Besluit 2023/272 - Standpunt EU met betrekking tot een wijziging van bijlage XI (Elektronische communicatie, audiovisuele diensten en informatiemaatschappij) en Protocol 37 (dat de in artikel 101 bedoelde lijst bevat) bij de EER-overeenkomst (Cyberbeveiligingsverordening)

1.

Wettekst

9.2.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 39/45

 

BESLUIT (EU) 2023/272 VAN DE RAAD

van 30 januari 2023

betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt met betrekking tot een wijziging van bijlage XI (Elektronische communicatie, audiovisuele diensten en informatiemaatschappij) en Protocol 37 (dat de in artikel 101 bedoelde lijst bevat) bij de EER-overeenkomst (Cyberbeveiligingsverordening)

(Voor de EER relevante tekst)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien Verordening (EG) nr. 2894/94 van de Raad van 28 november 1994 houdende bepaalde wijzen van toepassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (1), en met name artikel 1, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (2) (“de EER-overeenkomst”) is op 1 januari 1994 in werking getreden.

 

(2)

Overeenkomstig artikel 98 van de EER-overeenkomst kunnen bijlage XI en Protocol 37 bij die overeenkomst bij besluit van het Gemengd Comité van de EER worden gewijzigd.

 

(3)

Verordening (EU) 2019/881 van het Europees Parlement en de Raad (3) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

 

(4)

Bijlage XI en Protocol 37 bij de EER-overeenkomst moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

 

(5)

Het standpunt van de Unie in het Gemengd Comité van de EER moet derhalve worden gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt over de voorgestelde wijziging van bijlage XI (Elektronische communicatie, audiovisuele diensten en informatiemaatschappij) en Protocol 37 (dat de in artikel 101 bedoelde lijst bevat) bij de EER-overeenkomst, is gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

Gedaan te Brussel, 30 januari 2023.

Voor de Raad

De voorzitter

  • P. 
    KULLGREN
 

  • (3) 
    Verordening (EU) 2019/881 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake Enisa (het Agentschap van de Europese Unie voor cyberbeveiliging), en inzake de certificering van de cyberbeveiliging van informatie- en communicatietechnologie en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 526/2013 (de cyberbeveiligingsverordening) (PB L 151 van 7.6.2019, blz. 15).
 

ONTWERP

BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER Nr. […]

van […]

tot wijziging van bijlage XI (Elektronische communicatie, audiovisuele diensten en informatiemaatschappij) en Protocol 37 (dat de lijst bedoeld in artikel 101 bevat) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (“de EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Verordening (EU) 2019/881 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake Enisa (het Agentschap van de Europese Unie voor cyberbeveiliging), en inzake de certificering van de cyberbeveiliging van informatie- en communicatietechnologie en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 526/2013 (de cyberbeveiligingsverordening) (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

 

(2)

De in de EER-overeenkomst opgenomen Verordening (EU) nr. 526/2013 van het Europees Parlement en de Raad (2) wordt bij Verordening (EU) 2019/881 ingetrokken en moet derhalve uit de EER-overeenkomst worden geschrapt.

 

(3)

Bijlage XI en Protocol 37 bij de EER-overeenkomst moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In bijlage XI bij de EER-overeenkomst wordt de tekst van punt 5cp (Verordening (EU) nr. 526/2013 van het Europees Parlement en de Raad) vervangen door:

“32019 R 0881: Verordening (EU) 2019/881 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake Enisa (het Agentschap van de Europese Unie voor cyberbeveiliging), en inzake de certificering van de cyberbeveiliging van informatie- en communicatietechnologie en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 526/2013 (de cyberbeveiligingsverordening) (PB L 151 van 7.6.2019, blz. 15).

De tekst van de verordening wordt voor de toepassing van de EER-overeenkomst als volgt aangepast:

 

a)

Tenzij hierna anders wordt bepaald, en in afwijking van de bepalingen van Protocol 1 bij de EER-overeenkomst, staat de in de verordening gebruikte term “lidsta(a)t(en)” en andere termen die verwijzen naar hun overheden niet alleen voor de in de verordening bedoelde lidstaten maar ook voor de EVA-staten en hun overheden.

 

b)

Wat de EVA-staten betreft, staat het Agentschap waar en wanneer nodig de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA of het Permanent Comité, naargelang van het geval, bij in de uitvoering van hun respectieve taken.

 

c)

Wat de EVA-staten betreft, worden verwijzingen naar het recht van de Unie begrepen als verwijzingen naar de EER-overeenkomst.

 

d)

Aan artikel 14 wordt het volgende lid toegevoegd:

“5.   De EVA-staten nemen volwaardig deel aan de werkzaamheden van de raad van bestuur en hebben binnen deze raad dezelfde rechten en plichten als de EU-lidstaten, met uitzondering van stemrecht.”.

 

e)

Aan artikel 28 wordt het volgende lid toegevoegd:

“4.   Verordening (EG) nr. 1049/2001 is, voor de toepassing van deze verordening, eveneens van toepassing voor alle documenten van het Agentschap betreffende de EVA-staten.”.

 

f)

Aan artikel 30 wordt het volgende lid toegevoegd:

“3.   De EVA-staten nemen een gedeelte van de in lid 1, punt a), bedoelde bijdrage van de Unie voor hun rekening. Te dien einde zijn de procedures van artikel 82, lid 1, punt a), van de EER-overeenkomst en Protocol 32 bij de EER-overeenkomst van overeenkomstige toepassing.”.

 

g)

Aan artikel 34 wordt het volgende lid toegevoegd:

“In afwijking van artikel 12, lid 2, punt a), en artikel 82, lid 3, punt a), van de Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, kunnen onderdanen van de EVA-staten die over hun volledige burgerrechten beschikken, op basis van een contract door de uitvoerend directeur van het Agentschap in dienst worden genomen.”.

 

h)

Aan artikel 35 wordt het volgende lid toegevoegd:

“De EVA-staten kennen het Agentschap en zijn personeelsleden gelijkwaardige voorrechten en immuniteiten toe als zijn vervat in het Protocol inzake voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie.”.

 

i)

Aan artikel 40 wordt het volgende lid toegevoegd:

“3.   In afwijking van artikel 12, lid 2, punt e), artikel 82, lid 3, punt e), en artikel 85, lid 3, van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, worden de in artikel 129, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde talen door het Agentschap ten aanzien van zijn personeel beschouwd als in artikel 55, lid 1, van het Verdrag betreffende de Europese Unie bedoelde talen van de Unie.”.

 

j)

Aan artikel 62 wordt het volgende lid toegevoegd:

“6.   De EVA-staten nemen volledig deel aan de werkzaamheden van de Europese Groep voor cyberbeveiligingscertificering, met uitzondering van stemrecht.”.”

Artikel 2

In Protocol 37 bij de EER-overeenkomst wordt het volgende punt toegevoegd:

 

“44.

Europese Groep voor cyberbeveiligingscertificering (Verordening (EU) 2019/881 van het Europees Parlement en de Raad).”.

Artikel 3

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) 2019/881 zijn authentiek.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op […], op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1), of op de dag van inwerkingtreding van Besluit nr. …/… van […] van het Gemengd Comité van de EER (3) [waarbij {Richtlijn (EU) 2016/1148 (NIS-richtlijn)} in de EER-overeenkomst wordt opgenomen], als dat later is.

Artikel 5

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, […].

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

De secretarissen

van het Gemengd Comité van de EER

 

(*1)  [Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.] [Grondwettelijke vereisten aangegeven.]

  • (3) 
    PB L ...
 

Gemeenschappelijke verklaring van de overeenkomstsluitende partijen bij Besluit nr. …/… waarbij Verordening (EU) 2019/881 van het Europees Parlement en de Raad in de EER-overeenkomst wordt opgenomen

De partijen erkennen dat de opname van deze handeling geen afbreuk doet aan de directe toepassing van Protocol 7 betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie op de onderdanen van de EVA-staten op het grondgebied van elk der lidstaten van de Europese Unie, overeenkomstig artikel 11 van dat protocol.

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.