Besluit 2020/1704 - Ondertekening en voorlopige toepassing van de overeenkomst met Mauritanië over de verlenging van het protocol bij de visserijovereenkomst met Mauritanië tot vaststelling van vangstmogelijkheden en tegenprestatie, dat op 15 november 2020 afloopt

1.

Wettekst

16.11.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 383/1

 

BESLUIT (EU) 2020/1704 VAN DE RAAD

van 23 oktober 2020

betreffende de ondertekening, namens de Unie, en voorlopige toepassing van de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en de Islamitische Republiek Mauritanië over de verlenging van het protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Mauritanië, dat op 15 november 2020 afloopt

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, in samenhang met artikel 218, lid 5,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op 8 augustus 2008 is de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Mauritanië (1) (“de overeenkomst”) goedgekeurd bij Verordening (EG) nr. 1801/2006 van de Raad (2), in werking getreden.

 

(2)

Het bij de overeenkomst behorende protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de overeenkomst is op diezelfde dag voor een periode van twee jaar in werking getreden en daarna diverse malen vervangen.

 

(3)

Op 8 juli 2019 heeft de Raad de Commissie gemachtigd om onderhandelingen met de Islamitische Republiek Mauritanië (“Mauritanië”) te openen over een nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij en een protocol tot uitvoering van die overeenkomst.

 

(4)

Om een lange onderbreking van de visserijactiviteiten te voorkomen, heeft de Raad de Commissie eveneens gemachtigd om te onderhandelen over een verlenging voor een periode van ten hoogste één jaar van het op 15 november 2019 aflopende protocol bij de huidige overeenkomst (3) (“protocol”). Op 8 november 2019 stelde de Raad Besluit (EU) 2019/1918 (4) inzake die verlenging vast.

 

(5)

Van september 2019 tot februari 2020 vonden er vier rondes van onderhandelingen met Mauritanië plaats met het oog op de sluiting van een nieuwe overeenkomst en een nieuw protocol. Die onderhandelingen werden niet afgerond.

 

(6)

Vanwege de bestaande gezondheidssituatie in verband met de COVID-19-pandemie moet worden geconstateerd dat de onderhandelingen met het oog op de sluiting van de nieuwe overeenkomst en het nieuwe protocol niet bijtijds zullen worden afgesloten en derhalve een onderbreking van de visserijactiviteiten na afloop van de huidige verlenging niet zullen kunnen voorkomen, ondanks de eerste verlenging van het protocol. Daarom machtigde de Raad de Commissie op 26 juni 2020 om een nieuwe verlenging van het protocol met maximaal een jaar uit te onderhandelen.

 

(7)

In afwachting van de afronding van de onderhandelingen met het oog op het afsluiten van de nieuwe overeenkomst en het nieuwe protocol heeft de Commissie namens de Unie onderhandeld over een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling over een tweede verlenging met maximaal één jaar van het protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de overeenkomst (“overeenkomst in de vorm van een briefwisseling”). Bij de voltooiing van deze onderhandelingen is de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling op 7 juli 2020 geparafeerd.

 

(8)

De overeenkomst in de vorm van een briefwisseling moet ervoor zorgen dat de Unie en Mauritanië hun samenwerking op het gebied van de bevordering van een duurzaam visserijbeleid en een verantwoorde exploitatie van de visbestanden in de Mauritaanse wateren kunnen voortzetten en dat de vaartuigen van de Unie hun visserijactiviteiten in die wateren kunnen blijven uitoefenen.

 

(9)

Om de continuïteit van de visserijactiviteiten van de Unievaartuigen in de Mauritaanse wateren te waarborgen, moet de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling, overeenkomstig punt 6) ervan, voorlopig worden toegepast vanaf 16 november 2020 of elke andere datum na de ondertekening ervan.

 

(10)

De overeenkomst in de vorm van een briefwisseling moet worden ondertekend en voorlopig worden toegepast, in afwachting van de voltooiing van de voor de inwerkingtreding ervan vereiste procedures,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De ondertekening namens de Unie van de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en de Islamitische Republiek Mauritanië over de verlenging van het protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Mauritanië, dat op 15 november 2020 afloopt, wordt goedgekeurd, onder voorbehoud van de sluiting van deze overeenkomst (5).

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling namens de Unie te ondertekenen.

Artikel 3

De overeenkomst in de vorm van een briefwisseling wordt voorlopig toegepast met ingang van 16 november 2020 of elke andere datum na de ondertekening ervan (6), in afwachting van de voltooiing van de voor de inwerkingtreding ervan vereiste procedures.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Luxemburg, 23 oktober 2020.

Voor de Raad

De voorzitter

  • S. 
    SCHULZE
 

  • (2) 
    Verordening (EG) nr. 1801/2006 van de Raad van 30 november 2006 betreffende de sluiting van de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Mauritanië (PB L 343 van 8.12.2006, blz. 1).
  • (3) 
    Protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Mauritanië voor een periode van vier jaar (PB L 315 van 1.12.2015, blz. 3).
  • (4) 
    Besluit (EU) 2019/1918 van de Raad van 8 november 2019 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en voorlopige toepassing van de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en de Islamitische Republiek Mauritanië over de verlenging van het protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Mauritanië, dat op 15 november 2019 afloopt (PB L 297 I van 18.11.2019, blz. 1).
  • (5) 
    De tekst van de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling is aan dit besluit gehecht.
  • (6) 
    De datum vanaf welke de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling voorlopig wordt toegepast wordt door het secretariaat-generaal van de Raad bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.