Besluit 2021/443 - Standpunt EU in de Partnerschapsraad die is opgericht bij de Handels- en samenwerkingsovereenkomst met het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot de datum waarop de voorlopige toepassing op grond van de handels- en samenwerkingsovereenkomst dient te worden beëindigd

1.

Wettekst

12.3.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 85/198

 

BESLUIT (EU) 2021/443 VAN DE RAAD

van 18 februari 2021

betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Partnerschapsraad die is opgericht bij de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds, met betrekking tot de datum waarop de voorlopige toepassing op grond van de handels- en samenwerkingsovereenkomst dient te worden beëindigd

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 217, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op 29 december 2020 heeft de Raad Besluit (EU) 2020/2252 (1) betreffende de ondertekening, namens de Unie, van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds (2), (de “handels- en samenwerkingsovereenkomst”) en van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland inzake beveiligingsprocedures voor de uitwisseling en bescherming van gerubriceerde gegevens (3) (de “informatiebeveiligingsovereenkomst”) (samen de “overeenkomsten”) vastgesteld.

 

(2)

De informatiebeveiligingsovereenkomst is een aanvullende overeenkomst bij de handels- en samenwerkingsovereenkomst en is intrinsiek verbonden met die overeenkomst, met name wat betreft de datums van toepassing en van beëindiging.

 

(3)

Krachtens artikel 12, lid 1, van Besluit (EU) 2020/2252, en zoals overeengekomen door de partijen in artikel FINPROV.11 (Inwerkingtreding en voorlopige toepassing), lid 2, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst, worden de overeenkomsten met ingang van 1 januari 2021 voorlopig toegepast, in afwachting van de voltooiing van de voor de inwerkingtreding ervan vereiste procedures.

 

(4)

Overeenkomstig artikel FINPROV.11 (Inwerkingtreding en voorlopige toepassing), lid 2, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst eindigt de voorlopige toepassing op een van de volgende data, naargelang welke datum eerder valt: 28 februari 2021 of een andere datum zoals vastgesteld door de krachtens artikel INST.1 (Partnerschapsraad) van de handels- en samenwerkingsovereenkomst opgerichte Partnerschapsraad (de “Partnerschapsraad”); of de eerste dag van de maand volgende op die waarin beide partijen elkaar ervan in kennis hebben gesteld dat zij hun respectieve interne vereisten en procedures voor het vaststellen van hun instemming om gebonden te zijn, hebben vervuld.

 

(5)

Gezien de tijd die het Europees Parlement en de Raad nodig hebben om de teksten van de overeenkomsten in alle 24 authentieke talen naar behoren te onderzoeken, zal de Unie de handels- en samenwerkingsovereenkomst tegen 28 februari 2021 kunnen sluiten.

 

(6)

Bijgevolg dient de Partnerschapsraad een latere datum voor de beëindiging van de voorlopige toepassing vast te stellen, rekening houdende met de datum waarop alle 24 taalversies van de overeenkomsten gereviseerd en als authentiek en definitief vastgesteld zullen zijn. Gezien de verwachte datum waarop die als authentiek en definitief vastgestelde versies van de overeenkomsten beschikbaar zullen zijn, dient de Partnerschapsraad 30 april 2021 als datum voor de beëindiging van de voorlopige toepassing vast te stellen.

 

(7)

Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie in de Partnerschapsraad moet worden ingenomen.

 

(8)

Met het oog op een snelle toepassing van de in dit besluit vervatte maatregelen moet het in werking treden op de datum waarop het wordt vastgesteld,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het standpunt dat namens de Unie in de bij artikel INST.1 (Partnerschapsraad) van de handels- en samenwerkingsovereenkomst opgerichte Partnerschapsraad moet worden ingenomen met betrekking tot een overeenkomstig artikel FINPROV.11 (Inwerkingtreding en voorlopige toepassing), lid 2, onder a), te nemen besluit, is gebaseerd op het bij dit voorstel gevoegde ontwerpbesluit van de Partnerschapsraad.

Artikel 2

Het besluit van de Partnerschapsraad wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 18 februari 2021.

Voor de Raad

De voorzitter

A.P. ZACARIAS

 

  • (1) 
    Besluit (EU) 2020/2252 van de Raad van 29 december 2020 betreffende de ondertekening, namens de Unie, en betreffende de voorlopige toepassing van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds, en van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland inzake beveiligingsprocedures voor de uitwisseling en bescherming van gerubriceerde gegevens (PB L 444 van 31.12.2020, blz. 2).
 

ONTWERP

BESLUIT Nr. 1/2021 VAN DE PARTNERSCHAPSRAAD DIE IS OPGERICHT BIJ DE HANDELS- EN SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN DE EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR ATOOMENERGIE, ENERZIJDS, EN HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND, ANDERZIJDS,

van …

met betrekking tot de datum waarop de voorlopige toepassing op grond van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst dient te worden beëindigd

DE PARTNERSCHAPSRAAD,

Gezien de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds, en met name artikel FINPROV.11 [Inwerkingtreding en voorlopige toepassing], lid 2, punt a),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op grond van artikel FINPROV.11 [Inwerkingtreding en voorlopige toepassing], lid 2, van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds (1), (de “handels- en samenwerkingsovereenkomst”), zijn de partijen overeengekomen de handels- en samenwerkingsovereenkomst met ingang van 1 januari 2021 voorlopig toe te passen, mits zij elkaar vóór die datum ervan in kennis hebben gesteld dat hun respectieve interne vereisten en procedures die voor voorlopige toepassing nodig zijn, vervuld zijn. De voorlopig toepassing wordt beëindigd op een van de volgende data, al naargelang welke datum eerder valt: 28 februari 2021 of een andere door de Partnerschapsraad vastgestelde datum; of de eerste dag van de maand volgende op die waarin beide partijen elkaar ervan in kennis hebben gesteld dat zij hun respectieve interne vereisten en procedures voor het vaststellen van hun instemming om gebonden te zijn, hebben vervuld.

 

(2)

Omdat de Europese Unie wegens interne procedurele vereisten de handels- en samenwerkingsovereenkomst niet kan sluiten tegen 28 februari 2021, dient de Partnerschapsraad 30 april 2021 vast te stellen als datum waarop de voorlopige toepassing krachtens artikel FINPROV.11 [Inwerkingtreding en voorlopige toepassing], lid 2, punt a), van de handels- en samenwerkingsovereenkomst dient te worden beëindigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De datum waarop de voorlopige toepassing krachtens artikel FINPROV.11 [Inwerkingtreding en voorlopige toepassing], lid 2, punt a), van de handels- en samenwerkingsovereenkomst dient te worden beëindigd, is 30 april 2021.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te …, …

Voor de Partnerschapsraad

De medevoorzitters

 

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.