Verordening 2020/1485 - Wijziging van Verordening 2019/2236 tot vaststelling, voor 2020, van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden en groepen visbestanden in de Middellandse Zee en de Zwarte Zee

1.

Wettekst

16.10.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 343/3

 

VERORDENING (EU) 2020/1485 VAN DE RAAD

van 12 oktober 2020

tot wijziging van Verordening (EU) 2019/2236 van de Raad tot vaststelling, voor 2020, van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden en groepen visbestanden in de Middellandse Zee en de Zwarte Zee

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Bij Verordening (EU) 2019/2236 van de Raad (1) zijn voor 2020 de vangstmogelijkheden vastgesteld voor bepaalde visbestanden en groepen visbestanden in de Middellandse Zee en de Zwarte Zee.

 

(2)

Het meerjarenplan voor de visserijen die demersale bestanden exploiteren in het westelijke deel van de Middellandse Zee (“het plan”) is vastgesteld bij Verordening (EU) 2019/1022 van het Europees Parlement en de Raad (2). Krachtens die verordening moeten de vangstmogelijkheden voor de desbetreffende bestanden worden vastgesteld om een niveau van visserijsterfte te bereiken waarmee de maximale duurzame opbrengst (MDO) geleidelijk toenemend uiterlijk in 2020 indien mogelijk, en in ieder geval uiterlijk op 1 januari 2025 kan worden gehaald.

 

(3)

Krachtens Verordening (EU) 2019/1022 moeten vangstmogelijkheden worden uitgedrukt als maximaal toegestane visserijinspanning en moeten zij worden bepaald overeenkomstig de in die verordening vastgestelde visserijinspanningsregeling. Elke lidstaat diende de uitgangswaarde voor elke visserijinspanningsgroep of elk geografisch deelgebied te hebben berekend als de gemiddelde visserijinspanning uitgedrukt in aantal visdagen tussen 1 januari 2015 en 31 december 2017, daarbij alleen rekening houdend met de vaartuigen die tijdens die periode actief waren. De lidstaten hebben hun inspanningsgegevens per vlootsegment en in visdagen aangegeven.

 

(4)

Tijdens de raming van de uitgangswaarde voor de visserijinspanningsvermindering constateerde Spanje een fout in de technische berekening voor het uitsplitsen van de visdagen tussen de kustvisserij en de diepzeevisserij in het geval van de visreizen van langer dan één dag.

 

(5)

Bijgevolg moet de berekening van Spanjes uitgangswaarde voor de maximaal toegestane visserijinspanning, uitgedrukt in visdagen, worden gewijzigd. Deze wijziging in de berekening heeft geen gevolgen voor het totale aantal visdagen van Spanje, noch voor andere lidstaten die het planuitvoeren. De wijziging is evenwel noodzakelijk om discrepanties te vermijden tussen de door Spanje gerapporteerde visserijinspanning en de visserijinspanning die in Verordening (EU) 2019/2236 is vastgesteld.

 

(6)

Verordening (EU) 2019/2236 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

 

(7)

Gezien de urgentie moet deze verordening onmiddellijk na de bekendmaking ervan in werking treden. Verordening (EU) 2019/2236 is van toepassing met ingang van 1 januari 2020. Deze verordening moet met ingang van dezelfde datum van toepassing zijn. Een dergelijke toepassing met terugwerkende kracht doet geen afbreuk aan de beginselen van rechtszekerheid en bescherming van het gewettigd vertrouwen, aangezien de vangstmogelijkheden voor betrokken visserijinspanningsgroep nog niet zijn opgebruikt,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijziging van Verordening (EU) 2019/2236

In bijlage I bij Verordening (EU) 2019/2236 wordt deel a) vervangen door:

 

“a)

Zee van Alborán, Balearen, Noord-Spanje en Golfe du Lion (GDG’s 1-2-5-6-7)

 

Bestandsgroep

Lengte over alles van de vaartuigen

Spanje

Frankrijk

Italië

Code visserijinspanningsgroep

Zeebarbeel in GDG’s 1, 5, 6 en 7; heek in GDG’s 1-5-6-7; roze diepzeegarnaal in GDG’s 1, 5 en 6; langoustine in GDG’s 5 en 6

< 12 m

2 260

0

0

EFF1/MED1_TR1

≥ 12 m en < 18 m

24 284

0

0

EFF1/MED1_TR2

≥ 18 m en < 24 m

45 563

5 144

0

EFF1/MED1_TR3

≥ 24 m

16 047

6 258

0

EFF1/MED1_TR4

Blauwrode diepzeegarnaal in GDG’s 1, 5, 6 en 7

< 12 m

0

0

0

EFF2/MED1_TR1

≥ 12 m en < 18 m

1 139

0

0

EFF2/MED1_TR2

≥ 18 m en < 24 m

11 535

0

0

EFF2/MED1_TR3

≥ 24 m

9 260

0

0

EFF2/MED1_TR4”

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2020.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Luxemburg, 12 oktober 2020.

Voor de Raad

De voorzitter

  • J. 
    BORRELL FONTELLES
 

  • (1) 
    Verordening (EU) 2019/2236 van de Raad van 16 december 2019 tot vaststelling, voor 2020, van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden en groepen visbestanden in de Middellandse Zee en de Zwarte Zee (PB L 336 van 30.12.2019, blz. 14).
  • (2) 
    Verordening (EU) 2019/1022 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 tot vaststelling van een meerjarenplan voor de visserijen die demersale bestanden exploiteren in het westelijke deel van de Middellandse Zee en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 508/2014 (PB L 172 van 26.6.2019, blz. 1).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.