Besluit 2024/3244 - Wijziging van Beschikking 2008/971/EG wat betreft het bosbouwkundig teeltmateriaal van de categorie “getest”, de etikettering ervan en de namen van de voor de goedkeuring van en het toezicht op de productie ervan verantwoordelijke autoriteiten

1.

Wettekst

NL

L-serie

H Publicatieblad

van de Europese Unie

2024/3244

23.12.2024

BESLUIT (EU) 2024/3244 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 19 december 2024

2.

tot wijziging van Beschikking 2008/971/EG van de Raad wat betreft het bosbouwkundig teeltmateriaal van de categorie “getest”, de etikettering ervan en de namen van de voor de goedkeuring van en het toezicht op de productie ervan verantwoordelijke autoriteiten

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van de wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comite (1),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),

Overwegende hetgeen volgt:

  • (1) 
    Richtlijn 1999/105/EG van de Raad (3) regelt onder meer het in de handel brengen van bosbouwkundig teeltmateriaal in de Unie. Die richtlijn heeft betrekking op teeltmateriaal van boomsoorten en kunstmatige hybriden daarvan die in de gehele Unie of in een deel daarvan van belang zijn voor de bosbouw.
  • (2) 
    In Beschikking 2008/971/EG van de Raad (4) zijn de voorwaarden vastgesteld, wat de toelating en registratie van uitgangsmateriaal en de daaropvolgende productie van bosbouwkundig teeltmateriaal uit dat uitgangsmateriaal betreft, waaronder bosbouwkundig teeltmateriaal van de categorieen “van bekende origine”, “geselecteerd” en “gekeurd”, dat is geproduceerd in derde landen die zijn opgenomen in de lijst van bijlage I bij die beschikking, naar de Unie mag worden ingevoerd. De betrokken derde landen hebben de OESO-regeling voor de certificering van bosbouwkundig teeltmateriaal in de internationale handel (de “OESO-regeling voor bosbouwkundig zaaizaad en plantgoed”) uitgevoerd.
  • (3) 
    De OESO-regeling voor bosbouwkundig zaaizaad en plantgoed is in 2013 gewijzigd om bosbouwkundig teeltmateriaal van de categorie “getest” op te nemen naast bosbouwkundig teeltmateriaal van de categorieen “van bekende origine”, “geselecteerd” en “gekeurd”, die sinds 2011 in de OESO-regeling voor bosbouwkundig zaaizaad en plantgoed zijn opgenomen.
  • (4) 
    De nationale voorschriften voor de certificering van bosbouwkundig teeltmateriaal (de “nationale voorschriften”) in Canada, Noorwegen, Servie, Zwitserland, Turkije, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten (de “gespecificeerde derde landen”) voorzien in de uitvoering van een officiele veldkeuring tijdens de winning en de verwerking van zaaizaad en de productie van plantgoed.
  • (5) 
    Overeenkomstig de nationale voorschriften van de gespecificeerde derde landen moeten de systemen voor de toelating en de registratie van uitgangsmateriaal en de daaropvolgende productie van bosbouwkundig teeltmateriaal uit dat uitgangsmateriaal de OESO-regeling voor bosbouwkundig zaaizaad en plantgoed volgen. Bovendien vereisen die nationale voorschriften dat zaaizaad en plantgoed van de categorieen “van bekende origine”, “geselecteerd”, “gekeurd” en “getest” officieel worden gecertificeerd en de zaaizaadverpakkingen officieel worden gesloten overeenkomstig de OESO-regeling voor bosbouwkundig zaaizaad en plantgoed.
  • (1
    Advies van 4 december 2024 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
  • (2) 
    Standpunt van het Europees Parlement van 17 december 2024 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 18 december 2024.
  • (4) 
    Beschikking 2008/971/EG van de Raad van 16 december 2008 inzake de gelijkwaardigheid van in derde landen geproduceerd bosbouwkundig teeltmateriaal (PB L 345 van 23.12.2008, blz. 83, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2008/971/oj).
  • (6) 
    Bij gebrek aan een besluit op het niveau van de Unie over de gelijkwaardigheid van bosbouwkundig teeltmateriaal van de categorie “getest”, mochten de lidstaten op grond van Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/773 van de Commissie (5) tijdelijk, tot en met 31 december 2024, besluiten over de gelijkwaardigheid van bosbouwkundig teeltmateriaal van de categorie “getest” dat was geproduceerd in de derde landen die zijn opgenomen in de lijst van bijlage I bij Beschikking 2008/971/EG, waaronder de gespecificeerde derde landen. Die machtiging was nodig om risico’s op verstoring van de invoer van bosbouwkundig teeltmateriaal naar de lidstaten te voorkomen.
  • (7) 
    Uit bestudering van de nationale voorschriften van de gespecificeerde derde landen met betrekking tot de categorie “getest” is gebleken dat de voorwaarden voor goedkeuring van uitgangsmateriaal als gelijkwaardig aan die van Richtlijn 1999/105/EG moeten worden beschouwd, mits aan de in bijlage II bij Beschikking 2008/971/EG genoemde voorwaarden is voldaan met betrekking tot zaaizaad en plantgoed.
  • (8) 
    De in bijlage I bij Beschikking 2008/971/EG vermelde namen en adressen van bepaalde voor de goedkeuring van en het toezicht op de productie verantwoordelijke autoriteiten zijn gewijzigd en moeten daarom worden bijgewerkt.
  • (9) 
    Het is mogelijk genetische modificatie te gebruiken voor de productie van zaaizaad of plantgoed van de categorie “getest”. Om ervoor te zorgen dat de gebruikers van bosbouwkundig teeltmateriaal weloverwogen keuzes kunnen maken, moet daarom op het OESO-etiket en op het etiket of document van de leverancier worden vermeld of dat soort modificatie bij de productie van het uitgangsmateriaal voor die categorie is toegepast, zoals momenteel het geval is voor de categorie “gekeurd”.
  • (10) 
    Gelet op de toevoeging van de categorie “getest” aan bijlage II bij Beschikking 2008/971/EG, moet, om ervoor te zorgen dat die beschikking duidelijk is en correct wordt toegepast, een bijlage aan die beschikking worden toegevoegd met een tabel waarin de categorieen zijn aangegeven waaronder bosbouwkundig teeltmateriaal dat van de diverse typen uitgangsmateriaal is afgeleid, naar de Unie mag worden ingevoerd. Dit is nodig om te zorgen voor juridische duidelijkheid, voor samenhang met Richtlijn 1999/105/EG, en voor de correcte toepassing van de voorschriften en weloverwogen keuzes door de exploitanten die die beschikking toepassen.
  • (11) 
    Beschikking 2008/971/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.
  • (12) 
    Gezien de noodzaak ervoor te zorgen dat dit besluit in werking treedt voor het verstrijken van Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/773 op 31 december 2024, wordt het passend geacht gebruik te maken van de uitzondering op de periode van acht weken waarin is voorzien door artikel 4 van Protocol nr. 1 betreffende de rol van de nationale parlementen in de Europese Unie, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU), aan het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.
  • (13) 
    Daar de doelstelling van dit besluit, namelijk de uitbreiding van de bij Beschikking 2008/971/EG vastgestelde gelijkwaardigheidsregeling voor de invoer van bosbouwkundig teeltmateriaal tot de categorie “getest”, niet door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar slechts op het niveau van de Unie, kan de Unie overeenkomstig het in artikel 5 VEU neergelegde subsidiariteitsbeginsel maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat dit besluit niet verder dan nodig is om die doelstelling te verwezenlijken.
  • (14) 
    Dit besluit moet met spoed in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie om ervoor te zorgen dat het in werking treedt voor het verstrijken van Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/773.
  • (15) 
    Aangezien Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/773 op 31 december 2024 verstrijkt, moet dit besluit met ingang van 1 januari 2025 van toepassing zijn, om de juridische duidelijkheid en continuiteit van de desbetreffende regels te waarborgen,
  • (5) 
    Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/773 van de Commissie van 10 mei 2021 tot machtiging van de lidstaten om overeenkomstig Richtlijn

1999/105/EG van de Raad tijdelijke besluiten te nemen over de gelijkwaardigheid van in bepaalde derde landen geproduceerd bosbouwkundig teeltmateriaal van bepaalde categorieen (PB L 169 van 12.5.2021, blz. 1, ELI: http://data.europa. eu/eli/dec_impl/2021/773/oj).

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen van Beschikking 2008/971/EG

Beschikking 2008/971/EG wordt als volgt gewijzigd:

  • 1) 
    In artikel 1 wordt de eerste alinea vervangen door:

“Deze beschikking stelt de voorwaarden vast voor de invoer in de Unie van bosbouwkundig teeltmateriaal van de categorieen “van bekende origine”, “geselecteerd”, “gekeurd” en “getest”, dat is geproduceerd in een derde land dat is opgenomen in bijlage I.”.

  • 2) 
    In artikel 3 wordt lid 2 vervangen door:

“2. Zaaizaad en plantgoed van de categorieen “van bekende origine”, “geselecteerd”, “gekeurd” en “getest” van in bijlage I bij Richtlijn 1999/105/EG opgenomen soorten en kunstmatige hybriden daarvan, geproduceerd in de derde landen die zijn opgenomen in bijlage I bij deze beschikking en officieel gecertificeerd door de in die bijlage opgenomen autoriteiten van derde landen, worden beschouwd als gelijkwaardig aan zaaizaad en plantgoed dat aan Richtlijn 1999/105/EG voldoet, mits zij voldoen aan de in bijlage II bij deze beschikking vastgestelde voorwaarden.”.

  • 3) 
    De bijlagen worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Inwerkingtreding en toepassing

Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Het is van toepassing met ingang van 1 januari 2025.

Gedaan te Brussel, 19 december 2024.

Voor het Europees Parlement                                        Voor de Raad

De voorzitter                                                   De voorzitter

  • R. 
    METSOLA                                     BOKA J.

BIJLAGE

De bijlagen bij Besluit 2008/971/EG worden als volgt gewijzigd:

  • 1) 
    Bijlage I wordt vervangen door:

“BIJLAGE I

Landen en autoriteiten

 

Land (j

Voor de toelating en de controle van de productie verantwoordelijke autoriteit

CA

Natural Resources Canada — Canadian Forest Service

Atlantic Forestry Centre

1350 Regent Street

Fredericton NB E3C 2G6

CH

Federal Office for the Environment (FOEN)

Department of the Environment, Transport, Energy and Communications (UVEK)

Forest Division

Federal Plant Protection Service

Monbijoustrasse 40

CH-3003 Bern

GB (2)

Department for Environment, Food & Rural Affairs (DEFRA) Eastbrook

Shaftesbury Road

Cambridge

CB2 8DR

NO

Norwegian Forest Seed Center c/o 0yvind Meland Edvardsen

Box 118, N-2301 Hamar

RS

Group for Forest Reproductive Material and Genetic Resources Directorate for Forest Ministry of Agriculture, Forestry and Water Management

Ministry of AFW — Directorate for Forest

Omladinskih brigada 1

Novi Beograd

TR

Ministry of Agriculture and Forestry

General Directorate of Forestry

Forest Tree Seeds and Tree Breeding Research Institute Directorate Sogutozu 06560 Ankara

US

United States Department of Agriculture

Forest Service

Cooperative Forestry

National Seed Laboratory

Land (1)

Voor de toelating en de controle van de productie verantwoordelijke autoriteit

 

5675 Riggins Mill Road

Dry Branch, Georgia 31020

OFFICIELE STAATSCERTIFICERINGSAUTORITEITEN

(Gemachtigd tot het uitvaardigen van OESO-certificaten op grond van een samenwerkingsover-eenkomst met de Dienst Bosbouw van het Ministerie van landbouw van de Verenigde Staten (USDA Forest Service))

Washington State Crop Improvement Association, Inc.

2575 NE Hopkins Ct.

Pullman, Washington 99163

  • (1) 
    CA — Canada, CH — Zwitserland, GB — Verenigd Koninkrijk, NO — Noorwegen, RS — Servie, TR — Turkije, US — Verenigde Staten.
  • (2) 
    Overeenkomstig het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannie en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Windsor-kader (zie Gezamenlijke Verklaring nr. 1/2023 van de Unie en het Verenigd Koninkrijk in het bij het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannie en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ingestelde Gemengd Comite van 24 maart 2023 (PB L 102 van 17.4.2023, blz. 87)), in samenhang met bijlage 2 bij dat kader, gelden vermeldingen van het Verenigd Koninkrijk in deze bijlage niet voor Noord-Ierland.”.
  • 2) 
    In bijlage II wordt deel C vervangen door:

“C. Aanvullende voorwaarden waaraan in derde landen geproduceerd zaaizaad en plantgoed van de categorieen “gekeurd” en “getest” moet voldoen

Ten aanzien van zaaizaad en plantgoed van de categorieen “gekeurd” en “getest” moeten het OESO-etiket en het etiket of document van de leverancier vermelden of bij de productie van het uitgangsmateriaal genetische modificatie is toegepast.”.

  • 3) 
    De volgende bijlage wordt toegevoegd:

“BIJLAGE III

Categorieen waaronder bosbouwkundig teeltmateriaal dat van de diverse typen uitgangsmateriaal is afgeleid, naar de unie mag worden ingevoerd

 

Uitgangsmateriaal

Categorie bosbouwkundig teeltmateriaal

Van bekende origine

Geselecteerd

Gekeurd

Getest

Zaadbron

x

     

Opstand

x

x

 

x

Zaadgaarde

   

x

x

Ouderplanten van families

   

x

x

Kloon

   

x

x

Mengsels van klonen

   

x

X”

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2024/3244/oj

5/5

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.