer voor felle debatten tussen de Conventieleden.

Europese Conventie III

Na de verwerking van de tweede reeks amendementen presenteerde Giscard d'Estaing2 een volledige grondwet op de Europese Raad van Thessaloniki, op 20 juni 2003. Omdat door de hoge tijdsdruk nog enkele technische punten waren opgengebleven, kreeg Giscard toestemming om de werkzaamheden van de Conventie enkele weken te verlengen. Op 18 juli 2003 presenteerde de Conventie het finale document, dat 475 tekstgedeeltes telt, verspreid over een voorwoord, een preambule, vier delen, protocollen en verklaringen.

De tekst waarmee de Europese Conventie haar werkzaamheden afsloot, het "Ontwerp-Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa", werd door een overweldigende meerderheid van de Conventie-deelnemers ondertekend.

Slechts acht van de 217 deelnemers (drie Denen, twee Britten, een Ier, een Fin en een Tsjech) weigerden hun naam aan de grondwet te verbinden. De bezwaren die deze acht Conventie-deelnemers uitten, werden gevoegd aan het verslag van Giscard aan de voorzitter van de Europese Raad (CONV 851/03).


  • 1. 
    De Europese Conventie was een vergadering die de belangrijkste overheden in Europa verenigde om te praten over de totstandkoming van een Europese Grondwet. De 217 deelnemers vertegenwoordigden de regeringen van alle EU-lidstaten; de nationale parlementen (zowel de Eerste als de Tweede Kamers); de Europese Commissie; en het Europees Parlement.
     
  • 2. 
    Valéry Giscard d'Estaing (1926-2020) leidde de Europese Conventie voor de Toekomst van Europa van maart 2002 tot juli 2003. Van 1974 tot 1981 was hij president van Frankrijk. In deze hoedanigheid speelde hij een doorslaggevende rol bij de instelling van de Europese Raad, waarin regeringsleiders uit alle EU-lidstaten regelmatig bijeenkomen (vanaf 1976); de invoering van rechtstreekse verkiezingen voor het Europees Parlement (vanaf 1979); en de oprichting van het Europees Monetair Stelsel (vanaf 1979).