Verordening 2019/1601 - Wijziging van Verordeningen (EU) 2018/2025 en (EU) 2019/124 met betrekking tot bepaalde vangstmogelijkheden

1.

Wettekst

30.9.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 250/1

 

VERORDENING (EU) 2019/1601 VAN DE RAAD

van 26 september 2019

tot wijziging van Verordeningen (EU) 2018/2025 en (EU) 2019/124 met betrekking tot bepaalde vangstmogelijkheden

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Bij Verordening (EU) 2019/124 van de Raad (1) zijn voor 2019 voor bepaalde visbestanden en groepen visbestanden de vangstmogelijkheden vastgesteld welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn.

 

(2)

In Verordening (EU) 2019/124 was de totale toegestane vangst (TAC) voor ansjovis (Engraulis encrasicolus) in de ICES-deelgebieden 9 en 10 en in de wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1 op nul vastgesteld. Met het oog op de voortzetting van de visserij werd bij Verordening (EU) 2019/1097 van de Raad (2) een voorlopige TAC vastgesteld. Ansjovis is een kortlevende soort waarvoor onderzoeken in mei worden afgerond. Het desbetreffende wetenschappelijke advies van de Internationale Raad voor het onderzoek van de zee (ICES) is op 28 juni 2019 uitgebracht. De vangstbeperkingen voor ansjovis in de ICES-deelgebieden 9 en 10 en in de wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1 moeten nu worden gewijzigd op basis van dat advies.

 

(3)

De flexibiliteit tussen de gebieden (bijzondere voorwaarde) voor kabeljauw (Gadus morhua) van de Noordzee en het oostelijke deel van het Kanaal dient alleen te gelden ten aanzien van de lidstaten die in beide gebieden quota hebben. De desbetreffende tabel met de vangstmogelijkheden moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

 

(4)

De ICES bracht op 17 december 2018 wetenschappelijk advies uit over de flexibiliteit tussen de gebieden voor horsmakreel (Trachurus spp.) van de ICES-sectoren 8c en 9a. De ICES adviseerde dat de flexibiliteit tussen de gebieden van twee bestanden niet groter mag zijn dan het verschil tussen de vangst die overeenkomt met een visserijsterfte van Fp.05 en de vastgestelde TAC's. TAC's mogen ook niet worden overgedragen naar een bestand met een paaibiomassa onder het grensreferentiepunt (Blim). Overeenkomstig de voorwaarden van dat wetenschappelijk advies moet de flexibiliteit tussen de gebieden (bijzondere voorwaarde) voor horsmakreel van ICES-deelgebied 9 en ICES-sector 8c voor 2019 worden verhoogd van 5 % tot 10 %.

 

(5)

Wat betreft Groenlandse heilbot/zwarte heilbot (Reinhardtius hippoglossoides) in internationale wateren van 1 en 2, moeten de lidstaten die een wetenschappelijke studie over bijvangsten in de garnaalvisserij uitvoeren, de mogelijkheid krijgen om een algemeen totaal van 130 ton toe te wijzen aan de aan de studie deelnemende vaartuigen met waarnemers aan boord. Die vangstmogelijkheden moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

 

(6)

Verordening (EU) 2018/2025 van de Raad (3) stelt voor 2019 en 2020 de vangstmogelijkheden vast voor vissersvaartuigen van de Unie voor bepaalde bestanden van diepzeevissen. In die verordening is de TAC voor zeebrasem (Pagellus bogaraveo) in ICES-deelgebied 10 voor beide jaren vastgesteld op basis van het wetenschappelijk advies voor 2019, in afwachting van het wetenschappelijk advies voor 2020. De ICES heeft het wetenschappelijk advies voor 2020 op 11 juni 2019 gepubliceerd. De TAC moet worden vastgesteld op basis van het meest recente wetenschappelijke advies.

 

(7)

De desbetreffende TAC's voor ansjovis die in Verordening (EU) 2019/124 zijn vastgesteld, gelden met ingang van 1 juli 2019. De desbetreffende TAC's voor zeebrasem die in Verordening (EU) 2018/2025 zijn vastgesteld, gelden met ingang van 1 januari 2019 maar de door onderhavige verordening aangebrachte wijziging heeft enkel betrekking op de vangstbeperkingen voor 2020. De door onderhavige verordening ingevoerde bepalingen over die bestanden moeten derhalve met ingang van 1 juli 2019 gelden.

 

(8)

De desbetreffende TAC's voor Groenlandse heilbot/zwarte heilbot en de bijzondere voorwaarden voor kabeljauw en horsmakreel gelden met ingang van 1 januari 2019. De door onderhavige verordening ingevoerde bepalingen over die bestanden moeten derhalve met ingang van die datum gelden.

 

(9)

Een dergelijke retroactieve toepassing doet geen afbreuk aan de beginselen van rechtszekerheid en bescherming van het gewettigd vertrouwen, aangezien de betrokken vangstmogelijkheden niet zijn verlaagd en nog niet zijn opgebruikt.

 

(10)

Verordeningen (EU) 2018/2025 en (EU) 2019/124 moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Verordening (EU) 2018/2025 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze verordening.

Bijlagen IA en IB bij Verordening (EU) 2019/124 worden gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 2019. Lid 1, punten 2, 3 en 4, en lid 2 van bijlage II zijn echter van toepassing met ingang van 1 januari 2019.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 26 september 2019.

Voor de Raad

De voorzitter

  • T. 
    HARAKKA
 

  • (1) 
    Verordening (EU) 2019/124 van de Raad van 30 januari 2019 tot vaststelling, voor 2019, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn (PB L 29 van 31.1.2019, blz. 1).
  • (2) 
    Verordening (EU) 2019/1097 van de Raad van 26 juni 2019 tot wijziging van Verordening (EU) 2019/124 wat bepaalde vangstmogelijkheden betreft (PB L 175 van 28.6.2019, blz. 3).
  • (3) 
    Verordening (EU) 2018/2025 van de Raad van 17 december 2018 tot vaststelling, voor 2019 en 2020, van de vangstmogelijkheden voor vissersvaartuigen van de Unie voor bepaalde bestanden van diepzeevissen (PB L 325 van 20.12.2018, blz. 7).
 

BIJLAGE I

In de bijlage bij Verordening (EU) 2018/2025 wordt de tabel met de vangstmogelijkheden voor zeebrasem in de wateren van de Unie en de internationale wateren van ICES-deelgebied 10 vervangen door de volgende tabel:

 

“Soort:

Zeebrasem

Pagelluse bogaraveo

Gebied:

Wateren van de Unie en internationale wateren van 10

(SBR/10-)

Jaar

2019

2020

   

Spanje

5

5

   

Portugal

566

543

   

Verenigd Koninkrijk

5

5

   

Unie

576

553

   

TAC

576

553

 

Voorzorgs-TAC”

 

BIJLAGE II

1.   

Bijlage IA bij Verordening (EU) 2019/124 wordt als volgt gewijzigd:

1)

de tabel met de vangstmogelijkheden voor ansjovis in de ICES-deelgebieden 9 en 10 en in de wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1 wordt vervangen door:

 

“Soort:

Ansjovis

Engraulis encrasicolus

Gebied:

9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1

(ANE/9/3411)

Spanje

4 897  (1)

   

Portugal

5 343  (1)

   

Unie

10 240  (1)

   

TAC

10 240  (1)

 

Voorzorgs-TAC

 

2)

de tabel met de vangstmogelijkheden voor kabeljauw in ICES-deelgebied 4 en de wateren van de Unie van ICES-sector 2a en het gedeelte van ICES-sector 3a dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort, wordt vervangen door:

 

“Soort:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied:

4; wateren van de Unie van 2a; het gedeelte van 3a dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort

(COD/2A3AX4)

België

870 (2)

   

Denemarken

4 998

   

Duitsland

3 169

   

Frankrijk

1 075  (2)

   

Nederland

2 824  (2)

   

Zweden

33

   

Verenigd Koninkrijk

11 464  (2)

   

Unie

24 433

   

Noorwegen

5 004  (3)

   

TAC

29 437

 

Analytische TAC

Bijzondere voorwaarde:

binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

 
 

Noorse wateren van 4 (COD/*04N-)

Unie

21 236 ”

 
 

3)

de tabel met de vangstmogelijkheden voor horsmakreel in ICES-sector 8c wordt vervangen door:

 

“Soort:

Horsmakreel

Trachurus spp.

Gebied:

8c

(JAX/08C.)

Spanje

16 895  (4)

   

Frankrijk

293

   

Portugal

1 670  (4)

   

Unie

18 858  (4)

   

TAC

18 858

 

Analytische TAC

 

4)

de tabel met de vangstmogelijkheden voor horsmakreel in ICES-deelgebied 9 wordt vervangen door:

 

“Soort:

Horsmakreel

Trachurus spp.

Gebied:

9

(JAX/09.)

Spanje

24 324  (5)

   

Portugal

69 693  (5)

   

Unie

94 017

   

TAC

94 017

 

Analytische TAC

Artikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

2.   

In bijlage IB bij Verordening (EU) 2019/124 wordt de tabel met de vangstmogelijkheden voor Groenlandse heilbot/zwarte heilbot in internationale wateren van 1 en 2 vervangen door:

“Soort:

Groenlandse heilbot/ zwarte heilbot

Reinhardtius hippoglossoides

Gebied:

Internationale wateren van 1 en 2

(GHL/1/2INT)

Unie

900 (6)  (7)

   

TAC

Niet relevant

 

Voorzorgs-TAC

 

  • (1) 
    Dit quotum mag slechts worden gevangen van 1 juli 2019 tot en met 30 juni 2020.”
  • (2) 
    Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 5 % worden gevist in: 7d (COD/*07D.).
  • (3) 
    Mag in de wateren van de Unie worden gevangen. Binnen dit quotum gedane vangsten moeten in mindering worden gebracht op het Noorse TAC-aandeel.
  • (4) 
    Bijzondere voorwaarde: tot 10 % van dit quotum mag worden gevangen in 9 (JAX/*09.).”
  • (5) 
    Bijzondere voorwaarde: tot 10 % van dit quotum mag worden gevangen in 8c (JAX/*08C.).”
  • (6) 
    Uitsluitend voor bijvangsten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.
  • (7) 
    Bovenop deze TAC mogen de lidstaten die een wetenschappelijke studie over bijvangsten in de garnaalvisserij uitvoeren een algemeen totaal van 130 ton toewijzen aan de aan de studie deelnemende vaartuigen met waarnemers aan boord (GHL/*12INT). Alvorens enige aanlanding toe te staan, delen de betrokken lidstaten de naam of de namen van het vaartuig of van de vaartuigen mee aan de Commissie.”
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.