Verordening 2019/1919 - Verdeling van de vangstmogelijkheden in het kader van het protocol bij de visserijovereenkomst met Mauritanië tot vaststelling van vangstmogelijkheden en tegenprestatie

1.

Wettekst

18.11.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

LI 297/5

 

VERORDENING (EU) 2019/1919 VAN DE RAAD

van 8 november 2019

betreffende de verdeling van de vangstmogelijkheden in het kader van het protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Mauritanië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Mauritanië (1) (hierna “de overeenkomst” genoemd), die bij Verordening (EG) nr. 1801/2006 van de Raad (2) werd goedgekeurd, is op 8 augustus 2008 in werking getreden.

 

(2)

Op diezelfde dag trad ook het bijbehorende protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de overeenkomst in werking, voor een periode van twee jaar; het protocol is sindsdien meerdere keren vervangen.

 

(3)

Het protocol dat momenteel van kracht is (3) (hierna “het protocol” genoemd), loopt af op 15 november 2019.

 

(4)

Op 8 juli 2019 heeft de Raad de Commissie gemachtigd om met de Islamitische Republiek Mauritanië onderhandelingen te openen over de sluiting van een nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij en van een protocol tot uitvoering van die overeenkomst.

 

(5)

In afwachting van de afronding van die onderhandelingen heeft de Commissie namens de Unie onderhandeld over een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling betreffende de verlenging, voor een periode van ten hoogste één jaar, van het protocol (hierna de “overeenkomst in de vorm van een briefwisseling” genoemd). Na de succesvolle afronding van de onderhandelingen is de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling op 4 september 2019 geparafeerd.

 

(6)

Conform Besluit (EU) 2019/1918 van de Raad (4) is de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling op 13 november 2019 ondertekend.

 

(7)

De methode voor de verdeling van de vangstmogelijkheden over de lidstaten moet worden vastgesteld voor de periode waarin de verlenging van het protocol van toepassing is.

 

(8)

Overeenkomstig artikel 47, lid 2, van Verordening (EU) 2017/2403 van het Europees Parlement en de Raad (5) moet de Commissie, als blijkt dat de krachtens een protocol aan de Unie toegewezen vangstmogelijkheden niet volledig worden benut, de betrokken lidstaten daarvan in kennis stellen en hen verzoeken te bevestigen dat zij niet volledig gebruikmaken van die vangstmogelijkheden. Indien niet wordt geantwoord binnen de door de Raad te bepalen termijn, wordt dit beschouwd als een bevestiging dat de vaartuigen van de betrokken lidstaat hun vangstmogelijkheden in de gegeven periode niet volledig benutten. Deze termijn moet worden vastgesteld.

 

(9)

Onderhavige verordening dient van toepassing te zijn met ingang van de datum van voorlopige toepassing van de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Vangstmogelijkheden

  • 1. 
    De vangstmogelijkheden die, in het kader van het protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Mauritanië, zijn vastgesteld voor de periode waarin de verlenging van het protocol van toepassing is, worden als volgt over de lidstaten verdeeld:
 

a)

categorie 1 — Vaartuigen voor de visserij op schaaldieren met uitzondering van langoesten en krabben:

 

Spanje

4 150 ton

Italië

600 ton

Portugal

250 ton

Voor deze categorie mogen maximaal 25 vaartuigen tegelijk in de Mauritaanse wateren worden ingezet;

 

b)

categorie 2 — Trawlers (andere dan vriesvaartuigen) en vaartuigen voor de visserij met de grondbeug op zwarte heek:

 

Spanje

6 000 ton

Voor deze categorie mogen maximaal zes vaartuigen tegelijk in de Mauritaanse wateren worden ingezet;

 

c)

categorie 3 — Vaartuigen voor de visserij op andere demersale vissoorten dan zwarte heek met ander vistuig dan trawls:

 

Spanje

3 000 ton

Voor deze categorie mogen maximaal zes vaartuigen tegelijk in de Mauritaanse wateren worden ingezet.

 

d)

categorie 4 — Vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen (12 500 ton — referentietonnage):

 

Spanje

17 jaarlijkse vergunningen

Frankrijk

8 jaarlijkse vergunningen

 

e)

categorie 5 — Vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel en met de drijvende beug (7 500 ton — referentietonnage):

 

Spanje

14 jaarlijkse vergunningen

Frankrijk

1 jaarlijkse vergunning

 

f)

categorie 6 — Vriestrawlers voor de pelagische visserij:

 

Duitsland

12 560 ton

Frankrijk

2 615 ton

Letland

53 913 ton

Litouwen

57 642 ton

Nederland

62 592 ton

Polen

26 112 ton

Verenigd Koninkrijk

8 531 ton

Ierland

8 535 ton

Tijdens de periode waarin de verlenging van het protocol van toepassing is, beschikken de lidstaten over de volgende aantallen driemaandelijkse vergunningen:

 

Duitsland

4

Frankrijk

2

Letland

20

Litouwen

22

Nederland

16

Polen

8

Verenigd Koninkrijk

2

Ierland

2

De lidstaten delen de Commissie mee of bepaalde vergunningen ter beschikking van andere lidstaten mogen komen.

Voor deze categorie mogen maximaal negentien vaartuigen tegelijk in de Mauritaanse wateren worden ingezet;

 

g)

categorie 7 — Koelvaartuigen voor de pelagische visserij:

 

Ierland

15 000 ton

Bij niet-benutting mogen deze vangstmogelijkheden worden overgeheveld naar categorie 6 overeenkomstig de voor die categorie geldende verdeelsleutel;

 

h)

categorie 2 bis — (Vries)trawlers voor de visserij op zwarte heek:

Spanje:

 

Zwarte heek

3 500 ton

Pijlinktvissen

1 450 ton

Inktvissen

600 ton

Voor deze categorie mogen maximaal zes vaartuigen tegelijk in de Mauritaanse wateren worden ingezet.

  • 2. 
    De in artikel 47, lid 2, van Verordening (EU) 2017/2403 bedoelde termijn waarbinnen de lidstaten moeten bevestigen dat zij de krachtens het protocol toegewezen vangstmogelijkheden niet volledig benutten, bedraagt tien werkdagen vanaf de datum waarop de Commissie aan de lidstaten heeft meegedeeld dat de vangstmogelijkheden niet volledig zijn benut.

Artikel 2

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing vanaf de datum van voorlopige toepassing van de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 november 2019.

Voor de Raad

De voorzitter

  • L. 
    ANDERSSON
 

  • (2) 
    Verordening (EG) nr. 1801/2006 van de Raad van 30 november 2006 betreffende de sluiting van de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Mauritanië (PB L 343 van 8.12.2006, blz. 1).
  • (3) 
    Protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Mauritanië voor een periode van vier jaar (PB L 315 van 1.12.2015, blz. 3).
  • (4) 
    Besluit (EU) 2019/1918 van de Raad van 8 november 2019 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en voorlopige toepassing van de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en de Islamitische Republiek Mauritanië over de verlenging van het protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Mauritanië, dat op 15 november 2019 afloopt (Zie bladzijde 1 van dit Publicatieblad).
  • (5) 
    Verordening (EU) 2017/2403 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 inzake het duurzame beheer van externe vissersvloten, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1006/2008 van de Raad (PB L 347 van 28.12.2017, blz. 81).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.