Verordening 2021/1750 - Wijziging van Verordening (EU) 2019/440 betreffende de verdeling van de vangstmogelijkheden in het kader van de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij met Marokko en het bijbehorende uitvoeringsprotocol

1.

Wettekst

4.10.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 349/1

 

VERORDENING (EU) 2021/1750 VAN DE RAAD

van 28 september 2021

tot wijziging van Verordening (EU) 2019/440 betreffende de verdeling van de vangstmogelijkheden in het kader van de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko en het bijbehorende uitvoeringsprotocol

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op 29 november 2018 heeft de Raad Verordening (EU) 2019/440 (1) vastgesteld over de verdeling van de vangstmogelijkheden in het kader van de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko (“de visserijovereenkomst”).

 

(2)

Op 4 maart 2019 heeft de Raad Besluit (EU) 2019/441 (2) vastgesteld over de sluiting van de visserijovereenkomst en het bijbehorende uitvoeringsprotocol.

 

(3)

Bij Verordening (EU) 2019/440 werden de vangstmogelijkheden in onder meer categorie 6 (industriële pelagische visserij) toegewezen aan de lidstaten, waaronder het Verenigd Koninkrijk.

 

(4)

Op grond van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (3) (“het terugtrekkingsakkoord”) is het Verenigd Koninkrijk sinds 1 februari 2020 geen lidstaat van de Unie meer. De in het terugtrekkingsakkoord bepaalde overgangsperiode is op 31 december 2020 verstreken. Derhalve mag het Verenigd Koninkrijk na die datum niet langer gebruikmaken van die vangstmogelijkheden en moeten zij met ingang van 1 januari 2021 worden herverdeeld over de lidstaten.

 

(5)

De herverdeling van de vangstmogelijkheden moet transparant zijn en in verhouding staan tot de oorspronkelijke verdeling van de quota.

 

(6)

Verordening (EU) 2019/440 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

 

(7)

Gezien de gevolgen ervan voor de visserijactiviteiten in 2021 moet deze verordening van toepassing zijn met ingang van 1 januari 2021. Een dergelijke retroactieve toepassing doet geen afbreuk aan de beginselen van rechtszekerheid en de bescherming van het gewettigd vertrouwen aangezien de vangstmogelijkheden in kwestie niet zijn gebruikt door het Verenigd Koninkrijk en worden verhoogd voor de betrokken lidstaten.

 

(8)

Gezien de urgentie die met de retroactieve toepassing van deze verordening verband houdt, moet deze verordening in werking treden op de datum van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In artikel 1 van Verordening (EU) 2019/440 wordt lid 1 vervangen door:

“1.   De vangstmogelijkheden die zijn vastgesteld op grond van het uitvoeringsprotocol bij de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko (“de visserijovereenkomst”), worden als volgt over de lidstaten verdeeld:

 

Visserijcategorie

Vaartuigtype

Lidstaat

Vergunningen of quota

1.

Ambachtelijke pelagische visserij noord

Zegenvisserijvaartuigen < 150 brutotonnage (BT)

Spanje

22

2.

Ambachtelijke visserij noord

Vaartuigen voor de visserij met de grondbeug < 40 BT

Spanje

25

Portugal

7

Vaartuigen voor de visserij met de grondbeug ≥ 40 BT < 150 BT

Portugal

3

3.

Ambachtelijke visserij zuid

Lijn en hengel < 150 BT per vaartuig

Totaal ≤ 800 BT

Spanje

10

4.

Demersale visserij

Vaartuigen voor de visserij met de grondbeug ≤ 150 BT

Spanje

7

Portugal

4

Trawlers ≤ 750 BT

Totaal ≤ 3 000 BT

Spanje

5

Italië

0

5.

Tonijnvisserij

Vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel

Spanje

23

Frankrijk

4

6.

Industriële pelagische visserij

85 000  ton (t) in 2019

90 000  t in 2020

100 000  t per jaar in 2021 en 2022

Indeling van de vaartuigen die mogen vissen:

 
 

10 vaartuigen ≥ 3 000 BT en < 7 765 BT

 
 

4 vaartuigen ≥ 150 BT en < 3 000 BT

 
 

4 vaartuigen < 150 BT

2019: 85 000  t

 

Duitsland

6 871,2  t

Litouwen

21 986,3  t

Letland

12 367,5  t

Nederland

26 102,4  t

Ierland

3 099,3  t

Polen

4 807,8  t

Verenigd Koninkrijk

4 807,8  t

Spanje

496,2  t

Portugal

1 652,2  t

Frankrijk

2 809,3  t

 

2020: 90 000  t

 

Duitsland

7 275,4  t

Litouwen

23 279,6  t

Letland

13 095,0  t

Nederland

27 637,9  t

Ierland

3 281,6  t

Polen

5 090,6  t

Verenigd Koninkrijk

5 090,6  t

Spanje

525,4  t

Portugal

1 749,4  t

Frankrijk

2 974,5  t

 

2021 en 2022: 100 000  t per jaar

 

Duitsland

8 568,4  t

Litouwen

27 417  t

Letland

15 422,3  t

Nederland

32 549,8  t

Ierland

3 864,9  t

Polen

5 995,4  t

Spanje

618,8  t

Portugal

2 060,3  t

Frankrijk

3 503,1  t”

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is van toepassing met ingang van 1 januari 2021.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 september 2021.

Voor de Raad

De voorzitter

  • S. 
    KUSTEC
 

  • (1) 
    Verordening (EU) 2019/440 van de Raad van 29 november 2018 betreffende de verdeling van de vangstmogelijkheden in het kader van de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko en het bijbehorende uitvoeringsprotocol (PB L 77 van 20.3.2019, blz. 1).
  • (2) 
    Besluit (EU) 2019/441 van de Raad van 4 maart 2019 betreffende de sluiting van de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko, het bijbehorende uitvoeringsprotocol en de briefwisseling bij de overeenkomst (PB L 77 van 20.3.2019, blz. 4).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.