Definitieve vaststelling van de algemene begroting van de EU voor het begrotingsjaar 2012

1.

Wettekst

29.2.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 56/1

 

AFDELING III: COMMISSIE

STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING

Staat van ontvangsten

 

— Titel 4:

Ontvangsten afkomstig van personen die verbonden zijn aan de instellingen en andere organen van de Unie

II/15

 

— Titel 5:

Ontvangsten voortvloeiende uit de administratieve werking van de instelling

II/19

 

— Titel 6:

Bijdragen en terugbetalingen in het kader van overeenkomsten en programma’s van de Unie

II/27

 

— Titel 7:

Interest voor betalingsachterstand en boeten

II/56

 

— Titel 8:

Opgenomen en verstrekte leningen

II/60

 

— Titel 9:

Diverse ontvangsten

II/66

ALGEMENE SAMENVATTING VAN DE KREDIETEN (2012 EN 2011) EN VAN DE UITVOERING (2010)

 

— Titel XX:

Administratieve uitgaven voor beleidsterreinen

II/75

 

— Hoofdstuk XX 01:

Administratieve uitgaven voor beleidsterreinen

II/80

 

— Titel 01:

Economische en financiële zaken

II/99

 

— Hoofdstuk 01 01:

Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „economische en financiële zaken”

II/102

 

— Hoofdstuk 01 02:

Economische en Monetaire Unie

II/105

 

— Hoofdstuk 01 03:

Internationale economische en financiële kwesties

II/107

 

— Hoofdstuk 01 04:

Financiële verrichtingen en instrumenten

II/109

 

— Titel 02:

Ondernemingen

II/125

 

— Hoofdstuk 02 01:

Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „ondernemingen”

II/128

 

— Hoofdstuk 02 02:

Concurrentievermogen, industriebeleid, innovatie en ondernemerschap

II/135

 

— Hoofdstuk 02 03:

Interne goederenmarkt en sectoraal beleid

II/157

 

— Hoofdstuk 02 04:

Samenwerking — Ruimtevaart en veiligheid

II/164

 

— Hoofdstuk 02 05:

Europese programma’s voor navigatie per satelliet (Egnos en Galileo)

II/170

 

— Titel 03:

Concurrentie

II/175

 

— Hoofdstuk 03 01:

Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „concurrentie”

II/178

 

— Hoofdstuk 03 03:

Kartels, anti-trust en liberalisering

II/180

 

— Titel 04:

Werkgelegenheid en sociale zaken

II/183

 

— Hoofdstuk 04 01:

Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „werkgelegenheid en sociale zaken”

II/186

 

— Hoofdstuk 04 02:

Europees Sociaal Fonds

II/193

 

— Hoofdstuk 04 03:

Werken in Europa — Sociale dialoog en mobiliteit

II/204

 

— Hoofdstuk 04 04:

Werkgelegenheid, maatschappelijke solidariteit en gendergelijkheid

II/219

 

— Hoofdstuk 04 05:

Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG)

II/233

 

— Hoofdstuk 04 06:

Instrument voor pretoetredingssteun (IPA) — Ontwikkeling van het menselijke potentieel

II/234

 

— Titel 05:

Landbouw en plattelandsontwikkeling

II/237

 

— Hoofdstuk 05 01:

Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „landbouw en plattelandsontwikkeling”

II/240

 

— Hoofdstuk 05 02:

Interventies op de landbouwmarkten

II/245

 

— Hoofdstuk 05 03:

Rechtstreekse steun

II/273

 

— Hoofdstuk 05 04:

Plattelandsontwikkeling

II/288

 

— Hoofdstuk 05 05:

Pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling

II/300

 

— Hoofdstuk 05 06:

Internationale aspecten van het beleidsterrein „landbouw en plattelandsontwikkeling”

II/302

 

— Hoofdstuk 05 07:

Audit van de landbouwuitgaven

II/303

 

— Hoofdstuk 05 08:

Beleidsstrategie en -coördinatie voor het beleidsterrein „landbouw en plattelandsontwikkeling”

II/307

 

— Titel 06:

Mobiliteit en vervoer

II/315

 

— Hoofdstuk 06 01:

Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „mobiliteit en vervoer”

II/318

 

— Hoofdstuk 06 02:

Vervoer over land, door de lucht en over zee

II/325

 

— Hoofdstuk 06 03:

Trans-Europese netwerken

II/338

 

— Hoofdstuk 06 06:

Onderzoek in verband met vervoer

II/341

 

— Titel 07:

Milieu- en klimaatmaatregelen

II/349

 

— Hoofdstuk 07 01:

Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „milieu- en klimaatmaatregelen”

II/352

 

— Hoofdstuk 07 02:

Mondiale milieuzaken

II/356

 

— Hoofdstuk 07 03:

Ontwikkeling en uitvoering van het milieubeleid en de milieuwetgeving van de Unie

II/360

 

— Hoofdstuk 07 11:

Mondiale klimaatmaatregelen

II/389

 

— Hoofdstuk 07 12:

Uitvoering van het beleid en de wetgeving van de Unie inzake klimaatmaatregelen

II/390

 

— Hoofdstuk 07 13:

Mainstreaming en innovatie inzake klimaatbeleid

II/391

 

— Titel 08:

Onderzoek

II/395

 

— Hoofdstuk 08 01:

Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „onderzoek”

II/400

 

— Hoofdstuk 08 02:

Samenwerking — Gezondheid

II/406

 

— Hoofdstuk 08 03:

Samenwerking — Voeding, landbouw, visserij en biotechnologie

II/409

 

— Hoofdstuk 08 04:

Samenwerking — Nanowetenschappen, nanotechnologieën, materialen en nieuwe productietechnologieën

II/411

 

— Hoofdstuk 08 05:

Samenwerking — Energie

II/414

 

— Hoofdstuk 08 06:

Samenwerking — Milieu (inclusief klimaatverandering)

II/418

 

— Hoofdstuk 08 07:

Samenwerking — Vervoer (inclusief luchtvaart)

II/420

 

— Hoofdstuk 08 08:

Samenwerking — Sociaaleconomische wetenschappen en geesteswetenschappen

II/424

 

— Hoofdstuk 08 09:

Samenwerking — Risicodelende financieringsfaciliteit (RDFF)

II/425

 

— Hoofdstuk 08 10:

Ideeën

II/426

 

— Hoofdstuk 08 12:

Capaciteiten — Onderzoeksinfrastructuren

II/427

 

— Hoofdstuk 08 13:

Capaciteiten — Onderzoek ten behoeve van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's)

II/428

 

— Hoofdstuk 08 14:

Capaciteiten — Kennisregio's

II/429

 

— Hoofdstuk 08 15:

Capaciteiten — Onderzoekspotentieel

II/430

 

— Hoofdstuk 08 16:

Capaciteiten — Wetenschap in de maatschappij

II/431

 

— Hoofdstuk 08 17:

Capaciteiten — Internationale samenwerkingsactiviteiten

II/432

 

— Hoofdstuk 08 18:

Capaciteiten — Risicodelende financieringsfaciliteit (RDFF)

II/434

 

— Hoofdstuk 08 19:

Capaciteiten — Ondersteuning van de coherente ontwikkeling van het onderzoeksbeleid

II/435

 

— Hoofdstuk 08 20:

Euratom — Fusie-energie

II/436

 

— Hoofdstuk 08 21:

Euratom — Kernsplijting en stralingsbescherming

II/439

 

— Hoofdstuk 08 22:

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s en andere activiteiten

II/441

 

— Hoofdstuk 08 23:

Onderzoeksprogramma van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal

II/446

 

— Titel 09:

Informatiemaatschappij en media

II/449

 

— Hoofdstuk 09 01:

Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „informatiemaatschappij en media”

II/452

 

— Hoofdstuk 09 02:

Regelgevingskader voor de digitale agenda

II/457

 

— Hoofdstuk 09 03:

Absorptie van informatie- en communicatietechnologieën

II/466

 

— Hoofdstuk 09 04:

Samenwerking — Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

II/471

 

— Hoofdstuk 09 05:

Capaciteiten — Onderzoeksinfrastructuren

II/479

 

— Titel 10:

Eigen onderzoek

II/483

 

— Hoofdstuk 10 01:

Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „eigen onderzoek”

II/486

 

— Hoofdstuk 10 02:

Beleidskredieten rechtstreeks gefinancierd onderzoek — Zevende kaderprogramma (2007-2013) — EU

II/491

 

— Hoofdstuk 10 03:

Beleidskredieten rechtstreeks gefinancierd onderzoek — Zevende kaderprogramma (2007-2011 en 2012-2013) — Euratom

II/493

 

— Hoofdstuk 10 04:

Voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s en andere activiteiten

II/495

 

— Hoofdstuk 10 05:

Historische verplichtingen ten gevolge van de werkzaamheden van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek in het kader van het Euratom-Verdrag

II/500

 

— Titel 11:

Maritieme zaken en visserij

II/503

 

— Hoofdstuk 11 01:

Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „maritieme zaken en visserij”

II/506

 

— Hoofdstuk 11 02:

Visserijmarkten

II/512

 

— Hoofdstuk 11 03:

Internationale visserij en zeerecht

II/514

 

— Hoofdstuk 11 04:

Beheer van het gemeenschappelijk visserijbeleid

II/522

 

— Hoofdstuk 11 06:

Europees Visserijfonds (EVF)

II/524

 

— Hoofdstuk 11 07:

Instandhouding, beheer en exploitatie van de levende aquatische hulpbronnen

II/531

 

— Hoofdstuk 11 08:

Controle en handhaving van het gemeenschappelijk visserijbeleid

II/535

 

— Hoofdstuk 11 09:

Maritiem beleid

II/539

 

— Titel 12:

Interne markt

II/543

 

— Hoofdstuk 12 01:

Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „interne markt”

II/546

 

— Hoofdstuk 12 02:

Internemarktbeleid

II/548

 

— Hoofdstuk 12 04:

Vrij verkeer van kapitaal, vennootschapsrecht en ondernemingsbestuur

II/553

 

— Titel 13:

Regionaal beleid

II/561

 

— Hoofdstuk 13 01:

Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „regionaal beleid”

II/564

 

— Hoofdstuk 13 03:

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en andere regionale acties

II/568

 

— Hoofdstuk 13 04:

Cohesiefonds

II/594

 

— Hoofdstuk 13 05:

Pretoetredingsacties met betrekking tot het structuurbeleid

II/596

 

— Hoofdstuk 13 06:

Solidariteitsfonds

II/599

 

— Titel 14:

Belastingen en douane-unie

II/603

 

— Hoofdstuk 14 01:

Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „belastingen en douane-unie”

II/606

 

— Hoofdstuk 14 02:

Beleidsstrategie en -coördinatie voor het directoraat-generaal Belastingen en Douane-unie

II/609

 

— Hoofdstuk 14 03:

Internationale aspecten van belastingen en douane

II/610

 

— Hoofdstuk 14 04:

Douanebeleid

II/612

 

— Hoofdstuk 14 05:

Belastingbeleid

II/615

 

— Titel 15:

Onderwijs en cultuur

II/619

 

— Hoofdstuk 15 01:

Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „onderwijs en cultuur”

II/622

 

— Hoofdstuk 15 02:

Een leven lang leren, met inbegrip van meertaligheid

II/634

 

— Hoofdstuk 15 04:

Ontwikkeling van culturele en audiovisuele samenwerking in Europa

II/646

 

— Hoofdstuk 15 05:

Aanmoediging en bevordering van samenwerking op het gebied van jeugd en sport

II/656

 

— Hoofdstuk 15 07:

Mensen — Programma voor de mobiliteit van onderzoekers

II/662

 

— Titel 16:

Communicatie

II/667

 

— Hoofdstuk 16 01:

Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „communicatie”

II/670

 

— Hoofdstuk 16 02:

Communicatie en de media

II/677

 

— Hoofdstuk 16 03:

Gelokaliseerde communicatie

II/682

 

— Hoofdstuk 16 04:

Analyse- en communicatie-instrumenten

II/687

 

— Hoofdstuk 16 05:

Bevordering van Europees burgerschap

II/691

 

— Titel 17:

Gezondheidszorg en consumentenbescherming

II/697

 

— Hoofdstuk 17 01:

Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „gezondheid en consumentenbescherming”

II/700

 

— Hoofdstuk 17 02:

Consumentenbeleid

II/710

 

— Hoofdstuk 17 03:

Volksgezondheid

II/713

 

— Hoofdstuk 17 04:

Veiligheid van levensmiddelen en diervoeders, diergezondheid, dierwelzijn en gezondheid van planten

II/731

 

— Titel 18:

Binnenlandse zaken

II/739

 

— Hoofdstuk 18 01:

Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „binnenlandse zaken”

II/742

 

— Hoofdstuk 18 02:

Solidariteit — Buitengrenzen, terugkeer, visumbeleid en vrij verkeer van personen

II/747

 

— Hoofdstuk 18 03:

Migratiestromen — Gemeenschappelijk immigratie- en asielbeleid

II/758

 

— Hoofdstuk 18 05:

Veiligheid en bescherming van de vrijheden

II/769

 

— Hoofdstuk 18 08:

Beleidsstrategie en -coördinatie

II/778

 

— Titel 19:

Externe betrekkingen

II/781

 

— Hoofdstuk 19 01:

Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „externe betrekkingen”

II/784

 

— Hoofdstuk 19 02:

Samenwerking met derde landen op het gebied van migratie en asiel

II/794

 

— Hoofdstuk 19 03:

Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB)

II/796

 

— Hoofdstuk 19 04:

Europees instrument voor de democratie en de mensenrechten (European instrument for Democracy and human Rights — EIDHR)

II/803

 

— Hoofdstuk 19 05:

Betrekkingen en samenwerking met geïndustrialiseerde derde landen

II/809

 

— Hoofdstuk 19 06:

Crisisrespons en mondiale bedreigingen voor de veiligheid

II/812

 

— Hoofdstuk 19 08:

Europees nabuurschapsbeleid en betrekkingen met Rusland

II/821

 

— Hoofdstuk 19 09:

Betrekkingen met Latijns-Amerika

II/833

 

— Hoofdstuk 19 10:

Betrekkingen met Azië, Centraal-Azië en het Midden-Oosten (Irak, Iran, Jemen)

II/837

 

— Hoofdstuk 19 11:

Beleidsstrategie en -coördinatie voor het beleidsterrein „externe betrekkingen”

II/848

 

— Hoofdstuk 19 49:

Uitgaven voor administratief beheer van programma’s waarvoor kredieten zijn vastgelegd overeenkomstig het oude financieel reglement

II/852

 

— Titel 20:

Handel

II/855

 

— Hoofdstuk 20 01:

Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „handel”

II/858

 

— Hoofdstuk 20 02:

Handelspolitiek

II/861

 

— Titel 21:

Ontwikkeling en betrekkingen met de landen in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan (ACS-staten)

II/867

 

— Hoofdstuk 21 01:

Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „ontwikkeling en betrekkingen met de ACS-staten”

II/870

 

— Hoofdstuk 21 02:

Voedselzekerheid

II/877

 

— Hoofdstuk 21 03:

Niet-overheidsactoren in het ontwikkelingsproces

II/881

 

— Hoofdstuk 21 04:

Milieu en duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen, met inbegrip van energie

II/885

 

— Hoofdstuk 21 05:

Menselijke en sociale ontwikkeling

II/890

 

— Hoofdstuk 21 06:

Geografische samenwerking met de landen in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan (ACS-staten)

II/902

 

— Hoofdstuk 21 07:

Andere maatregelen op het gebied van ontwikkelingssamenwerking en ad-hocprogramma’s

II/908

 

— Hoofdstuk 21 08:

Beleidsstrategie en coördinatie voor het beleidsterrein „ontwikkeling en betrekkingen met de ACS-staten”

II/911

 

— Hoofdstuk 21 49:

Uitgaven voor het administratieve beheer van programma’s waarvoor kredieten zijn vastgelegd overeenkomstig het oude financieel reglement

II/914

 

— Titel 22:

Uitbreiding

II/917

 

— Hoofdstuk 22 01:

Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „uitbreiding”

II/920

 

— Hoofdstuk 22 02:

Uitbreidingsproces en -strategie

II/926

 

— Titel 23:

Humanitaire hulp

II/941

 

— Hoofdstuk 23 01:

Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „humanitaire hulp”

II/944

 

— Hoofdstuk 23 02:

Humanitaire hulp inclusief hulp aan ontheemden, voedselhulp en paraatheid bij rampen

II/947

 

— Hoofdstuk 23 03:

Financieringsinstrument voor civiele bescherming

II/951

 

— Titel 24:

Fraudebestrijding

II/957

 

— Hoofdstuk 24 01:

Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „fraudebestrijding”

II/960

 

— Hoofdstuk 24 02:

Fraudebestrijding

II/961

 

— Titel 25:

Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie

II/965

 

— Hoofdstuk 25 01:

Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

II/968

 

— Hoofdstuk 25 02:

Betrekkingen met de civiele samenleving, openheid en informatieverstrekking

II/975

 

— Titel 26:

Administratie van de Commissie

II/979

 

— Hoofdstuk 26 01:

Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „administratie van de Commissie”

II/982

 

— Hoofdstuk 26 02:

Multimediaproductie

II/1009

 

— Hoofdstuk 26 03:

Diensten aan overheden, ondernemingen en burgers

II/1011

 

— Titel 27:

Begroting

II/1015

 

— Hoofdstuk 27 01:

Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „begroting”

II/1018

 

— Hoofdstuk 27 02:

Uitvoering, controle en kwijting van de begroting

II/1023

 

— Titel 28:

Audit

II/1025

 

— Hoofdstuk 28 01:

Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „audit”

II/1028

 

— Titel 29:

Statistiek

II/1031

 

— Hoofdstuk 29 01:

Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „statistiek”

II/1034

 

— Hoofdstuk 29 02:

Productie van statistische informatie

II/1037

 

— Titel 30:

Pensioenen en daarmee samenhangende uitgaven

II/1043

 

— Hoofdstuk 30 01:

Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „pensioenen en daarmee samenhangende uitgaven”

II/1046

 

— Titel 31:

Talendiensten

II/1051

 

— Hoofdstuk 31 01:

Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „talendiensten”

II/1054

 

— Titel 32:

Energie

II/1063

 

— Hoofdstuk 32 01:

Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „energie”

II/1066

 

— Hoofdstuk 32 03:

Trans-Europese netwerken

II/1073

 

— Hoofdstuk 32 04:

Conventionele en duurzame energiebronnen

II/1075

 

— Hoofdstuk 32 05:

Kernenergie

II/1089

 

— Hoofdstuk 32 06:

Onderzoek in verband met energie

II/1092

 

— Titel 33:

Justitie

II/1099

 

— Hoofdstuk 33 01:

Administratieve uitgaven voor het beleidsterrein „justitie”

II/1102

 

— Hoofdstuk 33 02:

Grondrechten en burgerschap

II/1107

 

— Hoofdstuk 33 03:

Justitie in strafrechtelijke en burgerlijke zaken

II/1116

 

— Hoofdstuk 33 04:

Drugspreventie en -voorlichting

II/1122

 

— Hoofdstuk 33 05:

Beleidsstrategie en -coördinatie

II/1123

 

— Hoofdstuk 33 06:

Gelijkheid

II/1125

 

— Titel 40:

Reserves

II/1133

 

— Hoofdstuk 40 01:

Reserves voor administratieve uitgaven

II/1136

 

— Hoofdstuk 40 02:

Reserves voor financiële interventies

II/1137

 

— Hoofdstuk 40 03:

Negatieve reserve

II/1139

Bijlagen

 

— Europese Economische Ruimte

II/1143

 

— Lijst van voor kandidaat-lidstaten opengestelde begrotingsonderdelen en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan

II/1155

 

— Opgenomen en verstrekte leningen — Door de algemene begroting gegarandeerde opgenomen en verstrekte leningen (ter indicatie)

II/1159

 

— Bureau voor publicaties

II/1191

 

— Staat van ontvangsten

II/1192

 

— Staat van uitgaven

II/1197

 

— Europees Bureau voor fraudebestrijding

II/1209

 

— Staat van ontvangsten

II/1210

 

— Staat van uitgaven

II/1215

 

— Europees Bureau voor personeelsselectie

II/1227

 

— Staat van ontvangsten

II/1228

 

— Staat van uitgaven

II/1233

 

— Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten

II/1247

 

— Staat van ontvangsten

II/1248

 

— Staat van uitgaven

II/1253

 

— Bureau voor infrastructuur en logistiek — Brussel

II/1261

 

— Staat van ontvangsten

II/1262

 

— Staat van uitgaven

II/1267

 

— Bureau voor infrastructuur en logistiek — Luxemburg

II/1275

 

— Staat van ontvangsten

II/1276

 

— Staat van uitgaven

II/1281

 

— Personeel

II/1289

STAAT VAN ONTVANGSTEN

TITEL 4

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

482 956 362

463 244 400

438 499 285,85

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de salarissen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

44 947,98

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing die van toepassing is op de salarissen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

46 545 044

42 428 398

38 170 907,12

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 0

529 501 406

505 672 798

476 715 140,95

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

330 761 736

305 137 702

288 892 326,84

4 1 1

Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

104 666 000

66 779 000

52 108 418,46

4 1 2

Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

100 000

100 000

104 856,18

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 1

435 527 736

372 016 702

341 105 601,48

HOOFDSTUK 4 2

4 2 0

Werkgeversbijdrage van gedecentraliseerde agentschappen en internationale organisaties aan de pensioenregeling

21 575 132

13 123 267

29 919 993,93

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 2

21 575 132

13 123 267

29 919 993,93

 

Totaal van titel 4

986 604 274

890 812 767

847 740 736,36

HOOFDSTUK 4 0 —

DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

 

HOOFDSTUK 4 2 —

OVERIGE BIJDRAGEN IN HET KADER VAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 — DIVERSE BELASTINGEN EN INHOUDINGEN

4 0 0     Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren, de andere personeelsleden en de gepensioneerden

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

482 956 362

463 244 400

438 499 285,85

Toelichting

Deze ontvangsten zijn de opbrengst van de belastingen op de salarissen, lonen en vergoedingen, met uitzondering van de uitkeringen en kinderbijslagen, die worden betaald aan leden van de Commissie, ambtenaren, andere personeelsleden en personen aan wie een vergoeding wordt uitgekeerd bij de beëindiging van een dienstverband bedoeld in hoofdstuk 01 van elke titel van de staat van uitgaven en aan gepensioneerden.

De geraamde ontvangsten omvatten ook bedragen voor de Europese Investeringsbank, de Europese Centrale Bank en het Europees Investeringsfonds.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht van eerste aanleg, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 1860/76 van de Raad van 29 juni 1976 houdende vaststelling van de regeling welke van toepassing is op het personeel van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (PB L 214 van 6.8.1976, blz. 24).

4 0 3     Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de salarissen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

44 947,98

Toelichting

De bepalingen met betrekking tot de tijdelijke bijdrage waren van kracht tot 30 juni 2003. Derhalve heeft deze post betrekking op alle ontvangsten die voortvloeien uit het restbedrag van de tijdelijke bijdrage van de bezoldigingen van de leden van de Commissie, de ambtenaren en andere personeelsleden in actieve dienst.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht van eerste aanleg, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

4 0 4     Opbrengst van de speciale heffing die van toepassing is op de salarissen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

46 545 044

42 428 398

38 170 907,12

Toelichting

Op deze post wordt de opbrengst geboekt van de speciale heffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst overeenkomstig artikel 66 bis van het Statuut van de ambtenaren.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht van eerste aanleg, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

HOOFDSTUK 4 1 — BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0     Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

330 761 736

305 137 702

288 892 326,84

Toelichting

De ontvangsten vertegenwoordigen de bijdragen van het personeel in de financiering van de pensioenregeling.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 1860/76 van de Raad van 29 juni 1976 houdende vaststelling van de regeling welke van toepassing is op het personeel van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (PB L 214 van 6.8.1976, blz. 24).

4 1 1     Overdracht of inkoop van pensioenrechten door het personeel

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

104 666 000

66 779 000

52 108 418,46

Toelichting

De ontvangsten vertegenwoordigen de betaling aan de Unie van de actuariële tegenwaarde of de afkoopsom van pensioenrechten die ambtenaren uit hoofde van hun vorige beroepsactiviteiten hebben verworven.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

4 1 2     Bijdragen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen met verlof om redenen van persoonlijke aard aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

100 000

100 000

104 856,18

Toelichting

Ambtenaren en andere personeelsleden die verlof om redenen van persoonlijke aard hebben opgenomen, kunnen pensioenrechten blijven verwerven op voorwaarde dat zij ook de kosten van de werkgeversbijdrage op zich nemen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 4 2 — OVERIGE BIJDRAGEN IN HET KADER VAN DE PENSIOENREGELING

4 2 0     Werkgeversbijdrage van gedecentraliseerde agentschappen en internationale organisaties aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

21 575 132

13 123 267

29 919 993,93

Toelichting

De ontvangsten vertegenwoordigen de werkgeversbijdrage van gedecentraliseerde agentschappen en internationale organisaties aan de pensioenregeling.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

TITEL 5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIENDE UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

HOOFDSTUK 5 0

5 0 0

Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

5 0 0 0

Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

15 072,83

5 0 0 1

Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

25 259,60

5 0 0 2

Ontvangsten uit leveringen van goederen ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

966 146,63

 

Totaal van artikel 5 0 0

p.m.

p.m.

1 006 479,06

5 0 1

Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

p.m.

p.m.

1 930 837,77

5 0 2

Verkoop van publicaties, drukwerk en films — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

1 113 317,83

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 0

p.m.

p.m.

4 050 634,66

HOOFDSTUK 5 1

5 1 0

Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

5 1 1

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0

Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

5 972 010,81

5 1 1 1

Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

434 081,17

 

Totaal van artikel 5 1 1

p.m.

p.m.

6 406 091,98

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 1

p.m.

p.m.

6 406 091,98

HOOFDSTUK 5 2

5 2 0

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling

6 500 000

5 600 000

5 430 133,84

5 2 1

Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van gesubsidieerde organisaties die aan de Commissie worden overgemaakt

10 000 000

10 000 000

8 741 601,66

5 2 2

Rente op voorfinancieringen

40 000 000

40 000 000

41 187 994,03

5 2 3

Ontvangsten uit trustrekeningen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

27 290 700,07

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 2

56 500 000

55 600 000

82 650 429,60

HOOFDSTUK 5 5

5 5 0

Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

10 829 030,67

5 5 1

Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

  • – 
    264 655,12
 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 5

p.m.

p.m.

10 564 375,55

HOOFDSTUK 5 7

5 7 0

Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

7 604 218,66

5 7 1

Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen speciefieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

5 7 2

Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven

p.m.

p.m.

0,—

5 7 3

Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

117 546 925,12

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 7

p.m.

p.m.

125 151 143,78

HOOFDSTUK 5 8

5 8 0

Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

609 046,68

5 8 1

Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

5 094 751,32

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 8

p.m.

p.m.

5 703 798,—

HOOFDSTUK 5 9

5 9 0

Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

2 000 000

100 000

4 243 998,29

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK 5 9

2 000 000

100 000

4 243 998,29

 

Totaal van titel 5

58 500 000

55 700 000

238 770 471,86

HOOFDSTUK 5 0 —

OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

 

HOOFDSTUK 5 1 —

HUUROPBRENGSTEN

 

HOOFDSTUK 5 2 —

OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

 

HOOFDSTUK 5 5 —

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

 

HOOFDSTUK 5 7 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

 

HOOFDSTUK 5 8 —

DIVERSE VERGOEDINGEN

 

HOOFDSTUK 5 9 —

OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

HOOFDSTUK 5 0 — OPBRENGST VAN DE VERKOOP VAN ROERENDE (LEVERING VAN GOEDEREN) EN ONROERENDE GOEDEREN

5 0 0     Opbrengst van de verkoop van roerende goederen (levering van goederen)

5 0 0 0   Verkoop van voertuigen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

15 072,83

Toelichting

Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van de voertuigen van de instelling. Voorts wordt onder deze post ook de opbrengst geboekt van de verkoop bij vervanging of het buiten dienst stellen van voertuigen, na volledige afschrijving van hun boekwaarde.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder e) en e bis), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 1   Verkoop van andere roerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

25 259,60

Toelichting

Onder deze post worden de inkomsten geboekt die afkomstig zijn van de verkoop of de overname van andere roerende goederen van de instelling dan voertuigen. Voorts wordt onder deze post ook de opbrengst geboekt van de verkoop bij vervanging of het buiten dienst stellen van uitrusting, installaties, materiaal en wetenschappelijke en technische apparaten na volledige afschrijving van hun boekwaarde.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder e) en e bis), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 0 2   Ontvangsten uit leveringen van goederen ten behoeve van andere instellingen of organen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

966 146,63

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder g), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 0 1     Opbrengst van de verkoop van onroerende goederen

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

1 930 837,77

Toelichting

Op dit artikel worden de ontvangsten uit de verkoop van onroerende goederen van de instelling geboekt.

5 0 2     Verkoop van publicaties, drukwerk en films — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

1 113 317,83

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder j), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Dit artikel omvat tevens de ontvangsten uit de verkoop van deze producten op elektronische drager.

HOOFDSTUK 5 1 — HUUROPBRENGSTEN

5 1 0     Opbrengst van de verhuur van meubilair en materieel — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder e), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1     Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen en terugbetaling van huurlasten

5 1 1 0   Verhuur en onderverhuur van onroerende goederen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

5 972 010,81

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder e), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 1 1 1   Terugbetaling van huurlasten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

434 081,17

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder e), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 2 — OPBRENGST VAN UITGEZETTE OF UITGELEENDE MIDDELEN, BANKRENTEN EN ANDERE RENTEN

5 2 0     Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van de instelling

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

6 500 000

5 600 000

5 430 133,84

Toelichting

Deze ontvangsten hebben uitsluitend betrekking op bankrenten over de rekeningen-courant van de Commissie.

5 2 1     Opbrengst van uitgezette of uitgeleende middelen, bankrenten en andere renten geïnd op de rekeningen van gesubsidieerde organisaties die aan de Commissie worden overgemaakt

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

10 000 000

10 000 000

8 741 601,66

Toelichting

Dit artikel bevat de ontvangsten uit de opbrengst van de terugbetaling van rente door gesubsidieerde organisaties die de voorschotten van de Commissie op rentedragende rekeningen hebben geplaatst. Worden die voorschotten niet besteed, dan moeten zij samen met de verworven rente aan de Commissie worden terugbetaald.

5 2 2     Rente op voorfinancieringen

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

40 000 000

40 000 000

41 187 994,03

Toelichting

Op dit artikel worden de ontvangsten uit de rente op voorfinancieringen geboekt.

Overeenkomstig artikel 5 bis van het Financieel Reglement kunnen de op dit artikel opgenomen bedragen aanleiding geven tot de opvoering van aanvullende kredieten onder de desbetreffende begrotingsonderdelen van de staat van uitgaven van deze afdeling. De rente op betaalde voorfinanciering wordt dus aan het betrokken programma of de betrokken actie toegewezen en op de betaling van het saldo van de aan de begunstigde verschuldigde bedragen in mindering gebracht.

In de verordening tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften voor het Financieel Reglement worden ook de uitzonderingsgevallen vastgesteld waarin de bevoegde ordonnateur deze rente jaarlijks invordert.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1), en met name artikel 5 bis.

Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 357 van 31.12.2002, blz. 1), met name de artikelen 4 en 4 bis.

5 2 3     Ontvangsten uit trustrekeningen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

27 290 700,07

Toelichting

Op dit artikel worden rente en andere ontvangsten uit trustrekeningen geboekt.

De trustrekeningen worden namens de Unie aangehouden door internationale financiële instellingen (Europees Investeringsfonds, Europese Investeringsbank, Ontwikkelingsbank van de Raad van Europa/Kreditanstalt für Wiederaufbau, Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling) die programma's van de Unie beheren en de door de Unie overgemaakte bedragen blijven op de rekening totdat deze beschikbaar worden gesteld voor de begunstigden in het kader van het enige programma, zoals kleine en middelgrote ondernemingen of instellingen die projecten in toetredingslanden beheren.

Overeenkomstig artikel 18, lid 2, van het Financieel Reglement geeft rente uit trustrekeningen voor programma's van de Unie aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten op de begrotingsonderdelen van de oorspronkelijke uitgave die tot de desbetreffende ontvangsten heeft geleid.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1), met name artikel 18, lid 2.

Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 357 van 31.12.2002, blz. 1).

HOOFDSTUK 5 5 — ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE LEVERING VAN DIENSTEN EN WERKZAAMHEDEN

5 5 0     Ontvangsten afkomstig van de levering van diensten en werkzaamheden ten behoeve van andere instellingen of organen, inclusief kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen en door deze instellingen of organen terugbetaald — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

10 829 030,67

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder g), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 5 1     Ontvangsten afkomstig van op verzoek van derden verleende diensten en werkzaamheden — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

  • – 
    264 655,12

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder e), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 7 — OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLING

5 7 0     Ontvangsten afkomstig van de terugbetaling van onverschuldigd betaalde bedragen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

7 604 218,66

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 1     Ontvangsten die voor een bepaald doel zijn bestemd, zoals inkomsten van stichtingsvermogens, subsidies, giften en legaten, daaronder begrepen de aan elke instelling vooraf toegewezen speciefieke ontvangsten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder c), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 7 2     Terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de ontvangsten geboekt die voortvloeien uit de terugbetaling van voor rekening van een andere instelling gedane sociale uitgaven.

5 7 3     Overige bijdragen en terugbetalingen die voortvloeien uit de administratieve werking van de instelling — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

117 546 925,12

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 8 — DIVERSE VERGOEDINGEN

5 8 0     Ontvangsten uit huurvergoedingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

609 046,68

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder i), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

5 8 1     Ontvangsten afkomstig van verzekeringsuitkeringen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

5 094 751,32

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder h), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

HOOFDSTUK 5 9 — OVERIGE ONTVANGSTEN UIT HET ADMINISTRATIEVE BEHEER

5 9 0     Overige ontvangsten uit het administratieve beheer

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

2 000 000

100 000

4 243 998,29

Toelichting

Op dit artikel worden de overige ontvangsten uit het administratieve beheer geboekt.

TITEL 6

BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

HOOFDSTUK 6 0

6 0 1

Diverse onderzoeksprogramma's

6 0 1 1

Samenwerkingsovereenkomsten Zwitserland-Euratom op het gebied van de beheerste thermische kernversmelting en de plasmafysica — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

6 0 1 2

European Fusion Development Agreements (EFDA) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

21 629 907,—

6 0 1 3

Samenwerkingsovereenkomsten met derde landen in het kader van uniale onderzoeksprogramma's — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

265 998 325,78

6 0 1 5

Samenwerkingsovereenkomsten met instellingen van derde landen in het kader van wetenschappelijke en technologische projecten van belang voor de Unie (Eureka en andere) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

6 0 1 6

Europese samenwerkingsovereenkomsten op het gebied van het wetenschappelijk en technisch onderzoek — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

Totaal van artikel 6 0 1

p.m.

p.m.

287 628 232,78

6 0 2

Overige programma's

6 0 2 1

Diverse ontvangsten bestemd voor activiteiten in verband met humanitaire noodhulp — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

Totaal van artikel 6 0 2

p.m.

p.m.

0,—

6 0 3

Associatieovereenkomsten tussen de Unie en derde landen

6 0 3 1

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma's — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

172 079 517,20

6 0 3 2

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van andere derde landen dan kandidaat-lidstaten, en potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan samenwerkingsovereenkomsten op douanegebied — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

175 239,—

6 0 3 3

Deelneming van derden aan activiteiten van de Unie — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

14 942 662,85

 

Totaal van artikel 6 0 3

p.m.

p.m.

187 197 419,05

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK 6 0

p.m.

p.m.

474 825 651,83

HOOFDSTUK 6 1

6 1 1

Terugbetaling van voor rekening van één of meer lidstaten gedane uitgaven

6 1 1 3

Opbrengsten van de beleggingen zoals bedoeld in artikel 4 van Beschikking 2003/76/EG — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

53 100 524,18

6 1 1 4

Ontvangsten uit de invorderingen in het kader van het onderzoeksprogramma van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal

p.m.

p.m.

0,—

 

Totaal van artikel 6 1 1

p.m.

p.m.

53 100 524,18

6 1 2

Terugbetaling van specifieke uitgaven in verband met de uitvoering van werkzaamheden op verzoek en tegen vergoeding — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

4 615,09

6 1 4

Terugbetaling van voor projecten en werkzaamheden toegekende uniale steun bij geslaagde commerciële exploitatie

6 1 4 0

Terugbetaling van voor projecten en werkzaamheden op het gebied van nieuwe energietechnologie toegekende uniale steun bij geslaagde commerciële exploitatie — Bestemmingsontvangsten

0,—

6 1 4 3

Terugbetaling van uniale steun toegekend in het kader van een Europese activiteit met risicodragend kapitaal ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

Totaal van artikel 6 1 4

p.m.

p.m.

0,—

6 1 5

Terugbetaling van niet-gebruikte uniale bijstand

6 1 5 0

Terugbetaling van niet-gebruikte bijstand van het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij, het Cohesiefonds, het Solidariteitsfonds, het pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (ISPA) en het instrument voor pretoetredingssteun (IPA).

p.m.

p.m.

10 852 738,39

6 1 5 1

Terugbetaling van niet-gebruikte subsidies voor het begrotingsevenwicht — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

6 1 5 2

Terugbetaling van niet-gebruikte rentesubsidies — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

6 1 5 3

Terugbetaling van niet-gebruikte bedragen in het kader van contracten van de instelling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

26 798,38

6 1 5 7

Terugbetaling van voorschotten in het kader van de structuurfondsen, het Cohesiefonds en het Europees Visserijfonds

p.m.

p.m.

8 252 242,29

6 1 5 8

Terugbetaling van diverse niet-gebruikte bedragen aan uniale bijstand — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

970 217,81

 

Totaal van artikel 6 1 5

p.m.

p.m.

20 101 996,87

6 1 6

Terugbetaling van de uitgaven voor rekening van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

6 1 7

Terugbetaling van in het kader van de uniale hulp aan derde landen uitgekeerde bedragen

6 1 7 0

Terugbetaling in het kader van de ontwikkelingssamenwerking met Zuid-Afrika — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

704 349,08

 

Totaal van artikel 6 1 7

p.m.

p.m.

704 349,08

6 1 8

Terugbetaling van in het kader van de voedselhulp gestorte bedragen

6 1 8 0

Terugbetaling door leveranciers of begunstigden van uit hoofde van de voedselhulp te veel ontvangen bedragen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

6 1 8 1

Terugbetaling van door begunstigden van voedselhulp veroorzaakte extra kosten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

Totaal van artikel 6 1 8

p.m.

p.m.

0,—

6 1 9

Overige terugbetalingen van voor rekening van derden gedane uitgaven

6 1 9 1

Overige terugbetalingen van in het kader van Besluit 77/270/Euratom van de Raad voor rekening van derden gedane uitgaven — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

Totaal van artikel 6 1 9

p.m.

p.m.

0,—

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK 6 1

p.m.

p.m.

73 911 485,22

HOOFDSTUK 6 2

6 2 0

Verstrekking tegen vergoeding van grondstoffen of bijzondere splijtstoffen (artikel 6, onder b), van het Euratom-Verdrag) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

6 2 2

Ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte diensten

6 2 2 1

Ontvangsten uit de exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

9 293 936,—

6 2 2 3

Andere ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte diensten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

12 198 053,83

6 2 2 4

Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniale onderzoek door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

253 531,27

6 2 2 5

Andere ontvangsten ten voordele van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

6 2 2 6

Ontvangsten van door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor andere diensten van de Commissie op basis van concurrentie verrichte diensten waaruit aanvullende kredieten voortvloeien — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

50 223 620,58

 

Totaal van artikel 6 2 2

p.m.

p.m.

71 969 141,68

6 2 4

Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniaal onderzoek (werkzaamheden onder contract) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK 6 2

p.m.

p.m.

71 969 141,68

HOOFDSTUK 6 3

6 3 0

Bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie in het kader van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

229 689 661,—

6 3 1

Bijdragen in het kader van het Schengenacquis

6 3 1 2

Bijdragen voor de ontwikkeling van grootschalige informatiesystemen in het kader van de overeenkomst met IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

2 051 581,83

6 3 1 3

Andere bijdragen in het kader van het Schengenacquis (IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein) — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

23 355 000,—

 

Totaal van artikel 6 3 1

p.m.

p.m.

25 406 581,83

6 3 2

Bijdrage voor uitgaven voor administratieve ondersteuning voor het Europees Ontwikkelingsfonds — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

289 509,59

6 3 3

Bijdrage voor bepaalde programma's voor externe hulp

6 3 3 0

Bijdrage van de lidstaten voor bepaalde programma's voor externe hulp die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

8 891 550,14

6 3 3 1

Bijdrage van de derde landen voor bepaalde programma's voor externe hulp die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

6 3 3 2

Bijdrage van internationale organisaties voor bepaalde programma's voor externe hulp die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

Totaal van artikel 6 3 3

p.m.

p.m.

8 891 550,14

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK 6 3

p.m.

p.m.

264 277 302,56

HOOFDSTUK 6 5

6 5 0

Financiële correcties

6 5 0 0

Financiële correcties geboekt in het kader van de structuurfondsen, het Cohesiefonds en het Europees Visserijfonds

p.m.

p.m.

632 043 636,77

 

Totaal van artikel 6 5 0

p.m.

p.m.

632 043 636,77

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK 6 5

p.m.

p.m.

632 043 636,77

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

302 869 998,57

6 6 0 1

Overige bijdragen en terugbetalingen zonder specifieke bestemming

50 000 000

82 000 000

63 430 038,83

 

Totaal van artikel 6 6 0

50 000 000

82 000 000

366 300 037,40

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK 6 6

50 000 000

82 000 000

366 300 037,40

HOOFDSTUK 6 7

6 7 0

Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds

6 7 0 1

Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

735 114 995,57

6 7 0 2

Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

172 373 829,43

6 7 0 3

Heffing voor melkproducenten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

103 044 369,90

 

Totaal van artikel 6 7 0

p.m.

p.m.

1 010 533 194,90

6 7 1

Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling

6 7 1 1

Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

321 935,06

6 7 1 2

Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

Totaal van artikel 6 7 1

p.m.

p.m.

321 935,06

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK 6 7

p.m.

p.m.

1 010 855 129,96

HOOFDSTUK 6 8

6 8 0

Tijdelijke herstructureringsheffing — Bestemmingsontvangsten

6 8 0 1

Tijdelijke herstructureringsheffing — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

606 762 831,87

6 8 0 2

Onregelmatigheden in verband met het tijdelijke herstructureringsfonds — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

6 8 0 3

Goedkeuring betreffende het tijdelijke herstructureringsfonds — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

 
 

Totaal van artikel 6 8 0

p.m.

p.m.

606 762 831,87

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK 6 8

p.m.

p.m.

606 762 831,87

 

Totaal van titel 6

50 000 000

82 000 000

3 500 945 217,29

HOOFDSTUK 6 0 —

BIJDRAGEN AAN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE

 

HOOFDSTUK 6 1 —

TERUGBETALING VAN DIVERSE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK 6 2 —

ONTVANGSTEN UIT ONDER BEZWARENDE TITEL VERRICHTE DIENSTEN

 

HOOFDSTUK 6 3 —

BIJDRAGEN IN HET KADER VAN SPECIFIEKE OVEREENKOMSTEN

 

HOOFDSTUK 6 5 —

FINANCIËLE CORRECTIES

 

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

 

HOOFDSTUK 6 7 —

ONTVANGSTEN IN HET KADER VAN HET EUROPEES LANDBOUWGARANTIEFONDS EN HET EUROPEES LANDBOUWFONDS VOOR PLATTELANDSONTWIKKELING

 

HOOFDSTUK 6 8 —

TIJDELIJKE HERSTRUCTURERINGSHEFFING

HOOFDSTUK 6 0 — BIJDRAGEN AAN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE

6 0 1     Diverse onderzoeksprogramma's

6 0 1 1   Samenwerkingsovereenkomsten Zwitserland-Euratom op het gebied van de beheerste thermische kernversmelting en de plasmafysica — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Ontvangsten voortvloeiend uit samenwerkingsovereenkomsten tussen Zwitserland en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, met name die van 14 september 1978.

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten, afhankelijk van de te dekken uitgaven, worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder artikel 08 22 04 (werkzaamheden onder contract) van de staat van uitgaven van deze afdeling.

6 0 1 2   European Fusion Development Agreements (EFDA) — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

21 629 907,—

Toelichting

Ontvangsten voortvloeiend uit de multilaterale EFDA-overeenkomsten tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en haar 26 partners op fusiegebied.

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten, afhankelijk van de te dekken uitgaven, worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder artikel 08 22 04 (werkzaamheden onder contract) van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Dergelijke ontvangsten dekken de bijdragen van de partners aan de financiering van uitgaven van het Joint Fund ten gevolge van het gebruik van de faciliteiten van JET, the High Performance Computer for Fusion en enige andere faciliteit opgericht uit hoofde van de EFDA.

6 0 1 3   Samenwerkingsovereenkomsten met derde landen in het kader van uniale onderzoeksprogramma's — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

265 998 325,78

Toelichting

Ontvangsten voortvloeiende uit samenwerkingsovereenkomsten tussen de Unie en derde landen, in het bijzonder met die landen die deelnemen aan de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijke en technische onderzoek (COST), met het doel hen bij uniale onderzoeksprogramma's te betrekken.

De eventuele middelen zijn bestemd voor het dekken van de kosten van vergaderingen, deskundigencontracten en onderzoek in het kader van de desbetreffende programma's.

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten, afhankelijk van de te dekken uitgaven, worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 02 04 03, 06 06 04, 08 22 04, 09 04 02, 15 07 78, 32 06 03 (werkzaamheden onder contract), en de artikelen 10 02 02 en 10 03 02 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Rechtsgronden

Besluit 2007/502/EG, Euratom van de Raad en de Commissie van 25 juni 2007 betreffende de ondertekening, namens de Europese Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie enerzijds en de Zwitserse Bondsstaat anderzijds (PB L 189 van 20.7.2007, blz. 24).

Besluit 2007/585/EG van de Raad van 10 juli 2007 betreffende de ondertekening en voorlopige toepassing van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Staat Israël (PB L 220 van 25.8.2007, blz. 3).

Besluit 2010/558/EU van de Raad van 12 maart 2010 betreffende de ondertekening, namens de Unie, en voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de regering van de Faeröer betreffende wetenschappelijke en technologische samenwerking, waarbij de Faeröer geassocieerd worden met het zevende kaderprogramma voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 245 van 17.9.2010, blz. 1).

Besluit 2011/27/EU van de Raad van 12 juli 2010 betreffende de ondertekening en voorlopige toepassing van een protocol bij de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds, inzake een kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië over de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Moldavië aan EU-programma’s (PB L 14 van 19.1.2011, blz. 1).

Besluit C(2011)5803 van de Commissie van 18 augustus 2011, betreffende de goedkeuring en ondertekening van het Memorandum van overeenstemming tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië, waarbij de Republiek Moldavië geassocieerd wordt met het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013).

6 0 1 5   Samenwerkingsovereenkomsten met instellingen van derde landen in het kader van wetenschappelijke en technologische projecten van belang voor de Unie (Eureka en andere) — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Ontvangsten voortvloeiende uit tussen de Unie en instellingen van derde landen in het kader van wetenschappelijke en technologische projecten van belang voor de Unie gesloten samenwerkingsovereenkomsten (Eureka en andere).

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 02 04 03, 06 06 04, 08 22 04 en 09 04 02 (werkzaamheden onder contract) van de staat van uitgaven van deze afdeling.

6 0 1 6   Europese samenwerkingsovereenkomsten op het gebied van het wetenschappelijk en technisch onderzoek — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Ontvangsten van staten die deelnemen aan de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijk en technisch onderzoek.

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 02 04 03, 06 06 04, 08 22 04 en 09 04 02 (Werkzaamheden onder contract) van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Referentiebesluiten

Resolutie van de ministers van de staten die deelnemen aan de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijk en technisch onderzoek (Cost) (ondertekend te Wenen op 21 november 1991) (PB C 333 van 24.12.1991, blz. 1).

6 0 2     Overige programma's

6 0 2 1   Diverse ontvangsten bestemd voor activiteiten in verband met humanitaire noodhulp — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Eventuele bijdragen van derden aan activiteiten in verband met humanitaire hulp.

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten onder titel 23 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

6 0 3     Associatieovereenkomsten tussen de Unie en derde landen

6 0 3 1   Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma's — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

172 079 517,20

Toelichting

Ontvangsten voortvloeiend uit de associatieovereenkomsten welke tussen de Unie en hierna genoemde landen zijn gesloten om deze landen te betrekken bij diverse uniale programma's. Eventuele ontvangsten afkomstig van landen die al lid zijn, hebben betrekking op verrichtingen uit het verleden.

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Referentiebesluiten

Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Turkije inzake de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Turkije aan communautaire programma's (PB L 61 van 2.3.2002, blz. 29).

Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Albanië inzake de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Albanië aan communautaire programma’s (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 2).

Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Bosnië en Herzegovina inzake de algemene beginselen voor de deelname van Bosnië en Herzegovina aan communautaire programma's (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 9).

Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kroatië inzake de algemene beginselen voor de deelname van Kroatië aan communautaire programma’s (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 16).

Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Servië en Montenegro inzake de algemene beginselen voor de deelname van Servië en Montenegro aan communautaire programma’s (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 29).

Protocol bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, anderzijds betreffende een Kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië inzake de algemene beginselen voor de deelname van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië aan communautaire programma’s (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 23).

Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling betreffende de voorlopige toepassing van protocol 8, inzake de algemene beginselen voor de deelname van Montenegro aan communautaire programma’s, bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Montenegro, anderzijds (PB L 43 van 19.2.2008, blz. 11).

Aanvullende protocollen bij de Europaovereenkomsten (artikelen 228 en 238), waarbij de communautaire programma's opengesteld worden voor de kandidaat-lidstaten.

6 0 3 2   Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van andere derde landen dan kandidaat-lidstaten, en potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan samenwerkingsovereenkomsten op douanegebied — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

175 239,—

Toelichting

Onder deze post worden de bijdragen van derde landen aan samenwerkingsovereenkomsten op douanegebied geboekt. Daarbij gaat het voornamelijk om het Transit-project en het project betreffende de verspreiding (langs telematische weg) van tariefgegevens en andere informatie.

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement geven eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten onder de artikelen 14 03 01, 14 04 01, 14 04 02 en 14 05 03 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Rechtsgronden

Overeenkomst van 20 mei 1987 tussen de Europese Economische Gemeenschap, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland, de Republiek IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, het Koninkrijk Zweden en de Zwitserse Bondsstaat betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 226 van 13.8.1987, blz. 2).

Besluit 2000/305/EG van de Raad van 30 maart 2000 inzake de sluiting van een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Zwitserland betreffende de uitbreiding van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) in het kader van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 102 van 27.4.2000, blz. 50).

Besluit 2000/506/EG van de Raad van 31 juli 2000 inzake de sluiting van een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Noorwegen betreffende de uitbreiding van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) in het kader van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 204 van 11.8.2000, blz. 35).

Besluit van de Raad van 19 maart 2001 waarbij de Commissie wordt gemachtigd namens de Europese Gemeenschap te onderhandelen over een wijziging van het op 15 december 1950 te Brussel ondertekende Verdrag houdende instelling van een Internationale Douaneraad, teneinde het de Europese Gemeenschap mogelijk te maken van genoemde organisatie lid te worden.

Beschikking nr. 253/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2003 houdende goedkeuring van een actieprogramma voor de douane in de Gemeenschap (Douane 2007) (PB L 36 van 12.2.2003, blz. 1).

Beschikking nr. 624/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot vaststelling van een actieprogramma voor de douane in de Gemeenschap (Douane-2013) (PB L 154 van 14.6.2007, blz. 25).

6 0 3 3   Deelneming van derden aan activiteiten van de Unie — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

14 942 662,85

Toelichting

Eventuele bijdragen van derden aan activiteiten van de Unie.

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

HOOFDSTUK 6 1 — TERUGBETALING VAN DIVERSE UITGAVEN

6 1 1     Terugbetaling van voor rekening van één of meer lidstaten gedane uitgaven

6 1 1 3   Opbrengsten van de beleggingen zoals bedoeld in artikel 4 van Beschikking 2003/76/EG — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

53 100 524,18

Toelichting

In Beschikking 2003/76/EG wordt bepaald dat de Commissie wordt belast met de afwikkeling van de bij het aflopen het EGKS-Verdrag nog lopende financiële verrichtingen van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS).

Volgens artikel 4 van die beschikking gelden de netto-opbrengsten van de beleggingen van de beschikbare activa als ontvangsten in de algemene begroting van de Europese Unie met een bijzondere bestemming, te weten de financiering van onderzoeksprojecten ten behoeve van sectoren die in verband staan met de kolen- en staalindustrie door middel van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal.

De netto-ontvangsten die beschikbaar zijn voor de financiering van de onderzoeksprojecten van het jaar n + 2, worden opgenomen in de balans van de EGKS in liquidatie van het jaar n en, wanneer de liquidatie is afgesloten, in de balans van de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal. Dit financieringsmechanisme trad in werking in 2003. De ontvangsten van 2010 zullen in 2012 worden gebruikt voor onderzoek. Teneinde eventuele schommelingen in de financiering van het onderzoek als gevolg van de ontwikkeling van de financiële markten zoveel mogelijk te beperken, zal een egalisatie worden uitgevoerd. De netto-ontvangsten die in 2012 beschikbaar zijn voor onderzoek, worden geraamd op 58 464 875 EUR.

Krachtens artikel 4 van Beschikking 2003/76/EG is 72,8 % van de middelen van het Fonds beschikbaar voor de staalsector en 27,2 % voor de kolensector.

Overeenkomstig artikel 18 en artikel 160, lid 1 bis, van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten onder hoofdstuk 08 23 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Rechtsgronden

Beschikking 2003/76/EG van de Raad van 1 februari 2003 tot vaststelling van de bepalingen die nodig zijn voor de uitvoering van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (PB L 29 van 5.2.2003, blz. 22).

6 1 1 4   Ontvangsten uit de invorderingen in het kader van het onderzoeksprogramma van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

In Beschikking 2003/76/EG wordt bepaald dat de Commissie wordt belast met de afwikkeling van de bij het aflopen het EGKS-Verdrag nog lopende financiële verrichtingen van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS).

Krachtens artikel 4, lid 5, van die beschikking worden de ingevorderde bedragen eerst geboekt bij het vermogen van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, bij de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal.

Rechtsgronden

Beschikking 2003/76/EG van de Raad van 1 februari 2003 tot vaststelling van de bepalingen die nodig zijn voor de uitvoering van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (PB L 29 van 5.2.2003, blz. 22).

6 1 2     Terugbetaling van specifieke uitgaven in verband met de uitvoering van werkzaamheden op verzoek en tegen vergoeding — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

4 615,09

Toelichting

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

6 1 4     Terugbetaling van voor projecten en werkzaamheden toegekende uniale steun bij geslaagde commerciële exploitatie

6 1 4 0   Terugbetaling van voor projecten en werkzaamheden op het gebied van nieuwe energietechnologie toegekende uniale steun bij geslaagde commerciële exploitatie — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

0,—

Toelichting

Ontvangsten van gehele of gedeetelijke terugbetaling van de door de Unie toegekende financiële steun bij geslaagde commerciële projecten. Aangezien aan dit type activiteiten niet langer financiële steun wordt verleend, blijven alleen de betalingskredieten die nodig zijn voor de afwikkeling van de uitstaande verplichtingen, in titel 06 van de staat van de uitgaven opgenomen.

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

6 1 4 3   Terugbetaling van uniale steun toegekend in het kader van een Europese activiteit met risicodragend kapitaal ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Gehele of gedeeltelijke terugbetaling van de steun voor commercieel succesvolle projecten, met mogelijke winstdeelname als gevolg van de subsidies toegekend in het kader van een Europese activiteit met risicodragend kapitaal ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf in het kader van de instrumenten Venture Consort en Eurotech Capital.

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

6 1 5     Terugbetaling van niet-gebruikte uniale bijstand

6 1 5 0   Terugbetaling van niet-gebruikte bijstand van het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij, het Cohesiefonds, het Solidariteitsfonds, het pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (ISPA) en het instrument voor pretoetredingssteun (IPA).

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

10 852 738,39

Toelichting

Terugbetaling van niet-gebruikte bijstand van het Europees Sociaal Fonds, het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij, het Cohesiefonds, het Solidariteitsfonds, het pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (ISPA) en het instrument voor pretoetredingssteun (IPA).

Deze ontvangsten kunnen overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement worden gebruikt ter opvoering van de extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

6 1 5 1   Terugbetaling van niet-gebruikte subsidies voor het begrotingsevenwicht — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

6 1 5 2   Terugbetaling van niet-gebruikte rentesubsidies — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

6 1 5 3   Terugbetaling van niet-gebruikte bedragen in het kader van contracten van de instelling — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

26 798,38

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

6 1 5 7   Terugbetaling van voorschotten in het kader van de structuurfondsen, het Cohesiefonds en het Europees Visserijfonds

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

8 252 242,29

Toelichting

Op deze post wordt de terugbetaling geboekt van voorschotten die in het kader van de structuurfondsen (het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en het Europees Sociaal Fonds), het Cohesiefonds en het Europees Visserijfonds waren betaald.

De op deze post opgenomen bedragen geven overeenkomstig de artikelen 18 en 157 van het Financieel Reglement aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten onder de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 11 en 13 van de staat van uitgaven van deze afdeling, indien zij nodig zijn om de deelneming van de structuurfondsen en het Cohesiefonds aan de betrokken bijstandsverlening niet te laten dalen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1164/1994 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130 van 25.5.1994, blz. 1), met name artikel D van bijlage II.

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), met name artikel 82, lid 2 en hoofdstuk II.

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

6 1 5 8   Terugbetaling van diverse niet-gebruikte bedragen aan uniale bijstand — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

970 217,81

Toelichting

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

6 1 6     Terugbetaling van de uitgaven voor rekening van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Terugbetaling door de Internationale Organisatie voor Atoomenergie van de bedragen welke de Commissie heeft voorgeschoten voor de door deze organisatie op grond van de verificatieovereenkomsten verrichte controles (artikelen 32 05 01 en 32 05 02 van de staat van uitgaven van deze afdeling).

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Referentiebesluiten

Overeenkomst tussen het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, Ierland, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden, de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie ter uitvoering van artikel III, leden 1 en 4, van het Verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens (PB L 51 van 22.2.1978, blz. 1), met name artikel 15.

Driepartijenovereenkomst tussen de Gemeenschap, het Verenigd Koninkrijk en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie.

Driepartijenovereenkomst tussen de Gemeenschap, Frankrijk en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie.

6 1 7     Terugbetaling van in het kader van de uniale hulp aan derde landen uitgekeerde bedragen

6 1 7 0   Terugbetaling in het kader van de ontwikkelingssamenwerking met Zuid-Afrika — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

704 349,08

Toelichting

Terugbetaling door leveranciers of begunstigden van uit hoofde van de ontwikkelingssamenwerking met Zuid-Afrika te veel ontvangen bedragen.

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten onder artikel 21 06 02 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

6 1 8     Terugbetaling van in het kader van de voedselhulp gestorte bedragen

6 1 8 0   Terugbetaling door leveranciers of begunstigden van uit hoofde van de voedselhulp te veel ontvangen bedragen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Bepalingen vervat in de berichten van aanbesteding of de financiële bepalingen die zijn gevoegd bij de brieven van de Commissie waarin de voorwaarden voor de toekenning van voedselhulp aan de begunstigden worden omschreven.

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

6 1 8 1   Terugbetaling van door begunstigden van voedselhulp veroorzaakte extra kosten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Bepalingen vervat in de leveringsmodaliteiten die zijn gevoegd bij de brieven van de Commissie waarin de voorwaarden voor de toekenning van voedselhulp aan de begunstigden worden omschreven.

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

6 1 9     Overige terugbetalingen van voor rekening van derden gedane uitgaven

6 1 9 1   Overige terugbetalingen van in het kader van Besluit 77/270/Euratom van de Raad voor rekening van derden gedane uitgaven — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de begrotingsposten 22 02 05 01 en 19 06 04 01 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

Verordening (Euratom) nr. 300/2007 van de Raad van 19 februari 2007 tot invoering van een instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (PB L 81 van 22.3.2007, blz. 1).

HOOFDSTUK 6 2 — ONTVANGSTEN UIT ONDER BEZWARENDE TITEL VERRICHTE DIENSTEN

6 2 0     Verstrekking tegen vergoeding van grondstoffen of bijzondere splijtstoffen (artikel 6, onder b), van het Euratom-Verdrag) — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Ontvangsten uit leveringen onder bezwarende titel van grondstoffen of bijzondere splijtstoffen aan de lidstaten voor de uitvoering van onderzoeksprogramma's.

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van aanvullende kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, met name artikel 6, onder b).

6 2 2     Ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte diensten

6 2 2 1   Ontvangsten uit de exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

9 293 936,—

Toelichting

Ontvangsten voortvloeiend uit de exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) van de vestiging te Petten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek.

Betalingen door derden ter dekking van alle soorten uitgaven in het kader van de exploitatie van de HFR door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek.

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 10 01 05 en 10 04 04 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Voltooiing van vroegere programma's

De ontvangsten zijn afkomstig van België, Duitsland, Frankrijk en Nederland.

6 2 2 3   Andere ontvangsten uit door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding voor derden verrichte diensten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

12 198 053,83

Toelichting

Ontvangsten afkomstig van personen, ondernemingen en nationale instellingen waarvoor het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen vergoeding werkzaamheden zal uitvoeren en/of diensten zal verrichten.

Overeenkomstig artikel 18 en artikel 161, lid 2, van het Financieel Reglement zullen de eventuele ontvangsten worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 10 01 05, 10 02 01, 10 03 01, 10 04 01 en 10 04 02 van de staat van uitgaven van deze afdeling, ten bedrage van de specifieke uitgaven in het kader van elk contract met derden.

6 2 2 4   Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniale onderzoek door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

253 531,27

Toelichting

Het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op artikel 12, geeft de lidstaten, personen en ondernemingen het recht tegen de betaling van een passende vergoeding niet-uitsluitende licenties op octrooien, voorlopig bescherminggevende octrooirechten, gebruiksmodellen of octrooiaanvragen, die eigendom van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie zijn, te verkrijgen.

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 10 01 05, 10 04 02 en 10 04 03 en de hoofdstukken 10 02 en 10 03 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Rechtsgronden

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

Verordening (EEG) nr. 2380/74 van de Raad van 17 september 1974 tot vaststelling van de regels voor de verspreiding van kennis betreffende onderzoeksprogramma's voor de Europese Economische Gemeenschap (PB L 255 van 20.9.1974, blz. 1).

6 2 2 5   Andere ontvangsten ten voordele van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Ontvangsten afkomstig van bijdragen, giften of legaten door derden, ten behoeve van diverse door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek verrichte activiteiten.

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder artikel 10 01 05 en bij de hoofdstukken 10 02, 10 03 en 10 04 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

6 2 2 6   Ontvangsten van door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor andere diensten van de Commissie op basis van concurrentie verrichte diensten waaruit aanvullende kredieten voortvloeien — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

50 223 620,58

Toelichting

Ontvangsten van andere diensten van de Commissie waarvoor het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek tegen betaling werk verricht en/of diensten verleent, en ontvangsten die voortvloeien uit de deelname aan de activiteiten van de kaderprogramma's voor onderzoek en technologische ontwikkeling.

Overeenkomstig artikel 18 en artikel 161, lid 2, van het Financieel Reglement zullen de eventuele ontvangsten worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder de artikelen 10 01 05, 10 02 01, 10 03 01, 10 04 01 en 10 04 03 van de staat van uitgaven van deze afdeling, ten bedrage van de specifieke uitgaven in het kader van elk contract met andere diensten van de Commissie.

6 2 4     Ontvangsten uit door de Commissie verleende licenties op al dan niet voor een octrooi in aanmerking komende uitvindingen voortvloeiend uit het uniaal onderzoek (werkzaamheden onder contract) — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op artikel 12, geeft de lidstaten, personen en ondernemingen het recht tegen de betaling van een passende vergoeding niet-uitsluitende licenties op octrooien, voorlopig bescherminggevende octrooirechten, gebruiksmodellen of octrooi-aanvragen, die eigendom van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie zijn, te verkrijgen.

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Rechtsgronden

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

Verordening (EEG) nr. 2380/74 van de Raad van 17 september 1974 tot vaststelling van de regels voor de verspreiding van kennis betreffende onderzoeksprogramma's voor de Europese Economische Gemeenschap (PB L 255 van 20.9.1974, blz. 1).

HOOFDSTUK 6 3 — BIJDRAGEN IN HET KADER VAN SPECIFIEKE OVEREENKOMSTEN

6 3 0     Bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie in het kader van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

229 689 661,—

Toelichting

Dit artikel dient voor de opname van de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie, die voortvloeien uit hun financiële deelneming aan bepaalde activiteiten van de Unie overeenkomstig artikel 82 van en in Protocol nr. 32 bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

Het totaal van de geraamde bijdrage blijkt uit de ter informatie in een bijlage bij de staat van uitgaven van deze afdeling weergegeven samenvatting.

De bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie worden de Commissie ter beschikking gesteld overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 1, 2 en 3 van Protocol nr. 32 bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

Referentiebesluiten

Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3).

6 3 1     Bijdragen in het kader van het Schengenacquis

6 3 1 2   Bijdragen voor de ontwikkeling van grootschalige informatiesystemen in het kader van de overeenkomst met IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

2 051 581,83

Toelichting

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor de artikelen 18 02 04, 18 02 05, 18 02 11 en 18 03 11 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Rechtsgronden

Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten Overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).

Besluit 1999/439/EG van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de sluiting van de Overeenkomst met de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 35).

Verordening (EG) nr. 2725/2000 van de Raad van 11 december 2000 betreffende de instelling van „Eurodac” voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van de Overeenkomst van Dublin (PB L 316 van 15.12.2000, blz. 1).

Besluit 2001/258/EG van de Raad van 15 maart 2001 inzake de sluiting van een Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend (PB L 93 van 3.4.2001, blz. 38), met name artikel 9 van de overeenkomst.

Besluit 2001/886/JBZ van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 328 van 13.12.2001, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2424/2001 van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 328 van 13.12.2001, blz. 4).

Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad van 18 februari 2003 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB L 50 van 25.2.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1560/2003 van de Commissie van 2 september 2003 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB L 222 van 5.9.2003, blz. 3).

Beschikking 2004/512/EG van de Raad van 8 juni 2004 betreffende het opzetten van het Visuminformatiesysteem (VIS) (PB L 213 van 15.6.2004, blz. 5).

Verordening (EG) nr. 1986/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de toegang tot het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) voor de instanties die in de lidstaten belast zijn met de afgifte van kentekenbewijzen van voertuigen (PB L 381 van 28.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 381 van 28.12.2006, blz. 4).

Besluit 2007/533/JBZ van de Raad van 12 juni 2007 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 205 van 7.8.2007, blz. 63).

Besluit 2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1).

Besluit 2008/147/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 3).

Besluit 2008/149/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 50).

Besluit 2008/261/EG van de Raad van 28 februari 2008 betreffende de ondertekening namens de Europese Gemeenschap en de voorlopige toepassing van enkele bepalingen van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 83 van 26.3.2008, blz. 3).

Besluit 2008/262/EG van de Raad van 28 februari 2008 betreffende de ondertekening namens de Europese Unie en de voorlopige toepassing van enkele bepalingen van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 83 van 26.3.2008, blz. 5).

Besluit 2008/633/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 over de toegang tot het Visuminformatiesysteem (VIS) voor raadpleging door aangewezen autoriteiten van de lidstaten en door Europol, met het oog op het voorkomen, opsporen en onderzoeken van terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 129).

Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van gegevens op het gebied van visa voor kort verblijf (VIS-verordening) (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 60).

Verordening (EG) nr. 1104/2008 van de Raad van 24 oktober 2008 over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 299 van 8.11.2008, blz. 1).

Besluit 2008/839/JBZ van de Raad van 24 oktober 2008 over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 299 van 8.11.2008, blz. 43).

Verordening (EU) nr. 1077/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (PB L 286 van 1.11.2011, blz. 1).

6 3 1 3   Andere bijdragen in het kader van het Schengenacquis (IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein) — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

23 355 000,—

Toelichting

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement zullen eventuele ontvangsten worden gebruikt ter aanvulling van de kredieten voor de artikelen 18 02 03, 18 02 06, 18 02 07 en 18 03 14 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Rechtsgronden

Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten Overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).

Besluit 1999/439/EG van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de sluiting van de Overeenkomst met de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 35).

Besluit 2001/258/EG van de Raad van 15 maart 2001 inzake de sluiting van een Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend (PB L 93 van 3.4.2001, blz. 38), met name artikel 9 van de overeenkomst.

Beschikking nr. 574/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot instelling van het Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen (PB L 144 van 6.6.2007, blz. 22).

Besluit 2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1).

Besluit 2008/147/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 3).

Besluit 2008/149/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 50).

Verordening (EU) nr. 439/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 tot oprichting van een Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (PB L 132 van 29.5.2010, blz. 11).

Besluit 2011/305/EU van de Raad van 21 maart 2011 betreffende de sluiting, namens de Europese Unie van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein over extra voorschriften in verband met het Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013 (PB L 137 van 25.5.2011, blz. 1).

Besluit 2011/349/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, met name betreffende de justitiële samenwerking in strafzaken en de politiële samenwerking (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 1).

Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de instelling van een evaluatiemechanisme om de toepassing van het Schengenacquis te controleren (COM(2010) 624), door de Commissie ingediend op 16 november 2010.

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de ondertekening en de sluiting van de regeling tussen de Europese Unie en de Republiek IJsland, het Vorstendom Liechtenstein, het Koninkrijk Noorwegen en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de deelname van deze landen aan de werkzaamheden van de comités die de Europese Commissie bijstaan bij de uitoefening van haar uitvoerende bevoegdheden op het gebied van de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (COM(2009) 605 en 606), door de Commissie ingediend op 30 oktober 2009.

6 3 2     Bijdrage voor uitgaven voor administratieve ondersteuning voor het Europees Ontwikkelingsfonds — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

289 509,59

Toelichting

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement worden de eventuele ontvangsten afkomstig van het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) die bijdragen tot de kosten van de ondersteunende maatregelen gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder post 21 01 04 10 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Referentiebesluiten

Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering van de steun van de Gemeenschap binnen het meerjarig financieel kader voor 2008-2013 voor de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst en de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van deel vier van het EG-Verdrag van toepassing zijn (PB L 247 van 9.9.2006, blz. 32).

6 3 3     Bijdrage voor bepaalde programma's voor externe hulp

6 3 3 0   Bijdrage van de lidstaten voor bepaalde programma's voor externe hulp die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

8 891 550,14

Toelichting

Onder deze post worden de financiële bijdragen geboekt die afkomstig zijn van de lidstaten, inclusief hun publieke en parastatale organen, voor bepaalde programma's voor externe hulp die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling.

Overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

6 3 3 1   Bijdrage van de derde landen voor bepaalde programma's voor externe hulp die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder deze post worden de financiële bijdragen geboekt die afkomstig zijn van derde landen, inclusief hun publieke en parastatale organen, aan bepaalde programma's voor externe hulp die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling.

Overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

6 3 3 2   Bijdrage van internationale organisaties voor bepaalde programma's voor externe hulp die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder deze post worden de financiële bijdragen geboekt die afkomstig zijn van internationale organisaties, voor bepaalde programma's voor externe hulp die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling.

Overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement geven de eventuele ontvangsten aanleiding tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

HOOFDSTUK 6 5 — FINANCIËLE CORRECTIES

6 5 0     Financiële correcties

6 5 0 0   Financiële correcties geboekt in het kader van de structuurfondsen, het Cohesiefonds en het Europees Visserijfonds

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

632 043 636,77

Toelichting

Op deze post worden de financiële correcties geboekt die in het kader van de structuurfondsen (Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij, Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en Europees Sociaal Fonds), het Cohesiefonds en het Europees Visserijfonds worden geïnd.

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement kunnen de op deze post opgenomen bedragen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten op de desbetreffende begrotingsonderdelen van de titels 04, 05, 11 en 13 van de staat van uitgaven van deze afdeling, indien zij nodig zijn om de risico's van annulering of verlaging van eerder vastgestelde correcties te dekken.

Overeenkomstig artikel 105, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 doet die verordening geen afbreuk aan de voortzetting noch aan de wijziging, met inbegrip van de gehele of gedeeltelijke intrekking, van bijstand met medefinanciering uit de structuurfondsen of van projecten met medefinanciering uit het Cohesiefonds die de Commissie heeft goedgekeurd op grond van de Verordeningen (EEG) nr. 2052/88, (EEG) nr. 4253/88, (EG) nr. 1164/94 en (EG) nr. 1260/1999 of van enige andere regelgeving die op 31 december 2006 op de betrokken bijstand van toepassing was; de betrokken regelgeving blijft derhalve van toepassing op de bijstand of de projecten totdat deze worden afgesloten.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de Fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1), met name artikel 24.

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), met name artikel 39, lid 2.

Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54).

Verordening (EG) nr. 448/2001 van de Commissie van 2 maart 2001 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad met betrekking tot de procedure inzake financiële correcties betreffende uit de structuurfondsen toegekende bijstand (PB L 64 van 6.3.2001, blz. 13).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1828/2006 van de Commissie van 8 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, en van Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (PB L 371 van 27.12.2006, blz. 1).

HOOFDSTUK 6 6 — OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0     Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0   Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

302 869 998,57

Toelichting

Deze post is overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement bestemd voor de opname van de eventuele ontvangsten die niet onder de andere onderdelen van titel 6 vallen en die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten voor de financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

6 6 0 1   Overige bijdragen en terugbetalingen zonder specifieke bestemming

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

50 000 000

82 000 000

63 430 038,83

Toelichting

Deze post is overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement bestemd voor de opname van de eventuele ontvangsten die niet onder de andere onderdelen van titel 6 vallen.

HOOFDSTUK 6 7 — ONTVANGSTEN IN HET KADER VAN HET EUROPEES LANDBOUWGARANTIEFONDS EN HET EUROPEES LANDBOUWFONDS VOOR PLATTELANDSONTWIKKELING

6 7 0     Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds

6 7 0 1   Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

735 114 995,57

Toelichting

Op deze post worden de ontvangsten geboekt die voortvloeien uit in het kader van de goedkeuring van de rekeningen ten gunste van de Uniebegroting gegeven conformiteitsbesluiten betreffende uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie, onder rubriek 1 van de financiële vooruitzichten 2000-2006 en uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) gefinancierde uitgaven. Er worden eveneens bedragen op geboekt die voortvloeien uit in het kader van de goedkeuring van de rekeningen ten gunste van de Uniebegroting genomen boekhoudbesluiten betreffende daarmee verband houdende bestemmingsontvangsten, met uitzondering van die welke voortvloeien uit de toepassing van artikel 32, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1290/2005.

Overeenkomstig de artikelen 18 en 154 van het Financieel Reglement zullen op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten op alle begrotingsposten van het ELGF van de staat van uitgaven van deze afdeling

De ontvangsten voor deze post worden geraamd op 805 000 000 EUR, met inbegrip van 205 000 000 EUR overgedragen van 2011 naar 2012 overeenkomstig artikel 10 van het Financieel Reglement.

Bij de opstelling van de begroting 2012 is rekening gehouden met een bedrag van 495 000 000 EUR ter financiering van noodzakelijke maatregelen onder artikel 05 03 01, en met het resterende bedrag van 310 000 000 EUR ter financiering van de noodzakelijke maatregelen onder van artikel 05 02 08.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

6 7 0 2   Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwgarantiefonds — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

172 373 829,43

Toelichting

Op deze post worden bedragen geboekt die zijn teruggevorderd in verband met onregelmatigheden of nalatigheden, inclusief de daarmee samenhangende rente, in het bijzonder bedragen die zijn teruggevorderd in verband met onregelmatigheden of fraude, ontvangen boeten en rente, en verbeurd verklaarde waarborgen, betreffende uitgaven gefinancierd uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie, in het kader van rubriek 1 van de financiële vooruitzichten 2000-2006 en uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF). Op deze post worden ook de teruggevorderde nettobedragen geboekt waarvan de lidstaat 20 % mag inhouden als bepaald in artikel 32, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1290/2005. Daaronder vallen ook de bedragen die zijn teruggevorderd ten gevolge van de boekhoudkundige goedkeuring van rekeningen conform artikel 32, lid 5, van die verordening.

Overeenkomstig de artikelen 18 en 154 van het Financieel Reglement zullen op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten op alle begrotingsposten van het ELGF van de staat van uitgaven van deze afdeling.

De ontvangsten voor deze post worden geraamd op 150 000 000 EUR.

Bij de opstelling van de begroting 2012 is met dit bedrag rekening gehouden voor de financiering van de behoeften in het kader van maatregelen uit hoofde van artikel 05 03 01.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

6 7 0 3   Heffing voor melkproducenten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

103 044 369,90

Toelichting

Op deze post worden bedragen geboekt die zijn verkregen of teruggevorderd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1788/2003 en artikel 78 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

Overeenkomstig de artikelen 18 en 154 van het Financieel Reglement zullen op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten op alle begrotingsposten van het ELGF van de staat van uitgaven van deze afdeling.

De ontvangsten voor deze post worden geraamd op 55 000 000 EUR.

Bij de opstelling van de begroting 2012 is met dit bedrag rekening gehouden voor de financiering van de behoeften in het kader van maatregelen uit hoofde van artikel 05 03 01.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

6 7 1     Ontvangsten in het kader van het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling

6 7 1 1   Goedkeuring van de rekeningen van het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

321 935,06

Toelichting

Op deze post worden de bedragen geboekt die voortvloeien uit in het kader van de goedkeuring van de rekeningen ten gunste van de Uniebegroting gegeven conformiteitsbesluiten betreffende voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) gefinancierde uitgaven. Er worden eveneens bedragen op geboekt die voortvloeien uit in het kader van de goedkeuring van de rekeningen ten gunste van de Uniebegroting genomen boekhoudbesluiten en die als bestemmingsontvangsten kunnen worden beschouwd. Op deze post worden ook voorschotten geboekt die in het kader van het ELFPO waren betaald en die worden terugbetaald.

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement zullen op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten op alle begrotingsposten van het ELFPO.

Bij de opstelling van de begroting 2012 werd geen specifiek bedrag voor artikel 05 04 05 uitgetrokken.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

6 7 1 2   Onregelmatigheden in het kader van het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Op deze post worden bedragen, inclusief de daarbij behorende rente, geboekt die in verband met onregelmatigheden of nalatigheden zijn teruggevorderd, in het bijzonder wegens onregelmatigheid of fraude teruggevorderde bedragen, geïnde boeten en rente, en verbeurde zekerheden, betreffende voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) gefinancierde uitgaven.

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement zullen op deze post geboekte ontvangsten worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten op alle begrotingsposten van het ELFPO.

Bij de opstelling van de begroting 2012 werd geen specifiek bedrag voor artikel 05 04 05 uitgetrokken.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

HOOFDSTUK 6 8 — TIJDELIJKE HERSTRUCTURERINGSHEFFING

6 8 0     Tijdelijke herstructureringsheffing — Bestemmingsontvangsten

6 8 0 1   Tijdelijke herstructureringsheffing — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

606 762 831,87

Toelichting

Op deze post wordt de bij artikel 11 van Verordening (EG) nr. 320/2006 ingestelde tijdelijke herstructureringsheffing in de suikersector van de Unie geboekt.

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement zullen op deze post geboekte bedragen worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten onder artikel 05 02 16 „Fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie” van de staat van uitgaven van deze afdeling, om de herstructureringssteun en andere steunmaatregelen waarin Verordening (EG) nr. 320/2006 voorziet, te financieren.

Bij de opstelling van de begroting 2012 is voor deze post (die uitsluitend een overdracht van vorige begrotingsjaren inhoudt) een bedrag van 832 000 000 EUR in aanmerking genomen, waarvan 193 000 000 EUR is uitgetrokken voor artikel 05 02 16.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42).

6 8 0 2   Onregelmatigheden in verband met het tijdelijke herstructureringsfonds — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Op deze post worden bedragen, inclusief rente, boeten en verkregen zekerheden geboekt die in verband met onregelmatigheden of nalatigheden zijn teruggevorderd, betreffende uitgaven die zijn gefinancierd uit het bij Verordening (EG) nr. 320/2006 ingestelde tijdelijke herstructureringsfonds voor de suikerindustrie in de Gemeenschap. Deze post dient ook ter dekking van de teruggevorderde nettobedragen waarvoor de lidstaten 20 % kunnen inhouden overeenkomstig artikel 32, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1290/2005. Hij omvat ook de teruggevorderde bedragen voortvloeiend uit goedkeuringsbesluiten ingevolge artikel 32, lid 5, van dezelfde verordening.

Overeenkomstig de artikelen 18 en 154 van het Financieel Reglement zullen op deze post geboekte bedragen worden gebruikt ter opvoering van kredieten onder artikel 05 02 16 („Fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie”) van de staat van uitgaven van deze afdeling, om de herstructureringssteun en andere steunmaatregelen waarin Verordening (EG) nr. 320/2006 voorziet, te financieren.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42).

6 8 0 3   Goedkeuring betreffende het tijdelijke herstructureringsfonds — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Op deze post worden bedragen geboekt die voortvloeien uit in het kader van de goedkeuring van de rekeningen ten gunste van de Uniebegroting gegeven conformiteitsbesluiten betreffende uitgaven die zijn gefinancierd uit het bij Verordening (EG) nr. 320/2006 ingestelde tijdelijke Fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Gemeenschap. Er worden eveneens bedragen op geboekt die voortvloeien uit in het kader van de goedkeuring van de rekeningen ten gunste van de Uniebegroting genomen boekhoudbesluiten betreffende met het Fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie verband houdende bestemmingsontvangsten, met uitzondering van die welke voortvloeien uit de toepassing van artikel 16 en artikel 32, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1290/2005.

Overeenkomstig de artikelen 18 en 154 van het Financieel Reglement zullen op deze post geboekte bedragen worden gebruikt ter opvoering van kredieten op artikel 05 02 16 „Fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie” van de staat van uitgaven van deze afdeling, om de herstructureringssteun en andere steunmaatregelen waarin Verordening (EG) nr. 320/2006 voorziet, te financieren.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42).

TITEL 7

INTEREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND EN BOETEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

HOOFDSTUK 7 0

7 0 0

Interest voor betalingsachterstand

7 0 0 0

Invorderbare rente wegens te late overmakingen op de rekeningen bij de Schatkisten van de lidstaten

5 000 000

175 000 000

27 696 873,05

7 0 0 1

Overige interest voor betalingsachterstand

3 000 000

3 000 000

1 516 680,83

 

Totaal van artikel 7 0 0

8 000 000

178 000 000

29 213 553,88

7 0 1

Interest voor betalingsachterstand en overige rente op boeten

15 000 000

20 000 000

185 106 649,05

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK 7 0

23 000 000

198 000 000

214 320 202,93

HOOFDSTUK 7 1

7 1 0

Geldboeten, dwangsommen en andere sancties

100 000 000

535 000 000

1 193 243 165,94

7 1 2

Aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat de krachtens het Verdrag op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen

p.m.

p.m.

0,—

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK 7 1

100 000 000

535 000 000

1 193 243 165,94

HOOFDSTUK 7 2

7 2 0

Rente op deposito's en boeten

7 2 0 0

Rente op deposito's en boeten die voortvloeien uit de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten — Bestemmingsontvangsten

p.m.

p.m.

0,—

 

Totaal van artikel 7 2 0

p.m.

p.m.

0,—

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK 7 2

p.m.

p.m.

0,—

 

Totaal van titel 7

123 000 000

733 000 000

1 407 563 368,87

HOOFDSTUK 7 0 —

INTEREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND

 

HOOFDSTUK 7 1 —

GELDBOETEN

 

HOOFDSTUK 7 2 —

RENTE OP DEPOSITO'S EN BOETEN

HOOFDSTUK 7 0 — INTEREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND

7 0 0     Interest voor betalingsachterstand

7 0 0 0   Invorderbare rente wegens te late overmakingen op de rekeningen bij de Schatkisten van de lidstaten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

5 000 000

175 000 000

27 696 873,05

Toelichting

Elke te late boeking op de in artikel 9, lid 1, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 bedoelde rekening die op naam van de Commissie is geopend, verplicht de betrokken lidstaat tot het betalen van rente.

Voor de lidstaten die de euro als munt hebben, is de rentevoet gelijk aan de door de Europese Centrale Bank op haar basisherfinancieringstransacties toegepaste rentevoet van de eerste dag van de maand van de vervaldag, zoals bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie, serie C, vermeerderd met twee punten. Deze rente wordt met 0,25 punt per maand vertraging verhoogd. De verhoogde interest geldt voor de gehele periode van de betalingsachterstand.

Voor de lidstaten die de euro niet als munt hebben, is de rentevoet gelijk aan de rentevoet die op de eerste dag van de betrokken maand door de respectieve centrale banken op hun basisherfinancieringstransacties wordt toegepast, vermeerderd met twee punten, of, voor de lidstaten waarvoor de rentevoet van de Centrale Bank niet beschikbaar is, de meest equivalente rentevoet die op de eerste dag van de betrokken maand op de geldmarkt van de lidstaat wordt toegepast, vermeerderd met twee punten. Deze rente wordt met 0,25 punt per maand vertraging verhoogd. De verhoogde interest geldt voor de gehele periode van de betalingsachterstand.

De rentevoet geldt voor alle boekingen van eigen middelen in het kader van artikel 10 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1).

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1), met name artikel 71, lid 4.

7 0 0 1   Overige interest voor betalingsachterstand

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

3 000 000

3 000 000

1 516 680,83

Toelichting

Deze post heeft betrekking op interest voor betalingsachterstand voor vorderingen met uitzondering van de eigen middelen.

Rechtsgronden

Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3), met name artikel 2, lid 5, van Protocol nr. 32 daarbij.

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1), met name artikel 71, lid 4.

Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 357 van 31.12.2002, blz. 1), met name artikel 86.

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25), met name artikel 102.

Verordening (EG) nr. 1828/2006 van de Commissie van 8 december 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds, en van Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (PB L 371 van 27.12.2006, blz. 1).

7 0 1     Interest voor betalingsachterstand en overige rente op boeten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

15 000 000

20 000 000

185 106 649,05

Toelichting

Dit artikel is bestemd voor het boeken van de opgelopen rente op de speciale bankrekening voor geldboeten en interest voor betalingsachterstand naar aanleiding van geldboeten.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1), met name artikel 71, lid 4.

Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).

Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 357 van 31.12.2002, blz. 1), met name artikel 86.

Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1), met name de artikelen 14 en 15.

HOOFDSTUK 7 1 — GELDBOETEN

7 1 0     Geldboeten, dwangsommen en andere sancties

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

100 000 000

535 000 000

1 193 243 165,94

Toelichting

De Commissie kan geldboeten, dwangsommen en andere sancties opleggen aan ondernemingen en ondenemingsverenigingen bij niet-nakoming van een verbod of niet-uitvoering van verplichtingen in het kader van de hierna opgesomde verordeningen of in het kader van de artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Normaal gesproken moeten de geldboeten worden betaald binnen de drie maanden volgend op de kennisgeving van het besluit van de Commissie. De Commissie zal het bedrag evenwel niet innen wanneer de onderneming een beroep heeft ingesteld bij het Hof van Justitie van de Europese Unie; de onderneming moet aanvaarden dat na de uiterste betalingstermijn rente verschuldigd is op de schuld en dat uiterlijk op die datum aan de Commissie een bankgarantie wordt verstrekt ten belope van het hoofdbedrag en de renten of vermeerderingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).

Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 357 van 31.12.2002, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1), met name de artikelen 14 en 15.

7 1 2     Aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat de krachtens het Verdrag op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

0,—

Rechtsgronden

Artikel 260, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 7 2 — RENTE OP DEPOSITO'S EN BOETEN

7 2 0     Rente op deposito's en boeten

7 2 0 0   Rente op deposito's en boeten die voortvloeien uit de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten — Bestemmingsontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Ontvangsten uit rente op deposito's en boeten die voortvloeien uit de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten.

Deze ontvangsten worden overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder b), van het Financieel Reglement beschouwd als bestemmingsontvangsten en worden gebruikt ter opvoering van extra kredieten op het begrotingsonderdeel van de oorspronkelijke uitgave die tot de ontvangsten heeft geleid.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad van 7 juli 1997 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten (PB L 209 van 2.8.1997, blz. 6), met name artikel 16.

TITEL 8

OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

HOOFDSTUK 8 0

8 0 0

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen ter ondersteuning van betalingsbalansen

p.m.

p.m.

0,—

8 0 1

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Euratom-leningen

p.m.

p.m.

0,—

8 0 2

Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen voor financiële bijstand op grond van het Europees financieel stabilisatiemechanisme

p.m.

p.m.

0,—

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK 8 0

p.m.

p.m.

0,—

HOOFDSTUK 8 1

8 1 0

Aflossingen op en renteopbrengst van in het kader van de financiële samenwerking met derde landen van het Middellandse Zeegebied verstrekte speciale leningen en risicodragend kapitaal

p.m.

p.m.

0,—

8 1 3

Aflossingen op en renteopbrengst van door de Commissie in het kader van European Community Investment Partners in de ontwikkelingslanden van Latijns-Amerika, Azië, het Middellandse Zeegebied en Zuid-Afrika verstrekte leningen en risicodragend kapitaal

p.m.

p.m.

0,—

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK 8 1

p.m.

p.m.

0,—

HOOFDSTUK 8 2

8 2 7

Garantie van de Europese Unie voor de leningprogramma's van de Unie om macrofinanciële bijstand te verlenen aan derde landen

p.m.

p.m.

0,—

8 2 8

Garantie voor de door Euratom opgenomen leningen voor de verbetering van de efficiëntie en de veiligheid van kerncentrales in de landen van Midden- en Oost-Europa, alsmede in het Gemenebest van onafhankelijke staten

p.m.

p.m.

0,—

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK 8 2

p.m.

p.m.

0,—

HOOFDSTUK 8 3

8 3 5

Garantie van de Europese Unie voor door de Europese Investeringsbank aan derde landen verstrekte leningen

p.m.

p.m.

0,—

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK 8 3

p.m.

p.m.

0,—

HOOFDSTUK 8 5

8 5 0

Door het Europees Investeringsfonds uitgekeerde dividenden

384 000

438 717

0,—

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK 8 5

384 000

438 717

0,—

 

Totaal van titel 8

384 000

438 717

0,—

HOOFDSTUK 8 0 —

ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR IN DE LIDSTATEN OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

 

HOOFDSTUK 8 1 —

DOOR DE COMMISSIE VERSTREKTE LENINGEN

 

HOOFDSTUK 8 2 —

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR LENINGEN OPGENOMEN DOOR EN VERSTREKT AAN DERDE LANDEN

 

HOOFDSTUK 8 3 —

ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE IN DERDE LANDEN DOOR FINANCIËLE INSTELLINGEN VERSTREKTE LENINGEN

 

HOOFDSTUK 8 5 —

OPBRENGSTEN VAN PARTICIPATIES IN GARANTIE-INSTELLINGEN

HOOFDSTUK 8 0 — ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR IN DE LIDSTATEN OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

8 0 0     Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen ter ondersteuning van betalingsbalansen

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

De garantie van de Unie betreft leningen opgenomen op de kapitaalmarkten of van financiële instellingen. Het bedrag in hoofdsom dat in leningen aan de lidstaten kan worden toegekend is beperkt tot 50 000 000 000 EUR.

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van post 01 04 01 01, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

De bijlage bij deel II van de staat van uitgaven van deze afdeling bevat een overzicht van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij post 01 04 01 01 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

8 0 1     Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Euratom-leningen

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van post 01 04 01 02, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

De bijlage bij deel II van de staat van uitgaven van deze afdeling bevat een overzicht van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij post 01 04 01 02 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

8 0 2     Garantie van de Europese Unie voor opgenomen Unieleningen voor financiële bijstand op grond van het Europees financieel stabilisatiemechanisme

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

De garantie van de Unie betreft leningen opgenomen op de kapitaalmarkten of van financiële instellingen. Het uitstaande bedrag van de leningen of kredietlijnen die aan lidstaten worden verstrekt, wordt beperkt tot hetgeen in de rechtsgrond is bepaald.

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van post 01 04 01 03, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

De bijlage bij deel II van de staat van uitgaven van deze afdeling bevat een overzicht van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij post 01 04 01 03 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

HOOFDSTUK 8 1 — DOOR DE COMMISSIE VERSTREKTE LENINGEN

8 1 0     Aflossingen op en renteopbrengst van in het kader van de financiële samenwerking met derde landen van het Middellandse Zeegebied verstrekte speciale leningen en risicodragend kapitaal

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Op dit artikel worden de aflossingen op en de renteopbrengst geboekt van speciale leningen en risicodragend kapitaal die uit de kredieten van de hoofdstukken 22 02 en 19 08 van de staat van uitgaven van deze afdeling zijn verstrekt aan derde landen van het Middellandse Zeegebied.

Het omvat ook aflossingen op en renteopbrengst van speciale leningen en risicodragend kapitaal aan bepaalde lidstaten uit het Middellandse Zeegebied, die een zeer klein gedeelte van het totaalbedrag vertegenwoordigen. Deze leningen/dit risicokapitaal werd(en) verstrekt op het ogenblik dat de landen nog niet tot de Unie waren toegetreden.

De werkelijke ontvangsten overtreffen gewoonlijk de begrotingsramingen, in verband met de uitkering in het voorgaande begrotingsjaar alsmede in het lopende begrotingsjaar van speciale leningen en risicodragend kapitaal waarover rente moet worden betaald. De rente op speciale leningen en risicodragend kapitaal loopt vanaf het ogenblik van uitkering; in het eerste geval wordt deze halfjaarlijks betaald, in het tweede geval doorgaans jaarlijks.

Rechtsgronden

Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij hoofdstukken 22 02 en 19 08 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Referentiebesluiten

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1638/2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (COM(2008) 308), door de Commissie ingediend op 21 mei 2008, met name artikel 23.

8 1 3     Aflossingen op en renteopbrengst van door de Commissie in het kader van European Community Investment Partners in de ontwikkelingslanden van Latijns-Amerika, Azië, het Middellandse Zeegebied en Zuid-Afrika verstrekte leningen en risicodragend kapitaal

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit artikel dient voor het boeken van de aflossingen op en de renteopbrengst van leningen en risicodragend kapitaal die uit de kredieten van post 19 08 01 01 in het kader van European Comunity Investment Partners zijn verstrekt.

Rechtsgronden

Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij post 19 08 01 01 van de staat van uitgaven deze afdeling.

HOOFDSTUK 8 2 — ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR LENINGEN OPGENOMEN DOOR EN VERSTREKT AAN DERDE LANDEN

8 2 7     Garantie van de Europese Unie voor de leningprogramma's van de Unie om macrofinanciële bijstand te verlenen aan derde landen

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van post 01 04 01 04, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

De bijlage bij deel II van de staat van uitgaven van deze afdeling bevat een overzicht van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij post 01 04 01 04 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

8 2 8     Garantie voor de door Euratom opgenomen leningen voor de verbetering van de efficiëntie en de veiligheid van kerncentrales in de landen van Midden- en Oost-Europa, alsmede in het Gemenebest van onafhankelijke staten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van post 01 04 01 05, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

De bijlage bij deel II van de staat van uitgaven van deze afdeling bevat een overzicht van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij post 01 04 01 05 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

HOOFDSTUK 8 3 — ONTVANGSTEN MET BETREKKING TOT DE GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE IN DERDE LANDEN DOOR FINANCIËLE INSTELLINGEN VERSTREKTE LENINGEN

8 3 5     Garantie van de Europese Unie voor door de Europese Investeringsbank aan derde landen verstrekte leningen

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de eventuele ontvangsten geboekt die voortvloeien uit het uitoefenen van rechten in verband met een beroep op de garantie uit hoofde van post 01 04 01 06, voor zover deze ontvangsten niet in mindering van de uitgaven zijn geboekt.

De bijlage bij deel II van de staat van uitgaven van deze afdeling bevat een overzicht van de opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Voor de rechtsgrond, zie de toelichting bij post 01 04 01 06 van de staat van uitgaven van deze afdeling.

HOOFDSTUK 8 5 — OPBRENGSTEN VAN PARTICIPATIES IN GARANTIE-INSTELLINGEN

8 5 0     Door het Europees Investeringsfonds uitgekeerde dividenden

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

384 000

438 717

0,—

Toelichting

Onder dit artikel worden de eventuele, uit hoofde van deze participatie, door het Europees Investeringfonds uitgekeerde dividenden geboekt.

Rechtsgronden

Besluit 94/375/EG van de Raad van 6 juni 1994 betreffende het lidmaatschap van de Gemeenschap van het Europees Investeringsfonds (PB L 173 van 7.7.1994, blz. 12).

Besluit 2007/247/EG van de Raad van 19 april 2007 inzake de deelneming van de Gemeenschap in de kapitaalverhoging bij het Europees Investeringsfonds (PB L 107 van 25.4.2007, blz. 5).

TITEL 9

DIVERSE ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

HOOFDSTUK 9 0

9 0 0

Diverse ontvangsten

30 000 000

30 000 000

35 658 396,19

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK 9 0

30 000 000

30 000 000

35 658 396,19

 

Totaal van titel 9

30 000 000

30 000 000

35 658 396,19

 

TOTAAL-GENERAAL

1 248 488 274

1 791 951 484

6 030 678 190,57

HOOFDSTUK 9 0 —

DIVERSE ONTVANGSTEN

HOOFDSTUK 9 0 — DIVERSE ONTVANGSTEN

9 0 0     Diverse ontvangsten

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

30 000 000

30 000 000

35 658 396,19

Toelichting

Onder dit artikel worden diverse ontvangsten geboekt.

ALGEMENE SAMENVATTING VAN DE KREDIETEN (2012 EN 2011) EN VAN DE UITVOERING (2010)

 

Titel

Omschrijving

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

01

ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN

610 876 707

510 674 444

419 958 105

341 387 137

450 801 839,89

288 944 953,03

Reserves (40 01 40)

329 267

329 267

40 929

40 929

   
 

611 205 974

511 003 711

419 999 034

341 428 066

450 801 839,89

288 944 953,03

02

ONDERNEMINGEN

1 148 387 855

1 078 900 247

1 055 561 122

1 209 465 022

1 767 272 765,91

1 097 072 030,32

Reserves (40 01 40)

52 383

52 383

52 772

52 772

   
 

1 148 440 238

1 078 952 630

1 055 613 894

1 209 517 794

1 767 272 765,91

1 097 072 030,32

03

CONCURRENTIE

91 734 206

91 734 206

93 403 671

93 403 671

92 332 663,12

92 330 439,83

Reserves (40 01 40)

14 967

14 967

56 917

56 917

   
 

91 749 173

91 749 173

93 460 588

93 460 588

92 332 663,12

92 330 439,83

04

WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN

11 581 076 153

9 074 731 712

11 360 585 162

9 629 407 224

11 332 522 520,04

7 452 305 861,05

Reserves (40 01 40)

16 966

16 966

44 335

44 335

   
 

11 581 093 119

9 074 748 678

11 360 629 497

9 629 451 559

11 332 522 520,04

7 452 305 861,05

05

LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING

58 586 881 323

55 879 670 842

57 291 108 786

54 835 524 185

58 880 446 432,04

55 614 492 379,37

Reserves (40 01 40)

498 392

498 392

74 532

74 532

   
 

58 587 379 715

55 880 169 234

57 291 183 318

54 835 598 717

58 880 446 432,04

55 614 492 379,37

06

MOBILITEIT EN VERVOER

1 664 247 628

1 079 420 609

1 546 683 351

1 141 803 775

1 425 372 420,59

1 140 749 433,44

Reserves (40 01 40)

59 867

59 867

25 609

25 609

   
 

1 664 307 495

1 079 480 476

1 546 708 960

1 141 829 384

1 425 372 420,59

1 140 749 433,44

07

MILIEU- EN KLIMAATMAATREGELEN

488 335 603

388 770 703

468 376 422

389 290 122

437 487 061,18

345 148 162,22

Reserves (40 01 40, 40 02 41)

4 273 840

4 273 840

44 853

44 853

   
 

492 609 443

393 044 543

468 421 275

389 334 975

437 487 061,18

345 148 162,22

08

ONDERZOEK

5 396 645 910

4 102 440 608

5 334 630 545

4 199 083 880

4 909 966 511,31

4 112 142 568,38

Reserves (40 01 40, 40 02 41)

533 383 490

115 154 611

6 884

6 884

   
 

5 930 029 400

4 217 595 219

5 334 637 429

4 199 090 764

4 909 966 511,31

4 112 142 568,38

09

INFORMATIEMAATSCHAPPIJ EN MEDIA

1 677 451 177

1 356 450 156

1 538 552 441

1 394 275 234

1 568 745 883,39

1 670 967 441,27

Reserves (40 01 40, 40 02 41)

416 680

416 680

29 384

29 384

   
 

1 677 867 857

1 356 866 836

1 538 581 825

1 394 304 618

1 568 745 883,39

1 670 967 441,27

10

EIGEN ONDERZOEK

400 998 964

399 772 515

394 978 000

396 209 233

461 664 254,63

455 197 218,96

Reserves (40 02 41)

9 894 900

4 309 036

       
 

410 893 864

404 081 551

394 978 000

396 209 233

461 664 254,63

455 197 218,96

11

MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ

913 773 159

685 524 620

971 732 229

719 026 792

977 113 021,16

656 140 935,35

Reserves (40 01 40, 40 02 41)

119 319 779

120 919 779

52 021 983

52 021 983

   
 

1 033 092 938

806 444 399

1 023 754 212

771 048 775

977 113 021,16

656 140 935,35

12

INTERNE MARKT

101 005 521

97 680 011

94 868 629

93 358 064

76 191 484,21

71 244 065,79

Reserves (40 01 40)

97 284

97 284

35 305

35 305

   
 

101 102 805

97 777 295

94 903 934

93 393 369

76 191 484,21

71 244 065,79

13

REGIONAAL BELEID

42 045 447 275

35 538 190 839

40 622 754 787

33 557 127 555

38 979 698 572,12

30 622 566 745,69

Reserves (40 01 40)

16 463

16 463

43 816

43 816

   
 

42 045 463 738

35 538 207 302

40 622 798 603

33 557 171 371

38 979 698 572,12

30 622 566 745,69

14

BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE

142 810 235

110 215 126

142 100 068

114 783 765

132 762 762,42

126 419 964,44

Reserves (40 01 40)

151 912

151 912

32 492

32 492

   
 

142 962 147

110 367 038

142 132 560

114 816 257

132 762 762,42

126 419 964,44

15

ONDERWIJS EN CULTUUR

2 696 893 431

2 112 018 336

2 422 364 866

1 996 401 080

2 356 724 505,11

2 059 922 243,22

Reserves (40 01 40)

29 933

29 933

38 857

38 857

   
 

2 696 923 364

2 112 048 269

2 422 403 723

1 996 439 937

2 356 724 505,11

2 059 922 243,22

16

COMMUNICATIE

254 388 869

245 003 869

273 374 552

253 374 552

259 427 334,71

238 163 461,95

Reserves (40 01 40, 40 02 41)

7 805 987

7 905 987

46 111

46 111

   
 

262 194 856

252 909 856

273 420 663

253 420 663

259 427 334,71

238 163 461,95

17

GEZONDHEIDSZORG EN CONSUMENTENBESCHERMING

686 380 880

591 324 297

669 881 626

596 546 062

723 945 165,97

640 305 350,96

Reserves (40 01 40)

280 045

280 045

57 583

57 583

   
 

686 660 925

591 604 342

669 939 209

596 603 645

723 945 165,97

640 305 350,96

18

BINNENLANDSE ZAKEN

1 249 268 924

740 261 722

1 067 582 966

773 033 452

938 071 663,08

635 252 388,56

Reserves (40 01 40, 40 02 41)

14 779 662

15 699 634

11 007 612

7 623 305

   
 

1 264 048 586

755 961 356

1 078 590 578

780 656 757

938 071 663,08

635 252 388,56

19

EXTERNE BETREKKINGEN

4 817 156 439

3 276 409 777

4 414 665 587

3 384 691 902

4 351 998 935,—

3 682 858 427,60

Reserves (40 01 40)

16 345

16 345

5 106

5 106

   
 

4 817 172 784

3 276 426 122

4 414 670 693

3 384 697 008

4 351 998 935,—

3 682 858 427,60

20

HANDEL

104 305 507

101 676 083

105 067 905

104 422 321

78 169 246,23

76 512 749,54

Reserves (40 01 40)

37 417

37 417

34 787

34 787

   
 

104 342 924

101 713 500

105 102 692

104 457 108

78 169 246,23

76 512 749,54

21

ONTWIKKELING EN BETREKKINGEN MET DE LANDEN IN AFRIKA, HET CARIBISCHE GEBIED EN DE STILLE OCEAAN (ACS-STATEN)

1 497 912 576

1 309 859 220

1 488 142 991

1 421 777 715

1 686 193 045,06

1 702 872 702,46

Reserves (40 01 40, 40 02 41)

29 933

29 933

65 058 175

57 885 025

   
 

1 497 942 509

1 309 889 153

1 553 201 166

1 479 662 740

1 686 193 045,06

1 702 872 702,46

22

UITBREIDING

1 087 530 479

921 317 913

1 123 357 217

1 012 513 363

1 023 429 541,17

1 130 524 912,15

Reserves (40 01 40)

8 082

8 082

17 764

17 764

   
 

1 087 538 561

921 325 995

1 123 374 981

1 012 531 127

1 023 429 541,17

1 130 524 912,15

23

HUMANITAIRE HULP

899 720 579

842 147 753

878 195 432

838 516 019

1 086 236 098,11

989 921 912,56

Reserves (40 01 40)

13 470

13 470

14 878

14 878

   
 

899 734 049

842 161 223

878 210 310

838 530 897

1 086 236 098,11

989 921 912,56

24

FRAUDEBESTRIJDING

78 842 000

74 068 792

81 749 000

74 805 171

76 725 263,15

73 944 820,46

25

BELEIDSCOÖRDINATIE EN JURIDISCH ADVIES VAN DE COMMISSIE

194 061 667

193 061 667

190 812 414

190 812 414

192 853 660,18

191 505 144,19

Reserves (40 01 40)

   

565 027

565 027

   
 

194 061 667

193 061 667

191 377 441

191 377 441

192 853 660,18

191 505 144,19

26

ADMINISTRATIE VAN DE COMMISSIE

1 015 969 713

999 321 141

1 018 708 134

1 017 153 327

1 070 444 771,04

1 067 928 786,—

Reserves (40 01 40)

1 502 275

1 502 275

78 381

78 381

   
 

1 017 471 988

1 000 823 416

1 018 786 515

1 017 231 708

1 070 444 771,04

1 067 928 786,—

27

BEGROTING

68 585 186

68 585 186

69 440 094

69 440 094

63 459 972,57

63 459 972,57

Reserves (40 01 40)

100 293

100 293

30 939

30 939

   
 

68 685 479

68 685 479

69 471 033

69 471 033

63 459 972,57

63 459 972,57

28

AUDIT

11 809 925

11 809 925

11 399 202

11 399 202

11 173 886,62

11 173 886,62

Reserves (40 01 40)

   

7 105

7 105

   
 

11 809 925

11 809 925

11 406 307

11 406 307

11 173 886,62

11 173 886,62

29

STATISTIEK

134 296 280

121 927 987

145 143 085

124 373 319

138 697 040,55

126 580 474,01

Reserves (40 01 40)

29 933

29 933

47 443

47 443

   
 

134 326 213

121 957 920

145 190 528

124 420 762

138 697 040,55

126 580 474,01

30

PENSIOENEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE UITGAVEN

1 334 531 857

1 334 531 857

1 278 009 000

1 278 009 000

1 205 173 904,58

1 205 173 904,58

31

TALENDIENSTEN

399 036 112

399 036 112

392 908 762

392 908 762

431 219 547,52

431 219 547,52

Reserves (40 01 40)

   

236 399

236 399

   
 

399 036 112

399 036 112

393 145 161

393 145 161

431 219 547,52

431 219 547,52

32

ENERGIE

718 266 162

1 338 527 629

701 617 012

1 240 252 266

2 468 781 821,85

1 240 952 679,18

Reserves (40 01 40)

23 947

23 947

41 299

41 299

   
 

718 290 109

1 338 551 576

701 658 311

1 240 293 565

2 468 781 821,85

1 240 952 679,18

33

JUSTITIE

217 680 614

187 145 069

213 843 825

184 992 740

177 412 087,08

145 962 177,72

Reserves (40 01 40)

6 413

6 413

21 723

21 723

   
 

217 687 027

187 151 482

213 865 548

185 014 463

177 412 087,08

145 962 177,72

40

RESERVES

1 452 126 925

361 995 154

881 845 000

217 427 543

0,—

0,—

 

Totaal

144 461 625 766

125 896 201 281

138 893 220 988

123 416 257 506

139 832 515 681,59

119 459 957 740,99

Waarvan reserves (40 01 40, 40 02 41)

693 189 925

271 995 154

129 819 000

119 261 543

   

TITEL XX

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR BELEIDSTERREINEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

XX 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR BELEIDSTERREINEN

XX 01 01

Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor de diverse beleidsterreinen

XX 01 01 01

Uitgaven voor personeel in actieve dienst bij de instelling

XX 01 01 01 01

Salarissen en vergoedingen

5

1 828 502 000

1 783 818 989

1 856 236 806,95

Reserves (40 01 40)

   

1 355 785

 
   

1 828 502 000

1 785 174 774

1 856 236 806,95

XX 01 01 01 02

Uitgaven en vergoedingen voor aanwerving, overplaatsing en beëindiging van de dienst

5

13 104 000

12 475 366

12 952 000,—

Reserves (40 01 40)

   

9 482

 
   

13 104 000

12 484 848

12 952 000,—

XX 01 01 01 03

Salarisaanpassingen

5

8 158 000

11 490 777

 

Reserves (40 01 40)

   

8 733

 
   

8 158 000

11 499 510

 
 

Subtotaal

 

1 849 764 000

1 807 785 132

1 869 188 806,95

Reserves (40 01 40)

   

1 374 000

 
   

1 849 764 000

1 809 159 132

1 869 188 806,95

XX 01 01 02

Uitgaven voor personeel van de Commissie in actieve dienst van de delegaties van de Unie

XX 01 01 02 01

Salarissen en vergoedingen

5

102 776 000

106 248 871

177 856 297,41

XX 01 01 02 02

Uitgaven en vergoedingen voor aanwerving, overplaatsing en beëindiging van de dienst

5

7 484 000

6 485 741

14 147 721,69

XX 01 01 02 03

Eventuele salarisaanpassingen

5

438 000

643 796

 
 

Subtotaal

 

110 698 000

113 378 408

192 004 019,10

 

Artikel XX 01 01 — Subtotaal

 

1 960 462 000

1 921 163 540

2 061 192 826,05

Reserves (40 01 40)

   

1 374 000

 
   

1 960 462 000

1 922 537 540

2 061 192 826,05

XX 01 02

Extern personeel en andere beheersuitgaven

XX 01 02 01

Extern personeel bij de instelling

XX 01 02 01 01

Arbeidscontractanten

5

66 268 808

64 723 037

63 682 730,14

XX 01 02 01 02

Uitzendkrachten en technisch-administratieve bijstand ter ondersteuning van verschillende activiteiten

5

23 810 000

24 294 530

28 514 089,82

XX 01 02 01 03

Tijdelijk bij de instelling gedetacheerde nationale ambtenaren

5

40 316 000

42 226 161

38 644 684,25

 

Subtotaal

 

130 394 808

131 243 728

130 841 504,21

XX 01 02 02

Extern personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie

XX 01 02 02 01

Salarissen van de andere personeelsleden

5

6 434 000

5 529 652

55 557 419,73

XX 01 02 02 02

Opleiding van jonge deskundigen en gedetacheerde nationale deskundigen

5

3 500 000

3 419 673

5 293 387,84

XX 01 02 02 03

Uitgaven in verband met andere personeelsleden en andere verrichte diensten

5

256 000

247 251

2 067 270,46

 

Subtotaal

 

10 190 000

9 196 576

62 918 078,03

XX 01 02 11

Overige beheersuitgaven van de instelling

XX 01 02 11 01

Dienstreizen en representatie

5

56 891 000

60 964 817

66 495 198,45

XX 01 02 11 02

Conferenties en vergaderingen

5

27 508 000

30 057 332

30 424 931,—

XX 01 02 11 03

Vergaderingen van comités

5

11 363 000

13 362 900

12 989 606,35

Reserves (40 01 40)

 

2 000 000

   
   

13 363 000

13 362 900

12 989 606,35

XX 01 02 11 04

Studies en adviezen

5

7 900 000

9 368 175

6 604 165,63

XX 01 02 11 05

Informatie- en beheerssystemen

5

26 985 000

26 989 850

36 508 693,25

XX 01 02 11 06

Bijscholing en managementopleidingen

5

14 368 000

16 488 080

17 750 069,73

 

Subtotaal

 

145 015 000

157 231 154

170 772 664,41

Reserves (40 01 40)

 

2 000 000

   
   

147 015 000

157 231 154

170 772 664,41

XX 01 02 12

Overige beheersuitgaven met betrekking tot personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie

XX 01 02 12 01

Dienstreizen, conferenties en representatie

5

6 541 000

7 051 124

15 769 128,97

XX 01 02 12 02

Bijscholing voor het personeel van de delegaties

5

522 000

574 156

1 521 043,41

 

Subtotaal

 

7 063 000

7 625 280

17 290 172,38

 

Artikel XX 01 02 — Subtotaal

 

292 662 808

305 296 738

381 822 419,03

Reserves (40 01 40)

 

2 000 000

   
   

294 662 808

305 296 738

381 822 419,03

XX 01 03

Uitgaven voor materieel, meubilair, diensten en gebouwen

XX 01 03 01

Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten van de Commissie

XX 01 03 01 03

Materieel en meubilair

5

72 548 000

78 094 402

86 797 475,76

XX 01 03 01 04

Diensten en andere exploitatiekosten

5

51 845 000

52 897 887

59 399 777,02

 

Subtotaal

 

124 393 000

130 992 289

146 197 252,78

XX 01 03 02

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven met betrekking tot personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie

XX 01 03 02 01

Aankoop, huur en daarmee samenhangende uitgaven

5

46 690 000

43 837 830

125 777 682,47

XX 01 03 02 02

Materieel, meubilair, leveringen en diensten

5

9 694 000

10 507 175

30 123 856,70

 

Subtotaal

 

56 384 000

54 345 005

155 901 539,17

 

Artikel XX 01 03 — Subtotaal

 

180 777 000

185 337 294

302 098 791,95

XX 01 05

Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor onderzoek onder contract

XX 01 05 01

Salarissen en vergoedingen voor personeel in actieve dienst voor onderzoek onder contract

1.1

193 701 000

192 900 000

188 920 658,20

XX 01 05 02

Extern personeel voor onderzoek onder contract

1.1

47 262 000

48 557 000

45 147 197,44

XX 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoek onder contract

1.1

80 233 000

87 718 000

85 434 796,20

 

Artikel XX 01 05 — Subtotaal

 

321 196 000

329 175 000

319 502 651,84

 

Hoofdstuk XX 01 — Totaal

 

2 755 097 808

2 740 972 572

3 064 616 688,87

Reserves (40 01 40)

 

2 000 000

1 374 000

 
   

2 757 097 808

2 742 346 572

3 064 616 688,87

HOOFDSTUK XX 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR BELEIDSTERREINEN

XX 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor de diverse beleidsterreinen

XX 01 01 01   Uitgaven voor personeel in actieve dienst bij de instelling

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

XX 01 01 01

Uitgaven voor personeel in actieve dienst bij de instelling

XX 01 01 01 01

Salarissen en vergoedingen

5

1 828 502 000

1 783 818 989

1 856 236 806,95

Reserves (40 01 40)

   

1 355 785

 
   

1 828 502 000

1 785 174 774

1 856 236 806,95

XX 01 01 01 02

Uitgaven en vergoedingen voor aanwerving, overplaatsing en beëindiging van de dienst

5

13 104 000

12 475 366

12 952 000,—

Reserves (40 01 40)

   

9 482

 
   

13 104 000

12 484 848

12 952 000,—

XX 01 01 01 03

Salarisaanpassingen

5

8 158 000

11 490 777

 

Reserves (40 01 40)

   

8 733

 
   

8 158 000

11 499 510

 
 

Post XX 01 01 01 — Totaal

 

1 849 764 000

1 807 785 132

1 869 188 806,95

Reserves (40 01 40)

   

1 374 000

 
   

1 849 764 000

1 809 159 132

1 869 188 806,95

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven ten behoeve van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden dat op de lijst van het aantal ambten voorkomt, met uitzondering van de in derde landen tewerkgestelde personeelsleden:

 

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

 

de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen;

 

de overige toelagen en vergoedingen;

 

de vergoedingen aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen voor continudienst, ploegendienst of verplichte beschikbaarheid op het werk en/of thuis;

 

de vergoeding bij ontslag wegens gebleken ongeschiktheid van ambtenaren op proef;

 

de vergoeding bij opzegging door de instelling van overeenkomsten met tijdelijke functionarissen;

 

de terugbetaling van de uitgaven voor beveiliging van de woningen van de ambtenaren die werkzaam zijn bij de bureaus van de Unie en de delegaties van de Unie op het grondgebied van de Unie;

 

de vaste vergoedingen en de vergoedingen volgens uurtarief voor overuren van de ambtenaren van de functiegroep AST, die niet volgens de desbetreffende regeling met vrije tijd konden worden gecompenseerd;

 

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen en de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënt op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

 

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (en van hun gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen voor ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, en voor ambtenaren die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

 

de kosten van verhuizing die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, of die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

 

de dagvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die aantonen dat zij bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een nieuwe standplaats genoodzaakt zijn van woonplaats te veranderen;

 

de tijdelijke kosten in verband met ambtenaren die vóór de toetreding in een nieuwe lidstaat zijn tewerkgesteld en van wie wordt gevraagd om na de datum van toetreding in dat land in dienst te blijven; voor deze ambtenaren gelden, bij wijze van uitzondering, de financiële en de materiële voorwaarden die vóór de toetreding door de Commissie werden toegepast overeenkomstig bijlage X van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie;

 

de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

Voor algemene informatie over de bezoldiging en andere arbeidsvoorwaarden, zie de webpagina „Werken bij de Commissie” van het directoraat-generaal Personeelszaken en Algemeen Beheer.

De verordening van de Raad houdende aanpassing van de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden van alle instellingen van de Unie, met inbegrip van verhogingen en toeslagen, wordt jaarlijks bekendgemaakt in het Publicatieblad (meest recentelijk in PB L 338 van 22.12.2010, blz. 1).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 43 200 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

XX 01 01 02   Uitgaven voor personeel van de Commissie in actieve dienst van de delegaties van de Unie

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

XX 01 01 02

Uitgaven voor personeel van de Commissie in actieve dienst van de delegaties van de Unie

XX 01 01 02 01

Salarissen en vergoedingen

5

102 776 000

106 248 871

177 856 297,41

XX 01 01 02 02

Uitgaven en vergoedingen voor aanwerving, overplaatsing en beëindiging van de dienst

5

7 484 000

6 485 741

14 147 721,69

XX 01 01 02 03

Eventuele salarisaanpassingen

5

438 000

643 796

 
 

Post XX 01 01 02 — Totaal

 

110 698 000

113 378 408

192 004 019,10

Toelichting

Met betrekking tot de posten 19 01 01 02, 20 01 01 02, 21 01 01 02 en 22 01 01 02, betreffende de delegaties van de Unie in derde landen en bij internationale organisaties, dient dit krediet ten behoeve van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden dat op de lijst van het aantal ambten van de Commissie voorkomt, ter dekking van:

 

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

 

de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen, alsmede betalingen met het oog op de totstandkoming of de handhaving van pensioenrechten in het land van herkomst van tijdelijke functionarissen;

 

de overige toelagen en vergoedingen;

 

de overuren;

 

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldiging van de ambtenaren en de tijdelijke functionarissen;

 

de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar kan besluiten;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen voor ambtenaren die bij indiensttreding of bij benoeming in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, of die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen;

 

de reiskosten, met inbegrip van die van gezinsleden van ambtenaren, bij indiensttreding, bij vertrek of bij overplaatsing met verandering van standplaats;

 

de kosten van verhuizing voor ambtenaren die bij indiensttreding of bij tewerkstelling in een andere standplaats van woonplaats moeten veranderen, of die zich bij de definitieve beëindiging van de dienst in een andere plaats vestigen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening nr. 6/66/Euratom, nr. 121/66/EEG van de Raad van 28 juli 1966 tot vaststelling van de lijst van de plaatsen waar een huisvestingsvergoeding kan worden toegekend alsmede van het maximumbedrag van deze vergoeding en de wijze van toekenning (PB 150 van 12.8.1966, blz. 2749/66).

Verordening nr. 7/66/Euratom, nr. 122/66/EEG van de Raad van 28 juli 1966 tot vaststelling van de lijst van de plaatsen waar een vervoervergoeding kan worden toegekend alsmede van het maximumbedrag van deze vergoeding en de wijze van toekenning (PB 150 van 12.8.1966, blz. 2751/66).

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 357 van 31.12.2002, blz. 1).

XX 01 02     Extern personeel en andere beheersuitgaven

XX 01 02 01   Extern personeel bij de instelling

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

XX 01 02 01

Extern personeel bij de instelling

XX 01 02 01 01

Arbeidscontractanten

5

66 268 808

64 723 037

63 682 730,14

XX 01 02 01 02

Uitzendkrachten en technisch-administratieve bijstand ter ondersteuning van verschillende activiteiten

5

23 810 000

24 294 530

28 514 089,82

XX 01 02 01 03

Tijdelijk bij de instelling gedetacheerde nationale ambtenaren

5

40 316 000

42 226 161

38 644 684,25

 

Post XX 01 02 01 — Totaal

 

130 394 808

131 243 728

130 841 504,21

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven, die op het grondgebied van de Unie worden gedaan:

 

de bezoldiging van arbeidscontractanten (in de zin van titel IV van de Regeling van toepassing op de andere personeelsleden van de Europese Unie), het stelsel van sociale verzekering voor arbeidscontractanten van de instelling zoals beschreven in titel IV, en de kosten van aanpassingscoëfficiënten die op de bezoldiging van dergelijke personeelsleden van toepassing zijn;

 

de bedragen die nodig zijn om arbeidscontractanten die personen met een handicap begeleiden, te vergoeden;

 

uitgaven voor uitzendkrachten, met name beambten en stenotypisten;

 

personeelsuitgaven in het kader van aannemingscontracten voor technische en administratieve bijstand en intellectueledienstprestaties, alsmede uitgaven voor gebouwen en materieel en huishoudelijke uitgaven ten behoeve van het betrokken personeel;

 

uitgaven voor detachering of tijdelijke tewerkstelling bij de diensten van de Commissie van ambtenaren uit de lidstaten en andere deskundigen of voor overleg van korte duur, met name ter voorbereiding van besluiten inzake harmonisatie op verschillende gebieden, alsmede voor uitwisselingen die het de lidstaten mogelijk moeten maken de uniale wetgeving uniform toe te passen;

 

de kosten van de eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten uit de bijdragen van de lidstaten van de EVA in de algemene kosten van de Unie krachtens artikel 82 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten bij de desbetreffende begrotingsrubrieken, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement. Het bedrag van deze ontvangsten wordt geraamd op 194 868 EUR.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van de Zwitserse Bondsstaat aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt op basis van de beschikbare gegevens geraamd op 1 527 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

Richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep (PB L 303 van 2.12.2000, blz. 16).

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Gedragscode ten aanzien van de aanwerving van mensen met een handicap, goedgekeurd door het Bureau van het Europees Parlement op 22 juni 2005.

XX 01 02 02   Extern personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

XX 01 02 02

Extern personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie

XX 01 02 02 01

Salarissen van de andere personeelsleden

5

6 434 000

5 529 652

55 557 419,73

XX 01 02 02 02

Opleiding van jonge deskundigen en gedetacheerde nationale deskundigen

5

3 500 000

3 419 673

5 293 387,84

XX 01 02 02 03

Uitgaven in verband met andere personeelsleden en andere verrichte diensten

5

256 000

247 251

2 067 270,46

 

Post XX 01 02 02 — Totaal

 

10 190 000

9 196 576

62 918 078,03

Toelichting

Met betrekking tot de posten 19 01 02 02, 20 01 02 02, 21 01 02 02 en 22 01 02 02, betreffende extern personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie in derde landen en bij internationale organisaties, dient dit krediet ter dekking van:

 

de bezoldiging van de plaatselijke functionarissen en arbeidscontractanten en de ten laste van de werkgever komende sociale lasten en voorzieningen;

 

de werkgeversbijdragen in de aanvullende socialezekerheidsregeling welke van toepassing is op plaatselijke functionarissen;

 

de prestaties van de uitzend- en zelfstandige krachten.

Voor jonge deskundigen en gedetacheerde nationale deskundigen in opleiding in de delegaties van de Unie dient dit krediet ter dekking van:

 

de financiering of cofinanciering van de uitgaven voor de detachering van jonge deskundigen (academici) bij delegaties van de Unie;

 

de kosten van studiebijeenkomsten die voor jonge diplomaten uit de lidstaten en uit derde landen worden georganiseerd;

 

de uitgaven die verband houden met de detachering of de tijdelijke tewerkstelling van ambtenaren van de lidstaten bij delegaties van de Unie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 45 000 EUR.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

XX 01 02 11   Overige beheersuitgaven van de instelling

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

XX 01 02 11

Overige beheersuitgaven van de instelling

XX 01 02 11 01

Dienstreizen en representatie

5

56 891 000

60 964 817

66 495 198,45

XX 01 02 11 02

Conferenties en vergaderingen

5

27 508 000

30 057 332

30 424 931,—

XX 01 02 11 03

Vergaderingen van comités

5

11 363 000

13 362 900

12 989 606,35

Reserves (40 01 40)

 

2 000 000

   
   

13 363 000

13 362 900

12 989 606,35

XX 01 02 11 04

Studies en adviezen

5

7 900 000

9 368 175

6 604 165,63

XX 01 02 11 05

Informatie- en beheerssystemen

5

26 985 000

26 989 850

36 508 693,25

XX 01 02 11 06

Bijscholing en managementopleidingen

5

14 368 000

16 488 080

17 750 069,73

 

Post XX 01 02 11 — Totaal

 

145 015 000

157 231 154

170 772 664,41

Reserves (40 01 40)

 

2 000 000

   
   

147 015 000

157 231 154

170 772 664,41

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende gedecentraliseerde huishoudelijke uitgaven:

Dienstreizen:

 

vervoerskosten, met inbegrip van de kosten die verband houden met het opstellen van plaatsbewijzen en reserveringen, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor het onder het statuut vallende personeel van de Commissie, alsmede voor de nationale of internationale deskundigen of ambtenaren welke bij de diensten van de Commissie zijn gedetacheerd (terug te ontvangen bedragen van kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen van de Unie of voor rekening van derden, vormen bestemmingsontvangsten).

Representatiekosten:

 

kosten in verband met representatieverplichtingen namens de Commissie in het belang van de dienst, die voor vergoeding in aanmerking komen (er bestaat geen representatieverplichting jegens ambtenaren of andere personeelsleden van de Commissie of van andere instellingen van de Unie).

Kosten van vergaderingen:

 

vergoeding van de kosten voor de werking van door de Commissie ingestelde of bijeengeroepen deskundigengroepen: reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van deskundigen die worden uitgenodigd om deel te nemen aan studiegroepen en werkgroepen, en de overige kosten van dergelijke vergaderingen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur in de plaatsen van vestiging van de instellingen of in de externe vertegenwoordigingen (deskundigen worden vergoed op basis van de besluiten van de Commissie).

Conferenties:

 

uitgaven voor door de Commissie georganiseerde conferenties, congressen en vergaderingen met het oog op de uitvoering van het beleid op de verschillende gebieden, evenals uitgaven voor een netwerk voor organen en instellingen op het gebied van financiële controle, inclusief een jaarlijkse bijeenkomst tussen deze organisaties en leden van de Commissie begrotingscontrole van het Europees Parlement, zoals gevraagd in paragraaf 88 van Resolutie 2006/809/EG, Euratom van het Europees Parlement van 27 april 2006 met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie over het begrotingsjaar 2004, afdeling III — Commissie (PB L 340 van 6.12.2006, blz. 5);

 

uitgaven met betrekking tot de organisatie van conferenties, studiebijeenkomsten, opleidingscursussen en stages voor de ambtenaren van de lidstaten die de door de uniale fondsen gefinancierde acties of de inning van eigen middelen van de Unie beheren of controleren of meewerken aan het systeem van uniale statistieken, alsmede uitgaven voor de ambtenaren van de staten van Midden- en Oost-Europa die de in het kader van de uniale programma’s gefinancierde acties beheren of controleren;

 

uitgaven in verband met de opleiding van ambtenaren uit derde landen, wanneer de uitoefening van hun beheers- of controlefunctie rechtstreeks verband houdt met de bescherming van de financiële belangen van de Unie;

 

uitgaven voor de deelneming door de Commissie aan conferenties, congressen en vergaderingen;

 

inschrijvingskosten voor conferenties, met uitsluiting van uitgaven voor vorming;

 

de kosten voor deelname aan beroepsorganisaties en wetenschappelijke organisaties;

 

de kosten voor verfrissingen, en incidenteel voor lichte maaltijden, die tijdens interne vergaderingen worden verstrekt.

Vergaderingen van comités:

 

reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van deskundigen die zijn opgeroepen in het kader van de krachtens het Verdrag en verordeningen (Raad of Europees Parlement en Raad) opgerichte comités, en overige kosten van de vergaderingen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur in de plaatsen van vestiging van de instellingen of in de externe bureaus (deskundigen worden vergoed op basis van de besluiten van de Commissie).

Studies en raadplegingen:

 

uitgaven voor het verrichten van gespecialiseerde studies en het verstrekken van advies onder contract door hooggekwalificeerde deskundigen (natuurlijke of rechtspersonen) in gevallen waarin de Commissie niet over het nodige personeel beschikt om deze rechtstreeks uit te voeren;

 

uitgaven voor de aankoop van reeds verrichte studies of voor abonnementen bij gespecialiseerde onderzoeksinstituten;

Informatie- en beheerssystemen:

 

ontwikkeling en onderhoud onder contract van informatie- en beheerssystemen;

 

aanschaf en onderhoud van volledige (bedrijfsklare) administratieve informatie- en beheerssystemen (personeelsbeheer, begroting, financiën, boekhouding enz.);

 

studies, documentatie en opleiding in verband met deze systemen, alsmede het beheer van de werkzaamheden;

 

verwerving van kennis en deskundigheid op het gebied van de gegevensverwerking in alle diensten: kwaliteit, veiligheid, technologie, ontwikkelingsmethodologie, beheer van computersystemen enz.;

 

technische ondersteuning van deze systemen en uitvoering van de technische werkzaamheden die nodig zijn voor de goede functionering ervan.

Bijscholing en managementopleidingen:

 

uitgaven voor algemene opleiding met als doel om de vaardigheden van het personeel en de prestaties en de efficiëntie van de instelling te verbeteren:

 

het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften aan en het ontwerp, het opstellen, de realisatie, de evaluatie van en het toezicht op opleiding;

 

het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer;

 

de uitgaven voor het ontwerpen, de realisatie en de evaluatie van de door de diensten van de Commissie georganiseerde opleiding in de vorm van cursussen, seminars of conferenties (instructeurs, reis- en verblijfkosten en didactisch materiaal);

 

kosten voor deelneming aan externe opleiding en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

 

uitgaven in verband met de praktische organisatie van cursussen en uitgaven voor leslokalen, vervoer, maaltijden en het verblijf van deelnemers aan cursussen met verblijf;

 

de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende websites, aankoop van didactisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia;

 

de financiering van didactisch materiaal.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten uit de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) in de algemene kosten van de Unie krachtens artikel 82 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten bij de desbetreffende begrotingsonderdelen, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement. Het bedrag van deze ontvangsten wordt geraamd op 1 027 000 EUR.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van de Zwitserse Bondsstaat aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt op basis van de beschikbare gegevens geraamd op 6 106 200 EUR.

Een deel van dit krediet wordt aangewend voor de totstandbrenging van een voor de gehele Unie geldende methodologie en een robuuste meetcapaciteit per productie-eenheid teneinde bestaande leemten op het gebied van gegevens met betrekking tot duurzaamheidsindicatoren op te vullen en de verdere ontwikkeling te bevorderen van empirische landbouwinstrumenten voor de beloning van producenten die collectieve milieugoederen leveren, met name door de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, met het oog op de hervorming van het GLB in aanloop naar 2020.

Een deel van dit krediet dient ter dekking van een onderzoek naar alle stappen van intelligente productie waarbij bespaard wordt op metalen en mineralen tot de vervanging van mogelijk kritische grondstoffen door minder kritische grondstoffen.

Een andere optie betreft een onderzoek naar de geschiktheid voor hergebruik van onderdelen die schaarse materialen bevatten en of zij duurzamer kunnen worden gemaakt zodat zij van het ene naar het andere product kunnen worden overgebracht. De schaarse grondstoffen en de daarmee verbonden functies hoeven niet noodzakelijk het „zwakke punt” te vormen of te slijten, dus het zou erom kunnen draaien de onderdelen met schaars materiaal te ontwerpen zodat zij een langere levensduur hebben. De maatregel richt zich op apparaten met een groot verloop en voorziet in een later stadium in een voorstel voor passende regelingen om hergebruik te stimuleren.

De mogelijkheid dat gecodeerde gegevens in een product informatie zouden kunnen verschaffen over de vraag waar de schaarse grondstoffen zich bevinden moet worden onderzocht, samen met de vraag hoe deze op een optimale manier kunnen worden gerecycled, alsook informatie over chemische stoffen in producten, zodat een gedifferentieerde behandeling mogelijk wordt (bijvoorbeeld, indien een stof geen risico vormt is verwijdering ervan niet nodig, hetgeen een optimalisering van de kosten voor recyclers betekent).

Onderzoek naar de technische en economische haalbaarheid van dergelijke afzonderlijke identificatie vormt een cruciale uitdaging voor de toekomst. Het zou tevens een belangrijke stap zijn in de richting van daadwerkelijke intellectuele-eigendomsrechten en de voorwaarden creëren voor meer concurrentie en een beter beheer van afgedankte producten.

Voorwaarden om de reserve vrij te maken

De Commissie moet de regels inzake deskundigengroepen op de volgende wijze aanpassen:

 

1.

Schrapping van de verplichting om te streven naar een evenwichtige samenstelling van deskundigengroepen (technische aspecten + deskundigen „op persoonlijke titel”. Verbieden dat een categorie met een enkel belang (zakenleven, vakbond of ander) een meerderheid bezet van de non-gouvernementele en niet-Unie-zetels in een deskundigengroep. Waarborgen bieden tegen de overheersing van speciale en zakelijke belangen.

 

2.

Verbod op het „op persoonlijke titel” zitting hebben in een deskundigengroep van lobbyisten en vertegenwoordigers van bedrijven. De Commissie moet aangeven of leden van een deskundigengroep aanwezig zijn als belanghebbenden of als deskundigen die optreden in het openbaar belang. De laatste categorie moet grondig gecontroleerd worden op belangenconflicten en hun „verklaring van beroepswerkzaamheden” moet openbaar zijn.

 

3.

Gemeenschappelijke selectiecriteria invoeren voor alle Directoraten-generaal om een evenwicht te waarborgen tussen verschillende categorieën belanghebbenden en belangenconflicten voor deskundigen te voorkomen, en een verplichte open selectieprocedure vaststellen met een openbare oproep tot inschrijving en een gepubliceerd mandaat voor elke groep deskundigen dat verder gaat dan het eenvoudigweg vertegenwoordigen van de autoriteiten van de lidstaten.

 

4.

Alle informatie betreffende lidmaatschappen (inclusief affiniteiten), agenda's, notulen en door deelnemers ingediende documenten moeten online beschikbaar zijn, mits er een duidelijke en openbare reden bestaat om deze informatie niet te verstrekken. Rapporten van de groepen moeten worden gepubliceerd voordat ze door de Commissie worden goedgekeurd.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

XX 01 02 12   Overige beheersuitgaven met betrekking tot personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

XX 01 02 12

Overige beheersuitgaven met betrekking tot personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie

XX 01 02 12 01

Dienstreizen, conferenties en representatie

5

6 541 000

7 051 124

15 769 128,97

XX 01 02 12 02

Bijscholing voor het personeel van de delegaties

5

522 000

574 156

1 521 043,41

 

Post XX 01 02 12 — Totaal

 

7 063 000

7 625 280

17 290 172,38

Toelichting

Met betrekking tot de posten 19 01 02 12, 20 01 02 12, 21 01 02 12 en 22 01 02 12 betreffende personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie in derde landen en bij internationale organisaties, dient dit krediet ter dekking van:

 

diverse kosten en vergoedingen voor de overige personeelsleden, onder andere voor juridisch advies;

 

de uitgaven naar aanleiding van de aanwervingsprocedures voor ambtenaren, arbeidscontractanten en plaatselijke functionarissen, met name advertentiekosten, reis- en verblijfkosten, de ongevallenverzekering voor de opgeroepen kandidaten, de kosten die voortvloeien uit de organisatie van de gezamenlijke aanwervingsexamens, en de kosten voor het medische onderzoek bij indiensttreding;

 

kosten voor de aankoop, de vervanging, de aanpassing en het onderhoud van in de delegaties geplaatste apparatuur voor medische doeleinden;

 

de kosten van het jaarlijks medisch onderzoek van ambtenaren, arbeidscontractanten en plaatselijke functionarissen, onder andere van in het kader daarvan verrichte analyses en tests, uitgaven voor culturele activiteiten en initiatieven ter bevordering van sociale contacten;

 

de medische kosten van plaatselijke functionarissen met een arbeidsovereenkomst naar plaatselijk recht, dokters- en tandartskosten, en de kosten in verband met het aidsbeleid op de arbeidsplaats;

 

de vaste ambtsvergoeding voor ambtenaren die gezien de aard van de hun toevertrouwde taken regelmatig representatiekosten moeten maken, en de vergoeding van de kosten die de daartoe gemachtigde ambtenaren van de Commissie/Unie hebben moeten maken om aan de representatieverplichtingen namens de Commissie in het belang van de dienst en in het kader van hun werkzaamheden te voldoen (voor de delegaties van de Unie op het grondgebied van de Unie wordt een deel van de huisvestingskosten gedekt door de vaste ambtsvergoeding);

 

vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor de ambtenaren en andere personeelsleden;

 

vervoerskosten en dagvergoedingen in verband met het vervoer van zieken;

 

uitgaven die het gevolg zijn van crisissituaties, inclusief de vergoedingen van reis- en verblijfkosten en dagvergoedingen.

 

uitgaven voor algemene en taalopleiding met als doel om de vaardigheden van het personeel en de prestaties van de instelling te verbeteren:

 

het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften aan en het ontwerpen, het opstellen, de realisatie, de evaluatie van en het toezicht op opleiding;

 

het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, planning, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer;

 

de uitgaven voor het ontwerpen, de realisatie en de evaluatie van de door de diensten van de Commissie of de EDEO georganiseerde opleiding in de vorm van cursussen, seminars of conferenties (instructeurs, reis- en verblijfkosten en didactisch materiaal);

 

de uitgaven voor de praktische en logistieke aspecten van het organiseren van cursussen, waaronder de uitgaven voor leslokalen, vervoer en de huur van uitrusting voor opleiding en plaatselijke en regionale seminars alsook voor diverse verwante kosten als verfrissingen en maaltijden;

 

de kosten in verband met het deelnemen aan conferenties en colloquia, en inschrijvingskosten voor beroepsorganisaties en wetenschappelijke organisaties;

 

de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende internetsites, aankoop van pedagogisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 14 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

XX 01 03     Uitgaven voor materieel, meubilair, diensten en gebouwen

XX 01 03 01   Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten van de Commissie

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

XX 01 03 01

Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten van de Commissie

XX 01 03 01 03

Materieel en meubilair

5

72 548 000

78 094 402

86 797 475,76

XX 01 03 01 04

Diensten en andere exploitatiekosten

5

51 845 000

52 897 887

59 399 777,02

 

Post XX 01 03 01 — Totaal

 

124 393 000

130 992 289

146 197 252,78

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

 

kosten voor aankoop, huur, onderhoud en herstelling van meubilair, met name:

 

uitgaven voor de aankoop van kantoormeubilair en speciaal meubilair, met inbegrip van ergonomisch meubilair, rekken voor de archieven enz.;

 

de vervanging van verouderd en afgedankt meubilair;

 

de uitrusting met speciaal materieel van bibliotheken (kaartsystemen, rekken, cataloguskasten enz.);

 

de huur van meubilair;

 

kosten voor onderhoud en herstelling van het meubilair (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de Commissie, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

uitgaven voor werkuitrusting, met name:

 

aanschaf van uniformen voor bodes en chauffeurs;

 

aanschaf en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en voor het personeel dat werkzaamheden moet verrichten waarbij bescherming nodig is tegen slechte weersomstandigheden en koude, abnormale slijtage en bevuiling;

 

aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG;

 

aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden, producten voor de reprografische diensten, en kosten van uitbesteding van drukwerk;

 

andere werkingsuitgaven, zoals:

 

uitgaven in verband met de uitrusting van gebouwen op het gebied van telecommunicatie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van de telefooncentrales en de lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercom- en mobilofoonsystemen, alsmede de uitgaven voor de informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en de uitgaven voor de daarmee samenhangende diensten (beheer, ondersteuning, documentatie, installatie, en verhuizing);

 

aankoop, huur of leasing van computers, terminals, microcomputers, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, alsmede de voor hun werking benodigde programmatuur;

 

aankoop, huur of leasing van apparatuur voor de weergave van de informatie op papier, zoals printers, faxtoestellen, fotokopieerapparaten, scanners en microkopieerapparaten;

 

aankoop, huur of leasing van schrijfmachines, tekstverwerkers en alle in kantoren gebruikte elektronische apparatuur;

 

installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur;

 

de financiering van de ontwikkeling en de exploitatie van de website Europa op het internet: Europa is de gemeenschappelijke server van alle Europese instellingen waarmee elke Europese burger, waar hij of zij ook woont, zich volledig online kan informeren over de doelstellingen van de Europese Unie, de opbouw van haar instellingen en haar huidig en toekomstig beleid. Het doel is ook een brievenbus te creëren die de burgers de mogelijkheid biedt in contact te treden met de diverse instellingen van de Europese Unie. De betrokken diensten leggen te zijner tijd het Europees Parlement een verslag voor over de activiteit van de Europa-site, met inbegrip van de interinstitutionele informatie en de ontwikkeling van de brievenbus, alsmede de ondersteuning die deze biedt voor de leden van het Europees Parlement in hun contact met het grote publiek (feitelijke informatie);

 

de kosten voor de verwezenlijking en ontwikkeling van de website van de Commissie (IntraComm) en voor de uitgave van het weekblad „Commission en direct”;

 

de uitgaven voor abonnementen op en het gebruik van externe elektronische informatie- en gegevensbanken en de verwerving van elektronische informatiedragers (cd-roms enz.);

 

de uitgaven in verband met de voor het gebruik van deze informatie benodigde opleiding en ondersteuning;

 

abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, telegraaf, telex, televisie, teleconferentie, videoconferentie), alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica enz., en de aankoop van abonneelijsten;

 

kosten van telefoongesprekken en computerverbindingen tussen de verschillende gebouwen en voor de internationale telecommunicatie tussen de verschillende vestigingen van de Unie;

 

kosten van technische en logistieke ondersteuning, opleiding en andere activiteiten van algemeen belang met betrekking tot computerapparatuur en -programmatuur, opleiding op het gebied van de informatica van algemeen belang, abonnementen voor de technische documentatie op papier of op elektronische drager enz., extern personeel, servicebureaus, abonnementen bij internationale organisaties enz., veiligheidsstudies en kwaliteitsbewaking op het gebied van computerapparatuur en programmatuur;

 

de uitgaven betreffende het Rekencentrum:

 

aankoop, huur of leasing van computers, randapparatuur en programmatuur van het Rekencentrum, alsmede helpdesks;

 

onderhoud, ondersteuning, studies, documentatie, opleiding en benodigdheden voor deze apparatuur, alsmede extern personeel belast met exploitatiewerkzaamheden;

 

het onder contract ontwikkelen en onderhouden van de voor de werking van het Rekencentrum benodigde programmatuur.

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven binnen het grondgebied van de Unie, met uitzondering van de bureaus in de Unie, waarvan de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van de Zwitserse Bondsstaat aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig het bepaalde in artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 20 810 000 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

XX 01 03 02   Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven met betrekking tot personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

XX 01 03 02

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven met betrekking tot personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie

XX 01 03 02 01

Aankoop, huur en daarmee samenhangende uitgaven

5

46 690 000

43 837 830

125 777 682,47

XX 01 03 02 02

Materieel, meubilair, leveringen en diensten

5

9 694 000

10 507 175

30 123 856,70

 

Post XX 01 03 02 — Totaal

 

56 384 000

54 345 005

155 901 539,17

Toelichting

Met betrekking tot de posten 19 01 03 02, 20 01 03 02, 21 01 03 02 en 22 01 03 02, betreffende personeel van de Commissie in de delegaties van de Unie in derde landen en bij internationale organisaties, dient dit krediet ter dekking van:

 

tijdelijke ontheemdingstoelagen en dagvergoedingen;

 

huur en lasten van gebouwen van de delegaties van de Unie buiten de Unie:

 

voor alle gebouwen of gedeelten van gebouwen die worden gebruikt voor de bureaus van de delegaties van de Unie of door ambtenaren met standplaats buiten de Unie: huur (met inbegrip van tijdelijke huisvesting) en fiscale lasten, verzekeringspremies, uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden en grote reparaties, lopende uitgaven inzake de beveiliging van personen en goederen (lettercombinaties, safes, hekwerken enz.);

 

voor alle gebouwen of gedeelten van gebouwen die worden gebruikt voor de bureaus van de delegaties van de Unie en de ambtswoningen van de gedelegeerden: de kosten van water, gas, elektriciteit en verwarming, voor onderhoud en reparatie, van interne verhuizing, inrichting en verhuizingen en de andere lopende uitgaven (met name straatbelasting, vuilnisophaaldienst, bewegwijzering enz.);

 

huur en lasten van gebouwen voor de delegaties van de Unie op het grondgebied van de Unie:

 

voor alle gebouwen of gedeelten van gebouwen die worden gebruikt voor de bureaus van de delegaties van de Unie: huur, kosten van water, gas, elektriciteit en verwarming, verzekeringspremies, kosten van onderhoud en reparatie, de uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden en grote reparaties, de uitgaven voor beveiliging, met name bewakingscontracten, huur en vervanging van brandblussers, aankoop en onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, vervanging van de uitrusting van ambtenaren die bij de vrijwillige brandweer aangesloten zijn, kosten van wettelijke controles enz.;

 

voor gebouwen of gedeelten van gebouwen die door ambtenaren worden bewoond: de vergoeding van uitgaven voor woningbeveiliging;

 

de aankoop van bouwgronden en gebouwen (aankoop of huurkoop) en de bouw van kantoor- of woongebouwen, met inbegrip van de kosten van voorbereidende studies en diverse honoraria;

 

aankoop, huur, leasing, onderhoud en reparatie van meubilair en uitrusting, met name audiovisuele apparatuur, uitrusting voor archieven, reprografische diensten, bibliotheken en tolkendiensten, en gespecialiseerde kantooruitrusting (fotokopieerapparaten, aflees- en reproductieapparaten, faxtoestellen enz.), alsmede de aanschaf van documentatie en benodigdheden in verband met genoemde uitrusting;

 

aanschaf, onderhoud en reparatie van technisch materieel zoals generatoren en airconditioningapparatuur, en de kosten voor de installatie en de uitrusting van het bij de delegaties geplaatste materieel voor sociale doeleinden;

 

aankoop, vervanging, huur, leasing, onderhoud en reparatie van vervoermaterieel, met inbegrip van de uitrusting daarvan;

 

de verzekeringspremies voor de voertuigen;

 

de aankoop van boeken, documenten en andere niet-periodieke publicaties inclusief bijwerkingen daarvan, alsmede de kosten voor abonnementen op dagbladen, tijdschriften en diverse publicaties en voor het inbinden en conserveren van periodieke boekwerken;

 

abonnementen op persbureaus;

 

aankoop van papier, enveloppen, kantoorbehoeften en benodigdheden voor de reprografische diensten, en uitbesteding van drukwerk;

 

kosten van vervoer en inklaring van materieel, aankoop en reiniging van uniformen voor bodes, chauffeurs enz., diverse verzekeringen (met name burgerrechtelijke aansprakelijkheid, diefstal enz.), kosten in verband met interne vergaderingen (verfrissingen, maaltijden die bij bijzondere gelegenheden worden verstrekt);

 

kosten van studies, enquêtes en raadplegingen in het kader van de administratieve werking van de delegaties van de Unie, alsmede van alle andere huishoudelijke uitgaven waarin niet in het bijzonder is voorzien in de andere posten van dit artikel;

 

frankeringskosten voor correspondentie, verslagen en publicaties evenals de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, over de weg, per boot of per spoor;

 

kosten van de diplomatieke koerier;

 

meubilair en uitrusting voor de ter beschikking van de ambtenaren gestelde woningen;

 

aankoop, huur of leasing van informatica-apparatuur, met name computers, terminals, microcomputers, randapparatuur en aansluitingsapparatuur, en van de voor de functionering daarvan benodigde programmatuur;

 

de aan derden toevertrouwde werkzaamheden, met name in verband met de ontwikkeling, het onderhoud en de ondersteuning van de computersystemen in de delegaties van de Unie;

 

aankoop, huur of huurkoop van apparatuur voor de weergave van informatie op papier, zoals printers en scanners;

 

aankoop, huur of huurkoop van telefooncentrales en -verdeelsystemen, van apparatuur voor gegevenstransmissie en van de voor de functionering daarvan benodigde programmatuur;

 

abonnementskosten, kosten van gesprekken via kabel of radioverbinding (telefoon, telegraaf, telex, fax), kosten van netwerken voor gegevenstransmissie en van telematicadiensten enz. alsmede kosten van de aankoop van abonneelijsten;

 

installatie, configuratie, onderhoud, ondersteuning, bijstand, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur;

 

verrichtingen inzake actieve veiligheid in de delegaties in noodgevallen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 380 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

XX 01 05     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor onderzoek onder contract

XX 01 05 01   Salarissen en vergoedingen voor personeel in actieve dienst voor onderzoek onder contract

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

193 701 000

192 900 000

188 920 658,20

Toelichting

De onderstaande opmerkingen gelden voor alle beleidsterreinen (Ondernemingen en industrie, Mobiliteit en vervoer, Onderzoek, Informatiemaatschappij en media, Onderwijs en cultuur, Energie) die betrokken zijn bij werkzaamheden onder contract in het kader van het zevende kaderprogramma voor onderzoek.

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor onder het Statuut vallend personeel op posten die deel uitmaken van de goedgekeurde personeelsformaties die betrokken zijn bij werkzaamheden onder contract in het kader van de nucleaire en niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van personeel werkzaam in de delegaties van de Unie.

De verdeling van de kredieten voor de personeelsuitgaven ziet er als volgt uit:

 

Programma

Kredieten

Nucleair kaderprogramma

23 456 000

Niet-nucleair kaderprogramma

170 245 000

Totaal

193 701 000

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Besluit 2006/970/Euratom van de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 60).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

Beschikking 2006/972/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Ideeën” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 243).

Beschikking 2006/973/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Mensen” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 271).

Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 300).

Beschikking 2006/976/Euratom van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 405).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (COM(2011) 72), door de Commissie ingediend op 7 maart 2011.

Voorstel voor een verordening van de Raad (Euratom) tot vaststelling van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties onder contract ingevolge het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2012-2013) (COM(2011) 71), door de Commissie ingediend op 7 maart 2011.

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het specifieke programma dat moet worden uitgevoerd door middel van acties onder contract voor de implementatie van het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (COM(2011) 73), door de Commissie ingediend op 7 maart 2011.

XX 01 05 02   Extern personeel voor onderzoek onder contract

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

47 262 000

48 557 000

45 147 197,44

Toelichting

De onderstaande opmerkingen gelden voor alle beleidsterreinen (Ondernemingen en industrie, Mobiliteit en vervoer, Onderzoek, Informatiemaatschappij en media, Onderwijs en cultuur, Energie) die betrokken zijn bij werkzaamheden onder contract voor het zevende kaderprogramma voor onderzoek.

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor extern personeel voor al het beheer van onderzoek in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de nucleaire en niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van extern personeel werkzaam in de delegaties van de Unie.

De verdeling van de kredieten voor de personeelsuitgaven ziet er als volgt uit:

 

Programma

Kredieten

Nucleair kaderprogramma

1 637 000

Niet-nucleair kaderprogramma

45 625 000

Totaal

47 262 000

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Besluit 2006/970/Euratom van de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 60).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

Beschikking 2006/972/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Ideeën” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 243).

Beschikking 2006/973/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Mensen” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 271).

Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 300).

Beschikking 2006/976/Euratom van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 405).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (COM(2011) 72), door de Commissie ingediend op 7 maart 2011.

Voorstel voor een verordening van de Raad (Euratom) tot vaststelling van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties onder contract ingevolge het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2012-2013) (COM(2011) 71), door de Commissie ingediend op 7 maart 2011.

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het specifieke programma dat moet worden uitgevoerd door middel van acties onder contract voor de implementatie van het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (COM(2011) 73), door de Commissie ingediend op 7 maart 2011.

XX 01 05 03   Overige beheersuitgaven voor onderzoek onder contract

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

80 233 000

87 718 000

85 434 796,20

Toelichting

De onderstaande opmerkingen gelden voor alle beleidsterreinen (Ondernemingen en industrie, Mobiliteit en vervoer, Onderzoek, Informatiemaatschappij en media, Onderwijs en cultuur, Energie) die betrokken zijn bij werkzaamheden onder contract voor het zevende kaderprogramma voor onderzoek.

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor andere administratieve uitgaven voor al het beheer van onderzoek in de vorm van werkzaamheden onder contract in het kader van de nucleaire en niet-nucleaire programma’s, met inbegrip van andere administratieve uitgaven door personeel werkzaam in de delegaties van de Unie.

De verdeling van de kredieten voor de personeelsuitgaven ziet er als volgt uit:

 

Programma

Kredieten

Nucleair kaderprogramma

9 961 000

Niet-nucleair kaderprogramma

70 272 000

Totaal

80 233 000

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Besluit 2006/970/Euratom van de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 60).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

Beschikking 2006/972/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Ideeën” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 243).

Beschikking 2006/973/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Mensen” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 271).

Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 300).

Beschikking 2006/976/Euratom van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 405).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (COM(2011) 72), door de Commissie ingediend op 7 maart 2011.

Voorstel voor een verordening van de Raad (Euratom) tot vaststelling van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties onder contract ingevolge het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2012-2013) (COM(2011) 71), door de Commissie ingediend op 7 maart 2011.

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het specifieke programma dat moet worden uitgevoerd door middel van acties onder contract voor de implementatie van het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (COM(2011) 73), door de Commissie ingediend op 7 maart 2011.

TITEL 01

ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2012 en 2011) en van de uitvoering (2010)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

01 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN”

67 646 707

67 646 707

65 966 059

65 966 059

65 794 038,28

65 794 038,28

Reserves (40 01 40)

329 267

329 267

40 929

40 929

   
 

67 975 974

67 975 974

66 006 988

66 006 988

65 794 038,28

65 794 038,28

01 02

ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE

14 500 000

13 082 630

15 108 000

15 321 074

15 216 414,61

12 795 767,22

01 03

INTERNATIONALE ECONOMISCHE EN FINANCIËLE KWESTIES

95 550 000

79 050 000

35 004 046

92 654 634

90 103 558,—

101 036 091,74

01 04

FINANCIËLE VERRICHTINGEN EN INSTRUMENTEN

433 180 000

350 895 107

303 880 000

167 445 370

279 687 829,—

109 319 055,79

 

Titel 01 — Totaal

610 876 707

510 674 444

419 958 105

341 387 137

450 801 839,89

288 944 953,03

Reserves (40 01 40)

329 267

329 267

40 929

40 929

   
 

611 205 974

511 003 711

419 999 034

341 428 066

450 801 839,89

288 944 953,03

HOOFDSTUK 01 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

01 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN”

01 01 01

Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Economische en financiële zaken”

5

54 238 966

53 851 820

52 036 042,60

Reserves (40 01 40)

   

40 929

 
   

54 238 966

53 892 749

52 036 042,60

01 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Economische en financiële zaken”

01 01 02 01

Extern personeel

5

4 337 593

3 706 415

3 961 894,67

01 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5

5 127 344

4 260 715

5 536 934,34

Reserves (40 01 40)

 

329 267

   
   

5 456 611

4 260 715

5 536 934,34

 

Artikel 01 01 02 — Subtotaal

 

9 464 937

7 967 130

9 498 829,01

Reserves (40 01 40)

 

329 267

   
   

9 794 204

7 967 130

9 498 829,01

01 01 03

Uitgaven in verband met materieel, meubilair en diensten en overige werkingsuitgaven voor het beleidsterrein „Economische en financiële zaken”

01 01 03 01

Uitgaven in verband met materieel, meubilair en diensten voor het beleidsterrein „Economische en financiële zaken”

5

3 642 804

3 902 109

4 037 824,39

01 01 03 04

Overige werkingsuitgaven

5

300 000

245 000

221 342,28

 

Artikel 01 01 03 — Subtotaal

 

3 942 804

4 147 109

4 259 166,67

 

Hoofdstuk 01 01 — Totaal

 

67 646 707

65 966 059

65 794 038,28

Reserves (40 01 40)

 

329 267

40 929

 
   

67 975 974

66 006 988

65 794 038,28

01 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Economische en financiële zaken”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

01 01 01

54 238 966

53 851 820

52 036 042,60

Reserves (40 01 40)

 

40 929

 

Totaal

54 238 966

53 892 749

52 036 042,60

01 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Economische en financiële zaken”

01 01 02 01   Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

4 337 593

3 706 415

3 961 894,67

01 01 02 11   Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

01 01 02 11

5 127 344

4 260 715

5 536 934,34

Reserves (40 01 40)

329 267

   

Totaal

5 456 611

4 260 715

5 536 934,34

01 01 03     Uitgaven in verband met materieel, meubilair en diensten en overige werkingsuitgaven voor het beleidsterrein „Economische en financiële zaken”

01 01 03 01   Uitgaven in verband met materieel, meubilair en diensten voor het beleidsterrein „Economische en financiële zaken”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

3 642 804

3 902 109

4 037 824,39

01 01 03 04   Overige werkingsuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

300 000

245 000

221 342,28

Toelichting

Oude post 01 01 03 04 (ten dele)

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

 

uitgaven in verband met de uitrusting van gebouwen op het gebied van telecommunicatie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van de telefooncentrales en de lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercom- en mobilofoonsystemen, alsmede de uitgaven voor de informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en de uitgaven voor de daarmee samenhangende diensten (beheer, ondersteuning, documentatie, installatie, verhuizing);

 

aankoop, huur of leasing, installatie en onderhoud van elektronische kantoorapparatuur, computers, terminals, microcomputers, randapparatuur en aansluitingsapparatuur alsmede van de benodigde software;

 

uitgaven voor abonnementen op en het gebruik van externe elektronische informatie- en gegevensbanken en de verwerving van elektronische informatiedragers (cd-roms, enz.);

 

uitgaven in verband met de voor het gebruik van deze informatie benodigde opleiding en ondersteuning;

 

abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, telegraaf, telex, televisie, teleconferentie, videoconferentie) alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica, enz., en de aankoop van abonneelijsten;

 

kosten voor verbinding met telecommunicatienetwerken zoals SWIFT (interbancair) en CoreNet (beveiligd netwerk dat door de ECB is opgezet) en aanverwante infrastructuur en diensten;

 

installatie, configuratie, onderhoud, studies, beoordelingen, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

HOOFDSTUK 01 02 — ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

01 02

ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE

01 02 02

Coördinatie van en toezicht op de Economische en monetaire unie

5

9 000 000

9 000 000

9 608 000

9 608 000

8 587 980,01

7 139 998,87

01 02 04

Prince — Voorlichting over de economische en monetaire unie, met inbegrip van de euro

1.1

5 500 000

4 082 630

5 500 000

5 713 074

6 628 434,60

5 655 768,35

 

Hoofdstuk 01 02 — Totaal

 

14 500 000

13 082 630

15 108 000

15 321 074

15 216 414,61

12 795 767,22

01 02 02     Coördinatie van en toezicht op de Economische en monetaire unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

9 000 000

9 000 000

9 608 000

9 608 000

8 587 980,01

7 139 998,87

Toelichting

Oud artikel 01 02 02 en oude post 01 01 03 04 (ten dele)

Dit krediet dient ter dekking van de uitvoering of voortzetting van enquêtes in de lidstaten en voor de invoering ervan in de kandidaat-lidstaten. Daarbij gaat het om de volgende enquêtes:

 

op grond van besluiten van de Commissie van 15 november 1961:

 

maandelijkse conjunctuurenquête bij het bedrijfsleven in de Gemeenschap (sedert 1962);

 

conjunctuurenquête in de bouwsector (sedert 1963);

 

conjunctuurenquête inzake de investeringen (sedert 1966);

 

conjunctuurenquête in de detailhandel;

 

conjunctuurenquête in de dienstensector;

 

enquête ad hoc over actuele onderwerpen;

 

op grond van het besluit van de Raad van 15 september 1970:

 

conjunctuurenquête van de Europese Economische Gemeenschap onder de consumenten (sedert 1972).

Dit krediet dient ook ter dekking van de kosten van studies, workshops, conferenties, analyses, evaluaties, publicaties, technische bijstand, de aankoop en het onderhoud van databases en software en de medefinanciering en ondersteuning van maatregelen in verband met:

 

het toezicht op de economie, de analyse van gecombineerde maatregelen en de coördinatie van het economische beleid;

 

de externe aspecten van de economische en monetaire unie (EMU);

 

de macro-economische ontwikkelingen in de eurozone;

 

het toezicht op de structurele hervormingen en de verbetering van de functionering van de markten in de EMU;

 

de coördinatie met de Europese financiële instellingen, de analyse en ontwikkeling van de financiële markten en de opgenomen en verstrekte leningen waarbij lidstaten betrokken zijn;

 

de samenwerking met de economische actoren en besluitvormers op de bovengenoemde gebieden;

 

de uitbreiding van de EMU.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 000 EUR.

Rechtsgronden

Taken die voortvloeien uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak als bepaald in artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

01 02 04     Prince — Voorlichting over de economische en monetaire unie, met inbegrip van de euro

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

5 500 000

4 082 630

5 500 000

5 713 074

6 628 434,60

5 655 768,35

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van prioritaire voorlichtingsacties met betrekking tot de uniale beleidsterreinen betreffende alle aspecten van de regels en de werking van de EMU, alsmede met betrekking tot de voordelen van nauwere beleidscoördinatie en structurele hervormingen, alsmede ter dekking van de bij burgers, lagere overheden en ondernemingen bestaande behoefte aan informatie over de euro.

Deze actie wordt gezien als een efficiënt instrument voor communicatie en dialoog tussen de burgers van de Europese Unie en de instellingen van de Unie. In deze actie wordt rekening gehouden met de specifieke nationale en regionale kenmerken, in nauwe samenwerking met de autoriteiten van de lidstaten. Er wordt bijzondere nadruk gelegd op de voorbereiding van de burgers in de nieuwe lidstaten op de invoering van de euro.

De actie omvat:

 

partnerschapsovereenkomsten met de lidstaten die communicatiecampagnes over de euro of over de economische en monetaire unie (EMU) willen opzetten;

 

nauwe samenwerking met en netwerkvorming tussen alle lidstaten in het kader van het netwerk van voorlichtingsverantwoordelijken voor EMU-aangelegenheden;

 

de ontwikkeling van communicatieactiviteiten op centraal niveau (brochures, folders, nieuwsbrieven, ontwerp, ontwikkeling en onderhoud van websites, tentoonstellingen, standen, conferenties, seminars, audiovisuele producten, opiniepeilingen, onderzoeken, studies, promotiemateriaal, jumelageprogramma's enz.);

 

voorlichtingsinitiatieven in derde landen om met name te wijzen op de internationale rol van de euro en op het belang van financiële integratie.

Bij de uitvoering van deze begrotingslijn moet de Commissie rekening houden met de resultaten van de vergaderingen van de Interinstitutionele Groep voorlichting (IGV).

De Commissie heeft haar voorlichtingsstrategie uiteengezet in een mededeling over de uitvoering van een voorlichtings- en communicatiestrategie over de euro en de economische en monetaire unie — COM(2004) 552 definitief) aangenomen door het College op 11 augustus 2004. De voorlichtingsstrategie wordt in nauwe samenwerking met de lidstaten en het Europees Parlement uitgevoerd.

De Commissie brengt periodiek verslag uit aan de desbetreffende commissie van het Europees Parlement over de uitvoering van het programma en over de planning voor het volgende jaar.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak als bedoeld in artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

HOOFDSTUK 01 03 — INTERNATIONALE ECONOMISCHE EN FINANCIËLE KWESTIES

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

01 03

INTERNATIONALE ECONOMISCHE EN FINANCIËLE KWESTIES

01 03 01

Deelneming in het kapitaal van internationale financiële instellingen

01 03 01 01

Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling — Terbeschikkingstelling van de te storten bedragen van het geplaatste kapitaal

4

34 460 570

4 101 987

0,—

0,—

01 03 01 02

Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling — Opvraagbaar gedeelte van het geplaatste kapitaal

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

   
 

Artikel 01 03 01 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

34 460 570

4 101 987

0,—

0,—

01 03 02

Macro-economische bijstand

4

95 550 000

79 050 000

543 476

88 552 647

90 103 558,—

101 036 091,74

 

Hoofdstuk 01 03 — Totaal

 

95 550 000

79 050 000

35 004 046

92 654 634

90 103 558,—

101 036 091,74

01 03 01     Deelneming in het kapitaal van internationale financiële instellingen

01 03 01 01   Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling — Terbeschikkingstelling van de te storten bedragen van het geplaatste kapitaal

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

34 460 570

4 101 987

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het kapitaal dat de Unie bij de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) heeft geplaatst.

Rechtsgronden

Besluit 90/674/EEG van de Raad van 19 november 1990 betreffende de sluiting van de overeenkomst tot oprichting van een Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (PB L 372 van 31.12.1990, blz. 1).

Besluit 97/135/EG van de Raad van 17 februari 1997 inzake inschrijving door de Europese Gemeenschap op nieuwe aandelen die worden uitgegeven ingevolge het besluit om het kapitaal van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling te verdubbelen (PB L 52 van 22.2.1997, blz. 15).

01 03 01 02   Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling — Opvraagbaar gedeelte van het geplaatste kapitaal

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het kapitaal dat de Unie bij de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) heeft geplaatst.

Het eigen kapitaal van de EBWO bedraagt thans 20 000 000 000 EUR, waarbij in totaal 600 000 000 EUR van het aandelenkapitaal (3 %) is geplaatst door de Unie. Van dit geplaatste aandelenkapitaal is 157 500 000 EUR volstort, hetgeen betekent dat er nog een opvraagbaar gedeelte van 442 500 000 EUR rest.

Rechtsgronden

Besluit 90/674/EEG van de Raad van 19 november 1990 betreffende de sluiting van de overeenkomst tot oprichting van een Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (PB L 372 van 31.12.1990, blz. 1).

Besluit 97/135/EG van de Raad van 17 februari 1997 inzake inschrijving door de Europese Gemeenschap op nieuwe aandelen die worden uitgegeven ingevolge het besluit om het kapitaal van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling te verdubbelen (PB L 52 van 22.2.1997, blz. 15).

Besluit nr. 1219/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende de inschrijving door de Europese Unie op nieuwe aandelen in het kapitaal van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) ingevolge het besluit dit kapitaal te verhogen (PB L 313 van 26.11.2011, blz. 1).

01 03 02     Macro-economische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

95 550 000

79 050 000

543 476

88 552 647

90 103 558,—

101 036 091,74

Toelichting

Deze uitzonderlijke bijstand is gericht op verlichting van de financiële problemen van bepaalde derde landen die te kampen hebben met macro-economische problemen, namelijk tekorten op de betalingsbalans en/of ernstige budgettaire onevenwichtigheden.

De bijstand houdt direct verband met de uitvoering door de begunstigde landen van maatregelen voor macro-economische stabilisering en structurele aanpassing. De maatregelen van de Unie vormen in het algemeen een aanvulling op die van het Internationaal Monetair Fonds, waarbij coördinatie met andere bilaterale donoren plaatsvindt.

De Commissie brengt de begrotingsautoriteit tweemaal per jaar op de hoogte van de macro-economische situatie in de begunstigde landen en brengt eenmaal per jaar uitvoerig verslag uit van deze bijstandsverlening.

De kredieten van dit artikel dienen eveneens ter dekking van financiële steun voor de wederopbouw van de gebieden in Georgië die getroffen zijn door het conflict met Rusland. De acties moeten hoofdzakelijk tot doel hebben de macro-economische situatie in het land te stabiliseren. Het totale financiële pakket van de steun werd vastgesteld op een internationale donorconferentie in 2008.

Rechtsgronden

Besluit 2006/880/EG van de Raad van 30 november 2006 tot toekenning van uitzonderlijke financiële bijstand aan Kosovo (PB L 339 van 6.12.2006, blz. 36).

Besluit 2007/860/EG van de Raad van 10 december 2007 tot toekenning van communautaire macrofinanciële bijstand aan Libanon (PB L 337 van 21.12.2007, blz. 111).

Besluit 2009/889/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Georgië (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 1).

Besluit 2009/890/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Armenië (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 3).

HOOFDSTUK 01 04 — FINANCIËLE VERRICHTINGEN EN INSTRUMENTEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

01 04

FINANCIËLE VERRICHTINGEN EN INSTRUMENTEN

01 04 01

Garanties van de Europese Unie voor door de Unie en Euratom opgenomen leningen en voor door de EIB verstrekte leningen

01 04 01 01

Garantie van de Europese Unie voor door de Unie opgenomen leningen ter ondersteuning van de betalingsbalansen

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

01 04 01 02

Garantie voor door Euratom opgenomen leningen

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

01 04 01 03

Garantie van de Europese Unie voor door de Unie opgenomen leningen voor financiële bijstand in het kader van het Europees financieel stabilisatiemechanisme

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

   

01 04 01 04

Garantie van de Europese Unie voor door de Unie opgenomen leningen voor macrofinanciële bijstand aan derde landen

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

01 04 01 05

Garantie voor de door Euratom opgenomen leningen voor de verbetering van de efficiëntie en de veiligheid van kerncentrales in de landen van Midden- en Oost-Europa, alsmede in het Gemenebest van onafhankelijke staten

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

01 04 01 06

Garantie van de Europese Unie voor door de Europese Investeringsbank aan derde landen verstrekte leningen

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

01 04 01 14

Voorziening van het Garantiefonds

4

260 170 000

260 170 000

138 880 000

138 880 000

93 810 000,—

93 810 000,—

 

Artikel 01 04 01 — Subtotaal

 

260 170 000

260 170 000

138 880 000

138 880 000

93 810 000,—

93 810 000,—

01 04 04

Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma voor ondernemerschap en innovatie

1.1

173 010 000

90 725 107

165 000 000

28 565 370

170 370 130,05

1 862 579,05

01 04 05

Afronding van het programma voor ondernemingen: verbetering van het financiële klimaat voor het midden- en kleinbedrijf (mkb)

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

01 04 06

Afronding van het initiatief „Werkgelegenheid” (1998-2000)

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

01 04 09

Europees Investeringsfonds

01 04 09 01

Europees Investeringsfonds — Terbeschikkingstelling van de volstorte bedragen van het geplaatste kapitaal

1.1

13 507 698,95

13 646 476,74

01 04 09 02

Europees Investeringsfonds — Opvraagbaar gedeelte van het geplaatste kapitaal

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

Artikel 01 04 09 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

13 507 698,95

13 646 476,74

01 04 10

Nucleaire veiligheid

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

2 000 000,—

0,—

 

Hoofdstuk 01 04 — Totaal

 

433 180 000

350 895 107

303 880 000

167 445 370

279 687 829,—

109 319 055,79

01 04 01     Garanties van de Europese Unie voor door de Unie en Euratom opgenomen leningen en voor door de EIB verstrekte leningen

01 04 01 01   Garantie van de Europese Unie voor door de Unie opgenomen leningen ter ondersteuning van de betalingsbalansen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

De garantie van de Unie betreft leningen betrokken op de kapitaalmarkten of van financiële instellingen. Het bedrag in hoofdsom dat in leningen aan de lidstaten kan worden toegekend is beperkt tot 50 000 000 000 EUR.

Deze post dient voor de opname in de begroting van de door de Unie verstrekte garantie. Aldus kan de Commissie de schuldendienst betalen wanneer debiteuren in gebreke blijven.

Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de schuldendienst tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. In dat geval is artikel 12 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1) van toepassing.

In een specifieke bijlage bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de door de algemene begroting gegarandeerde opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 332/2002 van de Raad van 18 februari 2002 houdende instelling van een mechanisme voor financiële ondersteuning op middellange termijn van de betalingsbalansen van de lidstaten (PB L 53 van 23.2.2002, blz. 1).

Beschikking 2009/102/EG van de Raad van 4 november 2008 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Hongarije(PB L 37 van 6.2.2009, blz. 5).

Beschikking 2009/290/EG van de Raad van 20 januari 2009 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Letland (PB L 79 van 25.3.2009, blz. 39).

Beschikking 2009/459/EG van de Raad van 6 mei 2009 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Roemenië (PB L 150 van 13.6.2009, blz. 8).

01 04 01 02   Garantie voor door Euratom opgenomen leningen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Er werd machtiging verleend tot het opnemen van leningen tot een maximumbedrag van 4 000 000 000 EUR, waarvan 500 000 000 EUR bij Besluit 77/270/Euratom, 500 000 000 EUR bij Besluit 80/29/Euratom, 1 000 000 000 EUR bij Besluit 82/170/Euratom, 1 000 000 000 EUR bij Besluit 85/537/Euratom en 1 000 000 000 EUR bij Besluit 90/212/Euratom.

Deze post dient voor de opname in de begroting van de door de Unie verstrekte garantie. Aldus kan de Commissie de schuldendienst betalen wanneer debiteuren in gebreke blijven.

Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de schuldendienst tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. In dat geval is artikel 12 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1) van toepassing.

In een specifieke bijlage bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de door de algemene begroting gegarandeerde opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Besluit 77/270/Euratom van de Raad van 29 maart 1977 waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 9).

Besluit 77/271/Euratom van de Raad van 29 maart 1977 houdende toepassing van Besluit 77/270/Euratom waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 11).

Besluit 80/29/Euratom van de Raad van 20 december 1979 tot wijziging van Besluit 77/271/Euratom houdende toepassing van Besluit 77/270/Euratom waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 12 van 17.1.1980, blz. 28).

Besluit 82/170/Euratom van de Raad van 15 maart 1982 tot wijziging van Besluit 77/271/Euratom met betrekking tot het totaalbedrag van Euratom-leningen tot het aangaan waarvan de Commissie is gemachtigd teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 78 van 24.3.1982, blz. 21).

Besluit 85/537/Euratom van de Raad van 5 december 1985 tot wijziging van Besluit 77/271/Euratom met betrekking tot het totaalbedrag van Euratom-leningen die de Commissie mag aangaan teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 334 van 12.12.1985, blz. 23).

Besluit 90/212/Euratom van de Raad van 23 april 1990 tot wijziging van Besluit 77/271/Euratom houdende toepassing van Besluit 77/270/Euratom waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 112 van 3.5.1990, blz. 26).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een besluit van de Raad tot wijziging van Besluit 77/270/Euratom waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB C 45 E van 25.2.2003, blz. 194), door de Commissie ingediend op 6 november 2002.

Voorstel voor een besluit van de Raad tot wijziging van Besluit 77/271/Euratom houdende toepassing van Besluit 77/270/Euratom waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB C 45 E van 25.2.2003, blz. 201), door de Commissie ingediend op 6 november 2002.

01 04 01 03   Garantie van de Europese Unie voor door de Unie opgenomen leningen voor financiële bijstand in het kader van het Europees financieel stabilisatiemechanisme

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

 

Toelichting

Artikel 122, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie voorziet in de mogelijkheid financiële bijstand van de Unie aan een lidstaat te verstrekken in geval van moeilijkheden of ernstige dreiging van grote moeilijkheden die worden veroorzaakt door buitengewone gebeurtenissen die deze lidstaat niet kan beheersen.

De door de Unie verstrekte garantie betreft leningen betrokken op de kapitaalmarkten of van financiële instellingen.

Overeenkomstig artikel 2, lid 2, van Verordening (EU) nr. 407/2010 van de Raad van 11 mei 2010 wordt het uitstaande bedrag van de leningen of kredietlijnen die in het kader van dit stabilisatiemechanisme aan lidstaten worden verstrekt, beperkt tot de voor de betalingskredieten beschikbare marge onder het plafond van de eigen middelen van de Unie.

Deze post dient voor de opname in de begroting van de door de Unie verstrekte garantie. Aldus kan de Commissie de schulden aflossen wanneer debiteuren in gebreke blijven.

Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de aflossing van de schulden tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. Artikel 12 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2000/597/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1), is van toepassing.

In een specifieke bijlage bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de door de algemene begroting gegarandeerde, opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 407/2010 van de Raad van 11 mei 2010 houdende instelling van een Europees financieel stabilisatiemechanisme (PB L 118 van 12.5.2010, blz. 1).

Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU van de Raad van 7 december 2010 tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Ierland (PB L 30 van 4.2.2011, blz. 34).

Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU van de Raad van 30 mei 2011 tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Portugal (PB L 159 van 17.6.2011, blz. 88).

Uitvoeringsbesluit 2011/682/EU van de Raad van 11 oktober 2011 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Ierland (PB L 269 van 14.10.2011, blz. 31).

Uitvoeringsbesluit 2011/683/EU van de Raad van 11 oktober 2011 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Portugal (PB L 269 van 14.10.2011, blz. 32).

Referentiebesluiten

Artikel 122, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

01 04 01 04   Garantie van de Europese Unie voor door de Unie opgenomen leningen voor macrofinanciële bijstand aan derde landen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze post dient voor de opname in de begroting van de door de Unie verstrekte garantie. Aldus kan de Commissie zo nodig de schuldendienst betalen (aflossing hoofdsom, rente en andere kosten) wanneer debiteuren in gebreke blijven in verband met de hieronder genoemde leningsbesluiten.

Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de schuldendienst tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. In dat geval is artikel 12 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1) van toepassing.

In een specifieke bijlage bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de door de algemene begroting gegarandeerde, opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Besluit 97/471/EG van de Raad van 22 juli 1997 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (PB L 200 van 29.7.1997, blz. 59), voor een bedrag van 40 000 000 EUR in hoofdsom.

Besluit 97/787/EG van de Raad van 17 november 1997 tot toekenning van buitengewone financiële bijstand aan Armenië en Georgië (PB L 322 van 25.11.1997, blz. 37).

Besluit 98/592/EG van de Raad van 15 oktober 1998 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 284 van 22.10.1998, blz. 45).

Besluit 1999/325/EG van de Raad van 10 mei 1999 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bosnië-Herzegovina (PB L 123 van 13.5.1999, blz. 57), voor een bedrag van maximaal 30 000 000 EUR in hoofdsom in de vorm van een lening voor een periode van 15 jaar.

Besluit 1999/731/EG van de Raad van 8 november 1999 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Bulgarije (PB L 294 van 16.11.1999, blz. 27), voor een bedrag van maximaal 100 000 000 EUR in hoofdsom.

Besluit 1999/732/EG van de Raad van 8 november 1999 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Roemenië (PB L 294 van 16.11.1999, blz. 29), voor een bedrag van maximaal 200 000 000 EUR in hoofdsom.

Besluit 1999/733/EG van de Raad van 8 november 1999 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (PB L 294 van 16.11.1999, blz. 31), voor een bedrag van maximaal 50 000 000 EUR in hoofdsom.

Besluit 2000/244/EG van de Raad van 20 maart 2000 tot wijziging van Besluit 97/787/EG tot toekenning van buitengewone financiële bijstand aan Armenië en Georgië, met het oog op de uitbreiding ervan tot Tadzjikistan (PB L 77 van 28.3.2000, blz. 11), voor een bedrag van maximaal 245 000 000 EUR in hoofdsom.

Besluit 2001/549/EG van de Raad van 16 juli 2001 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 197 van 21.7.2001, blz. 38).

Besluit 2002/639/EG van de Raad van 12 juli 2002 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 209 van 6.8.2002, blz. 22).

Besluit 2002/882/EG van de Raad van 5 november 2002 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 308 van 9.11.2002, blz. 25).

Besluit 2002/883/EG van de Raad van 5 november 2002 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Bosnië-Herzegovina (PB L 308 van 9.11.2002, blz. 28).

Besluit 2003/825/EG van de Raad van 25 november 2003 tot wijziging van Besluit 2002/882/EG tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan de Federale Republiek Joegoslavië inzake aanvullende macrofinanciële bijstand aan Servië en Montenegro (PB L 311 van 27.11.2003, blz. 28).

Besluit 2004/580/EG van de Raad van 29 april 2004 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Albanië (PB L 261 van 6.8.2004, blz. 116).

Besluit 2004/861/EG van de Raad van 7 december 2004 tot wijziging van Besluit 2002/883/EG van de Raad tot toekenning van extra macrofinanciële bijstand aan Bosnië-Herzegovina (PB L 370 van 17.12.2004, blz. 80).

Besluit 2004/862/EG van de Raad van 7 december 2004 betreffende macrofinanciële bijstand aan Servië en Montenegro (PB L 370 van 17.12.2004, blz. 81).

Besluit 2007/860/EG van de Raad van 10 december 2007 tot toekenning van communautaire macrofinanciële bijstand aan Libanon (PB L 337 van 21.12.2007, blz. 111).

Besluit 2009/889/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Georgië (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 1).

Besluit 2009/890/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Armenië (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 3).

Besluit 2009/891/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bosnië en Herzegovina (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 6).

Besluit 2009/892/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Servië (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 9).

Besluit nr. 388/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 179 van 14.7.2010, blz. 1).

01 04 01 05   Garantie voor de door Euratom opgenomen leningen voor de verbetering van de efficiëntie en de veiligheid van kerncentrales in de landen van Midden- en Oost-Europa, alsmede in het Gemenebest van onafhankelijke staten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze post dient voor de opname in de begroting van de door de Unie verstrekte garantie. Aldus kan de Commissie zo nodig de schuldendienst betalen (aflossing hoofdsom, rente en andere kosten) wanneer debiteuren in gebreke blijven.

Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de schuldendienst tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. In dat geval is artikel 12 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1) van toepassing.

Het maximumbedrag van de door Euratom opgenomen leningen voor de lidstaten en derde landen blijft vastgesteld op 4 000 000 000 EUR, zoals vermeld bij post 01 04 01 02.

In een specifieke bijlage bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling wordt een samenvatting gegeven van het geheel van de door de algemene begroting gegarandeerde, opgenomen en verstrekte leningen, met inbegrip van het beheer van de schuld, naar hoofdsom en rente.

Rechtsgronden

Besluit 77/270/Euratom van de Raad van 29 maart 1977 waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 9).

Zie voor de rechtsgrond voor Euratom-leningen ook post 01 04 01 02.

01 04 01 06   Garantie van de Europese Unie voor door de Europese Investeringsbank aan derde landen verstrekte leningen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Volgens het besluit van de Raad van 8 maart 1977 garandeert de Unie de leningen die door de Europese Investeringsbank (EIB) worden toegekend in het kader van de financiële verplichtingen van de Unie tegenover de landen van het Middellandse Zeegebied.

Dat besluit ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de EIB die op 30 oktober 1978 te Brussel en op 10 november 1978 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke een totaalgarantie wordt ingevoerd ten belope van 75 % van het totaal van de geopende kredieten uit hoofde van in de volgende landen te verstrekken leningen: Malta, Tunesië, Algerije, Marokko, Portugal (financieel protocol, spoedhulp), Turkije, Cyprus, Syrië, Israël, Jordanië, Egypte, voormalig Joegoslavië en Libanon.

Besluit 90/62/EEG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst betreffende de in Hongarije en Polen verstrekte leningen, die op 24 april 1990 te Brussel en op 14 mei 1990 te Luxemburg door de Europese Economische Gemeenschap en de EIB werd ondertekend, alsmede aan een uitbreiding van deze overeenkomst tot leningen in Tsjecho-Slowakije, Roemenië en Bulgarije, welke op 31 juli 1991 te Brussel en te Luxemburg werd ondertekend.

Besluit 93/696/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB, die op 22 juli 1994 te Brussel en op 12 augustus 1994 te Luxemburg werd ondertekend.

Overeenkomstig de Besluiten 93/115/EEG en 96/723/EG stelt de Unie zich garant voor de leningen die van geval tot geval door de EIB zullen worden toegekend in landen in Latijns-Amerika en Azië waarmee de Europese Gemeenschap samenwerkingsovereenkomsten heeft gesloten. Besluit 93/115/EEG ligt ten grondslag aan een waarborgcontract dat werd ondertekend door de Europese Gemeenschap en de EIB op 4 november 1993 te Brussel en op 17 november 1993 te Luxemburg. Besluit 96/723/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB, die op 18 maart 1997 te Brussel en op 26 maart 1997 te Luxemburg is ondertekend.

Overeenkomstig Besluit 95/207/EG stelt de Unie zich garant voor de leningen die van geval tot geval door de EIB zullen worden toegekend aan Zuid-Afrika. Besluit 95/207/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst die is ondertekend door de Europese Gemeenschap en de EIB op 4 oktober 1995 te Brussel en op 16 oktober 1995 te Luxemburg.

Besluit 97/256/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB op 25 juli 1997 in Brussel en op 29 juli 1997 in Luxemburg ondertekend, volgens welke de garantie wordt beperkt tot 70 % van het totaalbedrag van de uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Het algemene plafond van de uitstaande kredieten is gelijk aan 7 105 000 000 EUR.

Besluit 2000/24/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB op 24 januari 2000 te Brussel en op 17 januari 2000 te Luxemburg ondertekend, welke laatstelijk in 2005 is aangepast en volgens welke de garantie wordt beperkt tot 65 % van het totaalbedrag van de uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Het totaalbedrag aan uitstaande kredieten beloopt maximaal 19 460 000 000 EUR. De EIB wordt verzocht 30 % te beschouwen als een streefcijfer voor de dekking van het handelsrisico door middel van niet-soevereine garanties. Dit percentage dient steeds te worden verhoogd zodra de markt dat toelaat.

Besluit 2001/777/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB op 6 mei 2002 te Brussel en op 7 mei 2002 te Luxemburg ondertekend, volgens welke een volledige garantie wordt verleend voor verliezen van de EIB op buitengewone leningen, in het kader van de Noordelijke Dimensie verstrekt voor concrete milieuprojecten in het gebied rond de Oostzee in Rusland. Het totaalbedrag beloopt maximaal 100 000 000 EUR.

Besluit 2005/48/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB op 9 december 2005 te Luxemburg en op 21 december 2005 te Brussel ondertekend, volgens welke een volledige garantie wordt verleend voor verliezen op leningen voor bepaalde projecten in Rusland, Oekraïne, Moldavië en Wit-Rusland. Het totaalbedrag beloopt maximaal 500 000 000 EUR. De overeenkomst loopt tot 31 januari 2007. Aangezien bij het verstrijken van deze periode het bedrag van de door de EIB verstrekte leningen niet het bovengenoemde plafond bereikt had, is de periode automatisch met zes maanden verlengd.

Besluit 2006/1016/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB op 1 augustus 2007 te Luxemburg en op 29 augustus 2007 te Brussel ondertekend, volgens welke een garantie wordt verleend tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten. Het totale bedrag aan kredieten dat in het kader van dit besluit voor alle landen tezamen ter beschikking wordt gesteld, beloopt maximaal 27 800 000 000 EUR en geldt voor de periode van 1 februari 2007 tot en met 31 december 2013, met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden. Dat besluit is vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG.

Besluit nr. 633/2009/EG ligt ten grondslag aan een op 28 oktober 2009 ondertekende wijziging op de garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de EIB die op 1 augustus 2007 te Luxemburg en op 29 augustus 2007 te Brussel was ondertekend. De garantie van de Unie is beperkt tot 65 % van het totale bedrag van uitbetaalde kredieten en verleende garanties. Voor de financieringsverrichtingen van de EIB, verminderd met de geannuleerde bedragen, geldt een plafond van 27 800 000 000 EUR, dat is uitgesplitst over een basisplafond van 25 800 000 000 EUR en een facultatief mandaat van 2 000 000 000 EUR. Dit plafond geldt voor een periode tot 31 oktober 2011, onverminderd verlenging van deze periode tot 30 april 2012 indien het Europees Parlement en de Raad voor 31 oktober 2011 geen nieuw besluit hebben vastgesteld.

Besluit nr. 1080/2011/EU van 25 oktober 2011 ligt ten grondslag aan de garantieovereenkomst tussen de Europese Unie en de EIB die op 22 november 2011 te Luxemburg en Brussel was ondertekend. De garantie van de Unie is beperkt tot 65 % van het totale bedrag van de uitbetaalde kredieten en verleende garanties. Het plafond van de financieringsverrichtingen van de EIB, met aftrek van de geannuleerde bedragen, bedraagt ten hoogste 29 484 000 000 EUR, opgesplitst in een algemeen mandaat van 27 484 000 000 EUR en een klimaatveranderingsmandaat van 2 000 000 000 EUR. Dit plafond geldt voor een periode die begint op 17 april 2007 en eindigt op 31 december 2013, hoewel deze periode zal verlengd worden tot 30 juni 2014 indien het Europees Parlement en de Raad voor 31 december 2013 geen nieuw besluit hebben vastgesteld.

Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de schuldendienst tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. In dat geval is artikel 12 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1) van toepassing.

Deze post dient voor de opname in de begroting van de door de Unie verstrekte garantie. Aldus kan de Commissie zo nodig de schuldendienst betalen (aflossing hoofdsom, rente en andere kosten) wanneer debiteuren in gebreke blijven in verband met door de EIB verstrekte leningen.

Rechtsgronden

Besluit van de Raad van 8 maart 1977 (Middellandse Zeeprotocollen).

Verordening (EEG) nr. 1273/80 van de Raad van 23 mei 1980 houdende sluiting van het interim-protocol tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië betreffende de vervroegde tenuitvoerlegging van Protocol nr. 2 van de samenwerkingsovereenkomst (PB L 130 van 27.5.1980, blz. 98).

Besluit van de Raad van 19 juli 1982 (aanvullende uitzonderlijke hulp voor de wederopbouw van Libanon).

Verordening (EEG) nr. 3180/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 22).

Verordening (EEG) nr. 3183/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 43).

Besluit van de Raad van 9 oktober 1984 (lening aan Joegoslavië buiten het protocol om).

Besluit 87/604/EEG van de Raad van 21 december 1987 betreffende de sluiting van het tweede protocol betreffende de financiële samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië (PB L 389 van 31.12.1987, blz. 65).

Besluit 88/33/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 25).

Besluit 88/34/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 33).

Besluit 88/453/EEG van de Raad van 30 juni 1988 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 224 van 13.8.1988, blz. 32).

Besluit 90/62/EEG van de Raad van 12 februari 1990 waarbij de Gemeenschap zich jegens de Europese Investeringsbank garant stelt voor verliezen op leningen voor projecten in Hongarije, Polen, Tsjechoslowakije, Bulgarije en Roemenië (PB L 42 van 16.2.1990, blz. 68).

Besluit 91/252/EEG van de Raad van 14 mei 1991 houdende uitbreiding tot Tsjecho-Slowakije, Bulgarije en Roemenië van Besluit 90/62/EEG waarbij de Gemeenschap zich jegens de Europese Investeringsbank garant stelt voor verliezen op leningen voor projecten in Hongarije en Polen (PB L 123 van 18.5.1991, blz. 44).

Besluit 92/44/EEG van de Raad van 19 december 1991 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 18 van 25.1.1992, blz. 34).

Besluit 92/207/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 21).

Besluit 92/208/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 29).

Besluit 92/209/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 37).

Besluit 92/210/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Staat Israël (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 45).

Verordening (EEG) nr. 1763/92 van de Raad van 29 juni 1992 betreffende de financiële samenwerking met de mediterrane derde landen (PB L 181 van 1.7.1992, blz. 5).

Besluit 92/548/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 13).

Besluit 92/549/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 21).

Besluit 93/115/EEG van de Raad van 15 februari 1993 waarbij aan de Europese Investeringsbank een garantie van de Gemeenschap wordt verleend voor verliezen uit hoofde van leningen voor projecten van gemeenschappelijk belang in bepaalde derde landen (PB L 45 van 23.2.1993, blz. 27).

Besluit 93/166/EEG van de Raad van 15 maart 1993 tot toekenning van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor investeringsprojecten in Estland, Letland en Litouwen (PB L 69 van 20.3.1993, blz. 42).

Besluit 93/408/EEG van de Raad van 19 juli 1993 inzake de sluiting van het protocol betreffende de financiële samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Slovenië (PB L 189 van 29.7.1993, blz. 152).

Besluit 93/696/EG van de Raad van 13 december 1993 tot toekenning van de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor projecten in de Midden- en Oost-Europese landen (Polen, Hongarije, Tsjechische Republiek, Slowaakse Republiek, Roemenië, Bulgarije, Estland, Letland, Litouwen en Albanië) (PB L 321 van 23.12.1993, blz. 27).

Besluit 94/67/EG van de Raad van 24 januari 1994 houdende sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 32 van 5.2.1994, blz. 44).

Besluit 95/207/EG van de Raad van 1 juni 1995 tot toekenning van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor projecten in Zuid-Afrika (PB L 131 van 15.6.1995, blz. 31).

Besluit 95/485/EG van de Raad van 30 oktober 1995 betreffende de sluiting van het protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Cyprus (PB L 278 van 21.11.1995, blz. 22).

Besluit 96/723/EG van de Raad van 12 december 1996 waarbij aan de Europese Investeringsbank een garantie van de Gemeenschap wordt verleend voor verliezen op leningen voor projecten van gemeenschappelijk belang in landen in Latijns-Amerika en Azië waarmee de Gemeenschap samenwerkingsovereenkomsten (Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Colombia, Costa Rica, Ecuador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Paraguay, Peru, El Salvador, Uruguay and Venezuela; Bangladesh, Brunei, China, India, Indonesië, Macao, Maleisië, Pakistan, Filippijnen, Singapore, Sri Lanka, Thailand en Vietnam) gesloten heeft (PB L 329 van 19.12.1996, blz. 45).

Besluit 97/256/EG van de Raad van 14 april 1997 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Bosnië-Herzegovina) (PB L 102 van 19.4.1997, blz. 33).

Besluit 98/348/EG van de Raad van 19 mei 1998 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, en tot wijziging van Besluit 97/256/EG tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika) (PB L 155 van 29.5.1998, blz. 53).

Besluit 98/729/EG van de Raad van 14 december 1998 tot wijziging van Besluit 97/256/EG om de aan de Europese Investeringsbank verleende garantie van de Gemeenschap uit te breiden tot leningen voor projecten in Bosnië-Herzegovina (PB L 346 van 22.12.1998, blz. 54).

Besluit 1999/786/EG van de Raad van 29 november 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank (EIB) op leningen voor projecten voor de wederopbouw van de door de aardbeving getroffen gebieden van Turkije (PB L 308 van 3.12.1999, blz. 35).

Besluit 2000/24/EG van de Raad van 22 december 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (Midden- en Oost-Europa, Middellandse Zeegebied, Latijns-Amerika en Azië en de Republiek Zuid-Afrika) (PB L 9 van 13.1.2000, blz. 24).

Besluit 2000/688/EG van de Raad van 7 november 2000 houdende wijziging van Besluit 2000/24/EG tot uitbreiding van de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank tot leningen voor projecten in Kroatië (PB L 285 van 10.11.2000, blz. 20).

Besluit 2000/788/EG van de Raad van 4 december 2000 houdende wijziging van Besluit 2000/24/EG tot vaststelling van een speciaal actieprogramma van de Europese Investeringsbank ter ondersteuning van de consolidatie en verdieping van de douane-unie tussen de EG en Turkije (PB L 314 van 14.12.2000, blz. 27).

Besluit 2001/777/EG van de Raad van 6 november 2001 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op buitengewone leningen, in het kader van de Noordelijke Dimensie verstrekt voor concrete milieuprojecten in het gebied rond de Oostzee in Rusland (PB L 292 van 9.11.2001, blz. 41).

Besluit 2001/778/EG van de Raad van 6 november 2001 tot wijziging van Besluit 2000/24/EG met het oog op de uitbreiding van de aan de Europese Investeringsbank verleende garantie van de Gemeenschap tot leningen voor projecten in de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 292 van 9.11.2001, blz. 43).

Besluit 2005/47/EG van de Raad van 22 december 2004 tot wijziging van Besluit 2000/24/EG in het licht van de uitbreiding van de Europese Unie en het Europese nabuurschapsbeleid (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 9).

Besluit 2005/48/EG van de Raad van 22 december 2004 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor bepaalde projecten in Rusland, Oekraïne, Moldavië en Wit-Rusland (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 11).

Besluit 2006/174/EG van de Raad van 27 februari 2006 tot wijziging van Besluit 2000/24/EG met het oog op de opneming van de Maldiven in de lijst van bestreken landen naar aanleiding van de tsunami van december 2004 in de Indische Oceaan (PB L 62 van 3.3.2006, blz. 26).

Besluit nr. 1080/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Unie en houdende intrekking van Besluit nr. 633/2009/EG (PB L 280 van 27.10.2011, blz. 1).

01 04 01 14   Voorziening van het Garantiefonds

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

260 170 000

138 880 000

93 810 000,—

Toelichting

Met dit krediet worden de financiële middelen beschikbaar gesteld die nodig zijn voor de betalingen aan het Garantiefonds volgens de voorzieningsregeling van dit fonds en voor de betaling van de operationele kosten die verbonden zijn aan het beheer van het fonds en aan de externe evaluatie die zal plaatsvinden in het kader van de midterm review van het externe mandaat van de EIB.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad van 25 mei 2009 tot instelling van een Garantiefonds (gecodificeerde versie) (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10).

01 04 04     Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma voor ondernemerschap en innovatie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

173 010 000

90 725 107

165 000 000

28 565 370

170 370 130,05

1 862 579,05

Toelichting

Een deel van dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor uniale/communautaire financiële instrumenten die ten uitvoer worden gelegd in het kader van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013), en ter verbetering van de toegang van het midden- en kleinbedrijf (mkb) tot financiering.

Een deel van dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de volgende maatregelen:

 

het bevorderen van de beschikbaarheid in Europa van mechanismen die waarborgen dat het mkb toegang heeft tot krediet, zoals kredietgarantieconsortia, en waar nodig het analyseren van kredietmarktkwesties;

 

het steunen van kredietaanvragen bij financiële instellingen door dergelijke mkb-consortia, onder meer via het verstrekken van secundaire garanties door het Europees Investeringsfonds (EIF);

 

het sluiten van overeenkomsten met financiële instellingen over gesubsidieerde leningen aan kredietgarantieconsortia.

Slechte toegang tot de juiste financieringsvormen wordt vaak genoemd als een van de belangrijkste belemmeringen voor ondernemerschap en bedrijfsinnovatie. Dit probleem kan nog worden versterkt door nieuwe standaarden voor jaarrekeningen waardoor banken gevoeliger worden voor risico's en er een ratingcultuur ontstaat. Het programma voor concurrentievermogen en innovatie pakt erkende, hardnekkige marktlacunes die tot gevolg hebben dat het mkb in onvoldoende mate toegang heeft tot bedrijfskapitaal, durfkapitaal en leningen, aan met uniale financiële instrumenten die namens de Commissie worden beheerd door het EIF, de gespecialiseerde instelling van de Unie voor het verstrekken van durfkapitaal en garantie-instrumenten voor het mkb.

Bij onafhankelijke beoordelingen in het kader van het voorgaande meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap werden de marktgerichte aanpak en de uitvoering van deze instrumenten via het EIF als beste praktijk aangemerkt. Daarom wordt hiermee in het vervolgprogramma in aangepaste vorm doorgegaan.

De uniale financiële instrumenten bieden het mkb een betere toegang tot financiering. Bij de faciliteit voor snelgroeiende, innovatieve mkb-bedrijven (FSIM) worden het risico en de winst gedeeld met particuliere investeerders, wat een belangrijk hefboomeffect voor de verstrekking van kapitaal aan innoverende bedrijven betekent.

FSIM is gericht op innoverende mkb-bedrijven in de aanloop- en expansiefase, waardoor zij gemakkelijker „vervolgkapitaal” kunnen aantrekken om hun producten en diensten op de markt te brengen. Bijzondere aandacht wordt daarbij gegeven aan mkb-bedrijven die actief zijn op het gebied van milieu-innovatie.

De mkb-garantiefaciliteit blijft aan de garantiestelsels in de deelnemende landen tegen- of medegaranties verstrekken, en aan de financiële intermediairs directe garanties. Dit moet een oplossing bieden voor falende marktwerking waarmee mkb-bedrijven met groeipotentieel worden geconfronteerd wanneer zij toegang zoeken tot: i) leningen (of leningsubstituten zoals leasing), ii) microkredieten en iii) aandelenkapitaal of quasi-aandelenkapitaal. Een nieuw securitisatiemechanisme iv) mobiliseert extra vreemd vermogen voor het mkb, waarbij met de beoogde instellingen passende risicodelingsregelingen worden afgesproken.

Een capaciteitsopbouwprogramma had als doel financiële intermediairs te steunen bij de opbouw van capaciteit om zich speciaal te richten op nieuwe investerings- en technologieaspecten. De markt heeft evenwel geen belangstelling getoond voor dit instrument. Daarom zijn de oorspronkelijk voor dit instrument gereserveerde middelen ter beschikking gesteld van de FSIM, hoofdzakelijk om steun te verlenen voor milieu-innovatie en technologieoverdracht.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) (1). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Eventuele inkomsten uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, de mogelijke kandidaat-landen van de westelijke Balkan voor deelname aan uniale programma's, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Eventuele ontvangsten gerealiseerd op trustrekeningen die onder artikel 5 2 3 van de staat van ontvangsten worden geboekt, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten op dit artikel overeenkomstig het Financieel Reglement.

Tot 400 000 EUR kan worden gebruikt voor communicatieactiviteiten, inclusief evenementen, publicaties en informatieverspreiding via het internet.

Het begrotingsverzoek van de Commissie is ingediend naar aanleiding van recente ontwikkelingen en is voorlopig van aard. Daarom moet tijdens de gehele begrotingsprocedure 2012 de bereidheid aanwezig zijn om de betalingen voor dit programma verder te verhogen tot ruim 100 000 000 EUR, indien het herstel voor mkb-bedrijven krachtiger blijkt te zijn dan verwacht.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

01 04 05     Afronding van het programma voor ondernemingen: verbetering van het financiële klimaat voor het midden- en kleinbedrijf (mkb)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor uniale financiële instrumenten die ten uitvoer worden gelegd in het kader van het meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap (MAP), dat met name mkb-bedrijven ten goede moet komen en hun toegang tot financiering moet vergemakkelijken. Ofschoon de vastleggingsperiode is afgelopen, moeten de faciliteiten nog enkele jaren worden beheerd, omdat er betalingen zullen moeten worden verricht voor investeringen en om de garantieverplichtingen na te komen. De rapportage- en toezichtsvoorschriften zullen dus doorlopen totdat de faciliteiten ten einde lopen.

Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de schuldendienst tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. In dat geval is artikel 12 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1) van toepassing.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) (1). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Beschikking 2000/819/EG van de Raad van 20 december 2000 betreffende een meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) (2001-2005) (PB L 333 van 29.12.2000, blz. 84).

Besluit nr. 1776/2005/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 september 2005 tot wijziging van Beschikking 2000/819/EG van de Raad betreffende een meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) (2001-2005) (PB L 289 van 3.11.2005, blz. 14).

01 04 06     Afronding van het initiatief „Werkgelegenheid” (1998-2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

kosten met betrekking tot directe of indirecte waarborgen van het Europees Investeringsfonds (EIF) om de omvang van de leningen die verschaft worden en het investeringsrisico dat gedragen wordt door de Europese Investeringsbank (EIB), commerciële banken, investeringsfondsen en andere geschikte financieringsinstanties in verband met hun activiteiten ten behoeve van het mkb, te helpen vergroten;

 

de deelneming in investeringsfondsen voor pas opgerichte bedrijven en het hightech-mkb;

 

een deel van de kosten van het ontwerpen en opzetten van een transnationale joint venture door het Europese mkb, alsook een deel van het totale bedrag van de transnationale investering.

Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen zorg dragen voor de schuldendienst. In dat geval is artikel 12 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1), van toepassing.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Eventuele inkomsten uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, de mogelijke kandidaat-landen van de westelijke Balkan voor deelname aan uniale programma's, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit 98/347/EG van de Raad van 19 mei 1998 betreffende maatregelen voor financiële bijstand aan innoverende en werkgelegenheid scheppende kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's) — Het groei- en werkgelegenheidsinitiatief (PB L 155 van 29.5.1998, blz. 43).

01 04 09     Europees Investeringsfonds

01 04 09 01   Europees Investeringsfonds — Terbeschikkingstelling van de volstorte bedragen van het geplaatste kapitaal

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 507 698,95

13 646 476,74

Toelichting

Deze post dient ter dekking van de financiering van de terbeschikkingstelling van de volstorte bedragen van het door de Unie geplaatste kapitaal.

Het Europees Investeringsfonds (EIF) werd in 1994 opgericht door de Europese Gemeenschap (daartoe vertegenwoordigd door de Commissie), de Europese Investeringsbank (EIB) en een aantal financiële instellingen. Bij Besluit 94/375/EG is bepaald dat de Unie lid is van het EIF.

Ingevolge artikel 3 van Besluit 94/375/EG wordt over het standpunt van de Unie, ten aanzien van een eventuele verhoging van het kapitaal van het fonds en over haar deelneming in deze verhoging, door de Raad, op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement, met eenparigheid van stemmen een besluit genomen.

Rechtsgronden

Besluit 94/375/EG van de Raad van 6 juni 1994 betreffende het lidmaatschap van de Gemeenschap van het Europees Investeringsfonds (PB L 173 van 7.7.1994, blz. 12).

Besluit 2007/247/EG van de Raad van 19 april 2007 inzake de deelneming van de Gemeenschap in de kapitaalverhoging bij het Europees Investeringsfonds (PB L 107 van 25.4.2007, blz. 5).

01 04 09 02   Europees Investeringsfonds — Opvraagbaar gedeelte van het geplaatste kapitaal

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van een opvraging ten bedrage van het door de Unie geplaatste kapitaal.

Rechtsgronden

Besluit 94/375/EG van de Raad van 6 juni 1994 betreffende het lidmaatschap van de Gemeenschap van het Europees Investeringsfonds (PB L 173 van 7.7.1994, blz. 12).

Besluit 2007/247/EG van de Raad van 19 april 2007 inzake de deelneming van de Gemeenschap in de kapitaalverhoging bij het Europees Investeringsfonds (PB L 107 van 25.4.2007, blz. 5).

01 04 10     Nucleaire veiligheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

2 000 000,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de technische en juridische bijstand die nodig is voor de beoordeling van de veiligheids- en milieuaspecten en de economische en financiële kanten van de projecten waarvoor om financiering in de vorm van een Euratom-lening is gevraagd, met inbegrip van studies van de Europese Investeringsbank. De maatregelen moeten het tevens mogelijk maken om leningsovereenkomsten te sluiten en uit te voeren.

Rechtsgronden

Besluit 77/270/Euratom van de Raad van 29 maart 1977 waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen ten einde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 9).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

 

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN

 

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN

TITEL 02

ONDERNEMINGEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2012 en 2011) en van de uitvoering (2010)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

02 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONDERNEMINGEN”

126 489 335

126 489 335

124 435 322

124 435 322

123 663 601,69

123 663 601,69

Reserves (40 01 40)

52 383

52 383

52 772

52 772

   
 

126 541 718

126 541 718

124 488 094

124 488 094

123 663 601,69

123 663 601,69

02 02

CONCURRENTIEVERMOGEN, INDUSTRIEBELEID, INNOVATIE EN ONDERNEMERSCHAP

203 490 000

120 646 802

168 150 000

133 396 402

154 092 650,07

75 137 804,07

02 03

INTERNE GOEDERENMARKT EN SECTORAAL BELEID

42 050 000

29 893 923

41 550 000

32 374 086

77 433 894,74

65 654 649,44

02 04

SAMENWERKING — RUIMTEVAART EN VEILIGHEID

599 518 520

429 129 757

521 284 000

387 360 763

483 425 309,87

372 450 306,08

02 05

EUROPESE PROGRAMMA’S VOOR NAVIGATIE PER SATELLIET (EGNOS EN GALILEO)

176 840 000

372 740 430

200 141 800

531 898 449

928 657 309,54

460 165 669,04

 

Titel 02 — Totaal

1 148 387 855

1 078 900 247

1 055 561 122

1 209 465 022

1 767 272 765,91

1 097 072 030,32

Reserves (40 01 40)

52 383

52 383

52 772

52 772

   
 

1 148 440 238

1 078 952 630

1 055 613 894

1 209 517 794

1 767 272 765,91

1 097 072 030,32

HOOFDSTUK 02 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONDERNEMINGEN”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

02 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONDERNEMINGEN”

02 01 01

Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Ondernemingen”

5

71 247 993

69 432 816

70 090 941,66

Reserves (40 01 40)

   

52 772

 
   

71 247 993

69 485 588

70 090 941,66

02 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Ondernemingen”

02 01 02 01

Extern personeel

5

5 819 863

5 750 379

6 141 539,93

02 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5

4 881 377

5 362 018

5 695 144,90

Reserves (40 01 40)

 

52 383

   
   

4 933 760

5 362 018

5 695 144,90

 

Artikel 02 01 02 — Subtotaal

 

10 701 240

11 112 397

11 836 684,83

Reserves (40 01 40)

 

52 383

   
   

10 753 623

11 112 397

11 836 684,83

02 01 03

Uitgaven in verband met materieel, meubilair en diensten voor het beleidsterrein „Ondernemingen”

5

4 792 102

5 031 109

5 439 289,48

02 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Ondernemingen”

02 01 04 01

Werking en ontwikkeling van de interne markt, met name op de gebieden van kennisgeving, certificering en sectorale harmonisatie — Uitgaven voor administratief beheer

1.1

1 000 000

1 000 000

864 210,20

02 01 04 02

Normalisatie en harmonisatie van de wetgevingen — Uitgaven voor administratief beheer

1.1

160 000

160 000

159 671,80

02 01 04 04

Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma voor ondernemerschap en innovatie — Uitgaven voor administratief beheer

1.1

6 000 000

5 500 000

5 383 243,06

02 01 04 05

Europese programma’s voor navigatie per satelliet (Egnos en Galileo) — Uitgaven voor administratief beheer

1.1

4 000 000

4 000 000

3 573 695,28

02 01 04 06

Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES) — Uitgaven voor administratief beheer

1.1

1 000 000

1 000 000

 

02 01 04 30

Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie — Bijdrage van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma voor ondernemerschap en innovatie

1.1

7 583 000

7 544 000

8 043 466,84

 

Artikel 02 01 04 — Subtotaal

 

19 743 000

19 204 000

18 024 287,18

02 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoekswerkzaamheden op het beleidsterrein „Ondernemingen”

02 01 05 01

Uitgaven voor onderzoekspersoneel

1.1

11 730 000

11 700 000

8 652 500,—

02 01 05 02

Extern personeel voor onderzoek

1.1

3 650 000

3 330 000

3 277 392,50

02 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoek

1.1

4 625 000

4 625 000

6 342 506,04

 

Artikel 02 01 05 — Subtotaal

 

20 005 000

19 655 000

18 272 398,54

 

Hoofdstuk 02 01 — Totaal

 

126 489 335

124 435 322

123 663 601,69

Reserves (40 01 40)

 

52 383

52 772

 
   

126 541 718

124 488 094

123 663 601,69

02 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Ondernemingen”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

02 01 01

71 247 993

69 432 816

70 090 941,66

Reserves (40 01 40)

 

52 772

 

Totaal

71 247 993

69 485 588

70 090 941,66

02 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Ondernemingen”

02 01 02 01   Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

5 819 863

5 750 379

6 141 539,93

02 01 02 11   Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

02 01 02 11

4 881 377

5 362 018

5 695 144,90

Reserves (40 01 40)

52 383

   

Totaal

4 933 760

5 362 018

5 695 144,90

02 01 03     Uitgaven in verband met materieel, meubilair en diensten voor het beleidsterrein „Ondernemingen”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

4 792 102

5 031 109

5 439 289,48

02 01 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Ondernemingen”

02 01 04 01   Werking en ontwikkeling van de interne markt, met name op de gebieden van kennisgeving, certificering en sectorale harmonisatie — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

1 000 000

1 000 000

864 210,20

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze begrotingslijn vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc, aangezien de contracten met bureaus voor technische bijstand de komende jaren aflopen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie artikel 02 03 01.

02 01 04 02   Normalisatie en harmonisatie van de wetgevingen — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

160 000

160 000

159 671,80

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze begrotingslijn vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc, aangezien de contracten met bureaus voor technische bijstand de komende jaren aflopen.

Rechtsgronden

Zie artikel 02 03 04.

02 01 04 04   Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma voor ondernemerschap en innovatie — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

6 000 000

5 500 000

5 383 243,06

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder dit begrotingsonderdeel vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc, aangezien de contracten met bureaus voor technische bijstand de komende jaren aflopen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die op deze post dienen te worden geboekt, overeenkomstig het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie artikel 02 02 01.

02 01 04 05   Europese programma’s voor navigatie per satelliet (Egnos en Galileo) — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

4 000 000

4 000 000

3 573 695,28

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze begrotingslijn vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie artikel 02 05 01.

02 01 04 06   Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES) — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

1 000 000

1 000 000

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand (overheidstaken uitgezonderd) die door de Commissie wordt uitbesteed in het kader van ad-hocdienstverleningscontracten. Dit krediet kan ook activiteiten dekken in verband met het gebruikersforum dat is opgericht bij artikel 17 van Verordening (EU) nr. 911/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 inzake het Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES) en zijn initiële operationele diensten (2011-2013) (PB L 276 van 20.10.2010, blz. 1).

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die op deze post dienen te worden geboekt, overeenkomstig het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie artikel 02 02 15.

02 01 04 30   Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie — Bijdrage van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma voor ondernemerschap en innovatie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

7 583 000

7 544 000

8 043 466,84

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van het Agentschap voor personeel en administratie als gevolg van de rol van het Agentschap bij het beheer van maatregelen die deel uitmaken van het programma voor ondernemerschap en innovatie (EIP).

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die op deze post dienen te worden geboekt, overeenkomstig het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

Referentiebesluiten

Besluit 2004/20/EG van de Commissie van 23 december 2003 tot oprichting van een uitvoerend agentschap, genaamd het „Uitvoerend Agentschap voor intelligente energie”, voor het beheer van de communautaire maatregelen op het gebied van energie overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad (PB L 5 van 9.1.2004, blz. 85).

Besluit 2007/372/EG van de Commissie tot wijziging van Besluit nr. 2004/20/EG waarbij het Uitvoerend Agentschap voor intelligente energie wordt omgevormd tot het Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie (PB L 140 van 1.6.2007, blz. 52).

02 01 05     Ondersteunende uitgaven voor onderzoekswerkzaamheden op het beleidsterrein „Ondernemingen”

02 01 05 01   Uitgaven voor onderzoekspersoneel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

11 730 000

11 700 000

8 652 500,—

02 01 05 02   Extern personeel voor onderzoek

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

3 650 000

3 330 000

3 277 392,50

02 01 05 03   Overige beheersuitgaven voor onderzoek

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

4 625 000

4 625 000

6 342 506,04

HOOFDSTUK 02 02 — CONCURRENTIEVERMOGEN, INDUSTRIEBELEID, INNOVATIE EN ONDERNEMERSCHAP

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

02 02

CONCURRENTIEVERMOGEN, INDUSTRIEBELEID, INNOVATIE EN ONDERNEMERSCHAP

02 02 01

Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma voor ondernemerschap en innovatie

1.1

156 100 000

73 215 162

148 000 000

114 261 480

137 576 045,42

62 996 441,86

02 02 02

Aanvulling van de werkzaamheden betreffende concurrentievermogen, innovatie en ondernemerschap

02 02 02 01

Bijdrage aan het Centrum voor industriële samenwerking EU-Japan en lidmaatschap van internationale studiegroepen

1.1

2 390 000

1 905 227

2 150 000

1 666 313

2 057 594,05

2 071 594,05

02 02 02 02

Voltooiing en aanvulling van de werkzaamheden betreffende het programma voor ondernemingen en ondernemerschap, dat voornamelijk gericht is op het midden- en kleinbedrijf

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

23 804

0,—

121 619,96

 

Artikel 02 02 02 — Subtotaal

 

2 390 000

1 905 227

2 150 000

1 690 117

2 057 594,05

2 193 214,01

02 02 03

Verbetering van het ondernemingsklimaat voor het midden- en kleinbedrijf

02 02 03 01

Proefproject — Consolidering van de interne markt — Proefproject „Samenwerking en clustervorming van ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf (mkb)”

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

02 02 03 02

Voorbereidende actie — Steun voor kleine en middelgrote ondernemingen in de nieuwe financiële omgeving

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

02 02 03 04

Proefproject — Erasmus voor jonge ondernemers

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

120 000

0,—

0,—

02 02 03 05

Voorbereidende actie — Erasmus voor jonge ondernemers

1.1

p.m.

3 930 000

5 000 000

4 600 000

4 967 155,11

3 490 516,58

02 02 03 06

Voorbereidende actie — Harmonisatie van processen en normen op het gebied van e-business tussen Europese kleine en middelgrote bedrijven in onderling verbonden industriële sectoren

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

670 000

0,—

334 000,—

 

Artikel 02 02 03 — Subtotaal

 

p.m.

3 930 000

5 000 000

5 390 000

4 967 155,11

3 824 516,58

02 02 04

Small Business Act

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

02 02 05

Uitbreidingsprogramma voor het midden- en kleinbedrijf

02 02 05 05

Proefproject — Maatregelen ter bevordering van samenwerking en partnerschappen tussen micro-, kleine en middelgrote ondernemingen

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

622 021,80

 

Artikel 02 02 05 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

622 021,80

02 02 06

Proefproject — Kennisregio’s

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

02 02 07

Proefproject — Maatregelen op het gebied van de textiel- en schoenensector

1.1

p.m.

632 000

p.m.

400 000

971 370,—

0,—

02 02 08

Maatregelen in verband met toerisme

02 02 08 01

Voorbereidende actie — Europese topbestemmingen

1.1

p.m.

1 036 000

p.m.

2 000 000

2 988 056,60

1 788 268,42

02 02 08 02

Voorbereidende actie — Duurzaam toerisme

1.1

p.m.

700 000

1 000 000

400 000

580 725,65

150 891,95

02 02 08 03

Voorbereidende actie — Sociaal toerisme in Europa

1.1

p.m.

921 000

1 500 000

700 000

881 269,24

735 884,58

02 02 08 04

Voorbereidende actie — Bevordering van Europese en transnationale toeristische producten, met bijzondere nadruk op culturele en industriële producten

1.1

2 000 000

1 000 000

       

02 02 08 05

Voorbereidende actie — Toerisme en toegankelijkheid voor iedereen

1.1

1 000 000

500 000

       
 

Artikel 02 02 08 — Subtotaal

 

3 000 000

4 157 000

2 500 000

3 100 000

4 450 051,49

2 675 044,95

02 02 09

Voorbereidende actie — De Europese Unie speelt zijn rol in een geglobaliseerde wereld

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

750 000

0,—

440 290,90

02 02 10

Voorbereidende actie — Euromed innoverende ondernemers voor verandering

1.1

2 000 000

1 000 000

   

0,—

0,—

02 02 11

Voorbereidende actie — Operationele GMES-diensten

1.1

p.m.

2 500 000

p.m.

2 100 000

4 070 434,—

1 490 968,97

02 02 12

Proefproject — Vergemakkelijken van de toegang tot verzekeringen voor zelfstandige bouwondernemers en kleine bouwbedrijven, om de innovatie en bevordering van ecotechnologie in de Europese Unie te stimuleren

1.1

p.m.

600 000

1 500 000

750 000

0,—

148 515,—

02 02 13

Voorbereidende actie — Kansen voor de internationalisering van het midden- en kleinbedrijf

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

670 000

0,—

746 790,—

02 02 15

Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES)

1.1

39 000 000

32 207 413

9 000 000

4 284 805

   

02 02 16

Proefproject — Een Europees competentienetwerk voor zeldzame aardelementen

1.1

1 000 000

500 000

       
 

Hoofdstuk 02 02 — Totaal

 

203 490 000

120 646 802

168 150 000

133 396 402

154 092 650,07

75 137 804,07

02 02 01     Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma voor ondernemerschap en innovatie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

156 100 000

73 215 162

148 000 000

114 261 480

137 576 045,42

62 996 441,86

Toelichting

Dit krediet heeft tot doel het concurrentievermogen van bedrijven, in het bijzonder het midden- en kleinbedrijf (mkb), te stimuleren, innovatie en onder meer eco-innovatie te bevorderen en bedrijfs- en aan innovatie gerelateerde economische en administratieve hervormingen te steunen.

De uitvoeringsmaatregelen betreffen met name:

 

netwerken met deelname van uiteenlopende belanghebbenden;

 

markttoepassingsprojecten en andere maatregelen ter ondersteuning van de verbreiding van innovatie;

 

analyse, ontwikkeling en coördinatie van beleid met deelnemende landen;

 

uitwisseling en verspreiding van informatie, bewustmakingscampagnes;

 

steun voor gezamenlijke acties van lidstaten of regio's,

en andere maatregelen die in het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie zijn opgenomen.

De Unie zal steun verlenen aan activiteiten zoals het Enterprise Europe Network, innovatie en bevordering van ondernemerschap. De Unie zal ook eco-innovatieprojecten steunen in verband met de eerste toepassing of het op de markt brengen van innovatieve of eco-innovatieve technieken, producten of praktijken van belang voor de Unie die reeds succesvol technisch zijn gedemonstreerd, maar vanwege resterende risico's nog geen significante marktpenetratie hebben bereikt. Deze projecten zijn erop gericht een grootschaliger gebruik daarvan in de deelnemende landen te bevorderen en de penetratie op de markt te vergemakkelijken.

Omdat de voorbereidende actie „Erasmus voor jonge ondernemers” in 2011 afloopt en pas in 2014 in het nieuwe meerjarig financieel kader zal worden geïntegreerd, is voor de voortzetting ervan financiering nodig voor de jaren 2012 en 2013. Het programma heeft als doel de stimulering van Europees ondernemerschap, het uitwisselen van kennis en goede praktijken, alsook het oprichten van waardevolle netwerken en partnerschappen. Een deel van dit krediet moet worden gebruikt om de soepele werking en voortzetting van „Erasmus voor jonge ondernemers” te waarborgen door middel van het programma voor ondernemerschap en innovatie van het CIP, totdat het nieuwe financieel kader is ingevoerd.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Het voorgestelde project beoogt innovatieondersteunende diensten te ontwikkelen en te testen ten behoeve van beginnende Europese kennisbedrijven die gebruikmaken van de uitgebreide netwerken van Europese expatriates in de wetenschappelijke sector en het bedrijfsleven in Silicon Valley. Zo zullen jonge bedrijven sneller toegang tot de overzeese markt krijgen en groeien, en tegelijk hoogwaardige banen scheppen in Europa. Dit vereist een gecoördineerd optreden van de Europese verleners van innovatieondersteuning. Daarom zal in het kader van het project uiteindelijk de haalbaarheid worden onderzocht van een gezamenlijk „Europees innovatiecentrum” op een innovatiehotspot. Dit centrum zal officiële vertegenwoordigingen (kamers van koophandel, consulaten en vertegenwoordigers van bedrijven) en Europese verleners van innovatieondersteuning voor start-ups in contact brengen met Europese ondernemers en wetenschappers die in Silicon Valley wonen en werken, met het oog op een beter gecoördineerde ondersteuning van potentiële groeibedrijven.

Doelgroepen:

Centraal in deze actie staat het ontwikkelen en uittesten van innovatieve diensten die jonge kennisbedrijven helpen om snel te groeien en toegang tot kapitaal te krijgen door de netwerken van geëxpatrieerde Europese ondernemers en wetenschappers in Silicon Valley te laten samenwerken met regionale en nationale bureaus voor innovatieondersteuning in Europa.

In elke lidstaat zal één jong kennisbedrijf worden verzocht de diensten uit te testen, eigen netwerken in Silicon Valley op te zetten en feedback te geven over zijn ervaringen en advies te geven over de toekomstige opzet van deze diensten.

De innovatieagentschappen in de lidstaten worden verzocht de jonge bedrijven te selecteren, het project te begeleiden en hun knowhow op het gebied van ondersteuning van jonge bedrijven in te brengen. De bureaus die kantoren hebben in Silicon Valley zal worden verzocht bij te dragen tot de opzet en de verlening van de diensten, met name de verschaffing van kantoorruimte voor jonge Europese bedrijven.

De netwerken van geëxpatrieerde Europese ondernemers en wetenschappers (2) zullen worden verzocht bij te dragen tot de opleiding en networking van jonge Europese bedrijven en de opzet van innovatie-ondersteunende diensten voor jonge kennisbedrijven.

Voorgestelde activiteiten:

 

1.

Twee workshops of conferenties (één in de Verenigde Staten, één in Europa) waar Europese verleners van innovatieondersteuning en geëxpatrieerde ondernemers en wetenschappers elkaar kunnen ontmoeten om verder te werken aan een aanpak van de gezamenlijke verlening van ondersteuning voor jonge bedrijven met groeipotentieel.

 

2.

Een begeleidende studie naar de verwachtingen en ervaringen van jonge kennisbedrijven en van de deelnemende netwerken van expats.

 

3.

De opzet en verlening van specifieke ondersteuningsdiensten voor een groep van 27 jonge kennisbedrijven met groeipotentieel uit alle lidstaten. Deze diensten omvatten de organisatie van sectorspecifieke networkingevenementen en opleidingen in Silicon Valley.

 

4.

Een slotconferentie met stakeholders van het Europees Parlement, de diensten van de Commissie, jonge bedrijven die van het proefproject gebruik maken en vertegenwoordigers van de netwerken van expatriates en de innovatieondersteuningsbureaus.

 

5.

Specifieke communicatieacties met betrekking tot de actie.

Een geschikt platform voor de voorgestelde actie is het initiatief ProInno Europe/Europe Innova van het directoraat-generaal Ondernemingen en Industrie, dat de beleidsontwikkeling en de gezamenlijke dienstverlening van regionale en nationale innovatiebureaus bevordert.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die op deze post dienen te worden geboekt, overeenkomstig het Financieel Reglement.

Bovendien dient een deel van dit krediet ter financiering van een actie „Mobiliteit voor jonge innovatoren”. Het wordt algemeen erkend dat beroepsmobiliteit van wezenlijk belang is voor de ontwikkeling van een veelzijdige beroepsbevolking, de totstandbrenging van een gevoel van Europees burgerschap en de versterking van de concurrentiekracht van Europa. Innovatieve ideeën dienen niet te worden tegengehouden aan de nationale grenzen, ze moeten groeien door middel van kruisbestuiving, toetsing en validatie binnen een zo breed mogelijke Europese pool van talent, faciliteiten, infrastructuur en financiering. Net zoals Europese studenten een beroep kunnen doen op de mobiliteitservaring van het Erasmus-programma, jonge onderzoekers van de Marie Curie-acties en jonge ondernemers van het programma Erasmus voor jonge ondernemers, verdienen ook jonge innovatoren de kans op grensoverschrijdende mobiliteitservaring, wat de innovatie in Europa vooruit zou helpen. De bestaande mobiliteitsprogramma’s dekken niet alle aspecten die vallen onder de actie „Mobiliteit voor jonge innovatoren”, dat gericht is op het innovatieproces dat bestaat in het ontwikkelen van nieuwe prille ideeën tot demonstratiemodellen. Dit programma is bijvoorbeeld verschillend van het programma Erasmus voor jonge ondernemers, dat vooral een professioneel uitwisselingsprogramma is dat gericht is op de fase na de innovatie, en dat nieuwe ondernemers in staat stelt zakelijke vaardigheden aan te leren of te verbeteren. Door te zorgen voor een combinatie van de voordelen van mobiliteit, de noodzaak de innovatiekloof te verkleinen en de noodzaak een mentaliteitswijziging teweeg te brengen met het oog op de bevordering van innovatie, vormt het voorstel voor een actie „Mobiliteit voor jonge innovatoren” een concrete stap met het oog op de uitvoering van de Europa 2020-strategie voor groei en werkgelegenheid, en met name de vlaggeschipinitiatieven „Innovatie-Unie” en „Jeugd in beweging”.

De actie „Mobiliteit voor jonge innovatoren” heeft tot doel ten minste 100 jonge innovatoren te steunen. Mobiliteit voor jonge innovatoren wordt georganiseerd als een residentieprogramma voor mobiliteit en innovatie zonder grenzen, dat jonge (25-36 jaar oud) en potentiële (18-24 jaar oud) innovatoren in staat stelt te werken aan hun eigen prille ideeën als „Jonge bezoekende innovator” bij een gastorganisatie, zoals een groot of klein bedrijf, een startende onderneming, een laboratorium, een universiteit, een instelling, een overheidsagentschap of een ngo.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

02 02 02     Aanvulling van de werkzaamheden betreffende concurrentievermogen, innovatie en ondernemerschap

02 02 02 01   Bijdrage aan het Centrum voor industriële samenwerking EU-Japan en lidmaatschap van internationale studiegroepen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 390 000

1 905 227

2 150 000

1 666 313

2 057 594,05

2 071 594,05

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor:

 

de bijdrage van de Unie aan het Centrum voor industriële samenwerking EU-Japan;

 

de bijdrage van de Unie aan verschillende internationale studiegroepen;

 

de afwikkeling van betalingsverplichtingen die uit hoofde van oude post 02 02 01 01 zijn aangegaan.

Rechtsgronden

Besluit 91/179/EEG van de Raad van 25 maart 1991 betreffende de aanvaarding van het Statuut van de Internationale Studiegroep voor koper (PB L 89 van 10.4.1991, blz. 39).

Besluit 91/537/EEG van de Raad van 14 oktober 1991 betreffende de aanvaarding van het Statuut van de Internationale Studiegroep voor nikkel (PB L 293 van 24.10.1991, blz. 23).

Besluit 92/278/EEG van de Raad van 18 mei 1992 tot goedkeuring van de consolidatie van het Centrum voor industriële samenwerking EG-Japan (PB L 144 van 26.5.1992, blz. 19).

Besluit 96/413/EG van de Raad van 25 juni 1996 betreffende de uitvoering van een communautair actieprogramma ten behoeve van het concurrentievermogen van de Europese industrie (PB L 167 van 6.7.1996, blz. 55).

Besluit 2001/221/EG van de Raad van 12 maart 2001 betreffende deelname van de Europese Gemeenschap aan de Internationale Studiegroep voor lood en zink (PB L 82 van 22.3.2001, blz. 21).

Besluit 2002/651/EG van de Raad van 22 juli 2002 betreffende de deelname van de Gemeenschap aan de Internationale Studiegroep voor rubber (PB L 215 van 10.8.2002, blz. 13).

Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 1).

Besluit 2006/77/EG van de Commissie van 23 december 2005 tot oprichting van een groep op hoog niveau voor concurrentievermogen, energie en milieu (PB L 36 van 8.2.2006, blz. 43).

02 02 02 02   Voltooiing en aanvulling van de werkzaamheden betreffende het programma voor ondernemingen en ondernemerschap, dat voornamelijk gericht is op het midden- en kleinbedrijf

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

23 804

0,—

121 619,96

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de afwikkeling van betalingsverplichtingen uit hoofde van het vorige meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit 89/490/EEG van de Raad van 28 juli 1989 inzake de verbetering van het ondernemingsklimaat en de bevordering van de ontwikkeling van ondernemingen, in het bijzonder van het midden- en kleinbedrijf, in de Gemeenschap (PB L 239 van 16.8.1989, blz. 33).

Besluit 91/319/EEG van de Raad van 18 juni 1991 tot herziening van het programma voor verbetering van het ondernemingsklimaat en de bevordering van de ontwikkeling van ondernemingen, in het bijzonder van het midden- en kleinbedrijf, in de Gemeenschap (PB L 175 van 4.7.1991, blz. 32).

Besluit 93/379/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende een meerjarenprogramma van communautaire acties ter versterking van de prioritaire krachtlijnen en ter verzekering van de continuïteit en de consolidatie van het beleid ten aanzien van de ondernemingen, in het bijzonder het midden- en kleinbedrijf, in de Gemeenschap (PB L 161 van 2.7.1993, blz. 68).

Besluit 97/15/EG van de Raad van 9 december 1996 betreffende een derde meerjarenprogramma voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) in de Europese Unie (1997-2000) (PB L 6 van 10.1.1997, blz. 25).

Beschikking 2000/819/EG van de Raad van 20 december 2000 betreffende een meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) (2001-2005) (PB L 333 van 29.12.2000, blz. 84).

Beschikking nr. 593/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 juli 2004 tot wijziging van Beschikking 2000/819/EG van de Raad betreffende een meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) (2001-2005) (PB L 268 van 16.8.2004, blz. 3).

Besluit nr. 1776/2005/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 september 2005 tot wijziging van Beschikking 2000/819/EG van de Raad betreffende een meerjarenprogramma voor ondernemingen en ondernemerschap, met name voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) (2001-2005) (PB L 289 van 3.11.2005, blz. 14).

02 02 03     Verbetering van het ondernemingsklimaat voor het midden- en kleinbedrijf

02 02 03 01   Proefproject — Consolidering van de interne markt — Proefproject „Samenwerking en clustervorming van ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf (mkb)”

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerdere contractuele verplichtingen in verband met dit proefproject, dat bedoeld is om acties op het gebied van samenwerking en clustervorming van ondernemingen in grensoverschrijdende regio's tussen oude en nieuwe lidstaten te bevorderen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

02 02 03 02   Voorbereidende actie — Steun voor kleine en middelgrote ondernemingen in de nieuwe financiële omgeving

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerdere contractuele verplichtingen in verband met deze voorbereidende actie, die ten doel heeft kredietinstellingen te helpen hun krediettransacties met het midden- en kleinbedrijf uit te breiden.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

02 02 03 04   Proefproject — Erasmus voor jonge ondernemers

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

120 000

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een actie die moet waarborgen dat ervaring wordt uitgewisseld en versterkt op Europees niveau, ten behoeve van jonge ondernemers en potentiële jonge ondernemers, door middel van verblijven in een ander land in het midden- en kleinbedrijf van belangrijke of aanvullende sectoren. De actie moet gebaseerd zijn op een voorlopige analyse van vraag (d.w.z. jonge ondernemers en potentiële ondernemers) en aanbod (d.w.z. het midden- en kleinbedrijf), waarbij de bestaande behoeften worden onderzocht. Stages voor jonge ondernemers moeten gericht zijn op het samenbrengen van ervaring en het verbeteren van de ontwikkeling, validering en toepassing van zakelijke ideeën. Het moet de opzet van netwerken tussen jonge ondernemers over de grenzen heen bevorderen en het creëren van partnerschappen aanmoedigen, waarmee kennis in belangrijke sectoren wordt gedeeld en de internationalisatie van ondernemingen wordt versterkt. Er moet voorzien worden in bijkomende activiteiten (opleiding in en informatie over Europese contracten en handelsrecht, de interne markt, Europese normen, Europese ondersteunende instrumenten, en over de plaatselijke markt). De intermediare organisaties (Kamers van Koophandel en Fabrieken, starterscentra en andere entiteiten die het bedrijfsleven stimuleren en ondersteunen) zijn met de uitvoering van het programma belast. Een ondersteuningsbureau, dat wordt geselecteerd via een oproep tot het indienen van voorstellen die open staat voor entiteiten in heel Europa die het bedrijsleven ondersteunen, is belast met de coördinatie, monitoring en ondersteuning van de verschillende intermediaire organisaties en is ook het eerste contactpunt voor vragen van en technische bijstand aan aanvragers. Dit ondersteuningsbureau is ook belast met de promotie van het programma op Europees niveau en met het opzetten en onderhouden van de website van het programma.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 tot vaststelling van het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

02 02 03 05   Voorbereidende actie — Erasmus voor jonge ondernemers

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

3 930 000

5 000 000

4 600 000

4 967 155,11

3 490 516,58

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een actie in de vorm van een Europees mobiliteitsprogramma voor toekomstige en beginnende ondernemers. Het programma moet nieuwe ondernemers in de Unie helpen meer ervaringen op te doen, meer te leren en te netwerken door tijd door te brengen in ondernemingen die worden geleid door ervaren ondernemers in andere lidstaten. Het programma stimuleert ondernemerschap, bevordert de totstandkoming van netwerken van creatieve aankomende ondernemers over de grenzen heen, zet aan tot het aangaan van partnerschappen waardoor kennis en ervaring kunnen worden uitgewisseld en maakt het Europese midden- en kleinbedrijf innovatiever en concurrerender op de internationale markten.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

02 02 03 06   Voorbereidende actie — Harmonisatie van processen en normen op het gebied van e-business tussen Europese kleine en middelgrote bedrijven in onderling verbonden industriële sectoren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

670 000

0,—

334 000,—

Toelichting

Om tegemoet te komen aan de behoeften van de economie in de Europese Unie is deze voorbereidende actie bestemd voor de bevordering van gerichte acties op Europees niveau voor de harmonisatie van ondernemingsprocessen en -modellen, alsmede van de architectuur voor gegevensuitwisseling en normen tussen actoren in de aanvoerketen van een of meer onderling verbonden specifieke industriële sectoren. De keuze van de sectoren wordt gemaakt door vertegenwoordigers van de lidstaten door middel van het eBusiness Support Network voor het midden- en kleinbedrijf. Ook is het Europees Parlement hierbij betrokken.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

02 02 04     Small Business Act

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de „Small Business Act”, die in 2008 werd aangenomen. Het midden- en kleinbedrijf moet worden geholpen bij het verkrijgen van toegang tot financiering en bij het deelnemen aan Europese initiatieven. Ook de innovatiecapaciteit ervan moet worden gestimuleerd.

02 02 05     Uitbreidingsprogramma voor het midden- en kleinbedrijf

02 02 05 05   Proefproject — Maatregelen ter bevordering van samenwerking en partnerschappen tussen micro-, kleine en middelgrote ondernemingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

622 021,80

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerdere contractuele verplichtingen in verband met dit proefproject, dat tot doel heeft samenwerking en partnerschappen tussen micro-, kleine en middelgrote ondernemingen te bevorderen, teneinde hun onderhandelingscapaciteit en marktsterkte te vergroten.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

02 02 06     Proefproject — Kennisregio’s

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de contractuele verplichtingen in verband met de financiering of cofinanciering van specifieke maatregelen voor de tenuitvoerlegging van dit proefproject, dat bedoeld is ter ondersteuning van experimentele werkzaamheden op territoriaal niveau met het oog op de vorming van op kennis gerichte regio’s op het gebied van technologische ontwikkeling, samenwerking tussen universiteiten en onderzoek op regionaal niveau ter bevordering van de integratie van de Europese regio’s.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

02 02 07     Proefproject — Maatregelen op het gebied van de textiel- en schoenensector

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

632 000

p.m.

400 000

971 370,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter evaluatie van de situatie in de textiel- en schoenensector in het kader van de afschaffing van het quotastelsel, met als doel een programma van de Unie voor deze sector in het leven te roepen, vooral ten behoeve van de minder begunstigde regio’s, ter ondersteuning van onderzoek en innovatie, omscholing, beroepsopleiding en het midden- en kleinbedrijf.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

02 02 08     Maatregelen in verband met toerisme

02 02 08 01   Voorbereidende actie — Europese topbestemmingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 036 000

p.m.

2 000 000

2 988 056,60

1 788 268,42

Toelichting

Het doel van dit initiatief is de aandacht te vestigen op de rijkdom, de verscheidenheid en de gemeenschappelijke kenmerken van Europese toeristische bestemmingen en daarbij binnen Europa en ook in derde landen Europese bestemmingen te promoten die op zodanige wijze bijdragen aan de economische groei dat een in sociaal, cultureel en ecologisch opzicht duurzaam toerisme mogelijk wordt. De maatregel heeft ook ten doel de Europese burgers te helpen om elkaar beter te leren kennen.

Het doel van het project is:

 

meer zichtbaarheid te geven aan de opkomende nieuwe Europese toeristische topbestemmingen, in het bijzonder de minder bekende;

 

mensen bewust te maken van de toeristische diversiteit en kwaliteit van Europa;

 

alle Europese landen en regio's te promoten, zowel binnen Europa als op de voornaamste toerismemarkten buiten Europa;

 

de congestie te bevorderen, seizoensgebondenheid te bestrijden en de toeristenstromen weer in evenwicht te brengen naar niet-traditionele bestemmingen;

 

duurzame vormen van toerisme te belonen;

 

een platform voor de uitwisseling van goede praktijken op Europees niveau op te zetten;

 

het opzetten van netwerken tussen bekroonde bestemmingen te bevorderen, zodat andere bestemmingen kunnen worden overtuigd om modellen voor de ontwikkeling van duurzaam toerisme te gebruiken.

Ieder jaar worden bepaalde bestemmingen in de lidstaten aangewezen als „Europese Topbestemming” met een gekozen thema. Ook kandidaat-lidstaten worden uitgenodigd om aan dit initiatief deel te nemen.

Het project „Europese Topbestemmingen” heeft tot doel meer bekendheid te geven aan nieuwe Europese toeristische topbestemmingen, met name de minder bekende bestemmingen, meer de aandacht te vestigen op de verscheidenheid en kwaliteit van de Europese toerist en alle Europese landen en regio's te promoten, bij te dragen tot decongestie en tot een minder seizoensgebonden toerisme en de toeristenstromen evenwichtiger te verdelen tussen traditionele en niet-traditionele bestemmingen, en daarbij prijzen uit te reiken aan duurzame vormen van toerisme, een platform op te zetten voor het uitwisselen van goede praktijken op Europees niveau, en netwerkvorming tussen prijswinnende bestemmingen te bevorderen, zodat die ook andere bestemmingen ertoe kunnen aanzetten om voor duurzame ontwikkeling van het toerisme te kiezen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

02 02 08 02   Voorbereidende actie — Duurzaam toerisme

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

700 000

1 000 000

400 000

580 725,65

150 891,95

Toelichting

Een deel van dit krediet mag gebruikt worden om milieuduurzaam toerisme in het Donaugebied te bevorderen.

Na de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon dat de Unie nieuwe bevoegdheden geeft op het gebied van het toerisme, ter aanvulling van het optreden van de lidstaten, en na de mededeling van de Commissie van 30 juni 2010„Europa, toeristische topbestemming in de wereld — Een nieuw beleidskader voor het toerisme in Europa” (COM(2010) 352 definitief) wordt er van start gegaan met een voorbereidende actie teneinde toekomstige wetgevingsinitiatieven ter bevordering van nieuwe op het Europese culturele erfgoed gestoelde toeristische routes voor te bereiden. Deze routes moeten de vorm aannemen van thematische, grensoverschrijdende toeristische producten die getuigen van een gemeenschappelijk Europees cultureel erfgoed en locale tradities weerspiegelen. De Raad van Europa en de „Europese culturele routes” daarvan moeten, net als gelijkaardige Europese initiatieven (met betrekking tot culturele routes), ondersteund worden.

Hiertoe moet de coördinatie en samenwerking met de Raad van Europa worden geïntensiveerd om te kunnen profiteren van de jarenlange ervaring van de Raad van Europa op dit gebied, teneinde de Europese culturele routes verder te ontwikkelen en om te zetten in brede grensoverschrijdende toeristische totaalpakketten.

De voorbereidende actie heeft de volgende hoofddoelstellingen:

 

vergroten van het bewustzijn van de bijdrage van verschillende culturen aan gemeenschappelijke Europese culturen, door middel van het bieden van inzicht in de Europese geschiedenis door kennis te maken met tastbaar, niet-tastbaar en natuurlijk erfgoed;

 

bevorderen van de rol van cultureel toerisme als factor die kan bijdragen aan duurzame economische ontwikkeling, Europees burgerschap en interculturele dialoog;

 

bevorderen van duurzaam en verantwoord toerisme binnen de Unie en naburige landen;

 

versterken van de reputatie en het profiel van Europa als topbestemming bij burgers in Europa en in derde landen;

 

vergroten van de capaciteit van touroperators en kleine ondernemingen in afgelegen en minder bekende bestemmingen om een nieuw publiek te bereiken, door het stimuleren van de uitwisseling van ervaringen, het opzetten van netwerken en de bundeling van inspanningen;

 

bevorderen van het concurrentievermogen en de innovatie van de toeristische sector in de Unie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1371/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende de rechten en verplichtingen van reizigers in het treinverkeer (PB L 315 van 3.12.2007, blz. 14), met name artikel 5.

Artikel 195 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

02 02 08 03   Voorbereidende actie — Sociaal toerisme in Europa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

921 000

1 500 000

700 000

881 269,24

735 884,58

Toelichting

Onze maatschappij is sterk aan het veranderen voor wat betreft de vrijetijdsindustrie en de vrijetijdsbesteding. De situatie op het gebied van het toerisme ondergaat ingrijpende veranderingen als gevolg van factoren zoals nieuwe gezinsstructuren, de toename van het aantal alleenstaanden, van de vrije tijd en van de levensverwachting, de algemene vergrijzing van de bevolking en de precaire situatie van al dan niet werkende jongeren. Vakantie mogelijk maken voor iedereen betekent, op het niveau van de Unie beschouwd, rekening houden met de specifieke kenmerken van de Europese samenleving.

De Unie dient zich te voorzien van middelen om dit doel te bereiken. Een van de mogelijkheden daartoe is de ontwikkeling van het sociaal toerisme.

Het sociaal toerisme is in de eerste plaats bekend vanwege het uiteindelijke doel ervan: ervoor zorgen dat zoveel mogelijk mensen met vakantie kunnen gaan. In die zin draagt het bij tot de mobiliteit. Maar het sociaal toerisme heeft ook een ander nut dat tot op heden te weinig onderkend wordt, te weten het belang ervan voor de ruimtelijke ordening (de meeste structuren van toerismeverenigingen zijn gelegen op het platteland en in het middengebergte) en voor de plattelandsontwikkeling. Het sociaal toerisme vormt dus het bewijs dat er wel degelijk een middenweg bestaat tussen de „vrijetijdsmarkt” en de niet-solvabele economie. Het toont aan dat economisch belang niet onverenigbaar is met toegankelijkheid voor een zo groot mogelijk publiek.

Daarom moeten sociale gemengdheid en plaatselijke ontwikkeling worden gecombineerd. Het sociaal toerisme maakt het toerisme weer toegankelijk voor bevolkingsgroepen voor wie dat geleidelijk aan moeilijk of zelfs onmogelijk was geworden, en versterkt daarmee de rendabiliteit van de toeristensector. Het maakt bijvoorbeeld toerisme in het laagseizoen mogelijk, met name in streken waar het toerisme sterk seizoensgebonden is. Zo werkt het sociaal toerisme de totstandkoming van meer continue werkgelegenheid in de toeristensector in de hand, omdat de banen in de sector ook na het hoogseizoen blijven bestaan.

De uitvoering van dit project (Calypso genaamd) biedt een uitstekende kans om door de Europese Commissie gestimuleerde partnerschappen tussen de publieke en private sector en de sociale economie te bevorderen. Door de uitwisselingen tussen Europese burgers en met name het ontstaan van synergieën draagt dit project in aanzienlijke mate bij tot de ontwikkeling van het Europees burgerschap. Er zij in dit verband aan herinnerd dat bijna 40 % van alle reizen met meer dan vier overnachtingen buitenlandse reizen zijn.

Vandaar dat deze branche zo belangrijk is, zowel voor wat betreft de economische impact als gevolg van het aantal banen dat zij oplevert, als op het gebied van de menselijke en burgerschapswaarden.

Deze maatregel zou dus ten goede kunnen komen aan particuliere ondernemingen in de toeristensector die op bovengenoemde terreinen actief zijn, verenigingen voor sociaal toerisme en ondernemingsraden, vervoerbedrijven, plaatselijke en regionale gemeenschappen, toerismeverenigingen, solidariteitsverenigingen maar ook commerciële marktdeelnemers.

De acties zouden kunnen bestaan uit:

 

het inventariseren en verspreiden van maatregelen die bijdragen tot het minder seizoensgebonden maken van het toerisme door middel van gericht sociaal beleid ter zake;

 

het uitwerken van regelingen om bepaalde doelgroepen (senioren, jongeren, probleemgezinnen, enz.) in staat te stellen met vakantie te gaan dankzij een verblijfsaanbod van de zijde van de overheid (op nationaal, regionaal en plaatselijk niveau) of van liefdadigheidsverenigingen, plaatselijke centra voor maatschappelijk werk of verenigingen zonder winstoogmerk.

De doelstellingen van het programma Calypso 2011 zijn gebaseerd op de maatregelen die in de (aanbestede) studie van 2009 zijn geïnventariseerd, en op de besprekingen tussen de Commissie, de lidstaten en de belanghebbenden, die in 2010 tijdens diverse Calypso-vergaderingen hebben plaatsgevonden. Die doelstellingen zijn:

 

catalogisering van de belangrijkste (meest representatieve) goede praktijken als middel om de toeristische activiteit aan te moedigen, met name tijdens het laagseizoen, en zodoende werkgelegenheid te scheppen wanneer er traditioneel weinig vraag is;

 

inventarisering van de bestaande maatregelen op Europees en nationaal niveau, zodat personen uit onderstaande doelgroepen aan uitwisselingen kunnen deelnemen: senioren, jongeren, personen met een handicap en probleemgezinnen;

 

onderzoek van de problemen die met dergelijke uitwisselingen verband houden, en formulering van de meest geschikte oplossingen;

 

voorstelling van één of meer mechanismen in het toeristische laagseizoen waardoor specifieke doelgroepen (senioren, jongeren, personen met een handicap en probleemgezinnen) in andere lidstaten of kandidaat-lidstaten met vakantie kunnen gaan op basis van themaprogramma’s en een verblijfsaanbod dat door de autoriteiten van de lidstaten of kandidaat-lidstaten (nationale, regionale of lokale overheidsinstanties) wordt gecoördineerd op basis van initiatieven van belanghebbenden zoals gemeenten, liefdadigheidsorganisaties, parochies, vakbonden, sociale partners, coöperaties of enige andere non-profitorganisatie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

02 02 08 04   Voorbereidende actie — Bevordering van Europese en transnationale toeristische producten, met bijzondere nadruk op culturele en industriële producten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 000 000

1 000 000

       

Toelichting

Met het Verdrag van Lissabon heeft de Unie voor het eerst bevoegdheden gekregen op het gebied van toerisme. Deze voorbereidende actie heeft tot doel grensoverschrijdende thematische toeristische producten te steunen die uiting geven aan, met name, het gemeenschappelijk Europees cultureel en industrieel erfgoed, alsmede aan lokale tradities, en zal daarbij voortbouwen op eerdere acties op dit gebied en op de ervaring van andere internationale partners en organisaties, zoals de Raad van Europa, de Wereldorganisatie voor Toerisme van de VN (UNWTO) en de European Travel Commission (ETC).

Met name zal met deze voorbereidende actie de diversificatie van het aanbod van toeristische producten worden bevorderd, teneinde de Europese toeristische sector te stimuleren om concurrerender te worden. Er bestaan uitstekende mogelijkheden voor groei binnen een aantal transnationale thematische toeristische producten en diensten, zoals culturele en industriële routes die verschillende regio's van de lidstaten doorkruisen. Deze Europese en transnationale toeristische producten moeten worden bevorderd in derde landen, in nauwe samenwerking met de ETC, om het beeld van Europa als unieke bestemming op de langeafstandsmarkt te versterken.

De voorbereidende actie heeft de volgende hoofddoelstellingen:

 

bijdragen aan de verbetering van de algemene kwaliteit van toeristische producten en bestemmingen in de gehele Unie, door het financieren van grensoverschrijdende toeristische projecten;

 

het verder ontwikkelen van culturele producten en toerisme als integraal onderdeel van een duurzame economie en ter ondersteuning van regionale economieën;

 

het bevorderen van toerisme in reconversieregio's, ter bevordering van werkgelegenheid en groei in deze regio's;

 

de oprichting van een netwerk van belanghebbenden en beleidsmakers, met name op het gebied van cultureel en industrieel toerisme, op regionaal, nationaal en uniaal niveau;

 

het bevorderen van de waarde van culturele producten en cultureel toerisme binnen Europa en het versterken van het imago van Europa als de voornaamste toeristische bestemming ter wereld;

 

het ondersteunen van transnationale culturele of industriële thema’s en producten die kunnen bijdragen aan een groeiend besef van de Europese identiteit.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

02 02 08 05   Voorbereidende actie — Toerisme en toegankelijkheid voor iedereen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

       

Toelichting

Na de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon behoort ook toerisme tot de bevoegdheden van de Unie, die de maatregelen van de lidstaten op dit gebied kan coördineren een aanvullen. Om deze nieuwe belangrijke taak van de Unie te bevorderen, wordt voorgesteld in 2012 een voorbereidende actie te starten gericht op het voorbereiden van toekomstige initiatieven op het gebied van toerisme en toegankelijkheid. Het voornaamste doel is het creëren van een groter bewustzijn van toegankelijkheid in toerisme, met bijzondere aandacht voor handicaps en de speciale behoeften van bepaalde categorieën personen. Het is zo dat, ondanks de ondertekening van het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap door alle lidstaten, een groot aantal personen met een handicap nog altijd moeilijk toegang hebben tot toerisme- en vervoersdiensten.

De voorbereidende actie heeft de volgende hoofddoelstellingen:

 

het vergroten van het bewustzijn bij het publiek, onder andere door middel van voorlichtingscampagnes, van de toegankelijkheid van toerisme en diensten, alsook het verbeteren van de dialoog met en de samenwerking tussen organisaties van personen met een handicap, personen met speciale behoeften in het algemeen en de toerisme-industrie, teneinde een meer inclusieve samenleving en een kwalitatief hoogwaardig vrij verkeer van personen in Europa te bevorderen;

 

het bevorderen van het ontwikkelen van specifieke opleidingen voor personeel in het omgaan met personen met een handicap, met name op het gebied van brandpreventie en de veiligheid van accomodaties in het algemeen;

 

het ontwikkelen van bekwame, goed opgeleide en goed geïnformeerde burgers en beroepsbeoefenaren in verband met het concept van gastvrijheid en toegankelijkheid, door middel van nauwe samenwerking en synergie-effecten met universiteiten en scholen;

 

bewustmaking en beloning van Europese bestemmingen die van toegankelijkheid een topprioriteit van hun aanbod maken;

 

het bevorderen van een beter gebruik van innovatie voor het verbeteren van de toegankelijkheid van toerismediensten voor iedereen;

 

het bevorderen van het aanpassen van toeristische producten aan de behoeften van personen met een verminderde mobiliteit en personen met speciale behoeften in het algemeen;

 

het leveren van een bijdrage aan de totstandbrenging van een gunstig en toegankelijk klimaat voor personen met een handicap, personen met een verminderde mobiliteit en personen met speciale behoeften op alle gebieden, in het bijzonder op het gebied van vervoer, accommodatie, de horeca en toerismediensten in het algemeen;

 

het bevorderen van campagnes en voorlichtingsacties in verband met de rechten van personen met een verminderde mobiliteit en personen met speciale behoeften bij buitenlandse reizen, om klanten beter te informeren en een betere toegankelijkheid te waarborgen;

 

het bevorderen van grensoverschrijdende samenwerking om de toegankelijkheid in de toerismesector te vergroten en in het bijzonder personen met een handicap en speciale behoeften, zowel Europeanen, als onderdanen van derde landen, beter in staat te stellen hun rechten uit te oefenen;

 

het leveren van een bijdrage aan de ontwikkeling (op de lange termijn) van gemeenschappelijke minimumnormen inzake toegankelijkheid, op basis van kwaliteit, voor alle aan toerisme gerelateerde gebieden en alle burgers, met inbegrip van personen met een handicap, personen met een verminderde mobiliteit en personen met speciale behoeften;

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

02 02 09     Voorbereidende actie — De Europese Unie speelt zijn rol in een geglobaliseerde wereld

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

750 000

0,—

440 290,90

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerdere contractuele verplichtingen in verband met deze voorbereidende actie die bedoeld is ter financiering van initiatieven om positief te reageren op de uitdaging van globalisering en om de capaciteit van de Unie te versterken op belangrijke gebieden zoals onderzoek, innovatie, verbeelding, innovatieve maatregelen voor het midden- en kleinbedrijf, de bevordering van Europese normen en CE-markering, een leven lang leren en onderwijs, alsmede maatregelen om de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt (PB L 376 van 27.12.2006, blz. 36) te vergemakkelijken.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

02 02 10     Voorbereidende actie — Euromed innoverende ondernemers voor verandering

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 000 000

1 000 000

   

0,—

0,—

Toelichting

Deze voorbereidende actie heeft tot doel te zorgen voor een verhoging van de groei en het concurrentievermogen van jonge ondernemers, investeringen en innovatienetwerken uit Europa en vier geassocieerde landen uit het Middellandse Zeegebied (Egypte, Libanon, Tunesië en Marokko), om leiders te ontwikkelen op markten met een hoog potentieel.

Capaciteitsopbouw:

 

opleidingen over de internationalisering van kmo's zullen worden voorzien voor meer dan 150 ondernemers en 500 starterscentra, investeerders of netwerken van ondernemers, gevolgd door online conferenties (webinars) en technische bijstand — er worden twee specifieke netwerken voor mentorschap opgezet (om ervaren ondernemers aan te zetten andere ondernemers te helpen): een mentorprogramma voor vrouwelijke ondernemers en een programma met ondernemers uit het Middellandse Zeegebied die in Europa verblijven. Maatregelen voor de ontwikkeling van het bedrijfsleven in drie hoofdsectoren: IT/media, energie en milieu, en de agrovoedingssector;

 

vergaderingen tussen bedrijven tijdens professionele evenementen om de beste starters in contact te brengen met potentiële klanten en investeerders, met follow-up van hun aanwezigheid;

 

investeringsworkshops tijdens belangrijke internationale beurzen om starters en innovatieclusters met topklanten in contact te brengen, maar ook om een Europees-mediterraan geïntegreerd bod over innovatie te promoten en een internationaal netwerk van ambassadeurs te creëren met steun van de mediterrane diaspora's;

 

actie voor toegang tot financiering voor het verbeteren van de impact en de efficiëntie van de Europese financiering voor kmo's in het Middellandse Zeegebied;

 

vergaderingen tussen bedrijven om de beste starters met potentiële investeerders in contact te brengen;

 

instrumenten voor het identificeren van risico's en kansen in het Middellandse Zeegebied voor Europese investeerders;

 

investeringsworkshops voor het samenbrengen van Europese en mediterrane ondernemers, investeerders en opleidingsnetwerken (incubators, ervaren ondernemers) om de kosten- en algemene efficiëntie te verbeteren.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

02 02 11     Voorbereidende actie — Operationele GMES-diensten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

2 500 000

p.m.

2 100 000

4 070 434,—

1 490 968,97

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerdere contractuele verplichtingen die verband houden met deze voorbereidende actie. Overeenkomstig artikel 49, lid 6, onder b), van het Financieel Reglement, is deze voorbereidende actie gevolgd door de aanneming op 22 september 2010 van het Europees programma voor monitoring van de aarde (zie artikel 02 02 15).

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

02 02 12     Proefproject — Vergemakkelijken van de toegang tot verzekeringen voor zelfstandige bouwondernemers en kleine bouwbedrijven, om de innovatie en bevordering van ecotechnologie in de Europese Unie te stimuleren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

600 000

1 500 000

750 000

0,—

148 515,—

Toelichting

De ontwikkeling van energiebesparende technieken en het gebruik van hernieuwbare energie is van zeer groot belang voor de bouwsector. Met 2,5 miljoen ondernemingen, een omzet van meer dan 1 200 miljard EUR en 12 miljoen arbeidskrachten, waarvan 9,7 miljoen bezoldigde werknemers, genereert de bouwsector 10 % van het bbp van de Unie. 99 % van de bouwondernemingen zijn kleine en middelgrote bedrijven (met minder dan 250 werknemers), die 78 % van de omzet van de sector genereren. Een toenemend gebruik van ecotechnologie en eco-innovatie in de bouwsector is echter afhankelijk van een combinatie van factoren, zoals extra kosten, beschikbaarheid van producten, consumentenvraag en kennis binnen ondernemingen.

Een ander groot probleem dat een breder gebruik van deze nieuwe technologieën belemmert is de toegang tot verzekeringen voor bouwbedrijven, in het bijzonder de kleinere ondernemingen, die in Europa meer dan 90 % van de bouwsector uitmaken. Met name ten gevolge van hun omvang en financiële basis is het voor kleine ondernemingen moeilijk bouw- of renovatiewerkzaamheden te verzekeren waarbij nieuwe technologieën worden gebruikt (zonne- of fotovoltaïsche energie, geothermische energie enz.). In de praktijk vormt dit een barrière voor de verspreiding van ecologische technologieën door kleine ondernemingen, die goed zijn voor meer dan 60 % van de productie in Europa. De problemen die zelfstandige bouwondernemingen en kleine bouwbedrijven ondervinden bij het sluiten van verzekeringen voor nieuwe ecotechnologieën vormt een duidelijke belemmering voor een breder gebruik van deze technologieën.

De Unie moet daarom een instrument invoeren dat doeltreffende steun verleent aan kleine bouwbedrijven, die van cruciaal belang zijn voor het bereiken van de doelstellingen van de Unie inzake het gebruik van hernieuwbare energie (20 % van het bruto binnenlandse verbruik tegen 2020).

Dit project is daarom gericht op de invoering van een uniaal financieel instrument dat gedurende een zekere periode kleine ondernemingen makkelijker toegang verleent tot verzekeringen bij het gebruik van ecotechnologieën in bouwprojecten.

De begrotingslijn, die onder beheer van het EIF zou kunnen vallen, moet strenge voorwaarden bevatten voor de toewijzing van middelen voor specifieke verzekeringsmaatschappijen, teneinde de sluiting van verzekeringen voor bouwbedrijven die ecotechnologieën gebruiken te vereenvoudigen. Het project is daarom op dezelfde formule gebaseerd als bestaande uniale regelingen ter stimulering van de ontwikkeling van het midden- en kleinbedrijf en innovatie (risicokapitaal/leengaranties).

De kleine ondernemingen ontvangen uiteraard geen rechtstreekse steun van de Unie; in plaats daarvan wordt steun verstrekt in de vorm van een verzekeringsdekking, een aanvullende verzekeringsdekking of een herverzekeringsregeling. Aan de regeling voor een gemakkelijker toegang tot bouwverzekeringen voor kleine ondernemingen kunnen verschillende voorwaarden verbonden zijn, zoals:

 

alleen ondernemingen beneden een bepaalde omvang en omzet komen in aanmerking;

 

alleen specifieke soorten werkzaamheden (met ecotechnologieën) en specifieke contracten of projecten van beperkte omvang zijn gedekt;

 

er wordt slechts een beperkt of forfaitair bedrag verstrekt.

De bouwsector is een onmisbare partner bij de inspanningen van de Unie om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en het aandeel van hernieuwbare energie in het algehele energieverbruik te vergroten, en speelt momenteel een actieve rol bij de ontwikkeling, het gebruik en de bevordering van eco-technologieën (zonne-, fotovoltaïsche en geothermische energie).

Dit proces wordt echter gehinderd door de problemen waar kleine ondernemingen en ambachtslieden in de sector tegenaan lopen in verband met het sluiten van de nodige verzekeringen tegen betaalbare prijzen, en onder toegankelijke voorwaarden. Het innovatieve karakter en de onbekendheid van de risico’s die deze technologieën met zich mee kunnen brengen schrikt de verzekeraars af.

Het marktonderzoek dat in 2008 is gestart in het kader van het eerdere project ELIOS heeft de complexiteit van de momenteel gangbare verzekeringsstelsels in de lidstaten bevestigd, evenals het ontbreken van een gemeenschappelijke benadering van de beoordeling van de risico's die deze nieuwe technologieën met zich meebrengen.

Het proefproject heeft daarom tot doel om dit proces voort te zetten door, parallel aan het begin dat de autoriteiten van de Unie hebben gemaakt met het bewerkstelligen van samenhang tussen de verschillende verzekeringsstelsels in de Unie, zoals voorzien in het eerdere onderzoek, een systeem te testen voor toegang tot verzekeringen op basis van het concept dat reeds wordt gebruikt in verband met de financieringsinstrumenten van de Europese Investeringsbank en het Europees Investeringsfonds inzake leengaranties voor de kleine en middelgrote ondernemingen en onderlinge waarborgen. Het doel van het project is aan te tonen dat het mogelijk en haalbaar is om kleine ondernemingen die gebruik maken van ecotechnologieën zonder meerkosten te verzekeren.

Deze test voert het proces verder dan het stadium van vergelijkend onderzoek en brengt het in een operationele fase, die moet leiden tot de convergentie van nationale stelsels en tot meer aandacht voor de behoeften van kleine ondernemingen en ambachtslieden die actief zijn op het gebied van ecotechnologieën.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

02 02 13     Voorbereidende actie — Kansen voor de internationalisering van het midden- en kleinbedrijf

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

670 000

0,—

746 790,—

Toelichting

De wereldwijde economie is getuige van een kwalitatief nieuwe vorm van internationale economische betrekkingen die nieuwe kansen biedt voor het mkb in een internationale omgeving. Enkele van de redenen voor het aanboren van nieuwe markten kunnen als volgt worden weergegeven:

 

lokale markten zijn beperkt;

 

de nationale markten stagneren gedurende bepaalde perioden;

 

toegang tot internationale markten is nodig om een sterke groei te bewerkstelligen.

In het kader van de Small Business Act (SBA), die voorziet in programma’s ter ondersteuning van het bedrijfsleven en internationaal onderzoek, moet het mkb betrokken worden bij internationale projecten om profijt te trekken uit de groei van markten buiten de Unie. Deze benadering kan een verbetering opleveren van vaardigheden en innovatieve strategieën en zo het Europese mkb een concurrentievoordeel bieden. Er wordt een voorbereidende actie voorgesteld om de betrokkenheid van het mkb bij dergelijke acties te testen. De voorbereidende actie biedt de nodige informatie voor het opstellen van een strategie in een later stadium. De voorbereidende actie zal een gedetailleerde haalbaarheidsstudie omvatten waarin het marktpotentieel en passende bedrijfsondersteunende maatregelen voor het mkb op belangrijke internationale markten zullen worden beoordeeld. In de studie zullen de verschillende beschikbare mogelijkheden en instrumenten worden onderzocht om het Europese mkb beter op die markten af te stemmen en zullen voor afzonderlijke landen specifieke maatregelen worden voorgesteld om in de toekomst de toegang van het Europese mkb tot die markten te vergemakkelijken.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie zoals bedoeld in artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

02 02 15     Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

39 000 000

32 207 413

9 000 000

4 284 805

   

Toelichting

Het doel van dit krediet is:

 

initiële operationele GMES-diensten te leveren die op de behoeften van de gebruikers zijn afgestemd;

 

bij te dragen tot het garanderen van de beschikbaarheid van de observatie-infrastructuur die voor de levering van GMES-diensten noodzakelijk is;

 

mogelijkheden te scheppen voor een steeds groter gebruik van informatiebronnen door de privésector en zo innovatie gemakkelijker te maken voor dienstverleners die waarde toevoegen.

De ontwikkeling van diensten die op monitoring van de aarde gebaseerd zijn, speelt vooral een essentiële rol bij de bevordering van het concurrentievermogen en de innovatie in bedrijven in deze sector en in de downstreammarkten. In Europa vergt de duurzame levering van diensten die verband houden met monitoring van de aarde nog steeds een consequent overheidsoptreden. Dit is niet alleen het gevolg van de markttekortkomingen waardoor niet aan diverse overheidsbehoeften wordt voldaan, maar ook van het feit dat de downstreammarkt een onvolgroeide markt is die sterk afhankelijk is van overheidsfinanciering en waarvan de ontwikkeling tot op heden sterk wordt ingetoomd door onzekerheden omtrent de betaalbaarheid en de beschikbaarheid op lange termijn van de basisdiensten en de gegevens waarop zij bouwen. Wanneer de bovengenoemde specifieke doelstellingen worden verwezenlijkt, zal dat bijdragen tot de groei en de schepping van werkgelegenheid in een innovatieve sector, waarvan het downstreamsegment vooral uit kleine en middelgrote bedrijven bestaat. Deze diensten zullen de toegang vergemakkelijken tot essentiële gegevens die nodig zijn voor de beleidsvorming op uniaal, nationaal, regionaal en plaatselijk niveau op gebieden zoals landbouw, bosmonitoring, waterbeheer, vervoer, stadsplanning, klimaatverandering en tal van andere gebieden. Dit krediet dient eveneens ter dekking van de implementatie van delegatieovereenkomsten, onder meer van de huishoudelijke kosten die zijn gemaakt door entiteiten waaraan de Commissie taken voor het GMES-programma delegeert, overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EU) nr. 911/2010 en artikel 54 van het Financieel Reglement.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die op deze post dienen te worden geboekt, overeenkomstig het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 911/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 inzake het Europees programma voor monitoring van de aarde (GMES) en zijn initiële operationele diensten (2011-2013) (PB L 276 van 20.10.2010, blz. 1).

Referentiebesluiten

Besluit 2010/67/EU van de Commissie van 5 februari 2010 tot oprichting van de GMES-partnerraad (PB L 35 van 6.2.2010, blz. 23).

02 02 16     Proefproject — Een Europees competentienetwerk voor zeldzame aardelementen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

       

Toelichting

Zeldzame aardelementen krijgen steeds meer politieke aandacht. Deze 17 elementen zijn van cruciaal belang voor de Europese industrie, aangezien ze onmisbaar zijn voor de productie van hoogtechnologische, koolstofarme goederen, zoals elektrische voertuigen en energie-efficiënte gloeilampen. Ze zijn eveneens noodzakelijk in de defensiesector (laser, nachtkijkers, radaruitrusting, enz.). De vraag stijgt voortdurend, en het aanbod kan nauwelijks volgen, met name op het vlak van zware zeldzame aardelementen. Deze situatie wordt erger gemaakt door het feit dat zeldzame aardelementen momenteel moeilijk te vervangen of te recycleren zijn. In dit opzicht moeten, met het oog op de verbetering van de continuïteit van de voorziening van deze begeerde zeldzame aardelementen, substitutie en recyclage prioritaire aandacht krijgen.

Dit proefproject heeft tot doel een Europees competentienetwerk voor zeldzame aarden op te richten waar alle Europese belanghebbenden (academieën en onderzoeksinstellingen, de industrie, beleidsvormers, denktanks, enz.) worden samengebracht om beste praktijken uit te wisselen, de kennis over de bijzondere eigenschappen van zeldzame aarden te verhogen, onderzoek te verrichten en de recycleerbaarheid en substitutie ervan te bevorderen. Het samenbrengen van alle verschillende belanghebbenden binnen dergelijk netwerk is eveneens bijzonder belangrijk aangezien de verspreiding van nieuwe technologieën erdoor zou worden geholpen en de doorlooptijd (time to market) zou worden verminderd.

Het netwerk zou verschillende malen per jaar samenkomen en een aantal werkdossiers behandelen in het kader van verschillende werkgroepen die focussen op verschillende kwesties met betrekking tot zeldzame aardelementen (recyclage, substitutie, raffinagecapaciteit, ontginning, enz.).

Het netwerk kan worden ontworpen naar het voorbeeld van de in 1985 opgerichte „Concerted European Action on Magnets (CEAM)”, die baanbrekend werk heeft verricht op het vlak van Europese samenwerking met de betrokkenheid van meer dan 80 industriële en academische groepen die hun deskundigheid en kennis samen hebben gevoegd om te zorgen voor de bevordering van het inzicht in permanente zeldzame aarde-ijzermagneten. Veel andere landen investeren reeds in recyclagetechnologieën van de volgende generatie om zeldzame aarden terug te winnen. Japan bijvoorbeeld heeft reeds een begroting van 1 000 000 000 USD in het vooruitzicht gesteld voor een strategie op het vlak van zeldzame aardelementen in samenwerking met de industrie, met als doel de continuïteit van de voorziening te verhogen, onder meer door middel van ambitieuze recyclage-inspanningen. De regering van Japan heeft eveneens een streefcijfer vastgesteld voor de vermindering van de invoer van zeldzame aardelementen met een derde in de komende jaren, en het Japans nationaal instituut voor materiaalwetenschap, een bij de regering aangesloten onderzoeksgroep, schat dat gebruikte elektronische apparatuur in Japan ongeveer 272 000 ton aan zeldzame aardelementen bevat. Met een invoer van ongeveer 30 000 ton per jaar, zou dit tien jaar aan invoer vertegenwoordigen. Een Europees competentienetwerk voor zeldzame aarden zou ervoor zorgen dat de Unie deze kwestie ernstig neemt en ernaar streeft de eigen kennis met betrekking tot deze materialen te vergroten om met name te zorgen voor meer recyclage en substitutie. Hierdoor wordt ervoor gezorgd dat de Unie niet voorbij wordt gestreefd in de technologische wedren naar het beheersen van deze belangrijke delfstoffen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

HOOFDSTUK 02 03 — INTERNE GOEDERENMARKT EN SECTORAAL BELEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

02 03

INTERNE GOEDERENMARKT EN SECTORAAL BELEID

02 03 01

Werking en ontwikkeling van de interne markt, met name op de gebieden van kennisgeving, certificering en sectorale harmonisatie

1.1

18 550 000

14 334 567

18 550 000

15 234 864

16 273 635,08

13 099 344,36

02 03 03

Wetgeving over chemische stoffen en het Europees Agentschap voor chemische stoffen

02 03 03 01

Wetgeving over chemische stoffen en het Europees Agentschap voor chemische stoffen — Bijdrage aan titels 1 en 2

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

23 451 366,11

23 451 366,11

02 03 03 02

Wetgeving over chemische stoffen en het Europees Agentschap voor chemische stoffen — Bijdrage aan titel 3

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

12 548 633,89

12 548 633,89

 

Artikel 02 03 03 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

36 000 000,—

36 000 000,—

02 03 04

Normalisatie en harmonisatie van de wetgevingen

1.1

23 500 000

15 559 356

23 000 000

17 139 222

25 160 259,66

16 555 305,08

 

Hoofdstuk 02 03 — Totaal

 

42 050 000

29 893 923

41 550 000

32 374 086

77 433 894,74

65 654 649,44

02 03 01     Werking en ontwikkeling van de interne markt, met name op de gebieden van kennisgeving, certificering en sectorale harmonisatie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 550 000

14 334 567

18 550 000

15 234 864

16 273 635,08

13 099 344,36

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de maatregelen die moeten bijdragen tot de werking van de interne markt:

 

harmonisatie van normen en totstandbrenging van een informatiesysteem op het gebied van normen en technische voorschriften;

 

financiering van de administratieve en technische coördinatie en van de samenwerking tussen de aangemelde instanties;

 

onderzoek van de regels waarvan door de lidstaten en de EVA-staten kennis is gegeven en vertaling van de ontwerpen van technische voorschriften;

 

toepassing van het Unierecht op het gebied van medische hulpmiddelen, cosmetica, voedingsmiddelen, textielproducten, geneesmiddelen, chemische stoffen, indeling en etikettering van stoffen en preparaten, auto’s en veiligheid, en kwaliteit van het milieu;

 

sectorale harmonisatie op het gebied van de richtlijnen „nieuwe aanpak”, met name de uitbreiding van het toepassingsgebied van de „nieuwe aanpak” tot andere sectoren;

 

maatregelen voor de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 765/2008, zowel voor de infrastructuren als voor het markttoezicht;

 

uitvoeringsmaatregelen voor Verordening (EG) nr. 764/2008 tot vaststelling van procedures voor de toepassing van bepaalde nationale technische voorschriften op goederen die in een andere lidstaat rechtmatig in de handel zijn gebracht;

 

uitvoeringsmaatregelen voor Richtlijn 2009/43/EG betreffende de vereenvoudiging van de voorwaarden voor de overdracht van defensiegerelateerde producten binnen de Unie;

 

organisatie van partnerschappen met de lidstaten, steun voor administratieve samenwerking tussen de autoriteiten die bevoegd zijn voor markttoezicht en de tenuitvoerlegging van de internemarktwetgeving;

 

subsidies ter ondersteuning van door externe organen opgezette projecten van belang voor de Unie;

 

informatie- en communicatieacties, verbetering van de kennis van de uniale wet- en regelgeving;

 

uitvoering van het strategische programma voor de interne markt en toezicht op de markt;

 

subsidies ter ondersteuning van de Europese Organisatie voor technische goedkeuring (EOTA);

 

subsidie voor de Raad van Europa in het kader van het Verdrag inzake een Europese farmacopee;

 

deelname aan de onderhandelingen over overeenkomsten van onderlinge erkenning, en in het kader van de Europese overeenkomsten, steunverlening aan de geassocieerde landen voor de omzetting van het acquis van de Unie.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Richtlijn 76/768/EEG van de Raad van 27 juli 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake cosmetische producten (PB L 262 van 27.9.1976, blz. 169).

Richtlijn 85/374/EEG van de Raad van 25 juli 1985 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake de aansprakelijkheid voor producten met gebreken (PB L 210 van 7.8.1985, blz. 29).

Richtlijn 90/385/EEG van de Raad van 20 juni 1990 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake actieve implanteerbare medische hulpmiddelen (PB L 189 van 20.7.1990, blz. 17).

Richtlijn 91/477/EEG van de Raad van 18 juni 1991 inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens (PB L 256 van 13.9.1991, blz. 51).

Besluit van de Raad van 21 september 1992 waarbij de Commissie wordt gemachtigd te onderhandelen over overeenkomsten tussen de Europese Economische Gemeenschap en bepaalde derde landen inzake de wederzijdse erkenning op het gebied van de conformiteitsbeoordeling (document 8300/92).

Richtlijn 93/5/EEG van de Raad van 25 februari 1993 betreffende de bijstand aan de Commissie en de samenwerking van de lidstaten bij het wetenschappelijk onderzoek van vraagstukken in verband met levensmiddelen (PB L 52 van 4.3.1993, blz. 18).

Richtlijn 93/7/EEG van de Raad van 15 maart 1993 betreffende de teruggave van cultuurgoederen die op onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van een lidstaat zijn gebracht (PB L 74 van 27.3.1993, blz. 74).

Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad van 23 maart 1993 inzake de beoordeling en de beperking van de risico's van bestaande stoffen (PB L 84 van 5.4.1993, blz. 1).

Richtlijn 93/15/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende de harmonisatie van de bepalingen inzake het in de handel brengen van en de controle op explosieven voor civiel gebruik (PB L 121 van 15.5.1993, blz. 20).

Richtlijn 93/42/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende medische hulpmiddelen (PB L 169 van 12.7.1993, blz. 1).

Besluit 93/465/EEG van de Raad van 22 juli 1993 betreffende de modules voor de verschillende fasen van de overeenstemmingsbeoordelingsprocedures en de voorschriften inzake het aanbrengen en het gebruik van de CE-markering van overeenstemming die in de richtlijnen voor technische harmonisatie moeten worden gebruikt (PB L 220 van 22.7.1993, blz. 23).

Besluit 94/358/EG van de Raad van 16 juni 1994 houdende aanvaarding namens de Europese Gemeenschap van het Verdrag inzake de samenstelling van een Europese farmacopee (PB L 158 van 25.6.1994, blz. 17).

Richtlijn 96/100/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 februari 1997 tot wijziging van de bijlage bij Richtlijn 93/7/EEG betreffende de teruggave van cultuurgoederen die op onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van een lidstaat zijn gebracht (PB L 60 van 1.3.1997, blz. 59).

Besluit van de Raad tot bevestiging van de interpretatie van het Comité 113 van het besluit van de Raad van 21 september 1992 waarbij de Commissie richtsnoeren worden gegeven voor onderhandelingen over Europese conformiteitsbeoordelingsovereenkomsten (ECAA's) (document 8453/97).

Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PB L 204 van 21.7.1998, blz. 37).

Richtlijn 98/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 juli 1998 tot wijziging van Richtlijn 98/34/EG betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften (PB L 217 van 5.8.1998, blz. 18).

Richtlijn 98/79/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 oktober 1998 betreffende medische hulpmiddelen voor in-vitrodiagnostiek (PB L 331 van 7.12.1998, blz. 1).

Richtlijnen van het Europees Parlement en de Raad tot uitvoering van de nieuwe aanpak in bepaalde sectoren, zoals machines, elektromagnetische compatibiliteit, radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur, laagspanningscomponenten, persoonlijke beschermingsmiddelen op de arbeidsplaats, liften, gevaarlijke explosieve atmosfeer, medische voorzieningen, speelgoed, drukapparatuur, gastoestellen, bouwsector, spoorweginteroperabiliteit, pleziervaartuigen, autobanden, uitstoot van motorvoertuigen, explosieven, pyrotechnische artikelen enz.

Richtlijnen van de Raad inzake de opheffing van technische handelsbelemmeringen op andere terreinen dan die waarvoor de „nieuwe aanpak” geldt.

Verordening (EG) nr. 2679/98 van de Raad van 7 december 1998 inzake de werking van de interne markt wat het vrije verkeer van goederen tussen de lidstaten betreft (PB L 337 van 12.12.1998, blz. 8).

Richtlijn 1999/4/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 februari 1999 inzake extracten van koffie en extracten van cichorei (PB L 66 van 13.3.1999, blz. 26).

Richtlijn 1999/36/EG van de Raad van 29 april 1999 betreffende vervoerbare drukapparatuur (PB L 138 van 1.6.1999, blz. 20).

Richtlijn 1999/45/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 mei 1999 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke preparaten (PB L 200 van 30.7.1999, blz. 1).

Richtlijn 2000/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende kabelbaaninstallaties voor personenvervoer (PB L 106 van 3.5.2000, blz. 21).

Richtlijn 2000/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 mei 2000 inzake de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten betreffende de geluidsemissie in het milieu door materieel voor gebruik buitenshuis (PB L 162 van 3.7.2000, blz. 1).

Richtlijn 2000/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni 2000 betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties (PB L 200 van 8.8.2000, blz. 35).

Verordening (EG) nr. 2580/2000 van de Raad van 20 november 2000 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 3448/93 tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen (PB L 298 van 25.11.2000, blz. 5).

Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (PB L 311 van 28.11.2001, blz. 1).

Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik (PB L 311 van 28.11.2001, blz. 67).

Richtlijn 2002/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 2003 betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur (PB L 37 van 13.2.2003, blz. 19).

Richtlijn 2002/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 2003 betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) (PB L 37 van 13.2.2003, blz. 24).

Verordening (EG) nr. 2003/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 inzake meststoffen (PB L 304 van 21.11.2003, blz. 1).

Richtlijn 2003/102/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 betreffende de bescherming van voetgangers en andere kwetsbare weggebruikers voor en bij een botsing met een motorvoertuig en houdende wijziging van Richtlijn 70/156/EEG van de Raad (PB L 321 van 6.12.2003, blz. 15).

Verordening (EG) nr. 273/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 inzake drugsprecursoren (PB L 47 van 18.2.2004, blz. 1).

Richtlijn 2004/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 inzake de inspectie en de verificatie van de goede laboratoriumpraktijken (GLP) (gecodificeerde versie) (PB L 50 van 20.2.2004, blz. 28).

Richtlijn 2004/10/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake de toepassing van de beginselen van goede laboratoriumpraktijken en het toezicht op de toepassing ervan voor tests op chemische stoffen (gecodificeerde versie) (PB L 50 van 20.2.2004, blz. 44).

Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 648/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende detergentia tot intrekking van Richtlijn 73/404/EEG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake detergentia (PB L 297 van 22.9.2004, blz. 19).

Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) en tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).

Richtlijn 2007/23/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 betreffende het in de handel brengen van pyrotechnische artikelen (PB L 154 van 14.6.2007, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 764/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van procedures voor de toepassing van bepaalde nationale technische voorschriften op goederen die in een andere lidstaat rechtmatig in de handel zijn gebracht (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 21).

Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 30).

Besluit nr. 768/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende een gemeenschappelijk kader voor het verhandelen van producten en tot intrekking van Besluit 93/465/EEG van de Raad (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 82).

Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1).

Richtlijn 2008/121/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 januari 2009 inzake textielbenamingen (herschikking) (PB L 19 van 23.1.2009, blz. 39).

Richtlijn 2009/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 betreffende de vereenvoudiging van de voorwaarden voor de overdracht van defensiegerelateerde producten binnen de Gemeenschap (PB L 146 van 10.6.2009, blz. 1).

Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energiegerelateerde producten (PB L 285 van 31.10.2009, blz. 10).

02 03 03     Wetgeving over chemische stoffen en het Europees Agentschap voor chemische stoffen

02 03 03 01   Wetgeving over chemische stoffen en het Europees Agentschap voor chemische stoffen — Bijdrage aan titels 1 en 2

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

23 451 366,11

23 451 366,11

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de personeelsuitgaven en de administratieve uitgaven van het Europees Agentschap voor chemische stoffen(titels 1 en 2).

Het Agentschap stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) en tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1).

02 03 03 02   Wetgeving over chemische stoffen en het Europees Agentschap voor chemische stoffen — Bijdrage aan titel 3

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

12 548 633,89

12 548 633,89

Toelichting

Dit krediet is ter dekking van operationele uitgaven van het Agentschap met betrekking tot het werkprogramma (titel 3).

Het Agentschap stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven. De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van het Financieel Reglement worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72), worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

Voor 2012 is niet in een bijdrage van de Unie voorzien, omdat de werking van het agentschap met „ontvangsten uit vergoedingen en rechten” zal worden gefinancierd, die verondersteld worden ruim voldoende te zijn om de verwachte uitgaven te dekken. Overschotten zullen naar het volgende jaar worden overgedragen om de continuïteit van de taken van het agentschap te garanderen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) en tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).

02 03 04     Normalisatie en harmonisatie van de wetgevingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

23 500 000

15 559 356

23 000 000

17 139 222

25 160 259,66

16 555 305,08

Toelichting

In overeenstemming met de algemene doelstelling die erin bestaat de interne markt goed te laten functioneren en het concurrentievermogen van de Europese industrie te ondersteunen, met name door een wederzijdse erkenning van de normen en de vaststelling van Europese normen in bepaalde gevallen, dient dit krediet ter dekking van:

 

de financiële verplichtingen die voortvloeien uit contracten die gesloten worden met de Europese normalisatie-instellingen (Europees Normalisatie-instituut voor telecommunicatie (ETSI), Europees Comité voor normalisatie (CEN) en Europees Comité voor elektrotechnische normalisatie (Cenelec)), voor de opstelling van normen;

 

de werkzaamheden in verband met de controle op en de certificering van overeenstemming met de normen en demonstratieprojecten;

 

de uitgaven voor contracten met het oog op de uitvoering van bovengenoemd programma en bovengenoemde projecten. Het betreft hier met name contracten voor onderzoek, samenwerking, evaluatie, technische werkzaamheden, coördinatie, beurzen, subsidies, opleiding en mobiliteit van wetenschappers, deelneming aan internationale overeenkomsten en deelneming in de uitrustingskosten;

 

versterking van de prestaties van de normalisatie-instituten;

 

bevordering van de kwaliteit van de normalisatie en de controle hierop;

 

steun voor de omzetting van de Europese normen in nationale normen, onder meer door vertaling ervan;

 

acties op het gebied van voorlichting, promotie en zichtbaarheid van de normalisatie, alsmede behartiging van de Europese belangen bij de internationale normalisatie;

 

de secretariaten van de technische comités;

 

de technische projecten op het gebied van keuringen inzake overeenstemming met de normen;

 

samenwerkings- en bijstandsprogramma’s voor derde landen;

 

de uitvoering van werkzaamheden die de geharmoniseerde toepassing van internationale normen in de Unie mogelijk maken;

 

de nadere uitwerking van certificatiemethoden en de ontwikkeling van technische certificatiemethoden;

 

de bevordering van de toepassing van de normen in het kader van overheidsopdrachten;

 

de coördinatie van de verschillende activiteiten die de toepassing van de normen moeten voorbereiden en bevorderen (handleidingen, demonstraties enz.).

De Uniefinanciering moet dienen om de normalisatieactiviteiten te omschrijven en ten uitvoer te brengen door overleg met de voornaamste betrokkenen: bedrijfsleven, vertegenwoordigers van de werknemers, van de consumenten, van het midden- en kleinbedrijf, nationale en Europese normalisatie-instellingen, uitschrijvers van openbare aanbestedingen in de lidstaten, alle gebruikers en degenen die op nationaal en EU-niveau het industriebeleid bepalen.

Rechtsgronden

Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PB L 204 van 21.7.1998, blz. 37).

Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 betreffende de financiering van de Europese normalisatie (PB L 315 van 15.11.2006, blz. 9).

HOOFDSTUK 02 04 — SAMENWERKING — RUIMTEVAART EN VEILIGHEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

02 04

SAMENWERKING — RUIMTEVAART EN VEILIGHEID

02 04 01

Onderzoek op het gebied van ruimtevaart en veiligheid

02 04 01 01

Onderzoek op het gebied van ruimtevaart

1.1

251 267 503

235 885 279

232 981 000

219 001 169

217 146 053,78

202 813 272,53

02 04 01 02

Onderzoek op het gebied van veiligheid

1.1

242 951 017

136 087 661

225 698 000

114 356 698

221 631 194,97

120 166 710,46

02 04 01 03

Onderzoek in verband met vervoer (Galileo)

1.1

105 300 000

54 435 064

62 605 000

47 608 950

32 168 264,83

11 260 092,61

 

Artikel 02 04 01 — Subtotaal

 

599 518 520

426 408 004

521 284 000

380 966 817

470 945 513,58

334 240 075,60

02 04 02

Voorbereidende actie — Versterking van het Europese veiligheidsonderzoek

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

300 000

0,—

2 396 783,47

02 04 03

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

12 479 796,29

13 816 499,96

02 04 04

Voltooiing van eerdere onderzoeksprogramma’s

02 04 04 01

Voltooiing van programma’s van vóór 2003

1.1

p.m.

p.m.

0,—

0,—

02 04 04 02

Voltooiing van het zesde kaderprogramma van de Gemeenschap (2003-2006)

1.1

2 721 753

6 093 946

0,—

21 996 947,05

 

Artikel 02 04 04 — Subtotaal

 

2 721 753

6 093 946

0,—

21 996 947,05

 

Hoofdstuk 02 04 — Totaal

 

599 518 520

429 129 757

521 284 000

387 360 763

483 425 309,87

372 450 306,08

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingsonderdelen in dit hoofdstuk.

Deze kredieten zullen worden gebruikt voor het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, dat de periode 2007-2013 bestrijkt.

Dit programma is gericht op de verwezenlijking van de in artikel 179 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie genoemde doelstellingen, teneinde bij te dragen tot de totstandkoming van een kennismaatschappij, gebaseerd op de Europese Onderzoeksruimte, d.w.z. door het ondersteunen van transnationale samenwerking op alle niveaus in de gehele Unie, door de dynamiek, de creativiteit en de uitmuntendheid van het Europese onderzoek in staat te stellen de grenzen van de kennis te verleggen, door meer personele middelen voor onderzoek en technologische ontwikkeling in Europa ter beschikking te stellen, en ook de kwaliteit daarvan te verbeteren, en door de capaciteiten voor onderzoek en innovatie in heel Europa te versterken en ervoor te zorgen dat die optimaal gebruikt worden.

Deze kredieten zullen worden gebruikt overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Bij enkele van deze projecten is voorzien in deelname van derde landen of instellingen uit derde landen aan Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek. Eventuele financiële bijdragen die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3 en 6 0 1 5 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 18 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van landen aan de Europese samenwerking op het terrein van wetenschappelijk en technisch onderzoek die zijn geboekt onder post 6 0 1 6 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 18 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, aan de uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten uit de bijdragen van externe instanties voor deelname aan activiteiten van de Unie die zijn geboekt onder post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Extra kredieten zullen worden opgevoerd onder artikel 02 04 03.

02 04 01     Onderzoek op het gebied van ruimtevaart en veiligheid

02 04 01 01   Onderzoek op het gebied van ruimtevaart

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

251 267 503

235 885 279

232 981 000

219 001 169

217 146 053,78

202 813 272,53

Toelichting

De acties die op dit gebied worden uitgevoerd, hebben tot doel een Europees ruimteprogramma te ondersteunen dat zich vooral toespitst op toepassingen zoals GMES (Global Monitoring for Environment and Security — wereldwijde monitoring van milieu en veiligheid) met voordelen voor de burgers en het concurrentievermogen van de Europese industrie, alsook de grondslagen van de ruimtevaart te versterken met in het bijzonder voordelen voor het concurrentievermogen van de Europese ruimtevaartindustrie. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van een Europees ruimtevaartbeleid waarmee de inspanningen van de lidstaten en andere hoofdrolspelers, zoals het Europees Ruimteagentschap, worden aangevuld. Verwacht wordt dat onderzoek op het gebied van ruimtevaart aanzienlijk zal bijdragen tot de prioriteiten van de Europa 2020-strategie, in het bijzonder wat het aanpakken van grote maatschappelijke uitdagingen, de bijdrage tot een slimme en duurzame groei en innovatie betreft.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.

Ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

02 04 01 02   Onderzoek op het gebied van veiligheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

242 951 017

136 087 661

225 698 000

114 356 698

221 631 194,97

120 166 710,46

Toelichting

De doelstelling van de activiteiten op dit gebied is de technologieën en kennis te ontwikkelen die nodig zijn voor het opbouwen van capaciteiten waarbij de nadruk op civiele toepassing ligt teneinde de burger te beschermen tegen dreigingen zoals terrorisme en criminaliteit, alsmede tegen de effecten van ongewilde incidenten zoals natuurrampen en industriële ongevallen; te zorgen voor een optimaal en gecoördineerd gebruik van beschikbare en zich ontwikkelende technologieën ten behoeve van de Europese veiligheid met inachtneming van de fundamentele mensenrechten; de samenwerking tussen aanbieders en gebruikers van veiligheidsoplossingen te stimuleren; door middel van deze activiteiten de technologische basis van de Europese beveiligingsindustrie te versterken en tegelijkertijd het concurrentievermogen ervan te verbeteren. In dit verband moeten speciale inspanningen worden verricht voor de ontwikkeling van een Europese strategie voor cyberveiligheid.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.

Ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

02 04 01 03   Onderzoek in verband met vervoer (Galileo)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

105 300 000

54 435 064

62 605 000

47 608 950

32 168 264,83

11 260 092,61

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van maatregelen voor de ontwikkeling van het Europees satellietnavigatiesysteem (Galileo) voor alle vervoerswijzen, met inbegrip van intermodaliteit, met het oog op de volgende technologische generatie.

Het is de bedoeling dat deze onderzoeksmaatregelen tot een verbetering van het vervoer bijdragen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.

Ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

02 04 02     Voorbereidende actie — Versterking van het Europese veiligheidsonderzoek

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

300 000

0,—

2 396 783,47

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerdere contractuele verplichtingen in verband met deze voorbereidende actie die de bijdrage van de Commissie aan de bredere agenda van de Unie vormt voor de aanpak van de belangrijkste veiligheidsproblemen die momenteel het uiterste van Europa vergen, en die gericht is op de vergroting van de veiligheid van de burgers.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

02 04 03     Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

12 479 796,29

13 816 499,96

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.

Ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement.

02 04 04     Voltooiing van eerdere onderzoeksprogramma’s

02 04 04 01   Voltooiing van programma’s van vóór 2003

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de eerdere vastleggingen in verband met onderzoeksprogramma’s van vóór 2003.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit 87/516/Euratom, EEG van de Raad van 28 september 1987 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1987-1991) (PB L 302 van 24.10.1987, blz. 1).

Besluit 90/221/Euratom, EEG van de Raad van 23 april 1990 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 117 van 8.5.1990, blz. 28).

Besluit 93/167/Euratom, EEG van de Raad van 15 maart 1993 tot aanpassing van Besluit 90/221/Euratom, EEG betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 69 van 20.3.1993, blz. 43).

Besluit nr. 1110/94/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 april 1994 betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 126 van 18.5.1994, blz. 1).

Besluit nr. 616/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 1996 tot aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998), in verband met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie (PB L 86 van 4.4.1996, blz. 69).

Besluit nr. 2535/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 1 december 1997 tot tweede aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 347 van 18.12.1997, blz. 1).

Besluit nr. 182/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 december 1998 betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1998-2002) (PB L 26 van 1.2.1999, blz. 1).

02 04 04 02   Voltooiing van het zesde kaderprogramma van de Gemeenschap (2003-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 721 753

6 093 946

0,—

21 996 947,05

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de eerdere vastleggingen in verband met het zesde kaderprogramma van de Gemeenschap.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1513/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, ter bevordering van de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte en van innovatie (2002-2006) (PB L 232 van 29.8.2002, blz. 1).

Beschikking 2002/835/EG van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie: „Structurering van de Europese onderzoeksruimte” (2002-2006) (PB L 294 van 29.10.2002, blz. 44).

HOOFDSTUK 02 05 — EUROPESE PROGRAMMA’S VOOR NAVIGATIE PER SATELLIET (EGNOS EN GALILEO)

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

02 05

EUROPESE PROGRAMMA’S VOOR NAVIGATIE PER SATELLIET (EGNOS EN GALILEO)

02 05 01

Europese programma’s voor navigatie per satelliet (Egnos en Galileo)

1.1

167 000 000

362 900 430

191 941 800

523 698 449

919 987 849,40

451 386 208,90

02 05 02

Europees GNSS-Agentschap (GSA)

02 05 02 01

Europees GNSS-Agentschap (GSA) — Bijdrage aan titels 1 en 2

1.1

7 920 676

7 920 676

5 621 000

5 621 000

5 453 817,75

5 453 817,75

02 05 02 02

Europees GNSS-Agentschap (GSA) — Bijdrage aan titel 3

1.1

1 919 324

1 919 324

2 579 000

2 579 000

3 215 642,39

3 325 642,39

 

Artikel 02 05 02 — Subtotaal

 

9 840 000

9 840 000

8 200 000

8 200 000

8 669 460,14

8 779 460,14

 

Hoofdstuk 02 05 — Totaal

 

176 840 000

372 740 430

200 141 800

531 898 449

928 657 309,54

460 165 669,04

02 05 01     Europese programma’s voor navigatie per satelliet (Egnos en Galileo)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

167 000 000

362 900 430

191 941 800

523 698 449

919 987 849,40

451 386 208,90

Toelichting

De bijdrage van de Unie aan de Europese GNSS-programma’s wordt verleend met het oog op medefinanciering van:

 

activiteiten die verband houden met de afronding van de ontwikkelingsfase;

 

activiteiten die verband houden met de stationeringsfase, die de bouw en de lancering van de satellieten en de volledige totstandbrenging van de grondinfrastructuur omvat;

 

de eerste reeks activiteiten in verband met de start van de exploitatiefase, die enerzijds het beheer van de satelliet- en grondinfrastructuur en anderzijds de permanente onderhouds- en bijwerkingswerkzaamheden omvat.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 683/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende de voortzetting van de uitvoering van de Europese programma’s voor navigatie per satelliet (Egnos en Galileo) (PB L 196 van 24.7.2008, blz. 1).

02 05 02     Europees GNSS-Agentschap (GSA)

02 05 02 01   Europees GNSS-Agentschap (GSA) — Bijdrage aan titels 1 en 2

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

7 920 676

7 920 676

5 621 000

5 621 000

5 453 817,75

5 453 817,75

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Bureau (titels 1 en 2).

Het Agentschap stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van de financiële kaderregeling voor de in artikel 185 van het Financieel Reglement bedoelde organen worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van het Europees GNSS-Agentschap is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 912/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 tot oprichting van het Europese GNSS-Agentschap (PB L 276 van 20.10.2010, blz. 11).

02 05 02 02   Europees GNSS-Agentschap (GSA) — Bijdrage aan titel 3

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 919 324

1 919 324

2 579 000

2 579 000

3 215 642,39

3 325 642,39

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van het Agentschap met betrekking tot het werkprogramma (titel 3).

Het Agentschap stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van de financiële kaderregeling voor de in artikel 185 van het Financieel Reglement bedoelde organen worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2012 in totaal 10 494 000 EUR. Een bedrag van 654 000 EUR, afkomstig van de terugvordering van overschotten, is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 9 840 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 912/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2010 tot oprichting van het Europese GNSS-Agentschap (PB L 276 van 20.10.2010, blz. 11).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

 

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERNEMINGEN

 

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERNEMINGEN

TITEL 03

CONCURRENTIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2012 en 2011) en van de uitvoering (2010)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

03 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „CONCURRENTIE”

91 734 206

91 734 206

93 403 671

93 403 671

92 279 663,12

92 279 663,12

Reserves (40 01 40)

14 967

14 967

56 917

56 917

   
 

91 749 173

91 749 173

93 460 588

93 460 588

92 279 663,12

92 279 663,12

03 03

KARTELS, ANTI-TRUST EN LIBERALISERING

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

53 000,—

50 776,71

 

Titel 03 — Totaal

91 734 206

91 734 206

93 403 671

93 403 671

92 332 663,12

92 330 439,83

Reserves (40 01 40)

14 967

14 967

56 917

56 917

   
 

91 749 173

91 749 173

93 460 588

93 460 588

92 332 663,12

92 330 439,83

HOOFDSTUK 03 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „CONCURRENTIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

03 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „CONCURRENTIE”

03 01 01

Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Concurrentie”

5

75 644 783

74 886 165

74 481 744,64

Reserves (40 01 40)

   

56 917

 
   

75 644 783

74 943 082

74 481 744,64

03 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Concurrentie”

03 01 02 01

Extern personeel

5

5 877 977

6 257 550

5 532 195,87

03 01 02 11

Oveige beheersuitgaven

5

5 123 619

6 833 697

6 484 640,71

Reserves (40 01 40)

 

14 967

   
   

5 138 586

6 833 697

6 484 640,71

 

Artikel 03 01 02 — Subtotaal

 

11 001 596

13 091 247

12 016 836,58

Reserves (40 01 40)

 

14 967

   
   

11 016 563

13 091 247

12 016 836,58

03 01 03

Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten voor het beleidsterrein „Concurrentie”

5

5 087 827

5 426 259

5 781 081,90

 

Hoofdstuk 03 01 — Totaal

 

91 734 206

93 403 671

92 279 663,12

Reserves (40 01 40)

 

14 967

56 917

 
   

91 749 173

93 460 588

92 279 663,12

03 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Concurrentie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

03 01 01

75 644 783

74 886 165

74 481 744,64

Reserves (40 01 40)

 

56 917

 

Totaal

75 644 783

74 943 082

74 481 744,64

03 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Concurrentie”

03 01 02 01   Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

5 877 977

6 257 550

5 532 195,87

03 01 02 11   Oveige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

03 01 02 11

5 123 619

6 833 697

6 484 640,71

Reserves (40 01 40)

14 967

   

Totaal

5 138 586

6 833 697

6 484 640,71

03 01 03     Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten voor het beleidsterrein „Concurrentie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

5 087 827

5 426 259

5 781 081,90

HOOFDSTUK 03 03 — KARTELS, ANTI-TRUST EN LIBERALISERING

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

03 03

KARTELS, ANTI-TRUST EN LIBERALISERING

03 03 02

Schadevergoedingsclaims als gevolg van juridische procedures tegen besluiten van de Commissie in concurrentiezaken

5

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

53 000,—

50 776,71

 

Hoofdstuk 03 03 — Totaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

53 000,—

50 776,71

03 03 02     Schadevergoedingsclaims als gevolg van juridische procedures tegen besluiten van de Commissie in concurrentiezaken

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

53 000,—

50 776,71

Toelichting

Om ervoor te zorgen dat de regels inzake mededinging betreffende overeenkomsten tussen ondernemingen, besluiten van ondernemersverenigingen en onderling afgestemde feitelijke gedragingen (artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie), misbruik van een machtspositie (artikel 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie), steunmaatregelen van de staten (artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie) en concentraties van ondernemingen (Verordening (EG) nr. 139/2004) worden gehandhaafd, kan de Commissie besluiten nemen, onderzoeken voeren en sancties of terugvorderingen opleggen.

De besluiten van de Commissie zijn overeenkomstig het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie aan het toezicht van het Hof van Justitie van de Europese Unie onderworpen.

Bij wijze van voorzorg is het passend rekening te houden met de mogelijke budgettaire gevolgen van arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie.

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven die voortvloeien uit schadevergoedingen die door het Hof van Justitie van de Europese Unie worden toegekend aan eisers en die het gevolg zijn van juridische procedures tegen besluiten van de Commissie in concurrentiezaken.

Aangezien vooraf geen redelijke raming van de financiële gevolgen voor de algemene begroting kan worden opgesteld, wordt in dit artikel een pro-memorievermelding („p.m.”) opgenomen. In voorkomend geval zal de Commissie voorstellen de kredieten voor de werkelijke behoeften beschikbaar te stellen door middel van overschrijvingen of door een voorontwerp van gewijzigde begroting.

Rechtsgronden

Artikelen 101 en 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (oude artikelen 81 en 82 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap) en afgeleid recht, met name:

 

Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1);

 

Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (de „EG-concentratieverordening”) (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1).

Artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (oude artikelen 87 en 88 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap) en afgeleid recht, met name:

 

Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad van 22 maart 1999 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-Verdrag (PB L 83 van 27.3.1999, blz. 1).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

 

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL CONCURRENTIE

 

BELEIDSCOÖRDINATIE, EUROPEAN COMPETITION NETWORK (ECN) EN INTERNATIONALE SAMENWERKING

 

TOEZICHT OP STAATSSTEUN

 

CONCENTRATIECONTROLE

TITEL 04

WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2012 en 2011) en van de uitvoering (2010)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

04 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN”

95 171 614

95 171 614

94 392 690

94 392 690

102 157 787,93

102 157 787,93

Reserves (40 01 40)

16 966

16 966

44 335

44 335

   
 

95 188 580

95 188 580

94 437 025

94 437 025

102 157 787,93

102 157 787,93

04 02

EUROPEES SOCIAAL FONDS

11 170 793 739

8 696 734 564

10 967 063 972

9 196 950 522

10 827 004 805,37

7 065 950 831,71

04 03

WERKEN IN EUROPA — SOCIALE DIALOOG EN MOBILITEIT

78 430 000

61 989 703

79 130 000

64 266 181

70 871 142,78

56 474 663,96

04 04

WERKGELEGENHEID, MAATSCHAPPELIJKE SOLIDARITEIT EN GENDERGELIJKHEID

124 530 800

111 116 710

117 598 500

116 201 604

140 758 768,96

120 298 487,65

04 05

EUROPEES FONDS VOOR AANPASSING AAN DE GLOBALISERING (EFG)

p.m.

50 000 000

p.m.

97 608 950

104 230 015,—

104 230 015,—

04 06

INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN (IPA) — ONTWIKKELING VAN HET MENSELIJKE POTENTIEEL

112 150 000

59 719 121

102 400 000

59 987 277

87 500 000,—

3 194 074,80

 

Titel 04 — Totaal

11 581 076 153

9 074 731 712

11 360 585 162

9 629 407 224

11 332 522 520,04

7 452 305 861,05

Reserves (40 01 40)

16 966

16 966

44 335

44 335

   
 

11 581 093 119

9 074 748 678

11 360 629 497

9 629 451 559

11 332 522 520,04

7 452 305 861,05

HOOFDSTUK 04 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

04 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN”

04 01 01

Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Werkgelegenheid en sociale zaken”

5

59 956 236

58 331 356

63 559 919,21

Reserves (40 01 40)

   

44 335

 
   

59 956 236

58 375 691

63 559 919,21

04 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Werkgelegenheid en sociale zaken”

04 01 02 01

Extern personeel

5

4 282 694

4 107 915

5 048 423,34

04 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5

5 101 560

5 501 723

6 863 492,59

Reserves (40 01 40)

 

16 966

   
   

5 118 526

5 501 723

6 863 492,59

 

Artikel 04 01 02 — Subtotaal

 

9 384 254

9 609 638

11 911 915,93

Reserves (40 01 40)

 

16 966

   
   

9 401 220

9 609 638

11 911 915,93

04 01 03

Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten voor het beleidsterrein „Werkgelegenheid en sociale zaken”

5

4 032 624

4 226 696

4 933 216,40

04 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Werkgelegenheid en sociale zaken”

04 01 04 01

Europees Sociaal Fonds (ESF) en niet-operationele technische bijstand — Uitgaven voor administratief beheer

1.2

16 000 000

16 500 000

15 323 366,28

04 01 04 02

Arbeidsverhoudingen en sociale dialoog — Uitgaven voor administratief beheer

1.1

260 000

260 000

259 675,32

04 01 04 04

Eures (European Employment Services) — Uitgaven voor administratief beheer

1.1

470 000

470 000

481 844,—

04 01 04 06

Analyse, studies en bewustmaking van de sociale situatie, de demografie en het gezin — Uitgaven voor administratief beheer

1.1

100 000

100 000

85 866,97

04 01 04 08

Vrij verkeer van werknemers, coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en maatregelen ten behoeve van migranten, met inbegrip van migranten uit derde landen — Uitgaven voor administratief beheer

1.1

400 000

400 000

400 000,—

04 01 04 10

Progress — Uitgaven voor administratief beheer

1.1

2 847 000

2 847 000

3 350 447,15

04 01 04 11

Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit — Administratieve uitgaven

1.1

250 000

250 000

201 566,51

04 01 04 13

Instrument voor pretoetredingssteun (IPA) — Onderdeel personele middelen — Uitgaven voor administratief beheer

4

1 471 500

1 398 000

849 629,64

04 01 04 14

Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) — Uitgaven voor administratief beheer

1.1

p.m.

p.m.

800 340,52

 

Artikel 04 01 04 — Subtotaal

 

21 798 500

22 225 000

21 752 736,39

 

Hoofdstuk 04 01 — Totaal

 

95 171 614

94 392 690

102 157 787,93

Reserves (40 01 40)

 

16 966

44 335

 
   

95 188 580

94 437 025

102 157 787,93

04 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Werkgelegenheid en sociale zaken”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

04 01 01

59 956 236

58 331 356

63 559 919,21

Reserves (40 01 40)

 

44 335

 

Totaal

59 956 236

58 375 691

63 559 919,21

04 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Werkgelegenheid en sociale zaken”

04 01 02 01   Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

4 282 694

4 107 915

5 048 423,34

04 01 02 11   Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

04 01 02 11

5 101 560

5 501 723

6 863 492,59

Reserves (40 01 40)

16 966

   

Totaal

5 118 526

5 501 723

6 863 492,59

04 01 03     Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten voor het beleidsterrein „Werkgelegenheid en sociale zaken”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

4 032 624

4 226 696

4 933 216,40

04 01 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Werkgelegenheid en sociale zaken”

04 01 04 01   Europees Sociaal Fonds (ESF) en niet-operationele technische bijstand — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

16 000 000

16 500 000

15 323 366,28

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter dekking van door het ESF gefinancierde technischebijstandsmaatregelen in het kader van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1081/2006. Bij de technische bijstand gaat het om maatregelen voor de voorbereiding, het toezicht, de evaluatie, de controle en het beheer die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van het ESF door de Commissie. Dit krediet kan met name worden gebruikt voor de financiering van:

 

uitgaven voor ondersteuning (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen, vertalingen);

 

kosten voor informatie en publicatie;

 

kosten voor informatietechnologie en telecommunicatie;

 

uitgaven voor steun voor toegankelijkheid van personen met een handicap binnen maatregelen voor technische bijstand;

 

dienstencontracten;

 

uitgaven voor extern personeel op het hoofdkantoor (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten) tot 5 000 000 EUR, alsook voor dienstreizen van dat personeel.

Dit krediet is ook bedoeld voor steun voor administratief leren en samenwerking met niet-gouvernementele organisaties en sociale partners.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

04 01 04 02   Arbeidsverhoudingen en sociale dialoog — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

260 000

260 000

259 675,32

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder dit begrotingsonderdeel vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Rechtsgronden

Zie post 04 03 03 01.

04 01 04 04   Eures (European Employment Services) — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

470 000

470 000

481 844,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder dit begrotingsonderdeel vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie artikel 04 03 04.

04 01 04 06   Analyse, studies en bewustmaking van de sociale situatie, de demografie en het gezin — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

100 000

100 000

85 866,97

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder dit begrotingsonderdeel vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Rechtsgronden

Zie artikel 04 03 07.

04 01 04 08   Vrij verkeer van werknemers, coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en maatregelen ten behoeve van migranten, met inbegrip van migranten uit derde landen — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

400 000

400 000

400 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder dit begrotingsonderdeel vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie artikel 04 03 05.

04 01 04 10   Progress — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

2 847 000

2 847 000

3 350 447,15

Toelichting

Oude post 04 01 04 10 (ten dele)

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de uitgaven voor technische en administratieve bijstand voor de tenuitvoerlegging van acties ter bewerkstelliging van gelijkheid tussen mannen en vrouwen en het inspelen op de bijzondere behoeften van personen met een handicap;

 

de uitgaven, ten belope van maximaal 600 000 EUR, voor de reis-, verblijf- en onvoorziene kosten van leden en deskundigen, de uitgaven die verband houden met de organisatie van vergaderingen en de uitgaven voor de specifieke activiteiten en de veiligheidscampagnes van het Raadgevend Comité voor de veiligheid, de hygiëne en de gezondheidsbescherming op de arbeidsplaats;

 

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze begrotingslijn vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie post 04 04 01.

04 01 04 11   Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit — Administratieve uitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

250 000

250 000

201 566,51

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor technische en administratieve bijstand voor de tenuitvoerlegging van de maatregelen in verband met de Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit.

Rechtsgronden

Zie Artikel 04 04 15.

04 01 04 13   Instrument voor pretoetredingssteun (IPA) — Onderdeel personele middelen — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

1 471 500

1 398 000

849 629,64

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

 

uitgaven voor extern personeel (arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen of gedetacheerde nationale deskundigen) dat bij de delegaties in dienst wordt genomen met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsmede de bijkomende logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologieën en telecommunicatie en huur, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegatie van het externe personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post;

 

uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma.

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve uitgaven uit hoofde van artikel 04 06 01.

04 01 04 14   Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

800 340,52

Toelichting

Dit krediet is bestemd om op initiatief van de Commissie te worden gebruikt, tot een maximum van 0,35 % van het jaarlijkse maximumbedrag van het EFG. Het EFG kan gebruikt worden voor het financieren van de voorbereiding, het toezicht, de informatie en het creëren van een kennisbasis die relevant is voor de implementatie van het EFG. Het mag tevens worden gebruikt ter financiering van administratieve en technische bijstand, alsook audit, controle en evaluatie die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van de operaties van het EFG.

Rechtsgronden

Zie artikel 04 05 01.

HOOFDSTUK 04 02 — EUROPEES SOCIAAL FONDS

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

04 02

EUROPEES SOCIAAL FONDS

04 02 01

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 1 (2000-2006)

1.2

p.m.

430 000 000

p.m.

550 800 000

0,—

39 436 350,65

04 02 02

Voltooiing van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)

1.2

p.m.

p.m.

p.m.

9 700 000

0,—

0,—

04 02 03

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 1 (van vóór 2000)

1.2

p.m.

p.m.

p.m.

2 000 000

1 019 121,57

4 547 596,12

04 02 04

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 2 (2000-2006)

1.2

p.m.

p.m.

p.m.

48 000 000

0,—

34 336 631,93

04 02 05

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 2 (van vóór 2000)

1.2

p.m.

p.m.

p.m.

1 000 000

0,—

566 600,—

04 02 06

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 3 (2000-2006)

1.2

p.m.

42 822 534

p.m.

360 299 039

0,—

228 674 787,44

04 02 07

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 3 (van vóór 2000)

1.2

p.m.

p.m.

p.m.

2 000 000

0,—

461 849,49

04 02 08

Voltooiing van Equal (2000-2006)

1.2

p.m.

10 000 000

p.m.

72 000 000

0,—

15 702 455,11

04 02 09

Voltooiing van eerdere programma’s in het kader van een communautair initiatief (van vóór 2000)

1.2

p.m.

p.m.

p.m.

1 000 000

0,—

6 842,31

04 02 10

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Technische bijstand en innovatieve maatregelen (2000-2006)

1.2

p.m.

p.m.

0,—

603 991,32

04 02 11

Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Technische bijstand en innovatieve maatregelen (van vóór 2000)

1.2

p.m.

p.m.

0,—

0,—

04 02 17

Europees Sociaal Fonds (ESF) — Convergentie

1.2

7 904 534 226

5 889 000 000

7 748 847 361

5 656 350 000

7 473 667 217,—

4 340 398 868,08

04 02 18

Europees Sociaal Fonds (ESF) — Peace

1.2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

04 02 19

Europees Sociaal Fonds (ESF) — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid

1.2

3 256 259 513

2 318 412 030

3 204 966 611

2 486 001 483

3 343 826 311,—

2 394 451 863,77

04 02 20

Europees Sociaal Fonds (ESF) — Operationele technische bijstand (2007-2013)

1.2

10 000 000

6 500 000

13 250 000

7 800 000

8 492 155,80

6 762 995,49

 

Hoofdstuk 04 02 — Totaal

 

11 170 793 739

8 696 734 564

10 967 063 972

9 196 950 522

10 827 004 805,37

7 065 950 831,71

Toelichting

In artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 is voorzien in financiële correcties waarvan de ontvangsten worden opgenomen in post 6 5 0 0 van de staat van ontvangsten. Deze ontvangsten kunnen aanleiding geven tot het openen van aanvullende kredieten overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement in die specifieke gevallen waarin het noodzakelijk is annuleringsrisico's of reductierisico's van eerder besloten correcties te dekken.

Verordening (EG) nr. 1083/2006 voorziet in financiële correcties voor de periode 2007-2013.

Verordening (EG) nr. 1260/1999 stelt de voorwaarden vast waaronder het voorschot wordt terugbetaald, hetgeen niet tot gevolg heeft dat het aandeel van de structuurfondsen aan de betrokken financiële tussenkomst wordt verminderd. Eventuele ontvangsten uit deze terugbetalingen van het voorschot, die in post 6 1 5 7 van de staat van ontvangsten worden opgenomen, geven aanleiding tot het openen van aanvullende kredieten overeenkomstig de artikelen 18 en 157 van het Financieel Reglement.

Verordening (EG) nr. 1083/2006 stelt de voorwaarden vast voor terugbetaling van voorfinanciering voor de periode 2007-2013.

Het speciale programma voor vrede en verzoening wordt voortgezet, in overeenstemming met de besluiten van de Europese Raad van Berlijn van 24 en 25 maart 1999, om 500 000 000 EUR voor de nieuwe looptijd van het programma beschikbaar te stellen. Het additionaliteitsbeginsel moet ten volle worden geëerbiedigd. De Commissie brengt jaarlijks verslag uit aan het Europees Parlement over deze maatregel.

De maatregelen inzake fraudebestrijding worden gefinancierd met middelen uit artikel 24 02 01.

Rechtsgronden

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name de artikelen 158, 159 en 161. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 174, 175 en 177.

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Referentiebesluiten

Conclusies van de Europese Raad van Berlijn van 24 en 25 maart 1999.

Conclusies van de Europese Raad van Brussel van 16 en 17 december 2005.

04 02 01     Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 1 (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

430 000 000

p.m.

550 800 000

0,—

39 436 350,65

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de in de programmeringsperiode 2000-2006 nog uit het ESF betaalbaar te stellen verplichtingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

04 02 02     Voltooiing van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

9 700 000

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de in de programmeringsperiode 2000-2006 nog uit het ESF betaalbaar te stellen verplichtingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

Beschikking 1999/501/EG van de Commissie van 1 juli 1999 tot vaststelling van een indicatieve verdeling over de lidstaten van de vastleggingskredieten voor doelstelling 1 van de structuurfondsen voor de periode 2000-2006 (PB L 194 van 27.7.1999, blz. 49).

Referentiebesluiten

Conclusies van de bijeenkomst van de Europese Raad van 24 en 25 maart 1999 in Berlijn, met name punt 44, onder b).

Conclusies van de bijeenkomst van de Europese Raad van 17 en 18 juni 2004 in Brussel, met name punt 49.

04 02 03     Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 1 (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

2 000 000

1 019 121,57

4 547 596,12

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uit het ESF nog af te wikkelen vastleggingen van vorige programmeringsperioden in het kader van de vroegere doelstellingen 1 en 6.

Rechtsgronden

Besluit 83/516/EEG van de Raad van 17 oktober 1983 betreffende de taken van het Europees Sociaal Fonds (PB L 289 van 22.10.1983, blz. 38).

Verordening (EEG) nr. 2950/83 van de Raad van 17 oktober 1983 houdende toepassing van Besluit 83/516/EEG betreffende de taken van het Europees Sociaal Fonds (PB L 289 van 22.10.1983, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

04 02 04     Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 2 (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

48 000 000

0,—

34 336 631,93

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de in de programmeringsperiode 2000-2006 nog uit het ESF af te wikkelen vastleggingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

04 02 05     Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 2 (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

1 000 000

0,—

566 600,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uit het ESF nog af te wikkelen vastleggingen van vorige programmeringsperioden in het kader van de vroegere doelstellingen 2 en 5 b).

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

04 02 06     Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 3 (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

42 822 534

p.m.

360 299 039

0,—

228 674 787,44

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de in de programmeringsperiode 2000-2006 nog uit het ESF af te wikkelen vastleggingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

04 02 07     Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 3 (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

2 000 000

0,—

461 849,49

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uit het ESF nog af te wikkelen vastleggingen van vorige programmeringsperioden in het kader van de vroegere doelstellingen 3 en 4.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

04 02 08     Voltooiing van Equal (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

10 000 000

p.m.

72 000 000

0,—

15 702 455,11

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de in de programmeringsperiode 2000-2006 nog uit het ESF af te wikkelen vastleggingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 14 april 2000 tot vaststelling van de richtsnoeren voor het communautaire initiatief Equal betreffende transnationale samenwerking voor de bevordering van nieuwe praktijken voor de bestrijding van discriminaties en ongelijkheden van welke aard ook wat de arbeidsmarkt betreft (PB C 127 van 5.5.2000, blz. 2).

04 02 09     Voltooiing van eerdere programma’s in het kader van een communautair initiatief (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

1 000 000

0,—

6 842,31

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog uit het ESF af te wikkelen vastleggingen die in het kader van communautaire initiatieven van vóór de programmeringsperiode 2000-2006 zijn aangegaan.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 13 mei 1992 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma’s die de lidstaten worden uitgenodigd op te stellen in het kader van een communautair initiatief voor de sterk van de textiel- en kledingsector afhankelijke regio's (Retex) (PB C 142 van 4.6.1992, blz. 5).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor globale subsidies of geïntegreerde operationele programma’s in het kader waarvan de lidstaten bijstandsaanvragen kunnen indienen uit hoofde van een communautair initiatief betreffende de herstructurering van de visserijsector (Pesca) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 1).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 houdende vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma’s die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief voor stedelijke gebieden (Urban) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 6).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 houdende vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma’s of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht voor te stellen in het kader van een communautair initiatief betreffende de aanpassing van middelgrote en kleine bedrijven aan de interne markt (mkb-initiatief) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 10).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 houdende nadere bijzonderheden betreffende de richtsnoeren voor het initiatief Retex (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 17).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma’s of globale subsidies waarvoor de lidstaten voorstellen mogen indienen in het kader van een communautair initiatief voor de omschakeling van de defensiesector (Konver) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 18).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma’s of globale subsidies waarvoor de lidstaten voorstellen mogen indienen in het kader van een communautair initiatief voor de economische omschakeling van ijzer- en staalzones (Resider II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 22).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma’s of globale subsidies waarvoor de lidstaten voorstellen mogen indienen in het kader van een communautair initiatief voor de economische omschakeling van steenkoolwinningsgebieden (Rechar II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 26).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma’s of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief „Aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (Adapt)”, dat gericht is op de bevordering van de werkgelegenheid en de aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 30).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma’s/globale subsidies die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief inzake „Werkgelegenheid en ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen” (Emploi) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 36).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma’s van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap voor de ultraperifere gebieden (Regis II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 44).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van richtsnoeren voor geïntegreerde globale subsidies en geïntegreerde operationele programma’s in het kader van een communautair initiatief voor plattelandsontwikkeling, waarvoor de lidstaten bijstandsaanvragen kunnen indienen (Leader II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 48).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma’s van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap betreffende de ontwikkeling van grensgebieden, grensoverschrijdende samenwerking en geselecteerde energienetten (Interreg II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 60).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 16 mei 1995 tot vaststelling van de richtsnoeren voor een initiatief in het kader van het speciaal steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (Peace I-programma) (PB C 186 van 20.7.1995, blz. 3).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 houdende vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma’s die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief voor stedelijke gebieden (Urban) (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 4).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 over de vaststelling van gewijzigde richtsnoeren voor de operationele programma’s of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht voor te stellen in het kader van een communautair initiatief: „Aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (Adapt)”, dat gericht is op de bevordering van de werkgelegenheid en de aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 7).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 betreffende de vaststelling van gewijzigde richtsnoeren voor de operationele programma’s of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht voor te stellen in het kader van een communautair initiatief inzake „Werkgelegenheid en ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen”, bedoeld om de groei van de werkgelegenheid in hoofdzaak door de ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen te bevorderen (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 13).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de door de lidstaten op te stellen operationele programma’s in het kader van het communautaire initiatief Interreg betreffende transnationale samenwerking op het gebied van ruimtelijke ordening (Interreg II C) (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 23).

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 november 1997 over het speciale steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (1995-1999) (Peace I-programma) (COM(1997) 642).

04 02 10     Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Technische bijstand en innovatieve maatregelen (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

0,—

603 991,32

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uit het ESF nog af te wikkelen vastleggingen van de programmeringsperiode 2000-2006 voor innovatieve maatregelen en technische bijstand zoals bedoeld in de artikelen 22 en 23 van Verordening (EG) nr. 1260/1999. Deze innovatieve maatregelen omvatten studies, proefprojecten en uitwisselingen van ervaring. Zij waren met name bedoeld om de kwaliteit van de bijstandsverlening uit de structuurfondsen te verbeteren. De technische bijstand omvatte maatregelen voor de voorbereiding, het toezicht, de evaluatie, de controle en het beheer die nodig zijn voor de uitvoering van het ESF. Dit krediet werd met name gebruikt voor de financiering van:

 

ondersteunende uitgaven (representatiekosten, opleiding, vergaderingen, reizen);

 

uitgaven voor informatie en publicatie;

 

uitgaven voor informatietechnologie en telecommunicatie;

 

contracten voor de verlening van diensten en het maken van studies;

 

beurzen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

04 02 11     Voltooiing van het Europees Sociaal Fonds (ESF) — Technische bijstand en innovatieve maatregelen (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de afwikkeling van vastleggingen die de Europese structuurfondsen in vorige programmeringsperioden aangegaan voor innoverende maatregelen of maatregelen op het gebied van voorbereiding, follow-up of evaluatie, of andere soortgelijke vormen van technische bijstand waarin de relevante verordeningen voorzien.

Het dient ook voor de financiering van de vroegere meerjarenacties, en met name voor die welke zijn goedgekeurd en uitgevoerd in het kader van andere genoemde verordeningen, maar die niet onder de prioritaire doelstellingen van de structuurfondsen vallen.

Rechtsgronden

Besluit 83/516/EEG van de Raad van 17 oktober 1983 betreffende de taken van het Europees Sociaal Fonds (PB L 289 van 22.10.1983, blz. 38).

Verordening (EEG) nr. 2950/83 van de Raad van 17 oktober 1983 houdende toepassing van Besluit 83/516/EEG betreffende de taken van het Europees Sociaal Fonds (PB L 289 van 22.10.1983, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2088/85 van de Raad van 23 juli 1985 inzake de geïntegreerde mediterrane programma’s (PB L 197 van 27.7.1985, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).

Verordening (EG) nr. 1784/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 5).

04 02 17     Europees Sociaal Fonds (ESF) — Convergentie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

7 904 534 226

5 889 000 000

7 748 847 361

5 656 350 000

7 473 667 217,—

4 340 398 868,08

Toelichting

Het optreden van de Unie op grond van artikel 174 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is erop gericht de economische en sociale samenhang van de uitgebreide Unie te versterken om de harmonieuze, evenwichtige en duurzame ontwikkeling van de Unie te bevorderen. Voor dit optreden wordt bijstand verleend uit de fondsen in het kader van het cohesiebeleid, de Europese Investeringsbank (EIB) en de andere bestaande financieringsinstrumenten. Het doel van dit optreden is het verminderen van de economische, sociale en territoriale ongelijkheden die zich vooral in landen en regio’s met een ontwikkelingsachterstand voordoen, als gevolg van de versnelling van de economische en sociale herstructurering en van de veroudering van de bevolking.

Het optreden in het kader van de fondsen in het kader van het cohesiebeleid geeft, op nationaal en regionaal niveau, vorm aan de prioriteiten van de Unie ten gunste van een duurzame ontwikkeling doordat de groei, het concurrentievermogen, de werkgelegenheid en de sociale insluiting, en de milieubescherming en -kwaliteit worden bevorderd.

De convergentiedoelstelling beoogt de convergentie van de minst ontwikkelde lidstaten en regio’s te versnellen door de verbetering van de voorwaarden voor groei en werkgelegenheid via de toename en kwalitatieve verbetering van de investeringen in fysiek en menselijk kapitaal, de ontwikkeling van de innovatie en van de kennismaatschappij, het vermogen zich aan economische en sociale veranderingen aan te passen, milieubescherming en -verbetering en bestuurlijke efficiëntie. Deze doelstelling vormt de prioriteit van de fondsen in het kader van het cohesiebeleid. Bij de activiteiten in het kader van de fondsen in het kader van het cohesiebeleid wordt rekening gehouden met gelijke kansen voor vrouwen en mannen.

Een deel van dit krediet dient ter ondersteuning van een verbetering van de kinderopvang, om kinderen de kans te geven te leven in een familiale omgeving. Deze steun omvat:

 

samenwerking tussen en technische steun voor niet-gouvernementele organisaties en plaatselijke overheden, onder meer door hen te helpen bij het te weten komen welke projecten in aanmerking komen voor Uniefinanciering;

 

identificatie en uitwisseling van beste praktijken alsook een bredere toepassing van deze praktijken, met inbegrip van grondig toezicht op het niveau van het kind.

Een deel van dit krediet dient ter financiering van duurzame en milieuvriendelijke maatregelen (Green New Deal) die de eisen van economische, sociale en milieuontwikkeling met elkaar in overeenstemming brengen en het herstel van de Europese regio’s na de economische en financiële crisis bevorderen.

Een deel van dit krediet dient te worden gebruikt om het probleem aan te pakken van intraregionale verschillen en om specifieke bijstand te verlenen aan personen die wonen in achtergestelde territoriale eenheden in de Europese regio's waar sprake is van zichzelf bestendigende armoede. Bij deze bijstand moet vooral worden gefocust op:

 

de integratie van gemeenschappen met zichzelf bestendigende armoede in de mainstream van de regionale bevolking, via civiele educatie en de bevordering van verdraagzaamheid en cultureel begrip;

 

een versterking van de plaatselijke autoriteiten met betrekking tot de evaluatie van de behoeften, projectplanning en projectuitvoering;

 

het terugdringen van de intraregionale economische en sociale verschillen via een tijdelijke reeks positieve acties, met focus op werkgelegenheid en onderwijs.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

04 02 18     Europees Sociaal Fonds (ESF) — Peace

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Omdat het belang van de speciale inspanningen voor het vredesproces in Noord-Ierland wordt erkend, wordt voor de periode 2007-2013 een totaalbedrag van 200 000 000 EUR aan het Peace-programma toegewezen. Dit programma zal worden uitgevoerd met volledige inachtneming van het beginsel van de additionaliteit van de activiteiten van de structuurfondsen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Referentiebesluiten

Conclusies van de Europese Raad van Brussel van 16 en 17 december 2005.

04 02 19     Europees Sociaal Fonds (ESF) — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 256 259 513

2 318 412 030

3 204 966 611

2 486 001 483

3 343 826 311,—

2 394 451 863,77

Toelichting

Het optreden van de Unie op grond van artikel 174 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is erop gericht de economische en sociale samenhang van de uitgebreide Unie te versterken om de harmonieuze, evenwichtige en duurzame ontwikkeling van de Unie te bevorderen. Voor dit optreden wordt bijstand verleend uit de fondsen in het kader van het cohesiebeleid, de Europese Investeringsbank (EIB) en de andere bestaande financieringsinstrumenten. Het doel van dit optreden is het verminderen van de economische, sociale en territoriale ongelijkheden die zich vooral in landen en regio’s met een ontwikkelingsachterstand voordoen, met de versnelling van de economische en sociale herstructurering en met de veroudering van de bevolking.

Het optreden in het kader van de fondsen in het kader van het cohesiebeleid geeft, op nationaal en regionaal niveau, vorm aan de prioriteiten van de Unie ten gunste van een duurzame ontwikkeling doordat de groei, het concurrentievermogen en de werkgelegenheid, de sociale insluiting en de milieubescherming en -kwaliteit worden bevorderd.

De doelstelling „Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid”, die geldt voor andere dan de minst ontwikkelde regio’s, beoogt om het concurrentievermogen en de aantrekkingskracht van de regio’s alsmede de werkgelegenheid te vergroten door op economische en sociale veranderingen, inclusief die welke met de vrijmaking van de handel verband houden, te anticiperen via de toename en kwalitatieve verbetering van de investeringen in menselijk kapitaal, innovatie en de bevordering van de kennismaatschappij, ondernemerschap, milieubescherming en -verbetering, de verbetering van de toegankelijkheid, het aanpassingsvermogen van werknemers en bedrijven, en de ontwikkeling van inclusieve arbeidsmarkten. Bij de activiteiten in het kader van de fondsen in het kader van het cohesiebeleid wordt rekening gehouden met gelijke kansen voor vrouwen en mannen.

Een deel van dit krediet dient ter financiering van duurzame en milieuvriendelijke maatregelen (Green New Deal) die de eisen van economische, sociale en milieuontwikkeling met elkaar in overeenstemming brengen en het herstel van de Europese regio’s na de economische en financiële crisis bevorderen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

04 02 20     Europees Sociaal Fonds (ESF) — Operationele technische bijstand (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 000 000

6 500 000

13 250 000

7 800 000

8 492 155,80

6 762 995,49

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van technische bijstand overeenkomstig de artikelen 45 en 46 van Verordening (EG) nr. 1083/2006 en artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1081/2006.

De technische bijstand omvat maatregelen voor de voorbereiding, het toezicht, de evaluatie, de controle en het beheer die nodig zijn voor de uitvoering van het ESF. Dit krediet kan met name worden gebruikt voor de financiering van:

 

ondersteunende uitgaven (representatiekosten, opleiding, vergaderingen, reizen);

 

uitgaven voor informatie en publicatie;

 

uitgaven voor informatietechnologie en telecommunicatie;

 

uitgaven voor steun voor toegankelijkheid van personen met een handicap binnen maatregelen voor technische bijstand;

 

uitgaven voor een groep op hoog niveau om te zorgen voor de toepassing van horizontale beginselen zoals gelijkheid van mannen en vrouwen, toegankelijkheid voor personen met een handicap en duurzame ontwikkeling;

 

contracten voor dienstverlening, evaluaties (inclusief evaluaties achteraf over de periode 2000-2006) en studies;

 

beurzen.

Technische bijstand omvat eveneens uitwisseling van ervaringen, bewustmakingsactiviteiten, seminars, netwerkvorming en intercollegiale toetsing die tot doel hebben goede praktijken op te sporen en te verspreiden en wederzijds leren, transnationale en interregionale samenwerking aan te moedigen ter versterking van de beleidsdimensie en van de bijdrage van het ESF tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie op het gebied van werkgelegenheid en sociale integratie.

Dit krediet is ook bedoeld voor steun voor administratief leren en samenwerking met niet-gouvernementele organisaties en sociale partners in de context van de voorbereiding van de volgende programmeringsperiode.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

HOOFDSTUK 04 03 — WERKEN IN EUROPA — SOCIALE DIALOOG EN MOBILITEIT

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

04 03

WERKEN IN EUROPA — SOCIALE DIALOOG EN MOBILITEIT

04 03 02

Vooroverleg met vakorganisaties

1.1

450 000

317 538

500 000

428 481

450 000,—

209 851,29

04 03 03

Sociale dialoog en sociale dimensie van de Unie

04 03 03 01

Arbeidsverhoudingen en sociale dialoog

1.1

16 500 000

13 155 141

16 500 000

13 806 595

14 212 918,79

11 307 225,45

04 03 03 02

Voorlichtings- en opleidingsmaatregelen ten behoeve van werknemersorganisaties

1.1

17 000 000

14 062 392

17 000 000

15 234 864

16 979 402,27

15 896 413,08

04 03 03 03

Voorlichting, raadpleging en participatie van de vertegenwoordigers van ondernemingen

1.1

7 500 000

5 443 506

7 500 000

5 713 074

6 220 820,11

4 448 130,70

 

Artikel 04 03 03 — Subtotaal

 

41 000 000

32 661 039

41 000 000

34 754 533

37 413 141,17

31 651 769,23

04 03 04

Eures (European Employment Services)

1.1

20 600 000

14 969 643

20 500 000

16 187 043

20 140 937,31

16 079 366,11

04 03 05

Vrij verkeer van werknemers, coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en maatregelen ten behoeve van migranten, met inbegrip van migranten uit niet-lidstaten

1.1

6 270 000

4 989 881

6 270 000

3 618 280

5 374 000,—

4 198 105,41

04 03 06

Voorbereidende actie ENEA voor actief ouder worden en de mobiliteit van ouderen

1.1

p.m.

250 000

0,—

717 378,96

04 03 07

Analyse, studies en bewustmaking van de sociale situatie, de demografie en het gezin

1.1

2 160 000

1 451 602

2 560 000

2 557 844

3 917 554,25

2 764 687,99

04 03 08

Proefproject — Bevordering van de bescherming van het recht op huisvesting

1.1

1 000 000

500 000

       

04 03 09

Proefproject — Arbeidsvoorwaarden en levensomstandigheden van gedetacheerde werknemers

1.1

75 000

700 000

914 097,91

766 633,90

04 03 10

Proefproject — Maatregelen voor instandhouding werkgelegenheid

1.1

450 000

700 000

984 970,—

0,—

04 03 11

Proefproject — Het vergroten van de mobiliteit en de integratie van werknemers binnen de Unie

1.1

50 000

700 000

176 442,14

86 871,07

04 03 12

Proefproject — Alomvattende samenwerking tussen de overheid, commerciële ondernemingen en ondernemingen zonder winstoogmerk met het oog op sociale en arbeidsintegratie

1.1

1 000 000

1 000 000

1 000 000

1 500 000,—

0,—

04 03 13

Voorbereidende actie — Je eerste EURES-baan

1.1

3 250 000

2 125 000

4 000 000

2 000 000

   

04 03 14

Proefproject — Maatschappelijke solidariteit voor maatschappelijke integratie

1.1

1 000 000

1 000 000

1 000 000

500 000

   

04 03 15

Europees Jaar voor actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties (2012)

1.1

2 700 000

2 400 000

2 300 000

870 000

0,—

0,—

 

Hoofdstuk 04 03 — Totaal

 

78 430 000

61 989 703

79 130 000

64 266 181

70 871 142,78

56 474 663,96

04 03 02     Vooroverleg met vakorganisaties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

450 000

317 538

500 000

428 481

450 000,—

209 851,29

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor voorbereidende vergaderingen van vertegenwoordigers van de Europese vakorganisaties ter vergemakkelijking van hun meningsvorming en om hun standpunten over de ontwikkeling van de beleidslijnen van de Unie nader tot elkaar te kunnen brengen.

Rechtsgronden

Taken die voortvloeien uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bepaald in artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

04 03 03     Sociale dialoog en sociale dimensie van de Unie

04 03 03 01   Arbeidsverhoudingen en sociale dialoog

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

16 500 000

13 155 141

16 500 000

13 806 595

14 212 918,79

11 307 225,45

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de participatie van de sociale partners aan de Europese werkgelegenheidsstrategie en van de bijdrage van de sociale partners aan de aanpak van de overkoepelende uitdagingen voor de werkgelegenheid in Europa en het Europese sociale beleid zoals vastgesteld in de Europa-2020-strategie en de Sociale Agenda, in de context van de Unie-initiatieven om de gevolgen van de economische crisis het hoofd te bieden. Het is bestemd ter dekking van de steunmaatregelen ter bevordering van de sociale dialoog op interprofessioneel en sectoraal niveau volgens artikel 154 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Met dit krediet worden dus adviezen, ontmoetingen, onderhandelingen en andere acties ter verwezenlijking van de genoemde doelstellingen gefinancierd.

Zoals de naam aangeeft, dient dit krediet ter dekking van steun voor acties op het gebied van de relaties tussen bedrijven, en meer bepaald ter ontwikkeling van expertise en de uitwisseling van voor de Unie relevante informatie.

Dit krediet dient ook ter dekking van de financiering van maatregelen waarbij vertegenwoordigers van de sociale partners in de kandidaat-lidstaten betrokken zijn, met het specifieke doel de sociale dialoog op uniaal niveau te bevorderen. Tevens dient het om de gelijkwaardige deelname van vrouwen en mannen in de besluitvormingsorganen van zowel vakbonden als werkgeversorganisaties te bevorderen. Deze laatste twee elementen zijn transversaal van aard.

Rekening houdend met deze doelstellingen zijn twee subprogramma’s vastgesteld:

 

ondersteuning van de Europese sociale dialoog;

 

verbetering van de deskundigheid op het gebied van arbeidsverhoudingen.

Referentiebesluiten

Taak die voortvloeit uit de specifieke bevoegdheden die krachtens de artikelen 154 en 155 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.

04 03 03 02   Voorlichtings- en opleidingsmaatregelen ten behoeve van werknemersorganisaties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

17 000 000

14 062 392

17 000 000

15 234 864

16 979 402,27

15 896 413,08

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van voorlichtings- en opleidingsactiviteiten ten behoeve van werknemersorganisaties, waaronder de werknemersorganisaties in de kandidaat-lidstaten, bij de tenuitvoerlegging van de uniale maatregelen in het kader van de implementatie van de sociale dimensie van de Unie. Deze maatregelen moeten de werknemersorganisaties helpen een bijdrage te leveren aan de aanpak van de overkoepelende uitdagingen voor de werkgelegenheid in Europa en het Europese sociale beleid zoals vastgesteld in de Europa-2020-strategie en de Sociale Agenda, in de context van de Unieinitiatieven om de gevolgen van de economische crisis het hoofd te bieden.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van steun voor de werkprogramma’s van de twee specifieke vakbondsinstellingen, ETUI (European Trade Union Institute) en EZA (European Centre for Workers’ Questions), die werden opgericht om meer capaciteit op te bouwen door middel van opleiding en onderzoek op Europees niveau en om de betrokkenheid van werknemersvertegenwoordigers bij de Europese governance te verbeteren.

Een deel van dit krediet dient ter dekking van activiteiten met vertegenwoordigers van werknemersorganisaties van de kandidaat-lidstaten, met het specifieke doel de sociale dialoog op uniaal niveau te bevorderen. Tevens dient het om de gelijkwaardige deelname van vrouwen en mannen in de besluitvormingsorganen van werknemersorganisaties te bevorderen.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1) en de bijzondere richtlijnen in de zin van deze richtlijn.

Richtlijn 92/29/EEG van de Raad van 31 maart 1992 betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid ter bevordering van een betere medische hulpverlening aan boord van schepen (PB L 113 van 30.4.1992, blz. 19).

Referentiebesluiten

Taken die voortvloeien uit de specifieke bevoegdheden die krachtens artikel 154 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.

Overeenkomst gesloten in 1959 tussen de Hoge Autoriteit van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en het Internationaal Centrum voor informatie betreffende arbeidsveiligheid en -hygiëne van het Internationaal Arbeidsbureau.

04 03 03 03   Voorlichting, raadpleging en participatie van de vertegenwoordigers van ondernemingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

7 500 000

5 443 506

7 500 000

5 713 074

6 220 820,11

4 448 130,70

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van operaties die de voorwaarden moeten scheppen voor een grotere betrokkenheid van werknemers in ondernemingen, door de tenuitvoerlegging te bevorderen van de Richtlijnen 94/45/EG en 97/74/EG betreffende de Europese ondernemingsraden, de Richtlijnen 2001/86/EG en 2003/72/EG betreffende de betrokkenheid van de werknemers in de Europese vennootschap respectievelijk de Europese coöperatieve vennootschap, Richtlijn 2002/14/EG tot instelling van een algemeen kader betreffende de informatie en de raadpleging van de werknemers in de Europese Gemeenschap en artikel 16 van Richtlijn 2005/56/EG betreffende grensoverschrijdende fusies van kapitaalvennootschappen.

Dit krediet dient met name ter financiering van maatregelen tot versterking van de transnationale samenwerking tussen werknemers- en werkgeversvertegenwoordigers inzake voorlichting, raadpleging en participatie in ondernemingen die in meer dan één lidstaat actief zijn.

In deze context dient een deel van dit krediet eveneens voor de totstandbrenging van informatie- en waarnemingspunten om de sociale partners en ondernemingen te informeren en te helpen bij de oprichting van transnationale voorlichtings-, raadplegings- en participatiestructuren en om hun betrekkingen met de instellingen van de Unie te bevorderen.

Het krediet dient ook ter financiering van kortlopende opleidingsacties voor onderhandelaars en vertegenwoordigers in de transnationale voorlichtings-, raadplegings- en participatieorganen, en ook voor de financiering van acties waaraan vertegenwoordigers van de sociale partners in de kandidaat-lidstaten deelnemen.

Verder kan dit krediet dienen ter financiering van maatregelen die bedoeld zijn om de sociale partners in staat te stellen hun rechten uit te oefenen en hun verplichtingen na te komen ten aanzien van voorlichting, raadpleging en participatie in ondernemingen met een uniale dimensie, met name in het kader van de Europese ondernemingsraden, en om de actoren op ondernemingsniveau vertrouwd te maken met transnationale bedrijfsakkoorden, en hun samenwerking in de uniale context te versterken.

Verder kan dit krediet dienen ter bevordering van innovatieve acties op het gebied van informatiebeheer, raadpleging en participatie, met het oog op de ondersteuning van anticipatie op veranderingen en preventie en oplossing van conflicten in de context van bedrijfsreorganisaties, fusies, overnames en verplaatsingen van activiteiten in ondernemingen of concerns met een uniale dimensie.

Bovendien kan dit krediet worden gebruikt ter ondersteuning van de samenwerking tussen de sociale partners voor de ontwikkeling van oplossingen voor de gevolgen van de economische crisis, zoals massale ontslagen, of de noodzaak van een overschakeling naar een inclusieve, duurzame en koolstofarme economie.

Rechtsgronden

Richtlijn 94/45/EG van de Raad van 22 september 1994 inzake de instelling van een Europese ondernemingsraad in ondernemingen of concerns met een communautaire dimensie ter informatie en raadpleging van de werknemers (PB L 254 van 30.9.1994, blz. 64), met name artikel 15 betreffende een heronderzoek door de Commissie.

Richtlijn 97/74/EG van de Raad van 15 december 1997 betreffende de uitbreiding tot het Verenigd Koninkrijk van Richtlijn 94/45/EG inzake de instelling van een Europese ondernemingsraad of van een procedure in ondernemingen of concerns met een communautaire dimensie ter informatie en raadpleging van de werknemers (PB L 10 van 16.1.1998, blz. 22).

Richtlijn 2001/86/EG van de Raad van 8 oktober 2001 tot aanvulling van het statuut van de Europese vennootschap met betrekking tot de rol van de werknemers (PB L 294 van 10.11.2001, blz. 22).

Richtlijn 2002/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2002 tot vaststelling van een algemeen kader betreffende de informatie en de raadpleging van de werknemers in de Europese Gemeenschap (PB L 80 van 23.3.2002, blz. 29).

Richtlijn 2003/72/EG van de Raad van 22 juli 2003 tot aanvulling van het statuut van een Europese coöperatieve vennootschap met betrekking tot de rol van de werknemers (PB L 207 van 18.8.2003, blz. 25).

Richtlijn 2005/56/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 betreffende grensoverschrijdende fusies van kapitaalvennootschappen (PB L 310 van 25.11.2005, blz. 1).

Referentiebesluiten

Taak die voortvloeit uit de specifieke bevoegdheden die krachtens de artikelen 154 en 155 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.

04 03 04     Eures (European Employment Services)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

20 600 000

14 969 643

20 500 000

16 187 043

20 140 937,31

16 079 366,11

Toelichting

Dit krediet dient, met het oog op de voltooiing van de interne markt en de tenuitvoerlegging van de Europese werkgelegenheidsstrategie, ter financiering van de uitgaven in verband met het opzetten en het functioneren van het Eures-netwerk.

Dit netwerk heeft tot taak de samenwerking tussen de lidstaten en in het bijzonder die tussen de diensten voor arbeidsvoorziening van de lidstaten en de Commissie uit te breiden met het oog op:

 

de verstrekking van diensten op het gebied van arbeidsbemiddeling, advies en voorlichting aan werknemers die in een baan in een andere lidstaat geïnteresseerd zijn en aan werkgevers die in een andere lidstaat personeel willen aanwerven;

 

de uitwisseling van de aanbiedingen van en de aanvragen om werk op Unie- en grensoverschrijdend niveau;

 

de uitwisseling van gegevens over de ontwikkeling van de arbeidsmarkt en de arbeidsvoorwaarden en de levensomstandigheden tussen de lidstaten.

In het kader van het Eures-netwerk en op initiatief van de grensoverschrijdende regio's kunnen samenwerkings- en dienstenstructuren worden opgezet.

Het Eures-netwerk onderhoudt nauwe operationele banden met relevante activiteiten in de directoraten-generaal Onderwijs en cultuur en Justitie, zoals Europass en Ploteus.

Het netwerk ziet erop toe dat het beginsel van het vrije verkeer wordt nageleefd. Het werkt op een doorzichtige en niet-discriminerende wijze, en met name wat de toegang tot de werkgelegenheid betreft van onderdanen van de Unie in een ander land dan hun land van herkomst.

Dit krediet dient ter financiering van de acties die noodzakelijk zijn voor de goede werking van het Eures-netwerk, en met name van de volgende ondersteunende acties:

 

subsidies voor ondersteunende activiteiten die op nationaal en grensoverschrijdend niveau door de Eures-partners, inclusief sociale partners, in grensregio's worden georganiseerd;

 

de initiële scholing en de bijscholing van de Eures-consulenten in de lidstaten;

 

contacten tussen de Eures-adviseurs en samenwerking tussen de openbare diensten voor arbeidsvoorziening, inclusief die in de kandidaat-lidstaten;

 

bevordering van de bekendheid van Eures bij de ondernemingen en de burgers van Europa;

 

ontwikkeling van specifieke samenwerkings- en dienstenstructuren in de grensgebieden, overeenkomstig artikel 17, onder b), van Verordening (EEG) nr. 1612/68;

 

maatregelen om belemmeringen van de mobiliteit uit de weg te ruimen, met name op het gebied van aan werk gerelateerde sociale zekerheid;

 

deelname aan het onderhoud, de verbetering en de continue ontwikkeling van geautomatiseerde systemen die het Eures-netwerk en alle betrokken partijen met elkaar verbinden. Dit omvat een one-stop webportaal, dat ook toegankelijk is voor gehandicapten en dat meertalige informatie biedt over vacatures, cv's van potentiële kandidaten, leef- en arbeidsomstandigheden, trends op de arbeidsmarkt, mogelijkheden voor scholing en opleiding, en andere informatie over het thema arbeidsmobiliteit. Dit portaal zou ook moeten beantwoorden aan de informatiebehoeften van onderdanen van derde landen, met name van landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 1612/68 van de Raad van 15 oktober 1968 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Gemeenschap (PB L 257 van 19.10.1968, blz. 2).

Verordening (EU) nr. 492/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2011 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Unie (PB L 141 van 27.5.2011, blz. 1).

Beschikking 2003/8/EG van de Commissie van 23 december 2002 tot uitvoering van Verordening (EEG) nr. 1612/68 van de Raad voor wat betreft het tot elkaar brengen en de compensatie van aanbiedingen van en aanvragen om werk (PB L 5 van 10.1.2003, blz. 16).

04 03 05     Vrij verkeer van werknemers, coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en maatregelen ten behoeve van migranten, met inbegrip van migranten uit niet-lidstaten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

6 270 000

4 989 881

6 270 000

3 618 280

5 374 000,—

4 198 105,41

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

analyse en beoordeling van de overheersende tendensen in de wetgeving van de lidstaten betreffende het vrije verkeer van personen, en de coördinatie van socialezekerheidsstelsels, alsmede de financiering van deskundigennetwerken op die gebieden;

 

analyse van en onderzoek naar nieuwe beleidsontwikkelingen op het gebied van het vrije verkeer van werknemers, bijvoorbeeld in verband met het aflopen van overgangsperiodes en de modernisering van bepalingen inzake de coördinatie van socialezekerheidsstelsels;

 

steun voor het werk van de Administratieve Commissie en haar subgroepen, en follow-up van de genomen besluiten, alsmede steun voor het werk van het Technisch en het Raadgevend Comité voor het vrije verkeer van werknemers;

 

steun voor acties ter voorbereiding van de toepassing van de nieuwe verordeningen inzake sociale zekerheid, waaronder transnationale uitwisselingen van ervaringen en informatie, alsook op nationaal niveau ontwikkelde opleidingsinitiatieven;

 

financiering van acties die tot doel hebben de dienstverlening aan en de bewustmaking van het publiek te verbeteren, inclusief maatregelen die een inventarisering van de problemen inzake de sociale zekerheid van migrerende werknemers beogen, alsmede acties ter versnelling en vereenvoudiging van de administratieve procedures, het analyseren van de belemmeringen voor het vrije verkeer en het gebrek aan coördinatie van socialezekerheidsstelsels en de gevolgen daarvan voor mensen met een handicap, inclusief de aanpassing van administratieve procedures aan de nieuwe informatieverwerkingstechnieken, ter verbetering van regeling voor de verwerving van rechten en de vaststelling en de betaling van de uitkeringen die voortvloeien uit de Verordeningen (EEG) nr. 1408/71 en (EEG) nr. 574/72, Verordening (EG) nr. 859/2003, alsook Verordening (EG) nr. 883/2004, de uitvoeringsverordening daarvan (Verordening (EG) nr. 987/2009) en Verordening (EU) nr. 1231/2010;

 

ontwikkeling van informatie en acties om de burgers bewust te maken van hun rechten inzake vrij verkeer en de coördinatie van socialezekerheidsstelsels;

 

ondersteuning van de administratieve uitwisseling van socialezekerheidsinformatie tussen lidstaten, om die te helpen bij de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 883/2004 en van de verordening tot vaststelling van de wijze van toepassing van die verordening (Verordening (EG) nr. 987/2009). Dit omvat ook het onderhoud van de centrale node van het EESSI-systeem (Electronic Exchange of Social Security Information, elektronische uitwisseling van socialezekerheidsgegevens), het testen van componenten van het systeem, helpdeskactiviteiten, ondersteuning van de verdere ontwikkeling van het systeem en opleidingsacties.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de werkring van de Europese Unie, met name de artikelen 45 en 48.

Verordening (EEG) nr. 1612/68 van de Raad van 15 oktober 1968 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Gemeenschap (PB L 257 van 19.10.1968, blz. 2).

Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (PB L 149 van 5.7.1971, blz. 2).

Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad van 21 maart 1972 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71, betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op loontrekkenden, zelfstandigen en hun gezinnen, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (PB L 74 van 27.3.1972, blz. 1).

Richtlijn 98/49/EG van de Raad van 29 juni 1998 betreffende de bescherming van de rechten op aanvullend pensioen van werknemers en zelfstandigen die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen (PB L 209 van 25.7.1998, blz. 46).

Verordening (EG) nr. 859/2003 van de Raad van 14 mei 2003 tot uitbreiding van de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 1408/71 en Verordening (EEG) nr. 574/72 tot de onderdanen van derde landen die enkel door hun nationaliteit nog niet onder deze bepalingen vallen (PB L 124 van 20.5.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (PB L 166 van 30.4.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (PB L 284 van 30.10.2009, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1231/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot uitbreiding van Verordening (EG) nr. 883/2004 en Verordening (EG) nr. 987/2009 tot onderdanen van derde landen die enkel door hun nationaliteit nog niet onder deze verordeningen vallen (PB L 344 van 29.12.2010, blz. 1).

04 03 06     Voorbereidende actie ENEA voor actief ouder worden en de mobiliteit van ouderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

250 000

0,—

717 378,96

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van initiatieven ter bevordering van actief ouder worden, met inbegrip van toegang tot de arbeidsmarkt, in overeenstemming met de doelstellingen van:

 

de Europese Raad van Lissabon van 23 en 24 maart 2000, waar als strategisch doel voor het komende decennium is vastgesteld dat de Europese Unie de meest competitieve en dynamische op kennis gebaseerde economie ter wereld dient te worden, die in staat is duurzame economische groei, meer en betere banen en een grotere sociale samenhang te creëren;

 

de Europese Raad van Barcelona van 15 en 16 maart 2002, waar werd aangedrongen op een geleidelijke stijging van de gemiddelde leeftijd waarop mensen in de Unie het arbeidsproces verlaten;

 

de Europese Raad van Stockholm van 23 en 24 maart 2001, waar aan de Raad en de Commissie werd verzocht gezamenlijk verslag te doen van de wijze waarop deelname aan het arbeidsproces en actief ouder worden kunnen worden bevorderd;

 

artikel 3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, waarin een hoog niveau van werkgelegenheid en verbetering van de levensstandaard en de kwaliteit van het bestaan, de economische en sociale samenhang en de solidariteit tussen de lidstaten zijn vastgelegd als taken van de Gemeenschap;

 

Besluit 2003/578/EG van de Raad van 22 juli 2003 betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten (PB L 197 van 5.8.2003, blz. 13), waarin wordt herinnerd aan de doelstellingen van Lissabon en Stockholm en de demografische uitdagingen met betrekking tot het arbeidsparticipatieniveau van oudere mannen en vrouwen. Richtsnoer nr. 5 wijst specifiek op verhoging van het aanbod op de arbeidsmarkt en bevordering van actief ouder worden;

 

Aanbeveling 2003/579/EG van de Raad van 22 juli 2003 over de tenuitvoerlegging van het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten (PB L 197 van 5.8.2003, blz. 22), waarin een aantal maatregelen wordt genoemd met betrekking tot het arbeidsmarktaanbod en actief ouder worden.

Het krediet is tevens bedoeld voor de financiering van stimuleringsmaatregelen voor het opzetten van uitwisselingsprogramma’s voor ouderen door gespecialiseerde organisaties die onder andere tot taak hebben hulpmiddelen in verband met de mobiliteit van ouderen te ontwikkelen en infrastructuur, o.a. op het gebied van reizen, aan te passen in overeenstemming met:

 

de resolutie van het Europees Parlement van 11 april 2002 over de tweede Wereldconferentie van de Verenigde Naties over de veroudering van de bevolking (Madrid, 8-12 april 2002) (PB C 127 E van 29.5.2003, blz. 675), met name de paragrafen 13 en 14, waarin het belang van de bevordering van uitwisselingsprogramma’s voor ouderen wordt onderstreept;

 

de resolutie van het Europees Parlement van 15 december 2000 over de mededeling van de Commissie getiteld „Een Europa voor alle leeftijden — Meer welvaart en solidariteit tussen de generaties” (PB C 232 van 17.8.2001, blz. 381).

De hoge kwaliteit van de gezondheidszorg en de langere levensverwachting in de lidstaten zorgt voor een verschuiving van de nadruk in het economische beleid van sociale bescherming naar de betrokkenheid van ouderen bij verschillende activiteiten. Er zijn voorbereidende acties nodig om de doeltreffendste beleidsinstrumenten te ontwikkelen om deze kwestie aan te pakken.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

04 03 07     Analyse, studies en bewustmaking van de sociale situatie, de demografie en het gezin

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 160 000

1 451 602

2 560 000

2 557 844

3 917 554,25

2 764 687,99

Toelichting

Overeenkomstig artikel 159 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, stelt de Commissie elk jaar een verslag op over de sociale situatie. Om de twee jaar stelt ze een verslag op over de demografische veranderingen en de gevolgen daarvan. Krachtens artikel 161 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie kan het Europees Parlement de Commissie verzoeken verslagen op te stellen over bijzondere vraagstukken inzake de sociale situatie. Dit krediet zal worden gebruikt voor de uitvoering van de nodige analyses voor de rapportering waarnaar in het Verdrag wordt verwezen, alsook voor de verspreiding van kennis over belangrijke maatschappelijke en demografische uitdagingen en manieren om deze aan te gaan.

Met name kunnen de volgende doelstellingen worden nagestreefd. Daarbij dient naar behoren rekening te worden gehouden met het genderaspect:

 

de analyse van het effect van de vergrijzing van de bevolking in het kader van een „samenleving voor alle leeftijden”, met betrekking tot ontwikkeling van de behoeften op het gebied van zorg en sociale bescherming, het gedrag en het flankerende beleid, en met inbegrip van onderzoek betreffende ouderen bij minderheden/migranten en de situatie van mantelzorgers;

 

de analyse van de gevolgen van demografische veranderingen op beleid, maatregelen en programma’s van de Unie en de lidstaten, en het formuleren van aanbevelingen voor aanpassingen in het economische beleid en andere beleidsmaatregelen en -programma’s op Europees en nationaal niveau, teneinde negatieve gevolgen van de vergrijzing te voorkomen;

 

analyse van de verbanden tussen de gezinnen en de demografische trends;

 

analyse van de trends inzake armoede, inkomen en verdeling van de rijkdom en de bredere gevolgen daarvan voor de samenleving;

 

vaststelling van de bestaande verbanden tussen de technologische ontwikkeling (impact op de communicatietechnologieën, de geografische en de beroepsmobiliteit) en de gevolgen voor de gezinnen en de maatschappij in haar geheel;

 

de analyse van de band tussen handicap en demografische trends, analyse van de sociale situatie van personen met een handicap en hun gezinnen en de behoeften van kinderen met een handicap binnen hun gezinnen en gemeenschappen;

 

de analyse van de ontwikkeling van de sociale vraag (wat het behoud of vermeerdering van verworven rechten betreft) zowel ten aanzien van goederen als ten aanzien van diensten, rekening houdend met zowel de nieuwe maatschappelijke uitdagingen als de demografische ontwikkelingen en de verandering van de verhoudingen tussen de generaties;

 

de ontwikkeling van passende methodologische instrumenten (reeksen sociale indicatoren, simulatietechnieken, gegevensverzameling over beleidsinitiatieven op alle niveaus, enz.) om de verslagen over de sociale situatie, sociale bescherming en sociale integratie kwantitatief en wetenschappelijk stevig te onderbouwen;

 

bewustmaking van en organisatie van debatten over de belangrijke maatschappelijke en demografische uitdagingen, teneinde betere beleidsmaatregelen te bevorderen;

 

aandacht voor demografische trends, het gezinsleven en het kind bij de uitvoering van het desbetreffende EU-beleid, zoals het vrije verkeer van personen en de gelijke behandeling van mannen en vrouwen.

Referentiebesluiten

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 159 en 161.

04 03 08     Proefproject — Bevordering van de bescherming van het recht op huisvesting

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

       

Toelichting

Dit proefproject heeft tot doel een uniale strategie voor actieve integratie te ondersteunen waarmee de algemene erkenning van de grondrechten wordt bevorderd. De bescherming van de eerste particuliere woning tegen inbeslagname en het voorkomen dat gezinnen met een laag inkomen hun huurwoning verliezen (goederen waarop een hypotheek rust) moeten worden gezien tegen de bredere achtergrond van het recht op bijstand ten behoeve van huisvesting, neergelegd in artikel 34, lid 3 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.

Het proefproject moet de volgende aspecten beslaan:

 

analyse van het geldende recht van de lidstaten met het oog op de bescherming van de eerste particuliere woning van insolvente gezinnen tegen inbeslagname, wanneer op het goed een hypotheek rust;

 

analyse van het verband tussen anti-uitzetbeleid en het juridisch bindende recht op huisvesting in de landen die dat kennen;

 

studie inzake een eventueel in te voeren gemeenschappelijk minimumkader dat de mogelijkheden van inbeslagname van de eerste particuliere woning beperkt wanneer het gaat om het enige onroerende goed dat door de schuldenaar wordt bewoond.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

04 03 09     Proefproject — Arbeidsvoorwaarden en levensomstandigheden van gedetacheerde werknemers

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

75 000

700 000

914 097,91

766 633,90

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van initiatieven om de ware arbeidsvoorwaarden en levensomstandigheden van gedetacheerde werknemers te helpen onderzoeken en om te achterhalen hoe de lidstaten, de sociale partners en de diensten voor arbeidsinspectie in de praktijk werken. Het proefproject is toegespitst op bepaalde specifieke sectoren met een hoog aantal gedetacheerde werknemers, zoals de bouwsector, de landbouw en de gezondheidszorg.

Doel van het profproject is:

 

de uitwisseling van relevante informatie te bevorderen, beste praktijken vast te leggen en een overzicht te publiceren van de stand van zaken in de lidstaten;

 

vragen en moeilijkheden te onderzoeken die kunnen opduiken tijdens de praktische toepassing van de regelgeving inzake de detachering van werknemers, alsook tijdens de handhaving ervan in de praktijk.

De gedekte maatregelen omvatten de uitwisseling van informatie over gedetacheerde werknemers, met bijzondere aandacht voor:

 

verschillen tussen hun salaris en het salaris van werknemers die een gelijkaardig beroep uitoefenen in het gastland;

 

verschillen tussen hun reële arbeidstijd en de arbeidstijd die is vastgelegd in het contract;

 

hun reëel betaald verlof;

 

hun levensomstandigheden, met inbegrip van gezondheid en veiligheid op het werk;

 

hun contractuele regelingen en de duur van hun detachering;

 

hun vakbondsvertegenwoordiging in het gastland;

 

hoe de diensten voor arbeidsinspectie werken en de frequentie van hun controles.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

04 03 10     Proefproject — Maatregelen voor instandhouding werkgelegenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

450 000

700 000

984 970,—

0,—

Toelichting

De kredieten zijn bedoeld voor het financieren van initiatieven om te onderzoeken in welke mate banen die door de financiële crisis onder druk zijn komen te staan door middel van arbeidstijdverkorting en interne opleiding kunnen worden behouden. Doel van het profproject is:

 

het bevorderen van het uitwisselen van relevante informatie, en het in kaart brengen en publiceren van goede praktijken;

 

het onderzoeken van potentiële problemen in het geval dat dergelijke praktijken worden toegepast.

Tot de te financieren maatregelen behoren:

 

het onderzoeken in welke mate de invoering van tijdelijke arbeidstijdverkorting, met financiële ondersteuning van de overheid, in een dergelijke financieel-economische situatie een passend middel is voor het behoud van banen zonder de concurrentie te verstoren;

 

het vaststellen wat de kansen op succes zijn van het naar vaardighedencentra doorsturen van werknemers die dreigen hun baan te verliezen;

 

het vaststellen welke tastbare arbeidsmarktmaatregelen moeten worden genomen, en op welk niveau, teneinde te voorkomen dat in het bijzonder de jeugdwerkloosheid oploopt;

 

het bekijken op welke wijze zulke arbeidsmarktmaatregelen van invloed zijn op de levens- en arbeidsomstandigheden van de betrokken personen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

04 03 11     Proefproject — Het vergroten van de mobiliteit en de integratie van werknemers binnen de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

50 000

700 000

176 442,14

86 871,07

Toelichting

Deze kredieten zijn bedoeld voor het initiëren van een „Uniale mobiliteits- en integratieregeling”, teneinde migrerende werknemers te helpen en aldus de positieve effecten van arbeidsmobiliteit binnen de Unie te bevorderen. Bijzondere aandacht zal worden besteed aan het vergemakkelijken van de mobiliteit van kwetsbare bevolkingsgroepen, zoals gevraagd in de resolutie van het Europees Parlement van 18 december 2008 over het Europees Actieplan voor arbeidsmobiliteit (2007-2010). Een dergelijke regeling zal helpen bij het elimineren van de belemmeringen die migrerende werknemers ondervinden bij het integreren in het gastland, waaronder verschillende sociale moeilijkheden, en bij het, zo mogelijk, terugkeren naar het eigen land. Hiertoe zullen twee pistes worden bewandeld:

 

het opzetten van netwerken en partnerschappen van actoren binnen de belangrijkste trajecten voor werknemersmobiliteit binnen de Unie, en

 

het in het leven roepen van adviesstructuren („one-stop shops”) om te voorzien in het grote aantal behoeften van de meest kwetsbare migranten binnen de Unie.

De regeling zal de lidstaten aldus helpen bij het ontwikkelen van integratie- en sociale-insluitingsmaatregelen, voor het aanpakken van de sociale problemen en het valoriseren van de algemene economische en arbeidsmarktvoordelen van mobiliteit. De proeffase van de regeling zal de betrokkenen in staat stellen hun activiteiten naar een hoger plan te tillen en zich voor te bereiden op mogelijke toekomstige financiering van het Europees Sociaal Fonds.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

04 03 12     Proefproject — Alomvattende samenwerking tussen de overheid, commerciële ondernemingen en ondernemingen zonder winstoogmerk met het oog op sociale en arbeidsintegratie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

1 000 000

1 000 000

1 500 000,—

0,—

Toelichting

Doel van het proefproject is:

 

uitbreiding van de werkgelegenheidssectoren bij de sociale en arbeidsintegratie van kwetsbare groeperingen (landbouw, industrie, handel enz.);

 

opzetten van netwerken van overheidsinstellingen, commerciële en sociale-economieondernemingen die in staat zijn tot een vernieuwende aanpak bij governance en bij het formuleren van welvaartindicatoren waarmee de kwantificeerbare gevolgen binnen referentiegemeenschappen kunnen worden gemeten.

Het project beoogt:

 

het bedrijfsleven bewust te maken van de sociale verantwoordelijkheid, door middel van steunverlening aan bedrijven die zich bezig houden met arbeidsintegratie;

 

doeltreffende oplossingen voor te stellen voor de sociaaleconomische problemen die zich in het referentiegebied en de referentiegemeenschap voordoen, als resultaat van de samenwerking tussen overheid en commerciële en sociale-economieondernemingen;

 

meetbare kwalitatieve en kwantitatieve resultaten te verwezenlijken op het gebied van de toename en stabilisering van de werkgelegenheid in het algemeen, de werkgelegenheid voor vrouwen en de arbeidsintegratie van kwetsbare groepen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van Artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van16.9.2002, blz. 1).

04 03 13     Voorbereidende actie — Je eerste EURES-baan

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 250 000

2 125 000

4 000 000

2 000 000

   

Toelichting

Deze voorbereidende actie heeft tot doel jongeren meer kansen op werkgelegenheid te bieden en stages in alle lidstaten aan te moedigen en te vergemakkelijken. Met de steun van de EURES-databank voor werkzoekenden, zullen diensten voor het vinden van stageplaatsen worden aangeboden die kansen op werkgelegenheid bieden in de hele Unie. Bedrijven, en met name het midden- en kleinbedrijf, zullen worden aangemoedigd om meer jongeren aan te nemen, met name door middel van financiële steun.

Doelgroepen:

 

jongeren tot 30 jaar, ongeacht hun kwalificaties en werkervaring, aangezien de regeling niet enkel is bedoeld voor nieuwkomers op de arbeidsmarkt;

 

alle wettelijk gevestigde bedrijven, en met name het midden- en kleinbedrijf, om hen te helpen de kosten van internationale aanwervingen te drukken, die met name kleinere bedrijven treffen.

In aanmerking komende banen:

„Je eerste EURES-baan” zal stageplaatsen aanbieden, eerste werkervaringen of gespecialiseerde banen. De regeling is niet bedoeld ter ondersteuning van vervanging van werkgelegenheid en onzeker werk, en is in geen geval in strijd met de nationale arbeidsregelgeving.

Om in aanmerking te komen voor financiering, moeten de banen eveneens voldoen aan de volgende criteria:

 

ze moeten gevestigd zijn in een land dat lid is van EURES en dat niet het land van oorsprong is van de jonge werkzoekende (transnationale vacatures);

 

de duur van het contract bedraagt minimaal zes maanden.

De volgende kosten worden gedekt:

 

de kosten die voortvloeien uit het aanwervingsproces en een aanwervingstoelage die wordt toegekend aan het EURES-lid van het land van bestemming;

 

een financiële stimulans voor de werkgever om de integratiekosten voor de mobiele werknemer te dekken (introductieopleidingen, taalcursussen en administratieve steun) nadat het aanwervingsproces is afgerond;

 

de reis- en verblijfkosten van de werkzoekende voor het eerste interview en de kosten om naar het buitenland te verhuizen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

04 03 14     Proefproject — Maatschappelijke solidariteit voor maatschappelijke integratie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

1 000 000

1 000 000

500 000

   

Toelichting

Dit proefproject dient ter ondersteuning en bevordering van een actieve uniale strategie voor integratie, om ervoor te zorgen dat iedereen de kans krijgt een leven te leiden dat strookt met de menselijke waardigheid, in alle lidstaten.

Bedoeling van dit proefproject is een netwerk op te richten dat de uitwisseling van beste praktijken tussen de lidstaten, lokale en territoriale besturen, vakbonden en verenigingen in verband met nationale minimuminkomensregelingen vergemakkelijkt. Met de verzamelde en uitgewisselde informatie moet het gemakkelijker worden om een studie te maken van de mogelijke gemeenschappelijke maatregelen voor een minimuminkomen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

04 03 15     Europees Jaar voor actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties (2012)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 700 000

2 400 000

2 300 000

870 000

0,—

0,—

Toelichting

Nieuw artikel

Het Europees Jaar voor actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties heeft tot doel het algemene bewustzijn van de waarde van actief ouder worden te vergroten, het debat te stimuleren, informatie uit te wisselen en het van elkaar leren tussen lidstaten en belanghebbenden op alle niveaus te ontwikkelen, een kader te bieden voor engagement en concrete actie om de Unie, de lidstaten en de belanghebbenden op alle niveaus in staat te stellen vernieuwende oplossingen, beleidsmaatregelen en langetermijnstrategieën te ontwikkelen door middel van specifieke activiteiten, en specifieke doelstellingen in verband met actief ouder worden en de solidariteit tussen de generaties na te streven, en activiteiten aan te moedigen die helpen discriminatie op grond van leeftijd te bestrijden.

Dit krediet dient ter ondersteuning, op Unieniveau, van activiteiten die met de doelstellingen van het Europees Jaar stroken, alsmede ter dekking van de kosten in verband met de organisatie van de afsluitende uniale conferentie door het fungerende voorzitterschap. Een deel van dit krediet dient daarnaast ter dekking van de kosten in verband met de evaluatie van het Europees Jaar.

Een deel van dit krediet dient voor de ontwikkeling van een flexibel, innovatief ICT-concept bedoeld om de uitdaging van een vergrijzende bevolking het hoofd te bieden, met name om lichamelijke activiteit en psychosociale behoeften van ouderen en de scholing van artsen en gezondheidswerkers te steunen. Het zou kunnen fungeren als voorbeeld van goede praktijken door praktische en theoretische kennis te genereren over preventie via het zogeheten „serious gaming”-concept dat zich richt op oudere mensen en een actieve en gezonde manier van ouder worden bevordert. Dit zal oudere mensen in staat stellen langer zelfstandig te blijven. In Europa ontbreekt het momenteel aan een productieve benadering ten aanzien van de benutting van fundamentele kennis om preventiemaatregelen in de praktijk toe te passen. Deze leemte kan worden opgevuld door een transnationaal Europees netwerk van regio's, universiteiten, het bedrijfsleven, burgers en publieke partners op te zetten, dat zich richt op innovatieve maatregelen. Actief en gezond ouder worden vormt de kern van deze maatregel. Er wordt gestreefd naar de geïntegreerde en multidisciplinaire benadering waar behoefte aan is. Met het oog op het Europees Jaar voor actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties (2012) kan deze maatregel van aanzienlijk belang zijn om nieuwe ideeën naar voren te brengen over preventie en actief en gezond ouder worden. „Serious gaming” omvat een aanzienlijk aantal nieuwe en nog niet onderzochte mogelijkheden met betrekking tot een vergrijzende bevolking. Zo kan het spelen van een spel de veilige verrichting van lichamelijke activiteiten bevorderen in de vertrouwde thuisomgeving van oudere mensen. Het biedt tevens mogelijkheden om negatieve en positieve ontwikkelingen van hun lichamelijke en cognitieve vaardigheden te volgen via spelgegevens. Voorts kan scholing van artsen en gezondheidswerkers door middel van „serious gaming” hun werkzaamheden in ziekenhuizen en bejaardentehuizen helpen verbeteren. Het kan hier simulatiespelen betreffen door middel waarvan heelkundige vaardigheden en andere medische handelingen worden geoefend.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van overeenkomstige kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 940/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2011 betreffende het Europees Jaar voor actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties (2012) (PB L 246 van 23.9.2011, blz. 5).

HOOFDSTUK 04 04 — WERKGELEGENHEID, MAATSCHAPPELIJKE SOLIDARITEIT EN GENDERGELIJKHEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

04 04

WERKGELEGENHEID, MAATSCHAPPELIJKE SOLIDARITEIT EN GENDERGELIJKHEID

04 04 01

Progress

04 04 01 01

Werkgelegenheid

1.1

20 558 000

16 330 519

19 787 500

18 091 401

23 768 589,99

16 640 151,80

04 04 01 02

Sociale bescherming en integratie

1.1

28 485 000

24 042 153

27 755 000

25 232 743

33 513 285,34

26 327 643,67

04 04 01 03

Arbeidsomstandigheden

1.1

8 525 000

7 711 634

8 425 000

8 093 521

9 834 400,92

8 006 648,25

04 04 01 06

Steun voor de uitvoering

1.1

1 354 000

907 251

1 355 000

1 142 615

1 785 623,50

501 762,57

 

Artikel 04 04 01 — Subtotaal

 

58 922 000

48 991 557

57 322 500

52 560 280

68 901 899,75

51 476 206,29

04 04 03

Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden

04 04 03 01

Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden — Bijdrage aan titels 1 en 2

1.1

13 265 379

13 265 379

13 040 000

13 040 000

12 900 000,—

12 900 000,—

04 04 03 02

Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden — Bijdrage aan titel 3

1.1

7 023 721

7 023 721

7 170 000

7 170 000

6 930 000,—

6 930 000,—

 

Artikel 04 04 03 — Subtotaal

 

20 289 100

20 289 100

20 210 000

20 210 000

19 830 000,—

19 830 000,—

04 04 04

Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk

04 04 04 02

Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk — Bijdrage aan titels 1 en 2

1.1

6 978 964

6 978 964

6 900 000

6 900 000

6 920 100,—

6 739 703,—

04 04 04 03

Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk — Bijdrage aan titel 3

1.1

7 590 736

7 590 736

7 416 000

7 416 000

7 676 235,—

7 026 247,—

 

Artikel 04 04 04 — Subtotaal

 

14 569 700

14 569 700

14 316 000

14 316 000

14 596 335,—

13 765 950,—

04 04 07

Voltooiing van voorgaande programma’s

1.1

453 626

816 268

141 381,01

2 134 485,98

04 04 08

Proefproject — Stimulering van de omzetting van tijdelijke arbeid in vaste arbeid met rechten

1.1

450 000

1 000 000

700 000

998 480,99

275 465,19

04 04 10

Proefproject — Begeleiding van werknemers die met de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven worden geconfronteerd

1.1

p.m.

0,—

797 165,08

04 04 11

Proefproject — Voorkoming van ouderenmishandeling

1.1

500 000

700 000

945 045,98

300 000,—

04 04 12

Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting 2010

1.1

p.m.

408 263

p.m.

3 332 626

10 345 626,23

10 719 215,11

04 04 15

Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit

1.1

24 750 000

22 454 464

24 750 000

23 566 430

25 000 000,—

21 000 000,—

04 04 16

Proefproject — Gezondheid en veiligheid op het werk van oudere werknemers

1.1

2 000 000

1 000 000

       

04 04 17

Voorbereidende actie — Activeringsmaatregelen voor jongeren — Implementatie van het initiatief „Jeugd in beweging”

1.1

4 000 000

2 000 000

       
 

Hoofdstuk 04 04 — Totaal

 

124 530 800

111 116 710

117 598 500

116 201 604

140 758 768,96

120 298 487,65

04 04 01     Progress

04 04 01 01   Werkgelegenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

20 558 000

16 330 519

19 787 500

18 091 401

23 768 589,99

16 640 151,80

Toelichting

Dit krediet dient ter ondersteuning van de Lissabonstrategie voor groei en werkgelegenheid en van de tenuitvoerlegging van de Europese werkgelegenheidsstrategie (EWS) en moet bijdragen tot de realisatie van de doelstellingen van de Europa-2020-strategie door:

 

het inzicht in de situatie en vooruitzichten inzake de werkgelegenheid te verbeteren, met name via analysen en studies en de opstelling van statistieken en gezamenlijke indicatoren in het kader van de EWS;

 

de tenuitvoerlegging van de Europese richtsnoeren en aanbevelingen voor de werkgelegenheid te controleren en te evalueren, toe te zien op hun effecten, met name door middel van het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid, en de wisselwerking tussen de EWS en het algemene economische en sociale beleid alsmede andere beleidsterreinen te bestuderen;

 

het organiseren van uitwisselingen over maatregelen, goede praktijken en innovatieve benaderingen, het mainstreamen van de behoeften van kwetsbare groepen, zoals personen met een handicap en mantelzorgers, het bevorderen van de verspreiding van microkredietpraktijken ter ondersteuning van de ontwikkeling van ondernemerschap bij achtergestelden en het bevorderen van wederzijds leren in het kader van de Europese werkgelegenheidsstrategie en Europa 2020;

 

de bewustwording te vergroten, informatie te verspreiden en de discussie over de uitdagingen, het beleid, gendergevoelige aanpakken en genderbewust budgetteren, en de uitvoering van nationale hervormingsplannen in verband met de werkgelegenheid te bevorderen, ook onder de regionale en lokale actoren, de sociale partners, het maatschappelijke middenveld en andere belanghebbenden;

 

het oprichten en organiseren van netwerken en regelmatige uitwisseling met internationale organisaties die op het gebied van werkgelegenheid en sociale zaken actief zijn, zoals de OESO en de IAO, om ervoor te zorgen dat het interne en externe beleid van de Unie op dit gebied coherent is.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Overeenkomstig de verklaring van de Commissie bij Besluit 283/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 2010 tot instelling van een Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale uitsluiting (PB L 87 van 7.4.2010, blz. 1) is een toereikende niet toegewezen marge in het kader van het uitgavenplafond van rubriek 1a gelaten, waarbij de begrotingsautoriteit, d.w.z. het Europees Parlement en de Raad, kan besluiten om het bedrag van het Progress-programma in de periode 2011-2013 met maximaal 20 000 000 EUR te verhogen overeenkomstig punt 37 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1).

Rechtsgronden

Besluit nr. 1672/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een communautair programma voor werkgelegenheid en maatschappelijke solidariteit — Progress (PB L 315 van 15.11.2006, blz. 1).

04 04 01 02   Sociale bescherming en integratie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

28 485 000

24 042 153

27 755 000

25 232 743

33 513 285,34

26 327 643,67

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter ondersteuning van de tenuitvoerlegging van de open coördinatiemethode (OCM) op het gebied van de sociale bescherming en integratie door:

 

het inzicht in de aspecten van en het beleid inzake armoede en sociale uitsluiting, pensioenen, gezondheidszorg en langdurige zorg (zowel formele zorg als mantelzorg) te verbeteren, met name via analysen en studies en de opstelling van statistieken en gemeenschappelijke indicatoren in het kader van de OCM op het terrein van sociale bescherming en integratie;

 

de tenuitvoerlegging van de OCM op het gebied van sociale bescherming en integratie te controleren en te evalueren, alsmede de gevolgen hiervan op nationaal en Unieniveau en de wisselwerking tussen deze OCM en andere beleidsterreinen te bestuderen;

 

het organiseren van uitwisselingen over maatregelen, goede praktijken en innovatieve benaderingen, het mainstreamen van de behoeften van kwetsbare groepen, zoals personen met een handicap en mantelzorgers, en het bevorderen van wederzijds leren in het kader van de strategie inzake sociale bescherming en integratie, en in het kader van de gezondheidsongelijkheden;

 

de bewustwording te vergroten, informatie te verspreiden en de discussie te bevorderen over de belangrijkste uitdagingen en beleidskwesties die in het kader van het uniale coördinatieproces op het gebied van sociale bescherming en sociale integratie aan de orde komen, ook onder nationale, regionale en lokale actoren, sociale partners, de maatschappelijke organisaties en andere belanghebbenden, alsmede onder het grote publiek, teneinde de zichtbaarheid van het proces te verbeteren, het bepalen van ambitieuze doelstellingen aan te moedigen en meer nadruk te leggen op de tenuitvoerlegging van het beleid;

 

het versterken van de capaciteit van belangrijke Unienetwerken met het oog op ondersteuning en versterking van de ontwikkeling, de tenuitvoerlegging en de coherentie van interne en externe beleidsdoelstellingen en strategieën van de Unie inzake sociale bescherming en integratie, onder meer in samenwerking met internationale actoren zoals de OESO, de IAO en de WHO.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Overeenkomstig de verklaring van de Commissie bij Besluit nr. 283/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 2010 tot instelling van een Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale uitsluiting (PB L 87 van 7.4.2010, blz. 1) is een toereikende niet toegewezen marge in het kader van het uitgavenplafond van rubriek 1a gelaten, waarbij de begrotingsautoriteit, d.w.z. het Europees Parlement en de Raad, kan besluiten om het bedrag van het Progress-programma in de periode 2011-2013 met maximaal 20 000 000 EUR te verhogen overeenkomstig punt 37 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1).

Rechtsgronden

Besluit nr. 1672/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een communautair programma voor werkgelegenheid en maatschappelijke solidariteit — Progress (PB L 315 van 15.11.2006, blz. 1).

04 04 01 03   Arbeidsomstandigheden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

8 525 000

7 711 634

8 425 000

8 093 521

9 834 400,92

8 006 648,25

Toelichting

Dit krediet dient ter ondersteuning van de verbetering van het arbeidsmilieu en de arbeidsomstandigheden, met inbegrip van het aanpassingsvermogen, de veiligheid en gezondheid op het werk, redelijke aanpassingen voor werknemers met een handicap en de combinatie van beroeps- en gezinsleven (bijvoorbeeld voor mantelzorgers), door:

 

het inzicht in de situatie met betrekking tot de arbeidsomstandigheden te verbeteren, met name via analysen en studies en zo nodig de opstelling van statistieken en indicatoren, alsmede de beoordeling van de doeltreffendheid en de gevolgen van bestaande wetgeving, beleid en praktijken, en het indienen van voorstellen om die te verbeteren;

 

de tenuitvoerlegging van het arbeidsrecht van de Unie te ondersteunen via doeltreffend toezicht, het organiseren van seminars voor mensen in het veld, de opstelling van handleidingen en de totstandbrenging van netwerken tussen gespecialiseerde instanties en juridische deskundigen, met inbegrip van de sociale partners;

 

preventieve maatregelen te initiëren en gezondheid en veiligheid op het werk aan te moedigen, in het bijzonder voor de vergrijzende beroepsbevolking;

 

de bewustwording te vergroten, goede werkwijzen uit te wisselen, informatie te verspreiden en de discussie — ook tussen de sociale partners — over de belangrijkste uitdagingen en beleidskwesties in verband met de arbeidsomstandigheden en het combineren van werk en gezinsleven (zoals steun voor mantelzorgers, gezinsvriendelijk beleid op de arbeidsplek, kinderopvang, ondersteunende infrastructuren voor zwangere, werkende en herintredende moeders, enz.) te bevorderen;

 

de samenwerking tussen de actoren van de interne en externe dimensie van het werkgelegenheids- en sociaal beleid binnen en buiten de Unie-instellingen te versterken om te zorgen voor een betere coherentie van het interne en het externe beleid van de Unie op dit gebied;

 

internationale netwerken voor samenwerking op te richten met het oog op de verspreiding van informatie over de rechten van werknemers bij regeringen, organisaties van werknemers en werkgevers en burgers, teneinde de tenuitvoerlegging van de belangrijkste IAO-verdragen en de agenda voor fatsoenlijk werk te verbeteren.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Overeenkomstig de verklaring van de Commissie bij Besluit nr. 283/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 2010 tot instelling van een Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale insluiting (PB L 87 van 7.4.2010, blz. 1) is een toereikende niet toegewezen marge in het kader van het uitgavenplafond van rubriek 1a gelaten, waarbij de begrotingsautoriteit, d.w.z. het Europees Parlement en de Raad, kan besluiten om het bedrag van het Progress-programma in de periode 2011-2013 met maximaal 20 000 000 EUR te verhogen overeenkomstig punt 37 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1).

Rechtsgronden

Besluit nr. 1672/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een communautair programma voor werkgelegenheid en maatschappelijke solidariteit — Progress (PB L 315 van 15.11.2006, blz. 1).

04 04 01 06   Steun voor de uitvoering

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 354 000

907 251

1 355 000

1 142 615

1 785 623,50

501 762,57

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de uitvoering van het programma, met name uitgaven met betrekking tot de jaarlijkse monitoringevaluatie en het jaarlijkse forum over de sociale agenda (Progress), dat tot doel heeft de dialoog tussen alle belanghebbenden op alle niveaus te bevorderen, de resultaten van het programma te publiceren en toekomstige prioriteiten te bespreken, met name wat de volgende programmeringscyclus (2014-2020) betreft.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Overeenkomstig de verklaring van de Commissie bij Besluit nr. 283/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 2010 tot instelling van een Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale insluiting (PB L 87 van 7.4.2010, blz. 1) is een toereikende niet toegewezen marge in het kader van het uitgavenplafond van rubriek 1a gelaten, waarbij de begrotingsautoriteit, d.w.z. het Europees Parlement en de Raad, kan besluiten om het bedrag van het Progress-programma in de periode 2011-2013 met maximaal 20 000 000 EUR te verhogen overeenkomstig punt 37 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1).

Rechtsgronden

Besluit nr. 1672/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een communautair programma voor werkgelegenheid en maatschappelijke solidariteit — Progress (PB L 315 van 15.11.2006, blz. 1).

04 04 03     Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden

04 04 03 01   Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden — Bijdrage aan titels 1 en 2

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 265 379

13 265 379

13 040 000

13 040 000

12 900 000,—

12 900 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van de Stichting (titels 1 en 2).

Een bedrag van 1 000 000 EUR is bestemd voor analyseactiviteiten van het Europees Waarnemingscentrum voor het veranderingsproces (EWVP), zoals overeengekomen tijdens de Europese Raad van Nice van 7, 8 en 9 december 2000, gericht op het begrijpen van en anticiperen en reageren op technologische, sociale en economische ontwikkelingen.

De Stichting stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De personeelsformatie van de Stichting is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 1365/75 van de Raad van 26 mei 1975 betreffende de oprichting van een Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (PB L 139 van 30.5.1975, blz. 1).

04 04 03 02   Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden — Bijdrage aan titel 3

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

7 023 721

7 023 721

7 170 000

7 170 000

6 930 000,—

6 930 000,—

Toelichting

Dit krediet dient uitsluitend ter financiering van de beleidsuitgaven van de Stichting die betrekking hebben op het werkprogramma (titel 3).

De Stichting stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Een deel van dit krediet is bestemd voor de werkzaamheden van het Europees Waarnemingscentrum voor het veranderingsproces (EWVP), dat is opgericht overeenkomstig het besluit van de Europese Raad van Nice van 7, 8 en 9 december 2000, en dat tot doel heeft de technologische, sociale (in het bijzonder demografische) en economische ontwikkelingen te begrijpen en te anticiperen en er een adequaat antwoord op mogelijk te maken. Hiertoe wordt informatie van hoge kwaliteit vergaard, verwerkt en geanalyseerd.

Een bedrag van 1 000 000 EUR is bestemd voor de activiteiten van het EWVP.

Dit krediet dient tevens ter financiering van studies naar de impact van nieuwe technologieën op de werkplek en naar beroepsziekten, zoals de invloed van repetitieve bewegingen bij het uitvoeren van een bepaalde taak.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2012 in totaal 20 384 100 EUR. Een bedrag van 95 000 EUR, afkomstig van de terugvordering van overschotten, is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 20 289 100 EUR.

Een deel van dit krediet is bestemd voor werkzaamheden op het gebied van drie voor het gezinsbeleid belangrijke onderwerpen:

 

gezinsvriendelijke beleidsmaatregelen op de arbeidsplaats (evenwicht tussen werk en gezinsleven, arbeidsomstandigheden enz.);

 

factoren die van invloed zijn op de situatie van gezinnen in sociale woningen (toegang van gezinnen tot goede huisvesting);

 

levenslange ondersteuning van gezinnen, bv. voor kinderopvang en andere kwesties die tot de bevoegdheden van de Stichting behoren.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 1365/75 van de Raad van 26 mei 1975 betreffende de oprichting van een Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (PB L 139 van 30.5.1975, blz. 1).

04 04 04     Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk

04 04 04 02   Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk — Bijdrage aan titels 1 en 2

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

6 978 964

6 978 964

6 900 000

6 900 000

6 920 100,—

6 739 703,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Agentschap (titels 1 en 2).

Het Agentschap stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2062/94 van de Raad van 18 juli 1994 tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk (PB L 216 van 20.8.1994, blz. 1).

04 04 04 03   Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk — Bijdrage aan titel 3

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

7 590 736

7 590 736

7 416 000

7 416 000

7 676 235,—

7 026 247,—

Toelichting

Dit krediet dient uitsluitend ter dekking van de beleidsuitgaven van het Agentschap die betrekking hebben op het werkprogramma (titel 3).

Het Agentschap stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven. Het Agentschap streeft ernaar aan de instellingen van de Unie, de lidstaten en de belanghebbende partijen technische, wetenschappelijke en economische informatie te verstrekken, die nuttig is op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk.

Een bedrag van 1 000 000 EUR is bestemd voor een programma ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2012 in totaal 14 681 700 EUR. Een bedrag van 112 000 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 14 569 700 EUR.

Het krediet is bestemd voor acties die nodig zijn om de in Verordening (EG) nr. 2062/94 vastgestelde taken van het Agentschap uit te voeren, en met name:

 

anticiperende en voorlichtingsacties met bijzondere aandacht voor het midden- en kleinbedrijf;

 

de oprichting van een „Waarnemingspost voor risico’s”, die informatie verzamelt over „goede praktijken” in ondernemingen en bedrijfstakken;

 

ook, in samenwerking met de Internationale Arbeidsorganisatie, de uitwisseling van ervaring, informatie en goede praktijken,

 

de integratie van de kandidaat-lidstaten in deze informatienetwerken en de ontwikkeling van aan hun specifieke situatie aangepaste instrumenten;

 

de organisatie van een Europese week over gezondheid en veiligheid waarbij de aandacht wordt toegespitst op specifieke risico's en de behoeften van gebruikers en eindbegunstigden.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2062/94 van de Raad van 18 juli 1994 tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk (PB L 216 van 20.8.1994, blz. 1).

04 04 07     Voltooiing van voorgaande programma’s

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

453 626

816 268

141 381,01

2 134 485,98

Toelichting

Oud artikel 04 04 07 (ten dele)

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van oude artikelen en posten.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De kandidaat-lidstaten kunnen een beroep doen op het pretoetredingsinstrument Phare ter dekking van de uitgaven voor hun deelname aan het programma’s.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit van de Raad van 9 juli 1957 betreffende het mandaat en het reglement van orde van het Permanent Orgaan voor de veiligheid in de steenkolenmijnen (PB 28 van 31.8.1957, blz. 487/57).

Besluit 74/325/EEG van de Raad van 27 juni 1974 betreffende de oprichting van een Raadgevend Comité voor de veiligheid, de hygiëne en de gezondheidsbescherming op de arbeidsplaats (PB L 185 van 9.7.1974, blz. 15).

Besluit 74/326/EEG van de Raad van 27 juni 1974 houdende uitbreiding van de bevoegdheden van het Permanent Orgaan voor de veiligheid en de gezondheidsvoorwaarden in de steenkolenmijnen tot alle winningsindustrieën (PB L 185 van 9.7.1974, blz. 18).

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1), en de bijzondere richtlijnen in de zin van deze richtlijn.

Richtlijn 92/29/EEG van de Raad van 31 maart 1992 betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid ter bevordering van een betere medische hulpverlening aan boord van schepen (PB L 113 van 30.4.1992, blz. 19).

Besluit 98/171/EG van de Raad van 23 februari 1998 betreffende communautaire activiteiten ter zake van analyse, onderzoek en samenwerking op het gebied van de werkgelegenheid en de arbeidsmarkt (PB L 63 van 4.3.1998, blz. 26).

Besluit 2000/750/EG van de Raad van 27 november 2000 tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bestrijding van discriminatie (2001-2006) (PB L 303 van 2.12.2000, blz. 23).

Besluit nr. 50/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 december 2001 tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter aanmoediging van samenwerking tussen lidstaten bij de bestrijding van sociale uitsluiting (PB L 10 van 12.1.2002, blz. 1).

Besluit nr. 1145/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 10 juni 2002 inzake communautaire stimuleringsmaatregelen op het gebied van de werkgelegenheid (PB L 170 van 29.6.2002, blz. 1).

Besluit van de Raad van 22 juli 2003 tot oprichting van een Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats (PB C 218 van 13.9.2003, blz. 1).

Beschikking nr. 1554/2005/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 tot wijziging van Beschikking 2001/51/EG van de Raad betreffende het programma in verband met de communautaire strategie inzake de gelijkheid van mannen en vrouwen en Besluit nr. 848/2004/EG tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van organisaties die op Europees niveau op het gebied van de gelijkheid van mannen en vrouwen actief zijn (PB L 255 van 30.9.2005, blz. 9).

Referentiebesluiten

Overeenkomst gesloten in 1959 tussen de Hoge Autoriteit van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en het Internationaal Centrum voor informatie betreffende arbeidsveiligheid en -hygiëne van het Internationaal Arbeidsbureau.

Taak die voortvloeit uit de specifieke bevoegdheden die krachtens de artikelen 136, 137 en 140 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (de artikelen 151, 152 en 156 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie) rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.

04 04 08     Proefproject — Stimulering van de omzetting van tijdelijke arbeid in vaste arbeid met rechten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

450 000

1 000 000

700 000

998 480,99

275 465,19

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van maatregelen om de omzetting van tijdelijke arbeid in vaste arbeid met rechten te stimuleren.

Een deel van dit krediet is bestemd voor het gesloten partnerschap met de vertegenwoordigers van de armste werknemers in de verschillende fasen van het proefproject.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 tot vaststelling van het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

04 04 10     Proefproject — Begeleiding van werknemers die met de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven worden geconfronteerd

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

0,—

797 165,08

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor het financieren van initiatieven die werknemers helpen bij het zich aanpassen aan de nieuwe omstandigheden in het bedrijfsleven. Het dient met name ter dekking van maatregelen bestemd voor:

 

onderzoek naar hoe werknemers beter kunnen worden voorbereid op de nieuwe omstandigheden in het bedrijfsleven en naar de sectoren die op de korte termijn mogelijkerwijs wijzigingen ondergaan;

 

analysering en bevordering van uitwisselingen over maatregelen en van goede praktijken bedoeld voor het op maatschappelijk verantwoorde wijze opvangen van de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

04 04 11     Proefproject — Voorkoming van ouderenmishandeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

700 000

945 045,98

300 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van initiatieven die helpen achterhalen in welke mate ouderenmishandeling in de Unie voorkomt, als follow-up bij de resolutie van het Europees Parlement van 21 februari 2008 over de demografische toekomst van Europa (PB C 184 E van 6.8.2009, blz. 75) en als follow-up bij de conferentie georganiseerd door de Commissie op 17 maart 2008 over ouderenmishandeling.

Het proefproject zal met name toegespitst zijn op:

 

het inschatten van de omvang van ouderenmisbruik overeenkomstig de definitie van de WHO (fysiek, psychologisch en financieel misbruik);

 

het verwerven van een beter inzicht in de oorzaken van ouderenmishandeling;

 

het beoordelen van de doeltreffendheid van beleidsmaatregelen in de lidstaten.

Om dit doel te bereiken zullen onder meer de volgende maatregelen worden gedekt:

 

gegevensverzameling over het voorkomen van ouderenmishandeling in de hele Unie, met inbegrip van risico- en beschermingsfactoren;

 

het in kaart brengen van bestaande beleidsbenaderingen en beleidskaders in de Unie, om goede praktijken te identificeren en te zorgen voor een referentiekader dat maatregelen en instrumenten bevat die nodig zijn om ouderenmishandeling doeltreffend te kunnen voorkomen.

Beste praktijken bij beleidsbenaderingen en beleidskaders zullen worden in kaart gebracht door middel van een beoordeling van welke instrumenten effectief zijn en welke minder goed werken bij het voorkomen van mishandeling van ouderen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

04 04 12     Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting 2010

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

408 263

p.m.

3 332 626

10 345 626,23

10 719 215,11

Toelichting

Het Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting was bedoeld om de politieke toezeggingen die de Unie aan het begin van de Lissabonstrategie heeft gedaan om „een beslissende bijdrage aan de uitroeiing van armoede” te leveren, opnieuw te bekrachtigen.

In overeenstemming met Besluit nr. 1098/2008/EG was dit krediet bestemd voor de ondersteuning van de nationale activiteiten die de lidstaten overeenkomstig hun nationale strategie en prioriteiten voor het Europees Jaar moeten uitvoeren. Een deel van dit krediet diende ook ter dekking van de kosten van de organisatie van de slotconferentie van de Unie door het zittende voorzitterschap en ter versterking van de communicatie- en informatieactiviteiten op Europees en nationaal niveau.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1098/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 inzake het Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting (2010) (PB L 298 van 7.11.2008, blz. 20).

04 04 15     Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

24 750 000

22 454 464

24 750 000

23 566 430

25 000 000,—

21 000 000,—

Rechtsgronden

Besluit nr. 283/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 2010 tot instelling van een Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale insluiting (PB L 87 van 7.4.2010, blz. 1).

04 04 16     Proefproject — Gezondheid en veiligheid op het werk van oudere werknemers

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 000 000

1 000 000

       

Toelichting

Dit proefproject is gebaseerd op de door het Europees Parlement gevraagde studie over nieuwe vormen van fysieke en psychosociale gezondheidsrisico's op het werk (IP/A/EMPL/FWC/2006-205/C1-SC1) en op zijn resolutie over de communautaire strategie 2007-2013 voor gezondheid en veiligheid op het werk (PB C 41 E van 19.2.2009, blz. 14) en zorgt voor de uitwerking van de daarin vervatte aanbevelingen en de uitwisseling van goede praktijken met hulp van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk (OSHA). Beoordeeld moet worden of een voorbereidende actie geschikt is voor het instellen van een uniaal instrument ter verwezenlijking van de doelstelling dat 75 % van de bevolking in de leeftijdscategorie 20 tot 64 aan het werk moet zijn, zoals opgenomen in de Europa-2020-strategie, alsmede van de doelstelling van de verbetering van de fysieke en psychologische gezondheid van oudere werknemers. Binnen het kader van het proefproject moet verder onderzoek worden gedaan naar manieren om de gezondheid en veiligheid op het werk van oudere werknemers te verbeteren en voort te bouwen op hetgeen reeds is gedaan door het OSHA, aangezien de vergrijzing van grote financiële invloed zal zijn op werknemers, werkgevers en belastingbetalers. Het proefproject moet met name:

 

werken aan een beroepsbevolking met evenwicht tussen jong en ervaren, die het best kan inspelen op de snel veranderende omstandigheden i.v.m. de mondialisering, en in heel de Unie bevorderend werken voor een doeltreffende langetermijnstrategie voor personeelsbeleid die aanpassingen aan loopbanen en opleiding mogelijk maakt door zich te richten op het ontwikkelen van vaardigheden en het opvangen van het proces van achteruitgang;

 

de activiteiten van de lidstaten op het gebied van de genderdimensie aansporen en ondersteunen, zoals informatie over de gevolgen van menopauze, en de behoeften van alle werknemers, afgezien van goede arbeidsomstandigheden, in het bijzonder met betrekking tot gezondheid en veiligheid, flexibele arbeidsregelingen en zorgdiensten;

 

op uniaal niveau steun geven aan het ontwikkelen en verspreiden van gegevens met betrekking tot specifieke problemen van oudere werknemers, zoals de teruglopende fysieke en soms ook psychofysieke capaciteiten (d.w.z. waarnemingsvermogen, reactievermogen, efficiëntie van de zintuigen), het vaker voorkomen van bepaalde ziekten, bijvoorbeeld hart- en vaatziekten, ademhalings- en spier- en skeletproblemen, en hormonale en spijsverteringsstoornissen, alsook m.b.t. de daarbij behorende preventieve en therapeutische maatregelen, met inbegrip van training op deze gebieden voor personeelsafdelingen;

 

de identificatie, uitwisseling en het delen van goede praktijken (bv. case studies) met betrekking tot de gezondheid en de veiligheid op het werk van oudere werknemers verbeteren;

 

de ontwikkeling stimuleren van initiatieven inzake de verstrekking van technisch advies betreffende gezondheidsrisico's voor oudere werknemers, met name aan kmo's;

 

ervoor te zorgen dat de bestaande wettelijke verplichtingen voor de preventie van werknemers worden toegepast, waar nodig toegespitst op oudere werknemers, bijvoorbeeld door rekening te houden met diversiteit bij de risicobeoordeling;

 

de integratie of het mainstreamen van veiligheid en gezondheid op het werk in het algemene werkgelegenheidsbeleid bevorderen, op gebieden als maatregelen voor gelijkheid, mogelijkheden voor pensioen, personeelsbeheer en opleidingskwesties;

 

zorgen voor de integratie of het mainstreamen van kwesties met betrekking tot de veranderende demografische structuur van de Europese beroepsbevolking in de activiteiten van de arbeidsinspecties en andere preventieve activiteiten;

 

de ontwikkelingen bevorderen op gebieden zoals herintreding en reïntegratie voor oudere werknemers, onder meer met behulp van individuele training, bijvoorbeeld na een met het werk verbonden spier- c.q. skeletstoornis.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

04 04 17     Voorbereidende actie — Activeringsmaatregelen voor jongeren — Implementatie van het initiatief „Jeugd in beweging”

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 000 000

2 000 000

       

Toelichting

Jeugdwerkloosheid in een groot probleem in Europa. Ongeveer 5,5 miljoen jongeren zijn op dit moment in de Unie werkloos, 20 % van de personen jonger dan 25 zit zonder werk en 15 % verlaat de school zonder diploma. Dit heeft ernstige sociaaleconomische gevolgen voor de samenleving én ook de jongeren zelf. Uit studies blijkt dat mensen die werkloos zijn wanneer ze jong zijn later in hun leven vaak langdurig werkloos raken en dat ze vaak in onzekere banen terechtkomen. Het is derhalve van uitermate groot belang dat de lidstaten alle jonge mensen helpen een baan te vinden of hun opleiding voort te zetten wanneer ze werkloos zijn, ongeacht hun opleidingsniveau. De Europa-2020-strategie bevat duidelijke doelstellingen voor de lidstaten om het percentage vroegtijdige schoolverlaters tot 10 % terug te dringen en de arbeidsparticipatie op te krikken tot 75 %, en pakt deze problemen aan via het vlagschipinitiatief Jeugd in beweging in de zin dat de lidstaten worden opgeroepen een zogeheten 'Jeugdgarantie' te verstrekken door ervoor te zorgen dat alle jongeren een baan hebben, onderwijs volgen of dat activeringsmaatregelen worden genomen binnen vier maanden nadat zij de school verlaten.

De doelstellingen van de voorbereidende actie zijn:

 

zich te richten op jongeren, waaronder jongeren die geen opleiding volgen, geen stage lopen en geen werk hebben (zogenaamde NEET’s);

 

te onderzoeken hoe de „Jeugdgarantie” in de praktijk in de lidstaten kan werken;

 

innovatieve actie te ontwikkelen voor de overstap van werkloosheid naar het hebben van een baan voor jongeren, en het verspreiden van deze kennis onder alle lidstaten;

 

te zorgen voor een baan of aanvullende onderwijs- of activeringsmaatregelen voor jongeren binnen vier maanden nadat zij werkloos zijn geworden.

Het project zou daarvoor bestaan uit de volgende maatregelen:

 

ondersteunen van onderzoek en verzamelen van de ervaringen die zijn opgedaan met bestaande projecten in de lidstaten waar iets vergelijkbaars als de „Jeugdgarantie” bestaat;

 

het lanceren van twee of drie proefmaatregelen in de lidstaten voor het creëren van een plaatselijke „Jeugdgarantie”, op basis van de verzamelde beste praktijken. Dit houdt in dat steun wordt gegeven aan relevante plaatselijke betrokken partijen voor het geven van advies en hulp met betrekking tot de implementatie van de „Jeugdgarantie”;

 

het ontwikkelen van alternatieve programma’s op plaatselijk niveau voor vroegtijdige schoolverlaters met het oog op het ontwikkelen van hun vaardigheden, waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan networking tussen relevante betrokken partijen (bedrijven, scholen, jeugdzorgdiensten), als één van de belangrijke maatregelen voor het bevorderen van de integratie van jongeren in de arbeidsmarkt;

 

benutting van deze ervaring bij toekomstige uniale regelingen gericht op jongeren en hun arbeidsmarktintegratie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

HOOFDSTUK 04 05 — EUROPEES FONDS VOOR AANPASSING AAN DE GLOBALISERING (EFG)

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

04 05

EUROPEES FONDS VOOR AANPASSING AAN DE GLOBALISERING (EFG)

04 05 01

Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG)

1.1

p.m.

50 000 000

p.m.

97 608 950

104 230 015,—

104 230 015,—

 

Hoofdstuk 04 05 — Totaal

 

p.m.

50 000 000

p.m.

97 608 950

104 230 015,—

104 230 015,—

04 05 01     Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

50 000 000

p.m.

97 608 950

104 230 015,—

104 230 015,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG), om de Unie in staat te stellen tijdelijke en gerichte steun te verlenen aan werknemers die worden ontslagen als gevolg van door de globalisatie veroorzaakte grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen, in gevallen waarin dergelijke collectieve ontslagen een zeer negatieve impact hebben op de regionale of plaatselijke economie. Voor aanvragen die voor 31 december 2011 zijn ingediend kan het ook worden gebruikt voor de verlening van steun aan werknemers die gedwongen zijn ontslagen ten gevolge van de wereldwijde financiële en economische crisis.

De maximale uitgaven uit het fonds bedragen 500 000 000 EUR per jaar.

Deze reserve is, overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006, bedoeld om extra tijdelijke steun te geven aan werknemers die de gevolgen van grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ondervinden, teneinde hen te helpen bij hun terugkeer op de arbeidsmarkt.

De acties die worden ondernomen door het EFG moeten een aanvulling vormen op die van het Europees Sociaal Fonds, waarbij dubbele structuren moeten worden voorkomen.

De regels voor de opvoering van de kredieten in deze reserve en de beschikbaarstelling van middelen uit het fonds zijn vastgesteld in punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 en in artikel 12 van Verordening (EG) nr. 1927/2006.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (PB L 406 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 546/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1927/2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (PB L 167 van 29.6.2009, blz. 26).

Referentiebesluiten

Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1).

HOOFDSTUK 04 06 — INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN (IPA) — ONTWIKKELING VAN HET MENSELIJKE POTENTIEEL

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

04 06

INSTRUMENT VOOR PRETOETREDINGSSTEUN (IPA) — ONTWIKKELING VAN HET MENSELIJKE POTENTIEEL

04 06 01

Instrument voor pretoetredingssteun (IPA) — Ontwikkeling van het menselijke potentieel

4

112 150 000

59 719 121

102 400 000

59 987 277

87 500 000,—

3 194 074,80

 

Hoofdstuk 04 06 — Totaal

 

112 150 000

59 719 121

102 400 000

59 987 277

87 500 000,—

3 194 074,80

04 06 01     Instrument voor pretoetredingssteun (IPA) — Ontwikkeling van het menselijke potentieel

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

112 150 000

59 719 121

102 400 000

59 987 277

87 500 000,—

3 194 074,80

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter dekking van de steun van de Unie aan de kandidaat-landen die onder het IPA vallen, voor hun geleidelijke aanpassing aan de normen en het beleid van de Unie, waar van toepassing met inbegrip van het acquis van de Unie, met het oog op toetreding. De afdeling Ontwikkeling van het menselijke potentieel dient ter ondersteuning van landen bij de ontwikkeling van beleid en de voorbereiding van de tenuitvoerlegging en het beheer van het cohesiebeleid van de Unie, in het bijzonder de voorbereiding van deze landen op het Europees Sociaal Fonds.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

 

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INTEGRATIE

 

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL WERKGELEGENHEID, SOCIALE ZAKEN EN INTEGRATIE

TITEL 05

LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING

Algemene samenvatting van de kredieten (2012 en 2011) en van de uitvoering (2010)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

05 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

134 298 344

134 298 344

133 430 679

133 430 679

133 002 005,43

133 002 005,43

Reserves (40 01 40)

498 392

498 392

74 532

74 532

   
 

134 796 736

134 796 736

133 505 211

133 505 211

133 002 005,43

133 002 005,43

05 02

INTERVENTIES OP DE LANDBOUWMARKTEN

3 233 310 000

3 232 963 891

2 968 410 000

2 966 242 495

4 315 517 162,13

4 313 849 112,48

05 03

RECHTSTREEKSE STEUN

40 510 700 000

40 510 700 000

39 771 100 000

39 771 100 000

39 675 730 609,10

39 675 730 609,10

05 04

PLATTELANDSONTWIKKELING

14 613 144 442

12 088 893 741

14 432 151 552

12 125 180 513

14 585 362 353,73

11 483 422 454,38

05 05

PRETOETREDINGSMAATREGELEN OP HET GEBIED VAN LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING

234 458 000

54 586 457

215 000 000

71 318 207

169 800 000,—

14 385 000,—

05 06

INTERNATIONALE ASPECTEN VAN HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

6 360 000

5 780 674

6 284 023

6 055 858

5 232 618,34

5 232 618,34

05 07

AUDIT VAN DE LANDBOUWUITGAVEN

  • – 
    192 700 000
  • – 
    192 700 000
  • – 
    262 500 000
  • – 
    262 500 000

–42 586 222,86

–42 586 222,86

05 08

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

47 310 537

45 147 735

27 232 532

24 696 433

38 387 906,17

31 456 802,50

 

Titel 05 — Totaal

58 586 881 323

55 879 670 842

57 291 108 786

54 835 524 185

58 880 446 432,04

55 614 492 379,37

Reserves (40 01 40)

498 392

498 392

74 532

74 532

   
 

58 587 379 715

55 880 169 234

57 291 183 318

54 835 598 717

58 880 446 432,04

55 614 492 379,37

HOOFDSTUK 05 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

05 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

05 01 01

Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

5

100 726 475

98 062 897

98 755 902,34

Reserves (40 01 40)

   

74 532

 
   

100 726 475

98 137 429

98 755 902,34

05 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

05 01 02 01

Extern personeel

5

3 883 348

3 510 571

3 166 079,12

05 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5

8 528 713

9 703 964

10 586 624,66

Reserves (40 01 40)

 

498 392

   
   

9 027 105

9 703 964

10 586 624,66

 

Artikel 05 01 02 — Subtotaal

 

12 412 061

13 214 535

13 752 703,78

Reserves (40 01 40)

 

498 392

   
   

12 910 453

13 214 535

13 752 703,78

05 01 03

Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten voor het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

5

6 774 808

7 105 647

7 665 149,79

05 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

05 01 04 01

Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) — Niet-operationele technische bijstand

2

8 750 000

9 062 600

7 555 847,67

05 01 04 03

Pretoetredingssteun op het vlak van landbouw en plattelandsontwikkeling (IPARD) — Uitgaven voor administratief beheer

4

110 000

220 000

196 602,—

05 01 04 04

Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) — Niet-operationele technische bijstand

2

5 255 000

5 465 000

4 819 794,43

 

Artikel 05 01 04 — Subtotaal

 

14 115 000

14 747 600

12 572 244,10

05 01 06

Uitgaven voor landbouwkundige analysen, inspecties en communicatie en voor het Bemiddelingsorgaan voor de goedkeuring van de rekeningen betreffende het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL), afdeling Garantie, en het ELGF en het ELFPO

5

270 000

300 000

256 005,42

 

Hoofdstuk 05 01 — Totaal

 

134 298 344

133 430 679

133 002 005,43

Reserves (40 01 40)

 

498 392

74 532

 
   

134 796 736

133 505 211

133 002 005,43

Toelichting

De volgende rechtsgrond geldt voor alle artikelen van dit hoofdstuk, tenzij anders bepaald.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

05 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

05 01 01

100 726 475

98 062 897

98 755 902,34

Reserves (40 01 40)

 

74 532

 

Totaal

100 726 475

98 137 429

98 755 902,34

05 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

05 01 02 01   Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

3 883 348

3 510 571

3 166 079,12

05 01 02 11   Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

05 01 02 11

8 528 713

9 703 964

10 586 624,66

Reserves (40 01 40)

498 392

   

Totaal

9 027 105

9 703 964

10 586 624,66

05 01 03     Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten voor het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

6 774 808

7 105 647

7 665 149,79

05 01 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Landbouw en plattelandsontwikkeling”

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad van 21 juni 1999 inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 87).

Verordening (EG) nr. 870/2004 van de Raad van 24 april 2004 tot vaststelling van een communautair programma inzake de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw (PB L 162 van 30.4.2004, blz. 18).

Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) (PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

05 01 04 01   Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) — Niet-operationele technische bijstand

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

8 750 000

9 062 600

7 555 847,67

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de maatregelen betreffende voorbereiding, monitoring, administratieve en technische ondersteuning, evaluatie, audit en controle die noodzakelijk zijn voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, en met name de maatregelen die zijn opgesomd in artikel 5, onder a) tot en met d), van Verordening (EG) nr. 1290/2005.

Het dient ook ter dekking van de financiering van studies, vergaderingen van deskundigen, informatie en publicaties die direct verband houden met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma inzake genetische hulpbronnen zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 870/2004.

Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 0 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig de artikelen 18 en 154 van het Financieel Reglement.

05 01 04 03   Pretoetredingssteun op het vlak van landbouw en plattelandsontwikkeling (IPARD) — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

110 000

220 000

196 602,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

 

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de doelstelling van het instrument voor pretoetredingssteun.

Deze toekenning dient ter dekking van administratieve uitgaven onder de artikelen 05 05 01 en 05 05 02.

05 01 04 04   Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) — Niet-operationele technische bijstand

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

5 255 000

5 465 000

4 819 794,43

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uit het ELFPO gefinancierde technische bijstand zoals bedoeld in artikel 66, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1698/2005. Technische bijstand omvat maatregelen op het vlak van voorbereiding, monitoring, administratieve ondersteuning, evaluatie en toezicht. In verband hiermee kan het krediet met name worden gebruikt voor de financiering van:

 

uitgaven voor ondersteuning (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen, vertalingen);

 

uitgaven voor informatieverstrekking en publicaties;

 

uitgaven voor informatie- en communicatietechnologie;

 

contracten met dienstverleners;

 

uitgaven voor extern personeel in de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten) tot 1 850 000 EUR, alsook dienstreizen van dat personeel.

Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 1 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig de artikel 18 van het Financieel Reglement.

05 01 06     Uitgaven voor landbouwkundige analysen, inspecties en communicatie en voor het Bemiddelingsorgaan voor de goedkeuring van de rekeningen betreffende het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL), afdeling Garantie, en het ELGF en het ELFPO

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

270 000

300 000

256 005,42

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van het bemiddelingsorgaan in het kader van de goedkeuring van de rekeningen van het EOGFL, afdeling Garantie, en het ELGF (uren, materiaal, reiskosten, vergaderingen), en van de kosten van de analysen en andere uitgaven voor communicatie en voor de ondersteuning van controles, bijvoorbeeld de bijstand van auditbedrijven.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 885/2006 van de Commissie van 21 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad met betrekking tot de erkenning van de betaalorganen en andere instanties en de goedkeuring van de rekeningen inzake het ELGF en het ELFPO (PB L 171 van 23.6.2006, blz. 90).

Verordening (EG) nr. 485/2008 van de Raad van 26 mei 2008 inzake de door de lidstaten uit te voeren controles op de verrichtingen in het kader van de financieringsregeling van het Europees Landbouwgarantiefonds (gecodificeerde versie) (PB L 143 van 3.6.2008, blz. 1).

HOOFDSTUK 05 02 — INTERVENTIES OP DE LANDBOUWMARKTEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

05 02

INTERVENTIES OP DE LANDBOUWMARKTEN

05 02 01

Granen

05 02 01 01

Uitvoerrestituties voor granen

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

  • – 
    372 455,47
  • – 
    372 455,47

05 02 01 02

Interventie in de vorm van opslag van granen

2

2 000 000

2 000 000

–23 000 000

–23 000 000

95 716 642,90

95 716 642,90

05 02 01 03

Interventie voor zetmeel

2

41 000 000

41 000 000

41 000 000

41 000 000

39 722 677,88

39 722 677,88

05 02 01 99

Overige maatregelen (granen)

2

p.m.

p.m.

100 000

100 000

–48,36

–48,36

 

Artikel 05 02 01 — Subtotaal

 

43 000 000

43 000 000

18 100 000

18 100 000

135 066 816,95

135 066 816,95

05 02 02

Rijst

05 02 02 01

Uitvoerrestituties voor rijst

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

05 02 02 02

Interventie in de vorm van opslag van rijst

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

05 02 02 99

Overige maatregelen (rijst)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

Artikel 05 02 02 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

05 02 03

Restituties voor niet in bijlage 1 genoemde producten

2

12 000 000

12 000 000

31 000 000

31 000 000

51 349 171,66

51 349 171,66

05 02 04

Voedselprogramma’s

05 02 04 01

Programma’s voor hulpbehoevenden

2

500 000 000

500 000 000

500 000 000

500 000 000

465 488 740,26

465 488 740,26

05 02 04 99

Overige maatregelen (voedselprogramma’s)

2

100 000

100 000

100 000

100 000

58 355,73

58 355,73

 

Artikel 05 02 04 — Subtotaal

 

500 100 000

500 100 000

500 100 000

500 100 000

465 547 095,99

465 547 095,99

05 02 05

Suiker

05 02 05 01

Uitvoerrestituties voor suiker en isoglucose

2

1 000 000

1 000 000

1 000 000

1 000 000

9 795 770,82

9 795 770,82

05 02 05 03

Productierestituties voor in de chemische industrie gebruikte suiker

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

  • – 
    213 156,80
  • – 
    213 156,80

05 02 05 08

Interventie in de vorm van opslag van suiker

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

431 660,85

431 660,85

05 02 05 99

Overige maatregelen (suiker)

2

200 000

200 000

200 000

200 000

–28 921,73

–28 921,73

 

Artikel 05 02 05 — Subtotaal

 

1 200 000

1 200 000

1 200 000

1 200 000

9 985 353,14

9 985 353,14

05 02 06

Olijfolie

05 02 06 03

Interventie in de vorm van opslag van olijfolie

2

23 000 000

23 000 000

p.m.

p.m.

7 926 565,73

7 926 565,73

05 02 06 05

Acties ter verbetering van de kwaliteit

2

45 000 000

45 000 000

48 000 000

48 000 000

45 160 187,68

45 160 187,68

05 02 06 99

Overige maatregelen (olijfolie)

2

500 000

500 000

1 600 000

1 600 000

87 447,26

87 447,26

 

Artikel 05 02 06 — Subtotaal

 

68 500 000

68 500 000

49 600 000

49 600 000

53 174 200,67

53 174 200,67

05 02 07

Vezelgewassen

05 02 07 01

Steun voor vezelvlas en -hennep

2

17 000 000

17 000 000

20 000 000

20 000 000

18 847 492,86

18 847 492,86

05 02 07 03

Katoen — Nationale herstructureringsprogramma’s

2

10 000 000

10 000 000

10 000 000

10 000 000

9 967 263,—

9 967 263,—

05 02 07 99

Overige maatregelen (vezelgewassen)

2

p.m.

p.m.

       
 

Artikel 05 02 07 — Subtotaal

 

27 000 000

27 000 000

30 000 000

30 000 000

28 814 755,86

28 814 755,86

05 02 08

Groenten en fruit

05 02 08 01

Uitvoerrestituties voor groenten en fruit

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

387 696,58

387 696,58

05 02 08 03

Actiefondsen van de producentenorganisaties)

2

496 000 000

496 000 000

292 000 000

292 000 000

690 009 353,89

690 009 353,89

05 02 08 09

Financiële compensaties om de verwerking van citrusvruchten te stimuleren

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

149 988,28

149 988,28

05 02 08 11

Steun aan voorlopig erkende producentengroeperingen

2

195 000 000

195 000 000

107 000 000

107 000 000

115 196 632,24

115 196 632,24

05 02 08 12

Schoolfruitregeling

2

90 000 000

90 000 000

90 000 000

90 000 000

29 360 451,58

29 360 451,58

05 02 08 99

Overige maatregelen (groenten en fruit)

2

7 000 000

7 000 000

2 100 000

2 100 000

1 617 748,04

1 617 748,04

 

Artikel 05 02 08 — Subtotaal

 

788 000 000

788 000 000

491 100 000

491 100 000

836 721 870,61

836 721 870,61

05 02 09

Producten van de wijnbouwsector

05 02 09 04

Interventie in de vorm van opslag van alcohol

2

200 000

200 000

1 000 000

1 000 000

12 065 603,08

12 065 603,08

05 02 09 08

Nationale steunprogramma’s voor de wijnsector

2

1 086 700 000

1 086 700 000

862 300 000

862 300 000

976 507 083,06

976 507 083,06

05 02 09 09

Rooiregeling

2

20 000 000

20 000 000

279 000 000

279 000 000

322 685 925,80

322 685 925,80

05 02 09 99

Overige maatregelen (wijnbouwsector)

2

2 000 000

2 000 000

1 400 000

1 400 000

–2 018 747,78

–2 018 747,78

 

Artikel 05 02 09 — Subtotaal

 

1 108 900 000

1 108 900 000

1 143 700 000

1 143 700 000

1 309 239 864,16

1 309 239 864,16

05 02 10

Afzetbevordering

05 02 10 01

Afzetbevordering — Betalingen door de lidstaten

2

54 000 000

54 000 000

58 000 000

58 000 000

46 401 866,88

46 401 866,88

05 02 10 02

Afzetbevordering — Rechtstreekse betalingen door de Unie

2

1 410 000

1 118 891

1 110 000

1 692 495

1 208 896,43

995 149,78

05 02 10 99

Overige maatregelen (afzetbevordering)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

Artikel 05 02 10 — Subtotaal

 

55 410 000

55 118 891

59 110 000

59 692 495

47 610 763,31

47 397 016,66

05 02 11

Overige plantaardige producten/overige maatregelen

05 02 11 01

Gedroogde voedergewassen

2

97 000 000

97 000 000

129 000 000

129 000 000

121 924 158,95

121 924 158,95

05 02 11 03

Hop — Steun aan producentenorganisaties

2

2 300 000

2 300 000

2 300 000

2 300 000

   

05 02 11 04

POSEI (met uitzondering van rechtstreekse steun en artikel 11 02 03)

2

257 000 000

257 000 000

257 000 000

257 000 000

234 172 751,87

234 172 751,87

05 02 11 05

Communautair Fonds voor tabak (met uitzondering van artikel 17 03 02)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

716 387,06

716 387,06

05 02 11 99

Overige maatregelen (overige plantaardige producten/overige maatregelen)

2

200 000

200 000

600 000

600 000

  • – 
    346 306,42
  • – 
    346 306,42
 

Artikel 05 02 11 — Subtotaal

 

356 500 000

356 500 000

388 900 000

388 900 000

356 466 991,46

356 466 991,46

05 02 12

Melk en zuivelproducten

05 02 12 01

Restituties voor melk en zuivelproducten

2

1 000 000

1 000 000

10 000 000

10 000 000

186 443 923,93

186 443 923,93

05 02 12 02

Interventie in de vorm van opslag van mageremelkpoeder

2

–10 000 000

–10 000 000

–12 000 000

–12 000 000

–5 516 068,96

–5 516 068,96

05 02 12 03

Steun voor de afzet van ondermelk

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

05 02 12 04

Interventie in de vorm van opslag van boter en room

2

10 000 000

10 000 000

10 000 000

10 000 000

–20 412 859,55

–20 412 859,55

05 02 12 05

Andere maatregelen voor botervet

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

699 163,41

699 163,41

05 02 12 06

Interventie in de vorm van opslag van kaas

2

p.m.

p.m.

1 000 000

1 000 000

2 640 643,73

2 640 643,73

05 02 12 08

Schoolmelk

2

90 000 000

90 000 000

90 000 000

90 000 000

68 945 964,14

68 945 964,14

05 02 12 99

Overige maatregelen (melk en zuivelproducten)

2

100 000

100 000

1 000 000

1 000 000

296 285 051,93

296 285 051,93

 

Artikel 05 02 12 — Subtotaal

 

91 100 000

91 100 000

100 000 000

100 000 000

529 085 818,63

529 085 818,63

05 02 13

Rund- en kalfvlees

05 02 13 01

Restituties voor rund- en kalfvlees

2

39 000 000

39 000 000

25 000 000

25 000 000

16 666 319,51

16 666 319,51

05 02 13 02

Interventie in de vorm van opslag van rund- en kalfsvlees

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

05 02 13 03

Buitengewone marktondersteuningsmaatregelen

2

p.m.

p.m.

1 000 000

1 000 000

6 987 468,05

6 987 468,05

05 02 13 04

Restituties voor levende runderen

2

7 000 000

7 000 000

9 000 000

9 000 000

8 682 371,88

8 682 371,88

05 02 13 99

Overige maatregelen (rund- en kalfsvlees)

2

100 000

100 000

100 000

100 000

–7 780 384,47

–7 780 384,47

 

Artikel 05 02 13 — Subtotaal

 

46 100 000

46 100 000

35 100 000

35 100 000

24 555 774,97

24 555 774,97

05 02 14

Schapen- en geitenvlees

05 02 14 01

Interventie in de vorm van opslag van schapen- en geitenvlees

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

05 02 14 99

Overige maatregelen (schapen- en geitenvlees)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

Artikel 05 02 14 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

05 02 15

Varkensvlees, eieren, pluimvee, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten

05 02 15 01

Restituties voor varkensvlees

2

19 000 000

19 000 000

21 000 000

21 000 000

18 755 001,32

18 755 001,32

05 02 15 02

Interventie in de vorm van opslag van varkensvlees

2

13 000 000

13 000 000

p.m.

p.m.

489 692,56

489 692,56

05 02 15 03

Buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt voor varkensvlees

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

05 02 15 04

Restituties voor eieren

2

4 000 000

4 000 000

3 000 000

3 000 000

1 972 257,29

1 972 257,29

05 02 15 05

Restituties voor slachtpluimvee

2

65 000 000

65 000 000

61 000 000

61 000 000

90 668 355,48

90 668 355,48

05 02 15 06

Bijzondere steun voor de bijenteelt

2

32 000 000

32 000 000

32 000 000

32 000 000

24 261 608,10

24 261 608,10

05 02 15 07

Buitengewone marktondersteuningsmaatregelen voor de sector vlees van pluimvee en eieren

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

05 02 15 99

Overige maatregelen (varkensvlees, pluimvee, eieren, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

Artikel 05 02 15 — Subtotaal

 

133 000 000

133 000 000

117 000 000

117 000 000

136 146 914,75

136 146 914,75

05 02 16

Fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie

05 02 16 01

Fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

330 297 466,97

330 297 466,97

05 02 16 02

Goedkeuring betreffende het Fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

Artikel 05 02 16 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

330 297 466,97

330 297 466,97

05 02 17

Steun voor boeren

05 02 17 01

Proefproject — Steun voor landbouwcoöperaties

2

p.m.

1 195 000

p.m.

p.m.

1 454 303,—

0,—

05 02 17 02

Proefproject — Europese Observatiepost voor landbouwprijzen en marges

2

1 000 000

500 000

p.m.

p.m.

0,—

0,—

05 02 17 03

Proefproject — Steun voor boeren- en consumenteninitiatieven voor een lage koolstofuitstoot, een lage energieconsumptie en lokaal op de markt gebrachte voedselproductie

2

p.m.

p.m.

2 000 000

p.m.

0,—

0,—

05 02 17 07

Proefproject — Maatregelen ter bestrijding van speculatie met landbouwproducten

2

1 500 000

750 000

1 500 000

750 000

   
 

Artikel 05 02 17 — Subtotaal

 

2 500 000

2 445 000

3 500 000

750 000

1 454 303,—

0,—

 

Hoofdstuk 05 02 — Totaal

 

3 233 310 000

3 232 963 891

2 968 410 000

2 966 242 495

4 315 517 162,13

4 313 849 112,48

Toelichting

Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 0 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten voor elke begrotingslijn van dit hoofdstuk overeenkomstig de artikelen 18 en 154 van het Financieel Reglement.

In het kader van de vaststelling van de budgettaire behoeften voor dit hoofdstuk is bij de vaststelling van de budgettaire behoeften voor artikel 05 02 08, en met name voor post 05 02 08 03, rekening gehouden met een bedrag van 310 000 000 EUR uit post 6 7 0 1 van de algemene staat van ontvangsten.

Dit krediet dient ook ter dekking van spoedeisende maatregelen als bedoeld in artikel 191 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

De volgende rechtsgrond geldt voor alle artikelen van dit hoofdstuk, tenzij anders bepaald.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

05 02 01     Granen

05 02 01 01   Uitvoerrestituties voor granen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

  • – 
    372 455,47

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitvoerrestituties voor granen die worden toegekend op grond van de artikelen 162 tot en met 170 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

05 02 01 02   Interventie in de vorm van opslag van granen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

2 000 000

–23 000 000

95 716 642,90

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de technische kosten en de financieringskosten voor aankopen van granen voor openbare opslag, de overige kosten van openbare opslag (hoofdzakelijk het verschil tussen de boekwaarde en de verkoopwaarde) en de waardevermindering van de „nieuw gevormde voorraden”, een en ander overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 13, 18, 25 en 27 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 en Verordening (EG) nr. 1290/2005.

05 02 01 03   Interventie voor zetmeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

41 000 000

41 000 000

39 722 677,88

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de op grond van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1868/94 en artikel 95 bis van Verordening (EG) nr. 1234/2007 uitgekeerde premies en de op grond van artikel 96 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 toegekende productierestituties.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1868/94 van de Raad van 27 juli 1994 tot vaststelling van een contingenteringsregeling voor de productie van aardappelzetmeel (PB L 197 van 30.7.1994, blz. 4).

05 02 01 99   Overige maatregelen (granen)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

100 000

–48,36

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de andere uitgaven in verband met granen op grond van Verordening (EG) nr. 1234/2007, alsmede eventuele resterende bedragen die voortkomen uit de toepassing van Verordening (EG) nr. 1784/2003 en die niet gedekt worden door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 01.

05 02 02     Rijst

05 02 02 01   Uitvoerrestituties voor rijst

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitvoerrestituties voor rijst die worden toegekend op grond van de artikelen 162 tot en met 170 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

05 02 02 02   Interventie in de vorm van opslag van rijst

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de technische kosten en de financieringskosten voor aankopen van rijst voor openbare opslag, de overige kosten van openbare opslag (hoofdzakelijk het verschil tussen de boekwaarde en de verkoopwaarde) en de waardevermindering van de „nieuw gevormde voorraden”, een en ander overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 13, 18, 25 en 27 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 en Verordening (EG) nr. 1290/2005.

05 02 02 99   Overige maatregelen (rijst)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in het kader van andere rijstinterventieregelingen op grond van Verordening (EG) nr. 1234/2007, alsmede eventuele resterende bedragen die voortkomen uit de toepassing van Verordening (EG) nr. 1785/2003 en die niet gedekt worden door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 02.

Het dient ook ter dekking van de nog verschuldigde steun voor de productie van bepaalde rijstrassen van het type „Indica” op grond van artikel 8 bis van Verordening (EEG) nr. 1418/76, alsmede van uitgaven in verband met de uitkering van steun aan producenten van padie in Portugal voor de verkoopseizoenen 1992/1993 tot en met 1997/1998, overeenkomstig artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 738/93.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 1418/76 van de Raad van 21 juni 1976 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt (PB L 166 van 25.6.1976, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 738/93 van de Raad van 17 maart 1993 houdende wijziging van de overgangsbepalingen van de gemeenschappelijke marktordening voor granen en rijst in Portugal als vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 3653/90 (PB L 77 van 31.3.1993, blz. 1).

05 02 03     Restituties voor niet in bijlage 1 genoemde producten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

12 000 000

31 000 000

51 349 171,66

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking, overeenkomstig de artikelen 13 tot en met 18 van Verordening (EG) nr. 1784/2003 en artikel 162 van Verordening (EG) nr. 1234/2007, van de restituties voor granen die worden uitgevoerd in de vorm van bepaalde alcoholhoudende dranken, alsmede overeenkomstig Verordening (EG) nr. 3448/93, van de restituties voor goederen die zijn verkregen door de verwerking van granen en rijst, suiker en isoglucose, ondermelk, boter en eieren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 3448/93 van de Raad van 6 december 1993 tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen (PB L 318 van 20.12.1993, blz. 18).

Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78).

Verordening (EG) nr. 1216/2009 van de Raad van 30 november 2009 tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen (PB L 328 van 15.12.2009, blz. 10).

05 02 04     Voedselprogramma’s

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 3730/87 van de Raad van 10 december 1987 houdende algemene voorschriften voor de levering van levensmiddelen uit interventievoorraden aan bepaalde organisaties met het oog op verstrekking aan de meest hulpbehoevenden in de Gemeenschap (PB L 352 van 15.12.1987, blz. 1).

05 02 04 01   Programma’s voor hulpbehoevenden

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

500 000 000

500 000 000

465 488 740,26

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de uitgaven voor de levering van levensmiddelen uit interventievoorraden en van op de Uniemarkt aangeschafte producten aan bepaalde organisaties met het oog op verstrekking aan de meest hulpbehoevenden in de Unie overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 3730/87 en artikel 27 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. …/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad wat de verstrekking van levensmiddelen aan de meest hulpbehoevenden in de Unie betreft (PB L … van …, blz. …).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad wat de verstrekking van levensmiddelen aan de meest hulpbehoevenden in de Unie betreft (COM(2011) 634).

05 02 04 99   Overige maatregelen (voedselprogramma’s)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

100 000

100 000

58 355,73

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van met name een aantal resterende bedragen bevatten die worden betaald overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2802/98, over de financiering waarvan op 24 november 1998 overeenstemming was bereikt tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie alsmede restituties in het kader van voedselhulp, met name in de vorm van granen, rijst, suiker en zuivelproducten.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1292/96 van de Raad van 27 juni 1996 betreffende het voedselhulpbeleid en het beheer van de voedselhulp en van de specifieke acties ter ondersteuning van de voedselzekerheid (PB L 166 van 5.7.1996, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2802/98 van de Raad van 17 december 1998 betreffende een programma om de Russische Federatie van landbouwproducten te voorzien (PB L 349 van 24.12.1998, blz. 12).

05 02 05     Suiker

05 02 05 01   Uitvoerrestituties voor suiker en isoglucose

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

1 000 000

1 000 000

9 795 770,82

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitvoerrestituties voor suiker en isoglucose die worden toegekend overeenkomstig de artikelen 162 en 170 van Verordening (EG) nr. 1234/2007, en van resterende uitgaven voor restituties op grond van artikel 27 van Verordening (EG) nr. 1260/2001, inclusief die voor suiker die aan verwerkte groenten en fruit wordt toegevoegd, overeenkomstig de artikelen 16 en 18 van Verordening (EG) nr. 2201/96.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening van de markten in de sector verwerkte producten op basis van groenten en fruit (PB L 297 van 21.11.1996, blz. 29).

05 02 05 03   Productierestituties voor in de chemische industrie gebruikte suiker

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

  • – 
    213 156,80

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor productierestituties voor industriële suiker op grond van artikel 97 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 en van resterende uitgaven voor restituties voor het gebruik in de chemische industrie, overeenkomstig artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1260/2001.

05 02 05 08   Interventie in de vorm van opslag van suiker

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

431 660,85

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de technische kosten en de financieringskosten voor aankopen van suiker voor openbare opslag, de overige kosten van openbare opslag (hoofdzakelijk het verschil tussen de boekwaarde en de verkoopwaarde) en de waardevermindering van de „nieuw gevormde voorraden”, een en ander overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 13, 18, 25 en 27 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 en Verordening (EG) nr. 1290/2005.

Het dient ook ter dekking van de in de artikelen 31 en 32 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 en in Verordening (EG) nr. 1290/2005 bedoelde steun voor particuliere opslag van suiker.

05 02 05 99   Overige maatregelen (suiker)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

200 000

200 000

–28 921,73

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de andere uitgaven in verband met suiker op grond van Verordening (EG) nr. 1234/2007, alsmede eventuele andere resterende bedragen die voortkomen uit de toepassing van Verordening (EG) nr. 1260/2001 en Verordening (EG) nr. 318/2006 en die niet gedekt worden door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 05. Deze resterende bedragen omvatten met name mogelijke resterende uitgaven voor maatregelen inzake steun voor de afzet van in de Franse overzeese departementen geproduceerde ruwe suiker, overeenkomstig artikel 7, lid 4, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 (oude post 05 02 05 04), en voor de steun voor de aanpassing van de raffinaderijen, overeenkomstig artikel 7, lid 4, tweede alinea, artikel 33, lid 2, en artikel 38 van Verordening (EG) nr. 1260/2001 (oude post 05 02 05 07).

Het dient ook ter dekking van bijzondere interventiemaatregelen op grond van artikel 186 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

05 02 06     Olijfolie

Rechtsgronden

Verordening nr. 136/66/EEG van de Raad van 22 september 1966 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten (PB 172 van 30.9.1966, blz. 3025/66).

Verordening (EG) nr. 865/2004 van de Raad van 29 april 2004 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten voor olijfolie en tafelolijven (PB L 161 van 30.4.2004, blz. 97).

05 02 06 03   Interventie in de vorm van opslag van olijfolie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

23 000 000

p.m.

7 926 565,73

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van andere uitgaven, met name die op grond van artikel 20 quinquies, lid 3, van Verordening nr. 136/66/EEG (opslagcontracten), artikel 6 van Verordening (EG) nr. 865/2004 (verstoring van de markt) en de artikelen 31 en 33 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 (facultatieve steun).

05 02 06 05   Acties ter verbetering van de kwaliteit

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

45 000 000

48 000 000

45 160 187,68

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eventuele resterende uitgaven in verband met maatregelen voor de verbetering van de kwaliteit van de olijfolieproductie overeenkomstig artikel 5 van Verordening nr. 136/66/EEG, en in verband met de werkzaamheden van de organisaties van marktdeelnemers overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EG) nr. 865/2004 en artikel 103 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 (steun voor organisaties van marktdeelnemers).

05 02 06 99   Overige maatregelen (olijfolie)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

500 000

1 600 000

87 447,26

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de andere uitgaven in verband met olijfolie op grond van Verordening (EG) nr. 1234/2007, alsmede eventuele andere resterende bedragen die voortkomen uit de toepassing van Verordening (EG) nr. 136/66/EEG en Verordening (EG) nr. 865/2004 en die niet gedekt worden door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 06. Deze resterende bedragen omvatten met name mogelijke resterende uitgaven voor steun voor de consumptie van olijfolie uit de Gemeenschap overeenkomstig artikel 11, lid 1, van Verordening nr. 136/66/EEG, technische, financierings- of andere kosten voor de openbare opslag (overeenkomstig de artikelen 12 en 13 van Verordening nr. 136/66/EEG), uitvoerrestituties voor olijfolie (overeenkomstig artikel 20 van Verordening nr. 136/66/EEG) en productierestituties voor olijfolie die voor de vervaardiging van vis- en groenteconserven wordt gebruikt (overeenkomstig artikel 20 bis van Verordening nr. 136/66/EEG).

Het dient ook ter dekking van bijzondere interventiemaatregelen op grond van artikel 186 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

05 02 07     Vezelgewassen

05 02 07 01   Steun voor vezelvlas en -hennep

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

17 000 000

20 000 000

18 847 492,86

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de steun voor de verwerking van lange en korte vlasvezels en van hennepvezels overeenkomstig artikel 2, lid 3, onder a) en b), van Verordening (EG) nr. 1673/2000 en de artikelen 91 tot en met 95 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

Voorts dient het ter dekking van resterende uitgaven voor de productiesteun voor vezelvlas en -hennep op grond van artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 1308/70 van de Raad, verminderd met de inhoudingen op grond van artikel 2 van die verordening, alsmede van eventuele resterende bedragen in verband met andere interventiemaatregelen, met name de steun voor particuliere opslag op grond van artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 1308/70.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 1308/70 van de Raad van 29 juni 1970 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector vlas en hennep (PB L 146 van 4.7.1970, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1673/2000 van de Raad van 27 juli 2000 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector vezelvlas en -hennep (PB L 193 van 29.7.2000, blz. 16).

05 02 07 03   Katoen — Nationale herstructureringsprogramma’s

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

10 000 000

10 000 000

9 967 263,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de in hoofdstuk 2 van Verordening (EG) nr. 637/2008 bedoelde uitgaven.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad van 23 juni 2008 houdende vaststelling van nationale herstructureringsprogramma’s voor de katoensector (PB L 178 van 5.7.2008, blz. 1).

05 02 07 99   Overige maatregelen (vezelgewassen)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

   

Toelichting

Nieuwe post

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de nog te betalen productiesteun voor katoen, niet gekaard en niet gekamd, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1051/2001, alsmede alle andere uitgaven voor vezelgewassen die voortkomen uit de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 en die niet gedekt worden door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 07.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1050/2001 van de Raad van 22 mei 2001 houdende zesde aanpassing van de steunregeling voor katoen die bij het aan de Akte van toetreding van Griekenland gehechte Protocol nr. 4 is ingesteld (PB L 148 van 1.6.2001, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1051/2001 van de Raad van 22 mei 2001 betreffende de steun voor de katoenproductie (PB L 148 van 1.6.2001, blz. 3).

05 02 08     Groenten en fruit

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (PB L 297 van 21.11.1996, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector verwerkte groenten en fruit (PB L 297 van 21.11.1996, blz. 29).

Verordening (EG) nr. 2202/96 van de Raad van 28 oktober 1996 tot invoering van een steunregeling voor telers van bepaalde citrussoorten (PB L 297 van 21.11.1996, blz. 49).

Verordening (EG) nr. 1182/2007 van de Raad van 26 september 2007 tot vaststelling van specifieke voorschriften voor de sector groenten en fruit (PB L 273 van 17.10.2007, blz. 1).

05 02 08 01   Uitvoerrestituties voor groenten en fruit

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

387 696,58

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van resterende uitgaven inzake uitvoerrestituties voor:

 

verse groenten en fruit op grond van artikel 35 van Verordening (EG) nr. 2200/96;

 

verwerkte producten op basis van groenten en fruit, uitgezonderd toegevoegde suiker, op grond van de artikelen 16 en 17 van Verordening (EG) nr. 2201/96.

05 02 08 03   Actiefondsen van de producentenorganisaties)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

496 000 000

292 000 000

690 009 353,89

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het voor rekening van de Unie vallende gedeelte van de steun voor actiefondsen van producentenorganisaties, overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EG) nr. 2200/96 en titel III, hoofdstuk II, van Verordening (EG) nr. 1182/2007 en deel II, titel I, hoofdstuk IV, sectie IV bis, subsectie II, van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

05 02 08 09   Financiële compensaties om de verwerking van citrusvruchten te stimuleren

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

149 988,28

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van resterende uitgaven in het kader van de bij Verordening (EG) nr. 2202/96 ingestelde uniale steunregeling voor telers van bepaalde citrussoorten.

05 02 08 11   Steun aan voorlopig erkende producentengroeperingen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

195 000 000

107 000 000

115 196 632,24

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de steun voor producentengroeperingen die voorlopig zijn erkend overeenkomstig titel III, hoofdstuk I, van Verordening (EG) nr. 1182/2007 en deel II, titel I, hoofdstuk IV, sectie IV bis, subsectie I, van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

05 02 08 12   Schoolfruitregeling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

90 000 000

90 000 000

29 360 451,58

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de bijdrage van de Unie aan de schoolfruitregeling overeenkomstig deel II, titel I, hoofdstuk IV, sectie IV bis, subsectie II bis van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

05 02 08 99   Overige maatregelen (groenten en fruit)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

7 000 000

2 100 000

1 617 748,04

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van alle overige uitgaven voor groenten en fruit op grond van Verordening (EG) nr. 1234/2007 die niet worden gedekt door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 08.

Het dient eveneens ter dekking van:

 

andere interventie-uitgaven overeenkomstig de Verordeningen (EG) nr. 2200/96, (EG) nr. 2201/96, (EG) nr. 2202/96 en (EG) nr. 1782/2003 die niet worden gefinancierd via de kredieten voor andere posten in artikel 05 02 08, en met name specifieke maatregelen;

 

bijstand ter bevordering van de vestiging en de administratieve werking van erkende organisaties van bananentelers;

 

resterende uitgaven in verband met de kosten van specifieke maatregelen voor de financiering van, met name, de steun voor telers van hazelnoten, overeenkomstig artikel 55 van Verordening (EG) nr. 2200/96, de specifieke steun voor de producentenorganisaties die bedrijfskapitaal vormen, alsmede de EU-steun voor de programma’s voor de verbetering van de kwaliteit van dopvruchten en sint-jansbrood.

Dit krediet dient ter dekking van resterende uitgaven voor de financiële vergoedingen die op grond van artikel 23 van Verordening (EG) nr. 2200/96 aan producentenorganisaties worden betaald.

Dit krediet dient ter dekking van resterende uitgaven voor de productiesteun voor de verwerking van tomaten op grond van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 2201/96.

Dit krediet dient ter dekking van resterende uitgaven voor de productiesteun voor de verwerking van perziken, peren, pruimen en vijgen op grond van de artikelen 5 en 9 van Verordening (EG) nr. 2201/96.

Dit krediet dient ter dekking van resterende interventie-uitgaven voor krenten en rozijnen, overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EG) nr. 2201/96, en van interventiemaatregelen voor niet-verwerkte vijgen (opslag).

Voorts dient het ter dekking van de uitgaven die voortvloeien uit Verordening (EG) nr. 399/94.

Dit krediet dient ter dekking van resterende vervoers-, sorteer- en verpakkingskosten met het oog op de gratis uitreiking van groenten en fruit overeenkomstig artikel 30 van Verordening (EG) nr. 2200/96.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 789/89 van de Raad van 20 maart 1989 tot instelling van specifieke maatregelen voor dopvruchten en sint-jansbrood (PB L 85 van 30.3.1989, blz. 3).

Verordening (EEG) nr. 1991/92 van de Raad van 13 juli 1992 tot vaststelling van een specifieke regeling voor industrieframbozen (PB L 199 van 18.7.1992, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 3816/92 van de Raad van 28 december 1992 houdende afschaffing in de sector groenten en fruit van het mechanisme van compensatiebedragen en daarmee samenhangende maatregelen in het handelsverkeer tussen Spanje en de andere lidstaten (PB L 387 van 31.12.1992, blz. 10).

Verordening (EEG) nr. 404/93 van de Raad van 13 februari 1993 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector bananen (PB L 47 van 25.2.1993, blz. 1), met name artikel 6, lid 1.

Verordening (EG) nr. 399/94 van de Raad van 21 februari 1994 betreffende specifieke maatregelen voor krenten en rozijnen (PB L 54 van 25.2.1994, blz. 3).

Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector verwerkte groenten en fruit (PB L 297 van 21.11.1996, blz. 29).

Verordening (EG) nr. 2200/97 van de Raad van 30 oktober 1997 betreffende de sanering van de productie van appelen, peren, perziken en nectarines in de Gemeenschap (PB L 303 van 6.11.1997, blz. 3).

05 02 09     Producten van de wijnbouwsector

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 822/87 van de Raad van 16 maart 1987 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (PB L 84 van 27.3.1987, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (PB L 179 van 14.7.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad van 29 april 2008 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (PB L 148 van 6.6.2008, blz. 1).

05 02 09 04   Interventie in de vorm van opslag van alcohol

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

200 000

1 000 000

12 065 603,08

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van resterende uitgaven in verband met:

 

de technische kosten en de financieringskosten in verband met de aankoop van alcohol voor openbare opslag overeenkomstig de artikelen 27 tot en met 30 van Verordening (EG) nr. 1493/1999;

 

de overige kosten van de opslag van alcohol overeenkomstig artikel 31 van Verordening (EG) nr. 1493/1999; het betreft het verschil tussen de boekwaarde en de verkoopwaarde.

Het dient ook ter dekking van de financiële waardevermindering van nieuw gevormde voorraden.

Voorts dient het ter dekking van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 bedoelde steun voor de particuliere opslag van alcohol (bijkomende steun).

05 02 09 08   Nationale steunprogramma’s voor de wijnsector

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

1 086 700 000

862 300 000

976 507 083,06

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor de in deel II, titel I, hoofdstuk IV, sectie IV ter, subsecties I en II, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde steunprogramma’s voor de wijnsector.

05 02 09 09   Rooiregeling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

20 000 000

279 000 000

322 685 925,80

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor de in deel II, titel I, hoofdstuk III, sectie IV bis, subsectie III, van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde rooiregeling.

05 02 09 99   Overige maatregelen (wijnbouwsector)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

2 000 000

1 400 000

–2 018 747,78

Toelichting

Oude posten 05 02 09 01, 05 02 09 02, 05 02 09 03, 05 02 09 05, 05 02 09 06, 05 02 09 07 en 05 02 09 99

Dit krediet dient ter dekking van de andere uitgaven voor maatregelen in de wijnbouwsector op grond van Verordening (EG) nr. 479/2008, alsmede eventuele andere resterende bedragen die voortkomen uit de toepassing van Verordening (EEG) nr. 822/87 en Verordening (EG) nr. 1493/1999 en die niet gedekt worden door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 09.

05 02 10     Afzetbevordering

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2702/1999 van de Raad van 14 december 1999 inzake voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten in derde landen (PB L 327 van 21.12.1999, blz. 7).

Verordening (EG) nr. 2826/2000 van de Raad van 19 december 2000 betreffende voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten op de binnenmarkt (PB L 328 van 23.12.2000, blz. 2).

Verordening (EG) nr. 3/2008 van de Raad van 17 december 2007 inzake voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten op de binnenmarkt en in derde landen (PB L 3 van 5.1.2008, blz. 1).

05 02 10 01   Afzetbevordering — Betalingen door de lidstaten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

54 000 000

58 000 000

46 401 866,88

Toelichting

Dit krediet dient voor de medefinanciering van door de lidstaten uitgevoerde programma’s voor afzetbevordering die betrekking hebben op landbouwproducten, de methoden voor de productie daarvan en levensmiddelen.

05 02 10 02   Afzetbevordering — Rechtstreekse betalingen door de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 410 000

1 118 891

1 110 000

1 692 495

1 208 896,43

995 149,78

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de rechtstreeks door de Commissie beheerde afzetbevorderingsacties en van de technische bijstand die voor de uitvoering van de programma’s voor afzetbevordering nodig is. Onder de technische bijstand vallen de maatregelen op het gebied van voorbereiding, monitoring, evaluatie, toezicht en beheer.

05 02 10 99   Overige maatregelen (afzetbevordering)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de overige op grond van de verordeningen inzake afzetbevordering genomen maatregelen, die niet worden gefinancierd uit de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 10.

05 02 11     Overige plantaardige producten/overige maatregelen

05 02 11 01   Gedroogde voedergewassen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

97 000 000

129 000 000

121 924 158,95

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de productiesteun voor gedroogde voedergewassen die wordt toegekend overeenkomstig artikel 87 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

05 02 11 03   Hop — Steun aan producentenorganisaties

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

2 300 000

2 300 000

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de in artikel 102 bis van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde steun voor producentenorganisaties in de hopsector.

05 02 11 04   POSEI (met uitzondering van rechtstreekse steun en artikel 11 02 03)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

257 000 000

257 000 000

234 172 751,87

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de uitgaven die voortvloeien uit de toepassing van de regelgeving inzake POSEI en eilanden van de Egeïsche Zee;

 

de subsidies voor de levering van rijst uit de Unie aan het Franse overzeese departement Réunion overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1785/2003.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2019/93 van de Raad van 19 juli 1993 houdende specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwproducten ten behoeve van de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee (PB L 184 van 27.7.1993, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1452/2001 van de Raad van 28 juni 2001 houdende specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwproducten ten behoeve van de Franse overzeese departementen (Poseidom) (PB L 198 van 21.7.2001, blz. 11).

Verordening (EG) nr. 1453/2001 van de Raad van 28 juni 2001 houdende specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwproducten ten behoeve van de Azoren en Madeira (Poseima) (PB L 198 van 21.7.2001, blz. 26).

Verordening (EG) nr. 1454/2001 van de Raad van 28 juni 2001 houdende specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwproducten ten behoeve van de Canarische Eilanden (Poseican) (PB L 198 van 21.7.2001, blz. 45).

Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1785/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 96).

Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad van 30 januari 2006 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie (PB L 42 van 14.2.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1405/2006 van de Raad van 18 september 2006 houdende vaststelling van specifieke maatregelen voor de landbouw ten behoeve van de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee (PB L 265 van 26.9.2006, blz. 1).

05 02 11 05   Communautair Fonds voor tabak (met uitzondering van artikel 17 03 02)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

716 387,06

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 2075/92 en artikel 104 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2075/92 van de Raad van 30 juni 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector ruwe tabak (PB L 215 van 30.7.1992, blz. 70).

05 02 11 99   Overige maatregelen (overige plantaardige producten/overige maatregelen)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

200 000

600 000

  • – 
    346 306,42

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de andere uitgaven voor overige plantaardige producten/overige maatregelen op grond van Verordening (EG) nr. 1234/2007, alsmede eventuele andere resterende bedragen die voortkomen uit de toepassing van artikel 14 van Verordening (EEG) nr. 2075/92 en de toepassing van Verordening (EG) nr. 603/95 en Verordening (EG) nr. 1786/2003 en die niet gedekt worden door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 11.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2075/92 van de Raad van 30 juni 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector ruwe tabak (PB L 215 van 30.7.1992, blz. 70).

Verordening (EG) nr. 603/95 van de Raad van 21 februari 1995 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector gedroogde voedergewassen (PB L 63 van 21.3.1995, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1786/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector gedroogde voedergewassen (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 114).

05 02 12     Melk en zuivelproducten

05 02 12 01   Restituties voor melk en zuivelproducten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

1 000 000

10 000 000

186 443 923,93

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitvoerrestituties voor melk en zuivelproducten overeenkomstig de artikelen 162 tot en met 170 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

05 02 12 02   Interventie in de vorm van opslag van mageremelkpoeder

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

–10 000 000

–12 000 000

–5 516 068,96

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de technische kosten, de financieringskosten en de overige kosten van openbare opslag van mageremelkpoeder die worden gemaakt overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 13, 18, 25 en 27 van Verordening (EG) nr. 1234/2007, en ter dekking van de financiële waardevermindering van de nieuw gevormde voorraden.

05 02 12 03   Steun voor de afzet van ondermelk

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de uitgaven voor:

 

steun voor melkpoeder van gedeeltelijk ontroomde melk bestemd voor vervoedering, overeenkomstig artikel 99 van Verordening (EG) nr. 1234/2007;

 

steun voor tot caseïne verwerkte ondermelk, toegekend overeenkomstig artikel 100 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

05 02 12 04   Interventie in de vorm van opslag van boter en room

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

10 000 000

10 000 000

–20 412 859,55

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de in de artikelen 28 en 29 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde steun voor particuliere opslag.

Voorts dient het ter dekking van de kosten van openbare opslag die worden gemaakt overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 13, 18, 25 en 27 van Verordening (EG) nr. 1234/2007, en voor de dekking van de financiële waardevermindering van de nieuw gevormde voorraden.

05 02 12 05   Andere maatregelen voor botervet

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

699 163,41

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de nog verschuldigde, in artikel 101 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde steun voor gebruik voor specifieke doeleinden.

05 02 12 06   Interventie in de vorm van opslag van kaas

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

1 000 000

2 640 643,73

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de nog resterende uitgaven voor de opslag van kaas overeenkomstig de artikelen 28, 31 en 36 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

05 02 12 08   Schoolmelk

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

90 000 000

90 000 000

68 945 964,14

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de in artikel 102 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde steun van de Unie voor de uitreiking van bepaalde zuivelproducten aan leerlingen van onderwijsinstellingen.

05 02 12 99   Overige maatregelen (melk en zuivelproducten)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

100 000

1 000 000

296 285 051,93

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de andere uitgaven voor maatregelen in de zuivelsector op grond van Verordening (EG) nr. 1234/2007, alsmede eventuele andere resterende bedragen die voortkomen uit de toepassing van Verordening (EG) nr. 1255/1999 en die niet gedekt worden door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 12. Het dient tevens ter dekking van de uitgaven overeenkomstig de artikelen 44 en 186 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

Het dient ook ter dekking van de uitgaven voor schadeloosstelling van bepaalde producenten van melk of zuivelproducten (zogenoemde „SLOM”-boeren).

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2330/98 van de Raad van 22 oktober 1998 inzake een vergoedingsvoorstel aan bepaalde producenten van melk en zuivelproducten die tijdelijk in de uitoefening van hun activiteit zijn beperkt (PB L 291 van 30.10.1998, blz. 4).

Verordening (EU) nr. 1233/2009 van de Commissie van 15 december 2009 tot vaststelling van een specifieke marktondersteunende maatregel in de zuivelsector (PB L 330 van 16.12.2009, blz. 70).

05 02 13     Rund- en kalfvlees

05 02 13 01   Restituties voor rund- en kalfvlees

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

39 000 000

25 000 000

16 666 319,51

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de uitvoerrestituties voor rund- en kalfvlees overeenkomstig de artikelen 162 tot en met 170 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

05 02 13 02   Interventie in de vorm van opslag van rund- en kalfsvlees

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de steun voor particuliere opslag voor rund- en kalfvlees die wordt toegekend overeenkomstig de artikelen 31 en 34 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

Voorts dient ter dekking van de kosten van openbare opslag voor rund- en kalfvlees die worden gemaakt overeenkomstig de artikelen 10, 11 en 12, 18, 25 en 27 van Verordening (EG) nr. 1234/2007, en voor de dekking van de financiële waardevermindering van de nieuw gevormde voorraden.

05 02 13 03   Buitengewone marktondersteuningsmaatregelen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

1 000 000

6 987 468,05

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de resterende bedragen voor het voor rekening van de Gemeenschap komende gedeelte van de kosten voor het vrijwillig slachten van runderen vóór 23 januari 2006 die ouder zijn dan 30 maanden (OTMS). Met ingang van 23 januari 2006 dient het ook voor de financiering van het slachten van runderen die zijn geboren vóór 1 augustus 1996 (OCDS). Deze regelingen worden samen met het Verenigd Koninkrijk gefinancierd.

Het dient tevens ter dekking van de uitgaven overeenkomstig de artikelen 44, 186 en 191 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

Referentiebesluiten

Verordening (EG) nr. 716/96 van de Commissie van 19 april 1996 houdende vaststelling van buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de rundvleesmarkt in het Verenigd Koninkrijk (PB L 99 van 20.4.1996, blz. 14).

05 02 13 04   Restituties voor levende runderen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

7 000 000

9 000 000

8 682 371,88

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitvoerrestituties voor levende runderen overeenkomstig de artikelen 162 tot en met 170 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

05 02 13 99   Overige maatregelen (rund- en kalfsvlees)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

100 000

100 000

–7 780 384,47

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de andere uitgaven voor maatregelen in de rundvleessector op grond van Verordening (EG) nr. 1234/2007, alsmede eventuele andere resterende bedragen die voortkomen uit de toepassing van Verordening (EG) nr. 1254/1999 en die niet gedekt worden door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 13.

05 02 14     Schapen- en geitenvlees

05 02 14 01   Interventie in de vorm van opslag van schapen- en geitenvlees

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de in de artikelen 31 en 38 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 bedoelde steun voor particuliere opslag van schapen- en geitenvlees.

05 02 14 99   Overige maatregelen (schapen- en geitenvlees)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de andere uitgaven voor maatregelen in de sector schapen- en geitenvlees op grond van Verordening (EG) nr. 1234/2007, alsmede eventuele andere resterende bedragen die voortkomen uit de toepassing van Verordening (EG) nr. 2529/2001 en die niet gedekt worden door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 14.

Het krediet dient ook ter dekking van bijzondere interventiemaatregelen op grond van artikel 186 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

05 02 15     Varkensvlees, eieren, pluimvee, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten

05 02 15 01   Restituties voor varkensvlees

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

19 000 000

21 000 000

18 755 001,32

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitvoerrestituties voor varkensvlees overeenkomstig de artikelen 162 tot en met 170 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

05 02 15 02   Interventie in de vorm van opslag van varkensvlees

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

13 000 000

p.m.

489 692,56

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten in verband met particuliere opslag van varkensvlees wordt toegekend overeenkomstig de artikelen 31 en 37 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

05 02 15 03   Buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt voor varkensvlees

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor andere maatregelen waartoe op grond van de artikelen 44, 186 en 191 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 wordt besloten.

05 02 15 04   Restituties voor eieren

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

4 000 000

3 000 000

1 972 257,29

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de uitvoerrestituties voor eieren overeenkomstig de artikelen 162 tot en met 170 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

05 02 15 05   Restituties voor slachtpluimvee

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

65 000 000

61 000 000

90 668 355,48

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de uitvoerrestituties voor vlees van pluimvee overeenkomstig de artikelen 162 tot en met 170 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

05 02 15 06   Bijzondere steun voor de bijenteelt

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

32 000 000

32 000 000

24 261 608,10

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking, door middel van bijzondere maatregelen, van steun in de bijenteeltsector, de compensatie van het inkomensverlies en de verbetering van de voorlichting van de consument, van de doorzichtigheid van de markt en van de kwaliteitscontrole overeenkomstig de artikelen 105 tot en met 110 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

05 02 15 07   Buitengewone marktondersteuningsmaatregelen voor de sector vlees van pluimvee en eieren

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor andere maatregelen waartoe op grond van de artikelen 44, 45, 186 en 191 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 wordt besloten.

05 02 15 99   Overige maatregelen (varkensvlees, pluimvee, eieren, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de andere uitgaven voor maatregelen in de sectoren varkensvlees, eieren, pluimvee, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten op grond van Verordening (EG) nr. 1234/2007, alsmede eventuele andere resterende bedragen die voortkomen uit de toepassing van de Verordeningen (EEG) nr. 2759/75, (EEG) nr. 2771/75, (EEG) nr. 2777/75 en (EG) nr. 797/2004 en die niet gedekt worden door de kredieten voor de andere posten van artikel 05 02 15.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2759/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector varkensvlees (PB L 282 van 1.11.1975, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2771/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector eieren (PB L 282 van 1.11.1975, blz. 49).

Verordening (EEG) nr. 2777/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector slachtpluimvee (PB L 282 van 1.11.1975, blz. 77).

Verordening (EG) nr. 797/2004 van de Raad van 26 april 2004 betreffende maatregelen ter verbetering van de productie en afzet van de bijenteelt (PB L 125 van 28.4.2004, blz. 1).

05 02 16     Fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 320/2006 van de Raad van 20 februari 2006 tot instelling van een tijdelijke regeling voor de herstructurering van de suikerindustrie in de Europese Gemeenschap (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 42).

05 02 16 01   Fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

330 297 466,97

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de herstructureringssteun en alle andere steun die wordt toegekend overeenkomstig de artikelen 3, 6, 7, 8 en 9 van Verordening (EG) nr. 320/2006.

Ontvangsten die zijn geboekt in artikel 6 8 0 van de algemene staat van ontvangsten geven aanleiding tot het opvoeren van kredieten overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement en artikel 1, lid 3, van Verordening (EG) nr. 320/2006. Bij de vaststelling van de algemene begroting voor het begrotingsjaar 2012 werd een bedrag van 193 000 000 EUR gereserveerd voor artikel 05 02 16 uit de totale geraamde ontvangsten van 832 000 000 EUR voor het Fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie.

05 02 16 02   Goedkeuring betreffende het Fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de resultaten van de boekhoudkundige goedkeuring van rekeningen, conform artikel 30, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1290/2005, met betrekking tot de door het Fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie gefinancierde operaties.

Het dient ook ter dekking van de resultaten van de boekhoudkundige goedkeuring van rekeningen, conform artikel 31van Verordening (EG) nr. 1290/2005, ten behoeve van de lidstaten, met betrekking tot de door het Fonds voor de herstructurering van de suikerindustrie gefinancierde operaties.

Het beginsel van de goedkeuring van de rekeningen is vastgesteld bij artikel 53 ter, lid 4, van het Financieel Reglement.

05 02 17     Steun voor boeren

05 02 17 01   Proefproject — Steun voor landbouwcoöperaties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 195 000

p.m.

p.m.

1 454 303,—

0,—

Toelichting

Dit krediet heeft ten doel landbouwers te helpen zich te organiseren in coöperaties.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

05 02 17 02   Proefproject — Europese Observatiepost voor landbouwprijzen en marges

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van een Europese Observatiepost voor landbouwprijzen en marges.

Het dient onder meer om het instrument voor de monitoring van de voedselprijzen te helpen verbeteren en dit gebruikersvriendelijker te maken door hierin een meertalige interface op te nemen waarin een groter aantal voedingsmiddelen zijn opgenomen en waardoor de prijzen beter vergeleken kunnen worden in elke schakel van de voedselvoorzieningsketen binnen en tussen de lidstaten, opdat wordt voldaan aan de behoefte van consumenten en boeren aan een grotere transparantie van de voedselprijsvorming.

Het instrument moet eveneens een vergelijking omvatten van enerzijds de duurzame productiekosten en anderzijds de verschillende prijzen „af landbouwbedrijf” van conventionele en ethische producten en een vergelijking van de belangrijkste landbouwsectoren van de lidstaten en sociaaleconomische situaties.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

05 02 17 03   Proefproject — Steun voor boeren- en consumenteninitiatieven voor een lage koolstofuitstoot, een lage energieconsumptie en lokaal op de markt gebrachte voedselproductie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

2 000 000

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld voor de ondersteuning van een lage koolstofuitstoot, een lage energieconsumptie en een voedselketen waarbij producten lokaal op de markt worden gebracht.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

05 02 17 07   Proefproject — Maatregelen ter bestrijding van speculatie met landbouwproducten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 500 000

750 000

1 500 000

750 000

   

Toelichting

Dit proefproject dient voor het uitwerken van efficiënte maatregelen ter bestrijding van speculatie met landbouwproducten en de daaruit voortvloeiende prijsschommelingen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

HOOFDSTUK 05 03 — RECHTSTREEKSE STEUN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

05 03

RECHTSTREEKSE STEUN

05 03 01

Ontkoppelde rechtstreekse steun

05 03 01 01

Bedrijfstoeslagregeling

2

30 472 000 000

30 389 000 000

29 070 901 838,63

05 03 01 02

Regeling inzake een enkele areaalbetaling

2

5 963 000 000

5 136 000 000

4 460 927 777,32

05 03 01 03

Afzonderlijke betaling voor suiker

2

283 000 000

273 000 000

281 033 380,02

05 03 01 04

Afzonderlijke betaling voor groenten en fruit

2

13 000 000

13 000 000

12 175 679,09

05 03 01 05

Specifieke steun (artikel 68) — Ontkoppelde rechtstreekse steun

2

458 000 000

513 000 000

 

05 03 01 99

Overige (ontkoppelde rechtstreekse steun)

2

p.m.

p.m.

0,—

 

Artikel 05 03 01 — Subtotaal

 

37 189 000 000

36 324 000 000

33 825 038 675,06

05 03 02

Andere rechtstreekse steun

05 03 02 01

Areaalbetalingen voor akkerbouwgewassen

2

4 000 000

10 000 000

1 434 867 120,52

05 03 02 04

Toeslag voor durumtarwe: traditionele productiegebieden

2

500 000

1 000 000

47 454 611,42

05 03 02 05

Productiesteun voor zaaizaad

2

24 000 000

23 000 000

25 127 174,30

05 03 02 06

Premies voor zoogkoeien

2

939 000 000

952 000 000

1 139 054 190,86

05 03 02 07

Aanvullende zoogkoeienpremie

2

51 000 000

51 000 000

51 565 649,95

05 03 02 08

Speciale premie in de sector rundvlees

2

72 000 000

72 000 000

92 118 651,63

05 03 02 09

Slachtpremie in de sector rundvlees — Kalveren

2

7 000 000

7 000 000

114 699 281,72

05 03 02 10

Slachtpremie in de sector rundvlees — Volwassen dieren

2

53 000 000

53 000 000

218 049 315,30

05 03 02 13

Schapen- en geitenpremie

2

22 000 000

22 000 000

246 946 417,85

05 03 02 14

Aanvullende schapen- en geitenpremie

2

7 000 000

7 000 000

74 766 735,09

05 03 02 18

Betalingen voor producenten van zetmeelaardappelen

2

102 000 000

102 000 000

103 817 583,42

05 03 02 19

Areaalsteun voor rijst

2

153 000 000

158 000 000

168 912 482,22

05 03 02 21

Steun voor olijfgaarden

2

3 000 000

3 000 000

97 345 490,85

05 03 02 22

Steun voor tabak

2

500 000

1 000 000

295 845 465,23

05 03 02 23

Areaalsteun voor hop

2

100 000

100 000

2 515 534,60

05 03 02 24

Specifieke kwaliteitspremie voor durumtarwe

2

500 000

300 000

80 676 294,31

05 03 02 25

Premie voor eiwithoudende gewassen

2

50 000 000

40 000 000

42 670 676,85

05 03 02 26

Areaalbetalingen voor noten

2

88 000 000

89 000 000

94 026 345,26

05 03 02 27

Steun voor energiegewassen

2

500 000

1 000 000

73 696 137,35

05 03 02 28

Steun voor zijderupsen

2

500 000

500 000

435 590,19

05 03 02 36

Betalingen voor specifieke soorten landbouw en voor kwaliteitsproductie

2

117 000 000

125 000 000

434 091 181,13

05 03 02 39

Extra bedrag voor telers van suikerbieten en suikerriet

2

30 000 000

50 000 000

51 614 467,68

05 03 02 40

Areaalsteun voor katoen

2

249 000 000

256 000 000

221 736 574,23

05 03 02 41

Overgangsbetaling voor groenten en fruit — Tomaten

2

21 000 000

146 000 000

141 447 588,63

05 03 02 42

Overgangsbetaling voor groenten en fruit — Andere producten dan tomaten

2

35 000 000

54 000 000

157 732 788,50

05 03 02 43

Overgangsbetaling voor zacht fruit

2

11 000 000

9 000 000

9 095 822,16

05 03 02 44

Specifieke steun (artikel 68) — Gekoppelde rechtstreekse steun

2

866 000 000

805 000 000

 

05 03 02 50

POSEI — Steunprogramma’s van de Europese Unie

2

395 000 000

389 000 000

386 198 380,71

05 03 02 51

POSEI — Overige rechtstreekse steun en vorige regelingen

2

100 000

100 000

21 024 855,38

05 03 02 52

POSEI — Eilanden van de Egeïsche Zee

2

18 000 000

19 000 000

18 487 005,36

05 03 02 99

Overige (rechtstreekse steun)

2

1 000 000

1 000 000

1 002 274,59

 

Artikel 05 03 02 — Subtotaal

 

3 320 700 000

3 447 000 000

5 847 021 687,29

05 03 03

Extra steunbedragen

2

1 000 000

100 000

3 670 246,75

 

Hoofdstuk 05 03 — Totaal

 

40 510 700 000

39 771 100 000

39 675 730 609,10

Toelichting

Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 0 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten voor elke begrotingslijn van dit hoofdstuk overeenkomstig de artikelen 18 en 154 van het Financieel Reglement.

In het kader van de vaststelling van de budgettaire behoeften voor dit hoofdstuk is bij de vaststelling van de budgettaire behoeften voor artikel 05 03 01, en met name voor post 05 03 01 01, rekening gehouden met een bedrag van 700 000 000 EUR uit de posten 6 7 0 1, 6 7 0 2 en 6 7 0 3 van de algemene staat van ontvangsten. De volgende rechtsgrond geldt voor alle artikelen/posten van het hoofdstuk, tenzij anders bepaald.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (PB L 30 van 31.1.2009, blz. 16).

05 03 01     Ontkoppelde rechtstreekse steun

05 03 01 01   Bedrijfstoeslagregeling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

30 472 000 000

30 389 000 000

29 070 901 838,63

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in het kader van de bij titel III van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en titel III van Verordening (EG) nr. 73/2009 ingestelde bedrijfstoeslagregeling.

05 03 01 02   Regeling inzake een enkele areaalbetaling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

5 963 000 000

5 136 000 000

4 460 927 777,32

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in het kader van de regeling inzake een enkele areaalbetaling op grond van de Toetredingsakten van 2003 en 2005, titel IV bis van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en titel V van Verordening (EG) nr. 73/2009.

Rechtsgronden

2003 Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek, met name bijlage II „Lijst bedoeld in artikel 20 van de Toetredingsakte”, hoofdstuk 6A, punt 26, als gewijzigd bij Besluit 2004/281/EG van de Raad (PB L 93 van 30.3.2004, blz. 1).

2005 Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Republiek Bulgarije en Roemenië, met name bijlage III „Lijst bedoeld in artikel 19 van de Toetredingsakte”.

05 03 01 03   Afzonderlijke betaling voor suiker

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

283 000 000

273 000 000

281 033 380,02

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in het kader van de afzonderlijke betaling voor suiker voor de lidstaten die de regeling inzake een enkele areaalbetaling toepassen overeenkomstig titel IV bis van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en titel V van Verordening (EG) nr. 73/2009.

05 03 01 04   Afzonderlijke betaling voor groenten en fruit

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

13 000 000

13 000 000

12 175 679,09

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in het kader van de afzonderlijke betaling voor groenten en fruit voor de lidstaten die de regeling inzake een enkele areaalbetaling toepassen overeenkomstig titel IV bis van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en titel V van Verordening (EG) nr. 73/2009.

05 03 01 05   Specifieke steun (artikel 68) — Ontkoppelde rechtstreekse steun

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

458 000 000

513 000 000

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de in artikel 68 van Verordening (EG) nr. 73/2009 bedoelde ontkoppelde specifieke steun, met name de in lid 1, onder a), onder v), en lid 1, onder c) en d), bedoelde steun.

05 03 01 99   Overige (ontkoppelde rechtstreekse steun)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor andere ontkoppelde rechtstreekse steun die niet kan worden gefinancierd uit de kredieten voor de andere posten van artikel 05 03 01 en ter dekking van de correcties die voortvloeien uit de niet-naleving van de nettomaxima die zijn vastgesteld in bijlage IV van Verordening (EG) nr. 73/2009 of de nationale maxima die zijn vastgesteld in bijlage VIII van Verordening (EG) nr. 73/2009 die niet aan een bepaald begrotingsonderdeel bij artikel 05 03 01 kunnen worden toegerekend.

05 03 02     Andere rechtstreekse steun

Rechtsgronden

Verordening nr. 136/66/EEG van de Raad van 22 september 1966 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten (PB 172 van 30.9.1966, blz. 3025/66).

Verordening (EEG) nr. 1696/71 van de Raad van 26 juli 1971 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector hop (PB L 175 van 4.8.1971, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2358/71 van de Raad van 26 oktober 1971 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector zaaizaad (PB L 246 van 5.11.1971, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 154/75 van de Raad van 21 januari 1975 tot instelling van een olijfoliedossier in de olijfolieproducerende lidstaten (PB L 19 van 24.1.1975, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2075/92 van de Raad van 30 juni 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector ruwe tabak (PB L 215 van 30.7.1992, blz. 70).

Verordening (EEG) nr. 2076/92 van de Raad van 30 juni 1992 tot vaststelling van de premies voor tabaksbladeren per groep tabak en van de garantiedrempels per groep tabakssoorten en per lidstaat (PB L 215 van 30.7.1992, blz. 77).

Verordening (EG) nr. 1868/94 van de Raad van 27 juli 1994 tot vaststelling van een contingenteringsregeling voor de productie van aardappelzetmeel (PB L 197 van 30.7.1994, blz. 4).

Verordening (EG) nr. 3072/95 van de Raad van 22 december 1995 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt (PB L 329 van 30.12.1995, blz. 18).

Verordening (EG) nr. 1251/1999 van de Raad van 17 mei 1999 tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21).

Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48).

Verordening (EG) nr. 2529/2001 van de Raad van 19 december 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector schapen- en geitenvlees (PB L 341 van 22.12.2001, blz. 3).

Verordening (EG) nr. 546/2002 van de Raad van 25 maart 2002 tot vaststelling, voor de oogsten 2002, 2003 en 2004 en per soortengroep, van de garantiedrempels per lidstaat en de premies voor tabaksbladeren (PB L 84 van 28.3.2002, blz. 4).

Verordening (EG) nr. 2323/2003 van de Raad van 17 december 2003 tot vaststelling, voor het verkoopseizoen 2004/2005, van de in de sector zaaizaad toegekende steunbedragen (PB L 345 van 31.12.2003, blz. 21).

Verordening (EG) nr. 1544/2006 van de Raad van 5 oktober 2006 tot vaststelling van bijzondere maatregelen ter bevordering van de zijderupsteelt (PB L 286 van 17.10.2006, blz. 1).

05 03 02 01   Areaalbetalingen voor akkerbouwgewassen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

4 000 000

10 000 000

1 434 867 120,52

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de areaalbetalingen voor granen, oliehoudende zaden, eiwithoudende gewassen, kuilgras en braaklegging overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 10, van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

Het dient eveneens ter dekking van eventuele uitstaande bedragen uit hoofde van artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1251/1999.

05 03 02 04   Toeslag voor durumtarwe: traditionele productiegebieden

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

500 000

1 000 000

47 454 611,42

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de toeslag op de areaalbetaling voor producenten van durumtarwe in de traditionele productiegebieden overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 10, van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

Het dient eveneens ter dekking van eventuele uitstaande bedragen uit hoofde van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1251/1999.

05 03 02 05   Productiesteun voor zaaizaad

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

24 000 000

23 000 000

25 127 174,30

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor productiesteun voor zaaizaad overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 9, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 5, van Verordening (EG) nr. 73/2009.

Het dient eveneens ter dekking van eventuele uitstaande bedragen uit hoofde van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 2358/71.

05 03 02 06   Premies voor zoogkoeien

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

939 000 000

952 000 000

1 139 054 190,86

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor zoogkoeienpremies overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 12, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 11, van Verordening (EG) nr. 73/2009.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van eventuele uitstaande bedragen uit hoofde van artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1254/1999, met uitzondering van de aanvullende premies die worden toegekend op grond van artikel 6, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1254/1999 (voor regio's zoals gedefinieerd in de artikelen 3 en 6 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 en lidstaten met een hoog percentage aan zoogkoeien in het koeienbestand).

05 03 02 07   Aanvullende zoogkoeienpremie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

51 000 000

51 000 000

51 565 649,95

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de aanvullende nationale zoogkoeienpremie overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 12, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 11, van Verordening (EG) nr. 73/2009.

Dit krediet dient ter dekking van eventuele uitstaande bedragen uit hoofde van artikel 6, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1254/1999 die worden toegekend in de regio's zoals gedefinieerd in de artikelen 3 en 6 van Verordening (EG) nr. 1260/1999, en in de lidstaten met een hoog percentage aan zoogkoeien in het koeienbestand.

05 03 02 08   Speciale premie in de sector rundvlees

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

72 000 000

72 000 000

92 118 651,63

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de speciale premies in de sector rundvlees overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 12, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 11, van Verordening (EG) nr. 73/2009.

Het dient eveneens ter dekking van eventuele uitstaande bedragen uit hoofde van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1254/1999.

05 03 02 09   Slachtpremie in de sector rundvlees — Kalveren

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

7 000 000

7 000 000

114 699 281,72

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de slachtpremies voor runderkalveren overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 12, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 11, van Verordening (EG) nr. 73/2009.

Het dient eveneens ter dekking van eventueel nog te betalen verwerkingspremies voor stierkalveren overeenkomstig artikel 4i van Verordening (EEG) nr. 805/68 van de Raad van 27 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (PB L 148 van 28.6.1968, blz. 24) en artikel 11 van Verordening (EG) nr. 1254/1999.

05 03 02 10   Slachtpremie in de sector rundvlees — Volwassen dieren

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

53 000 000

53 000 000

218 049 315,30

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de slachtpremies voor volwassen runderen overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 12, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 11, van Verordening (EG) nr. 73/2009.

Het dient eveneens ter dekking van eventueel nog te betalen verwerkingspremies voor stierkalveren overeenkomstig artikel 4i van Verordening (EEG) nr. 805/68 en artikel 11 van Verordening (EG) nr. 1254/1999.

05 03 02 13   Schapen- en geitenpremie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

22 000 000

22 000 000

246 946 417,85

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van veebetalingen overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 11, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 10, van Verordening (EG) nr. 73/2009.

Het dient eveneens ter dekking van eventuele uitstaande bedragen uit hoofde van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 2529/2001.

05 03 02 14   Aanvullende schapen- en geitenpremie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

7 000 000

7 000 000

74 766 735,09

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de toekenning van bijzondere steun per ooi of vrouwelijke geit aan producenten van schapen- of geitenvlees in probleem- of berggebieden overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 11, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 10, van Verordening (EG) nr. 73/2009.

Het dient eveneens ter dekking van eventuele uitstaande bedragen uit hoofde van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 2529/2001.

05 03 02 18   Betalingen voor producenten van zetmeelaardappelen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

102 000 000

102 000 000

103 817 583,42

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de productiesteun aan producenten van voor de zetmeelproductie bestemde aardappelen overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 6, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 2, van Verordening (EG) nr. 73/2009.

05 03 02 19   Areaalsteun voor rijst

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

153 000 000

158 000 000

168 912 482,22

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de areaalsteun voor rijst overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 3, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 1, van Verordening (EG) nr. 73/2009.

Het dient eveneens ter dekking van eventuele uitstaande bedragen uit hoofde van artikel 6 van Verordening (EG) nr. 3072/95.

05 03 02 21   Steun voor olijfgaarden

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

3 000 000

3 000 000

97 345 490,85

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor olijfgaarden overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 10 ter, van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

Het dient eveneens ter dekking van eventuele uitstaande bedragen uit hoofde van titel II van Verordening (EEG) nr. 136/66 en artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 154/75.

05 03 02 22   Steun voor tabak

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

500 000

1 000 000

295 845 465,23

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van steun aan producenten van ruwe tabak overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 10 quater, van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

Het dient eveneens ter dekking van eventuele uitstaande bedragen uit hoofde van titel I van Verordening (EEG) nr. 2075/92, artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 2076/92 en artikel 1 van Verordening (EG) nr. 546/2002.

05 03 02 23   Areaalsteun voor hop

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

100 000

100 000

2 515 534,60

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de areaalsteun voor hop, verleend aan de producenten overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 10 quinquies, van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

Het dient eveneens ter dekking van eventuele uitstaande bedragen uit hoofde van artikel 12 van Verordening (EG) nr. 1696/71.

05 03 02 24   Specifieke kwaliteitspremie voor durumtarwe

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

500 000

300 000

80 676 294,31

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de specifieke kwaliteitspremie voor durumtarwe zoals bedoeld in hoofdstuk 1 van titel IV van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

05 03 02 25   Premie voor eiwithoudende gewassen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

50 000 000

40 000 000

42 670 676,85

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de steun aan producenten van eiwithoudende gewassen overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 2, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 3, van Verordening (EG) nr. 73/2009.

Eiwithoudende gewassen moeten steun ontvangen als onderdeel van een duurzaam gewasrotatiesysteem.

05 03 02 26   Areaalbetalingen voor noten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

88 000 000

89 000 000

94 026 345,26

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de steun aan producenten van noten overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 4, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 4, van Verordening (EG) nr. 73/2009.

05 03 02 27   Steun voor energiegewassen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

500 000

1 000 000

73 696 137,35

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de areaalsteun aan producenten van energiegewassen zoals bedoeld in hoofdstuk 5 van titel IV van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

05 03 02 28   Steun voor zijderupsen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

500 000

500 000

435 590,19

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de steun voor zijderupsen die wordt toegekend overeenkomstig artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1544/2006 en artikel 111 van Verordening (EG) nr. 1234/2007.

05 03 02 36   Betalingen voor specifieke soorten landbouw en voor kwaliteitsproductie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

117 000 000

125 000 000

434 091 181,13

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de steun die wordt toegekend overeenkomstig artikel 69 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en artikel 72, lid 3, van Verordening (EG) nr. 73/2009.

05 03 02 39   Extra bedrag voor telers van suikerbieten en suikerriet

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

30 000 000

50 000 000

51 614 467,68

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de betalingen aan de telers van suikerbieten en suikerriet overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 10 septies, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 7, van Verordening (EG) nr. 73/2009. De steun wordt verleend aan telers in lidstaten die herstructureringssteun hebben toegekend zoals bedoeld in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 320/2006 voor ten minste 50 % van de in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 318/2006 vastgestelde suikerquota.

05 03 02 40   Areaalsteun voor katoen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

249 000 000

256 000 000

221 736 574,23

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor areaalsteun voor katoen overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 10 bis, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 6, van Verordening (EG) nr. 73/2009.

05 03 02 41   Overgangsbetaling voor groenten en fruit — Tomaten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

21 000 000

146 000 000

141 447 588,63

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de overgangsbetalingen aan landbouwers die tomaten produceren, overeenkomstig artikel 68 ter, lid 1, en artikel 143 ter quater, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en artikel 54, lid 1, en artikel 128, lid 1, van Verordening (EG) nr. 73/2009.

05 03 02 42   Overgangsbetaling voor groenten en fruit — Andere producten dan tomaten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

35 000 000

54 000 000

157 732 788,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de overgangsbetalingen aan landbouwers die een of meer groente- en fruitproducten, andere dan tomaten, produceren, overeenkomstig artikel 68 ter, lid 2, en artikel 143 ter quater, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en artikel 54, lid 2, en artikel 128, lid 2, van Verordening (EG) nr. 73/2009.

05 03 02 43   Overgangsbetaling voor zacht fruit

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

11 000 000

9 000 000

9 095 822,16

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van steun in verband met de overgangsbetaling voor zacht fruit overeenkomstig titel IV, hoofdstuk 10 nonies, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en titel IV, hoofdstuk 1, afdeling 9, van Verordening (EG) nr. 73/2009.

05 03 02 44   Specifieke steun (artikel 68) — Gekoppelde rechtstreekse steun

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

866 000 000

805 000 000

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de in artikel 68 van Verordening (EG) nr. 73/2009 bedoelde gekoppelde specifieke steun, met name de in lid 1, onder a), onder i), ii), iii) en iv) en in lid 1, onder b) en e), bedoelde steun.

05 03 02 50   POSEI — Steunprogramma’s van de Europese Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

395 000 000

389 000 000

386 198 380,71

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de rechtstreekse steun in verband met programma’s die specifieke maatregelen omvatten ter ondersteuning van de lokale landbouwproductie overeenkomstig titel III van Verordening (EG) nr. 247/2006.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad van 30 januari 2006 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie (PB L 42 van 14.2.2006, blz. 1).

05 03 02 51   POSEI — Overige rechtstreekse steun en vorige regelingen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

100 000

100 000

21 024 855,38

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de resterende uitgaven voor:

 

areaalbetalingen voor akkerbouwgewassen op grond van de facultatieve uitsluiting in de ultraperifere gebieden overeenkomstig artikel 70, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

 

steun voor zaaddragende leguminosen op grond van de facultatieve uitsluiting in de ultraperifere gebieden overeenkomstig artikel 70, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

 

areaalsteun voor rijst op grond van de facultatieve uitsluiting in de ultraperifere gebieden overeenkomstig artikel 70, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

 

steun voor tabak op grond van de facultatieve uitsluiting in de ultraperifere gebieden overeenkomstig artikel 70, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

 

melkpremies en extra betalingen melkproducenten op grond van de facultatieve uitsluiting in de ultraperifere gebieden overeenkomstig artikel 70, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

 

rechtstreekse steun vóór 2006.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1452/2001 van de Raad van 28 juni 2001 houdende specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwproducten ten behoeve van de Franse overzeese departementen (Poseidom) (PB L 198 van 21.7.2001, blz. 11).

Verordening (EG) nr. 1453/2001 van de Raad van 28 juni 2001 houdende specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwproducten ten behoeve van de Azoren en Madeira (Poseima) (PB L 198 van 21.7.2001, blz. 26).

Verordening (EG) nr. 1454/2001 van de Raad van 28 juni 2001 houdende specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwproducten ten behoeve van de Canarische Eilanden (Poseican) (PB L 198 van 21.7.2001, blz. 45).

Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad van 30 januari 2006 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie (PB L 42 van 14.2.2006, blz. 1).

05 03 02 52   POSEI — Eilanden van de Egeïsche Zee

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

18 000 000

19 000 000

18 487 005,36

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van andere uitgaven voor rechtstreekse steun op grond van de regelgeving inzake de eilanden van de Egeïsche Zee.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2019/93 van de Raad van 19 juli 1993 houdende specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwproducten ten behoeve van de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee (PB L 184 van 27.7.1993, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1405/2006 van de Raad van 18 september 2006 houdende vaststelling van specifieke maatregelen voor de landbouw ten behoeve van de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee (PB L 265 van 26.9.2006, blz. 1).

05 03 02 99   Overige (rechtstreekse steun)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

1 000 000

1 000 000

1 002 274,59

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor andere rechtstreekse steun die niet kan worden gefinancierd uit de kredieten voor de andere posten van artikel 05 03 02 en ter dekking van de correcties die niet aan een bepaald begrotingsonderdeel kunnen worden toegerekend. Het dient ook ter dekking van de correcties die voortvloeien uit de niet-naleving van de nettomaxima die zijn vastgesteld in bijlage IV van Verordening (EG) nr. 73/2009 of de nationale maxima die zijn vastgesteld in bijlage VIII van Verordening (EG) nr. 73/2009 die niet aan een bepaald begrotingsonderdeel bij artikel 05 03 02 kunnen worden toegerekend. Dit krediet kan ook dienen ter dekking van resterende uitgaven in verband met:

 

de financiering van de toeslag op de areaalbetaling zoals bedoeld in hoofdstuk 8 van titel IV van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en artikel 4, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1251/1999;

 

de financiering van de steun per hectare voor de instandhouding van de teelt van kekers, linzen en wikke overeenkomstig hoofdstuk 13 van titel IV van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en Verordening (EG) nr. 1577/96;

 

de overgangsregeling voor gedroogde voedergewassen overeenkomstig de Verordeningen (EG) nr. 603/95, (EG) nr. 1782/2003 en (EG) nr. 1786/2003;

 

de toeslag voor durumtarwe in niet-traditionele productiegebieden overeenkomstig hoofdstuk 10 van titel IV van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1251/1999;

 

de seizoencorrectiepremie voor rundvlees overeenkomstig hoofdstuk 12 van titel IV van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1254/1999;

 

het extensiveringsbedrag voor rundvlees overeenkomstig hoofdstuk 12 van titel IV van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en artikel 13 van Verordening (EG) nr. 1254/1999;

 

de extra betalingen aan rundvleesproducenten overeenkomstig artikel 133 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en artikel 11 van Verordening (EG) nr. 1254/1999;

 

de extra betalingen in de sector schapen en geiten overeenkomstig hoofdstuk 11 van titel IV van Verordening (EG) nr. 1782/2003 en artikel 5 van Verordening (EG) nr. 2519/2001;

 

de melkpremie aan melkproducenten overeenkomstig hoofdstuk 7 van titel IV van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

 

de aanvullende premies aan melkproducenten overeenkomstig hoofdstuk 7 van titel IV van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

 

de compenserende steun voor bananen overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 404/93;

 

de overgangsbetaling voor suikerbietentelers overeenkomstig hoofdstuk 10 sexies van titel IV van Verordening (EG) nr. 1782/2003;

 

de vaststelling van het agromonetaire stelsel voor de euro;

 

de in artikel 7 van Verordening (EG) nr. 2201/96 bedoelde areaalsteun voor krenten en rozijnen.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 404/93 van de Raad van 13 februari 1993 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector bananen (PB L 47 van 25.2.1993, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1577/96 van de Raad van 30 juli 1996 tot invoering van een bijzondere maatregel voor bepaalde zaaddragende leguminosen (PB L 206 van 16.8.1996, blz. 4).

Verordening (EG) nr. 2201/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector verwerkte producten op basis van groenten en fruit (PB L 297 van 21.11.1996, blz. 29).

Verordening (EG) nr. 2799/98 van de Raad van 15 december 1998 tot vaststelling van het agromonetaire stelsel voor de euro (PB L 349 van 24.12.1998, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2800/98 van de Raad van 15 december 1998 houdende overgangsmaatregelen voor de invoering van de euro in het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 349 van 24.12.1998, blz. 8).

Verordening (EG) nr. 1259/1999 van de Raad van 17 mei 1999 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor de regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 113).

Verordening (EG) nr. 1786/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector gedroogde voedergewassen (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 114).

05 03 03     Extra steunbedragen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

1 000 000

100 000

3 670 246,75

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van resterende betalingen overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 1782/2003.

HOOFDSTUK 05 04 — PLATTELANDSONTWIKKELING

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

05 04

PLATTELANDSONTWIKKELING

05 04 01

Financiering van plattelandsontwikkeling via het EOGFL, afdeling Garantie — Programmeringsperiode 2000-2006

05 04 01 14

Financiering van plattelandsontwikkeling via het EOGFL, afdeling Garantie — Programmeringsperiode 2000-2006

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

–7 136 210,60

–7 136 210,60

 

Artikel 05 04 01 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

–7 136 210,60

–7 136 210,60

05 04 02

Financiering van plattelandsontwikkeling via het EOGFL, afdeling Garantie — Voltooiing van eerdere programma’s

05 04 02 01

Voltooiing van de maatregelen in het kader van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, afdeling Oriëntatie — Regio's van doelstelling 1 (2000-2006)

2

p.m.

85 339 148

p.m.

568 790 562

0,—

153 003 095,62

05 04 02 02

Voltooiing van het Speciaal programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

05 04 02 03

Voltooiing van voorgaande programma’s in regio's van de doelstellingen 1 en 6 (vóór 2000)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

05 04 02 04

Voltooiing van voorgaande programma’s in regio's van doelstelling 5b (vóór 2000)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

05 04 02 05

Voltooiing van voorgaande programma’s buiten de regio's van doelstelling 1 (vóór 2000)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

05 04 02 06

Voltooiing van Leader (2000-2006)

2

p.m.

p.m.

p.m.

77 775 316

0,—

15 273 597,21

05 04 02 07

Voltooiing van eerdere communautaire initiatieven (vóór 2000)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

05 04 02 08

Voltooiing van voorgaande innovatieve acties (vóór 2000)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

05 04 02 09

Voltooiing van de maatregelen in het kader van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, afdeling Oriëntatie — Operationele technische bijstand (2000-2006)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

Artikel 05 04 02 — Subtotaal

 

p.m.

85 339 148

p.m.

646 565 878

0,—

168 276 692,83

05 04 03

Overige maatregelen

05 04 03 02

Plantaardige en dierlijke genetische hulpbronnen — Voltooiing van reeds eerder genomen maatregelen

2

p.m.

412 933

p.m.

1 944 383

0,—

2 346 951,79

 

Artikel 05 04 03 — Subtotaal

 

p.m.

412 933

p.m.

1 944 383

0,—

2 346 951,79

05 04 04

Overgangsinstrument ter financiering van plattelandsontwikkeling in de nieuwe lidstaten in het kader van het EOGFL, afdeling Garantie — Voltooiing van de programma’s (2004-2006)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

199 348 292,50

05 04 05

Plattelandsontwikkeling gefinancierd uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) (2007-2013)

05 04 05 01

Programma’s voor plattelandsontwikkeling

2

14 589 123 242

11 994 891 297

14 408 211 311

11 467 580 489

14 587 565 939,—

11 116 180 325,86

05 04 05 02

Operationele technische bijstand

2

22 521 200

7 500 363

22 440 241

8 339 763

4 932 625,33

4 406 402,—

05 04 05 03

Proefproject — Uitwisselingsprogramma voor jonge landbouwers

2

1 500 000

750 000

1 500 000

750 000

   
 

Artikel 05 04 05 — Subtotaal

 

14 613 144 442

12 003 141 660

14 432 151 552

11 476 670 252

14 592 498 564,33

11 120 586 727,86

 

Hoofdstuk 05 04 — Totaal

 

14 613 144 442

12 088 893 741

14 432 151 552

12 125 180 513

14 585 362 353,73

11 483 422 454,38

05 04 01     Financiering van plattelandsontwikkeling via het EOGFL, afdeling Garantie — Programmeringsperiode 2000-2006

Toelichting

Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 0 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten voor elke begrotingslijn van dit artikel overeenkomstig de artikelen 18 en 154 van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad van 21 juni 1999 inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 87).

Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1), met name artikel 39.

05 04 01 14   Financiering van plattelandsontwikkeling via het EOGFL, afdeling Garantie — Programmeringsperiode 2000-2006

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

–7 136 210,60

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van door de lidstaten teruggevorderde bedragen die niet in verband kunnen worden gebracht met onregelmatigheden of nalatigheden overeenkomstig artikel 32 van Verordening (EG) nr. 1290/2005. Deze bedragen worden geboekt als correctie op uitgaven die voordien uit de posten 05 04 01 01 tot en met 05 04 01 13 werden gefinancierd, en mogen door de lidstaten niet opnieuw worden gebruikt.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de betaling van resterende bedragen die worden gedeclareerd door de lidstaten als gevolg van de toepassing van artikel 39, lid 3 van Verordening (EU) nr. 1290/2005 van de Raad.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

05 04 02     Financiering van plattelandsontwikkeling via het EOGFL, afdeling Garantie — Voltooiing van eerdere programma’s

Toelichting

In artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 is bepaald dat de nodige financiële correcties moeten worden verricht. De eventueel hieruit voortvloeiende ontvangsten worden geboekt op post 6 5 0 0 van de staat van ontvangsten. Met deze ontvangsten kunnen, overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement, aanvullende kredieten worden geopend in specifieke gevallen waarin die nodig zijn om het risico dat vooraf vastgestelde correcties worden geannuleerd of verlaagd, te dekken.

Rechtsgronden

De volgende rechtsgrondslag geldt voor alle posten van dit artikel, tenzij anders bepaald:

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name de artikelen 158, 159 en 161.

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1), met name artikel 39.

Referentiebesluiten

Conclusies van de Europese Raad van Berlijn van 24 en 25 maart 1999.

05 04 02 01   Voltooiing van de maatregelen in het kader van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, afdeling Oriëntatie — Regio's van doelstelling 1 (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

85 339 148

p.m.

568 790 562

0,—

153 003 095,62

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de bijstand die in het kader van doelstelling 1 uit het EOGFL, afdeling Oriëntatie, wordt verleend en waarvoor de betalingsverplichtingen in de programmeringsperiode 2000-2006 worden aangegaan.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

05 04 02 02   Voltooiing van het Speciaal programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Het speciaal programma voor vrede en verzoening dient ter dekking van de nog resterende betaalbaar te stellen verplichtingen van de programmeringsperiode 2000-2006.

Rechtsgronden

Beschikking 1999/501/EG van de Commissie van 1 juli 1999 tot vaststelling van een indicatieve verdeling over de lidstaten van de vastleggingskredieten voor doelstelling 1 van de structuurfondsen voor de periode 2000 tot en met 2006 (PB L 194 van 27.7.1999, blz. 49), met name in het licht van overweging 5.

Referentiebesluiten

Conclusies van de Europese Raad van 24 en 25 maart 1999 in Berlijn, met name punt 44, onder b).

05 04 02 03   Voltooiing van voorgaande programma’s in regio's van de doelstellingen 1 en 6 (vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen die in de vorige programmeringsperioden zijn aangegaan in het kader van de oude doelstellingen 1 en 6.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

05 04 02 04   Voltooiing van voorgaande programma’s in regio's van doelstelling 5b (vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de nog uit het EOGFL, afdeling Oriëntatie, betaalbaar te stellen verplichtingen die in de vorige programmeringsperioden zijn aangegaan in het kader van de oude doelstelling 5b.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

05 04 02 05   Voltooiing van voorgaande programma’s buiten de regio's van doelstelling 1 (vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de nog uit het EOGFL, afdeling Oriëntatie, betaalbaar te stellen verplichtingen die in de vorige programmeringsperioden zijn aangegaan in het kader van de oude doelstelling 5a.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

05 04 02 06   Voltooiing van Leader (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

77 775 316

0,—

15 273 597,21

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de resterende uit de programmeringsperiode 2000-2006 uit het communautaire initiatief voor plattelandsontwikkeling (Leader+) betaalbaar te stellen verplichtingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 14 april 2000 tot vaststelling van de richtsnoeren voor het communautaire initiatief voor plattelandsontwikkeling (Leader+) (PB C 139 van 18.5.2000, blz. 5).

05 04 02 07   Voltooiing van eerdere communautaire initiatieven (vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen die zijn aangegaan in het kader van communautaire initiatieven van vóór de programmeringsperiode 2000-2006.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma’s van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap voor de ultraperifere gebieden (Regis II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 44).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van richtsnoeren voor geïntegreerde globale subsidies en geïntegreerde operationele programma’s in het kader van een communautair initiatief voor plattelandsontwikkeling, waarvoor de lidstaten bijstandsaanvragen kunnen indienen (Leader II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 48).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma’s van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap betreffende de ontwikkeling van grensgebieden, grensoverschrijdende samenwerking en geselecteerde energienetten (Interreg II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 60).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 16 mei 1995 tot vaststelling van de richtsnoeren voor een initiatief in het kader van het speciaal steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (Peace I-programma) (PB C 186 van 20.7.1995, blz. 3).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de door de lidstaten op te stellen operationele programma’s in het kader van het communautair initiatief Interreg betreffende transnationale samenwerking op het gebied van ruimtelijke ordening (Interreg II C) (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 23).

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 november 1997 over het speciale steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (1995-1999) (Peace I-programma) (COM(97)0642).

05 04 02 08   Voltooiing van voorgaande innovatieve acties (vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen die in vorige programmeringsperioden zijn aangegaan voor innoverende acties, maatregelen op het gebied van voorbereiding, toezicht of evaluatie, of andere soortgelijke vormen van technische bijstand waarin de verordeningen voorzien.

Voorts dient het ter dekking van resterende bedragen in verband met oude meerjarenacties, en met name voor die acties welke zijn goedgekeurd en uitgevoerd in het kader van andere genoemde verordeningen, maar die niet onder de prioritaire doelstellingen van de fondsen vallen.

In voorkomend geval zal dit krediet ook worden aangewend voor de dekking van de bedragen die in het kader van het EOGFL, afdeling Oriëntatie, verschuldigd zijn voor bijstand waarvoor de overeenkomstige vastleggingskredieten niet beschikbaar zijn en ook niet zijn vastgesteld in de programmering voor 2000-2006.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

05 04 02 09   Voltooiing van de maatregelen in het kader van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw, afdeling Oriëntatie — Operationele technische bijstand (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van het EOGFL, afdeling Oriëntatie, van resterende betaalbaar te stellen verplichtingen uit de programmeringsperiode 2000-2006 voor maatregelen op het gebied van technische bijstand waarin artikel 23 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 voorziet. De technische bijstand omvat de voorbereidings-, toezicht-, evaluatie-, controle- en beheersmaatregelen die voor de tenuitvoerlegging van de bijstandsverlening uit het EOGFL, afdeling Oriëntatie, nodig zijn. In dit kader kan dit krediet in het bijzonder worden gebruikt voor de financiering van:

 

uitgaven voor ondersteuning (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen);

 

uitgaven in verband met voorlichting en publicaties;

 

uitgaven voor informatie- en telecommunicatietechnologie;

 

contracten met dienstverleners;

 

subsidies.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

05 04 03     Overige maatregelen

05 04 03 02   Plantaardige en dierlijke genetische hulpbronnen — Voltooiing van reeds eerder genomen maatregelen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

412 933

p.m.

1 944 383

0,—

2 346 951,79

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de verplichtingen die zijn aangegaan in het kader van het communautaire programma inzake de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw.

Het wordt prioritair aangewend voor de instandhouding en de verdere ontwikkeling van de biologische diversiteit via samenwerking tussen boeren, ter zake erkende niet-gouvernementele organisaties en overheids- en particuliere instituten. Het dient tevens om de sensibilisering van de verbruikers op dit gebied te bevorderen.

Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 0 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig de artikelen 18 en 180 van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 870/2004 van de Raad van 24 april 2004 tot vaststelling van een communautair programma inzake de instandhouding, de karakterisering, de verzameling en het gebruik van genetische hulpbronnen in de landbouw (PB L 162 van 30.4.2004, blz. 18).

05 04 04     Overgangsinstrument ter financiering van plattelandsontwikkeling in de nieuwe lidstaten in het kader van het EOGFL, afdeling Garantie — Voltooiing van de programma’s (2004-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

199 348 292,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de verplichtingen die zijn aangegaan in de programmeringsperiode 2004-2006.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

Toetredingsakte van 2003 voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek, met name bijlage II „Lijst bedoeld in artikel 20 van de Toetredingsakte”, punt 6A, lid 26, als gewijzigd bij Besluit 2004/281/EG van de Raad (PB L 93 van 30.3.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1), met name artikel 39.

05 04 05     Plattelandsontwikkeling gefinancierd uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) (2007-2013)

Toelichting

Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 1 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten voor elke begrotingslijn van dit artikel overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement..

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) (PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 378/2007 van de Raad van 27 maart 2007 houdende voorschriften voor een vrijwillige modulatie van de rechtstreekse betalingen waarin Verordening (EG) nr.1782/2003 voorziet (PB L 95 van 5.4.2007, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (PB L 30 van 31.1.2009, blz. 16).

05 04 05 01   Programma’s voor plattelandsontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 589 123 242

11 994 891 297

14 408 211 311

11 467 580 489

14 587 565 939,—

11 116 180 325,86

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) voor 2007-2013.

Van het totale bedrag aan vastleggingskredieten in deze post heeft 2 355 300 000 EUR betrekking op de verplichte modulatie in overeenstemming met artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 73/2009. Bovendien heeft een bedrag van 347 900 000 EUR betrekking op de vrijwillige modulatie in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 378/2007. Alle soorten maatregelen voor plattelandsontwikkeling zullen worden beoordeeld met verfijnde prestatie-indicatoren voor landbouwsystemen en productiemethoden, zodat rekening kan worden gehouden met de uitdagingen op het vlak van klimaatverandering, waterbescherming, biodiversiteit en hernieuwbare energiebronnen. De lidstaten moeten verslag uitbrengen over de actie die is ondernomen naar aanleiding van de nieuwe uitdagingen in het kader van de plattelandsontwikkelingsmaatregelen, ook in de zuivelsector.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) (PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 378/2007 van de Raad van 27 maart 2007 houdende voorschriften voor een vrijwillige modulatie van de rechtstreekse betalingen waarin Verordening (EG) nr. 1782/2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers voorziet (PB L 95 van 5.4.2007, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (PB L 30 van 31.1.2009, blz. 16).

05 04 05 02   Operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

22 521 200

7 500 363

22 440 241

8 339 763

4 932 625,33

4 406 402,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van technische ondersteuningsmaatregelen zoals bedoeld in artikel 66, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1698/2005, en met name het Europese netwerk voor plattelandsontwikkeling.

Een deel van dit krediet dient voor de gestage uitbreiding van het Europees solidariteitsnetwerk voor het platteland, dat ondertussen twee jaar werkzaam is.

  • 1. 
    Doel: tot stand brengen van een Europese ruimte van solidariteit, preventie en onderzoek
 

Fase 1: consolidering van het huidige solidariteitsnetwerk.

 

Fase 2: uitbreiding van het netwerk om andere Europese landen de opgebouwde expertise te bieden, zodat er preventieve acties kunnen worden gestart om de werkgelegenheid in de landbouw en de economische levensvatbaarheid van de plattelandsgebieden te behouden. De bestaande regelingen op het gebied van de alomvattende ondersteuning moeten met spoed worden uitgewisseld en geformaliseerd, en er moet van gedachten worden gewisseld over wat onder precaire situaties verstaan wordt, zodat die kunnen worden geïdentificeerd aan de hand van gemeenschappelijke criteria in de vorm van „alarmsignalen”. Deze preventie-instrumenten zullen pas opgerichte steunverenigingen helpen om de moeilijkheden waarmee plattelandsgebieden worden geconfronteerd, doeltreffender aan te pakken.

  • 2. 
    Te ondernemen acties: verspreiding van preventie-instrumenten

Twee preventie-instrumenten moeten zo breed mogelijk onder de Europese landbouwers worden verspreid:

 

„alarmsignalen”: kaderinstrument voor het voorkomen en de zelfbeoordeling van de moeilijkheden door landbouwers. Dit instrument zal landbouwers in staat stellen precies te bepalen hoe slecht hun situatie is, zodat ze steun kunnen zoeken bij agentschappen die hen kunnen helpen hun moeilijkheden in een zo vroeg mogelijk stadium te overwinnen;

 

„vereenvoudigd beheersinstrument”: met dit instrument voor het zelf beoordelen van de financiële situatie van zijn bedrijf kan de landbouwer anticiperen op de moeilijkheden, vaststellen over welk investerings- of diversificatiepotentieel hij beschikt en zijn herstelplan op de voet volgen. Elke vereniging op nationaal niveau organiseert cursussen in het gebruik van dit vereenvoudigd beheersinstrument. De cursussen zijn bestemd voor degenen die landbouwers die in moeilijkheden verkeren opvangen en begeleiden.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) (PB L 277 van 21.10.2005, blz. 1).

05 04 05 03   Proefproject — Uitwisselingsprogramma voor jonge landbouwers

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 500 000

750 000

1 500 000

750 000

   

Toelichting

Dit proefproject dient voor het opstarten van een uitwisselingsprogramma voor jonge landbouwers, met als doel grensoverschrijdende uitwisselingen van beste praktijken op het vlak van landbouwbeheer mogelijk te maken, met name met betrekking tot de uitdagingen waarmee de Europese landbouw te maken krijgt, om op die manier een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de plattelandsgebieden in Europa.

Dit programma biedt jonge landbouwers een unieke kans om uit de eerste hand kennis te nemen van de diverse landbouwpraktijken in de Unie door tijd door te brengen op boerderijen in verschillende lidstaten. Deze uitwisseling van kennis en ervaringen tussen jonge Europese landbouwers stelt hen beter in staat de uitdagingen tegemoet te treden die worden gesteld door de Europese consumenten, bij te dragen aan de voedselveiligheid en andere uitdagingen aan te gaan waar de Europese landbouw mee te maken heeft, zoals het gebruik van hernieuwbare energiebronnen, verlies van biodiversiteit en koolstofopslag.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

HOOFDSTUK 05 05 — PRETOETREDINGSMAATREGELEN OP HET GEBIED VAN LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

05 05

PRETOETREDINGSMAATREGELEN OP HET GEBIED VAN LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING

05 05 01

Speciaal toetredingsprogramma op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling (Sapard) — Voltooiing van reeds eerder genomen maatregelen

05 05 01 01

Pretoetredingsinstrument Sapard — Voltooiing van het programma (2000-2006)

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

05 05 01 02

Pretoetredingsinstrument Sapard — Voltooiing van de Sapard-pretoetredingshulp voor acht kandidaat-lidstaten

4

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

Artikel 05 05 01 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

05 05 02

Instrument voor pretoetredingssteun voor plattelandsontwikkeling (IPARD)

4

234 458 000

54 586 457

215 000 000

71 318 207

169 800 000,—

14 385 000,—

 

Hoofdstuk 05 05 — Totaal

 

234 458 000

54 586 457

215 000 000

71 318 207

169 800 000,—

14 385 000,—

05 05 01     Speciaal toetredingsprogramma op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling (Sapard) — Voltooiing van reeds eerder genomen maatregelen

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad van 21 juni 1999 inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 87).

Verordening (EG) nr. 2257/2004 van de Raad van 20 december 2004 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3906/89, Verordening (EG) nr. 1267/1999, Verordening (EG) nr. 1268/1999 en Verordening (EG) nr. 2666/2000, teneinde rekening te houden met de status van Kroatië als kandidaat-lidstaat (PB L 389 van 30.12.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

05 05 01 01   Pretoetredingsinstrument Sapard — Voltooiing van het programma (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de nakoming van de betalingsverplichtingen die zijn aangegaan tot 31 december 2006 in Bulgarije, Roemenië en Kroatië voor steunmaatregelen inzake landbouw en plattelandsontwikkeling in het kader van Sapard.

Op deze post mogen, ongeacht de begunstigde van de actie, geen administratieve uitgaven worden afgeboekt.

05 05 01 02   Pretoetredingsinstrument Sapard — Voltooiing van de Sapard-pretoetredingshulp voor acht kandidaat-lidstaten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de nakoming van de betalingsverplichtingen die zijn aangegaan tot 31 december 2003 voor steunmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in het kader van Sapard in de acht lidstaten die in 2004 zijn toegetreden.

Op deze post mogen, ongeacht de begunstigde van de actie, geen administratieve uitgaven worden afgeboekt.

05 05 02     Instrument voor pretoetredingssteun voor plattelandsontwikkeling (IPARD)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

234 458 000

54 586 457

215 000 000

71 318 207

169 800 000,—

14 385 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uniale bijstand in het kader van het instrument voor pretoetredingssteun voor kandidaat-landen die zich geleidelijk aanpassen aan de normen en het beleid van de Unie, waar nodig ook aan het acquis van de Unie, in het licht van hun toetreding. Wat de plattelandsontwikkeling betreft, zal aan deze landen steun worden verleend voor de voorbereiding van de tenuitvoerlegging en het beheer van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, de aanpassing aan de structuren van de Unie en door de Unie gefinancierde programma’s voor plattelandsontwikkeling in de periode na de toetreding.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

HOOFDSTUK 05 06 — INTERNATIONALE ASPECTEN VAN HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

05 06

INTERNATIONALE ASPECTEN VAN HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

05 06 01

Internationale landbouwovereenkomsten

4

6 360 000

5 780 674

6 284 023

6 055 858

5 232 618,34

5 232 618,34

 

Hoofdstuk 05 06 — Totaal

 

6 360 000

5 780 674

6 284 023

6 055 858

5 232 618,34

5 232 618,34

05 06 01     Internationale landbouwovereenkomsten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

6 360 000

5 780 674

6 284 023

6 055 858

5 232 618,34

5 232 618,34

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de bijdragen van de Unie aan de hierna genoemde internationale overeenkomsten.

Rechtsgronden

Besluit 92/580/EEG van de Raad van 13 november 1992 betreffende de ondertekening en de sluiting van de Internationale Suikerovereenkomst, 1992 (PB L 379 van 23.12.1992, blz. 15).

Besluit 96/88/EG van de Raad van 19 december 1995 betreffende de goedkeuring, door de Europese Gemeenschap, van het Graanhandelsverdrag en het Voedselhulpverdrag, die samen de Internationale Graanovereenkomst 1995 vormen (PB L 21 van 27.1.1996, blz. 47).

Besluit 2000/421/EG van de Raad van 13 juni 2000 inzake de sluiting namens de Europese Gemeenschap van het Voedselhulpverdrag 1999 (PB L 163 van 4.7.2000, blz. 37).

Besluit 2005/800/EG van de Raad van 14 november 2005 betreffende de sluiting van de Internationale Overeenkomst van 2005 voor olijfolie en tafelolijven (PB L 302 van 19.11.2005, blz. 47).

HOOFDSTUK 05 07 — AUDIT VAN DE LANDBOUWUITGAVEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

05 07

AUDIT VAN DE LANDBOUWUITGAVEN

05 07 01

Controle van de landbouwuitgaven

05 07 01 02

Controle- en preventiemaatregelen — Rechtstreekse betalingen door de Unie

2

6 500 000

6 500 000

6 500 000

6 500 000

6 486 029,44

6 486 029,44

05 07 01 06

Boekhoudkundige goedkeuring van de rekeningen over de voorgaande begrotingsjaren met betrekking tot gedeelde beheersuitgaven in het kader van het EOGFL, afdeling Garantie (vorige maatregelen), en van het ELGF

2

  • – 
    200 000 000
  • – 
    200 000 000
  • – 
    272 000 000
  • – 
    272 000 000

–54 218 242,57

–54 218 242,57

05 07 01 07

Conformiteitsgoedkeuring van de rekeningen over de voorgaande begrotingsjaren met betrekking tot gedeelde beheersuitgaven in het kader van het EOGFL, afdeling Garantie (vorige maatregelen), en van het ELGF

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

5 145 990,27

5 145 990,27

05 07 01 10

Boekhoudkundige goedkeuring van de rekeningen over de voorgaande begrotingsjaren met betrekking tot uit het ELFPO gefinancierde uitgaven voor plattelandsontwikkeling

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

05 07 01 11

Conformiteitsgoedkeuring van de rekeningen over de voorgaande begrotingsjaren met betrekking tot uit het ELFPO gefinancierde uitgaven voor plattelandsontwikkeling

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

Artikel 05 07 01 — Subtotaal

 
  • – 
    193 500 000
  • – 
    193 500 000
  • – 
    265 500 000
  • – 
    265 500 000

–42 586 222,86

–42 586 222,86

05 07 02

Regeling van geschillen

2

800 000

800 000

3 000 000

3 000 000

0,—

0,—

 

Hoofdstuk 05 07 — Totaal

 
  • – 
    192 700 000
  • – 
    192 700 000
  • – 
    262 500 000
  • – 
    262 500 000

–42 586 222,86

–42 586 222,86

Toelichting

Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 0 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten voor elke begrotingslijn van dit hoofdstuk overeenkomstig de artikelen 18 en 154 van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1).

05 07 01     Controle van de landbouwuitgaven

05 07 01 02   Controle- en preventiemaatregelen — Rechtstreekse betalingen door de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

6 500 000

6 500 000

6 486 029,44

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor de uitvoering van teledetectiecontroles.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 165/94 van de Raad van 24 januari 1994 inzake de medefinanciering door de Gemeenschap van door middel van teledetectie uitgevoerde controles (PB L 24 van 29.1.1994, blz. 6).

Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (PB L 30 van 31.1.2009, blz. 16).

05 07 01 06   Boekhoudkundige goedkeuring van de rekeningen over de voorgaande begrotingsjaren met betrekking tot gedeelde beheersuitgaven in het kader van het EOGFL, afdeling Garantie (vorige maatregelen), en van het ELGF

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

  • – 
    200 000 000
  • – 
    272 000 000

–54 218 242,57

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de resultaten van besluiten overeenkomstig artikel 17 inzake de verlaging van maandelijkse betalingen wegens niet-inachtneming van betalingstermijnen en overeenkomstig artikel 17 bis en artikel 30, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1290/2005. Het beginsel van de goedkeuring van de rekeningen is vastgesteld bij artikel 53 ter, lid 4, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1258/1999 van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 103).

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

05 07 01 07   Conformiteitsgoedkeuring van de rekeningen over de voorgaande begrotingsjaren met betrekking tot gedeelde beheersuitgaven in het kader van het EOGFL, afdeling Garantie (vorige maatregelen), en van het ELGF

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

5 145 990,27

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de resultaten van beschikkingen die overeenkomstig artikel 31 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 ten gunste van de lidstaten worden vastgesteld. Het beginsel van de goedkeuring van de rekeningen is vastgesteld bij artikel 53 ter, lid 4, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1258/1999 van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 103).

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

05 07 01 10   Boekhoudkundige goedkeuring van de rekeningen over de voorgaande begrotingsjaren met betrekking tot uit het ELFPO gefinancierde uitgaven voor plattelandsontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de resultaten van beschikkingen die overeenkomstig artikel 30, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1290/2005 worden vastgesteld. Het beginsel van de goedkeuring van de rekeningen is vastgesteld bij artikel 53 ter, lid 4, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

05 07 01 11   Conformiteitsgoedkeuring van de rekeningen over de voorgaande begrotingsjaren met betrekking tot uit het ELFPO gefinancierde uitgaven voor plattelandsontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de resultaten van beschikkingen die overeenkomstig artikel 31 van Verordening (EG) nr. 1290/2005 ten gunste van de lidstaten worden vastgesteld. Het beginsel van de goedkeuring van de rekeningen is vastgesteld bij artikel 53 ter, lid 4, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

05 07 02     Regeling van geschillen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

800 000

3 000 000

0,—

Toelichting

Dit artikel dient ter dekking van de eventuele opneming van kredieten ter dekking van (positieve of negatieve) uitgaven die door een rechtbank aan de Commissie kunnen worden aangerekend, en met name als schadevergoeding en rente.

Het is tevens bedoeld ter dekking van eventuele uitgaven waarmee de Commissie kan worden geconfronteerd overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 595/91 van de Raad van 4 maart 1991 betreffende onregelmatigheden in het kader van de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en terugvordering van bedragen die in dat kader onverschuldigd zijn betaald, alsmede de organisatie van een informatiesysteem op dit gebied (PB L 67 van 14.3.1991, blz. 11).

HOOFDSTUK 05 08 — BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

05 08

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING”

05 08 01

Communautair informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen (ILB)

2

14 410 160

12 574 403

14 232 532

12 435 305

13 769 068,67

11 761 801,74

05 08 02

Enquêtes inzake de structuur van de landbouwbedrijven

2

20 235 377

20 031 352

550 000

515 379

14 998 022,48

10 012 660,19

05 08 03

Herstructurering van het stelsel van landbouwenquêtes

2

1 460 000

1 336 980

1 460 000

1 505 749

1 459 511,60

1 521 037,15

05 08 06

Verbetering van de voorlichting over het gemeenschappelijk landbouwbeleid

2

8 000 000

8 000 000

8 000 000

8 000 000

7 021 460,72

7 021 460,72

05 08 09

Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) — Operationele technische bijstand

2

1 705 000

1 705 000

1 490 000

1 490 000

1 139 842,70

1 139 842,70

05 08 10

Proefproject — Evaluatie van de kosten voor de eindgebruiker van het naleven van de Uniewetgeving op het gebied van milieu, dierenwelzijn en voedselveiligheid

2

p.m.

750 000

1 500 000

750 000

0,—

0,—

05 08 11

Proefproject — Uitwisseling van beste praktijken voor vereenvoudiging op het vlak van „cross-compliance”

2

1 000 000

500 000

       

05 08 12

Proefproject — Coördinatie van het onderzoek naar het gebruik van homeopathie en fytotherapie in de veehouderij

2

500 000

250 000

       
 

Hoofdstuk 05 08 — Totaal

 

47 310 537

45 147 735

27 232 532

24 696 433

38 387 906,17

31 456 802,50

Toelichting

Ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 0 van de algemene staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig de artikelen 18 en 154 van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

05 08 01     Communautair informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen (ILB)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 410 160

12 574 403

14 232 532

12 435 305

13 769 068,67

11 761 801,74

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de forfaitaire vergoedingen per bedrijfsformulier en van de ontwikkeling van instrumenten voor de inzameling, de behandeling, de analyse, de publicatie en de verspreiding van de gegevens en de resultaten van de landbouwbedrijfsboekhoudingen.

Rechtsgronden

Verordening nr. 79/65/EEG van de Raad van 15 juni 1965 tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Economische Gemeenschap (PB 109 van 23.6.1965, blz. 1859/65).

Verordening (EG) nr. 1217/2009 van de Raad van 30 november 2009 tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Gemeenschap (PB L 328 van 15.12.2009, blz. 27).

05 08 02     Enquêtes inzake de structuur van de landbouwbedrijven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

20 235 377

20 031 352

550 000

515 379

14 998 022,48

10 012 660,19

Toelichting

Dit krediet dient ter cofinanciering van de uitgaven voor de statistische enquêtes waarmee de ontwikkeling van de landbouwstructuur in de Unie wordt gevolgd, inclusief de uitgaven voor de database Eurofarm.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 571/88 van de Raad van 29 februari 1988 houdende organisatie van communautaire enquêtes inzake de structuur van de landbouwbedrijven (PB L 56 van 2.3.1988, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1166/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende enquêtes naar de structuur van de landbouwbedrijven en de enquête naar de productiemethoden in de landbouw (PB L 321 van 1.12.2008, blz. 14).

05 08 03     Herstructurering van het stelsel van landbouwenquêtes

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 460 000

1 336 980

1 460 000

1 505 749

1 459 511,60

1 521 037,15

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de uitgaven voor de verbetering van de stelsels inzake de landbouwstatistieken in de Unie;

 

de subsidies, de contractuele uitgaven en de uitgaven voor dienstverlening in verband met de aankoop en de raadpleging van gegevensbanken;

 

de subsidies, de contractuele uitgaven en de uitgaven voor dienstverlening in verband met het opstellen van modellen over de landbouwsector, het maken van prognoses op korte en middellange termijn over de ontwikkeling van de markt en van de landbouwstructuur en het verspreiden van de resultaten;

 

de subsidies, de contractuele uitgaven en de uitgaven voor dienstverlening in verband met de toepassing van teledetectie, gebiedssteekproeven en agrometeorologische modellen voor het opstellen van landbouwstatistieken;

 

de subsidies, de contractuele uitgaven en de uitgaven voor dienstverlening in verband met de uitvoering van economische analysen en de ontwikkeling van indicatoren op het gebied van het landbouwbeleid.

Rechtsgronden

Uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak voortvloeiende taken zoals bedoeld in artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Beschikking 96/411/EG van de Raad van 25 juni 1996 betreffende de verbetering van de communautaire landbouwstatistiek (PB L 162 van 1.7.1996, blz. 14).

Besluit nr. 1445/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2000 inzake de toepassing van areal frame sampling en teledetectie voor landbouwstatistieken in de periode 1999-2003 (PB L 163 van 4.7.2000, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 78/2008 van de Raad van 21 januari 2008 betreffende door de Commissie in de periode 2008-2013 te nemen maatregelen op basis van teledetectietoepassingen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 25 van 30.1.2008, blz. 1).

05 08 06     Verbetering van de voorlichting over het gemeenschappelijk landbouwbeleid

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

8 000 000

8 000 000

7 021 460,72

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering door de Unie van de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 814/2000 bedoelde voorlichtingsacties over het gemeenschappelijk landbouwbeleid.

Onder die acties worden verstaan:

 

jaarlijkse activiteitenprogramma’s die met name door landbouw- of plattelandsontwikkelingsorganisaties of door consumentenverenigingen en milieuorganisaties worden ingediend;

 

gerichte acties die met name door de overheid van de lidstaten, media en universitaire instellingen worden ingediend;

 

alle op initiatief van de Commissie opgezette activiteiten;

 

acties ter bevordering van de gezinslandbouw.

Een deel van dit krediet dient ter financiering van informatieverstrekking op scholen, verkooppunten en andere contactpunten voor consumenten over de hoge kwaliteitseisen en normen voor voedselveiligheid, milieubescherming en dierenwelzijn waaraan de Europese boeren moeten voldoen in vergelijking met de normen in derde landen. Er moet worden beklemtoond dat het gemeenschappelijk landbouwbeleid een belangrijke bijdrage levert tot het bereiken van deze hoge normen en uitleg moet worden verschaft over de verschillende kwaliteitsregelingen zoals de oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen.

Een deel van dit krediet dient ter financiering van een informatiecampagne voor consumenten over de oorzaken en gevolgen van voedselverspilling, adviezen inzake manieren om voedselverspilling te voorkomen, evenals de bevordering van benchmarkpraktijken binnen de verschillende sectoren van de voedselvoorzieningsketen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 814/2000 van de Raad van 17 april 2000 betreffende voorlichtingsacties op het gebied van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 100 van 20.4.2000, blz. 7).

05 08 09     Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) — Operationele technische bijstand

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

1 705 000

1 490 000

1 139 842,70

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven zoals bedoeld in artikel 5, onder a) tot en met d), van Verordening (EG) nr. 1290/2005.

Dit omvat de financiering van de oprichting van een uniaal controlesysteem op basis van DNA-analysen aan de grenzen van de Unie zoals bepaald in de volgende internationale overeenkomsten:

 

Besluit 2004/617/EG van de Raad van 11 augustus 2004 betreffende de sluiting van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en India in het kader van artikel XXVIII van de GATT 1994, met het oog op de wijziging, wat rijst betreft, van de concessies die zijn opgenomen in EG-lijst CXL, gehecht aan de GATT 1994 (PB L 279 van 28.8.2004, blz. 17);

 

Besluit 2004/618/EG van de Raad van 11 augustus 2004 betreffende de sluiting van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Pakistan in het kader van artikel XXVIII van de GATT 1994, met het oog op de wijziging, wat rijst betreft, van de concessies die zijn opgenomen in EG-lijst CXL, gehecht aan de GATT 1994 (PB L 279 van 28.8.2004, blz. 23).

In artikel 138 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1) is bepaald dat alleen basmatirijst die tot de in de bovengenoemde overeenkomsten gespecificeerde variëteiten behoort tegen nulrecht mag worden ingevoerd.

Dit krediet kan eveneens worden gebruikt ter dekking van:

 

de uitgaven voor de analyse en controle van door derde landen toegepaste normen voor landbouwproducten overeenkomstig titel VI van Verordening (EG) nr. 834/2007;

 

de uitgaven voor de studie „Evaluatie van de kosten voor de eindgebruiker van het naleven van de Uniewetgeving op het gebied van milieu, dierenwelzijn en voedselveiligheid”.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad van 28 juni 2007 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten (PB L 189 van 20.7.2007, blz. 1).

05 08 10     Proefproject — Evaluatie van de kosten voor de eindgebruiker van het naleven van de Uniewetgeving op het gebied van milieu, dierenwelzijn en voedselveiligheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

750 000

1 500 000

750 000

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor het opzetten van een proefproject ter evaluatie van de werkelijke kosten die landbouwers maken voor het naleven van de Uniewetgeving op het gebied van milieu, dierenwelzijn en voedselveiligheid, die strenger is dan de geldende normen voor importproducten. Deze wetgeving omvat onder andere de 18 verordeningen en richtlijnen die de grondslag vormen voor het systeem van „cross-compliance”, evenals de normen aangeduid met de term „goede landbouw- en milieuconditie”, die eveneens deel uitmaken van de cross-complianceregeling.

Het zal worden gebruikt voor het uitvoeren van een uitgebreide studie in alle lidstaten ter evaluatie van de hierboven beschreven nalevingskosten, die kunnen verschillen van lidstaat tot lidstaat en zelfs van regio tot regio als gevolg van verschillen in klimaat, geologie, productie, economie en sociale werkelijkheid. De studie moet worden uitgevoerd door een gevestigd wetenschapsinstituut of een consortium van gevestigde wetenschapsinstituten.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

05 08 11     Proefproject — Uitwisseling van beste praktijken voor vereenvoudiging op het vlak van „cross-compliance”

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

       

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van een platform dat nationale en plaatselijke controleagentschappen in staat moet stellen beste praktijken uit te wisselen en gemeenschappelijke oplossingen te vinden voor de vereenvoudiging van de controles op de naleving van de randvoorwaarden („cross-compliance”) voor landbouwers, met name door middel van interoperabele gegevensbanken en enkelvoudige controles.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

05 08 12     Proefproject — Coördinatie van het onderzoek naar het gebruik van homeopathie en fytotherapie in de veehouderij

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

250 000

       

Toelichting

Dit krediet dient ter opstarting van een proefproject met het oog op de coördinatie van het onderzoek naar het gebruik van homeopathie en fytotherapie in de veeteelt, zoals bepleit in de resolutie van het Europees Parlement van 12 mei 2011 over antibioticaresistentie, waarin het Parlement aandringt op terugdringing van het gebruik van antibiotica in de veehouderij en overschakeling op alternatieven. Daaronder vallen onder meer homeopathie en fytotherapie. In het kader van het proefproject moet worden geïnventariseerd welke onderzoeksprojecten op het gebied van homeopathie en fytotherapie in de veehouderij er aan de universiteiten en gespecialiseerde hogescholen van de lidstaten reeds bestaan en welke resultaten daarbij geboekt zijn; daarnaast moet worden nagegaan of en zo ja, in welk kader er samenwerking tussen die universiteiten plaatsvindt.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

 

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING

TITEL 06

MOBILITEIT EN VERVOER

Algemene samenvatting van de kredieten (2012 en 2011) en van de uitvoering (2010)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

06 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MOBILITEIT EN VERVOER”

67 834 239

67 834 239

66 401 381

66 401 381

76 284 849,61

76 284 849,61

Reserves (40 01 40)

59 867

59 867

25 609

25 609

   
 

67 894 106

67 894 106

66 426 990

66 426 990

76 284 849,61

76 284 849,61

06 02

VERVOER OVER LAND, DOOR DE LUCHT EN OVER ZEE

209 427 270

157 407 105

190 521 970

154 321 562

195 751 349,31

151 870 367,97

06 03

TRANS-EUROPESE NETWERKEN

1 325 406 119

791 395 112

1 228 200 000

856 961 098

1 054 027 227,05

837 722 619,63

06 06

ONDERZOEK IN VERBAND MET VERVOER

61 580 000

62 784 153

61 560 000

64 119 734

99 308 994,62

74 871 596,23

 

Titel 06 — Totaal

1 664 247 628

1 079 420 609

1 546 683 351

1 141 803 775

1 425 372 420,59

1 140 749 433,44

Reserves (40 01 40)

59 867

59 867

25 609

25 609

   
 

1 664 307 495

1 079 480 476

1 546 708 960

1 141 829 384

1 425 372 420,59

1 140 749 433,44

HOOFDSTUK 06 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MOBILITEIT EN VERVOER”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

06 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MOBILITEIT EN VERVOER”

06 01 01

Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

5

34 374 908

33 693 906

43 538 565,32

Reserves (40 01 40)

   

25 609

 
   

34 374 908

33 719 515

43 538 565,32

06 01 02

Extern personeel en overige uitgaven voor beheer ter ondersteuning van het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

06 01 02 01

Extern personeel

5

2 522 065

2 412 110

2 826 314,83

06 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5

2 514 628

2 733 901

3 159 749,58

Reserves (40 01 40)

 

59 867

   
   

2 574 495

2 733 901

3 159 749,58

 

Artikel 06 01 02 — Subtotaal

 

5 036 693

5 146 011

5 986 064,41

Reserves (40 01 40)

 

59 867

   
   

5 096 560

5 146 011

5 986 064,41

06 01 03

Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten op het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

5

2 312 038

2 441 464

3 376 236,14

06 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

06 01 04 01

Marco Polo II-programma — Uitgaven voor administratief beheer

1.1

109 800

110 000

175 775,12

06 01 04 02

Vervoer — Uitgaven voor administratief beheer

1.1

799 800

800 000

885 557,40

06 01 04 04

Financiële steun aan projecten van gemeenschappelijk belang van het trans-Europese vervoersnetwerk — Uitgaven voor administratief beheer

1.1

3 000 000

3 300 000

2 090 190,36

06 01 04 07

Beveiliging en bescherming van gebruikers van vervoer — Uitgaven voor administratief beheer

1.1

p.m.

10 000

15 848,—

06 01 04 09

Informatie en communicatie — Uitgaven voor administratief beheer

1.1

496 000

500 000

600 000,—

06 01 04 31

Trans-Europees vervoersnet — Uitvoerend Agentschap

1.1

9 805 000

9 900 000

9 794 000,—

06 01 04 32

Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie — Bijdrage uit het Marco Polo II-programma

1.1

1 555 000

1 555 000

1 460 910,—

 

Artikel 06 01 04 — Subtotaal

 

15 765 600

16 175 000

15 022 280,88

06 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoekswerkzaamheden op het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

06 01 05 01

Uitgaven voor onderzoekspersoneel

1.1

6 000 000

5 200 000

4 743 152,47

06 01 05 02

Extern personeel voor onderzoek

1.1

2 900 000

2 900 000

2 317 948,89

06 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoek

1.1

1 445 000

845 000

1 300 601,50

 

Artikel 06 01 05 — Subtotaal

 

10 345 000

8 945 000

8 361 702,86

 

Hoofdstuk 06 01 — Totaal

 

67 834 239

66 401 381

76 284 849,61

Reserves (40 01 40)

 

59 867

25 609

 
   

67 894 106

66 426 990

76 284 849,61

06 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

06 01 01

34 374 908

33 693 906

43 538 565,32

Reserves (40 01 40)

 

25 609

 

Totaal

34 374 908

33 719 515

43 538 565,32

06 01 02     Extern personeel en overige uitgaven voor beheer ter ondersteuning van het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

06 01 02 01   Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

2 522 065

2 412 110

2 826 314,83

06 01 02 11   Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

06 01 02 11

2 514 628

2 733 901

3 159 749,58

Reserves (40 01 40)

59 867

   

Totaal

2 574 495

2 733 901

3 159 749,58

06 01 03     Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten op het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

2 312 038

2 441 464

3 376 236,14

06 01 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

06 01 04 01   Marco Polo II-programma — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

109 800

110 000

175 775,12

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken, en die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en eventueel de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan de uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie de artikelen 06 02 06 en 06 02 07.

06 01 04 02   Vervoer — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

799 800

800 000

885 557,40

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken, en die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Rechtsgronden

Zie artikel 06 02 03.

06 01 04 04   Financiële steun aan projecten van gemeenschappelijk belang van het trans-Europese vervoersnetwerk — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

3 000 000

3 300 000

2 090 190,36

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken, en die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Rechtsgronden

Zie de artikelen 06 03 01, 06 03 03 en 06 03 05.

06 01 04 07   Beveiliging en bescherming van gebruikers van vervoer — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

10 000

15 848,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken, en die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Rechtsgronden

Zie artikel 06 02 11.

06 01 04 09   Informatie en communicatie — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

496 000

500 000

600 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor informatie en publicatie die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstellingen van het beleidsterrein vervoer en de beveiliging en bescherming van gebruikers van vervoer.

Rechtsgronden

Zie de artikelen 06 02 03 en 06 02 11.

06 01 04 31   Trans-Europees vervoersnet — Uitvoerend Agentschap

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

9 805 000

9 900 000

9 794 000,—

Toelichting

Dit krediet vertegenwoordigt het bedrag van de subsidie die bestemd is ter dekking van de personeelsuitgaven en de administratieve uitgaven van het Uitvoerend Agentschap voor het trans-Europees vervoersnet.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 680/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van de trans-Europese netwerken voor vervoer en energie (PB L 162 van 22.6.2007, blz. 1).

Besluit nr. 661/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 betreffende uniale richtsnoeren voor de ontwikkeling van een trans-Europees vervoersnet (PB L 204 van 5.8.2010, blz. 1)

Referentiebesluiten

Besluit 2007/60/EG van de Commissie van 26 oktober 2006 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap voor het trans-Europees vervoersnetwerk krachtens Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad (PB L 32 van 6.2.2007, blz. 88).

Besluit C(2007) 3874 van de Commissie van 17 augustus 2007 tot aanstelling van 5 leden en 1 waarnemend lid van de stuurgroep van het TEN-T EA, als gewijzigd bij Besluiten C(2009) 0865 van 17 februari 2009 en C(2010) 2959 van 5 oktober 2010.

Besluit C(2007) 5282 van de Commissie van 5 november 2007 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor het trans-Europese vervoersnetwerk worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de communautaire programma’s voor subsidies op het gebied van het trans-Europese vervoersnetwerk, met name wat betreft het beheer van de in de Gemeenschapsbegroting opgenomen kredieten.

06 01 04 32   Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie — Bijdrage uit het Marco Polo II-programma

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

1 555 000

1 555 000

1 460 910,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de beleids- en de personeelsuitgaven van het Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie die voorvloeien uit de deelneming van het Agentschap aan het beheer van acties in het kader van het Marco Polo II-programma.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en eventueel de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan de uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die op deze post dienen te worden geboekt, overeenkomstig het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1692/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot instelling van het tweede Marco Polo-programma voor de toekenning van communautaire financiële bijstand om de milieuprestaties van het vrachtvervoerssysteem te verbeteren („Marco Polo II”) (PB L 328 van 24.11.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 651/2008 van de Commissie van 9 juli 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1653/2004 houdende een model voor het financieel reglement van de uitvoerende agentschappen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 181 van 10.7.2008, blz. 15).

Referentiebesluiten

Besluit 2004/20/EG van de Commissie van 23 december 2003 tot oprichting van een uitvoerend agentschap, genaamd het „Uitvoerend Agentschap voor intelligente energie”, voor het beheer van de communautaire maatregelen op het gebied van energie overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad (PB L 5 van 9.1.2004, blz. 85).

Besluit 2007/372/EG van de Commissie van 31 mei 2007 tot wijziging van Besluit 2004/20/EG waarbij het Uitvoerend Agentschap voor intelligente energie wordt omgevormd tot het Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie (PB L 140 van 1.6.2007, blz. 52).

Besluit C(2007) 3198 van de Commissie van 9 juli 2007 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van het programma Intelligente energie — Europa 2003-2006, het Marco Poloprogramma 2003-2006, het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie 2007-2013, het Marco Poloprogramma 2007-2013, met name wat betreft het beheer van de in de Gemeenschapsbegroting opgenomen kredieten.

06 01 05     Ondersteunende uitgaven voor onderzoekswerkzaamheden op het beleidsterrein „Mobiliteit en vervoer”

06 01 05 01   Uitgaven voor onderzoekspersoneel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

6 000 000

5 200 000

4 743 152,47

06 01 05 02   Extern personeel voor onderzoek

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

2 900 000

2 900 000

2 317 948,89

06 01 05 03   Overige beheersuitgaven voor onderzoek

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

1 445 000

845 000

1 300 601,50

HOOFDSTUK 06 02 — VERVOER OVER LAND, DOOR DE LUCHT EN OVER ZEE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

06 02

VERVOER OVER LAND, DOOR DE LUCHT EN OVER ZEE

06 02 01

Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart

06 02 01 01

Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart — Bijdrage voor titels 1 en 2

1.1

26 435 440

26 435 440

26 282 390

26 282 390

27 558 199,—

27 558 199,—

06 02 01 02

Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart — Bijdrage voor titel 3

1.1

6 861 336

6 861 336

7 033 410

7 033 410

7 467 352,—

7 467 352,—

 

Artikel 06 02 01 — Subtotaal

 

33 296 776

33 296 776

33 315 800

33 315 800

35 025 551,—

35 025 551,—

06 02 02

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid

06 02 02 01

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid — Bijdrage voor titels 1 en 2

1.1

26 167 678

26 167 678

21 734 000

21 734 000

21 989 884,—

21 711 278,60

06 02 02 02

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid — Bijdrage voor titel 3

1.1

7 061 416

8 870 489

5 962 170

5 962 170

10 764 600,—

10 015 431,43

06 02 02 03

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid — Maatregelen tegen verontreiniging

1.1

20 000 000

20 500 000

23 000 000

23 000 000

21 016 600,—

12 597 379,40

 

Artikel 06 02 02 — Subtotaal

 

53 229 094

55 538 167

50 696 170

50 696 170

53 771 084,—

44 324 089,43

06 02 03

Ondersteunende activiteiten in het kader van het Europees beleid inzake vervoer en passagiersrechten

1.1

31 770 000

16 307 145

15 735 000

14 949 210

16 929 031,52

15 128 452,85

06 02 06

Marco Polo II-programma

1.1

62 844 000

24 187 314

64 200 000

26 661 012

63 814 593,93

27 382 488,66

06 02 07

Voltooiing van het Marco Polo-programma

1.1

p.m.

453 626

p.m.

1 904 358

0,—

3 117 313,04

06 02 08

Europees Spoorwegbureau

06 02 08 01

Europees Spoorwegbureau — Bijdrage voor titels 1 en 2

1.1

17 459 892

17 459 892

16 537 000

16 537 000

17 083 399,—

17 064 240,—

06 02 08 02

Europees Spoorwegbureau — Bijdrage voor titel 3

1.1

7 027 508

7 027 508

7 838 000

7 838 000

6 976 753,—

6 968 000,—

 

Artikel 06 02 08 — Subtotaal

 

24 487 400

24 487 400

24 375 000

24 375 000

24 060 152,—

24 032 240,—

06 02 11

Beveiliging van het vervoer

1.1

2 300 000

2 086 677

2 200 000

2 190 012

2 150 936,86

1 459 624,56

06 02 12

Proefproject — Veiligheid op het trans-Europese wegvervoersnetwerk

1.1

p.m.

p.m.

0,—

825 608,43

06 02 13

Voorbereidende actie — Bevordering van het grensoverschrijdende verkeer via de overgangen aan de buitengrenzen in het noordoosten van de Unie (uit het oogpunt van verkeersveiligheid en de veiligheid in het algemeen)

1.1

300 000

230 000

0,—

575 000,—

06 02 14

Voorbereidende actie — Europese interface voor transportinformatie en boekingen

1.1

1 500 000

750 000

       
 

Hoofdstuk 06 02 — Totaal

 

209 427 270

157 407 105

190 521 970

154 321 562

195 751 349,31

151 870 367,97

06 02 01     Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart

06 02 01 01   Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart — Bijdrage voor titels 1 en 2

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

26 435 440

26 435 440

26 282 390

26 282 390

27 558 199,—

27 558 199,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van het Agentschap (titels 1 en 2).

Het Agentschap stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van de financiële kaderregeling voor de in artikel 185 van het Financieel Reglement bedoelde organen worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, (PB L 79 van 19.3.2008, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1108/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 216/2008 op het gebied van luchtvaartterreinen, luchtverkeersbeheer en luchtvaartnavigatiediensten (PB L 309 van 24.11.2009, blz. 51).

Referentiebesluiten

Verordening (EG) nr. 736/2006 van de Commissie van 16 mei 2006 inzake de werkmethoden van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart bij het uitvoeren van normalisatie-inspecties (PB L 129 van 17.5.2006, blz. 10).

Verordening (EG) nr. 768/2006 van de Commissie van 19 mei 2006 tot uitvoering van Richtlijn 2004/36/EG van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de verzameling en uitwisseling van informatie over de veiligheid van luchtvaartuigen uit derde landen die gebruikmaken van luchthavens in de Gemeenschap en het beheer van het informatiesysteem (PB L 134 van 20.5.2006, blz. 16).

Verordening (EG) nr. 593/2007 van de Commissie van 31 mei 2007 betreffende de door het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart geheven vergoedingen en rechten (PB L 140 van 1.6.2007, blz. 3).

Verordening (EG) nr. 1356/2008 van de Commissie van 23 december 2008 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 593/2007 betreffende de door het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart geheven vergoedingen en rechten (PB L 350 van 30.12.2008, blz. 46).

06 02 01 02   Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart — Bijdrage voor titel 3

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

6 861 336

6 861 336

7 033 410

7 033 410

7 467 352,—

7 467 352,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van het Agentschap met betrekking tot het werkprogramma (titel 3).

Het Agentschap stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van de financiële kaderregeling voor de in artikel 185 van het Financieel Reglement bedoelde organen worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2012 in totaal 34 862 010 EUR. Een bedrag van 1 565 234 EUR, afkomstig van de terugvordering van overschotten, is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 33 296 776 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (PB L 79 van 19.3.2008, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1108/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 216/2008 op het gebied van luchtvaartterreinen, luchtverkeersbeheer en luchtvaartnavigatiediensten (PB L 309 van 24.11.2009, blz. 51).

Referentiebesluiten

Verordening (EG) nr. 736/2006 van de Commissie van 16 mei 2006 inzake de werkmethoden van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart bij het uitvoeren van normalisatie-inspecties (PB L 129 van 17.5.2006, blz. 10).

Verordening (EG) nr. 768/2006 van de Commissie van 19 mei 2006 tot uitvoering van Richtlijn 2004/36/EG van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de verzameling en uitwisseling van informatie over de veiligheid van luchtvaartuigen uit derde landen die gebruikmaken van luchthavens in de Gemeenschap en het beheer van het informatiesysteem (PB L 134 van 20.5.2006, blz. 16).

Verordening (EG) nr. 593/2007 van de Commissie van 31 mei 2007 betreffende de door het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart geheven vergoedingen en rechten (PB L 140 van 1.6.2007, blz. 3).

Verordening (EG) nr. 1356/2008 van de Commissie van 23 december 2008 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 593/2007 betreffende de door het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart geheven vergoedingen en rechten (PB L 350 van 30.12.2008, blz. 46).

06 02 02     Europees Agentschap voor maritieme veiligheid

06 02 02 01   Europees Agentschap voor maritieme veiligheid — Bijdrage voor titels 1 en 2

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

26 167 678

26 167 678

21 734 000

21 734 000

21 989 884,—

21 711 278,60

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van het Agentschap (titels 1 en 2).

Het Agentschap stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van de financiële kaderregeling voor de in artikel 185 van het Financieel Reglement bedoelde organen worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1406/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 tot oprichting van een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (PB L 208 van 5.8.2002, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 725/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de verbetering van de beveiliging van schepen en havenfaciliteiten (PB L 129 van 29.4.2004, blz. 6).

Richtlijn 2005/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 inzake verontreiniging vanaf schepen en de invoering van sancties, met inbegrip van strafrechtelijke sancties voor verontreinigingsdelicten (PB L 255 van 30.9.2005, blz. 11).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1406/2002 tot oprichting van een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (COM(2010) 611), door de Commissie op 28 oktober 2010 ingediend).

06 02 02 02   Europees Agentschap voor maritieme veiligheid — Bijdrage voor titel 3

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

7 061 416

8 870 489

5 962 170

5 962 170

10 764 600,—

10 015 431,43

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van het Agentschap met betrekking tot het werkprogramma (titel 3), met uitzondering van de maatregelen tegen verontreiniging (zie post 06 02 02 03).

Het Agentschap stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van de financiële kaderregeling voor de in artikel 185 van het Financieel Reglement bedoelde organen worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1406/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 tot oprichting van een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (PB L 208 van 5.8.2002, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 725/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de verbetering van de beveiliging van schepen en havenfaciliteiten (PB L 129 van 29.4.2004, blz. 6).

Richtlijn 2005/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 inzake verontreiniging vanaf schepen en de invoering van sancties, met inbegrip van strafrechtelijke sancties voor verontreinigingsdelicten (PB L 255 van 30.9.2005, blz. 11).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1406/2002 tot oprichting van een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (COM(2010) 611), door de Commissie op 28 oktober 2010 ingediend.

06 02 02 03   Europees Agentschap voor maritieme veiligheid — Maatregelen tegen verontreiniging

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

20 000 000

20 500 000

23 000 000

23 000 000

21 016 600,—

12 597 379,40

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor het charteren van schepen (met hun outillage) voor de strijd tegen accidentele of opzettelijke verontreiniging van de zee door schepen, het inhuren van gespecialiseerd technisch materieel, de oprichting en werking van een Centrum voor satellietbeeldvorming en studies en onderzoeksprojecten voor de verbetering van de uitrusting en de methoden ter bestrijding van verontreiniging.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van de financiële kaderregeling voor de in artikel 185 van het Financieel Reglement bedoelde organen worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De globale bijdrage van de Unie bedraagt voor 2012 in totaal 53 229 094 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1406/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 tot oprichting van een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (PB L 208 van 5.8.2002, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2038/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 over meerjarenfinanciering voor de acties van het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid op het gebied van de bestrijding van door schepen veroorzaakte verontreiniging (PB L 394 van 30.12.2006, blz. 1).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1406/2002 tot oprichting van een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid (COM(2010) 611), door de Commissie op 28 oktober 2010 ingediend.

06 02 03     Ondersteunende activiteiten in het kader van het Europees beleid inzake vervoer en passagiersrechten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

31 770 000

16 307 145

15 735 000

14 949 210

16 929 031,52

15 128 452,85

Toelichting

Dit krediet dient met name ter dekking van de uitgaven van de Commissie voor de verzameling en verwerking van alle mogelijke gegevens met het oog op de analyse, de vaststelling, de bevordering, de follow-up, de evaluatie en de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk vervoerbeleid van de Unie voor de verschillende vervoersmodaliteiten (weg, spoor, lucht-, zee- en binnenvaart) en in alle vervoerssectoren (veiligheid, interne vervoersmarkt en de tenuitvoerleggingsmodaliteiten daarvan, de optimalisering van het vervoersnetwerk, het vaststellen en waarborgen van de passagiersrechten bij alle vervoersmodaliteiten en alle andere vervoersgerelateerde sectoren). De belangrijkste acties en doelstellingen beogen het gemeenschappelijk vervoersbeleid van de Unie te ondersteunen, met inbegrip van een uitbreiding naar derde landen, technische assistentie voor alle vervoersmodaliteiten en sectoren, specifieke opleiding, definitie van voorschriften inzake vervoersveiligheid, het bevorderen van het gemeenschappelijk vervoersbeleid, met inbegrip van de ontwikkeling en de bouw van de bij het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bekrachtigde visie inzake de trans-Europese netwerken alsmede de versterking van de passagiersrechten en de bescherming van die rechten voor alle vervoerswijzen, alsook een betere toepassing en handhaving van de bestaande regelgeving inzake passagiersrechten, met name door middel van bewustmakingsacties over de inhoud van deze regelgeving voor zowel de vervoersbedrijven als de reizigers.

Deze activiteiten moeten de intermodale onbelemmerde mobiliteit van personen met een beperkte mobiliteit (PBM) bevorderen en ondersteunen.

Met betrekking tot Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten (PB L 46 van 17.2.2004, blz. 1), moet de Commissie bijkomende maatregelen uitwerken om de handhaving van de verordening doeltreffender te maken.

Gezien de wettelijke rapporteringseisen van de Commissie en de complexe interactie van regionale, nationale en internationale (COTIF) administratieve structuren die betrokken zijn bij de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 1371/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende de rechten en verplichtingen van reizigers in het treinverkeer (PB L 315 van 3.12.2007, blz. 14), vergt de tenuitvoerlegging van die verordening specifieke uitvoeringsmaatregelen. Bij wijze van belangrijke maatregel ter ondersteuning van de tenuitvoerlegging zal de Commissie een tweejarige informatiecampagne inzake passagiersrechten voeren, die van start gaat in 2010 en betrekking heeft op alle lidstaten.

Deze acties en doelstellingen kunnen op verschillende niveaus worden ondersteund (lokaal, regionaal, nationaal, Europees en internationaal), voor alle vervoerswijzen en transportgerelateerde sectoren en dit vanuit een technische, technologische, juridische, informatieve, ecologische, klimatologische en politieke invalshoek en teneinde duurzame ontwikkeling te stimuleren.

De luchtvaart is reeds lange tijd een van de sectoren waarover consumenteninstanties in de Unie de meeste klachten ontvangen. De toename van het aantal commerciële transacties langs elektronische weg (internet of mobiele telefoon) heeft het aantal schendingen van de Europese consumentenwetgeving alleen maar doen stijgen.

Een van de belangrijkste klachten van de consumenten van de Unie betreft het ontbreken van deugdelijke rechtsmiddelen op de luchthavens zelf, met name wanneer zich geschillen voordoen vanwege nalatigheid van luchtvaartmaatschappijen of andere dienstverleners. De Europese consumenten- en luchtvaartinstanties moeten daarom samenwerken om een snelle verbetering van de ondersteuning van reizigers en informatiefaciliteiten op luchthavens te waarborgen en tegelijkertijd te zorgen voor meer coregulering in de sector.

De volledige tenuitvoerlegging van het pakket inzake het gemeenschappelijk Europees luchtruim (vier basisverordeningen (EG) nr. 549/2004, (EG) nr. 550/2004, (EG) nr. 551/2004 en (EG) nr. 552/2004, en meer dan twintig uitvoeringsbesluiten) is een topprioriteit om de prestaties van de luchtnavigatiediensten en derhalve van de luchtvaart in Europa te verbeteren. De belangrijkste maatregel is de invoering van een prestatieregeling met bindende doelstellingen inzake veiligheid, kostenefficiëntie, milieu en capaciteit voor aanbieders van luchtnavigatiediensten, de eenmaking van het Europese luchtruim door de instelling van functionele luchtruimblokken en de invoering van op Europees niveau gecentraliseerde netwerkfuncties, waaronder ondersteuning in geval van een crisis op het niveau van het netwerk, de versterking van de capaciteit van de toezichthoudende autoriteiten op zowel lokaal (nationale toezichthoudende autoriteiten) als netwerkniveau, de invoering van een totale systeembenadering met aandacht voor de veiligheid op luchthavens en de beveiligingsaspecten en de invoering van nieuwe technologieën die voortvloeien uit onderzoek en ontwikkeling.

In het kader van de invoering van een gemeenschappelijk Europees luchtruim wordt een systeemcoördinator van functionele luchtruimblokken aangewezen.

Artikel 9 ter van Verordening (EG) nr. 550/2004 betreffende de verlening van luchtvaartnavigatiediensten in het gemeenschappelijk Europees luchtruim voorziet in de aanwijzing van een systeemcoördinator van functionele luchtruimblokken en daaropvolgende uitvoeringshandelingen.

Een beleid inzake de beveiliging van het vervoer over land moet worden ontwikkeld in samenhang met de opstelling van een mededeling over vervoersbeveiliging in 2012 en de latere tenuitvoerlegging daarvan.

Rechtsgronden

Taken voortvloeiend uit de institutionele prerogatieven van de Commissie, in de zin van artikel 49, lid 6, van het Financieel Reglement.

06 02 06     Marco Polo II-programma

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

62 844 000

24 187 314

64 200 000

26 661 012

63 814 593,93

27 382 488,66

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de uitvoering van een programma („Marco Polo II” genaamd) ter bevordering van alternatieven voor het internationale vrachtvervoer over de weg.

Het Marco Polo II-programma bevat vijf maatregelen om deze doelstelling te bereiken:

 

modal-shiftacties, die tot doel hebben op korte termijn een aanzienlijk deel van het wegverkeer te doen verschuiven naar andere, minder verzadigde vervoerswijzen;

 

katalysatoracties, die het mogelijk maken structurele marktobstakels te overwinnen dankzij de toepassing van nieuwe innoverende diensten;

 

gemeenschappelijke leeracties, die gericht zijn op het verbeteren van de samenwerking en het delen van knowhow en kennisontwikkeling in de logistieke sector;

 

acties om logistieke diensten van hoge kwaliteit te leveren, gebaseerd op de korte vaart, die vergelijkbaar zijn met autosnelwegen en daarom „snelwegen van de zee” worden genoemd;

 

verkeersvermijdingsacties, waarbij de industrie en de logistieke systemen een actieve rol spelen in één coherente strategie die tot doel heeft duurzame werkwijzen tot stand te brengen.

In de meeste nieuwe lidstaten zijn de infrastructuurnetwerken op het vlak van vervoer nog niet aangepast aan de toegenomen handelsstromen ten gevolge van de uitbreiding; in dergelijke gevallen vormt intermodaal vervoer de beste oplossing. Marco Polo II, de voortzetting van het succesvolle Marco Polo I-programma, beschikt dus nog over een ruime marge voor verbetering.

De subsidies voor commerciële acties op de markt voor goederenvervoersdiensten verschillen van de in het kader van de programma’s voor onderzoek en ontwikkeling en het programma voor de trans-Europese netwerken verleende steun. Marco Polo II bevordert modal-shiftprojecten in alle segmenten van de goederenmarkt, niet alleen op het vlak van gecombineerd vervoer.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten uit bijdragen van kandidaat-lidstaten of eventuele potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan voor deelname aan de uniale programma’s, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Een deel van het krediet zal worden gebruikt voor het herziene Marco Polo-programma en voor een specifiek programma voor de binnenvaart, waarbij rekening wordt gehouden met de milieubaten en specifieke kenmerken ervan en met de voordelen ervan voor kleine en middelgrote ondernemingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1692/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot instelling van het tweede Marco Polo-programma voor de toekenning van communautaire financiële bijstand om de milieuprestaties van het vrachtvervoerssysteem te verbeteren („Marco Polo II”) (PB L 328 van 24.11.2006, blz. 1).

06 02 07     Voltooiing van het Marco Polo-programma

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

453 626

p.m.

1 904 358

0,—

3 117 313,04

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten uit bijdragen van kandidaat-lidstaten of eventuele potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan voor deelname aan de uniale programma’s, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1382/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 juli 2003 betreffende de toekenning van communautaire financiële bijstand om de milieuprestaties van het vrachtvervoersysteem te verbeteren („Marco Polo-programma”) (PB L 196 van 2.8.2003, blz. 1).

06 02 08     Europees Spoorwegbureau

06 02 08 01   Europees Spoorwegbureau — Bijdrage voor titels 1 en 2

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

17 459 892

17 459 892

16 537 000

16 537 000

17 083 399,—

17 064 240,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke en personeelsuitgaven van het Bureau (titels 1 en 2).

Het Bureau stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van de financiële kaderregeling voor de in artikel 185 van het Financieel Reglement bedoelde organen worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van het Bureau is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 881/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 tot oprichting van een Europees Spoorwegbureau (Spoorwegbureauverordening) (PB L 164 van 30.4.2004, blz. 1).

Richtlijn 2004/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake de veiligheid op de communautaire spoorwegen (Spoorwegveiligheidsrichtlijn) (PB L 164 van 30.4.2004, blz. 44).

Richtlijn 2007/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 inzake de certificering van machinisten die locomotieven en treinen op het spoorwegsysteem van de Gemeenschap besturen (PB L 315 van 3.12.2007, blz. 51).

Richtlijn 2008/57/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Gemeenschap (PB L 191 van 18.7.2008, blz. 1).

06 02 08 02   Europees Spoorwegbureau — Bijdrage voor titel 3

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

7 027 508

7 027 508

7 838 000

7 838 000

6 976 753,—

6 968 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van het Bureau met betrekking tot het werkprogramma (titel 3).

Het Bureau stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van de financiële kaderregeling voor de in artikel 185 van het Financieel Reglement bedoelde organen worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2012 in totaal 25 007 000 EUR. Een bedrag van 520 000 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten, is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 24 487 400 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 881/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 tot oprichting van een Europees Spoorwegbureau (Spoorwegbureauverordening) (PB L 164 van 30.4.2004, blz. 1).

Richtlijn 2004/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake de veiligheid op de communautaire spoorwegen (Spoorwegveiligheidsrichtlijn) (PB L 164 van 30.4.2004, blz. 44).

Richtlijn 2007/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 inzake de certificering van machinisten die locomotieven en treinen op het spoorwegsysteem van de Gemeenschap besturen (PB L 315 van 3.12.2007, blz. 51).

Richtlijn 2008/57/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Gemeenschap (PB L 191 van 18.7.2008, blz. 1).

06 02 11     Beveiliging van het vervoer

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 300 000

2 086 677

2 200 000

2 190 012

2 150 936,86

1 459 624,56

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van de Commissie voor de verzameling en verwerking van alle mogelijke gegevens met het oog op de analyse, de omschrijving, de bevordering, de follow-up, de evaluatie en de tenuitvoerlegging van maatregelen en regelgeving die nodig zijn voor een versterkte beveiliging van het land-, zee- en luchtvervoer alsook voor de uitbreiding van deze maatregelen tot derde landen en voor de technische bijstand en specifieke opleidingsactiviteiten.

De actie zal vooral gericht zijn op de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van regelgeving op het gebied van de beveiliging van het vervoer, met als voornaamste doelstellingen:

 

maatregelen om kwaad opzet op vervoersgebied te voorkomen;

 

de harmonisatie van de wetgevingen en de technische normen alsook van de administratieve controlepraktijken met het oog op het waarborgen van de beveiliging van het vervoer;

 

de vaststelling van gemeenschappelijke indicatoren, methoden en doelstellingen met betrekking tot de beveiliging van de vervoerssector en de verzameling van de gegevens die daarvoor nodig zijn;

 

follow-up van de maatregelen van de lidstaten op het gebied van vervoersveiligheid, voor alle vervoersmodaliteiten;

 

internationale coördinatie op het gebied van vervoersveiligheid;

 

de bevordering van onderzoek op het gebied van de beveiliging van het vervoer.

Dit krediet dient met name ter dekking van de uitgaven voor de oprichting en de werking van een team van inspecteurs die toezien op de naleving van de veiligheidsregelgeving van de Unie in luchthavens, havens en havenfaciliteiten in de lidstaten, met in begrip van de uitbreiding naar derde landen en schepen onder de vlag van een lidstaat. Deze kosten omvatten de vergoedingen en reiskosten van de inspecteurs van de Commissie en de kosten van de inspecteurs uit de lidstaten die ten laste worden genomen overeenkomstig die regelgeving. Daarnaast zijn er nog de kosten van inspecteursopleidingen, voorbereidende vergaderingen en het voor de inspecties benodigde klein materieel.

Volgens de mededeling van de Commissie van 20 juli 2010„Naar een Europese verkeersveiligheidsruimte:beleidsrichtsnoeren inzake verkeersveiligheid 2011-2020” moet in de nieuwe beleidsoriëntaties voor verkeersveiligheid veel aandacht worden besteed aan de implementatie van verkeersregels. Een deel van deze kredieten dient voor een betere implementatie van de verkeersregels op niveau van de Unie door de oprichting van een netwerk van nationale verkeersveiligheidsautoriteiten met het oog op het geven van advies en het uitwisselen en delen van goede praktijken; en het versterken van scholing en van de zichtbaarheid van vooruitgang bij verkeersveiligheid. Dit netwerk bevordert de deelname, op niveau van de Unie, van onder andere verenigingen van slachtoffers van verkeersongevallen, openbare aanklagers en politiemensen die met verkeersveiligheid zijn belast, nationale verkeersveiligheidsobservatoria, deskundigen, universiteiten e.d. De dynamiek van dit netwerk zal mede bijdragen tot de oprichting van een Europese Vereniging van openbare aanklagers belast met verkeersveiligheid. Het vorige verkeersveiligheidsprogramma heeft niet geresulteerd in ontwikkeling van een effectieve Europese handhavingsstrategie, en dit vooral doordat er te weinig vooruitgang werd geboekt bij de voorstellen van de Commissie inzake grensoverschrijdende wetshandhaving. Er is uiteindelijk een akkoord bereikt met de Raad en overeenkomstig de tekst daarvan moet de Commissie in het kader van de in de desbetreffende uniale wetgeving voorziene volgende herziening een raadpleging organiseren van de relevante betrokken partijen, zoals verkeersveiligheids- en wethandhavingsautoriteiten, organisaties van slachtoffers en andere ngo's die op het gebied van verkeersveiligheid actief zijn.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 725/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de verbetering van de beveiliging van schepen en havenfaciliteiten (PB L 129 van 29.4.2004, blz. 6).

Richtlijn 2005/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 betreffende het verhogen van de veiligheid van havens (PB L 310 van 25.11.2005, blz. 28).

Verordening (EG) nr. 300/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2008 inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van de beveiliging van de burgerluchtvaart en (PB L 97 van 9.4.2008, blz. 72).

Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land (PB L 260 van 30.9.2008, blz. 13).

06 02 12     Proefproject — Veiligheid op het trans-Europese wegvervoersnetwerk

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

0,—

825 608,43

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van eerdere verbintenissen voor een proefproject inzake veiligheid op het trans-Europese wegvervoersnetwerk, met onder meer de aanleg van bewaakte parkeerplaatsen voor vrachtwagens aan de belangrijkste routes voor het wegvervoer in heel Europa en een certificeringsmechanisme, bijvoorbeeld in de vorm van een „blauwe vlag” voor veilige parkeerplaatsen voor vrachtwagens.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

06 02 13     Voorbereidende actie — Bevordering van het grensoverschrijdende verkeer via de overgangen aan de buitengrenzen in het noordoosten van de Unie (uit het oogpunt van verkeersveiligheid en de veiligheid in het algemeen)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

300 000

230 000

0,—

575 000,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de voorbereidende actie ter bevordering van de verkeersveiligheid en de veiligheid in het algemeen via de overgangen aan de buitengrenzen in het noordoosten van de Unie door het creëren van maximaal drie veilige parkeerplaatsen voor vrachtwagens met het oog op de verbetering van de verkeersveiligheid, de veiligheid van de chauffeurs en de ladingen, alsook het aanpakken van de milieu- en maatschappelijke problemen die veroorzaakt worden door lange files vrachtwagens aan grensovergangen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

06 02 14     Voorbereidende actie — Europese interface voor transportinformatie en boekingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 500 000

750 000

       

Toelichting

Deze voorbereidende actie heeft ten doel de bestaande lokale, regionale, nationale en internationale systemen voor reizigersinformatie te koppelen en het internationale publiek informatie te verstrekken en de mogelijkheid te geven om kaartjes te kopen via een enkele meertalige interface. Dit initiatief beoogt:

 

de totstandbrenging van een interface met Europese vervoersinformatie, die makkelijk toegankelijk is en passagiers in real-time informatie biedt over elke reis in Europa met welk vervoermiddel ook; deze interface kan ook informatie verstrekken over de rechten van passagiers en de milieuvoetafdruk van elke reis (CO2-uitstoot, brandstofverbruik, enz.) teneinde een vergelijking tussen vervoersmodaliteiten mogelijk te maken;

 

de vorming van een instrument om het online boeken van een reis in Europa makkelijker te maken, van een reisplanner, een instrument voor de berekening van reisprijzen, een instrument voor het beheer van beschikbaarheidsaanvragen en een instrument voor koppeling van tickets;

 

het met elkaar verbinden van internationale informatiesystemen voor reizigers.

De voorbereidende actie moet stoelen op Verordening (EG) nr. 454/2011 van de Commissie van 5 mei 2011 inzake technische specificaties voor interoperabiliteit van telematica-applicaties voor passagiersdiensten van het trans-Europese spoorsysteem (PB L 123 van 12.5.2011, blz. 11). In een eerste fase moet de voorbereidende actie enkel van toepassing zijn op een beperkt aantal landen, een beperkt aantal talen en een beperkt pakket gegevens. Het moet gebaseerd zijn op verschillende scenario’s die verschillende combinaties van vervoerwijzen presenteren. Er dient bijzondere aandacht te worden besteed aan het reserveren van assistentie voor personen met een beperkte mobiliteit.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

HOOFDSTUK 06 03 — TRANS-EUROPESE NETWERKEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

06 03

TRANS-EUROPESE NETWERKEN

06 03 01

Beëindiging van financiële steun aan projecten van gemeenschappelijk belang van het trans-Europese vervoersnetwerk

1.1

36 290 043

38 087 160

154 963,88

75 095 076,17

06 03 03

Financiële steun aan projecten van gemeenschappelijk belang van het trans-Europese vervoersnetwerk

1.1

1 275 406 119

714 278 771

1 178 200 000

771 264 988

1 003 872 263,17

743 627 543,46

06 03 05

Gemeenschappelijke Onderneming SESAR

1.1

50 000 000

40 826 298

50 000 000

47 608 950

50 000 000,—

19 000 000,—

 

Hoofdstuk 06 03 — Totaal

 

1 325 406 119

791 395 112

1 228 200 000

856 961 098

1 054 027 227,05

837 722 619,63

06 03 01     Beëindiging van financiële steun aan projecten van gemeenschappelijk belang van het trans-Europese vervoersnetwerk

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

36 290 043

38 087 160

154 963,88

75 095 076,17

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen voor het TEN-T-programma.

Het dient ter dekking van de afwikkeling van de tot 31 december 2006 gedane vastleggingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2236/95 van de Raad van 18 september 1995 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van trans-Europese netwerken (PB L 228 van 23.9.1995, blz. 1).

Beschikking nr. 1692/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 1996 betreffende communautaire richtsnoeren voor de ontwikkeling van een trans-Europees vervoersnetwerk (PB L 228 van 9.9.1996, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 876/2002 van de Raad van 21 mei 2002 tot oprichting van de gemeenschappelijke onderneming Galileo (PB L 138 van 28.5.2002, blz. 1).

Referentiebesluiten

Beschikking C(2001) 2654 van de Commissie van 19 september 2001 tot instelling van een indicatief meerjarenprogramma voor het verlenen van communautaire financiële bijstand op het gebied van het trans-Europese vervoersnetwerk voor de periode 2001-2006.

06 03 03     Financiële steun aan projecten van gemeenschappelijk belang van het trans-Europese vervoersnetwerk

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 275 406 119

714 278 771

1 178 200 000

771 264 988

1 003 872 263,17

743 627 543,46

Toelichting

Dit krediet dient tot bijdrage aan de totstandbrenging en ontwikkeling van het trans-Europese vervoersnetwerk (TEN-T), hetgeen als een essentieel beleid voor de goede werking van de interne markt en voor de economische en sociale samenhang wordt beschouwd (artikelen 170 tot en met 172 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie). Deze bijdrage wordt verleend in de vorm van een medefinanciering van projecten van gemeenschappelijk belang die in Besluit nr. 661/2010/EU zijn aangewezen.

De volgende doelstellingen worden nagestreefd:

 

bijdragen tot de vaststelling van projecten van gemeenschappelijk belang door het aantal onduidelijke of tegenstrijdige bepalingen in verband met verklaringen van gemeenschappelijk belang en de bindende toepassing van de milieuwetgeving te beperken;

 

de verwezenlijking van TEN-T projecten van gemeenschappelijk belang door de lidstaten bespoedigen door de nadruk te leggen op bestaande infrastructuur van TEN-T-spoorprojecten op korte termijn, met name wanneer reeds een begin is gemaakt met de uivoering van die projecten, teneinde de corridors levensvatbaarder en efficiënter te maken en niet zonder meer te wachten op de uitvoering op lange termijn van zeer grote projecten op deze corridors;

 

de financiële hinderpalen te boven komen die zich tijdens de opstartfase van een project kunnen voordoen, en met name door middel van haalbaarheidsstudies;

 

het gebruik van particuliere financieringsbronnen voor projecten en publiek-private samenwerking (PPP's) te stimuleren;

 

zorgen voor betere financieringsplannen voor de projecten door zo weinig mogelijk een beroep te doen op openbare middelen, dankzij de soepelheid van de regels voor steunverlening;

 

voorbeelden selecteren van regionale grensoverschrijdende spoorverbindingen die zijn ontmanteld of opgegeven, waarbij de voorkeur uitgaat naar verbindingen die kunnen aansluiten op TEN-T.

Medefinanciering van de tenuitvoerlegging van het Europese beheersysteem voor spoorvervoer (European Rail Traffic Management — ERTMS) moet hoge prioriteit hebben.

Er moet bijzondere aandacht worden besteed aan grensoverschrijdende spoorwegprojecten die bijdragen tot betere Europese verbindingen.

De Commissie moet in samenwerking met de EIB de opzet testen van nieuwe financiële instrumenten, zoals de instrumenten die gebaseerd zijn op kredietverbetering (portfolio first loss piece-benadering voor de FFOR op onderzoeksgebied), ter stimulering van de Europese markt voor projectobligaties voor de financiering van strategische trans-Europese infrastructuur. Net als PPP's bieden projectobligaties geen exclusieve oplossing voor de Europese budgettaire problemen. In een omgeving waarin regelgeving en zakelijke strategieën in de financiële sector aan snelle verandering onderhevig zijn, is een vroege test van dergelijke instrumenten nodig om flexibel te kunnen blijven en de beleidsinstrumenten te kunnen aanpassen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 680/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van de trans-Europese netwerken voor vervoer en energie (PB L 162 van 22.6.2007, blz. 1).

Besluit nr. 661/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 betreffende uniale richtsnoeren voor de ontwikkeling van een trans-Europees vervoersnet (PB L 204 van 5.8.2010, blz. 1).

Referentiebesluiten

Besluit C(2007) 6382 van de Commissie van 17 december 2007 betreffende de sluiting van een samenwerkingsovereenkomst tussen de Commissie en de Europese Investeringsbank met betrekking tot een leninggarantie-instrument voor TEN-T-vervoersprojecten.

06 03 05     Gemeenschappelijke Onderneming SESAR

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

50 000 000

40 826 298

50 000 000

47 608 950

50 000 000,—

19 000 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van acties met het oog op de implementatie van de technologische component van het beleid inzake het Europese gemeenschappelijke luchtruim (SESAR), met inbegrip van de werking van de Gemeenschappelijke Onderneming SESAR.

Rechtsgronden

Beschikking nr. 1692/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 1996 betreffende communautaire richtsnoeren voor de ontwikkeling van een trans-Europees vervoersnetwerk (PB L 228 van 9.9.1996, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 219/2007 van de Raad van 27 februari 2007 betreffende de oprichting van een gemeenschappelijke onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem (SESAR) (PB L 64 van 2.3.2007, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 680/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van de trans-Europese netwerken voor vervoer en energie (PB L 162 van 22.6.2007, blz. 1).

Besluit C(2007) 3512 van de Commissie van 23 juli 2007 tot vaststelling van het meerjarenwerkprogramma voor subsidies op het gebied van de trans-Europese netwerken voor de periode 2007-2013.

HOOFDSTUK 06 06 — ONDERZOEK IN VERBAND MET VERVOER

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

06 06

ONDERZOEK IN VERBAND MET VERVOER

06 06 02

Onderzoek in verband met vervoer (inclusief luchtvaart)

06 06 02 01

Onderzoek in verband met vervoer (inclusief luchtvaart)

1.1

p.m.

13 608 766

p.m.

7 807 868

38 671 340,61

13 536 411,70

06 06 02 02

Onderzoek in verband met vervoer (inclusief luchtvaart) — Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof (Fuel Cells and Hydrogen — FCH)

1.1

2 980 000

1 680 794

2 960 000

1 656 791

2 973 080,—

1 783 848,—

06 06 02 03

Gemeenschappelijke Onderneming SESAR

1.1

58 600 000

40 826 298

58 600 000

47 608 950

55 000 000,—

22 000 000,—

 

Artikel 06 06 02 — Subtotaal

 

61 580 000

56 115 858

61 560 000

57 073 609

96 644 420,61

37 320 259,70

06 06 04

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

2 419 434,62

4 093 140,03

06 06 05

Voltooiing van voorgaande programma’s

06 06 05 01

Voltooiing van programma’s van vóór 2003

1.1

p.m.

p.m.

0,—

304 266,07

06 06 05 02

Voltooiing van het zesde kaderprogramma (2003-2006) van de Europese Gemeenschap

1.1

6 668 295

7 046 125

245 139,39

33 153 930,43

 

Artikel 06 06 05 — Subtotaal

 

6 668 295

7 046 125

245 139,39

33 458 196,50

 

Hoofdstuk 06 06 — Totaal

 

61 580 000

62 784 153

61 560 000

64 119 734

99 308 994,62

74 871 596,23

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingslijnen van dit hoofdstuk.

Deze kredieten zullen worden gebruikt voor het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, dat de periode 2007-2013 bestrijkt.

Het kaderprogramma zal worden uitgevoerd met het oog op het bereiken van de algemene doelstellingen van artikel 179 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en is bedoeld als bijdrage tot de totstandbrenging van een kennissamenleving, op basis van een Europese onderzoeksruimte; daarbij zal grensoverschrijdende samenwerking op alle niveaus binnen de Europese Unie worden ondersteund, zullen de dynamiek, de creativiteit en het niveau van het Europese onderzoek aan het front van de kennis worden opgevoerd, zal het menselijke kapitaal in de sector onderzoek en technologie in Europa kwantitatief en kwalitatief worden versterkt, zal de onderzoeks- en innovatiecapaciteit in heel Europa worden verhoogd en zal worden gezorgd voor een optimaal gebruik daarvan.

Onder deze artikelen en posten vallen tevens de uitgaven voor door de Commissie georganiseerde vergaderingen, conferenties, workshops en colloquia op hoogwetenschappelijk en -technologisch niveau en van Europees belang, en voor de financiering van analysen en beoordelingen van hoogwetenschappelijk en -technologisch niveau die in opdracht van de Unie worden uitgevoerd om nieuwe onderzoeksgebieden waarop maatregelen van de Unie gewenst zijn, te verkennen, en met name in het kader van de Europese onderzoeksruimte, alsmede de activiteiten voor de follow-up en de verspreiding van de programmaresultaten, met inbegrip van de activiteiten uit hoofde van de voorgaande kaderprogramma’s.

Deze kredieten dekken tevens de administratieve uitgaven, waaronder de uitgaven voor personeel, de uitgaven voor voorlichting en publicaties, administratieve en technische werkzaamheden en bepaalde andere uitgaven voor interne infrastructuur in verband met de verwezenlijking van de doelstelling van de activiteit waarop zij betrekking hebben, inclusief de acties en initiatieven die nodig zijn om de strategie van de Unie inzake onderzoek en technologische ontwikkeling uit te werken en op te volgen.

Voor sommige van deze projecten bestaat de mogelijkheid dat derde landen of instituten uit derde landen deelnemen aan de Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek. Financiële bijdragen worden geboekt op de posten 6 0 1 3 en 6 0 1 5 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 18 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten van landen die zijn betrokken bij de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijke en technische onderzoek worden geboekt op post 6 0 1 6 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 18 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten uit bijdragen van kandidaat-lidstaten of eventuele potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan voor deelname aan de uniale programma’s, die worden opgevoerd op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten uit bijdragen van externe instanties aan activiteiten van de Unie worden geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 18 van het Financieel Reglement.

De extra kredieten zullen worden beschikbaar gesteld onder artikel 06 06 04.

06 06 02     Onderzoek in verband met vervoer (inclusief luchtvaart)

06 06 02 01   Onderzoek in verband met vervoer (inclusief luchtvaart)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

13 608 766

p.m.

7 807 868

38 671 340,61

13 536 411,70

Toelichting

Deze onderzoeksmaatregelen moeten gericht zijn op het leveren van een bijdrage aan de overschakeling op het vervoer per spoor, het openbaar vervoer, niet gemotoriseerd vervoer (fietsen/lopen) en waterwegen, alsmede op de veiligheid van het vervoer. Zij moeten gebaseerd worden op een benadering gericht op interoperabiliteit, intermodaliteit, veiligheid en integratie van duurzame ontwikkeling in het vervoersonderzoek (artikel 11 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie). Op gelijkaardige wijze moeten andere onderzoeksmaatregelen innoverende ontwikkelingen in de luchtvaart en op het gebied van luchtverkeersbeheer in heel Europa bevorderen.

Dit krediet dient ter dekking van acties die gericht zijn op:

 

de ontwikkeling van milieuvriendelijke en concurrerende vervoerssystemen en -middelen voor alle vervoerstakken (spoor, weg en binnenvaart) (ook intermodale duurzame mobiliteitketens, lopen-fietsen-openbaar/collectief vervoer-autodelen-carpooling in de context van stedelijke mobiliteit);

 

onderzoek op het gebied van verkeerscongestie, het beperken van de impact van het verkeer op de klimaatverandering, methoden voor een correctere berekening van de externe kosten van vervoer, en maatregelen om vervoermiddelen en infrastructuur beter toegankelijk te maken voor personen met beperkte mobiliteit;

 

implementatie van de technologische component van het beleid inzake het Europese gemeenschappelijke luchtruim (SESAR), gecombineerd met de Clean Sky-projecten, met opneming van vermindering van brandstofverbruik en klimaatverandering door vliegtuigen, rekening houdend met de mogelijke gevolgen van waterdampslierten voor het klimaat;

 

het in evenwicht brengen en integreren van de onderscheiden vervoerstakken;

 

het veiliger, efficiënter en concurrerender maken van het spoor-, weg- en maritieme vervoer;

 

ondersteuning van het Europese duurzame vervoersbeleid, waarbij prioriteit wordt gegeven aan het halen van de uniale streefcijfers voor CO2 en olieverbruik van respectievelijk 20 % en 30 % voor 2020 in deze sector.

 

de ontwikkeling van alternatieve brandstoffen en nieuwe motoren ondersteunen door gezamenlijk onderzoek met de nadruk op grootschalige demonstratieprojecten voor alle vervoerswijzen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

06 06 02 02   Onderzoek in verband met vervoer (inclusief luchtvaart) — Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof (Fuel Cells and Hydrogen — FCH)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 980 000

1 680 794

2 960 000

1 656 791

2 973 080,—

1 783 848,—

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming FCH draagt bij tot de uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) en met name de thema’s „Energie”, „Nanowetenschappen, nanotechnologieën, materialen en nieuwe productietechnologieën”, „Milieu (met inbegrip van klimaatverandering)” en „Vervoer (met inbegrip van luchtvaart)” van het specifieke programma „Samenwerking”. Zij heeft de volgende taken: de opdracht om Europa wereldwijd een voortrekkersrol te laten spelen op het gebied van brandstofcel- en waterstoftechnologieën en de marktdoorbraak van deze technologieën mogelijk te maken, waarbij men commerciële marktkrachten de substantiële potentiële publieke voordelen laat aansturen; de gecoördineerde ondersteuning van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (OTO&D) in de lidstaten en met het zevende kaderprogramma geassocieerde landen (hierna „geassocieerde landen” genoemd) om markttekortkomingen te ondervangen, richt zich op de ontwikkeling van markttoepassingen en vergemakkelijkt daardoor extra industriële inspanningen voor een snelle toepassing van brandstofcel- en waterstoftechnologieën; de ondersteuning van de uitvoering van de onderzoeksprioriteiten van het Joint Technology Inititative (JTI) over brandstofcellen en waterstof, met name door het toekennen van subsidies na vergelijkende uitnodigingen tot het indienen van voorstellen; de stimulering van verhoogde publieke en private onderzoeksinvesteringen in brandstofcel- en waterstoftechnologieën in de lidstaten en de geassocieerde landen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

Verordening (EG) nr. 521/2008 van de Raad van 30 mei 2008 betreffende de oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof (PB L 153 van 12.6.2008, blz. 1).

06 06 02 03   Gemeenschappelijke Onderneming SESAR

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

58 600 000

40 826 298

58 600 000

47 608 950

55 000 000,—

22 000 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de ontwikkelingsfase van het SESAR-programma voor de invoering van de technologische compoment van het Single European Sky beleid (SESAR), met inbegrip van de werking van de Gemeenschappelijke Onderneming SESAR.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

Verordening (EG) nr. 219/2007 van de Raad van 27 februari 2007 betreffende de oprichting van een gemeenschappelijke onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem (SESAR) (PB L 64 van 2.3.2007, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1361/2008 van de Raad van 16 december 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 219/2007 betreffende de oprichting van een gemeenschappelijke onderneming voor de realisering van het Europese nieuwe generatie luchtverkeersbeveiligingssysteem (SESAR) (PB L 352 van 31.12.2008, blz. 12).

06 06 04     Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

2 419 434,62

4 093 140,03

Toelichting

Dit artikel dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding kunnen geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

06 06 05     Voltooiing van voorgaande programma’s

06 06 05 01   Voltooiing van programma’s van vóór 2003

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

0,—

304 266,07

Toelichting

Deze post dient ter dekking van eerdere vastleggingen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit 87/516/Euratom, EEG van de Raad van 28 september 1987 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1987-1991) (PB L 302 van 24.10.1987, blz. 1).

Besluit 90/221/Euratom, EEG van de Raad van 23 april 1990 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 117 van 8.5.1990, blz. 28).

Besluit 93/167/Euratom, EEG van de Raad van 15 maart 1993 tot aanpassing van Besluit 90/221/Euratom, EEG betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 69 van 20.3.1993, blz. 43).

Besluit nr. 1110/94/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 april 1994 betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 126 van 18.5.1994, blz. 1).

Besluit nr. 616/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 1996 tot aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998), in verband met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie (PB L 86 van 4.4.1996, blz. 69).

Besluit nr. 2535/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 1 december 1997 tot tweede aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 347 van 18.12.1997, blz. 1).

Besluit nr. 182/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 december 1998 betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1998-2002) (PB L 26 van 1.2.1999, blz. 1).

06 06 05 02   Voltooiing van het zesde kaderprogramma (2003-2006) van de Europese Gemeenschap

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

6 668 295

7 046 125

245 139,39

33 153 930,43

Toelichting

Deze post dient ter dekking van eerdere vastleggingen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1513/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, ter bevordering van de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte en van innovatie (2002-2006) (PB L 232 van 29.8.2002, blz. 1).

Beschikking 2002/834/EG van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie: „Integratie en versterking van de Europese onderzoeksruimte” (2002-2006) (PB L 294 van 29.10.2002, blz. 1).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

 

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL MOBILITEIT EN VERVOER

 

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL MOBILITEIT EN VERVOER

TITEL 07

MILIEU- EN KLIMAATMAATREGELEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2012 en 2011) en van de uitvoering (2010)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

07 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MILIEU- EN KLIMAATMAATREGELEN”

96 003 707

96 003 707

93 845 213

93 845 213

91 932 419,74

91 932 419,74

Reserves (40 01 40)

89 800

89 800

44 853

44 853

   
 

96 093 507

96 093 507

93 890 066

93 890 066

91 932 419,74

91 932 419,74

07 02

MONDIALE MILIEUZAKEN

2 150 000

3 364 234

3 150 000

3 785 230

2 463 552,27

2 970 467,96

07 03

ONTWIKKELING EN UITVOERING VAN HET MILIEUBELEID EN DE MILIEUWETGEVING VAN DE UNIE

364 981 896

269 622 255

347 105 327

273 350 327

331 430 848,58

240 299 095,98

Reserves (40 02 41)

4 184 040

4 184 040

       
 

369 165 936

273 806 295

347 105 327

273 350 327

331 430 848,58

240 299 095,98

07 11

MONDIALE KLIMAATMAATREGELEN

900 000

859 103

675 882

809 352

597 602,86

769 957,18

07 12

UITVOERING VAN HET BELEID EN DE WETGEVING VAN DE UNIE INZAKE KLIMAATMAATREGELEN

19 300 000

15 171 404

17 600 000

15 000 000

11 062 637,73

9 176 221,36

07 13

MAINSTREAMING EN INNOVATIE INZAKE KLIMAATBELEID

5 000 000

3 750 000

6 000 000

2 500 000

   
 

Titel 07 — Totaal

488 335 603

388 770 703

468 376 422

389 290 122

437 487 061,18

345 148 162,22

Reserves (40 01 40, 40 02 41)

4 273 840

4 273 840

44 853

44 853

   
 

492 609 443

393 044 543

468 421 275

389 334 975

437 487 061,18

345 148 162,22

HOOFDSTUK 07 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MILIEU- EN KLIMAATMAATREGELEN”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

07 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MILIEU- EN KLIMAATMAATREGELEN”

07 01 01

Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Milieu- en klimaatmaatregelen”

5

60 955 506

59 013 025

60 245 668,73

Reserves (40 01 40)

   

44 853

 
   

60 955 506

59 057 878

60 245 668,73

07 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Milieu- en klimaatmaatregelen”

07 01 02 01

Extern personeel

5

5 521 692

6 363 683

5 310 450,90

07 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5

5 926 675

6 292 416

6 861 000,74

Reserves (40 01 40)

 

89 800

   
   

6 016 475

6 292 416

6 861 000,74

 

Artikel 07 01 02 — Subtotaal

 

11 448 367

12 656 099

12 171 451,64

Reserves (40 01 40)

 

89 800

   
   

11 538 167

12 656 099

12 171 451,64

07 01 03

Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten voor het beleidsterrein „Milieu en klimaatmaatregelen”

5

4 099 834

4 276 089

4 675 291,53

07 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Milieu- en klimaatmaatregelen”

07 01 04 01

Life+ (Financieel instrument voor het milieu — 2007-2013) — Uitgaven voor administratief beheer

2

17 200 000

15 800 000

13 391 338,85

07 01 04 04

Bijdrage aan internationale activiteiten inzake milieu en klimaatverandering — Uitgaven voor administratief beheer

4

300 000

300 000

284 204,74

07 01 04 05

Uitvoering van het beleid en de wetgeving van de Unie inzake klimaatmaatregelen — Uitgaven voor administratief beheer

2

2 000 000

1 800 000

1 164 464,25

 

Artikel 07 01 04 — Subtotaal

 

19 500 000

17 900 000

14 840 007,84

 

Hoofdstuk 07 01 — Totaal

 

96 003 707

93 845 213

91 932 419,74

Reserves (40 01 40)

 

89 800

44 853

 
   

96 093 507

93 890 066

91 932 419,74

07 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Milieu- en klimaatmaatregelen”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

07 01 01

60 955 506

59 013 025

60 245 668,73

Reserves (40 01 40)

 

44 853

 

Totaal

60 955 506

59 057 878

60 245 668,73

07 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Milieu- en klimaatmaatregelen”

07 01 02 01   Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

5 521 692

6 363 683

5 310 450,90

07 01 02 11   Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

07 01 02 11

5 926 675

6 292 416

6 861 000,74

Reserves (40 01 40)

89 800

   

Totaal

6 016 475

6 292 416

6 861 000,74

07 01 03     Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten voor het beleidsterrein „Milieu en klimaatmaatregelen”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

4 099 834

4 276 089

4 675 291,53

07 01 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Milieu- en klimaatmaatregelen”

07 01 04 01   Life+ (Financieel instrument voor het milieu — 2007-2013) — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

17 200 000

15 800 000

13 391 338,85

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten van de technische ondersteuning van de selectie, monitoring, beoordeling en audit van projecten in het kader van het Life+-programma (inclusief niet-gouvernementele organisaties) die steun krijgen via exploitatiesubsidies), alsook de monitoring, beoordeling en audit van lopende Life III-projecten;

 

uitgaven voor publicaties en activiteiten ter verspreiding van de resultaten en beste praktijken voortvloeiend uit Life- en Life+-projecten, waardoor de duurzaamheid daarvan wordt ondersteund, alsook vergaderingen van deskundigen en begunstigden van projecten (advies inzake projectbeheer, networking en het uitwisselen van resultaten en beste praktijken);

 

uitgaven voor de ontwikkeling, het onderhoud, de exploitatie en de ondersteuning van passende informatietechnologiesystemen voor communicatie, selectie, monitoring en rapportage in verband met projecten, en voor de verspreiding van de resultaten van projecten;

 

uitgaven voor de ontwikkeling, het onderhoud, de exploitatie en de ondersteuning (hardware, software en diensten) van informatietechnologiesystemen die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen van het programma, in het gemeenschappelijk belang van de Commissie en de begunstigden en belanghebbenden;

 

uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, beoordelingen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstellingen van het Life+-programma of onder deze post vallende maatregelen, alsmede uitgaven voor technische en administratieve bijstand (overheidstaken uitgezonderd) die door de Commissie wordt uitbesteed in het kader van ad-hocdienstverleningscontracten tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie.

Eventuele ontvangsten uit bijdragen van kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan voor deelname aan de uniale programma’s, die worden geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie artikel 07 03 07.

07 01 04 04   Bijdrage aan internationale activiteiten inzake milieu en klimaatverandering — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

300 000

300 000

284 204,74

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter dekking van uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, informatietechnologie, informatie en publicaties die rechtstreeks samenhangen met het bereiken van de doelstellingen van de onder deze post vallende activiteiten, alsook eventuele andere uitgaven voor technische en administratieve ondersteuning (overheidstaken uitgezonderd) die door de Commissie in het kader van dienstverleningscontracten ad hoc wordt uitbesteed.

Rechtsgronden

Zie artikel 07 02 01 en 07 11 01.

07 01 04 05   Uitvoering van het beleid en de wetgeving van de Unie inzake klimaatmaatregelen — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

2 000 000

1 800 000

1 164 464,25

Toelichting

Dit krediet in het kader van het Life+-programma dient ter dekking van:

 

uitgaven voor ontwikkeling, exploitatie en ondersteuning (hardware, software en diensten) van informatietechnologiesystemen die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen van het Life+-programma op het gebied van klimaatactie, met name het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap, en informatietechnologiesystemen voor de tenuitvoerlegging van wetgeving ter bescherming van de ozonlaag;

 

uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, beoordelingen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstellingen van het Life+-programma of onder deze post vallende maatregelen op het gebied van klimaatactie, alsmede uitgaven voor technische en administratieve bijstand (overheidstaken uitgezonderd) die door de Commissie wordt uitbesteed in het kader van ad-hocdienstverleningscontracten tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie.

Eventuele ontvangsten uit bijdragen van kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan voor deelname aan de uniale programma’s, die worden geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie artikel 07 12 01.

HOOFDSTUK 07 02 — MONDIALE MILIEUZAKEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

07 02

MONDIALE MILIEUZAKEN

07 02 01

Bijdrage aan multilaterale en internationale activiteiten op milieugebied

4

2 150 000

1 825 594

2 150 000

2 047 185

1 963 552,27

1 854 347,15

07 02 02

Voltooiing van LIFE (Europees financieel instrument voor het milieu — 2000-2006) — Acties buiten het grondgebied van de Unie

4

238 640

238 045

0,—

616 120,81

07 02 03

Proefproject — Milieumonitoring van het Zwarte Zeebekken en een gemeenschappelijk Europees kaderprogramma voor de ontwikkeling van de Zwarte Zeeregio

4

700 000

500 000

0,—

500 000,—

07 02 04

Voorbereidende actie — Milieumonitoring van het Zwarte Zeebekken en een gemeenschappelijk Europees kaderprogramma voor de ontwikkeling van de Zwarte Zeeregio

4

p.m.

600 000

1 000 000

1 000 000

500 000,—

0,—

 

Hoofdstuk 07 02 — Totaal

 

2 150 000

3 364 234

3 150 000

3 785 230

2 463 552,27

2 970 467,96

07 02 01     Bijdrage aan multilaterale en internationale activiteiten op milieugebied

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 150 000

1 825 594

2 150 000

2 047 185

1 963 552,27

1 854 347,15

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van verplichte en vrijwillige bijdragen aan een aantal internationale conventies, protocollen en overeenkomst waarbij de Unie partij is, alsmede aan het voorbereidende werk met betrekking tot toekomstige internationale overeenkomsten waarbij de Unie betrokken is.

Rechtsgronden

Acties die worden uitgevoerd door de Commissie in het kader van de taken die voortvloeien uit haar prerogatieven op institutioneel niveau op grond van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en op grond van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Besluit 77/585/EEG van de Raad van 25 juli 1977 houdende sluiting van het Verdrag inzake de bescherming van de Middellandse Zee tegen verontreiniging alsmede van het Protocol inzake de voorkoming van verontreiniging van de Middellandse Zee door storten vanuit schepen en luchtvaartuigen (PB L 240 van 19.9.1977, blz. 1).

Besluit 81/462/EEG van de Raad van 11 juni 1981 met betrekking tot de sluiting van het Verdrag betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand (PB L 171 van 27.6.1981, blz. 11).

Besluit 82/72/EEG van de Raad van 3 december 1981 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake het behoud van wilde dieren en planten en hun natuurlijk milieu in Europa (PB L 38 van 10.2.1982, blz. 1).

Besluit 82/461/EEG van de Raad van 24 juni 1982 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake de bescherming van trekkende wilde diersoorten (PB L 210 van 19.7.1982, blz. 10) en daarmee samenhangende overeenkomsten.

Besluit 84/358/EEG van de Raad van 28 juni 1984 betreffende de sluiting van de Overeenkomst inzake samenwerking bij het bestrijden van verontreiniging van de Noordzee door olie en andere schadelijke stoffen (PB L 188 van 16.7.1984, blz. 7).

Besluit 86/277/EEG van de Raad van 12 juni 1986 betreffende de sluiting van het Protocol bij het Verdrag van 1979 betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand aangaande de langlopende financiering van het programma voor samenwerking inzake de bewaking en evaluatie van het transport van luchtverontreinigende stoffen over lange afstand in Europa (PB L 181 van 4.7.1986, blz. 1).

Besluit 93/98/EEG van de Raad van 1 februari 1993 betreffende de sluiting namens de Gemeenschap van het Verdrag inzake de beheersing van de grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen en de verwijdering ervan (Verdrag van Bazel) (PB L 39 van 16.2.1993, blz. 1).

Besluit 93/550/EEG van de Raad van 20 oktober 1993 betreffende de sluiting van de Overeenkomst inzake samenwerking bij de bescherming van de kusten en het aquatische milieu van het Noordoost-Atlantische gebied tegen verontreiniging (PB L 267 van 28.10.1993, blz. 20).

Besluit 93/626/EEG van de Raad van 25 oktober 1993 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake biologische diversiteit (PB L 309 van 13.12.1993, blz. 1).

Besluit 94/156/EG van de Raad van 21 februari 1994 betreffende de toetreding van de Gemeenschap tot het Verdrag ter bescherming van het mariene milieu in het Oostzeegebied 1974 (Verdrag van Helsinki) (PB L 73 van 16.3.1994, blz. 1).

Beschikking van de Raad van 27 juni 1997 betreffende de sluiting namens de Gemeenschap van het Verdrag inzake milieueffectrapportage in grensoverschrijdend verband (ESPOO-verdrag) (voorstel PB C 104 van 24.4.1992, blz. 5; beschikking niet gepubliceerd).

Besluit 97/825/EG van de Raad van 24 november 1997 betreffende de sluiting namens de Gemeenschap van het Verdrag inzake samenwerking voor de bescherming en het duurzaam gebruik van de Donau (PB L 342 van 12.12.1997, blz. 18).

Besluit 98/216/EG van de Raad van 9 maart 1998 met betrekking tot de sluiting, namens de Gemeenschap, van het Verdrag van de Verenigde Naties ter bestrijding van woestijnvorming in de landen die te kampen hebben met ernstige droogte en/of woestijnvorming, in het bijzonder in Afrika (PB L 83 van 19.3.1998, blz. 1).

Besluit 98/249/EG van de Raad van 7 oktober 1997 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake de bescherming van het mariene milieu in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (PB L 104 van 3.4.1998, blz. 1).

Besluit 98/685/EG van de Raad van 23 maart 1998 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake de grensoverschrijdende gevolgen van industriële ongevallen (PB L 326 van 3.12.1998, blz. 1).

Besluit 2000/706/EG van de Raad van 7 november 2000 betreffende de sluiting namens de Gemeenschap van het Verdrag inzake de bescherming van de Rijn (PB L 289 van 16.11.2000, blz. 30).

Besluit 2002/628/EG van de Raad van 25 juni 2002 inzake de sluiting namens de Europese Gemeenschap van het Protocol van Cartagena inzake bioveiligheid (PB L 201 van 31.7.2002, blz. 48).

Besluit 2003/106/EG van de Raad van 19 december 2002 inzake de sluiting namens de Europese Gemeenschap van het Verdrag van Rotterdam inzake de procedure met betrekking tot voorafgaande toestemming (PIC) ten aanzien van bepaalde chemische stoffen en pesticiden in de internationale handel (PB L 63 van 6.3.2003, blz. 27).

Besluit 2004/259/EG van de Raad van 19 februari 2004 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van het Protocol inzake persistente organische verontreinigende stoffen bij het Verdrag van 1979 betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand (PB L 81 van 19.3.2004, blz. 35).

Besluit 2005/370/EG van de Raad van 17 februari 2005 betreffende het sluiten, namens de Europese Gemeenschap, van het Verdrag betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden (PB L 124 van 17.5.2005, blz. 1).

Besluit 2006/61/EG van de Raad van 2 december 2005 inzake de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, van het VN-ECE-Protocol betreffende registers inzake de uitstoot en overbrenging van verontreinigende stoffen (PB L 32 van 4.2.2006, blz. 54).

Besluit 2006/507/EG van de Raad van 14 oktober 2004 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van het Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen (PB L 209 van 31.7.2006, blz. 1).

Besluit 2006/871/EG van de Raad van 18 juli 2005 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst ter instandhouding van de Afrikaanse en Euraziatische trekkende watervogels (PB L 345 van 8.12.2006, blz. 24).

Besluit 2008/871/EG van de Raad van 20 oktober 2008 betreffende de goedkeuring namens de Europese Gemeenschap van het Protocol betreffende strategische milieueffectrapportage bij het VN/ECE-Verdrag van Espoo inzake milieueffectrapportage in grensoverschrijdend verband van 1991 (PB L 308 van 19.11.2008, blz. 33).

Besluit 2010/655/EU van de Raad van 19 oktober 2010 betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van het Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst inzake samenwerking bij de bescherming van de kusten en het aquatische milieu van het Noordoost-Atlantische gebied tegen verontreiniging (PB L 285 van 30.10.2010, blz. 1).

07 02 02     Voltooiing van LIFE (Europees financieel instrument voor het milieu — 2000-2006) — Acties buiten het grondgebied van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

238 640

238 045

0,—

616 120,81

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter dekking van betalingen voor nog openstaande vastleggingen van voorgaande jaren welke voortvloeien uit de algemene doelstellingen van het Life III-programma — „LIFE-Derde landen”.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1655/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 betreffende het financieringsinstrument voor het milieu (Life) (PB L 192 van 28.7.2000, blz. 1).

07 02 03     Proefproject — Milieumonitoring van het Zwarte Zeebekken en een gemeenschappelijk Europees kaderprogramma voor de ontwikkeling van de Zwarte Zeeregio

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

700 000

500 000

0,—

500 000,—

Toelichting

Dit project dient ter bevordering van maatregelen voor een reguliere monitoring van de kwaliteit van het mariene en het kustmilieu, alsmede de bestrijding van de vervuiling in de Zwarte Zeeregio. De algemene doelstellingen zijn:

 

de verschaffing van een basis voor onderzoek en studies naar de vervuiling van het mariene en kustmilieu; studies naar de gevolgen van vervuiling voor de biodiversiteit en de werkgelegenheid die afhankelijk is van het mariene en kustmilieu;

 

ontwikkelen van nieuwe technologieën voor milieubescherming en snelle opruiming van vervuiling;

 

ontwerpen en doorvoeren van een geïntegreerd monitoringsysteem voor zee en kust in de regio;

 

oprichting van een netwerk van faciliteiten voor dynamische monitoring met remote sensing van het systeem „zee-kust-rivier”;

 

mensen opleiden voor en personeel voorbereiden op de feitelijke uitvoering van activiteiten in verband met monitoring.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

07 02 04     Voorbereidende actie — Milieumonitoring van het Zwarte Zeebekken en een gemeenschappelijk Europees kaderprogramma voor de ontwikkeling van de Zwarte Zeeregio

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

600 000

1 000 000

1 000 000

500 000,—

0,—

Toelichting

De actie dient ter bevordering van maatregelen om de vervuiling en de achteruitgang van de biodiversiteit in de Zwarte Zeeregio te bestrijden en de negatieve gevolgen van de aantasting van het milieu tegen te gaan.

De algemene doelstellingen zijn:

 

mensen opleiden voor en personeel voorbereiden op de feitelijke uitvoering van activiteiten in verband met monitoring;

 

onderzoek verrichten naar vervuiling en naar biodiversiteit van het mariene en kustmilieu;

 

nieuwe technologieën voor milieubescherming ontwikkelen;

 

een geïntegreerd systeem voor de bewaking van het mariene en kustmilieu in de regio ontwerpen en doorvoeren;

 

beschermde mariene gebieden afbakenen en efficiënt beheren;

 

bijdragen aan het waterbeheer in de regio, inclusief via innovatieve en kosteneffectieve methoden om de drinkwatervoorziening te verbeteren, in samenwerking met andere gebieden die met waterschaarste te kampen hebben, zoals het Middellandse Zeegebied.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

HOOFDSTUK 07 03 — ONTWIKKELING EN UITVOERING VAN HET MILIEUBELEID EN DE MILIEUWETGEVING VAN DE UNIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

07 03

ONTWIKKELING EN UITVOERING VAN HET MILIEUBELEID EN DE MILIEUWETGEVING VAN DE UNIE

07 03 01

Voltooiing van de bescherming van de bossen

2

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

1 102 784,97

07 03 03

Voltooiing van Life III (Financieel instrument voor het milieu — 2000-2006) — Acties op het grondgebied van de Unie — Deel I (natuurbescherming)

2

9 482 128

21 000 000

0,—

23 822 303,18

07 03 04

Voltooiing van Life III (Financieel instrument voor het milieu — 2000-2006) — Acties op het grondgebied van de Unie — Deel II (milieubescherming)

2

1 896 426

8 500 000

46 814,30

11 096 924,15

07 03 05

Afwikkeling van de financiële instrumenten Life I (1991-1995) en Life II (1996-1999) — Projecten op het grondgebied van de Unie — Deel I (natuurbescherming) en deel II (milieubescherming)

2

0,—

0,—

07 03 06

Voltooiing van bewustmakings- en andere algemene activiteiten in verband met communautaire actieprogramma’s op milieugebied

2

p.m.

125 000

0,—

107 408,—

07 03 07

Life+ (Financieel Instrument voor het milieu — 2007-2013)

2

316 255 000

208 606 805

305 000 000

200 000 000

283 256 973,43

161 093 663,92

07 03 09

Bijdrage aan het Europees Milieuagentschap

07 03 09 01

Europees Milieuagentschap — Bijdrage aan titels 1 en 2

2

22 598 731

22 598 731

21 557 000

21 557 000

22 961 423,33

22 961 423,33

07 03 09 02

Europees Milieuagentschap — Bijdrage aan titel 3

2

13 128 165

13 128 165

13 548 327

13 548 327

17 617 930,52

18 237 346,52

 

Artikel 07 03 09 — Subtotaal

 

35 726 896

35 726 896

35 105 327

35 105 327

40 579 353,85

41 198 769,85

07 03 10

Voorbereidende actie — Natura 2000

2

160 000

0,—

709 248,10

07 03 11

Proefproject — Bescherming en instandhouding van de bossen

2

p.m.

900 000

0,—

0,—

07 03 12

Voorbereidende actie — Toekomstige rechtsgrond betreffende geharmoniseerde EU-informatie over bossen

2

1 000 000

500 000

   

0,—

0,—

07 03 13

Voorbereidende actie — Een geïntegreerd systeem voor communicatie en risicobeheer in kustgebieden

2

400 000

p.m.

0,—

298 542,—

07 03 15

Proefproject — Handel in zwaveldioxide- en stikstofoxide-emissierechten in de Oostzeeregio

2

p.m.

160 000

0,—

139 895,—

07 03 16

Proefproject — Preventieve acties voor het tegengaan van verwoestijning in Europa

2

900 000

p.m.

800 000

1 477 266,—

0,—

07 03 17

Voorbereidende actie — Klimaat van het Karpatische bassin

2

1 400 000

p.m.

1 650 000

2 000 000,—

269 875,—

07 03 18

Proefproject — Recycling van oude schepen die niet voor visserij worden gebruikt

2

200 000

1 000 000

200 000

304 120,—

0,—

07 03 19

Proefproject — Economische verliezen als gevolg van grote hoeveelheden „niet-betaald water” (NRW — non-revenue water) in steden

2

300 000

p.m.

600 000

1 000 000,—

0,—

07 03 21

Proefproject — Certificering van koolstofarme landbouwpraktijken

2

400 000

p.m.

300 000

1 000 000,—

0,—

07 03 22

Proefproject — Complex onderzoek naar methoden om de verspreiding van ambrosia en pollenallergie tegen te gaan

2

700 000

p.m.

750 000

1 500 000,—

0,—

07 03 24

Proefproject — Een Europees terugbetalingsstelsel voor aluminium drankblikjes

2

110 000

p.m.

100 000

266 321,—

79 896,30

07 03 25

Voltooiing van de ontwikkeling van nieuwe beleidsinitiatieven

2

p.m.

p.m.

0,—

379 785,51

07 03 26

Proefproject — Literatuuronderzoek naar de mogelijke gevolgen van de klimaatverandering voor beschermde drinkwatergebieden in de Unie en prioriteitsstelling met betrekking tot de verschillende typen van drinkwatervoorziening

2

p.m.

250 000

500 000

250 000

   

07 03 27

Voorbereidende actie — BEST-regeling (vrijwillige regeling voor diensten op het gebied van biodiversiteit en ecosystemen in landen en gebieden overzee en de ultraperifere regio’s van de Unie)

2

2 000 000

2 000 000

2 000 000

1 000 000

   

07 03 28

Proefproject — Recyclagecyclus van plastic en impact op het mariene milieu

2

p.m.

500 000

1 000 000

500 000

   

07 03 29

Voorbereidende actie — Ontwikkeling van preventieve acties voor het tegengaan van verwoestijning in Europa

2

1 000 000

1 000 000

1 000 000

500 000

   

07 03 30

Proefproject — Atmosferische neerslag — Bescherming en efficiënt gebruik van zoet water

2

1 500 000

750 000

       

07 03 31

Proefproject — Vergelijkende studie van de drukfactoren en maatregelen binnen de belangrijkste stroomgebiedbeheersplannen in de Unie

2

p.m.

750 000

1 500 000

750 000

   

07 03 32

Proefproject — Langetermijngevolgen van koolstofneutrale huisvesting voor afvalwatersystemen

2

1 500 000

750 000

       

07 03 33

Proefproject — Terugwinning van zwerfafval op zee

2

1 000 000

500 000

       

07 03 34

Proefproject — Beschikbaarheid, gebruik en duurzaamheid van water voor de productie van nucleaire en fossiele energie

2

500 000

250 000

       

07 03 35

Proefproject — Nieuwe kennis voor een geïntegreerd beheer van menselijke activiteiten op zee

2

2 000 000

1 000 000

       

07 03 60

Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten in verband met de biocidenwetgeving — Bijdrage van rubriek 2

07 03 60 01

Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten in verband met de biocidenwetgeving — Bijdrage voor titels 1 en 2 van rubriek 2

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

   

Reserves (40 02 41)

 

1 491 930

1 491 930

       
   

1 491 930

1 491 930

p.m.

p.m.

   

07 03 60 02

Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten in verband met de biocidenwetgeving — Bijdrage voor titel 3 van rubriek 2

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

   

Reserves (40 02 41)

 

1 236 510

1 236 510

       
   

1 236 510

1 236 510

p.m.

p.m.

   
 

Artikel 07 03 60 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

   

Reserves (40 02 41)

 

2 728 440

2 728 440

       
   

2 728 440

2 728 440

p.m.

p.m.

   

07 03 70

Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten op het vlak van wetgeving inzake in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen

07 03 70 01

Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten op het vlak van wetgeving inzake in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen — Bijdrage voor titels 1 en 2

2

p.m.

p.m.

       

Reserves (40 02 41)

 

345 214

345 214

       
   

345 214

345 214

       

07 03 70 02

Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten op het vlak van wetgeving inzake in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen — Bijdrage voor titel 3

2

p.m.

p.m.

       

Reserves (40 02 41)

 

1 110 386

1 110 386

       
   

1 110 386

1 110 386

       
 

Artikel 07 03 70 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

       

Reserves (40 02 41)

 

1 455 600

1 455 600

       
   

1 455 600

1 455 600

       

07 03 71

Voorbereidende actie — RECAP: recycling op lokale schaal van intern plastic afval dat wordt geproduceerd door belangrijke polymeerverwerkende regio's van de Unie

2

1 500 000

750 000

       

07 03 72

Proefproject — Efficiënt beheer van grondstoffen in de praktijk — Een gesloten mineralencyclus

2

1 000 000

500 000

       
 

Hoofdstuk 07 03 — Totaal

 

364 981 896

269 622 255

347 105 327

273 350 327

331 430 848,58

240 299 095,98

Reserves (40 02 41)

 

4 184 040

4 184 040

       
   

369 165 936

273 806 295

347 105 327

273 350 327

331 430 848,58

240 299 095,98

07 03 01     Voltooiing van de bescherming van de bossen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

1 102 784,97

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter dekking van betalingen voor nog openstaande vastleggingen van voorgaande jaren welke voortvloeien uit maatregelen en acties ter bewaking van de effecten van luchtverontreiniging op bossen, bewaking van bosbranden alsmede informatie- en gegevensvergaring over bosecosystemen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2152/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake de bewaking van bossen en milieu-interacties in de Gemeenschap (Forest Focus) (PB L 324 van 11.12.2003, blz. 1).

07 03 03     Voltooiing van Life III (Financieel instrument voor het milieu — 2000-2006) — Acties op het grondgebied van de Unie — Deel I (natuurbescherming)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

9 482 128

21 000 000

0,—

23 822 303,18

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter dekking van betalingen voor nog openstaande vastleggingen van voorgaande jaren welke voortvloeien uit de algemene doelstellingen van het Life III-programma, onderdeel Natuurbescherming, met betrekking tot de bescherming van de natuur en met name acties gericht op het behoud van natuurlijke habitats en wilde dier- en plantensoorten, met inbegrip van natuurbehoudprojecten en in het bijzonder de ontwikkeling van het Europese „Natura 2000”-netwerk.

Rechtsgronden

Richtlijn 79/409/EEG van de Raad van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand (PB L 103 van 25.4.1979, blz. 1).

Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PB L 206 van 22.7.1992, blz. 7).

Verordening (EG) nr. 1655/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 betreffende het financieringsinstrument voor het milieu (Life) (PB L 192 van 28.7.2000, blz. 1).

07 03 04     Voltooiing van Life III (Financieel instrument voor het milieu — 2000-2006) — Acties op het grondgebied van de Unie — Deel II (milieubescherming)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 896 426

8 500 000

46 814,30

11 096 924,15

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter dekking van betalingen voor nog openstaande vastleggingen van voorgaande jaren welke voortvloeien uit de algemene doelstellingen van het Life III-programma, onderdeel Milieubescherming, met betrekking tot de ontwikkeling van innovatieve en geïntegreerde technieken en methoden voor de verdere ontwikkeling van het milieubeleid van de Unie alsook acties en studies die leiden tot een betere coördinatie van de grensoverschrijdende effecten van milieu- en weersomstandigheden op het landschap, de binnenwateren en watersystemen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1655/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 betreffende het financieringsinstrument voor het milieu (Life) (PB L 192 van 28.7.2000, blz. 1).

07 03 05     Afwikkeling van de financiële instrumenten Life I (1991-1995) en Life II (1996-1999) — Projecten op het grondgebied van de Unie — Deel I (natuurbescherming) en deel II (milieubescherming)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

0,—

0,—

Toelichting

Dit artikel dient ter dekking van betalingen voor nog openstaande vastleggingen van voorgaande jaren welke voortvloeien uit de algemene doelstellingen van Life I en Life II met betrekking tot de verdere ontwikkeling en uitvoering van het milieubeleid en de milieuwetgeving van de Gemeenschap en de bescherming van soorten en natuurlijke habitats.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 1973/92 van de Raad van 21 mei 1992 inzake de oprichting van een financieel instrument voor het milieu (LIFE) (PB L 206 van 22.7.1992, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1404/96 van de Raad van 15 juli 1996 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1973/92 inzake de oprichting van een financieel instrument voor het milieu (Life) (PB L 181 van 20.7.1996, blz. 1).

07 03 06     Voltooiing van bewustmakings- en andere algemene activiteiten in verband met communautaire actieprogramma’s op milieugebied

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

125 000

0,—

107 408,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter dekking van betalingen voor nog openstaande vastleggingen van voorgaande jaren welke voortvloeien uit acties van de Commissie ter uitvoering van de bestaande wetgeving alsook bewustmakings- en andere algemene acties op grond van het communautaire Milieuactieprogramma.

Deze acties omvatten subsidies voor projecten en dienstverleningscontracten, workshops en studiebijeenkomsten, alsmede de voorbereiding en productie van audiovisueel materiaal, evenementen, tentoonstellingen, persbezoeken, publicaties en verspreiding van informatie via andere activiteiten, onder meer via het internet.

Rechtsgronden

De acties worden door de Commissie uitgevoerd op grond van taken die resulteren uit haar prerogatieven op institutioneel niveau ingevolge het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en ingevolge artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Besluit nr. 1600/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juli 2002 tot vaststelling van het Zesde Milieuactieprogramma van de Europese Gemeenschap (PB L 242 van 10.9.2002, blz. 1).

07 03 07     Life+ (Financieel Instrument voor het milieu — 2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

316 255 000

208 606 805

305 000 000

200 000 000

283 256 973,43

161 093 663,92

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiële ondersteuning van maatregelen en projecten die bijdragen tot de uitvoering, actualisering en ontwikkeling van het milieubeleid en de milieuwetgeving van de Unie, met inbegrip van de integratie van het milieuaspect in andere beleidstakken als bijdrage tot duurzame ontwikkeling. In het bijzonder dient het Life+-programma de uitvoering te ondersteunen van het Zesde Milieuactieprogramma, met inbegrip van de thematische strategieën, en maatregelen en projecten te financieren met een Europese toegevoegde waarde op drie prioritaire gebieden: natuur en biodiversiteit, milieubeleid en -governance, en informatie en communicatie.

Dit krediet dient met name ter dekking van:

 

actiesubsidies voor innovatieve en/of demonstratieprojecten via een jaarlijkse oproep tot het indienen van voorstellen, waarbij steun wordt gegeven aan:

 

„beste praktijk”- of demonstratieprojecten ter uitvoering van de Richtlijnen 79/409/EEG en 2009/147/EG of Richtlijn 92/43/EEG, met inbegrip van beheer van gebieden en soorten en gebiedsplanning, met inbegrip van de verbetering van de ecologische samenhang van het Natura 2000-netwerk; monitoring van de instandhoudingsstatus, met inbegrip van — maar niet beperkt tot — de uitwerking van procedures en structuren van dergelijke monitoring, de ontwikkeling en uitvoering van instandhoudingsactieplannen voor soorten en habitats, de uitbreiding van het Natura 2000-netwerk met mariene gebieden en, in beperkte gevallen, de aankoop van land;

 

innovatieve of demonstratieprojecten in verband met milieudoelstellingen van de Unie, m.i.v. de ontwikkeling of verspreiding van „beste praktijk”-technieken, knowhow en technologie;

 

bewustmakingscampagnes en specifieke opleiding voor personeel dat betrokken is bij brandpreventieoperaties;

 

projecten ten behoeve van de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van doelstellingen van de Unie inzake breed georiënteerde, geharmoniseerde, veelomvattende langetermijnmonitoring van bossen en milieu-interacties;

 

zoals in Verordening (EG) nr. 614/2007 is voorgeschreven, dient ten minste 78 % van het programmabudget te worden besteed aan projecten die met actiesubsidies worden ondersteund, en daarvan moet ten minste 50 % worden besteed aan steun voor natuurbehoud en biodiversiteit;

 

ondersteuning van de operationele activiteiten van niet-gouvernementele organisaties (ngo's) die zich hoofdzakelijk bezighouden met de bescherming en verbetering van het milieu op uniaal niveau en die betrokken zijn bij de ontwikkeling en uitvoering van het beleid en de wetgeving van de Unie;

 

maatregelen ter ondersteuning van de initiatiefrol van de Commissie bij de ontwikkeling en uitvoering van milieubeleid, door middel van:

 

studies en evaluaties;

 

diensten die de uitvoering en integratie van milieubeleid en -wetgeving tot doel hebben;

 

seminars en workshops met deskundigen en belanghebbenden;

 

ontwikkeling en onderhoud van netwerken, databanken en informatie- en computersystemen die rechtstreeks samenhangen met de uitvoering van het milieubeleid en de milieuwetgeving van de Unie, met name als zij de toegankelijkheid van milieu-informatie voor het publiek vergroten. De gedekte uitgaven omvatten de kosten van de ontwikkeling, het onderhoud, de exploitatie en de ondersteuning (hardware, software en diensten) van informatie- en communicatiesystemen. Zij omvatten ook de kosten van projectbeheer, kwaliteitscontrole, beveiliging, documentatie en opleiding in verband met de implementatie van deze systemen;

 

het produceren, bekendmaken en verspreiden van informatie, m.i.v. evenementen, tentoonstellingen en soortgelijke bewustmakingsactiviteiten.

De in het kader van Life+ gefinancierde projecten en maatregelen kunnen ten uitvoer worden gelegd via subsidies of gunningsprocedures.

Eventuele ontvangsten uit bijdragen van kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan voor deelname aan de uniale programma’s, die worden geboekt onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 614/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 betreffende het Financieringsinstrument voor het milieu (Life+) (PB L 149 van 9.6.2007, blz. 1).

07 03 09     Bijdrage aan het Europees Milieuagentschap

07 03 09 01   Europees Milieuagentschap — Bijdrage aan titels 1 en 2

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

22 598 731

22 598 731

21 557 000

21 557 000

22 961 423,33

22 961 423,33

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Milieuagentschap (titels 1 en 2).

Indien het Milieuagentschap hierom verzoekt, verbindt de Commissie zich ertoe de begrotingsautoriteit in kennis te stellen van elke overschrijving tussen administratieve en beleidskredieten.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Eventuele ontvangsten uit bijdragen van kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan voor deelname aan de uniale programma’s, die worden geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

De eventuele ontvangsten voortvloeiende uit de deelneming van Zwitserland aan de uniale programma’s (geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten), kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van de financiële kaderregeling voor de in artikel 185 van het Financieel Reglement bedoelde organen worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 401/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 inzake de oprichting van het Europees Milieuagentschap en het Europees milieuobservatie- en -informatienetwerk (PB L 126 van 21.5.2009, blz. 13).

07 03 09 02   Europees Milieuagentschap — Bijdrage aan titel 3

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 128 165

13 128 165

13 548 327

13 548 327

17 617 930,52

18 237 346,52

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een bijdrage aan het Europees Milieuagentschap te Kopenhagen, dat als taak heeft de Unie en de lidstaten objectieve, betrouwbare en op Europees niveau vergelijkbare informatie over het milieu te verschaffen zodat de Unie en de lidstaten in staat zijn de maatregelen te nemen die noodzakelijk zijn om het milieu te beschermen, de resultaten van die maatregelen te evalueren en de bevolking voor te lichten.

De EER-strategie voor de periode 2009-2013 die door de Raad van Beheer op 26 november 2008 is vastgesteld, berust op drie hoofdactiviteiten:

 

blijvende ondersteuning van de informatiebehoeften die in Unie- en internationale milieuwetgeving, en met name in het Zesde Milieuactieprogramma zijn neergelegd;

 

sneller opstellen van beoordelingen over hoe en waarom het milieu verandert en of het milieubeleid, met inbegrip van het Zesde Milieuactieprogramma, de strategie voor duurzame ontwikkeling van de Europese Unie en beleid op verwante gebieden, doeltreffend is geweest;

 

verbetering van de coördinatie en de verspreiding van milieugegevens en -kennis in heel Europa.

Deze activiteiten worden verricht op vier projectgebieden:

 

milieuthema’s,

 

horizontale thema’s,

 

geïntegreerde milieubeoordeling,

 

informatiediensten en communicatie.

Elk van de behandelde thematische gebieden wordt beïnvloed door een aantal sociale en sectorale processen op gebieden zoals landbouw, chemische producten, energie, vervoer of landgebruik en ruimtelijke ordening, en moet in een bredere internationale context worden gezien.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig in artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Eventuele ontvangsten uit bijdragen van kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan voor deelname aan de uniale programma’s, die worden geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

De eventuele ontvangsten voortvloeiende uit de deelneming van Zwitserland aan de uniale programma’s (geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten), kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van de financiële kaderregeling voor de in artikel 185 van het Financieel Reglement bedoelde organen worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2012 in totaal 36 309 240 EUR. Een bedrag van 582 344 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten, is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 35 726 896 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 401/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 inzake de oprichting van het Europees Milieuagentschap en het Europees milieuobservatie- en -informatienetwerk (PB L 126 van 21.5.2009, blz. 13).

07 03 10     Voorbereidende actie — Natura 2000

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

160 000

0,—

709 248,10

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van voorbereidende acties voor het beheer van het Natura 2000-netwerk (d.w.z. behoud van en toezicht op de biodiversiteit, herinvoering van dier- en plantensoorten, infrastructuur, compensaties voor landeigenaars), met inbegrip van proefprojecten, communicatie- en voorlichtingsacties, en de ontwikkeling van methoden en beheersmodellen voor gebieden met uiteenlopende eigenschappen en eigendomsstructuren.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie zoals bedoeld in artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

07 03 11     Proefproject — Bescherming en instandhouding van de bossen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

900 000

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nog betaalbaar te stellen verplichtingen die in de vorige jaren zijn aangegaan en die betrekking hebben op maatregelen en acties inzake monitoring van de effecten van luchtverontreiniging op bossen, monitoring en preventie van bosbranden en het verzamelen van informatie en gegevens over bosecosystemen. De monitoringactiviteiten zullen gericht zijn op elementen met betrekking tot de bodem, de biodiversiteit en de rol van bossen als koolstofputten. Voor deze acties wordt gebruikgemaakt van subsidies, studie- en dienstverleningscontracten en financiële bijdragen in de kosten van door de lidstaten en plaatselijke besturen ingediende programma’s van activiteiten inzake:

 

de instandhouding en uitbreiding van het netwerk van waarnemingspunten waar gegevens over de bosecosystemen worden verzameld;

 

de instandhouding en uitbreiding van een informatiesysteem inzake bosbranden;

 

de bevordering van maatregelen ter voorkoming en bestrijding van bosbranden, en met name in risicogebieden, in aansluiting op de maatregelen die zijn voorzien in Verordening (EEG) nr. 2158/92 van de Raad van 23 juli 1992 betreffende de bescherming van de bossen in de Gemeenschap tegen brand (PB L 217 van 31.7.1992, blz. 3), verstreken op 31 december 2002;

 

de bevordering van de herbebossing in de door bosbranden geteisterde gebieden, in het bijzonder natuurparken en beschermde zones; daarbij moet rekening worden gehouden met de bioklimatologische en ecologische kenmerken en moeten soorten en variëteiten worden aangeplant die aangepast zijn aan de plaatselijke omstandigheden;

 

de bevordering en uitbreiding van het monitoringsysteem, de analyse van de vergaarde informatie en de ontwikkeling van een platform voor gegevensuitwisseling met en tussen de lidstaten en andere belanghebbenden;

 

steun voor herbebossingsprogramma’s in door bosbranden getroffen regio's;

 

het uitvoeren van een onderzoek naar de oorzaken en de gevolgen van de bosbranden, die vooral de laatste jaren een bijzonder ernstige impact hebben gehad op de Europese bosbouwsector;

 

de bevordering van adequate maatregelen ter voorkoming van bosbranden, zoals brandgangen, boswegen, toegangspunten, bluswatervoorzieningen en programma’s voor bosbeheer.

Het krediet kan ook dienen ter bekostiging van vergaderingen van deskundigen uit de lidstaten.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

07 03 12     Voorbereidende actie — Toekomstige rechtsgrond betreffende geharmoniseerde EU-informatie over bossen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

   

0,—

0,—

Toelichting

De voorbereidende actie moet bijdragen aan een systeem op uniaal niveau voor de verzameling van vergelijkbare en geharmoniseerde informatie over bossen, dat als basis kan dienen voor de verstrekking van beleidsgerelateerde informatie over bossen in de Unie overeenkomstig de internationale verplichtingen en kernactie 8 van het actieplan voor de bossen (COM(2006) 302), in voorbereiding op een toekomstige verordening over geharmoniseerde uniale informatie over bossen.

Meer in het bijzonder richt deze voorbereidende actie zich op de verzameling van kwantitatieve en kwalitatieve bosgegevens die zijn gerelateerd aan klimaatverandering, luchtvervuiling, biodiversiteit en de toestand van bossen, met inbegrip van de toestand van de bodem en koolstofvastlegging, waarbij gebruik wordt gemaakt van bestaande transnationaal geharmoniseerde toezichtsmethoden en -normen en, bij voorkeur, van waarnemingspunten voor grootschalige en intensieve bewaking, zodat de continuïteit van gegevensreeksen zoveel mogelijk wordt gewaarborgd. Doelstelling van de actie is de verzameling van representatieve informatie over bossen vanuit de gehele Unie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

07 03 13     Voorbereidende actie — Een geïntegreerd systeem voor communicatie en risicobeheer in kustgebieden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

400 000

p.m.

0,—

298 542,—

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van een project voor de ontwikkeling en invoering van 1) een aanvullend participerend systeem voor communicatie in kustgebieden en 2) een coöperatief systeem voor bescherming tegen en beheer van risico's in kustgebieden voor lidstaten in de Baltische regio en in het bijzonder de Baltische landen zelf, die na 50 jaar van bezetting buiten het normale ontwikkelingsproces zijn geraakt en als gevolg daarvan qua ontwikkeling zijn achtergebleven bij de oudere lidstaten. Duurzame ontwikkeling van kustgebieden (inclusief geïntegreerde benaderingen) moet actief verder worden verbeterd en niet-traditionele innovaties moeten worden onderzocht en uitgewerkt, getest en verspreid, niet alleen met betrekking tot gevestigde implementatiemethoden, dat wil zeggen niet alleen verticaal en horizontaal over alle beheersniveaus, maar ook met specifieke aandacht voor de ontwikkeling van nieuwe methodologieën voor participerende communicatie en samenwerking, teneinde het bewustzijn aangaande kwesties met betrekking tot kustgebieden te verhogen en de ontwikkeling van praktijken voor alle belanghebbenden te stimuleren.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

07 03 15     Proefproject — Handel in zwaveldioxide- en stikstofoxide-emissierechten in de Oostzeeregio

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

160 000

0,—

139 895,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van een proefproject dat bedoeld is om:

 

de uitstoot van zwaveldioxide (SO2) en stikstofoxide (NOx) in de Oostzeeregio te verminderen door een systeem voor de handel in zwavelemissierechten op te starten tussen landen die hieraan op vrijwillige basis deel willen nemen;

 

vervoer op te nemen in de onderzoeks- en voorbereidingswerkzaamheden van de Commissie met het oog op handel met op het land gebaseerde bronnen in aanvulling op de lopende werkzaamheden van de Commissie ter identificatie en definitie van de voorwaarden voor opname van een eventueel systeem voor de handel in SO2 en NOx in toekomstige wetgeving.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

07 03 16     Proefproject — Preventieve acties voor het tegengaan van verwoestijning in Europa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

900 000

p.m.

800 000

1 477 266,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een proefproject voor onderzoek, gegevensverzameling, beoordeling, bezoeken ter plaatse en monitoring, raadpleging en het opzetten van netwerken met het oog op het ontwikkelen van preventieve maatregelen om de verwoestijning in Europa een halt toe te roepen.

Diverse lidstaten hebben reeds maatregelen genomen op dit gebied, en dus zijn er talrijke voorbeelden voorhanden van goede en slechte praktijken, alsook interdisciplinaire studies en voorstellen die gebaseerd zijn op, maar niet beperkt tot, het beoordelen van de schade die veroorzaakt wordt door de hedendaagse intensieve landbouwpraktijken en door klimaatgerelateerde verschijnselen.

Volgens rapporten van het secretariaat van het VN-Verdrag ter bestrijding van woestijnvorming (UNCCD) hebben Portugal, Spanje, Italië, Griekenland, Malta, Letland, Hongarije, Roemenië, Turkije en Wit-Rusland, alsook andere Europese landen en regio’s, in de Unie of erbuiten, met dit ernstige ecologische en economische probleem te maken, en „business-as-usual”-scenario’s wijzen uit dat de landbouwproductiviteit in de komende jaren nog sterker zal krimpen, waardoor de veiligheid van de voedselvoorziening in het gedrang komt.

Bovendien leidt verwoestijning niet alleen tot verliezen op landbouwgebied, maar ook tot verlies van biodiversiteit, vermindering van de bodemvruchtbaarheid en van het waterhoudend vermogen van de bodem, toenemende erosie en vermindering van de CO2-afvang. Voorts komen er als gevolg van klimaatsveranderingen steeds vaker droogte en overstromingen voor en hebben deze verschijnselen steeds ernstiger gevolgen, waardoor de risico’s en de negatieve economische en sociale gevolgen van de verwoestijning nog groter worden. (zie punt 17 van de resolutie van het Europees Parlement van 9 oktober 2008 over de aanpak van waterschaarste en droogte in de Europese Unie (PB C 9 E van 15.1.2010, blz. 33).

Het proefproject bestaat in:

 

uitwisseling van beste praktijken;

 

demonstratie van innovatieve beleidsbenaderingen, knowhow en nieuwe technologieën, methoden en instrumenten, bijvoorbeeld op het gebied van waterbescherming;

 

het opzetten van een monitoringsprogramma voor de beoordeling van vergaarde informatie en het opzetten van een platform dat bestemd is voor de uitwisseling van gegevens met en tussen lidstaten, kandidaat-landen, de westelijke Balkan en Europees Nabuurschapsbeleidlanden (ENB), en dat door andere belanghebbenden kan worden geraadpleegd;

 

bewustmakingscampagnes met en tussen lidstaten, kandidaat-landen, de westelijke Balkan en Europees Nabuurschapsbeleidlanden, alsook andere belanghebbenden die met dit ecologische en economische probleem kampen, met als doel bij te dragen tot de instandhouding van bodemflora en het vochtgehalte op en onder de grond op peil te houden, zodat de droogte afneemt en verwoestijning wordt tegengegaan;

 

het opzetten van concrete proefprojecten op plaatselijk niveau ter ondersteuning van innoverende plaatselijke maatregelen op het gebied van het behoud van regen- en oppervlaktewater.

Dit proefproject zou in de toekomst nog kunnen worden verbeterd en het probleem van de verwoestijning in heel Europa middels bilaterale of multilaterale overeenkomsten kunnen aanpakken.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

07 03 17     Voorbereidende actie — Klimaat van het Karpatische bassin

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 400 000

p.m.

1 650 000

2 000 000,—

269 875,—

Toelichting

Dit project is in hoofdzaak gericht op het onderzoeken van de gedetailleerde weersgebonden en ruimtelijke structuur van de Karpaten en het Karpatenbekken met behulp van geïntegreerde of in ieder geval vergelijkbare methoden. De basisresultaten dragen bij aan studies naar de regionale klimatologische variabiliteit en veranderingen, alsmede van toegepaste klimatologie. Het klimaat van de regio is gedurende circa 90 jaar niet als geografische eenheid beschreven.

De nationale meteorologische meetnetwerken hanteren verschillende instrumenten en vaak ook verschillende regels. Een accurate klimatologische beschrijving van een regio moet gebaseerd zijn op grotere gebieden, maar kleinere landen kunnen niet model staan voor de weergave van het klimaat van aangrenzende regio's. Deze factoren maken een vergelijking van nationale kaarten onmogelijk. Bovendien beschikken sommige landen reeds over nationale klimaatatlassen, terwijl andere landen nog niet zo ver zijn. Het project verzamelt gegevens van metingen en van bestaande databanken. De volgende stap is de ontwikkeling van klimaatkaarten door middel van de uitwisseling van gegevens en informatie. Tegelijkertijd worden de kwaliteit van de gegevens en de standaardiseringsmethoden vergeleken. Er wordt voorgesteld een karteringsmethode te gebruiken die een uitgebreide uitwisseling van gegevens tussen landen overbodig maakt. Het project zal in de volgende fase worden uitgebreid tot de regio Zuidoost-Europa, in samenwerking met het parallelle project voor een klimaatatlas voor Zuidoost-Europa, dat werd voorafgegaan door de Zomerschool van 2007 voor de voorbereiding van de klimaatatlas, georganiseerd door de Hongaarse meteorologische dienst (http://www.met.hu/pages/seminars/seeera/index.htm).

Het klimaat van de Karpaten en het Karpatenbekken vormt essentiële informatie voor de weers- en klimaatvoorspellingen. Het project betreffende de Milieuvooruitzichten voor de Karpaten (onder auspiciën van UNEP, het milieuprogramma van de Verenigde Naties), de Donau (zevende Europese corridor) en het Karpatenbekken beslaat een groot deel van het betrokken stroomgebied. Het te produceren materiaal zullen gemeenschappelijke kaarten en vergelijkbare nationale klimatologische en meteorologische kaarten zijn, met de mogelijkheid om de omvang van het project te vergroten, alsmede een databank van gerasterde kaarten ten behoeve van andere toekomstige grote projecten.

Startdatum van het project: 1 januari 2009.

Einddatum van het project: 31 december 2010.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

07 03 18     Proefproject — Recycling van oude schepen die niet voor visserij worden gebruikt

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

200 000

1 000 000

200 000

304 120,—

0,—

Toelichting

Dit proefproject is bedoeld om de acties ter bescherming van het milieu en voor het beheer van milieurisico's in kustgebieden op te voeren.

Het project heeft tot doel beste praktijken te stimuleren voor een duurzaam beheer van kustgebieden door middel van uitbreiding van bestaande niet-traditionele maatregelen in de sector en verkenning van de mogelijkheden voor nieuwe maatregelen, meer bekendheid te geven aan de behoeften van kustgebieden en te zorgen voor meer verantwoord optreden van de betrokken partijen.

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van maatregelen van lidstaten en plaatselijke overheden met het oog op:

 

het opmaken van een inventaris van niet voor beroepsdoeleinden gebruikte vaartuigen en het in kaart brengen van de levenscyclus van dergelijke vaartuigen, welke materialen bij de bouw ervan gebruikt zijn en wat ermee gedaan wordt zodra zij buiten gebruik worden gesteld;

 

het bestuderen van mogelijkheden om regels in te voeren voor het verschroten van oude schepen en/of de procedure voor de ontmanteling ervan;

 

het recyclen van schepen en daarin gebruikte materialen — met name kunsthars en glasvezel — die verloren gaan als ze gedumpt worden op stortterreinen of de omgeving vervuilen als de schepen ongebruikt blijven liggen;

 

mogelijk hergebruik van recycleerbare materialen;

 

correct beheer van gevaarlijke afvalstoffen, met name brandstoffen, olie en zware metalen, die gedecontamineerd moeten worden;

 

het voeren van openbare voorlichtings- en bewustmakingscampagnes, het aanmoedigen van het publieke debat en het samenbrengen van ideeën over sociale en milieuthema’s in verband met duurzame ontwikkeling, met deelname van zowel zeevaartmaatschappijen als particuliere eigenaars.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

07 03 19     Proefproject — Economische verliezen als gevolg van grote hoeveelheden „niet-betaald water” (NRW — non-revenue water) in steden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

300 000

p.m.

600 000

1 000 000,—

0,—

Toelichting

Het project heeft als doel vast te stellen hoe groot de hoeveelheden „niet-betaald water” in de grotere steden in de hele Unie zijn en welke economische verliezen daarmee gepaard gaan. De voorgestelde doelstellingen kunnen als volgt worden samengevat:

 

evaluatie en raming van de hoeveelheden „niet-betaald water” in een aantal representatieve steden;

 

analyse van de gevolgen, de daarmee verbonden economische verliezen en het milieu-effect.

Startdatum van het project: 1 januari 2010.

Einddatum van het project: 31 december 2012.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 tot vaststelling van het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

07 03 21     Proefproject — Certificering van koolstofarme landbouwpraktijken

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

400 000

p.m.

300 000

1 000 000,—

0,—

Toelichting

Dit proefproject heeft tot doel een certificeringsstelsel op te zetten voor koolstofarme landbouwpraktijken in de Unie. Het stelsel moet betrekking hebben op de hele landbouwsector en moet trachten alle belangrijke factoren die een rol spelen bij de koolstofuitstoot van landbouwactiviteiten in aanmerking te nemen, zoals het gebruik van meststoffen en andere productiemiddelen, de behandeling van afvalproducten, de productie van hernieuwbare energie, de ontwikkeling van koolstofputten en gebruikmaking van andere praktijken en technologieën die kunnen bijdragen tot het afremmen van de klimaatverandering. Om te zorgen dat dit stelsel op het hele grondgebied van de Unie relevant is, moet het in het kader van dit proefproject op te zetten certificeringsstelsel in de praktijk worden getest in een aantal landbouwgebieden in verschillende delen van de Unie.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 tot vaststelling van het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

07 03 22     Proefproject — Complex onderzoek naar methoden om de verspreiding van ambrosia en pollenallergie tegen te gaan

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

700 000

p.m.

750 000

1 500 000,—

0,—

Toelichting

Dit project heeft tot doel de meest doeltreffende methode te vinden om de verspreiding van ambrosia tegen te aan en om pollenallergie te voorkomen en te behandelen, een en ander op basis van internationaal wetenschappelijk onderzoek en van het verzamelen en beoordelen van gegevens.

De doelstellingen van het project zijn voor de betrokken landen:

 

wetenschappelijk onderzoek verrichten naar de toepasbaarheid en doeltreffendheid van de verschillende methoden (mechanisch, biologisch, chemisch, enz.) om de verspreiding van ambrosia tegen te gaan;

 

de meest doeltreffende methode te ontwikkelen om de verspreiding van ambrosia tegen te gaan;

 

studies verrichten naar de impact van pollencontaminatie op de samenleving en de volksgezondheid, met bijzondere aandacht voor kinderen van minder dan tien jaar, een bevolkingsgroep die zwaar wordt getroffen door allergieën;

 

kosten en schade ramen die verband houden met de behandeling van patiënten met ambrosiagerelateerde allergieën en de daaraan verbonden complicaties (geneesmiddelen, ziekteverlof, inkomstenverlies enz.);

 

allergiepreventie- en -behandelingsmethoden ontwikkelen om het aantal allergische ziekten en de daaraan verbonden complicaties te verminderen;

 

een doeltreffend preventiemechanisme ontwikkelen dat ervoor moet zorgen dat de contaminatie zich niet uitbreidt tot lidstaten die tot nu toe niet betrokken zijn.

In diverse Europese landen is de verspreiding van ambrosia een reden tot algemene bezorgdheid vanwege de allergene eigenschappen van het stuifmeel ervan. De meest gecontamineerde gebieden bevinden zich in Frankrijk, Duitsland, Denemarken, Italië, Oostenrijk, Hongarije, Polen, Roemenië en Bulgarije. Aangezien in brede kringen wordt erkend dat het stuifmeel van ambrosia zich over de grenzen heen verspreidt, zijn uitroeicampagnes die tot bepaalde landen beperkt zijn, tot mislukken gedoemd en is pan-Europees optreden noodzakelijk.

Startdatum van het project: 1 januari 2010.

Einddatum van het project: 31 december 2011.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

07 03 24     Proefproject — Een Europees terugbetalingsstelsel voor aluminium drankblikjes

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

110 000

p.m.

100 000

266 321,—

79 896,30

Toelichting

Dit proefproject heeft tot doel te onderzoeken hoe het terugbetalingsstelsel voor blikjes kan worden geharmoniseerd op Unie-niveau, of ten minste te zorgen voor verdere samenwerking tussen de lidstaten om het recyclen van blikjes te verzekeren.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

07 03 25     Voltooiing van de ontwikkeling van nieuwe beleidsinitiatieven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

0,—

379 785,51

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter dekking van betalingen voor nog openstaande vastleggingen van voorgaande jaren die voortvloeien uit acties van de Commissie ter ontwikkeling van nieuwe beleidsinitiatieven, met inbegrip van bewustmakings- en andere algemene acties op grond van het communautaire Milieuactieprogramma.

Rechtsgronden

Acties die worden uitgevoerd door de Commissie in het kader van de taken die voortvloeien uit haar prerogatieven op institutioneel niveau op grond van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en op grond van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Besluit nr. 1600/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juli 2002 tot vaststelling van het Zesde Milieuactieprogramma van de Europese Gemeenschap (PB L 242 van 10.9.2002, blz. 1).

07 03 26     Proefproject — Literatuuronderzoek naar de mogelijke gevolgen van de klimaatverandering voor beschermde drinkwatergebieden in de Unie en prioriteitsstelling met betrekking tot de verschillende typen van drinkwatervoorziening

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

250 000

500 000

250 000

   

Toelichting

Naam van het project: Literatuuronderzoek naar de mogelijke gevolgen van de klimaatverandering voor beschermde drinkwatergebieden in de Unie en prioriteitsstelling met betrekking tot de verschillende typen van drinkwatervoorziening

Begroting: 500 000 EUR

Startdatum van het project: 1 januari 2011

Einddatum van het project: 31 december 2011

Doel van het project:

De openbare drinkwatervoorziening op lange termijn kan, naar behoren rekening houdend met de klimaatverandering, worden veiliggesteld met gebruikmaking van kwetsbare waterreserves (bijvoorbeeld beschermde gebieden met oevergefiltreerd water en andere typen van beschermde drinkwatergebieden).

Een literatuuronderzoek naar de mogelijke gevolgen van de klimaatverandering voor beschermde drinkwatergebieden in de Unie zal een eerste stap zijn voor een verdere analyse, samen met resultaten van andere projecten, om in de toekomst met grotere zekerheid toekomstige strategische drinkwaterreserves te kunnen aanwijzen.

Korte beschrijving van het project:

Binnen het toepassingsgebied van het project wordt een literatuuronderzoek uitgevoerd naar de werkende en natuurlijke regeneratiemechanismen onder extreme klimaatomstandigheden van de watervoorraden die dienen voor de openbare drinkwatervoorziening (grondwater, oppervlaktewater, water in de karstlaag, oevergefiltreerd water) in de Unie. Het onderzoek naar de gevolgen van de klimaatverandering voor de verschillende typen van beschermde drinkwatergebieden zal de aanwijzing van prioritaire kwesties en gebieden omvatten. De resultaten van het literatuuronderzoek zullen worden vergeleken met de resultaten van andere projecten, bijvoorbeeld het project over de gevolgen van de klimaatverandering voor het Karpatengebied (voorbereidende actie inzake de klimaatverandering van het Karpatische bassin). Dit project heeft onder andere betrekking op de beoordeling van de gevoeligheid van drinkwaterbronnen en van installaties voor drinkwatervoorziening en -zuivering voor de impact van de klimaatverandering.

Einddoel is te zorgen voor veiligheid en de instandhouding van kwetsbare beschermde watergebieden op lange termijn te vrijwaren, om de openbare voorziening van gezond drinkwater veilig te stellen, ondanks de impact van klimaatveranderingscenario's.

Zonder analyse van de impact van de klimaatverandering ontberen de beveiligingsactiviteiten een grondslag en kunnen zij zelfs ongeschikt zijn om de veiligheid van de beschermde drinkwatergebieden te garanderen. In extreme gevallen kan dit leiden tot een ontoereikende drinkwatervoorziening voor de bevolking.

Aangezien de voorziening van gezond water wereldwijd een van de grootste uitdagingen is, krijgt Europa een concurrentievoordeel, als maatregelen worden gepland vóór de gevolgen van ongunstige ontwikkelingen merkbaar zijn.

Betrokken landen:

Alle landen waar de watervoorziening afkomstig is van kwetsbare beschermde waterwinningsgebieden (grondwater, oppervlaktewater, oevergefiltreerd water, water in de karstlaag), met name degene die gelegen zijn aan grote rivieren en in het middengebergte. Het gaat onder andere om:

Hongarije, Bulgarije, Roemenië, Slowakije, Slovenië, Servië, Polen, Italië, Oostenrijk en Duitsland.

Resultaat van het project:

 

Literatuuronderzoek naar de mogelijke gevolgen van de klimaatverandering voor verschillende typen beschermde drinkwatergebieden in de Unie.

 

Vaststelling van prioritaire kwesties en gebieden.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

07 03 27     Voorbereidende actie — BEST-regeling (vrijwillige regeling voor diensten op het gebied van biodiversiteit en ecosystemen in landen en gebieden overzee en de ultraperifere regio’s van de Unie)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 000 000

2 000 000

2 000 000

1 000 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van een regeling ondersteund door de Raad, gericht op het behoud en een duurzaam gebruik van diensten op het gebied van biodiversiteit en ecosystemen in overzeese landen en gebieden in de Unie, geïnspireerd door de ervaringen met Unieprogramma’s voor natuurbehoud zoals Natura 2000, waar de meeste landen en gebieden overzee en ultraperifere regio’s van zijn uitgesloten.

De BEST-regeling vergroot de financiële middelen om biodiversiteit te beschermen en het duurzaam gebruik van ecosysteemdiensten te bevorderen in ultraperifere regio's en overzeese landen en gebieden in de Unie, teneinde de behoeften op het gebied van milieu en ontwikkeling in deze specifieke regio's met elkaar te verzoenen.

Met hun over alle oceanen verspreide ligging, van poolcirkel tot tropische streken, bieden de ultraperifere regio's en de landen en gebieden overzee van de Unie onderdak aan een unieke diversiteit van soorten en ecosystemen van mondiale waarde die zeer kwetsbaar zijn voor menselijke invloeden, invasieve soorten en, in toenemende mate, de klimaatverandering.

De vrijwillige regeling is er om die reden op gericht oplossingen te ontwikkelen voor het behoud van gezonde en veerkrachtige ecosystemen en vermindering van de druk op de biodiversiteit. Dit krediet dient ter ondersteuning van de aanwijzing en het beheer van beschermde gebieden en het herstel van aangetaste ecosystemen door middel van de bevordering van natuurlijke oplossingen om de klimaatverandering te bestrijden, met inbegrip van het herstel van mangroves en de bescherming van koraalriffen. Het doel van de regeling is tevens het onderzoek in deze gebieden te bevorderen, met name via de financiering van internationaal onderzoek en onderwijsprogramma’s. De regeling stimuleert de ontwikkeling van kaders en de totstandbrenging van partnerschappen tussen lokale overheden, het maatschappelijk middenveld, onderzoekers, universiteiten, landeigenaren en de private sector. Dit dient om de samenwerking op het gebied van milieu en klimaatveranderingsproblematiek te versterken.

Het is noodzakelijk de voorbereidende actie met nog een jaar te verlengen teneinde de Commissie in staat te stellen een duurzamer instrument voor te stellen voor de bescherming van de biodiversiteit in de overzeese landen en gebieden in de Unie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

07 03 28     Proefproject — Recyclagecyclus van plastic en impact op het mariene milieu

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

500 000

1 000 000

500 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een proefproject om de doeltreffendheid van de recyclagecyclus van plastic op uniaal niveau te beoordelen en de mogelijke hiaten erin op te sporen, met bijzondere nadruk op de impact op water en het mariene milieu. In het kader van dit proefproject kunnen ook grondige lokale of regionale beoordelingen, alsmede onderzoeken van kustgebieden worden uitgevoerd, om concrete uitdagingen, goede praktijken een aanbevelingen voor optreden te identificeren.

De beoordeling en het onderzoek in het kader van dit proefproject zijn dus bedoeld om technische hiaten en tekortkomingen in de recyclageketen van plastic in de Unie aan te wijzen, alsmede verbeteringen op wetgevingsgebied te suggereren, om de hoeveelheid plastic die van het land in het mariene milieu terechtkomt, te verminderen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

07 03 29     Voorbereidende actie — Ontwikkeling van preventieve acties voor het tegengaan van verwoestijning in Europa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

1 000 000

1 000 000

500 000

   

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

07 03 30     Proefproject — Atmosferische neerslag — Bescherming en efficiënt gebruik van zoet water

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 500 000

750 000

       

Toelichting

Startdatum van het project: 1 januari 2012

Einddatum van het project: 31 december 2013

Doelstellingen van het project:

Het bekken van de Karpaten is een unieke geografische, klimatologische, ecologische en economische regio van Europa en ligt verspreid over acht landen waarvan vijf lidstaten. De voornaamste waterbron van het gebied wordt gevormd door atmosferische neerslag, gevolgd door wateraanvoer vanuit de rivier de Donau. Het vasthouden, de veiligstelling, de regulering en het gebruik van de neerslag in het bekken worden in hoge mate beïnvloed door bodemgebruikspatronen. De bodem is een belangrijke factor bij wateropslag en beschikt over het vermogen de hoeveelheid, de dynamiek, de distributie, de beschikbaarheid en de kwaliteit van water te beïnvloeden. Het project heeft ten doel betrouwbare wetenschappelijke fundamenten en geloofwaardige methodologische middelen te verschaffen voor de benutting, bescherming en het efficiënt gebruik van uit atmosferische neerslag gewonnen zoet water in het bekken van de Karpaten.

Korte beschrijving van het project en de belangrijkste taken ervan:

Een overzicht en analyse van onderzoeksresultaten die verband houden met bovengenoemde terreinen. Benutting van neerslag door adequate en geavanceerde bodemgebruikspatronen. Verbetering van wateropslag en beïnvloeding van de hoeveelheid, de dynamiek, de distributie, de beschikbaarheid en de kwaliteit van water. Uitwerking van modellen voor de bescherming en het efficiënt gebruik van zoet water in het bekken van de Karpaten. Een overzicht van wetenschappelijke resultaten en toepassingstechnieken op het gebied van duurzaamheid, duurzame ecosystemen, natuurbehoud en milieubescherming. Een overzicht van de gevolgen van de klimaatverandering voor verschillende waterbronnen, waterreserves, oppervlaktewaterlichamen en grondwaterlichamen, hun bruikbaarheid, kwetsbaarheid en toekomstperspectieven. De opzet van casestudies ter plekke teneinde diverse op waterretentie gerichte bodemgebruikspatronen te toetsen onder verschillende ecologische omstandigheden die een afspiegeling vormen van verschillende bodem- en klimaattypen en van verschillende teelt- en beheersystemen. Aanbevelingen doen voor verder gebruik. Opstelling van een compendium van aanpassingsmaatregelen in het bekken van de Karpaten en in de rest van Europa. Het voorgestelde project richt zich niet uitsluitend op het gebied van de Karpaten: het project omvat tevens andere geografische regio's binnen de Unie — stroomopwaarts en stroomafwaarts aan de Donau gelegen gebieden — waar op natuurlijke processen gebaseerde waterretentiemaatregelen kunnen worden toegepast, tegen de achtergrond van de klimaatverandering en sociaaleconomische scenario's.

Betrokken landen:

Hongarije, Slowakije, Oekraïne, Roemenië, Servië, Kroatië, Slovenië en Oostenrijk.

Verwachte resultaten:

Resultaten op korte termijn: bundeling en verspreiding van onderzoeksresultaten op het gebied van atmosferische neerslag, bescherming en efficiënt gebruik. Rechtstreekse toegang tot gegevens, informatie en evaluaties (gemeenschappelijke databank).

Resultaten op lange termijn: uitwerking van de methodiek met betrekking tot de beoordeling en het beheer van atmosferische neerslag in relatie tot de beschikbaarheid van water. Steun voor beleidsmakers op het gebied van het gebruik en beheer van zoet water op lokaal, regionaal en Europees niveau. Ondersteuning van Europees beleid, met name ten aanzien van „Milieu voor Europa”- en „Evaluatie van evaluaties”-taken, op het gebied van milieugerelateerde, sociale, gezondheidsgerelateerde, economische en rurale ontwikkelingskwesties.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

07 03 31     Proefproject — Vergelijkende studie van de drukfactoren en maatregelen binnen de belangrijkste stroomgebiedbeheersplannen in de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

750 000

1 500 000

750 000

   

Toelichting

De autoriteiten van de stroomgebieden stellen dat de stroomgebiedbeheerplannen in 2012 moeten worden uitgevoerd en in 2015 of later resultaten moeten opleveren. Een vergelijking van de drukfactoren en maatregelen binnen de belangrijkste stroomgebiedbeheersplannen is nodig, zodat het Europees Parlement inzicht kan krijgen in de verschillende benaderingen en het verband met andere beleidsterreinen.

Het project dient voor het bestuderen van de stroomgebiedbeheerplannen van de belangrijkste districten in de Unie, waarbij steeds dezelfde software wordt gebruikt om de drukfactoren (vervuiling, stroming) te vergelijken, alsmede de door de autoriteiten geformuleerde maatregelen om een goede status van de rivieren te herstellen. Het resultaat moet een pan-Europees inzicht zijn in de drukfactoren en problemen, ondersteund door een vergelijkbare geografische analyse, patronen van landgebruik en economische omstandigheden. Specifieke aandacht zal worden besteed aan: maatregelen ter bescherming van bronnen, drukfactoren in plattelands-, stedelijk en industrieel verband.

Betrokken landen: landen aan de Donau en de Rijn, Spanje, Italië, het Verenigd Koninkrijk en Polen.

Resultaat van het project: een homogeen overzicht van de drukfactoren en oplossingen in de Unie op het gebied van waterbeheer.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

07 03 32     Proefproject — Langetermijngevolgen van koolstofneutrale huisvesting voor afvalwatersystemen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 500 000

750 000

       

Toelichting

Er wordt op aangedrongen het energieverbruik voor huisvesting te minimaliseren, hetgeen leidt tot het ontwerp van „koolstof neutrale” woningen die beter zijn geïsoleerd en minder energie verbruiken, onder meer als gevolg van warmteterugwinning. Bijna 50 % van het drinkwater in huishoudens wordt opgewarmd voor huishoudelijke doeleinden (schoonmaken, hygiëne, enz.), en deze langetermijntrend zal zowel kwantitatieve als kwalitatieve gevolgen hebben voor de watervoorziening, alsook voor afvalwaterdiensten inzake kwantiteit, kwaliteit en warmte-inhoud.

Betrokken landen:

Duitsland, België, Verenigd Koninkrijk, Nederland, Zweden, Oostenrijk, Frankrijk.

Resultaat van het project:

Het voorgestelde bedrag zou worden gebruikt voor diverse voorbeeldlocaties waarmee een concreet voorbeeld wordt gegegeven met betrekking tot de mogelijke gevolgen op de middellange termijn van huidige beleidsmaatregelen inzake energiebesparing voor de stedelijke watercyclus.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

07 03 33     Proefproject — Terugwinning van zwerfafval op zee

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

       

Toelichting

Dit proefproject beoogt de lidstaten bij te staan bij de verwezenlijking van de in Richtlijn 2008/56/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het beleid ten aanzien van het mariene milieu (kaderrichtlijn mariene strategie) (PB L 164 van 25.6.2008, blz. 19) vastgelegde doelstelling om voor 2020 een „goede milieutoestand” in de kust- en binnenwateren van de Unie te bewerkstelligen door middel van milieumaatregelen waarbij gebruik wordt gemaakt van een innovatief inzamelings- en terugwinningssysteem. In het kader van het project zal de visserijsector van de Unie samenwerken met uniale producenten, verwerkers en recyclers van plastic, teneinde drijvend zwerfafval in kust- en binnenwateren van de Unie op te ruimen. Vissers worden vanuit het Europees Visserijfonds (EVF) betaald om uit te varen met als doel drijvend zwerfafval in hun kustregio's te verzamelen. Voor het project wordt gebruikgemaakt van een innovatief systeem met sleepnetten, waarbij ieder net 2 tot 8 ton drijvend zwerfafval kan verzamelen. Dit systeem is ontwikkeld in samenwerking met vissers om ervoor te zorgen dat mariene flora en fauna niet worden beschadigd en dat er uitsluitend drijvend zwerfafval wordt opgevist. In kustwateren zullen vissers gebruikmaken van deze sleepnetten, terwijl in de binnenwateren vaste netten kunnen worden gebruikt. Na terugwinning van het drijvende zwerfafval beoordelen recyclers de recyclingmogelijkheid ervan. Indien het afval niet geschikt is voor recycling, wordt de oplossing gezocht in energieterugwinning. Niettemin wordt ernaar gestreefd een groot percentage van het teruggewonnen afval geschikt te maken voor recycling. In het kader van het project worden gedurende een periode van twee jaar (juli 2012-juli 2014) proefprojecten uitgevoerd in diverse lidstaten (te bepalen na de eerste beoordeling(en) van de lidstaten in juli 2012 overeenkomstig Richtlijn 2008/56/EG). Gedurende deze periode worden het volume, de geografische locatie en de dichtheid van het verzamelde zwerfafval gevolgd door middel van een online toezichtsysteem met behulp waarvan de lidstaten probleemgebieden kunnen onderzoeken en de voortgang kunnen volgen die wordt geboekt bij de inzameling, het recyclingproces en het opruimen van de kust- en binnenwateren. Er wordt een benchmarksysteem opgezet om een juiste definitie van een „goede milieutoestand” te helpen bepalen. Bij de proefprojecten wordt rekening gehouden met de eerste beoordeling die lidstaten voor juli 2012 moeten indienen en het benchmarksysteem zal in overeenstemming worden gebracht met de door de lidstaten gedefinieerde indicatoren (krachtens Richtlijn 2008/56/EG).

Het is de bedoeling dat de lidstaten na de proefprojecten in staat zijn het beheer van de inzamelings- en terugwinningssystemen zelf over te nemen, waarbij zij de gegevens met betrekking tot het volume, de locatie etc. van zwerfafval op zee en het recyclingproces blijven registreren. Op deze manier krijgen de lidstaten een waardevol instrument in handen (afhankelijk van de uitkomst van het project, dat wil zeggen van de hoeveelheid teruggewonnen zwerfafval) dat bijdraagt aan en anticipeert op de in Richtlijn 2008/56/EG uiteengezette juridische verplichtingen, namelijk de bewerkstelliging van een „goede milieutoestand” in de kust- en binnenwateren van de EU. Voorts wordt de lidstaten, na afloop van het project en de mogelijke overdracht van de activiteiten aan de regio's, een instrument verschaft voor behoud van deze „goede milieutoestand” in de wateren van de EU. Door middel van deze milieumaatregelen en de gecreëerde synergieën tussen de visserijsector (EVF), de industrie en nationale autoriteiten zou via de bestrijding van zwerfafval op zee niet alleen kunnen worden bijgedragen aan een „goede milieutoestand”, maar zouden tevens de voorkoming van zwerfafval, de duurzaamheid van de EU-wateren en een gezond zeemilieu kunnen worden bevorderd.

Indien aan het eind van de proefprojecten blijkt dat de hoeveelheid zwerfafval in de kustwateren van de EU gering of zelfs verwaarloosbaar is, zal dit project hebben aangetoond dat de lidstaten met succes een „goede milieutoestand” in de kust- en binnenwateren hebben bewerkstelligd. In dit geval is het logisch dat de lidstaten hoofdzakelijk vaste netten op de binnenwateren blijven gebruiken (die bij rivierkeringen en andere locaties worden geplaatst waar zij geen belemmering voor de scheepvaart vormen) om te voorkomen dat drijvend zwerfafval de kustwateren bereikt en zo een nog groter probleem voor het zeemilieu en mogelijk voor de volksgezondheid wordt doordat mariene organismen kleine plastic deeltjes (microplastic) opnemen die aldus in de menselijke voedselketen terecht kunnen komen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

07 03 34     Proefproject — Beschikbaarheid, gebruik en duurzaamheid van water voor de productie van nucleaire en fossiele energie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

250 000

       

Toelichting

Dit proefproject heeft een tijdsduur van één jaar en beoogt de beschikbaarheid en het gebruik van koelwater voor de productie van nucleaire en fossiele energie te onderzoeken. De productie van energie uit fossiele en nucleaire bronnen vereist grote hoeveelheden koelwater. Tijdens de hittegolf van 2003 zagen diverse energiecentrales in Europa zich gedwongen hun energieproductie te staken wegens een gebrek aan koelwater. De sluiting van kerncentrales in bijvoorbeeld Frankrijk, Duitsland en Spanje had geen gevolgen voor de binnenlandse productie, doch leidde tot een aanzienlijke daling van de export van energie. Nu de weersomstandigheden als gevolg van de klimaatverandering verslechteren, is het zeer aannemelijk dat de waterreserves verder zullen afnemen waardoor deze hulpbron nog schaarser wordt. Het is noodzakelijk een onderzoek uit te voeren naar de huidige behoefte aan koelwater voor de productie van nucleaire en fossiele energie, waarbij rekening moet worden gehouden met de locatie van bestaande en toekomstige energiecentrales (en hun afstand tot waterbronnen). Het project zal voortbouwen op reeds voltooide en lopende evaluaties (zoals ClimWatAdapt) teneinde een gedetailleerd beeld te creëren van de kwetsbaarheid van het energie- en watersysteem, waarbij tevens een overzicht zal worden gemaakt van energiecentrales en hun gevoeligheid voor overstromingen, droogte, hittegolven, enz.

Betrokken landen:

Alle lidstaten.

Resultaat van het project:

Richtsnoeren voor de locatie van toekomstige energiecentrales en voor de bepaling van de aard en de hoogte van de investeringen die nodig zijn om de kwetsbaarheid van bestaande energiecentrales te verminderen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

07 03 35     Proefproject — Nieuwe kennis voor een geïntegreerd beheer van menselijke activiteiten op zee

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 000 000

1 000 000

       

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten die samenhangen met de tenuitvoerlegging van een proefproject inzake nieuwe kennis voor een geïntegreerd beheer van menselijke activiteiten op zee. Dit proefproject heeft ten doel een nieuw concept voor toezicht en nieuwe besluitvormingsinstrumenten te ontwikkelen voor de geïntegreerde beoordeling van het ecosysteem van de zeeën. Dit zou de verdere ontwikkeling en toetsing van meetsystemen met zich meebrengen met als doel één Europese norm vast te stellen. Het proefproject beoogt de ontwikkeling te ondersteunen van geïntegreerde strategieën voor toezicht, gebaseerd op bestaande steekproeven in diverse disciplines, mogelijkheden voor gemeenschappelijke programma’s en gebruik van bestaande platformen voor diverse doeleinden. Het proefproject zou een praktische methode moeten laten zien waarbij de huidige inspanningen op een andere manier vorm krijgen teneinde bestaande middelen op efficiëntere wijze te gebruiken en een beter beheer van menselijke activiteiten aldus te vergemakkelijken. De ontwikkeling van geïntegreerde toezichtsinstrumenten op deze schaal kan dienen om te beantwoorden aan de doelstellingen van Richtlijn 2008/56/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het beleid ten aanzien van het mariene milieu (kaderrichtlijn mariene strategie) (PB L 164 van 25.6.2008, blz. 19) en mogelijk om de kosten van het toezicht voor de lidstaten te verminderen (bijvoorbeeld door het gebruik van bestaande toezichtsplatformen voor meerdere doeleinden), hetgeen een efficiënter gebruik van middelen zou betekenen. Dit proefproject zou evenwel ook een rol kunnen spelen bij de toetsing van strategische benaderingen met betrekking tot geïntegreerd toezicht op menselijke activiteiten en de effecten daarvan op het milieu; op deze manier kan het bijdragen aan de op handen zijnde vereisten voor lidstaten om voor 2014 toezichtsprogramma’s te ontwikkelen overeenkomstig Richtlijn 2008/56/EG.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

07 03 60     Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten in verband met de biocidenwetgeving — Bijdrage van rubriek 2

07 03 60 01   Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten in verband met de biocidenwetgeving — Bijdrage voor titels 1 en 2 van rubriek 2

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

07 03 60 01

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

   

Reserves (40 02 41)

1 491 930

1 491 930

       

Totaal

1 491 930

1 491 930

p.m.

p.m.

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Agentschap (titels 1 en 2) voor de activiteiten die verband houden met de uitvoering van de biocidenwetgeving.

Indien het Agentschap hierom verzoekt, verbindt de Commissie zich ertoe de begrotingsautoriteit in kennis te stellen van elke overschrijving van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Voorwaarden om de reserve vrij te maken

De reserve zal worden vrijgegeven zodra de overeenkomstige basishandeling is vastgesteld ingevolge de procedure die is neergelegd in artikel 294 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Rechtsgronden

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2009 betreffende het op de markt brengen en het gebruik van biociden (COM(2009) 267).

07 03 60 02   Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten in verband met de biocidenwetgeving — Bijdrage voor titel 3 van rubriek 2

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

07 03 60 02

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

   

Reserves (40 02 41)

1 236 510

1 236 510

       

Totaal

1 236 510

1 236 510

p.m.

p.m.

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van het Agentschap (titel 3) voor de activiteiten die verband houden met de uitvoering van de biocidenwetgeving.

Het Agentschap moet de begrotingsautoriteit in kennis te stellen van elke overschrijving van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De subsidie van de Unie voor 2012 bedraagt in totaal 2 728 440 EUR.

Voorwaarden om de reserve vrij te maken

De reserve zal worden vrijgegeven zodra de overeenkomstige basishandeling is vastgesteld ingevolge de procedure die is neergelegd in artikel 294 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Rechtsgronden

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2009 betreffende het op de markt brengen en het gebruik van biociden (COM(2009) 267).

07 03 70     Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten op het vlak van wetgeving inzake in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen

07 03 70 01   Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten op het vlak van wetgeving inzake in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen — Bijdrage voor titels 1 en 2

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

07 03 70 01

p.m.

p.m.

       

Reserves (40 02 41)

345 214

345 214

       

Totaal

345 214

345 214

       

Toelichting

Nieuwe post

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Europees Agentschap (titels 1 en 2) voor de activiteiten die verband houden met de uitvoering van wetgeving inzake de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen (herschikking van Verordening (EG) nr. 689/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 betreffende de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen (PB L 204 van 31.7.2008, blz. 1)).

Het Agentschap moet de begrotingsautoriteit in kennis te stellen van elke overschrijving van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Voorwaarden om de reserve vrij te maken

De reserve zal worden vrijgegeven zodra de overeenkomstige basishandeling is vastgesteld ingevolge de procedure die is neergelegd in artikel 294 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Referentiebesluiten

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad van 5 mei 2011 betreffende de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen (COM(2011) 245).

07 03 70 02   Europees Agentschap voor chemische stoffen — Activiteiten op het vlak van wetgeving inzake in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen — Bijdrage voor titel 3

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

07 03 70 02

p.m.

p.m.

       

Reserves (40 02 41)

1 110 386

1 110 386

       

Totaal

1 110 386

1 110 386

       

Toelichting

Nieuwe post

Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van het Agentschap (titel 3) voor activiteiten die verband houden met de uitvoering van wetgeving inzake de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen (herschikking van Verordening (EG) nr. 689/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 betreffende de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen (PB L 204 van 31.7.2008, blz. 1)).

Het Agentschap moet de begrotingsautoriteit in kennis te stellen van elke overschrijving van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt..

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2012 in totaal 1 455 600 EUR.

Voorwaarden om de reserve vrij te maken

De reserve zal worden vrijgegeven zodra de overeenkomstige basishandeling is vastgesteld ingevolge de procedure die is neergelegd in artikel 294 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Referentiebesluiten

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad van 5 mei 2011 betreffende de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen (COM(2011) 245).

07 03 71     Voorbereidende actie — RECAP: recycling op lokale schaal van intern plastic afval dat wordt geproduceerd door belangrijke polymeerverwerkende regio's van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 500 000

750 000

       

Toelichting

De Europese polymeerverwerkende industrie is een grote Europese industrietak die 50 000 bedrijven — waarvan 85 % kmo's — en 1,6 miljoen werknemers omvat. Haar productie bedroeg in 2009 45 000 000 ton waarbij Duitsland (23 %), Italië (16 %), Frankrijk (12 %), Spanje (8,5 %), het Verenigd Koninkrijk (8 %) en Polen (5,5 %) de grootste Europese producenten van plastic onderdelen waren. Bijna twee derde van het geproduceerde plastic afval (1,3 miljoen ton plastic) wordt beschouwd als „eindafval” en wordt ofwel naar het Verre Oosten (hoofdzakelijk China) geëxporteerd ofwel gestort. Recycling van 50 % van het huidige niet-gerecyclede plastic afval zou jaarlijks een besparing opleveren van circa 650 000 ton plastic materiaal. Door de recyclingpercentages te vergroten draagt deze voorbereidende actie bij aan de verwezenlijking van de Europa 2020-strategie inzake het efficiënt beheer van grondstoffen. De voorbereidende actie RECAP beoogt de recycling van intern plastic afval te verbeteren. Het beoogt de weg vrij te maken voor de ontwikkeling van nieuwe technologische oplossingen om plastic productieafval te recyclen en voor de tenuitvoerlegging en structurering van recyclingkanalen die zijn gebaseerd op duurzame oplossingen en technologieën. Dit project draagt bij aan het concurrentievermogen en de werkgelegenheid, de levensduur van plastic materialen te verlengen, op ruwe olie te besparen, en van de plasticindustrie een meer verantwoorde sector te maken. Er wordt een routekaart opgesteld om de noodzakelijke stappen voor een definitieve duurzame oplossing nader te specificeren: omschrijving van samenwerkingsprojecten op het gebied van O&O om technologische knelpunten weg te nemen, organisatie en structurering van recyclingkanalen, overdracht van beste praktijken en technologieën aan de plasticverwerkende sector van de Unie, demonstratie van recyclingtechnologieën door middel van proefapparatuur, oprichting van bedrijven om de ontwikkelde intellectuele-eigendomsrechten te exploiteren. De resultaten moeten worden verspreid in diverse regio's van de Unie met veel plasticverwerkende industrie.

De eerste subdoelstelling van het RECAP-project betreft de uitvoering van een benchmarkonderzoek naar intern afvalbeheer in diverse belangrijke regio's van de Unie van de plasticverwerkende industrie in Frankrijk, Italië, Duitsland, Spanje, het Verenigd Koninkrijk, Oostenrijk en Polen. In elk van deze regio's concentreert de plasticverwerking zich binnen een beperkte geografische straal.

De tweede subdoelstelling van het RECAP-project vloeit voort uit analyse van het benchmarkonderzoek en betreft de vaststelling van beste praktijken en de opstelling van aanbevelingen voor toekomstige maatregelen die worden opgenomen in een algemene methodiek voor intern afvalbeheer. Er zullen diverse scenario's worden opgesteld. Elk scenario wordt opgesplitst in structureringsdoelstellingen (economische, financiële en politieke organisatie van recyclingkanalen) en technologische doelstellingen (O&O-knelpunten die moeten worden weggenomen). De derde subdoelstelling van het RECAP-project betreft de proefimplementatie van een scenario in een van de in het kader van het project bestudeerde regio's. In het kader van een dergelijke proefimplementatie worden onder meer O&O-projecten opgezet om de vastgestelde technologische knelpunten weg te nemen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

07 03 72     Proefproject — Efficiënt beheer van grondstoffen in de praktijk — Een gesloten mineralencyclus

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

       

Toelichting

Het project richt zich op onderzoek naar en bevordering van verbeterde technieken voor efficiënt gebruik van hulpbronnen op boerderijen door middel van recycling van grondstoffen, verwerking van dierlijke mest tot hernieuwbare energie en verbetering van de bemesting van planten en gewassen. De financiering zal worden gebruikt om in verschillende lidstaten projecten op boerderijen op te zetten die zijn gericht op nieuwe en innovatieve manieren om hulpbronnen efficiënter te beheren en een gesloten mineralencyclus op de boerderij te bewerkstelligen. Uitwisseling van kennis en beste praktijken binnen de landbouwgemeenschap vormt een centraal element van deze benadering. De voornaamste bevindingen van deze projecten zullen in alle lidstaten worden verspreid en worden gebruikt voor uniale beleidsvorming met het oog op de doelstellingen van de EU-2020-strategie. Voorbeelden van uit te voeren projecten betreffen een groter verbruik en een hogere productie van hernieuwbare energie op boerderijen, recycling van dierlijk en plantaardig afval, beter water- en bodembeheer, een gerichter gebruik van meststoffen voor akkerbouwgewassen en grasland, evenals de toepassing van nieuwe technologieën bij dierlijke productie.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

HOOFDSTUK 07 11 — MONDIALE KLIMAATMAATREGELEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

07 11

MONDIALE KLIMAATMAATREGELEN

07 11 01

Bijdrage aan multilaterale en internationale klimaatovereenkomsten

4

900 000

859 103

675 882

809 352

597 602,86

769 957,18

 

Hoofdstuk 07 11 — Totaal

 

900 000

859 103

675 882

809 352

597 602,86

769 957,18

07 11 01     Bijdrage aan multilaterale en internationale klimaatovereenkomsten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

900 000

859 103

675 882

809 352

597 602,86

769 957,18

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van verplichte en vrijwillige bijdragen aan een aantal internationale conventies, protocollen en overeenkomsten waarbij de Unie partij is, alsmede aan het voorbereidende werk met betrekking tot toekomstige internationale overeenkomsten waarbij de Unie betrokken is.

Rechtsgronden

Acties die worden uitgevoerd door de Commissie in het kader van de taken die voortvloeien uit haar prerogatieven op institutioneel niveau op grond van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en op grond van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Besluit 88/540/EEG van de Raad van 14 oktober 1988 betreffende goedkeuring van het Verdrag van Wenen ter bescherming van de ozonlaag en van het Protocol van Montreal betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken (PB L 297 van 31.10.1988, blz. 8).

Besluit 94/69/EG van de Raad 15 december 1993 betreffende de sluiting van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (PB L 33 van 7.2.1994, blz. 11).

Besluit 2002/358/EG van de Raad van 25 april 2002 betreffende de goedkeuring, namens de Europese Gemeenschap, van het Protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering en de gezamenlijke nakoming van de in dat kader aangegane verplichtingen (PB L 130 van 15.5.2002, blz. 1).

HOOFDSTUK 07 12 — UITVOERING VAN HET BELEID EN DE WETGEVING VAN DE UNIE INZAKE KLIMAATMAATREGELEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

07 12

UITVOERING VAN HET BELEID EN DE WETGEVING VAN DE UNIE INZAKE KLIMAATMAATREGELEN

07 12 01

Uitvoering van het beleid en de wetgeving van de Unie inzake klimaatmaatregelen

2

19 300 000

15 171 404

17 600 000

15 000 000

11 062 637,73

9 176 221,36

 

Hoofdstuk 07 12 — Totaal

 

19 300 000

15 171 404

17 600 000

15 000 000

11 062 637,73

9 176 221,36

07 12 01     Uitvoering van het beleid en de wetgeving van de Unie inzake klimaatmaatregelen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 300 000

15 171 404

17 600 000

15 000 000

11 062 637,73

9 176 221,36

Toelichting

In het kader van het Life+-programma dient dit krediet ter dekking van maatregelen ter ondersteuning van de initiatiefrol van de Commissie bij de ontwikkeling en uitvoering van beleid en wetgeving op het gebied van klimaatactie, rekening houdende met de volgende prioriteiten:

 

tenuitvoerlegging van de verbintenissen van de Unie in het kader van het Protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering en ontwikkeling van een post-2012 strategie en uitvoeringsprogramma;

 

aanpassing van de economie en de samenleving van de Unie aan de negatieve gevolgen van de klimaatverandering en verzachting van die gevolgen;

 

tenuitvoerlegging en gebruik van marktgerichte instrumenten, met name broeikasgasemissiehandel, teneinde een kostenefficiënte emissiereductie te bewerkstelligen in een post-2012 kader.

Dit krediet dient ter dekking van kosten voor de Commissie in verband met:

 

studies en evaluaties;

 

diensten die de tenuitvoerlegging en de integratie van milieubeleid en -wetgeving op het gebied van klimaatactie tot doel hebben;

 

seminars en workshops met deskundigen en belanghebbenden;

 

ontwikkeling en onderhoud van netwerken, databanken en informatie- en computersystemen die rechtstreeks samenhangen met de uitvoering van het klimaatbeleid en de klimaatwetgeving van de Unie, met name als zij de toegankelijkheid van milieu-informatie voor het publiek vergroten. De gedekte uitgaven omvatten de kosten van de ontwikkeling, het onderhoud, de exploitatie en de ondersteuning (hardware, software en diensten) van informatie- en communicatiesystemen, met name het onafhankelijke transactielogboek van de Gemeenschap en het bewakingssysteem voor de afbraak van de ozonlaag. Zij omvatten ook de kosten van projectbeheer, kwaliteitscontrole, beveiliging, documentatie en opleiding in samenhang met de implementatie van deze systemen;

 

het produceren, bekendmaken en verspreiden van informatie, met inbegrip van evenementen, tentoonstellingen en soortgelijke bewustmakingsactiviteiten.

De in het kader van Life+ gefinancierde maatregelen kunnen ten uitvoer worden gelegd via subsidies of aanbestedingsprocedures.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 614/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 betreffende het financieringsinstrument voor het milieu (Life+) (PB L 149 van 9.6.2007, blz. 1).

HOOFDSTUK 07 13 — MAINSTREAMING EN INNOVATIE INZAKE KLIMAATBELEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

07 13

MAINSTREAMING EN INNOVATIE INZAKE KLIMAATBELEID

07 13 03

Voorbereidende actie — Mainstreaming van klimaatmaatregelen en aanpassing aan klimaatverandering

2

5 000 000

3 750 000

5 000 000

2 000 000

   

07 13 04

Voorbereidende actie — Maritiem beleid

2

1 000 000

500 000

   
 

Hoofdstuk 07 13 — Totaal

 

5 000 000

3 750 000

6 000 000

2 500 000

   

07 13 03     Voorbereidende actie — Mainstreaming van klimaatmaatregelen en aanpassing aan klimaatverandering

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

5 000 000

3 750 000

5 000 000

2 000 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de werkzaamheden ter ondersteuning van het door de Unie ontwikkelde beleid met betrekking tot de mainstreaming van klimaatmaatregelen en de aanpassing aan de klimaatverandering, als basis voor effectbeoordelingen en voorbereiding van toekomstige beleidsbeslissingen.

Klimaatactie wordt een van de centrale pijlers van de Europa 2020-strategie. Wil de Unie haar klimaatdoelstellingen bereiken, dan moet de emissiereductie in de komende decennia fors worden opgevoerd in vergelijking met het voorbije decennium.

Om de omschakeling naar een koolstofarme, zuinige en klimaatbestendige economie te maken, zal ook op vele andere beleidsterreinen van de Unie (met name cohesie, landbouw, plattelandsontwikkeling, onderzoek en innovatie, vervoer en energie, buitenlands optreden enz.) klimaatactie moeten worden ondernomen, met name via mainstreaming en aanpassingsmaatregelen.

De voorbereidende actie dient derhalve studies en voorbereidende werkzaamheden te dekken die tot doel hebben:

 

vast te stellen welke structurele en technische aanpassingen nodig zijn om de omschakeling te kunnen maken naar een koolstofarme, zuinige en milieubestendige economie in 2050, met behulp van een routekaart en tussentijdse ijkpunten in 2030;

 

vast te stellen welke acties, strategieën en wettelijke instrumenten op uniaal, nationaal en regionaal niveau moeten worden opgezet om de klimaatverandering en de gevolgen ervan te verzachten (bijvoorbeeld door de financiering van verbeteringen van de infrastructuur of productiemethoden in kwetsbare sectoren) en de door de Unie gestelde klimaatdoelstellingen te verwezenlijken;

 

innovatieve steunmechanismen op te zetten voor de ontwikkeling van aanpassingsbeleid en -strategieën met een koolstofarme insteek, met inbegrip van eventuele nieuwe financiële instrumenten, om ten volle profijt te trekken van de mogelijkheden van nieuwe technologieën, voor de beperking van verliezen ten gevolge van met het klimaat samenhangende gebeurtenissen, zoals ernstige droogte en overstromingen en extreme klimaatverschijnselen, en voor de ontwikkeling van de capaciteit van de Unie om rampen te voorkomen en te bestrijden.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

07 13 04     Voorbereidende actie — Maritiem beleid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

   

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de studies die nodig zijn om het stilaan tot stand komende maritieme beleid te onderbouwen met betrouwbare feiten en analyses, voor zover er leemten zijn en dit nodig is voor de effectbeoordeling en de voorbereiding van de toekomstige beleidsbeslissingen. Dit geldt met name voor sociaaleconomische en juridische aangelegenheden op maritiem gebied.

Tot dusver zijn drie horizontale gebieden aangewezen voor mogelijke toekomstige actie: „maritieme ruimtelijke ordening”, „convergentie en integratie van verzamelsystemen voor mariene gegevens” en „maritiem toezicht”.

Voorts dient dit krediet ter dekking van haalbaarheidsstudies die worden uitgevoerd met het oog op de opstelling van nieuwe voorstellen op deze gebieden.

Dit krediet is ook bestemd voor de bevordering van de diverse systemen voor monitoring van en toezicht op de zeeën, voor het verzamelen van wetenschappelijke gegevens over de zee en voor het verspreiden van netwerken en beste praktijken op het gebied van maritiem beleid en de economie van kustgebieden.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie als bedoeld in artikel 49, lid 6, onder b), van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

 

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL MILIEU

 

BELEIDSSTRATEGIE EN COÖRDINATIE VAN HET DIRECTORAAT-GENERAAL MILIEU

 

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL KLIMAATMAATREGELEN

 

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL KLIMAATMAATREGELEN

TITEL 08

ONDERZOEK

Algemene samenvatting van de kredieten (2012 en 2011) en van de uitvoering (2010)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONDERZOEK”

341 258 900

341 258 900

333 124 545

333 124 545

310 293 454,32

310 293 454,32

Reserves (40 01 40)

4 490

4 490

6 884

6 884

   
 

341 263 390

341 263 390

333 131 429

333 131 429

310 293 454,32

310 293 454,32

08 02

SAMENWERKING — GEZONDHEID

939 533 855

493 934 702

830 789 000

465 567 921

785 414 910,89

486 062 444,80

08 03

SAMENWERKING — VOEDING, LANDBOUW, VISSERIJ EN BIOTECHNOLOGIE

312 784 295

181 450 215

267 892 000

181 125 393

219 170 024,39

157 931 133,18

08 04

SAMENWERKING — NANOWETENSCHAPPEN, NANOTECHNOLOGIEËN, MATERIALEN EN NIEUWE PRODUCTIETECHNOLOGIEËN

510 906 344

368 666 918

452 444 000

344 572 880

423 568 954,05

280 660 236,20

08 05

SAMENWERKING — ENERGIE

189 932 521

144 811 788

157 410 000

114 947 049

154 180 846,39

122 475 399,38

08 06

SAMENWERKING — MILIEU (INCLUSIEF KLIMAATVERANDERING)

285 273 359

214 026 879

252 505 000

236 420 332

230 095 221,17

212 406 939,48

08 07

SAMENWERKING — VERVOER (INCLUSIEF LUCHTVAART)

483 484 270

430 934 281

414 351 000

428 450 080

367 821 144,—

327 642 626,68

08 08

SAMENWERKING — SOCIAALECONOMISCHE WETENSCHAPPEN EN GEESTESWETENSCHAPPEN

92 395 240

54 274 481

84 366 000

61 891 635

76 296 132,64

80 618 627,81

08 09

SAMENWERKING — RISICODELENDE FINANCIERINGSFACILITEIT (RDFF)

198 004 478

181 450 215

200 000 000

190 435 799

51 260 000,—

51 260 000,—

08 10

IDEEËN

1 564 948 330

818 082 810

1 298 731 000

714 134 248

1 180 018 572,40

547 578 676,79

08 12

CAPACITEITEN — ONDERZOEKSINFRASTRUCTUREN

50 228 387

126 769 285

156 304 000

200 909 768

217 744 278,—

97 436 316,28

08 13

CAPACITEITEN — ONDERZOEK TEN BEHOEVE VAN KLEINE EN MIDDELGROTE ONDERNEMINGEN (KMO’S)

251 176 486

182 498 997

223 099 000

173 296 578

165 555 894,88

152 596 710,99

08 14

CAPACITEITEN — KENNISREGIO'S

20 078 078

18 299 254

18 856 000

16 192 756

17 384 316,—

15 483 642,—

08 15

CAPACITEITEN — ONDERZOEKSPOTENTIEEL

66 609 035

56 521 742

63 802 000

51 589 058

32 075 432,—

36 489 978,—

08 16

CAPACITEITEN — WETENSCHAP IN DE MAATSCHAPPIJ

44 828 259

27 650 291

44 798 000

30 469 728

51 643 082,76

34 205 978,76

08 17

CAPACITEITEN — INTERNATIONALE SAMENWERKINGSACTIVITEITEN

32 102 471

31 917 093

28 265 000

19 043 580

18 489 482,—

18 364 474,56

08 18

CAPACITEITEN — RISICODELENDE FINANCIERINGSFACILITEIT (RDFF)

p.m.

p.m.

50 000 000

47 608 950

30 756 000,—

30 756 000,—

08 19

CAPACITEITEN — ONDERSTEUNING VAN DE COHERENTE ONTWIKKELING VAN HET ONDERZOEKSBELEID

13 101 602

9 434 504

9 804 000

5 713 074

2 685 123,—

3 426 612,92

08 20

EURATOM — FUSIE-ENERGIE

p.m.

288 090 321

396 090 000

235 092 994

401 369 824,—

248 795 824,—

Reserves (40 02 41)

479 274 000

83 759 234

       
 

479 274 000

371 849 555

396 090 000

235 092 994

401 369 824,—

248 795 824,—

08 21

EURATOM — KERNSPLIJTING EN STRALINGSBESCHERMING

p.m.

18 507 922

52 000 000

24 280 564

50 259 000,—

69 035 000,—

Reserves (40 02 41)

54 105 000

31 390 887

       
 

54 105 000

49 898 809

52 000 000

24 280 564

50 259 000,—

69 035 000,—

08 22

VOLTOOIING VAN VOORGAANDE KADERPROGRAMMA’S EN ANDERE ACTIVITEITEN

p.m.

113 860 010

p.m.

324 216 948

63 191 282,72

777 310 401,29

08 23

ONDERZOEKSPROGRAMMA VAN HET FONDS VOOR ONDERZOEK INZAKE KOLEN EN STAAL

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

60 693 535,70

51 312 090,94

 

Titel 08 — Totaal

5 396 645 910

4 102 440 608

5 334 630 545

4 199 083 880

4 909 966 511,31

4 112 142 568,38

Reserves (40 01 40, 40 02 41)

533 383 490

115 154 611

6 884

6 884

   
 

5 930 029 400

4 217 595 219

5 334 637 429

4 199 090 764

4 909 966 511,31

4 112 142 568,38

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingslijnen van deze titel (uitgezonderd hoofdstuk 08 22).

Deze kredieten worden gebruikt overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1) en Verordening (Euratom) nr. 1908/2006 van de Raad van 19 december 2006 tot vaststelling van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 1).

Op alle kredieten van deze titel is dezelfde definitie van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) van toepassing als die welke wordt gebruikt in de horizontale specifieke programma’s voor kmo’s binnen hetzelfde kaderprogramma. Deze definitie luidt als volgt: „Een midden- en kleinbedrijf dat in aanmerking komt, is een juridische entiteit die voldoet aan de definitie van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) van Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie, en geen onderzoekscentrum, onderzoeksinstituut, organisatie die contractonderzoek verricht of consultantsbedrijf is”. Alle onderzoeksactiviteiten die worden verricht krachtens het zevende kaderprogramma, worden uitgevoerd in overeenstemming met fundamentele ethische beginselen (overeenkomstig artikel 6, lid 1, van Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1), en vereisten inzake dierenwelzijn. Deze omvatten met name de beginselen die zijn vastgelegd in artikel 6 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Voorts wordt in het bijzonder rekening gehouden met de noodzaak van het opvoeren van de inspanningen ter versterking van de participatie en de rol van vrouwen in wetenschap en onderzoek.

Onder deze artikelen en posten vallen ook de uitgaven voor vergaderingen, conferenties, workshops en seminars van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau en van Europees belang die door de Commissie worden georganiseerd, de financiering van studies, subsidies, follow-up en evaluatie van de specifieke programma’s en de kaderprogramma’s en analysen en evaluaties van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau die voor de Unie worden uitgevoerd om nieuwe onderzoeksgebieden te verkennen die in aanmerking komen voor uniale actie, en met name in het kader van de Europese onderzoeksruimte alsmede acties in verband met de follow-up en de verspreiding van resultaten van de programma’s, waaronder die van acties die onder de eerdere kaderprogramma 's zijn uitgevoerd.

Deze kredieten dienen tevens ter dekking van de administratieve uitgaven, waaronder de uitgaven voor statutair en ander personeel, de uitgaven voor informatie en publicaties, de administratieve en technische huishoudelijke uitgaven en een aantal andere uitgaven voor interne infrastructuur die betrekking hebben op de verwezenlijking van de doelstelling van de actie waarvoor zij worden gedaan, waaronder uitgaven voor de acties en initiatieven die nodig zijn voor het opstellen en opvolgen van de strategie van de Unie inzake onderzoek, technologische ontwikkeling, en demonstratie (OTD).

Ontvangsten die voortvloeien uit samenwerkingsovereenkomsten tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en Zwitserland of de multilaterale European Fusion Development Agreement (EFDA) worden geboekt onder de posten 6 0 1 1 en 6 0 1 2 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 18 van het Financieel Reglement.

Voor sommige van deze projecten bestaat de mogelijkheid dat derde landen of organisaties uit derde landen deelnemen aan de Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek. Financiële bijdragen worden geboekt onder de posten 6 0 1 3 en 6 0 1 5 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 18 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten van landen die betrokken zijn bij de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijke en technische onderzoek worden geboekt onder post 6 0 1 6 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 18 van het Financieel Reglement.

Eventuele ontvangsten uit bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan voor deelname aan de uniale programma’s die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten uit de bijdrage van externe instellingen aan uniale activiteiten worden geboekt onder post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 18 van het Financieel Reglement.

De extra kredieten zullen worden opgevoerd onder artikel 08 22 04.

Teneinde in staat te zijn het doel van 15 % kmo-participatie in met dit krediet gefinancierde projecten te halen, zoals vastgelegd in Besluit nr. 1982/2006/EG, zijn meer specifieke acties noodzakelijk. Projecten die zijn goedgekeurd in het kader van de specifieke kmo-programma’s dienen in aanmerking te kunnen komen voor financiering uit hoofde van het thematische programma wanneer zij voldoen aan de noodzakelijke (thematische) vereisten.

HOOFDSTUK 08 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONDERZOEK”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

08 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONDERZOEK”

08 01 01

Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Onderzoek”

5

9 193 290

9 056 454

9 169 370,55

Reserves (40 01 40)

   

6 884

 
   

9 193 290

9 063 338

9 169 370,55

08 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Onderzoek”

08 01 02 01

Extern personeel

5

210 031

219 017

200 655,55

08 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5

392 244

440 843

478 247,—

Reserves (40 01 40)

 

4 490

   
   

396 734

440 843

478 247,—

 

Artikel 08 01 02 — Subtotaal

 

602 275

659 860

678 902,55

Reserves (40 01 40)

 

4 490

   
   

606 765

659 860

678 902,55

08 01 03

Uitgaven in verband met materieel, meubilair en diensten voor het beleidsterrein „Onderzoek”

5

618 335

656 231

711 843,77

08 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Onderzoek”

08 01 04 30

Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad

1.1

39 000 000

35 115 000

29 287 000,—

08 01 04 31

Uitvoerend Agentschap Onderzoek (REA)

1.1

47 339 000

37 602 000

32 799 224,—

08 01 04 40

Europese Gemeenschappelijke Onderneming voor ITER — Fusie voor energie (F4E) — Uitgaven voor administratief beheer

1.1

39 000 000

35 900 000

30 900 000,—

 

Artikel 08 01 04 — Subtotaal

 

125 339 000

108 617 000

92 986 224,—

08 01 05

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Onderzoek”

08 01 05 01

Uitgaven voor onderzoekspersoneel

1.1

124 219 000

125 098 000

124 615 126,03

08 01 05 02

Extern personeel voor onderzoek

1.1

26 287 000

27 167 000

26 324 460,74

08 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoek

1.1

55 000 000

61 870 000

55 807 526,68

 

Artikel 08 01 05 — Subtotaal

 

205 506 000

214 135 000

206 747 113,45

 

Hoofdstuk 08 01 — Totaal

 

341 258 900

333 124 545

310 293 454,32

Reserves (40 01 40)

 

4 490

6 884

 
   

341 263 390

333 131 429

310 293 454,32

08 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Onderzoek”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

08 01 01

9 193 290

9 056 454

9 169 370,55

Reserves (40 01 40)

 

6 884

 

Totaal

9 193 290

9 063 338

9 169 370,55

08 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Onderzoek”

08 01 02 01   Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

210 031

219 017

200 655,55

08 01 02 11   Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

08 01 02 11

392 244

440 843

478 247,—

Reserves (40 01 40)

4 490

   

Totaal

396 734

440 843

478 247,—

08 01 03     Uitgaven in verband met materieel, meubilair en diensten voor het beleidsterrein „Onderzoek”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

618 335

656 231

711 843,77

08 01 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Onderzoek”

08 01 04 30   Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

39 000 000

35 115 000

29 287 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke uitgaven van het Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad voor de opdracht die het Agentschap vervult bij het beheer van het specifieke programma „Ideeën” op het gebied van grensverleggend onderzoek.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/972/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma Capaciteiten tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 243).

Referentiebesluiten

Besluit 2008/37/EG van de Commissie van 14 december 2007 tot oprichting, ingevolge Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad, van het „Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad” voor het beheer van het communautaire specifieke programma „Ideeën” op het gebied van grensverleggend onderzoek (PB L 9 van 12.1.2008, blz. 15).

08 01 04 31   Uitvoerend Agentschap Onderzoek (REA)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

47 339 000

37 602 000

32 799 224,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke uitgaven van het Uitvoerend Agentschap Onderzoek voor de opdracht die het Agentschap vervult bij het beheer van de specifieke programma’s „Mensen”, „Capaciteiten” en „Samenwerking” inzake onderzoek.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

Beschikking 2006/973/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Mensen” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 272).

Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 299).

Referentiebesluiten

Besluit 2008/46/EG van de Commissie van 14 december 2007 tot oprichting, ingevolge Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad, van het Uitvoerend Agentschap Onderzoek voor het beheer van bepaalde gebieden van de communautaire specifieke programma’s Mensen, Capaciteiten en Samenwerking inzake onderzoek (PB L 11 van 15.1.2008, blz. 9).

08 01 04 40   Europese Gemeenschappelijke Onderneming voor ITER — Fusie voor energie (F4E) — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

39 000 000

35 900 000

30 900 000,—

Toelichting

Door middel van kernfusie zou een bijna onbeperkte hoeveelheid schone energie kunnen worden opgewekt, waarbij ITER de onontbeerlijke volgende stap in het proces naar dit uiteindelijke doel vormt. Hiertoe werd, in de vorm van een gemeenschappelijke onderneming, de Europese Organisatie voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie opgericht. Deze Europese Gemeenschappelijke Onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie (fusie voor energie) heeft de volgende taken:

 

a)

het leveren van de bijdrage van Euratom aan de Internationale ITER-organisatie voor fusie-energie;

 

b)

het leveren van de bijdrage van Euratom aan de activiteiten in het kader van de bredere aanpak met Japan voor de snelle verwezenlijking van fusie-energie;

 

c)

het uitvoeren van een programma van activiteiten ter voorbereiding van de bouw van een demonstratiefusiereactor en gerelateerde faciliteiten inclusief de International Fusion Materials Irradiation Facility (IFMIF).

Rechtsgronden

Besluit van de Raad van 25 september 2006 betreffende de sluiting door de Commissie van de Overeenkomst tot oprichting van de Internationale ITER-organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project, van de regeling inzake de voorlopige toepassing van deze Overeenkomst, alsmede van de Overeenkomst inzake de voorrechten en immuniteiten van de Internationale ITER-organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project.

Beschikking 2006/943/Euratom van de Commissie van 17 november 2006 inzake de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tot oprichting van de Internationale ITER-organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project en van de Overeenkomst inzake de voorrechten en immuniteiten van de Internationale ITER-organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project (PB L 358 van 16.12.2006, blz. 60).

Besluit 2006/970/Euratom van de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 60).

Verordening (Euratom) nr. 1908/2006 van de Raad van 19 december 2006 tot vaststelling van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/976/Euratom van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 404).

Beschikking 2007/198/Euratom van de Raad van 27 maart 2007 tot oprichting van de Europese Gemeenschappelijke Onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie van gunsten daaraan (PB L 90 van 30.3.2007, blz. 58).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (COM(2011) 72), door de Commissie ingediend op 7 maart 2011.

Voorstel voor een verordening (Euratom) van de Raad tot vaststelling van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties onder contract ingevolge het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2012-2013) (COM(2011) 71), door de Commissie ingediend op 7 maart 2011.

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het door middel van acties onder contract uit te voeren specifieke programma ter tenuitvoerlegging van het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (COM(2011) 73), door de Commissie ingediend op 7 maart 2011.

08 01 05     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Onderzoek”

08 01 05 01   Uitgaven voor onderzoekspersoneel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

124 219 000

125 098 000

124 615 126,03

08 01 05 02   Extern personeel voor onderzoek

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

26 287 000

27 167 000

26 324 460,74

08 01 05 03   Overige beheersuitgaven voor onderzoek

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

55 000 000

61 870 000

55 807 526,68

HOOFDSTUK 08 02 — SAMENWERKING — GEZONDHEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 02

SAMENWERKING — GEZONDHEID

08 02 01

Samenwerking — Gezondheid

1.1

639 533 855

398 334 028

670 789 000

447 524 129

682 464 326,89

461 226 527,12

08 02 02

Samenwerking — Gezondheid — Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen

1.1

294 300 000

90 725 107

155 400 000

14 282 685

98 644 744,—

20 503 104,49

08 02 03

Samenwerking — Gezondheid — Ondersteuningsuitgaven voor de Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen

1.1

5 700 000

4 875 567

4 600 000

3 761 107

4 305 840,—

4 332 813,19

 

Hoofdstuk 08 02 — Totaal

 

939 533 855

493 934 702

830 789 000

465 567 921

785 414 910,89

486 062 444,80

08 02 01     Samenwerking — Gezondheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

639 533 855

398 334 028

670 789 000

447 524 129

682 464 326,89

461 226 527,12

Toelichting

De acties op het gebied van gezondheid beogen de verbetering van de gezondheid van de burgers van Europa en de opvoering van het concurrentievermogen van Europese industrieën en bedrijven in de gezondheidssector, waarbij tevens aandacht wordt besteed aan mondiale gezondheidsaspecten zoals opkomende epidemieën De nadruk zal liggen op translationeel onderzoek (omzetting van fundamentele ontdekkingen in klinische toepassingen), de ontwikkeling en validering van nieuwe therapieën, methoden voor gezondheidsbevordering en ziektepreventie, en diagnose-instrumenten en -technologieën, alsmede duurzame en efficiënte gezondheidszorgstelsels. Er zal speciale aandacht worden besteed aan de communicatie van onderzoeksresultaten en het voeren van een dialoog met het maatschappelijke middenveld, met name met patiëntenverenigingen, in een zo vroeg mogelijk stadium van nieuwe ontwikkelingen die uit biomedisch en genetisch onderzoek voortvloeien.

Financiering van klinisch onderzoek naar tal van ziekten, bijv. hiv/aids, malaria, tuberculose, diabetes en andere chronische ziekten (bijv. artritis, reumatische ziekten en spier- en skeletziekten, alsook ademhalingsziekten), of zeldzame ziekten, is mogelijk.

Er moet meer onderzoek naar ouderdomsziekten worden gefinancierd.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma Samenwerking tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

Referentiebesluiten

Resolutie van het Europees Parlement van 12 juli 2007 over de TRIPS-overeenkomst en toegang tot geneesmiddelen (PB C 175 E van 10.7.2008, blz. 591).

08 02 02     Samenwerking — Gezondheid — Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

294 300 000

90 725 107

155 400 000

14 282 685

98 644 744,—

20 503 104,49

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen zal bijdragen tot de uitvoering van het zevende kaderprogramma en met name het thema „Gezondheid” van het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma. Het doel van de gemeenschappelijke onderneming is de sterke verbetering van de efficiëntie en effectiviteit van het geneesmiddelenontwikkelingsproces om op lange termijn te bereiken dat de farmaceutische industrie effectievere en veiligere innovatieve geneesmiddelen produceert. De gemeenschappelijke onderneming is er in het bijzonder op gericht om:

 

„preconcurrentieel farmaceutisch onderzoek en ontwikkeling” in de lidstaten en de met het zevende kaderprogramma geassocieerde landen te ondersteunen via een gecoördineerde aanpak om de vastgestelde onderzoeksbottlenecks in het geneesmiddelenontwikkelingsproces te ondervangen;

 

de uitvoering van de onderzoeksprioriteiten als opgenomen in de onderzoeksagenda van het Gezamenlijk technologie-initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen („Onderzoeksactiviteiten”) te ondersteunen, met name door het toekennen van subsidies ingevolge vergelijkende uitnodigingen tot het indienen van voorstellen;

 

de complementariteit met andere activiteiten in het kader van het zevende kaderprogramma te waarborgen;

 

een publiek-privaat partnerschap te zijn dat streeft naar het vergroten van de onderzoeksinvesteringen in de biofarmaceutische sector in de lidstaten en de met het zevende kaderprogramma geassocieerde landen door het poolen van middelen en bevorderen van samenwerking tussen de publieke en private sector;

 

de deelname van kmo’s bij haar activiteiten te bevorderen, overeenkomstig de doelstellingen van het zevende kaderprogramma.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma Samenwerking tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

Verordening (EG) nr. 73/2008 van de Raad van 20 december 2007 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming voor de uitvoering van het gezamenlijke technologie-initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen (PB L 30 van 4.2.2008, blz. 38).

08 02 03     Samenwerking — Gezondheid — Ondersteuningsuitgaven voor de Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

5 700 000

4 875 567

4 600 000

3 761 107

4 305 840,—

4 332 813,19

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen zal bijdragen tot de uitvoering van het zevende kaderprogramma en met name het thema „Gezondheid” van het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma. Het doel ervan is de sterke verbetering van de efficiëntie en effectiviteit van het ontwikkelingsproces voor geneesmiddelen en het langetermijndoel de productie door de farmaceutische industrie van effectievere en veiligere innovatieve geneesmiddelen. Zij is er in het bijzonder op gericht om:

 

„preconcurrentieel farmaceutisch onderzoek en ontwikkeling” in de lidstaten en de met het zevende kaderprogramma geassocieerde landen te ondersteunen via een gecoördineerde aanpak om de vastgestelde onderzoeksbottlenecks in het geneesmiddelenontwikkelingsproces te ondervangen;

 

de uitvoering van de onderzoeksprioriteiten als opgenomen in de onderzoeksagenda van het Gezamenlijk technologie-initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen („Onderzoeksactiviteiten”) te ondersteunen, met name door het toekennen van subsidies ingevolge vergelijkende uitnodigingen tot het indienen van voorstellen;

 

de complementariteit met andere activiteiten in het kader van het zevende kaderprogramma te waarborgen;

 

een publiek-privaat partnerschap te zijn dat streeft naar het vergroten van de onderzoeksinvesteringen in de biofarmaceutische sector in de lidstaten en de met het zevende kaderprogramma geassocieerde landen door het poolen van middelen en bevorderen van samenwerking tussen de publieke en private sector;

 

de deelname van kmo’s bij haar activiteiten te bevorderen, overeenkomstig de doelstellingen van het zevende kaderprogramma.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma Samenwerking tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

Verordening (EG) nr. 73/2008 van de Raad van 20 december 2007 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming voor de uitvoering van het gezamenlijke technologie-initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen (PB L 30 van 4.2.2008, blz. 38).

HOOFDSTUK 08 03 — SAMENWERKING — VOEDING, LANDBOUW, VISSERIJ EN BIOTECHNOLOGIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 03

SAMENWERKING — VOEDING, LANDBOUW, VISSERIJ EN BIOTECHNOLOGIE

08 03 01

Samenwerking — Voeding, landbouw, visserij en biotechnologie

1.1

312 784 295

181 450 215

267 892 000

181 125 393

219 170 024,39

157 931 133,18

 

Hoofdstuk 08 03 — Totaal

 

312 784 295

181 450 215

267 892 000

181 125 393

219 170 024,39

157 931 133,18

08 03 01     Samenwerking — Voeding, landbouw, visserij en biotechnologie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

312 784 295

181 450 215

267 892 000

181 125 393

219 170 024,39

157 931 133,18

Toelichting

De acties op dit gebied beogen de geïntegreerde wetenschappelijke en technologische grondslagen te helpen leggen die noodzakelijk zijn voor de ontwikkeling van een Europese, op kennis gebaseerde bio-economie door het samenbrengen van wetenschap, industrie en andere belanghebbende partijen. Drie pijlers ondersteunen deze aanpak: 1) duurzame productie en duurzaam beheer van biologische rijkdommen van grond, bossen en het aquatische milieu, 2) „farm to fork”: voeding, gezondheid en welzijn, en 3) biowetenschappen en biotechnologie voor duurzame non-food-producten en -processen. Op deze manier kunnen nieuwe, opkomende onderzoeksmogelijkheden worden benut voor de aanpak van sociale en economische uitdagingen, zoals de groeiende vraag naar milieu- en diervriendelijke systemen voor de productie en de verdeling van veiliger, gezonder en kwalitatief hoogstaander voedsel in overeenstemming met de eisen van de consument en met het in de hand houden van voedselgerelateerde risico's, voornamelijk aan de hand van biotechnologische hulpmiddelen, en van gezondheidsrisico's verbonden met milieuveranderingen.

Dit krediet dient tevens ter financiering van de ontwikkeling en verbetering van analysemethoden (bijv. residuanalysen in voedings- en voedermiddelen).

Aangezien er onder de huidige wetgeving geen specifieke middelen zijn gereserveerd voor onderzoek op visserijgebied wordt ten minste eenzelfde percentage gehandhaafd voor onderzoek op visserijgebied als in de vorige begroting. Dit krediet dient tevens ter financiering van de ontwikkeling en verbetering van het concept maximaal duurzame vangst (maximum sustainable yield — MSY) als beleidsinstrument voor de duurzame exploitatie van visserijhulpbronnen en de ontwikkeling van een beleidsconcept ter beperking van bijvangst.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

HOOFDSTUK 08 04 — SAMENWERKING — NANOWETENSCHAPPEN, NANOTECHNOLOGIEËN, MATERIALEN EN NIEUWE PRODUCTIETECHNOLOGIEËN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 04

SAMENWERKING — NANOWETENSCHAPPEN, NANOTECHNOLOGIEËN, MATERIALEN EN NIEUWE PRODUCTIETECHNOLOGIEËN

08 04 01

Samenwerking — Nanowetenschappen, nanotechnologieën, materialen en nieuwe productietechnologieën

1.1

501 040 344

362 900 430

442 234 000

339 088 329

413 727 034,05

274 755 084,20

08 04 02

Samenwerking — Nanowetenschappen, nanotechnologieën, materialen en nieuwe productietechnologieën — Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof

1.1

9 866 000

5 766 488

10 210 000

5 484 551

9 841 920,—

5 905 152,—

 

Hoofdstuk 08 04 — Totaal

 

510 906 344

368 666 918

452 444 000

344 572 880

423 568 954,05

280 660 236,20

08 04 01     Samenwerking — Nanowetenschappen, nanotechnologieën, materialen en nieuwe productietechnologieën

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

501 040 344

362 900 430

442 234 000

339 088 329

413 727 034,05

274 755 084,20

Toelichting

De doelstelling van de activiteiten op dit gebied is te helpen bij het tot stand brengen van een kritische massa aan noodzakelijke capaciteit voor de ontwikkeling en exploitatie, met name vanuit het oogpunt van eco-efficiëntie en terugdringing van lozingen van gevaarlijke stoffen in het milieu, van geavanceerde technologieën voor de op kennis en intelligentie gebaseerde producten, diensten en fabricageprocédés van de komende jaren.

Er moeten voldoende kredieten beschikbaar worden gesteld voor nano-onderzoek met betrekking tot de beoordeling van milieu- en gezondheidsrisico’s, aangezien momenteel slechts 5 tot 10 % van het nano-onderzoek wereldwijd hierop gericht is.

Er moeten voldoende kredieten worden besteed aan activiteiten ter bevordering van onderzoek naar en de ontwikkeling van grondstoffenefficiënte processen en praktijken, waaronder eco-design, hergebruik en recycling, en van onderzoek naar vervanging van gevaarlijke of kritieke stoffen.

Opgevoerd worden tevens de uitgaven voor door de Commissie georganiseerde vergaderingen, conferenties, workshops en colloquia op hoog wetenschappelijk en technologisch niveau en van Europees belang, de financiering van studies, subsidies, follow-up en evaluatie van de specifieke programma’s alsmede de financiering van het IMS-secretariaat, de analysen en evaluaties van hoog wetenschappelijk of technologisch niveau en tevens de acties uit hoofde van de voorgaande kaderprogramma’s.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

08 04 02     Samenwerking — Nanowetenschappen, nanotechnologieën, materialen en nieuwe productietechnologieën — Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

9 866 000

5 766 488

10 210 000

5 484 551

9 841 920,—

5 905 152,—

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof draagt bij tot de uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie-activiteiten (2007-2013) en met name de thema’s Energie, Nanowetenschappen, nanotechnologieën, materialen en nieuwe productietechnologieën, Milieu (met inbegrip van klimaatverandering) en Vervoer (met inbegrip van luchtvaart) van het specifieke programma „Samenwerking”. Zij is met name belast met: de opdracht om Europa wereldwijd een voortrekkersrol te laten spelen op het gebied van brandstofcel- en waterstoftechnologieën en de marktdoorbraak van deze technologieën mogelijk te maken, waarbij men commerciële marktkrachten de substantiële potentiële publieke voordelen laat aansturen; de gecoördineerde ondersteuning van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie-activiteiten (2007-2013) (OTD) in de lidstaten en met het zevende kaderprogramma geassocieerde landen om markttekortkomingen te ondervangen; de centraalstelling van de ontwikkeling van markttoepassingen en vergemakkelijking daardoor van extra inspanningen van de industrie voor een snelle toepassing van brandstofcel- en waterstoftechnologieën; de ondersteuning van de uitvoering van de OTD-prioriteiten van de gezamenlijke technologie-initiatieven inzake brandstofcellen en waterstof, met name door het toekennen van subsidies na vergelijkende uitnodigingen tot het indienen van voorstellen; en de stimulering van verhoogde publieke en private onderzoeksinvesteringen in brandstofcel- en waterstoftechnologieën in de lidstaten en met het zevende kaderprogramma geassocieerde landen.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma Samenwerking tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

Verordening (EG) nr. 521/2008 van de Raad van 30 mei 2008 betreffende de oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof (PB L 153 van 12.6.2008, blz. 1).

HOOFDSTUK 08 05 — SAMENWERKING — ENERGIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 05

SAMENWERKING — ENERGIE

08 05 01

Samenwerking — Energie

1.1

178 319 521

112 930 985

101 210 000

80 935 215

97 860 234,39

100 045 755,67

08 05 02

Samenwerking — Energie — Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof

1.1

10 374 000

30 756 719

54 200 000

32 107 476

53 343 206,—

19 007 208,—

08 05 03

Ondersteunende uitgaven voor de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof

1.1

1 239 000

1 124 084

2 000 000

1 904 358

2 977 406,—

3 422 435,71

 

Hoofdstuk 08 05 — Totaal

 

189 932 521

144 811 788

157 410 000

114 947 049

154 180 846,39

122 475 399,38

08 05 01     Samenwerking — Energie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

178 319 521

112 930 985

101 210 000

80 935 215

97 860 234,39

100 045 755,67

Toelichting

De inspanningen zullen vooral gericht zijn op de volgende acties:

Opwekking van hernieuwbare elektriciteit

Technologie om de algehele omzettingsefficiëntie op te voeren, waardoor de kosten van elektriciteitsopwekking uit eigen hernieuwbare energiebronnen worden gedrukt, en ontwikkeling en demonstratie van technologie die geschikt is voor uiteenlopende regionale omstandigheden.

Productie van hernieuwbare brandstoffen

Geïntegreerde omzettingstechnologie: ontwikkeling van vaste, vloeibare en gasvormige brandstoffen die uit hernieuwbare energiebronnen worden geproduceerd, en verlaging van de kosten per eenheid daarvan, gericht op een kosteneffectieve productie en toepassing van koolstofneutrale brandstoffen, met name vloeibare biobrandstoffen voor het vervoer.

Technologie voor de vastlegging en opslag van CO 2 ten behoeve van elektriciteitsopwekking met bijna-nulemissie

Een ingrijpende beperking van de milieueffecten van het gebruik van fossiele brandstoffen, gericht op zeer efficiënte elektriciteitscentrales met bijna-nulemissie, op basis van technologie voor de vastlegging en opslag van CO2.

Schone technologie voor kolen

Aanzienlijke verbeteringen in de efficiëntie, betrouwbaarheid en kosten van installaties via de ontwikkeling en demonstratie van schone technologie voor de omzetting van kolen. Dit omvat tevens verdere acties voor de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van efficiënte technologieën op het gebied van de verbranding van hout als methode voor de productie van biokolen en voor de opwekking van duurzame energie.

Slimme energienetten

Verbetering van de efficiëntie, veiligheid en betrouwbaarheid van de Europese elektriciteitsnetten, alsook van het vermogen om de door de markten voortgebrachte energiestromen te beheren. Langetermijnplanning van de ontwikkeling van het pan-Europese elektriciteitsnet in het kader van het initiatief voor een Europees elektriciteitsnet. Opheffing van belemmeringen voor een grootschalige toepassing en effectieve integratie van decentrale en hernieuwbare energiebronnen.

Energie-efficiëntie en energiebesparing

Nieuwe concepten en technologieën voor de verbetering van de energie-efficiëntie en energiebesparing voor gebouwen, diensten en de industrie. Dit omvat de integratie van strategieën en technologieën voor energie-efficiëntie, het gebruik van nieuwe en hernieuwbare energietechnologieën en beheersing van de vraag naar energie.

Gezien hun belangrijke bijdrage aan toekomstige duurzame energiesystemen, zullen hernieuwbare energiebronnen en energie-efficiëntie bij het eindgebruik de hoofdonderdelen van dit thema vormen in de periode 2007-2013, en zullen zij er vanaf 2012 ten minste twee derde van uitmaken.. Daarbij wordt de nadruk gelegd op activiteiten die de ontwikkeling van de initiatieven van het SET-plan het best ondersteunen in het kader van de Technology Roadmaps.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel vormt van de algemene begroting.

Een deel van deze kredieten is bedoeld ter bevordering van gemeenschappelijke benaderingen van mondiale uitdagingen zoals energiebevoorradingszekerheid en grondstoffenschaarste en dat door middel van het bijeenbrengen van middelen en het uitwisselen van goede praktijken voor meer onderzoek en ontwikkeling op het gebied van energie. Maatregelen zijn gericht op het verbeteren van de doeltreffendheid van acties van de internationale gemeenschap en zullen een aanvulling vormen op bestaande mechanismen. De kredieten zullen gebruikt worden voor de financiering van innoverende, door Europese en derde landen gezamenlijk ontwikkelde maatregelen; het toepassingsbereik van die maatregelen gaat verder dan wat door één land kan worden ondernomen en dan wat momenteel in het kader van de bestaande wetgevingsinstrumenten beschikbaar is. Bij de tenuitvoerlegging van deze actie ziet de Commissie toe op een evenwichtige verdeling van de subsidies. Zij zal helpen om spelers op mondiaal niveau bij onderzoekspartnerschappen te betrekken, om innovatie op het gebied van veilige, schone en efficiënte energie te bevorderen.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

08 05 02     Samenwerking — Energie — Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 374 000

30 756 719

54 200 000

32 107 476

53 343 206,—

19 007 208,—

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof draagt bij tot de uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie-activiteiten (2007-2013) en met name de thema’s Energie, Nanowetenschappen, nanotechnologieën, materialen en nieuwe productietechnologieën, Milieu (met inbegrip van klimaatverandering) en Vervoer (met inbegrip van luchtvaart) van het specifieke programma „Samenwerking”. Zij is met name belast met: de opdracht om Europa wereldwijd een voortrekkersrol te laten spelen op het gebied van brandstofcel- en waterstoftechnologieën en de marktdoorbraak van deze technologieën mogelijk te maken, waarbij men commerciële marktkrachten de substantiële potentiële publieke voordelen laat aansturen; de gecoördineerde ondersteuning van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (OTD) in de lidstaten en met het zevende kaderprogramma geassocieerde landen om markttekortkomingen te ondervangen; de centraalstelling van de ontwikkeling van markttoepassingen en vergemakkelijking daardoor van extra inspanningen van de industrie voor een snelle toepassing van brandstofcel- en waterstoftechnologieën; de ondersteuning van de uitvoering van de OTD-prioriteiten van de gezamenlijke technologie-initiatieven inzake brandstofcellen en waterstof, met name door het toekennen van subsidies na vergelijkende uitnodigingen tot het indienen van voorstellen; de stimulering van verhoogde publieke en private onderzoeksinvesteringen in brandstofcel- en waterstoftechnologieën in de lidstaten en met het zevende kaderprogramma geassocieerde landen.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma Samenwerking tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

Verordening (EG) nr. 521/2008 van de Raad van 30 mei 2008 betreffende de oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof (PB L 153 van 12.6.2008, blz. 1).

08 05 03     Ondersteunende uitgaven voor de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 239 000

1 124 084

2 000 000

1 904 358

2 977 406,—

3 422 435,71

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof draagt bij tot de uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie-activiteiten (2007-2013) en met name de thema’s Energie, Nanowetenschappen, nanotechnologieën, materialen en nieuwe productietechnologieën, Milieu (met inbegrip van klimaatverandering) en Vervoer (met inbegrip van luchtvaart) van het specifieke programma „Samenwerking”. Zij is met name belast met: de opdracht om Europa wereldwijd een voortrekkersrol te laten spelen op het gebied van brandstofcel- en waterstoftechnologieën en de marktdoorbraak van deze technologieën mogelijk te maken, waarbij men commerciële marktkrachten de substantiële potentiële publieke voordelen laat aansturen; de gecoördineerde ondersteuning van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (OTD) in de lidstaten en met het zevende kaderprogramma geassocieerde landen om markttekortkomingen te ondervangen; de centraalstelling van de ontwikkeling van markttoepassingen en vergemakkelijking daardoor van extra inspanningen van de industrie voor een snelle toepassing van brandstofcel- en waterstoftechnologieën; de ondersteuning van de uitvoering van de OTD-prioriteiten van de gezamenlijke technologie-initiatieven inzake brandstofcellen en waterstof, met name door het toekennen van subsidies na vergelijkende uitnodigingen tot het indienen van voorstellen; de stimulering van verhoogde publieke en private onderzoeksinvesteringen in brandstofcel- en waterstoftechnologieën in de lidstaten en met het zevende kaderprogramma geassocieerde landen.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma Samenwerking tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

Verordening (EG) nr. 521/2008 van de Raad van 30 mei 2008 betreffende de oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof (PB L 153 van 12.6.2008, blz. 1).

HOOFDSTUK 08 06 — SAMENWERKING — MILIEU (INCLUSIEF KLIMAATVERANDERING)

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 06

SAMENWERKING — MILIEU (INCLUSIEF KLIMAATVERANDERING)

08 06 01

Samenwerking — Milieu (inclusief klimaatverandering)

1.1

280 840 359

211 873 065

248 580 000

234 477 887

226 609 541,17

210 623 091,48

08 06 02

Samenwerking — Milieu — Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof

1.1

4 433 000

2 153 814

3 925 000

1 942 445

3 485 680,—

1 783 848,—

 

Hoofdstuk 08 06 — Totaal

 

285 273 359

214 026 879

252 505 000

236 420 332

230 095 221,17

212 406 939,48

08 06 01     Samenwerking — Milieu (inclusief klimaatverandering)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

280 840 359

211 873 065

248 580 000

234 477 887

226 609 541,17

210 623 091,48

Toelichting

Milieuonderzoek zal binnen het zevende kaderprogramma worden geïmplementeerd via het thema „Milieu (inclusief klimaatverandering)”. Het doel is het bevorderen van een duurzaam beheer van het natuurlijke en menselijke milieu en zijn rijkdommen door onze kennis over de interacties tussen biosfeer, ecosystemen en menselijke activiteiten te verbeteren en nieuwe technologieën, instrumenten en diensten te ontwikkelen teneinde mondiale milieukwesties op geïntegreerde wijze te benaderen. De nadruk zal liggen op prognoses van veranderingen in klimaatsystemen, ecologische systemen en aard- en oceaansystemen; en op instrumenten en op technologieën voor monitoring, preventie en mitigatie van de druk op en risico’s voor het milieu, met inbegrip van de menselijke gezondheid, en voor de duurzaamheid van het natuurlijke en door de mens gecreëerde milieu.

Onderzoek in verband met dit thema zal bijdragen tot de uitvoering van internationale verbintenissen en initiatieven zoals wereldwijde aardobservatie (global earth observation — GEO). Bovendien zullen hiermee de onderzoeksbehoeften worden ondersteund die voortkomen uit de bestaande en toekomstige wetgeving en beleidslijnen van de Unie, gerelateerde thematische strategieën en de actieplannen inzake milieutechnologieën en inzake milieu en gezondheid. Het onderzoek zal ook technologische ontwikkelingen in de hand werken die de marktpositionering van de Europese ondernemingen, met name kleine en middelgrote ondernemingen, zullen verbeteren op gebieden zoals milieutechnologieën.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

08 06 02     Samenwerking — Milieu — Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 433 000

2 153 814

3 925 000

1 942 445

3 485 680,—

1 783 848,—

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof draagt bij tot de uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie-activiteiten (2007-2013) en met name de thema’s Energie, Nanowetenschappen, nanotechnologieën, materialen en nieuwe productietechnologieën, Milieu (met inbegrip van klimaatverandering) en Vervoer (met inbegrip van luchtvaart) van het specifieke programma „Samenwerking”. Zij is met name belast met: de opdracht om Europa wereldwijd een voortrekkersrol te laten spelen op het gebied van brandstofcel- en waterstoftechnologieën en de marktdoorbraak van deze technologieën mogelijk te maken, waarbij men commerciële marktkrachten de substantiële potentiële publieke voordelen laat aansturen; de gecoördineerde ondersteuning van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (OTD) in de lidstaten en met het zevende kaderprogramma geassocieerde landen om markttekortkomingen te ondervangen; de centraalstelling van de ontwikkeling van markttoepassingen en vergemakkelijking daardoor van extra inspanningen van de industrie voor een snelle toepassing van brandstofcel- en waterstoftechnologieën; de ondersteuning van de uitvoering van de OTD-prioriteiten van de gezamenlijke technologie-initiatieven inzake brandstofcellen en waterstof, met name door het toekennen van subsidies na vergelijkende uitnodigingen tot het indienen van voorstellen; de stimulering van verhoogde publieke en private onderzoeksinvesteringen in brandstofcel- en waterstoftechnologieën in de lidstaten en met het zevende kaderprogramma geassocieerde landen.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma Samenwerking tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

Verordening (EG) nr. 521/2008 van de Raad van 30 mei 2008 betreffende de oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof (PB L 153 van 12.6.2008, blz. 1).

HOOFDSTUK 08 07 — SAMENWERKING — VERVOER (INCLUSIEF LUCHTVAART)

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 07

SAMENWERKING — VERVOER (INCLUSIEF LUCHTVAART)

08 07 01

Samenwerking — Vervoer (inclusief luchtvaart)

1.1

323 818 270

289 945 649

247 133 000

261 401 700

234 992 131,—

223 816 870,58

08 07 02

Samenwerking — Vervoer — Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky

1.1

137 460 000

131 555 035

149 991 000

161 870 430

125 375 703,—

100 000 000,—

08 07 03

Samenwerking — Vervoer — Ondersteunende uitgaven voor de Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky

1.1

2 540 000

2 304 418

2 517 000

2 435 674

2 532 350,—

873 180,10

08 07 04

Samenwerking — Vervoer — Gemeenschappelijke onderneming brandstofcellen en waterstof

1.1

19 666 000

7 129 179

14 710 000

2 742 276

4 920 960,—

2 952 576,—

 

Hoofdstuk 08 07 — Totaal

 

483 484 270

430 934 281

414 351 000

428 450 080

367 821 144,—

327 642 626,68

08 07 01     Samenwerking — Vervoer (inclusief luchtvaart)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

323 818 270

289 945 649

247 133 000

261 401 700

234 992 131,—

223 816 870,58

Toelichting

Voor het zevende kaderprogramma dat de periode 2007-2013 bestrijkt, is een geïntegreerde aanpak voorgesteld die alle vervoersmodaliteiten (luchtvaart, wegvervoer, spoorvervoer, vervoer over water) koppelt, betrekking heeft op de sociaaleconomische en technologische dimensies van onderzoek en kennisontwikkeling en zowel innovatie als het beleidskader omvat, in overeenstemming met het Witboek over vervoer en de geactualiseerde versies van de strategische onderzoeksagenda's van de vier technologieplatforms op het gebied van vervoer. Uitgaande van technologische vorderingen bestaat het algemene doel in de ontwikkeling van geïntegreerde, „groenere”, „slimmere” en veiligere pan-Europese vervoerssystemen ten behoeve van de burger en de maatschappij, met respect voor het milieu en de natuurlijke rijkdommen, en het verzekeren en verder ontwikkelen van het concurrentievermogen en de leidende rol die de Europese bedrijven op de mondiale markt hebben bereikt.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

08 07 02     Samenwerking — Vervoer — Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

137 460 000

131 555 035

149 991 000

161 870 430

125 375 703,—

100 000 000,—

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky draagt bij tot de uitvoering van het zevende kaderprogramma en in het bijzonder van het thema „Vervoer (waaronder de luchtvaart)” van het specifieke programma „Samenwerking”.

De doelstellingen van de Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky zijn als volgt:

 

in de Unie de ontwikkeling, validering en demonstratie van schone luchtvaarttechnologieën versnellen, zodat ze zo spoedig mogelijk kunnen worden ingezet;

 

voor een coherente uitvoering van Europees onderzoek gericht op milieuverbeteringen op het gebied van luchtvervoer zorgen;

 

een radicaal innovatief luchtvervoersysteem creëren door geavanceerde technologieën te integreren en full-scale demonstratiemodellen te produceren, met als uiteindelijk doel de milieubelasting van het luchtvervoer te verminderen door op significante wijze de geluidshinder en de gasemissies te reduceren en het brandstofverbruik van vliegtuigen te verminderen;

 

de productie van nieuwe kennis en innovatie bespoedigen en sneller onderzoeksresultaten gebruiken om aan te tonen dat, in een volledig geïntegreerd systeem van systemen en in de juiste operationele omgeving, desbetreffende technieken werken, hetgeen tot een versterking van het industriële concurrentievermogen leidt.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma Samenwerking tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

Verordening (EG) nr. 71/2008 van de Raad van 20 december 2007 betreffende de oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky (PB L 30 van 4.2.2008, blz. 1).

08 07 03     Samenwerking — Vervoer — Ondersteunende uitgaven voor de Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 540 000

2 304 418

2 517 000

2 435 674

2 532 350,—

873 180,10

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky draagt bij tot de uitvoering van het zevende kaderprogramma en in het bijzonder van het thema „Vervoer (waaronder de luchtvaart)” van het specifieke programma „Samenwerking”.

De doelstellingen van de Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky zijn als volgt:

 

in de Unie de ontwikkeling, validering en demonstratie van schone luchtvaarttechnologieën versnellen, zodat ze zo spoedig mogelijk kunnen worden ingezet;

 

voor een coherente uitvoering van Europees onderzoek gericht op milieuverbeteringen op het gebied van luchtvervoer zorgen;

 

een radicaal innovatief luchtvervoersysteem creëren door geavanceerde technologieën te integreren en full-scale demonstratiemodellen te produceren, met als uiteindelijk doel de milieubelasting van het luchtvervoer te verminderen door op significante wijze de geluidshinder en de gasemissies te reduceren en het brandstofverbruik van vliegtuigen te verminderen;

 

de productie van nieuwe kennis en innovatie bespoedigen en sneller onderzoeksresultaten gebruiken om aan te tonen dat, in een volledig geïntegreerd systeem van systemen en in de juiste operationele omgeving, desbetreffende technieken werken, hetgeen tot een versterking van het industriële concurrentievermogen leidt.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma Samenwerking tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

Verordening (EG) nr. 71/2008 van de Raad van 20 december 2007 betreffende de oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky (PB L 30 van 4.2.2008, blz. 1).

08 07 04     Samenwerking — Vervoer — Gemeenschappelijke onderneming brandstofcellen en waterstof

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 666 000

7 129 179

14 710 000

2 742 276

4 920 960,—

2 952 576,—

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof draagt bij tot de uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie-activiteiten (2007-2013) en met name de thema’s Energie, Nanowetenschappen, nanotechnologieën, materialen en nieuwe productietechnologieën, Milieu (met inbegrip van klimaatverandering) en Vervoer (met inbegrip van luchtvaart) van het specifieke programma „Samenwerking”. Zij is met name belast met: de opdracht om Europa wereldwijd een voortrekkersrol te laten spelen op het gebied van brandstofcel- en waterstoftechnologieën en de marktdoorbraak van deze technologieën mogelijk te maken, waarbij men commerciële marktkrachten de substantiële potentiële publieke voordelen laat aansturen; de gecoördineerde ondersteuning van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (OTD) in de lidstaten en met het zevende kaderprogramma geassocieerde landen om markttekortkomingen te ondervangen; de centraalstelling van de ontwikkeling van markttoepassingen en vergemakkelijking daardoor van extra inspanningen van de industrie voor een snelle toepassing van brandstofcel- en waterstoftechnologieën; de ondersteuning van de uitvoering van de OTD-prioriteiten van de gezamenlijke technologie-initiatieven inzake brandstofcellen en waterstof, met name door het toekennen van subsidies na vergelijkende uitnodigingen tot het indienen van voorstellen; de stimulering van verhoogde publieke en private onderzoeksinvesteringen in brandstofcel- en waterstoftechnologieën in de lidstaten en met het zevende kaderprogramma geassocieerde landen.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma Samenwerking tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

Verordening (EG) nr. 521/2008 van de Raad van 30 mei 2008 betreffende de oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof (PB L 153 van 12.6.2008, blz. 1).

HOOFDSTUK 08 08 — SAMENWERKING — SOCIAALECONOMISCHE WETENSCHAPPEN EN GEESTESWETENSCHAPPEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 08

SAMENWERKING — SOCIAALECONOMISCHE WETENSCHAPPEN EN GEESTESWETENSCHAPPEN

08 08 01

Samenwerking — Sociaaleconomische wetenschappen en geesteswetenschappen

1.1

92 395 240

54 274 481

84 366 000

61 891 635

76 296 132,64

80 618 627,81

 

Hoofdstuk 08 08 — Totaal

 

92 395 240

54 274 481

84 366 000

61 891 635

76 296 132,64

80 618 627,81

08 08 01     Samenwerking — Sociaaleconomische wetenschappen en geesteswetenschappen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

92 395 240

54 274 481

84 366 000

61 891 635

76 296 132,64

80 618 627,81

Toelichting

De doelstelling van de activiteiten op dit gebied is het mobiliseren in een coherente inspanning, die recht doet aan de rijkdom en diversiteit ervan, van de onderzoekscapaciteit op het gebied van de economische, politieke, historische, sociale en menswetenschappen die noodzakelijk zijn voor het ontwikkelen van het begrip en de aanpak van problemen in verband met het opkomen van de kennismaatschappij en nieuwe vormen van relaties tussen de mensen onderling en tussen de bevolking en de instellingen.

Met een deel van de acties moet een analyse worden gemaakt vanuit een historisch perspectief van de wettelijke, sociale, economische en politieke kwesties die verband houden met de ontwikkeling van het proces van de Europese eenmaking (de constitutionele cultuur en wettelijke tradities van de lidstaten en de Unie, de ontwikkeling van een Europese civiele maatschappij, het economische beleid van de lidstaten en de Europese economische beleidsaansturing, de nationale politieke cultuur en Europa).

Een deel van dit krediet moet worden gebruikt voor het uitvoeren van onderzoek naar het bereik, de omvang en de soorten vrijwilligerswerk in de Unie.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

HOOFDSTUK 08 09 — SAMENWERKING — RISICODELENDE FINANCIERINGSFACILITEIT (RDFF)

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 09

SAMENWERKING — RISICODELENDE FINANCIERINGSFACILITEIT (RDFF)

08 09 01

Samenwerking — Risicodelende financieringsfaciliteit (RDFF)

1.1

198 004 478

181 450 215

200 000 000

190 435 799

51 260 000,—

51 260 000,—

 

Hoofdstuk 08 09 — Totaal

 

198 004 478

181 450 215

200 000 000

190 435 799

51 260 000,—

51 260 000,—

08 09 01     Samenwerking — Risicodelende financieringsfaciliteit (RDFF)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

198 004 478

181 450 215

200 000 000

190 435 799

51 260 000,—

51 260 000,—

Toelichting

Het doel van de risicodelende financieringsfaciliteit (RDFF) is het bevorderen van private investeringen in onderzoek door het verbeteren van de toegang tot financiering met vreemd vermogen voor deelnemers aan grote Europese onderzoeksprojecten. De RDFF zal de Europese Investeringsbank in staat stellen direct en indirect (via zijn netwerk van intermediaire banken) zijn portefeuille van leningen aan deelnemers aan dergelijke projecten uit te breiden.

De RDFF zal bijdragen aan de uitvoering van de Europa-2020-strategie, met name aan de realisering van de 3 %-doelstelling van investeringen in onderzoek, door te helpen de marktdeficiënties te ondervangen, het totale bedrag van voor onderzoek beschikbare middelen te verhogen en de bronnen ervan te diversifiëren.

In overeenstemming met de resultaten van de tussentijdse herziening van de RDFF wordt de Commissie verzocht nieuwe risicodelende modellen te testen met de EIB-groep, op basis van een portfolio first loss piece-benadering, om de ondersteuning van risicovollere onderzoeks- en innovatie-intensieve projecten mogelijk te maken. Tevens moet binnen de RDFF een specifiek instrument worden ingevoerd op basis van dezelfde risicodelende benadering ter ondersteuning van onderzoeksintensieve en innovatieve KMO's en kleine mid-capbedrijven die investeren in onderzoek, ontwikkeling en innovatie. Hiermee moet de toegang tot financiering voor een belangrijke doelgroep gemakkelijker worden gemaakt.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

HOOFDSTUK 08 10 — IDEEËN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 10

IDEEËN

08 10 01

Ideeën

1.1

1 564 948 330

818 082 810

1 298 731 000

714 134 248

1 180 018 572,40

547 578 676,79

 

Hoofdstuk 08 10 — Totaal

 

1 564 948 330

818 082 810

1 298 731 000

714 134 248

1 180 018 572,40

547 578 676,79

08 10 01     Ideeën

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 564 948 330

818 082 810

1 298 731 000

714 134 248

1 180 018 572,40

547 578 676,79

Toelichting

Het algemene doel van de activiteiten in het kader van het specifieke programma „Ideeën” door de oprichting van de Europese Onderzoeksraad is het identificeren van de beste onderzoeksteams in Europa en het stimuleren van „grensverleggend onderzoek” door het financieren van multidisciplinaire projecten met een hoge risicofactor die enkel worden geëvalueerd volgens het criterium „excellentie” zoals beoordeeld door vakgenoten op Europese schaal, waarbij met name de totstandbrenging wordt gestimuleerd van netwerken van onderzoeksgroepen in verschillende landen om de totstandkoming van een Europese wetenschappelijke gemeenschap te bevorderen.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Dit krediet dient ook ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding kunnen geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/972/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Ideeën” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 243).

HOOFDSTUK 08 12 — CAPACITEITEN — ONDERZOEKSINFRASTRUCTUREN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 12

CAPACITEITEN — ONDERZOEKSINFRASTRUCTUREN

08 12 01

Capaciteiten — Onderzoeksinfrastructuren

1.1

50 228 387

126 769 285

156 304 000

200 909 768

217 744 278,—

97 436 316,28

 

Hoofdstuk 08 12 — Totaal

 

50 228 387

126 769 285

156 304 000

200 909 768

217 744 278,—

97 436 316,28

08 12 01     Capaciteiten — Onderzoeksinfrastructuren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

50 228 387

126 769 285

156 304 000

200 909 768

217 744 278,—

97 436 316,28

Toelichting

De algemene doelstelling van de werkzaamheden in dit kader is de totstandkoming te bevorderen van een complex van onderzoeksinfrastructuren van het hoogste niveau in Europa en een optimaal gebruik daarvan op Europese schaal te stimuleren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 299).

HOOFDSTUK 08 13 — CAPACITEITEN — ONDERZOEK TEN BEHOEVE VAN KLEINE EN MIDDELGROTE ONDERNEMINGEN (KMO’S)

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 13

CAPACITEITEN — ONDERZOEK TEN BEHOEVE VAN KLEINE EN MIDDELGROTE ONDERNEMINGEN (KMO’S)

08 13 01

Capaciteiten — Onderzoek ten behoeve van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's)

1.1

251 176 486

182 498 997

223 099 000

173 296 578

165 555 894,88

152 596 710,99

 

Hoofdstuk 08 13 — Totaal

 

251 176 486

182 498 997

223 099 000

173 296 578

165 555 894,88

152 596 710,99

08 13 01     Capaciteiten — Onderzoek ten behoeve van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

251 176 486

182 498 997

223 099 000

173 296 578

165 555 894,88

152 596 710,99

Toelichting

Deze specifieke activiteiten, die dienen ter ondersteuning van het Europese concurrentievermogen en het ondernemingen- en innovatiebeleid, hebben tot doel de Europese kleine en middelgrote ondernemingen op traditionele of nieuwe gebieden te helpen om hun technologische capaciteit te versterken en hun capaciteit te ontwikkelen om op Europees en internationaal niveau te opereren. Dit onderzoek vormt een aanvulling op het onderzoek met betrekking tot de prioritaire thema’s.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Dit krediet dient ook ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding kunnen geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 299).

HOOFDSTUK 08 14 — CAPACITEITEN — KENNISREGIO'S

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 14

CAPACITEITEN — KENNISREGIO'S

08 14 01

Capaciteiten — Kennisregio's

1.1

20 078 078

18 299 254

18 856 000

16 192 756

17 384 316,—

15 483 642,—

 

Hoofdstuk 08 14 — Totaal

 

20 078 078

18 299 254

18 856 000

16 192 756

17 384 316,—

15 483 642,—

08 14 01     Capaciteiten — Kennisregio's

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

20 078 078

18 299 254

18 856 000

16 192 756

17 384 316,—

15 483 642,—

Toelichting

Dit bedrag wordt voorbehouden voor de financiering van projecten om het onderzoekspotentieel van Europese regio's te versterken, met name door in heel Europa de ontwikkeling van regionale „door onderzoek aangestuurde clusters” waarbij regionale autoriteiten, universiteiten, onderzoekscentra, ondernemingen en andere belanghebbenden betrokken zijn, te stimuleren en te ondersteunen.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 299).

HOOFDSTUK 08 15 — CAPACITEITEN — ONDERZOEKSPOTENTIEEL

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 15

CAPACITEITEN — ONDERZOEKSPOTENTIEEL

08 15 01

Capaciteiten — Onderzoekspotentieel

1.1

66 609 035

56 521 742

63 802 000

51 589 058

32 075 432,—

36 489 978,—

 

Hoofdstuk 08 15 — Totaal

 

66 609 035

56 521 742

63 802 000

51 589 058

32 075 432,—

36 489 978,—

08 15 01     Capaciteiten — Onderzoekspotentieel

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

66 609 035

56 521 742

63 802 000

51 589 058

32 075 432,—

36 489 978,—

Toelichting

Teneinde onderzoekers en instellingen uit de regio's die in het kader van de convergentiedoelstelling in aanmerking komen voor financiering door de structuurfondsen en ultraperifere regio's van de Unie te helpen bijdragen tot de algemene Europese onderzoeksinspanning en bovendien te helpen profiteren van de bestaande kennis en ervaring in andere regio's van Europa, beoogt deze actie het scheppen van de voorwaarden die hen in staat stellen om hun potentieel te benutten en hen helpen om de Europese onderzoeksruimte volledig tot stand te brengen in de uitgebreide Unie.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 299).

HOOFDSTUK 08 16 — CAPACITEITEN — WETENSCHAP IN DE MAATSCHAPPIJ

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 16

CAPACITEITEN — WETENSCHAP IN DE MAATSCHAPPIJ

08 16 01

Capaciteiten — Wetenschap in de maatschappij

1.1

44 828 259

27 650 291

44 798 000

30 469 728

51 643 082,76

34 205 978,76

 

Hoofdstuk 08 16 — Totaal

 

44 828 259

27 650 291

44 798 000

30 469 728

51 643 082,76

34 205 978,76

08 16 01     Capaciteiten — Wetenschap in de maatschappij

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

44 828 259

27 650 291

44 798 000

30 469 728

51 643 082,76

34 205 978,76

Toelichting

Met het oog op het bouwen van een effectieve en democratische Europese kennismaatschappij is het doel van de onder deze rubriek uitgevoerde acties het stimuleren van de harmonieuze integratie van wetenschappelijke en technologische inspanningen en gerelateerd onderzoeksbeleid in het Europese sociale web.

Onder deze rubriek uitgevoerde acties zullen ook dienen ter ondersteuning van de coördinatie van nationaal onderzoeksbeleid en de monitoring en analyse van aan onderzoek gerelateerd beleid en industriële strategieën.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 299).

HOOFDSTUK 08 17 — CAPACITEITEN — INTERNATIONALE SAMENWERKINGSACTIVITEITEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 17

CAPACITEITEN — INTERNATIONALE SAMENWERKINGSACTIVITEITEN

08 17 01

Capaciteiten — Internationale samenwerkingsactiviteiten

1.1

32 102 471

31 917 093

28 265 000

19 043 580

18 489 482,—

18 364 474,56

 

Hoofdstuk 08 17 — Totaal

 

32 102 471

31 917 093

28 265 000

19 043 580

18 489 482,—

18 364 474,56

08 17 01     Capaciteiten — Internationale samenwerkingsactiviteiten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

32 102 471

31 917 093

28 265 000

19 043 580

18 489 482,—

18 364 474,56

Toelichting

De algemene doelstelling van de internationale samenwerkingsactiviteiten die in het raam van het hoofdstuk „Capaciteiten” van het zevende kaderprogramma worden uitgevoerd, is bij te dragen tot de totstandbrenging van een sterk en samenhangend wetenschaps- en technologiebeleid van de Unie door de ontwikkeling van strategische partnerschappen met derde landen en het aanpakken van de specifieke problemen van die derde landen en de problemen op wereldvlak. Bij deze activiteiten worden de volgende groepen derde landen betrokken: de kandidaat-lidstaten, de geassocieerde en geïndustrialiseerde landen, alsook de partnerlanden voor de internationale samenwerking (Azië, Latijns-Amerika, Oost-Europa en Centraal-Azië, de Afrikaanse en Caribische landen en de landen van de Stille Zuidzee, de mediterrane partnerlanden en de landen van de westelijke Balkan).

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Een deel van dit krediet is bedoeld om gemeenschappelijke benaderingen te bevorderen van belangrijke mondiale uitdagingen, bijvoorbeeld een ICT-strategie die niet alleen concurreert met de snel opkomende ICT-markten (bijvoorbeeld in Azië), maar ook normen vaststelt voor een mondiale beleidsvoering op het gebied van ICT in dienst van de Europese waarden; doel is de middelen te bundelen en de uitwisseling van beste praktijken te bevorderen om het onderzoek, de ontwikkeling en de innovatie op het gebied van ICT vooruit te helpen. De maatregelen zullen erop gericht zijn de doeltreffendheid van de acties van de internationale gemeenschap te verbeteren en zullen de bestaande mechanismen en succesvolle werkrelaties aanvullen. Een deel van deze kredieten is bedoeld ter bevordering van gemeenschappelijke benaderingen van mondiale uitdagingen zoals energiebevoorradingszekerheid en grondstoffenschaarste en dat door middel van het bijeenbrengen van middelen en het uitwisselen van goede praktijken voor meer onderzoek en ontwikkeling op het gebied van energie. De kredieten zullen gebruikt worden voor de financiering van innoverende, door Europese en derde landen gezamenlijk ontwikkelde maatregelen; het toepassingsbereik van die maatregelen gaat verder dan wat door één land kan worden ondernomen en dan wat momenteel in het kader van de bestaande wetgevingsinstrumenten beschikbaar is. Bij de tenuitvoerlegging van deze actie ziet de Commissie toe op een evenwichtige verdeling van de subsidies. De actie zal helpen om spelers op mondiaal niveau bij onderzoekspartnerschappen te betrekken, om zowel de Unie als haar partners voor te bereiden op hun leidende rol met betrekking tot de vaststelling van toekomstige ICT-normen en om innovatie op het gebied van ICT en op het gebied van veilige, schone en efficiënte energie te bevorderen.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 299).

HOOFDSTUK 08 18 — CAPACITEITEN — RISICODELENDE FINANCIERINGSFACILITEIT (RDFF)

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 18

CAPACITEITEN — RISICODELENDE FINANCIERINGSFACILITEIT (RDFF)

08 18 01

Capaciteiten — Risicodelende financieringsfaciliteit (RDFF)

1.1

p.m.

p.m.

50 000 000

47 608 950

30 756 000,—

30 756 000,—

 

Hoofdstuk 08 18 — Totaal

 

p.m.

p.m.

50 000 000

47 608 950

30 756 000,—

30 756 000,—

08 18 01     Capaciteiten — Risicodelende financieringsfaciliteit (RDFF)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

50 000 000

47 608 950

30 756 000,—

30 756 000,—

Toelichting

Het doel van de risicodelende financieringsfaciliteit (RDFF) is het bevorderen van private investeringen in onderzoek door het verbeteren van de toegang tot financiering met vreemd vermogen voor deelnemers aan Europese onderzoeksinfrastructuren. De RDFF zal de Europese Investeringsbank in staat stellen direct en indirect (via zijn netwerk van intermediaire banken) zijn portefeuille van leningen aan deelnemers aan dergelijke infrastructuren uit te breiden.

De RDFF zal bijdragen aan de uitvoering van de Europa2020-strategie, met name aan de realisering van de 3 %-doelstelling van investeringen in onderzoek, door te helpen de marktdeficiënties te ondervangen, het totale bedrag van voor onderzoek beschikbare middelen te verhogen en de bronnen ervan te diversifiëren.

In overeenstemming met de resultaten van de tussentijdse herziening van de RDFF wordt de Commissie verzocht nieuwe risicodelende modellen te testen met de EIB-groep, op basis van een portfolio first loss piece-benadering, om de financiering met vreemd vermogen voor strategische uniale onderzoeksinfrastructuur te vergemakkelijken.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 299).

HOOFDSTUK 08 19 — CAPACITEITEN — ONDERSTEUNING VAN DE COHERENTE ONTWIKKELING VAN HET ONDERZOEKSBELEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 19

CAPACITEITEN — ONDERSTEUNING VAN DE COHERENTE ONTWIKKELING VAN HET ONDERZOEKSBELEID

08 19 01

Capaciteiten — Ondersteuning van de coherente ontwikkeling van het onderzoeksbeleid

1.1

13 101 602

9 434 504

9 804 000

5 713 074

2 685 123,—

3 426 612,92

 

Hoofdstuk 08 19 — Totaal

 

13 101 602

9 434 504

9 804 000

5 713 074

2 685 123,—

3 426 612,92

08 19 01     Capaciteiten — Ondersteuning van de coherente ontwikkeling van het onderzoeksbeleid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 101 602

9 434 504

9 804 000

5 713 074

2 685 123,—

3 426 612,92

Toelichting

Een van de topprioriteiten van de Europa-2020-strategie is het optrekken van de investeringen in onderzoek en ontwikkeling tot 3 % van het BBP en het verbeteren van de doeltreffendheid van die investeringsinspanning. De ontwikkeling van een samenhangende mix van beleidslijnen om openbare en particuliere investeringen in onderzoek te bevorderen, is een hoofdopdracht voor de overheidsinstanties. De acties in dit kader hebben tot doel de ontwikkeling van een effectief en samenhangend onderzoeksbeleid op regionaal, nationaal en uniaal niveau te ondersteunen, meer bepaald door de levering van gestructureerde informatie, indicatoren en analysen en via acties die gericht zijn op de coördinatie van het onderzoeksbeleid, met name door de toepassing van de open coördinatiemethode op dit beleid.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 299).

HOOFDSTUK 08 20 — EURATOM — FUSIE-ENERGIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 20

EURATOM — FUSIE-ENERGIE

08 20 01

Euratom — Fusie-energie

1.1

p.m.

33 152 769

44 330 000

44 657 195

40 934 000,—

55 000 000,—

Reserves (40 02 41)

 

61 374 000

26 457 256

       
   

61 374 000

59 610 025

44 330 000

44 657 195

40 934 000,—

55 000 000,—

08 20 02

Euratom — Europese Gemeenschappelijke Onderneming voor ITER — Fusie voor energie (F4E)

1.1

p.m.

254 937 552

351 760 000

190 435 799

360 435 824,—

193 795 824,—

Reserves (40 02 41)

 

417 900 000

57 301 978

       
   

417 900 000

312 239 530

351 760 000

190 435 799

360 435 824,—

193 795 824,—

 

Hoofdstuk 08 20 — Totaal

 

p.m.

288 090 321

396 090 000

235 092 994

401 369 824,—

248 795 824,—

Reserves (40 02 41)

 

479 274 000

83 759 234

       
   

479 274 000

371 849 555

396 090 000

235 092 994

401 369 824,—

248 795 824,—

08 20 01     Euratom — Fusie-energie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 20 01

p.m.

33 152 769

44 330 000

44 657 195

40 934 000,—

55 000 000,—

Reserves (40 02 41)

61 374 000

26 457 256

       

Totaal

61 374 000

59 610 025

44 330 000

44 657 195

40 934 000,—

55 000 000,—

Toelichting

Door middel van kernfusie zou een bijna onbeperkte hoeveelheid schone energie kunnen worden opgewekt, waarbij ITER de onontbeerlijke volgende stap in het proces naar dit uiteindelijke doel vormt. De realisering van het ITER-project staat dan ook centraal in de huidige strategie van de Unie. Een en ander moet vergezeld gaan van een sterk en gericht Europees O&O-programma ter voorbereiding van de exploitatie van ITER en ter ontwikkeling van de technologieën en kennisbasis die gedurende de exploitatie van ITER en daarna nodig zijn.

Voorwaarden om de reserve vrij te maken

De reserve zal worden vrijgegeven zodra de overeenkomstige basishandeling is vastgesteld overeenkomstig de procedure die is neergelegd in artikel 294 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Rechtsgronden

Besluit 2006/970/Euratom van de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 60).

Verordening (Euratom) nr. 1908/2006 van de Raad van 19 december 2006 tot vaststelling van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/976/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 404).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (COM(2011) 72), door de Commissie ingediend op 7 maart 2011.

Voorstel voor een (Euratom) verordening van de Raad tot vaststelling van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties onder contract ingevolge het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2012-2013) (COM(2011) 71), door de Commissie ingediend op 7 maart 2011.

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het door middel van acties onder contract uit te voeren specifieke programma ter tenuitvoerlegging van het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (COM(2011) 73), door de Commissie ingediend op 7 maart 2011.

08 20 02     Euratom — Europese Gemeenschappelijke Onderneming voor ITER — Fusie voor energie (F4E)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 20 02

p.m.

254 937 552

351 760 000

190 435 799

360 435 824,—

193 795 824,—

Reserves (40 02 41)

417 900 000

57 301 978

       

Totaal

417 900 000

312 239 530

351 760 000

190 435 799

360 435 824,—

193 795 824,—

Toelichting

Door middel van kernfusie zou een bijna onbeperkte hoeveelheid schone energie kunnen worden opgewekt, waarbij ITER de onontbeerlijke volgende stap in het proces naar dit uiteindelijke doel vormt. Hiertoe werd, in de vorm van een gemeenschappelijke onderneming, de Europese Organisatie voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie opgericht. Deze Europese Gemeenschappelijke Onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie (fusie voor energie) heeft de volgende taken:

 

a)

het leveren van de bijdrage van Euratom aan de Internationale ITER-organisatie voor fusie-energie;

 

b)

het leveren van de bijdrage van Euratom aan de activiteiten in het kader van de bredere aanpak met Japan voor de snelle verwezenlijking van fusie-energie;

 

c)

het uitvoeren van een programma van activiteiten ter voorbereiding van de bouw van een demonstratiefusiereactor en gerelateerde faciliteiten inclusief de International Fusion Materials Irradiation Facility (IFMIF).

Voorwaarden om de reserve vrij te maken

De reserve zal worden vrijgegeven zodra de overeenkomstige basishandeling is vastgesteld ingevolge de procedure die is neergelegd in artikel 294 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Rechtsgronden

Besluit van de Raad van 25 september 2006 betreffende de sluiting door de Commissie van de Overeenkomst tot oprichting van de Internationale ITER-organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project, van de regeling inzake de voorlopige toepassing van deze Overeenkomst, alsmede van de Overeenkomst inzake de voorrechten en immuniteiten van de Internationale ITER-organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project.

Beschikking 2006/943/Euratom van de Commissie van 17 november 2006 inzake de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tot oprichting van de Internationale ITER-organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project en van de Overeenkomst inzake de voorrechten en immuniteiten van de Internationale ITER-Organisatie voor fusie-energie voor de gezamenlijke uitvoering van het ITER-project (PB L 358 van 16.12.2006, blz. 60).

Besluit 2006/970/Euratom van de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 60).

Verordening (Euratom) nr. 1908/2006 van de Raad van 19 december 2006 tot vaststelling van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/976/Euratom van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 404).

Beschikking 2007/198/Euratom van de Raad van 27 maart 2007 tot oprichting van de Europese Gemeenschappelijke Onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie van gunsten daaraan (PB L 90 van 30.3.2007, blz. 58).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (COM(2011) 72), door de Commissie ingediend op 7 maart 2011.

Voorstel voor een Verordening (Euratom) van de Raad tot vaststelling van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties onder contract ingevolge het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2012-2013) (COM(2011) 71), door de Commissie ingediend op 7 maart 2011.

Voorstel voor een Besluit van de Raad betreffende het door middel van acties onder contract uit te voeren specifieke programma ter tenuitvoerlegging van het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (COM(2011) 73), door de Commissie ingediend op 7 maart 2011.

HOOFDSTUK 08 21 — EURATOM — KERNSPLIJTING EN STRALINGSBESCHERMING

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 21

EURATOM — KERNSPLIJTING EN STRALINGSBESCHERMING

08 21 01

Euratom — Kernsplijting en stralingsbescherming

1.1

p.m.

18 507 922

52 000 000

24 280 564

50 259 000,—

69 035 000,—

Reserves (40 02 41)

 

54 105 000

31 390 887

       
   

54 105 000

49 898 809

52 000 000

24 280 564

50 259 000,—

69 035 000,—

 

Hoofdstuk 08 21 — Totaal

 

p.m.

18 507 922

52 000 000

24 280 564

50 259 000,—

69 035 000,—

Reserves (40 02 41)

 

54 105 000

31 390 887

       
   

54 105 000

49 898 809

52 000 000

24 280 564

50 259 000,—

69 035 000,—

08 21 01     Euratom — Kernsplijting en stralingsbescherming

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 21 01

p.m.

18 507 922

52 000 000

24 280 564

50 259 000,—

69 035 000,—

Reserves (40 02 41)

54 105 000

31 390 887

       

Totaal

54 105 000

49 898 809

52 000 000

24 280 564

50 259 000,—

69 035 000,—

Toelichting

Doel van deze actie is de totstandbrenging van een gezonde wetenschappelijke en technische basis ter versnelling van de praktische ontwikkelingen voor het veiliger beheer van langlevend radioactief afval, de bevordering van veiligere, meer hulpmiddelenefficiënte en concurrerende exploitatie van kernenergie en de zorg voor een robuust en sociaal aanvaardbaar systeem van bescherming van mens en milieu tegen de effecten van ioniserende straling.

Voorwaarden om de reserve vrij te maken

De reserve zal worden vrijgegeven zodra de overeenkomstige basishandeling is vastgesteld overeenkomstig de procedure die is neergelegd in artikel 294 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Rechtsgronden

Besluit 2006/970/Euratom van de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 60).

Verordening (Euratom) nr. 1908/2006 van de Raad van 19 december 2006 tot vaststelling van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/976/Euratom van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 404).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (COM(2011) 72), door de Commissie ingediend op 7 maart 2011.

Voorstel voor een Verordening (Euratom) van de Raad tot vaststelling van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties onder contract ingevolge het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2012-2013) (COM(2011) 71), door de Commissie ingediend op 7 maart 2011.

Voorstel voor een Besluit van de Raad betreffende het door middel van acties onder contract uit te voeren specifieke programma ter tenuitvoerlegging van het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (COM(2011) 73), door de Commissie ingediend op 7 maart 2011.

HOOFDSTUK 08 22 — VOLTOOIING VAN VOORGAANDE KADERPROGRAMMA’S EN ANDERE ACTIVITEITEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 22

VOLTOOIING VAN VOORGAANDE KADERPROGRAMMA’S EN ANDERE ACTIVITEITEN

08 22 01

Voltooiing van programma’s van vóór 1999

1.1

0,—

0,—

08 22 02

Voltooiing van het vijfde kaderprogramma (1998-2002)

08 22 02 01

Voltooiing van het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap (1998-2002)

1.1

476 089

10 686,84

4 598 004,02

08 22 02 02

Voltooiing van het vijfde kaderprogramma van Euratom (1998-2002)

1.1

0,—

0,—

 

Artikel 08 22 02 — Subtotaal

 

476 089

10 686,84

4 598 004,02

08 22 03

Voltooiing van het zesde kaderprogramma (2003-2006)

08 22 03 01

Voltooiing van het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap (2003-2006)

1.1

108 870 129

314 219 069

1 423 122,12

672 900 291,34

08 22 03 02

Voltooiing van het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap (2003-2006)

1.1

4 989 881

9 521 790

0,—

28 664 056,54

 

Artikel 08 22 03 — Subtotaal

 

113 860 010

323 740 859

1 423 122,12

701 564 347,88

08 22 04

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

61 757 473,76

71 148 049,39

 

Hoofdstuk 08 22 — Totaal

 

p.m.

113 860 010

p.m.

324 216 948

63 191 282,72

777 310 401,29

08 22 01     Voltooiing van programma’s van vóór 1999

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

0,—

0,—

Toelichting

Dit artikel dient ter dekking van eerdere vastleggingen.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bijdrage van de lidstaten van de EVA is uitsluitend afkomstig van hun deelneming aan de niet-nucleaire activiteiten van het kaderprogramma.

Dit artikel dient ook ter dekking van andere jaarlijkse werkzaamheden buiten het kaderprogramma.

Rechtsgronden

Besluit 87/516/Euratom, EEG van de Raad van 28 september 1987 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1987-1991) (PB L 302 van 24.10.1987, blz. 1).

Besluit 90/221/Euratom, EEG van de Raad van 23 april 1990 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 117 van 8.5.1990, blz. 28).

Besluit 93/167/Euratom, EEG van de Raad van 15 maart 1993 tot aanpassing van Besluit 90/221/Euratom, EEG betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 69 van 20.3.1993, blz. 43).

Besluit nr. 1110/94/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 april 1994 betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 126 van 18.5.1994, blz. 1).

Besluit 94/268/Euratom van de Raad van 26 april 1994 betreffende een kaderprogramma voor communautaire activiteiten op het gebied van onderzoek en onderwijs voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (1994-1998) (PB L 115 van 6.5.1994, blz. 31).

Besluit 96/253/Euratom van de Raad van 4 maart 1996 tot aanpassing van Besluit 94/268/Euratom betreffende een kaderprogramma voor communautaire activiteiten op het gebied van onderzoek en onderwijs voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (1994-1998), in verband met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie (PB L 86 van 4.4.1996, blz. 72).

Besluit nr. 616/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 1996 tot aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998), in verband met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie (PB L 86 van 4.4.1996, blz. 69).

Besluit nr. 2535/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 1 december 1997 tot tweede aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 347 van 18.12.1997, blz. 1).

08 22 02     Voltooiing van het vijfde kaderprogramma (1998-2002)

08 22 02 01   Voltooiing van het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap (1998-2002)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

476 089

10 686,84

4 598 004,02

Toelichting

Deze post dient ter dekking van eerdere vastleggingen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit 87/516/Euratom, EEG van de Raad van 28 september 1987 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1987-1991) (PB L 302 van 24.10.1987, blz. 1).

Besluit 90/221/Euratom, EEG van de Raad van 23 april 1990 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 117 van 8.5.1990, blz. 28).

Besluit 93/167/Euratom, EEG van de Raad van 15 maart 1993 tot aanpassing van Besluit 90/221/Euratom, EEG betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 69 van 20.3.1993, blz. 43).

Besluit nr. 1110/94/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 april 1994 betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 126 van 18.5.1994, blz. 1).

Besluit nr. 616/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 1996 tot aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998), in verband met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie (PB L 86 van 4.4.1996, blz. 69).

Besluit nr. 2535/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 1 december 1997 tot tweede aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 347 van 18.12.1997, blz. 1).

Besluit nr. 182/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 december 1998 betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1998-2002) (PB L 26 van 1.2.1999, blz. 1).

08 22 02 02   Voltooiing van het vijfde kaderprogramma van Euratom (1998-2002)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

0,—

0,—

Toelichting

Deze post dient ter dekking van eerdere vastleggingen.

Rechtsgronden

Besluit 1999/64/Euratom van de Raad van 22 december 1998 betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor activiteiten op het gebied van onderzoek en opleiding (1998-2002) (PB L 26 van 1.2.1999, blz. 34).

08 22 03     Voltooiing van het zesde kaderprogramma (2003-2006)

08 22 03 01   Voltooiing van het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap (2003-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

108 870 129

314 219 069

1 423 122,12

672 900 291,34

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1513/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, ter bevordering van de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte en van innovatie (2002-2006) (PB L 232 van 29.8.2002, blz. 1).

Beschikking 2002/834/EG van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie: „Integratie en versterking van de Europese onderzoeksruimte” (2002-2006) (PB L 294 van 29.10.2002, blz. 1).

Beschikking 2002/835/EG van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie: „Structurering van de Europese onderzoeksruimte” (2002-2006) (PB L 294 van 29.10.2002, blz. 44).

Beschikking nr. 1209/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 juni 2003 betreffende de deelname van de Gemeenschap aan een programma voor onderzoek en ontwikkeling met het oog op de ontwikkeling van nieuwe klinische interventies voor de bestrijding van hiv/aids, malaria en tuberculose door middel van een partnerschap op lange termijn tussen Europa en de ontwikkelingslanden, opgezet door verscheidene lidstaten (PB L 169 van 8.7.2003, blz. 1).

08 22 03 02   Voltooiing van het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap (2003-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 989 881

9 521 790

0,—

28 664 056,54

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen.

Rechtsgronden

Besluit 2002/668/Euratom van de Raad van 3 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie, dat tevens bijdraagt tot de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte (2002-2006) (PB L 232 van 29.8.2002, blz. 34).

Beschikking 2002/837/Euratom van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma (Euratom) voor onderzoek en opleiding op het gebied van kernenergie (2002-2006) (PB L 294 van 29.10.2002, blz. 74).

08 22 04     Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

61 757 473,76

71 148 049,39

Toelichting

Dit artikel dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding kunnen geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Ontvangsten die voortvloeien uit samenwerkingsovereenkomsten tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en Zwitserland of de multilaterale European Fusion Development Agreement (EFDA) worden geboekt onder de posten 6 0 1 1 en 6 0 1 2 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 18 van het Financieel Reglement.

HOOFDSTUK 08 23 — ONDERZOEKSPROGRAMMA VAN HET FONDS VOOR ONDERZOEK INZAKE KOLEN EN STAAL

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

08 23

ONDERZOEKSPROGRAMMA VAN HET FONDS VOOR ONDERZOEK INZAKE KOLEN EN STAAL

08 23 01

Onderzoeksprogramma staal

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

38 292 272,70

34 549 582,29

08 23 02

Onderzoeksprogramma kolen

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

22 401 263,—

16 762 508,65

 

Hoofdstuk 08 23 — Totaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

60 693 535,70

51 312 090,94

08 23 01     Onderzoeksprogramma staal

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

38 292 272,70

34 549 582,29

Toelichting

Dit artikel dient ter dekking, in het kader van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal, van de financiering van onderzoeksprojecten in de staalsector die buiten het kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling vallen.

De kredieten voor 2012 zullen worden bepaald overeenkomstig het resultaat van de EGKS in liquidatie op 31 december 2010 en zullen worden opgevoerd in de balans van de EGKS in liquidatie op 31 december 2010 (bestemmingsontvangsten). Overeenkomstig artikel 4 van Beschikking 2003/76/EG is 72,8 % van de kredieten van het fonds bestemd voor de staalsector.

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement geven de ontvangsten die worden opgenomen in post 6 1 1 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding tot de opvoering van extra kredieten.

Rechtsgronden

Beschikking 2003/76/EG van de Raad van 1 februari 2003 tot vaststelling van de bepalingen die nodig zijn voor de uitvoering van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (PB L 29 van 5.2.2003, blz. 22).

Beschikking 2003/77/EG van de Raad van 1 februari 2003 tot vaststelling van de financiële meerjarenrichtsnoeren voor het beheer van de activa van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, van de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (PB L 29 van 5.2.2003, blz. 25).

08 23 02     Onderzoeksprogramma kolen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

22 401 263,—

16 762 508,65

Toelichting

Dit artikel dient ter dekking, in het kader van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal, van de financiering van onderzoeksprojecten in de steenkoolsector die buiten het kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling vallen.

De kredieten voor 2012 zullen worden bepaald overeenkomstig het resultaat van de EGKS in liquidatie op 31 december 2010 en zullen worden opgevoerd in de balans van de EGKS in liquidatie op 31 december 2010 (bestemmingsontvangsten). Overeenkomstig artikel 4 van Beschikking 2003/76/EG is 27,2 % van de kredieten van het fonds bestemd voor de steenkoolsector.

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement geven de ontvangsten die worden opgenomen in post 6 1 1 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding tot de opvoering van extra kredieten.

Rechtsgronden

Beschikking 2003/76/EG van de Raad van 1 februari 2003 tot vaststelling van de bepalingen die nodig zijn voor de uitvoering van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-Verdrag en betreffende het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (PB L 29 van 5.2.2003, blz. 22).

Beschikking 2003/77/EG van de Raad van 1 februari 2003 tot vaststelling van de financiële meerjarenrichtsnoeren voor het beheer van de activa van de EGKS in liquidatie en, wanneer de liquidatie is afgesloten, van de activa van het Fonds voor onderzoek inzake kolen en staal (PB L 29 van 5.2.2003, blz. 25).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

 

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERZOEK EN INNOVATIE

 

BELEIDSSTRATEGIE EN — COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERZOEK EN INNOVATIE

 

ONTWIKKELING VAN DE EUROPESE ONDERZOEKSRUIMTE

 

OPBOUWEN VAN EEN INNOVATIE-UNIE

TITEL 09

INFORMATIEMAATSCHAPPIJ EN MEDIA

Algemene samenvatting van de kredieten (2012 en 2011) en van de uitvoering (2010)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

09 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „INFORMATIEMAATSCHAPPIJ EN MEDIA”

128 079 620

128 079 620

127 060 941

127 060 941

131 250 545,19

131 250 545,19

Reserves (40 01 40)

24 695

24 695

29 384

29 384

   
 

128 104 315

128 104 315

127 090 325

127 090 325

131 250 545,19

131 250 545,19

09 02

REGELGEVINGSKADER VOOR DE DIGITALE AGENDA

30 200 070

28 279 731

31 116 500

24 540 045

22 904 053,02

24 217 703,84

Reserves (40 02 41)

391 985

391 985

       
 

30 592 055

28 671 716

31 116 500

24 540 045

22 904 053,02

24 217 703,84

09 03

ABSORPTIE VAN INFORMATIE- EN COMMUNICATIETECHNOLOGIEËN

132 850 000

118 848 984

119 120 000

115 285 305

116 413 327,79

129 032 431,28

09 04

SAMENWERKING — INFORMATIE- EN COMMUNICATIETECHNOLOGIE (ICT)

1 354 972 225

1 026 806 757

1 170 285 000

1 034 075 401

1 187 011 397,39

1 301 202 760,96

09 05

CAPACITEITEN — ONDERZOEKSINFRASTRUCTUREN

31 349 262

54 435 064

90 970 000

93 313 542

111 166 560,—

85 264 000,—

 

Titel 09 — Totaal

1 677 451 177

1 356 450 156

1 538 552 441

1 394 275 234

1 568 745 883,39

1 670 967 441,27

Reserves (40 01 40, 40 02 41)

416 680

416 680

29 384

29 384

   
 

1 677 867 857

1 356 866 836

1 538 581 825

1 394 304 618

1 568 745 883,39

1 670 967 441,27

HOOFDSTUK 09 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „INFORMATIEMAATSCHAPPIJ EN MEDIA”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

09 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „INFORMATIEMAATSCHAPPIJ EN MEDIA”

09 01 01

Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Informatiemaatschappij en media”

5

39 970 823

38 660 348

42 000 109,34

Reserves (40 01 40)

   

29 384

 
   

39 970 823

38 689 732

42 000 109,34

09 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Informatiemaatschappij en media”

09 01 02 01

Extern personeel

5

2 264 044

2 382 696

2 051 607,96

09 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5

1 856 338

1 866 564

2 188 016,43

Reserves (40 01 40)

 

24 695

   
   

1 881 033

1 866 564

2 188 016,43

 

Artikel 09 01 02 — Subtotaal

 

4 120 382

4 249 260

4 239 624,39

Reserves (40 01 40)

 

24 695

   
   

4 145 077

4 249 260

4 239 624,39

09 01 03

Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten voor het beleidsterrein „Informatiemaatschappij en media”

5

2 688 415

2 801 333

3 258 634,92

09 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Informatiemaatschappij en media”

09 01 04 01

Vaststelling en tenuitvoerlegging van het uniale beleid op het gebied van elektronische communicatie — Uitgaven voor administratief beheer

1.1

690 000

690 000

550 000,—

09 01 04 03

Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Ondersteuning van het beleid op het gebied van informatie- en communicatietechnologie — Uitgaven voor administratief beheer

1.1

1 480 000

1 480 000

1 436 280,—

09 01 04 04

Safer Internet programma — Uitgaven voor administratief beheer

1.1

200 000

200 000

256 000,—

09 01 04 06

Andere maatregelen in de audiovisuele en mediasector — Uitgaven voor administratief beheer

3.2

p.m.

50 000

0,—

 

Artikel 09 01 04 — Subtotaal

 

2 370 000

2 420 000

2 242 280,—

09 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeksactiviteiten voor het beleidsterrein „Informatiemaatschappij en media”

09 01 05 01

Uitgaven voor onderzoekspersoneel

1.1

48 100 000

46 400 000

47 072 842,73

09 01 05 02

Extern personeel voor onderzoek

1.1

12 875 000

13 460 000

11 847 047,—

09 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoek

1.1

17 955 000

19 070 000

20 590 006,81

 

Artikel 09 01 05 — Subtotaal

 

78 930 000

78 930 000

79 509 896,54

 

Hoofdstuk 09 01 — Totaal

 

128 079 620

127 060 941

131 250 545,19

Reserves (40 01 40)

 

24 695

29 384

 
   

128 104 315

127 090 325

131 250 545,19

09 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Informatiemaatschappij en media”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

09 01 01

39 970 823

38 660 348

42 000 109,34

Reserves (40 01 40)

 

29 384

 

Totaal

39 970 823

38 689 732

42 000 109,34

09 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Informatiemaatschappij en media”

09 01 02 01   Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

2 264 044

2 382 696

2 051 607,96

09 01 02 11   Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

09 01 02 11

1 856 338

1 866 564

2 188 016,43

Reserves (40 01 40)

24 695

   

Totaal

1 881 033

1 866 564

2 188 016,43

09 01 03     Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten voor het beleidsterrein „Informatiemaatschappij en media”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

2 688 415

2 801 333

3 258 634,92

09 01 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Informatiemaatschappij en media”

09 01 04 01   Vaststelling en tenuitvoerlegging van het uniale beleid op het gebied van elektronische communicatie — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

690 000

690 000

550 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Rechtsgronden

Zie artikel 09 02 01.

09 01 04 03   Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Ondersteuning van het beleid op het gebied van informatie- en communicatietechnologie — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

1 480 000

1 480 000

1 436 280,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Het dient ook ter dekking van de uitgaven voor technische en/of administratieve bijstand met betrekking tot identificatie, voorbereiding, beheer, monitoring, audit en controle van het programma of de projecten.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die op deze post dienen te worden geboekt, overeenkomstig het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie de artikelen 09 03 01 en 09 03 02.

09 01 04 04   Safer Internet programma — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

200 000

200 000

256 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie de posten 09 02 02 01 en 09 02 02 02.

09 01 04 06   Andere maatregelen in de audiovisuele en mediasector — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

50 000

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Rechtsgronden

Zie artikel 09 02 05.

09 01 05     Ondersteunende uitgaven voor onderzoeksactiviteiten voor het beleidsterrein „Informatiemaatschappij en media”

09 01 05 01   Uitgaven voor onderzoekspersoneel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

48 100 000

46 400 000

47 072 842,73

09 01 05 02   Extern personeel voor onderzoek

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

12 875 000

13 460 000

11 847 047,—

09 01 05 03   Overige beheersuitgaven voor onderzoek

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

17 955 000

19 070 000

20 590 006,81

HOOFDSTUK 09 02 — REGELGEVINGSKADER VOOR DE DIGITALE AGENDA

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

09 02

REGELGEVINGSKADER VOOR DE DIGITALE AGENDA

09 02 01

Vaststelling en tenuitvoerlegging van het uniale beleid op het gebied van elektronische communicatie

1.1

2 405 000

1 814 502

4 000 000

3 808 716

2 415 205,01

1 429 245,10

09 02 02

Bevordering van een veiliger gebruik van het internet en nieuwe onlinetechnologieën

09 02 02 01

Safer Internet programma

1.1

14 700 000

13 294 857

14 800 000

7 331 778

10 663 262,55

7 173 463,59

09 02 02 02

Voltooiing van Safer Internet plus — Bevordering van een veiliger gebruik van het internet en nieuwe onlinetechnologieën

1.1

75 302

1 333 051

0,—

5 920 916,79

 

Artikel 09 02 02 — Subtotaal

 

14 700 000

13 370 159

14 800 000

8 664 829

10 663 262,55

13 094 380,38

09 02 03

Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging

09 02 03 01

Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging — Bijdrage aan titels 1 en 2

1.1

5 502 248

5 502 248

5 258 800

5 258 800

5 758 200,—

5 758 200,—

Reserves (40 02 41)

 

391 985

391 985

       
   

5 894 233

5 894 233

5 258 800

5 258 800

5 758 200,—

5 758 200,—

09 02 03 02

Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging — Bijdrage aan titel 3

1.1

2 349 885

2 349 885

1 928 700

1 928 700

2 354 987,93

2 354 987,93

 

Artikel 09 02 03 — Subtotaal

 

7 852 133

7 852 133

7 187 500

7 187 500

8 113 187,93

8 113 187,93

Reserves (40 02 41)

 

391 985

391 985

       
   

8 244 118

8 244 118

7 187 500

7 187 500

8 113 187,93

8 113 187,93

09 02 04

Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (BEREC) — Bureau

09 02 04 01

Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (BEREC) — Bureau — Bijdrage aan titels 1 en 2

1.1

3 620 881

3 620 881

3 029 000

3 029 000

305 487,03

252 813,97

09 02 04 02

Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (BEREC) — Bureau — Bijdrage aan titel 3

1.1

672 056

672 056

550 000

550 000

21 200,—

21 200,—

 

Artikel 09 02 04 — Subtotaal

 

4 292 937

4 292 937

3 579 000

3 579 000

326 687,03

274 013,97

09 02 05

Overige maatregelen in de audiovisuele en mediasector

3.2

950 000

950 000

950 000

950 000

906 293,—

1 163 051,21

09 02 06

Voorbereidende actie — Erasmus voor journalisten

3.2

p.m.

p.m.

600 000

350 000

479 417,50

143 825,25

 

Hoofdstuk 09 02 — Totaal

 

30 200 070

28 279 731

31 116 500

24 540 045

22 904 053,02

24 217 703,84

Reserves (40 02 41)

 

391 985

391 985

       
   

30 592 055

28 671 716

31 116 500

24 540 045

22 904 053,02

24 217 703,84

09 02 01     Vaststelling en tenuitvoerlegging van het uniale beleid op het gebied van elektronische communicatie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 405 000

1 814 502

4 000 000

3 808 716

2 415 205,01

1 429 245,10

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor een aantal activiteiten om:

 

het uniale beleid op het gebied van elektronische communicatienetwerken en -diensten uit te voeren teneinde initiatieven te lanceren om de uitdagingen in deze sector het hoofd te bieden;

 

de uitvoering van het regelgevingskader voor communicatiediensten (onder andere het mechanisme bedoeld in artikel 7 van Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten (kaderrichtlijn) (PB L 108 van 24.4.2002, blz. 33)) te stimuleren en te volgen;

 

de overgang naar de informatiemaatschappij, in verband met elektronische communicatienetwerken en -diensten, en met name in de context van de follow-up van de top van Lissabon, te vergemakkelijken;

 

het mogelijk te maken dat derde landen een beleid voeren ter openstelling van hun markten, dat gelijkwaardig is aan dat van de Unie.

De specifieke doelstellingen van deze maatregelen zijn:

 

uitwerking van een beleid en een strategie van de Unie op het gebied van communicatienetwerken en -diensten (inclusief de convergentie tussen elektronische communicatie en de audiovisuele sector, aspecten die verband houden met het internet enz.);

 

de ontwikkeling van een radiospectrumbeleid voor de Unie;

 

ontwikkeling van activiteiten in de sector mobiele en satellietcommunicatie, en met name op het gebied van de frequenties;

 

een analyse van de situatie en de vastgestelde wetgeving op deze gebieden;

 

de coördinatie van dit beleid en initiatieven die verband houden met de internationale context (bv. de Wereldradio-communicatieconferentie (WRC) en de Europese Conferentie van post- en telecommunicatiediensten (CEPT));

 

de ontwikkeling van activiteiten en initiatieven op het gebied van de informatiemaatschappij.

Bij deze werkzaamheden gaat het onder andere om de opstelling van analysen en voortgangsverslagen, de raadpleging van de betrokken partijen en het publiek, de voorbereiding van een informatie- en communicatietechnologie strategie voor toekomstige wetgevingsvoorstellen en het toezicht op de toepassing van de wetgeving.

Dit krediet dient met name ter dekking van de uitgaven voor contracten voor analysen en adviezen van deskundigen, specifieke studies, evaluatierapporten, coördinatiewerkzaamheden, subsidies en de cofinanciering van bepaalde werkzaamheden.

Rechtsgronden

Taken die voortvloeien uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

09 02 02     Bevordering van een veiliger gebruik van het internet en nieuwe onlinetechnologieën

09 02 02 01   Safer Internet programma

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 700 000

13 294 857

14 800 000

7 331 778

10 663 262,55

7 173 463,59

Toelichting

Deze actie richt zich op het op evenwichtige wijze invoeren van operationele en technische maatregelen voor de bevordering van een veiliger gebruik van het internet en andere communicatietechnologieën, met name door kinderen, en de bestrijding van illegale inhoud en schadelijk gedrag online. Dienovereenkomstig zal het programma zich concentreren op praktische hulp voor eindgebruikers, met name kinderen, ouders, verzorgers, leraren en opvoeders.

De specifieke doelstellingen van dit programma zijn:

 

de bestrijding van illegale online-inhoud en de aanpak van schadelijk onlinegedrag door activiteiten te steunen die erop gericht zijn de hoeveelheid illegale inhoud online te verminderen en adequaat om te gaan met schadelijk onlinegedrag, waarbij vooral de nadruk wordt gelegd op de onlineverspreiding van materiaal waarin kinderen seksueel misbruikt worden, kinderlokkerij en pesten;

 

het bevorderen van een veiliger onlineomgeving door belanghebbenden bijeen te brengen om manieren te vinden om een veiliger onlineomgeving te bevorderen en kinderen te beschermen tegen potentieel schadelijke inhoud en schadelijk gedrag. De bedoeling is belanghebbenden ertoe aan te zetten samen te werken, verantwoordelijkheid op zich te nemen en systemen voor zelfregulering te ontwikkelen en toe te passen, en door ingebouwde privacy aan te moedigen;

 

de bewustmaking van het publiek door contactpunten op te zetten waar het publiek, met name kinderen, ouders, verzorgers en leraren voorlichting kunnen krijgen over de mogelijkheden en risico's van het gebruik van onlinetechnologieën en over middelen om veilig online te kunnen gaan;

 

de vorming van een kennisbasis die als uitgangspunt kan dienen voor de ontwikkeling van instrumenten waarmee op zowel bestaande als toekomstige gebruiken, risico's en consequenties kan worden ingespeeld en waarmee informatie over zowel de kwantitatieve als de kwalitatieve aspecten in deze context wordt verzameld. De bijeengebrachte informatie zal worden gebruikt voor het uitvoeren van het voorgestelde programma en om adequate en evenredige acties te formuleren om te zorgen voor onlineveiligheid voor elke gebruiker.

Met het programma zal worden getracht de verschillende actoren bij de acties te betrekken en bijeen te brengen wier medewerking cruciaal is, maar die eigenlijk alleen tezamen komen wanneer de hiertoe geschikte structuren worden opgezet.

Onder deze actoren vallen inhoudleveranciers, aanbieders van internetdiensten en exploitanten van mobiele netwerken, regelgevers, normalisatie-instanties, zelfregulerende lichamen van de industrie, nationale, regionale en lokale overheden die verantwoordelijk zijn voor industrie, onderwijs, consumentenbescherming, gezinnen, rechtshandhaving, de rechten van het kind en welzijnszorg ten behoeve van kinderen, en niet-gouvernementele organisaties die zich met consumentenbescherming, gezinnen, kinderrechten en kinderwelzijnszorg bezighouden.

Dit optreden zal worden uitgevoerd via werkzaamheden voor gezamenlijke rekening:

 

proefprojecten en activiteiten in verband met beste praktijken. Ad-hocprojecten op gebieden die relevant zijn voor het programma, waaronder projecten om beste praktijken te demonstreren of om bestaande technologie op een innovatieve manier te gebruiken, voornamelijk met het oog op gegevensbescherming en de bescherming van de grondrechten;

 

netwerken en nationale acties die uiteenlopende belanghebbenden bijeenbrengen om te zorgen voor actie in heel Europa en om coördinatieactiviteiten en kennisoverdracht te vergemakkelijken;

 

Europees onderzoek dat op vergelijkbare basis wordt uitgevoerd naar de wijze waarop volwassenen en kinderen onlinetechnologieën gebruiken, de hieruit voortvloeiende risico’s voor kinderen en de gevolgen van schadelijke praktijken voor kinderen, en gedrags- en psychologische aspecten waarbij de nadruk wordt gelegd op seksueel misbruik van kinderen in verband met het gebruik van onlinetechnologieën, onderzoek van toekomstige risicovolle situaties als gevolg van veranderend gedrag of technologische ontwikkelingen, enz.

De begeleidende maatregelen zullen bijdragen tot de uitvoering van het programma of de voorbereiding van toekomstige activiteiten. Onder deze maatregelen vallen:

 

benchmarking en opiniepeilingen om betrouwbare gegevens bijeen te brengen over een veiliger gebruik van onlinetechnologieën voor alle lidstaten, die worden verzameld met behulp van vergelijkbare methoden;

 

technische beoordeling van technologieën, zoals filtersoftware, die ontworpen zijn met het oog op een veiliger gebruik van het internet en nieuwe onlinetechnologieën;

 

studies ter ondersteuning van het programma en de acties die in het kader daarvan worden uitgevoerd;

 

informatie-uitwisseling door middel van conferenties, seminars, workshops of andere vergaderingen, en het beheer van clusteractiviteiten;

 

verspreiding, voorlichtings- en communicatieactiviteiten.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig n artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Een deel van de kredieten van deze begrotingslijn dient ter ondersteuning van projecten die beste praktijken analyseren en verspreiden in de hele Unie en die helpen nadenken over een kader voor de beoordeling van niveaus van mediageletterdheid en activiteiten. Specifieke aandacht kan worden besteed aan projecten die een analyse omvatten van de mediavertegenwoordiging en mediawaarden, de productie en distributie aanmoedigen van inhoud die betrekking heeft op mediageletterdheid, het gebruik stimuleren van de media om de participatie aan het sociale en het gemeenschapsleven te verbeteren en gericht zijn op de uitvoering van initiatieven op het vlak van mediageletterdheid die een brug slaan tussen de mediasector en het onderwijs. Organisaties van de openbare en de privésector die deskundigheid en Europese ervaring hebben op het vlak van mediageletterdheid, kunnen begunstigden zijn.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1351/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot vaststelling van een meerjarenprogramma van de Gemeenschap betreffende de bescherming van kinderen die het internet en andere communicatietechnologieën gebruiken (PB L 348 van 24.12.2008, blz. 118).

09 02 02 02   Voltooiing van Safer Internet plus — Bevordering van een veiliger gebruik van het internet en nieuwe onlinetechnologieën

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

75 302

1 333 051

0,—

5 920 916,79

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen in verband met het programma Safer Internet plus.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 854/2005/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 tot vaststelling van een communautair meerjarenprogramma ter bevordering van een veiliger gebruik van het internet en nieuwe onlinetechnologieën (PB L 149 van 11.6.2005, blz. 1).

09 02 03     Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging

09 02 03 01   Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging — Bijdrage aan titels 1 en 2

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

09 02 03 01

5 502 248

5 502 248

5 258 800

5 258 800

5 758 200,—

5 758 200,—

Reserves (40 02 41)

391 985

391 985

       

Totaal

5 894 233

5 894 233

5 258 800

5 258 800

5 758 200,—

5 758 200,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de personeels- en administratieve uitgaven van het Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging (titels 1 en 2).

Het Agentschap is gecreëerd om de Unie, de lidstaten en bijgevolg het bedrijfsleven beter in staat te stellen om netwerk- en informatiebeveiligingsproblemen te voorkomen, aan te pakken en het hoofd te bieden. Om dit doel te verwezenlijken, zal het Agentschap een hoog niveau van deskundigheid ontwikkelen en een ruime samenwerking tussen de betrokkenen uit de publieke en particuliere sector bevorderen.

Het Agentschap heeft als doel de Commissie en de lidstaten te helpen en te adviseren bij aangelegenheden in verband met netwerk- en informatiebeveiliging die binnen zijn bevoegdheden vallen, en de Commissie op verzoek te ondersteunen bij de technische voorbereidende werkzaamheden voor de actualisering en ontwikkeling van uniale wetgeving op het gebied van netwerk- en informatiebeveiliging.

Het Agentschap moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van de financiële kaderregeling voor de organen, bedoeld in artikel 185 van het Financieel Reglement, worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 18, lid 1, onder f) van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).

Er zijn besprekingen aan de gang met de Griekse regering over een mogelijke overeenkomst betreffende een permanent verbindingsbureau in Athene.

De in de reserve geplaatste kredieten zullen worden vrijgegeven zodra de nieuwe rechtsgrondslag voor het Europees Agentschap voor netwerk- en informatieveiligheid is vastgesteld.

Voorwaarden om de reserve vrij te maken

De reserve zal worden vrijgegeven zodra de overeenkomstige basishandeling is vastgesteld overeenkomstig de in artikel 294 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vastgelegde procedure.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 460/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 tot oprichting van het Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging (PB L 77 van 13.3.2004, blz. 1).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Agentschap voor netwerk- en informatieveiligheid (ENISA) (COM(2010) 521), door de Commissie ingediend op 30 september 2010.

09 02 03 02   Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging — Bijdrage aan titel 3

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 349 885

2 349 885

1 928 700

1 928 700

2 354 987,93

2 354 987,93

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van het Agentschap voor het werkprogramma (titel 3).

Het Agentschap moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Overeenkomstig artikel 185 van het Financieel Reglement en de desbetreffende artikelen van het Financieel Reglement voor elk van de door de Gemeenschappen opgerichte organen is de rol van de begrotingsautoriteit versterkt.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van de financiële kaderregeling voor de organen, bedoeld in artikel 185 van het Financieel Reglement, worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 18, lid 1, onder f) van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2012 in totaal 8 335 800 EUR. Een bedrag van 91 682 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten is toegevoegd aan het in de begroting opgenomen bedrag van 8 244 118 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 460/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 tot oprichting van het Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging (PB L 77 van 13.3.2004, blz. 1).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Agentschap voor netwerk- en informatieveiligheid (ENISA) (COM(2010) 521), door de Commissie ingediend op 30 september 2010.

09 02 04     Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (BEREC) — Bureau

09 02 04 01   Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (BEREC) — Bureau — Bijdrage aan titels 1 en 2

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 620 881

3 620 881

3 029 000

3 029 000

305 487,03

252 813,97

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Bureau (titels 1 en 2).

Het BEREC is een gespecialiseerd en onafhankelijk adviesorgaan dat de Commissie en de regelgevende instanties van de lidstaten ondersteuning biedt bij de tenuitvoerlegging van het uniale regelgevingskader inzake elektronische communicatie teneinde een consistente regelgevende aanpak in de hele Unie te bevorderen. Het BEREC is geen orgaan van de Unie en heeft geen rechtspersoonlijkheid.

Het Bureau is opgericht als orgaan van de Unie met rechtspersoonlijkheid, dat het BEREC professionele en administratieve ondersteuning verleent bij de uitvoering van de in Verordening (EG) nr. 1211/2009 vastgestelde taken.

Het Bureau moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke overschrijving van kredieten tussen beleidsuitgaven en administratieve uitgaven.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van de financiële kaderregeling voor de in artikel 185 van het Financieel Reglement bedoelde organen worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van het Bureau is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1211/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 tot oprichting van het Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (BEREC) en het Bureau (PB L 337 van 18.12.2009, blz. 1).

09 02 04 02   Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (BEREC) — Bureau — Bijdrage aan titel 3

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

672 056

672 056

550 000

550 000

21 200,—

21 200,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van het Bureau voor het werkprogramma (titel 3).

Het Bureau moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke overschrijving van kredieten tussen beleidsuitgaven en administratieve uitgaven.

Overeenkomstig artikel 185 van het Financieel Reglement en de desbetreffende artikelen van het Financieel Reglement voor elk van de door de Gemeenschappen opgerichte organen is de rol van de begrotingsautoriteit versterkt.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van de financiële kaderregeling voor de in artikel 185 van het Financieel Reglement bedoelde organen worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2012 in totaal 4 292 937 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1211/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 tot oprichting van het Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (BEREC) en het Bureau (PB L 337 van 18.12.2009, blz. 1).

09 02 05     Overige maatregelen in de audiovisuele en mediasector

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

950 000

950 000

950 000

950 000

906 293,—

1 163 051,21

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende acties:

 

tenuitvoerlegging van de richtlijn „Audiovisuele mediadiensten”;

 

toezicht op de ontwikkeling van de media, met inbegrip van pluralisme, en

 

verzameling en verspreiding van economische en juridische informatie en analyses over de audiovisuele sector.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/552/EEG van het Europees Parlement en de Raad van 3 oktober 1989 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake het aanbieden van audiovisuele mediadiensten (richtlijn audiovisuele mediadiensten) (PB L 298 van 17.10.1989, blz. 23).

09 02 06     Voorbereidende actie — Erasmus voor journalisten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

600 000

350 000

479 417,50

143 825,25

Toelichting

Het waarborgen van pluralisme in Europa is een van de belangrijkste doelstellingen van het mediabeleid van de Unie. Een doeltreffende manier om pluralisme te bevorderen, is journalisten toegang geven tot pluralisme. Dit kan verwezenlijkt worden door de uitwisseling van journalisten uit verschillende landen en media in de Unie te financieren. De bedoeling is journalisten in staat te stellen een bredere en omvattendere kijk op de Unie en haar verschillende media en culturen te krijgen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

HOOFDSTUK 09 03 — ABSORPTIE VAN INFORMATIE- EN COMMUNICATIETECHNOLOGIEËN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

09 03

ABSORPTIE VAN INFORMATIE- EN COMMUNICATIETECHNOLOGIEËN

09 03 01

Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Ondersteuning van het beleid op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT-beleidsondersteuningsprogramma)

1.1

132 850 000

108 870 129

119 120 000

95 217 900

116 393 760,22

90 025 946,36

09 03 02

Voltooiing van e-Inhoud plus — Bevordering van Europese digitale inhoud

1.1

8 029 172

17 139 222

0,—

30 716 141,09

09 03 03

Voorbereidende actie — Een op internet gebaseerd systeem voor een betere regelgeving en participatie van de burger

1.1

p.m.

1 100 000

257,22

1 092 625,53

09 03 04

Voltooiing van voorgaande programma’s

09 03 04 01

Voltooiing van trans-Europese netwerken op het gebied van telecommunicatie (eTEN)

1.1

1 949 683

1 713 922

0,—

6 891 608,08

09 03 04 02

Voltooiing van het MODINIS-programma

1.1

p.m.

114 261

19 310,35

306 110,22

 

Artikel 09 03 04 — Subtotaal

 

1 949 683

1 828 183

19 310,35

7 197 718,30

 

Hoofdstuk 09 03 — Totaal

 

132 850 000

118 848 984

119 120 000

115 285 305

116 413 327,79

129 032 431,28

09 03 01     Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Ondersteuning van het beleid op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT-beleidsondersteuningsprogramma)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

132 850 000

108 870 129

119 120 000

95 217 900

116 393 760,22

90 025 946,36

Toelichting

Het ICT-beleidsondersteuningsprogramma is één van de drie specifieke programma’s van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (KCI).

Er zal op uniaal niveau intensiever worden gewerkt aan de stimulering van een ruimere benutting van ICT. Met synergistische activiteiten op uniaal niveau zal worden getracht de onzekerheden en de risico's van duplicering te verminderen door ervaringen en geleerde lessen te delen en opnieuw te benutten en de internemarktdimensie van uit ICT afgeleide diensten te stimuleren door interoperabiliteit te bevorderen en versnippering tegen te gaan. Tevens zal worden gewerkt aan de stimulering van het technologisch en regelgevingsklimaat dat nodig is om innovatie te bevorderen en mogelijke hindernissen (zoals culturele, taalkundige, technische en juridische en handicap- of „dys”-gerelateerde belemmeringen) weg te nemen.

Conform de rechtsgrond, omvat het ICT-beleidsondersteuningsprogramma de volgende acties:

 

a)

ontwikkeling van de gemeenschappelijke Europese informatieruimte en versterking van de interne markt voor ICT-goederen en -diensten;

 

b)

stimulering van innovatie door de toepassing van en investeringen in ICT op te voeren;

 

c)

ontwikkeling van een inclusieve informatiemaatschappij en efficiëntere en effectievere diensten van openbaar belang, en verbetering van de kwaliteit van het bestaan, met name voor personen met een handicap of lijdend aan „dys”-aandoeningen (dyslexie, dyspraxie, dysfasie, dyscalculie, enz).

Dit zal met name gebeuren door ondersteuning van de ontwikkeling van op ICT gebaseerde diensten en de ontwikkeling en het gebruik van digitale inhoud van algemeen belang, zoals ICT voor gezondheidszorg en inclusie, ICT voor de overheid en het beleid, ICT voor energie-efficiëntie, intelligente mobiliteit en milieu, digitale bibliotheken en openbaar toegankelijke onlinecatalogi van boeken in druk, een betere exploitatie van overheidsinformatie, opleiding en vorming.

Een deel van de kredieten voor het ICT-beleidsondersteuningsprogramma in het KCI kan worden gebruikt voor het testen en in de hele Unie ontwikkelen van de volgende generatie 112, innovatieve diensten voor interoperabele nooddiensten en 112 voor alle burgers, resulterend in snellere en efficiëntere reacties die levens redden, onder andere middels vernieuwing van de traditionele technische aspecten voor noodoproepen, kostenverlaging en technische vereenvoudiging, met als ultiem doel het garanderen van optimale reacties op alle 112-oproepen van alle burgers, inclusief burgers met een handicap. Voorts moeten de kennis en het correcte gebruik van 112 worden aangemoedigd door middel van verspreidingsactiviteiten, informatie- en onderwijscampagnes. Daarnaast moet er een sms-nooddienst worden ontwikkeld en getest zodat gehandicapten de nooddiensten om hulp kunnen vragen.

Als onderdeel van het KCI zal het ICT-beleidsondersteuningsprogramma de ruimere introductie van ICT met het oog op een betere dienstverlening bevorderen. Het zal er ook voor zorgen dat Europese bedrijven, en met name het midden- en kleinbedrijf, kunnen profiteren van de nieuwe mogelijkheden die de stijgende vraag naar deze op ICT gebaseerde diensten biedt. Conform de rechtsgrond van het KCI, zal de steun voor de ontwikkeling en het gebruik van digitale inhoud vanaf 2009 volledig worden geïntegreerd in het ICT-beleidsondersteuningsprogramma. In 2007 en 2008 gebeurde dit als overgangsfase binnen het programma e-Inhoud plus (eContent-plus) (op basis van de eigen rechtsgrond daarvan).

Jaarlijks zal het grootste deel van de steun naar een beperkt aantal proefprojecten met een grote impact en acties met betrekking tot beste praktijken gaan. Voorts worden begeleidende maatregelen opgezet, zoals thematische netwerken van verschillende actoren rond specifieke doelstellingen. Deze zullen worden aangevuld met de monitoring van de Europese informatiemaatschappij, met maatregelen die de achtergrondkennis opleveren die nodig is voor de beleidsmatige besluitvorming en met activiteiten voor bevordering en bewustmaking van de voordelen die ICT voor burgers, bedrijven (met name het midden- en kleinbedrijf), of overheidsinstellingen oplevert.

Het ICT-beleidsondersteunend programma in het KCI moet bijdragen aan het testen van de opzet van nieuwe financiële instrumenten, zoals het initiatief inzake projectobligaties op het gebied van ICT, met name betreffende breedband met hoge snelheid. Het moet bijdragen aan de voorbereiding van nieuwe financiële instrumenten voor het komende meerjarig financieel kader 2014-2020. Met name moet worden getest hoe particuliere en publieke langetermijnbeleggers kunnen beleggen in de ontwikkeling van ICT-breedbandinfrastructuur. De Commissie wordt verzocht samen te werken met de EIB-groep, alsmede met andere langetermijnbeleggers, aan de ontwikkeling van innovatieve manieren om financiering voor infrastructuur aan te trekken.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die op deze post dienen te worden geboekt, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

09 03 02     Voltooiing van e-Inhoud plus — Bevordering van Europese digitale inhoud

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

8 029 172

17 139 222

0,—

30 716 141,09

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen in verband met het meerjarenprogramma e-Inhoud plus (eContent-plus).

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Beschikking 96/339/EG van de Raad van 20 mei 1996 tot vaststelling van een meerjarenprogramma van de Gemeenschap ter bevordering van de ontwikkeling van een Europese multimedia-inhoudindustrie en ter aanmoediging van het gebruik van multimedia-inhoud in de opkomende informatiemaatschappij (Info 2000) (PB L 129 van 30.5.1996, blz. 24).

Beschikking 96/664/EG van de Raad van 21 november 1996 tot vaststelling van een meerjarenprogramma ter bevordering van de taalverscheidenheid in de Gemeenschap in de informatiemaatschappij (PB L 306 van 28.11.1996, blz. 40).

Beschikking 2001/48/EG van de Raad van 22 december 2000 tot vaststelling van een communautair meerjarenprogramma ter stimulering van de ontwikkeling en het gebruik van Europese digitale inhoud op de mondiale netwerken en ter bevordering van de taalkundige verscheidenheid in de informatiemaatschappij (PB L 14 van 18.1.2001, blz. 32).

Besluit nr. 456/2005/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2005 tot vaststelling van een meerjarenprogramma van de Gemeenschap ter verbetering van de toegankelijkheid, het nut en de exploiteerbaarheid van digitale inhoud in Europa (PB L 79 van 24.3.2005, blz. 1).

09 03 03     Voorbereidende actie — Een op internet gebaseerd systeem voor een betere regelgeving en participatie van de burger

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 100 000

257,22

1 092 625,53

Toelichting

Dit artikel dient ter dekking van eerdere vastleggingen in verband met de invoering van een op internet gebaseerd systeem voor een betere regelgeving en participatie van de burger.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie zoals bedoeld in artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

09 03 04     Voltooiing van voorgaande programma’s

09 03 04 01   Voltooiing van trans-Europese netwerken op het gebied van telecommunicatie (eTEN)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 949 683

1 713 922

0,—

6 891 608,08

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen in verband met netwerken in de telecommunicatiesector.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2236/95 van de Raad van 18 september 1995 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van trans-Europese netwerken (PB L 228 van 23.9.1995, blz. 1).

Beschikking nr. 2717/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 november 1995 betreffende een reeks richtsnoeren voor de ontwikkeling van Euro-ISDN (digitaal netwerk voor geïntegreerde diensten) als trans-Europees netwerk (PB L 282 van 24.11.1995, blz. 16).

Beschikking nr. 1336/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 1997 betreffende een geheel van richtsnoeren voor trans-Europese telecommunicatienetwerken (PB L 183 van 11.7.1997, blz. 12).

09 03 04 02   Voltooiing van het MODINIS-programma

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

114 261

19 310,35

306 110,22

Toelichting

Deze post dient ter dekking van eerdere vastleggingen in verband met het meerjarenprogramma MODINIS.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Beschikking 98/253/EG van de Raad van 30 maart 1998 tot aanneming van een communautair meerjarenprogramma om de totstandbrenging van de informatiemaatschappij in Europa te stimuleren (informatiemaatschappij) (PB L 107 van 7.4.1998, blz. 10).

Beschikking nr. 2256/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 tot vaststelling van een meerjarenprogramma (2003-2005) voor de monitoring van het eEurope-actieplan 2005, verspreiding van goede praktijken en de verbetering van de netwerk- en informatiebeveiliging (Modinis) (PB L 336 van 23.12.2003, blz. 1).

HOOFDSTUK 09 04 — SAMENWERKING — INFORMATIE- EN COMMUNICATIETECHNOLOGIE (ICT)

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

09 04

SAMENWERKING — INFORMATIE- EN COMMUNICATIETECHNOLOGIE (ICT)

09 04 01

Ondersteuning van samenwerking bij onderzoek op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie (ICT — Samenwerking)

09 04 01 01

Ondersteuning van samenwerking bij onderzoek op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie (ICT — Samenwerking)

1.1

1 244 472 420

949 891 875

1 081 288 900

912 200 203

1 107 010 434,36

1 054 939 833,39

09 04 01 02

Samenwerking — Informatie- en communicatietechnologie — Gemeenschappelijke Onderneming ARTEMIS

1.1

53 721 430

27 217 532

43 000 000

38 087 160

35 000 000,—

18 619 020,59

09 04 01 03

Samenwerking — Informatie- en communicatietechnologie — Ondersteunende uitgaven voor de Gemeenschappelijke Onderneming ARTEMIS

1.1

1 758 156

1 595 089

1 500 000

1 428 268

910 315,91

938 526,27

09 04 01 04

Samenwerking — Informatie- en communicatietechnologie — Gemeenschappelijke Onderneming ENIAC

1.1

53 721 430

36 290 043

43 000 000

19 043 580

33 613 975,—

27 112 877,43

09 04 01 05

Samenwerking — Informatie- en communicatietechnologie — Ondersteunende uitgaven voor de Gemeenschappelijke Onderneming ENIAC

1.1

1 298 789

1 178 328

1 496 100

1 424 555

1 591 766,—

1 736 328,27

 

Artikel 09 04 01 — Subtotaal

 

1 354 972 225

1 016 172 867

1 170 285 000

972 183 766

1 178 126 491,27

1 103 346 585,95

09 04 02

Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

8 410 836,23

37 488 319,67

09 04 03

Voltooiing van voorgaande communautaire kaderprogramma’s (van vóór 2007)

1.1

10 633 890

61 891 635

474 069,89

160 367 855,34

 

Hoofdstuk 09 04 — Totaal

 

1 354 972 225

1 026 806 757

1 170 285 000

1 034 075 401

1 187 011 397,39

1 301 202 760,96

09 04 01     Ondersteuning van samenwerking bij onderzoek op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie (ICT — Samenwerking)

09 04 01 01   Ondersteuning van samenwerking bij onderzoek op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie (ICT — Samenwerking)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 244 472 420

949 891 875

1 081 288 900

912 200 203

1 107 010 434,36

1 054 939 833,39

Toelichting

Het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) en het thema „Informatie- en communicatietechnologie” (ICT) van het specifieke programma „Samenwerking” hebben tot doel het concurrentievermogen van de Europese industrie te verhogen en Europa in staat te stellen zich de toekomstige ontwikkelingen in de ICT eigen te maken en hieraan richting te geven in overeenstemming met een Europese ICT-strategie voor de lange termijn, teneinde aan de maatschappelijke en economische behoeften te voldoen en om ervoor te zorgen dat de Europese normen mee de mondiale ICT-ontwikkelingen sturen, in plaats van te worden ingehaald door andere groeiende mondiale markten.

De activiteiten zullen Europa's wetenschappelijke en technologische basis verstevigen en zijn wereldwijde leiderschap op ICT-gebied consolideren, de innovatie door toepassing van ICT bevorderen en ervoor zorgen dat de vooruitgang in de ICT snel wordt vertaald in voordelen voor de burger, het bedrijfsleven, de industrie en de overheden in Europa.

Bij het thema „ICT” wordt het strategische onderzoek geconcentreerd rond grote technologiepijlers, wordt voor eind-tot-eind-integratie van technologieën gezorgd en worden de kennis en de middelen geboden voor de ontwikkeling van een breed gamma van innovatieve ICT-toepassingen.

De activiteiten hebben een katalyserend effect op de industriële en technologische vooruitgang in de ICT-sector en verbeteren de concurrentieslagkracht in belangrijke ICT-intensieve sectoren, zowel door innovatieve, hoogwaardige, op ICT gebaseerde producten en diensten als door nieuwe of verbeterde organisatorische processen binnen het bedrijfsleven en bij de overheid. Het ICT-thema dient ook ter ondersteuning van het overige beleid van de Unie doordat het de ICT stimuleert om aan de behoeften van het publiek en de samenleving te voldoen.

De activiteiten hebben betrekking op samenwerking en uitwisseling van beste praktijken met het oog op de vaststelling van gemeenschappelijke normen voor de Unie die verenigbaar zijn met mondiale normen of die als mondiale norm gelden, netwerkacties en initiatieven voor de coördinatie van de nationale programma’s. Dit krediet dient tevens ter dekking van de uitgaven voor de inschakeling van onafhankelijke deskundigen bij de beoordeling van voorstellen en de evaluatie van projecten, de kosten van door de Commissie georganiseerde evenementen, vergaderingen, conferenties, workshops en colloquia van Europees belang, de kosten van studies, analysen en evaluaties, de kosten van follow-up en evaluatie van de specifieke programma’s en de kaderprogramma’s, alsmede de kosten van activiteiten voor de follow-up en de verspreiding van de programmaresultaten, met inbegrip van de activiteiten uit hoofde van de voorgaande kaderprogramma’s.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Een deel van deze kredieten is bedoeld om een gemeenschappelijke aanpak te bevorderen van belangrijke mondiale uitdagingen, bijvoorbeeld een ICT-strategie, niet alleen om te kunnen concurreren met de snel opkomende ICT-markten bijvoorbeeld in Azië, maar ook om normen vast te stellen voor een mondiale beleidsvoering op het gebied van ICT in dienst van de Europese waarden; doel is de middelen te bundelen en de uitwisseling van beste praktijken te bevorderen om het onderzoek, de ontwikkeling en de innovatie op het gebied van ICT vooruit te helpen. De maatregelen zullen erop gericht zijn de doeltreffendheid van de acties van de internationale gemeenschap te verbeteren en zullen de bestaande mechanismen en goed functionerende relaties aanvullen. Innoverende, door Europese en derde landen gezamenlijk ontwikkelde maatregelen zullen door deze kredieten worden gefinancierd. Het toepassingsbereik van deze innoverende maatregelen gaat verder dan wat door één land kan worden ondernomen en is gunstig zowel voor de Unie als voor haar partners als voorbereiding van hun leidende rol met betrekking tot de vaststelling van toekomstige ICT-normen. Bij de tenuitvoerlegging van deze actie ziet de Commissie toe op een evenwichtige verdeling van de subsidies. Zij zal spelers op mondiaal niveau helpen om aan onderzoekspartnerschappen deel te nemen, om innovatie op het gebied van ICT te bevorderen.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het Specifieke Programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

09 04 01 02   Samenwerking — Informatie- en communicatietechnologie — Gemeenschappelijke Onderneming ARTEMIS

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

53 721 430

27 217 532

43 000 000

38 087 160

35 000 000,—

18 619 020,59

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming ARTEMIS draagt bij tot de uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) en het thema „Informatie- en communicatietechnologie” van het specifieke programma „Samenwerking”. Zij heeft de volgende taken:

 

een onderzoeksagenda vaststellen en ten uitvoer leggen voor de ontwikkeling van cruciale technologieën voor ingebedde computersystemen voor verschillende toepassingsgebieden, teneinde het Europese concurrentievermogen en de duurzaamheid van de economie te versterken en het ontstaan van nieuwe markten en maatschappelijke toepassingen te bevorderen;

 

de tenuitvoerlegging ondersteunen van de activiteiten op het gebied van onderzoek en ontwikkeling (O&O), met name door financiering toe te kennen aan deelnemers in aan de hand van vergelijkende uitnodigingen tot het indienen van voorstellen geselecteerde projecten;

 

een publiek-privaat partnerschap bevorderen dat gericht is op het mobiliseren en samenbrengen van uniale, nationale en particuliere inspanningen, waardoor de totale investeringen voor onderzoek en ontwikkeling op het gebied van ingebedde computersystemen worden verhoogd en de samenwerking tussen de publieke en particuliere sectoren wordt versterkt;

 

de efficiëntie en duurzaamheid garanderen van het gemeenschappelijk technologisch initiatief (Joint Technology Initiative — JTI) op het gebied van ingebedde computersystemen;

 

de synergie en coördinatie bewerkstelligen van de Europese O&O-inspanningen op het gebied van ingebedde computersystemen, inclusief de geleidelijke integratie in de Gemeenschappelijke Onderneming ARTEMIS van verwante activiteiten op dit gebied die momenteel worden uitgevoerd in het kader van intergouvernementele stelsels voor onderzoek en ontwikkeling (Eureka).

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het Specifieke Programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

Verordening (EG) nr. 74/2008 van de Raad van 20 december 2007 betreffende de oprichting van de „Gemeenschappelijke Onderneming ARTEMIS” voor de tenuitvoerlegging van een gezamenlijk technologie-initiatief inzake ingebedde computersystemen (PB L 30 van 4.2.2008, blz. 52).

09 04 01 03   Samenwerking — Informatie- en communicatietechnologie — Ondersteunende uitgaven voor de Gemeenschappelijke Onderneming ARTEMIS

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 758 156

1 595 089

1 500 000

1 428 268

910 315,91

938 526,27

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming ARTEMIS draagt bij tot de uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) en het thema „Informatie- en communicatietechnologie” van het specifieke programma „Samenwerking”. Zij heeft de volgende taken:

 

een onderzoeksagenda vaststellen en ten uitvoer leggen voor de ontwikkeling van cruciale technologieën voor ingebedde computersystemen voor verschillende toepassingsgebieden, teneinde het Europese concurrentievermogen en de duurzaamheid van de economie te versterken en het ontstaan van nieuwe markten en maatschappelijke toepassingen te bevorderen;

 

de tenuitvoerlegging ondersteunen van de O&O-activiteiten, met name door financiering toe te kennen aan deelnemers in aan de hand van vergelijkende uitnodigingen tot het indienen van voorstellen geselecteerde projecten;

 

een publiek-privaat partnerschap bevorderen dat gericht is op het mobiliseren en samenbrengen van uniale, nationale en particuliere inspanningen, waardoor de totale investeringen voor onderzoek en ontwikkeling op het gebied van ingebedde computersystemen worden verhoogd en de samenwerking tussen de publieke en particuliere sectoren wordt versterkt;

 

de efficiëntie en duurzaamheid garanderen van het gemeenschappelijk technologisch initiatief (Joint Technology Initiative) op het gebied van ingebedde computersystemen;

 

de synergie en coördinatie bewerkstelligen van de Europese O&O-inspanningen op het gebied van ingebedde computersystemen, inclusief de geleidelijke integratie in de Gemeenschappelijke Onderneming ARTEMIS van verwante activiteiten op dit gebied die momenteel worden uitgevoerd in het kader van intergouvernementele stelsels voor onderzoek en ontwikkeling (Eureka).

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het Specifieke Programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

Verordening (EG) nr. 74/2008 van de Raad van 20 december 2007 betreffende de oprichting van de „Gemeenschappelijke Onderneming ARTEMIS” voor de tenuitvoerlegging van een gezamenlijk technologie-initiatief inzake ingebedde computersystemen (PB L 30 van 4.2.2008, blz. 52).

09 04 01 04   Samenwerking — Informatie- en communicatietechnologie — Gemeenschappelijke Onderneming ENIAC

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

53 721 430

36 290 043

43 000 000

19 043 580

33 613 975,—

27 112 877,43

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming ENIAC draagt bij tot de uitvoering van het zevende kaderprogramma voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) en het thema „Informatie- en communicatietechnologie” van het specifieke programma „Samenwerking”.

Zij heeft de volgende taken:

 

een onderzoeksagenda voor de ontwikkeling van cruciale competenties voor nano-elektronica op verschillende toepassingsgebieden vaststellen en ten uitvoer leggen, teneinde het Europese concurrentievermogen en de duurzaamheid van de economie te versterken en het ontstaan van nieuwe markten en maatschappelijke toepassingen te bevorderen;

 

de voor de tenuitvoerlegging van de onderzoeksagenda vereiste activiteiten ondersteunen, met name door het toekennen van financiering aan de deelnemers in projecten die geselecteerd zijn op basis van vergelijkende uitnodigingen tot het indienen van voorstellen;

 

een publiek-privaat partnerschap bevorderen met het oog op het mobiliseren en samenbrengen van uniale, nationale en particuliere inspanningen, waardoor de totale investeringen voor onderzoek en ontwikkeling op het gebied van nano-elektronica worden verhoogd en de samenwerking tussen de publieke en particuliere sectoren wordt versterkt;

 

synergie en coördinatie bewerkstelligen van de Europese onderzoeks- en ontwikkelingsinspanningen op het gebied van nano-elektronica, inclusief — wanneer een toegevoegde waarde tot stand kan worden gebracht — de geleidelijke integratie in de Gemeenschappelijke Onderneming ENIAC van verwante activiteiten op dit gebied die momenteel worden uitgevoerd in het kader van intergouvernementele stelsels voor onderzoek en ontwikkeling (Eureka);

 

overeenkomstig de doelstellingen van het zevende kaderprogramma de betrokkenheid van het midden- en kleinbedrijf bij haar activiteiten bevorderen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het Specifieke Programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

Verordening (EG) nr. 72/2008 van de Raad van 20 december 2007 betreffende de oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming ENIAC (PB L 30 van 4.2.2008, blz. 21).

09 04 01 05   Samenwerking — Informatie- en communicatietechnologie — Ondersteunende uitgaven voor de Gemeenschappelijke Onderneming ENIAC

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 298 789

1 178 328

1 496 100

1 424 555

1 591 766,—

1 736 328,27

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming ENIAC draagt bij tot de uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) en het thema „Informatie- en communicatietechnologie” van het specifieke programma „Samenwerking”.

Zij heeft de volgende taken:

 

een onderzoeksagenda voor de ontwikkeling van cruciale competenties voor nano-elektronica op verschillende toepassingsgebieden vaststellen en ten uitvoer leggen, teneinde het Europese concurrentievermogen en de duurzaamheid van de economie te versterken en het ontstaan van nieuwe markten en maatschappelijke toepassingen te bevorderen;

 

de voor de tenuitvoerlegging van de onderzoeksagenda vereiste activiteiten ondersteunen, met name door het toekennen van financiering aan de deelnemers in projecten die geselecteerd zijn op basis van vergelijkende uitnodigingen tot het indienen van voorstellen;

 

een publiek-privaat partnerschap bevorderen met het oog op het mobiliseren en samenbrengen van uniale, nationale en particuliere inspanningen, waardoor de totale investeringen voor onderzoek en ontwikkeling op het gebied van nano-elektronica worden verhoogd en de samenwerking tussen de publieke en particuliere sectoren wordt versterkt;

 

synergie en coördinatie bewerkstelligen van de Europese onderzoeks- en ontwikkelingsinspanningen op het gebied van nano-elektronica, inclusief — wanneer een toegevoegde waarde tot stand kan worden gebracht — de geleidelijke integratie in de Gemeenschappelijke Onderneming ENIAC van verwante activiteiten op dit gebied die momenteel worden uitgevoerd in het kader van intergouvernementele stelsels voor onderzoek en ontwikkeling (Eureka);

 

overeenkomstig de doelstellingen van het zevende kaderprogramma de betrokkenheid van het midden- en kleinbedrijf bij haar activiteiten bevorderen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het Specifieke Programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

Verordening (EG) nr. 72/2008 van de Raad van 20 december 2007 betreffende de oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming ENIAC (PB L 30 van 4.2.2008, blz. 21).

09 04 02     Kredieten afkomstig van de deelname van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

8 410 836,23

37 488 319,67

Toelichting

Dit artikel dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding kunnen geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

09 04 03     Voltooiing van voorgaande communautaire kaderprogramma’s (van vóór 2007)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 633 890

61 891 635

474 069,89

160 367 855,34

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de dekking van de eerdere verplichtingen in verband met de voltooiing van voorgaande kaderprogramma’s.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit 87/516/Euratom, EEG van de Raad van 28 september 1987 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1987-1991) (PB L 302 van 24.10.1987, blz. 1).

Besluit 90/221/Euratom, EEG van de Raad van 23 april 1990 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 117 van 8.5.1990, blz. 28).

Besluit 93/167/Euratom, EEG van de Raad van 15 maart 1993 tot aanpassing van Besluit 90/221/Euratom, EEG betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 69 van 20.3.1993, blz. 43).

Besluit nr. 1110/94/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 april 1994 betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 126 van 18.5.1994, blz. 1).

Besluit nr. 616/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 1996 tot aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998), in verband met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie (PB L 86 van 4.4.1996, blz. 69).

Besluit nr. 2535/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 1 december 1997 tot tweede aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 347 van 18.12.1997, blz. 1).

Besluit nr. 182/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 december 1998 betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1998-2002) (PB L 26 van 1.2.1999, blz. 1).

Besluit nr. 1513/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, ter bevordering van de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte en van innovatie (2002-2006) (PB L 232 van 29.8.2002, blz. 1).

Beschikking 2002/834/EG van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie: „Integratie en versterking van de Europese onderzoeksruimte” (2002-2006) (PB L 294 van 29.10.2002, blz. 1).

Beschikking 2002/835/EG van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie: „Structurering van de Europese onderzoeksruimte” (2002-2006) (PB L 294 van 29.10.2002, blz. 44).

HOOFDSTUK 09 05 — CAPACITEITEN — ONDERZOEKSINFRASTRUCTUREN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

09 05

CAPACITEITEN — ONDERZOEKSINFRASTRUCTUREN

09 05 01

Capaciteiten — Onderzoeksinfrastructuren

1.1

31 349 262

54 435 064

90 970 000

93 313 542

111 166 560,—

85 264 000,—

 

Hoofdstuk 09 05 — Totaal

 

31 349 262

54 435 064

90 970 000

93 313 542

111 166 560,—

85 264 000,—

09 05 01     Capaciteiten — Onderzoeksinfrastructuren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

31 349 262

54 435 064

90 970 000

93 313 542

111 166 560,—

85 264 000,—

Toelichting

Investeren in kennis is de beste manier voor Europa om in de geglobaliseerde economie duurzame groei te bereiken en daarom vormt het programma voor onderzoek de hoeksteen van het kennisbeleid van Europa. Het specifieke programma „Capaciteiten” in het kader van het zevende kaderprogramma voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) is gericht op de bevordering van de onderzoeks- en innovatiecapaciteit in heel Europa om het ontstaan en de versterking van multidisciplinaire Europese centra van excellentie mogelijk te maken. Onderzoeksinfrastructuren spelen een cruciale rol bij de totstandbrenging van kennis, de verspreiding van kennis en de toepassing en exploitatie daarvan en dus bij de bevordering van innovatie.

De activiteiten zijn meer specifiek gericht op de inzet van op ICT gebaseerde infrastructuren, de zogenaamde e-infrastructuren. Deze infrastructuren bieden diensten aan aan de onderzoekswereld door virtuele gemeenschappen te laten beschikken over de kracht van gedistribueerde op ICT gebaseerde hulpbronnen (computers, verbindingen, opslagmogelijkheden, gegevens en instrumentarium). De versterking van een Europese aanpak op dit gebied zorgt voor synergie tussen nationale infrastructuren en initiatieven, zorgt ervoor dat er een kritische massa wordt gehaald, rationaliseert nieuwe investeringen en streeft naar een mondiaal toonaangevende positie. Dit kan een belangrijke bijdrage leveren tot het stimuleren van het Europese onderzoekspotentieel en de benutting ervan, door het consolideren van e-infrastructuren als een pijler van de Europese onderzoeksruimte, een „voorloper” van interdisciplinaire innovatie en een drijfveer bij het veranderen van de manier waarop wetenschap wordt bedreven.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de uitgaven voor door de Commissie georganiseerde vergaderingen, conferenties, workshops en colloquia op hoog wetenschappelijk en technologisch niveau en van Europees belang, en voor de financiering van studies, subsidies, follow-up en evaluatie van de specifieke programma’s en de kaderprogramma’s en van analysen en beoordelingen van hoog wetenschappelijk en technologisch niveau die in opdracht van de Unie worden uitgevoerd om nieuwe onderzoeksgebieden waarop maatregelen van de Unie gewenst zijn te verkennen, en met name in het kader van de Europese onderzoeksruimte, alsmede de activiteiten voor de follow-up en de verspreiding van de programmaresultaten, met inbegrip van de activiteiten uit hoofde van de voorgaande kaderprogramma’s.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/974/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het Specifieke Programma „Capaciteiten” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 300).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

 

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL VOOR INFORMATIEMAATSCHAPPIJ EN MEDIA

 

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL VOOR INFORMATIEMAATSCHAPPIJ EN MEDIA

TITEL 10

EIGEN ONDERZOEK

Algemene samenvatting van de kredieten (2012 en 2011) en van de uitvoering (2010)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „EIGEN ONDERZOEK”

340 064 100

340 064 100

327 938 000

327 938 000

361 950 203,17

361 950 203,17

10 02

BELEIDSKREDIETEN RECHTSTREEKS GEFINANCIERD ONDERZOEK — ZEVENDE KADERPROGRAMMA (2007-2013) — EU

31 531 064

29 032 034

31 226 000

30 469 728

35 045 275,61

32 735 054,92

10 03

BELEIDSKREDIETEN RECHTSTREEKS GEFINANCIERD ONDERZOEK — ZEVENDE KADERPROGRAMMA (2007-2011 EN 2012-2013) — EURATOM

p.m.

4 763 475

9 544 000

9 045 700

11 108 227,75

11 215 455,52

Reserves (40 02 41)

9 894 900

4 309 036

       
 

9 894 900

9 072 511

9 544 000

9 045 700

11 108 227,75

11 215 455,52

10 04

VOLTOOIING VAN VOORGAANDE KADERPROGRAMMA'S EN ANDERE ACTIVITEITEN

p.m.

56 250

p.m.

190 435

24 630 307,33

27 348 051,74

10 05

HISTORISCHE VERPLICHTINGEN TEN GEVOLGE VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET EURATOM-VERDRAG

29 403 800

25 856 656

26 270 000

28 565 370

28 930 240,77

21 948 453,61

 

Titel 10 — Totaal

400 998 964

399 772 515

394 978 000

396 209 233

461 664 254,63

455 197 218,96

Reserves (40 02 41)

9 894 900

4 309 036

       
 

410 893 864

404 081 551

394 978 000

396 209 233

461 664 254,63

455 197 218,96

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingsonderdelen van het beleidsterrein „Eigen onderzoek” (met uitzondering van hoofdstuk 10 05).

De kredieten dienen niet alleen ter dekking van uitgaven voor interventie en voor onder het statuut vallend personeel, maar ook voor andere personeelskosten, uitgaven uit hoofde van aannemingscontracten, infrastructuurkosten, uitgaven voor voorlichting en publicaties, alsmede van alle andere huishoudelijke uitgaven in verband met de uitvoering van de maatregelen op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling, verkennend onderzoek inbegrepen.

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 4 en 6 2 2 5 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Diverse ontvangsten kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, die, al naargelang van hun bestemming, zullen worden gebruikt voor hoofdstukken 10 02, 10 03 of 10 04 of voor artikel 10 01 05.

Ontvangsten uit bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan voor deelname aan de uniale programma's, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Deelname van derde landen of organisaties uit derde landen aan de Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek is voor een aantal van deze projecten mogelijk. Eventuele financiële bijdragen worden geboekt op post 6 0 1 3 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 18 van het Financieel Reglement.

De extra kredieten zullen worden opgevoerd bij de artikelen 10 02 02 en 10 03 02.

De kredieten in deze titel dekken de kosten van het personeel dat werkzaam is bij de financiële en administratieve diensten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek en de ondersteuning die zij nodig hebben (bij benadering 15 % van de kosten).

HOOFDSTUK 10 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „EIGEN ONDERZOEK”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

10 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „EIGEN ONDERZOEK”

10 01 05

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Eigen onderzoek”

10 01 05 01

Uitgaven voor onderzoekspersoneel

1.1

199 141 100

192 313 000

190 623 355,—

10 01 05 02

Extern personeel voor onderzoek

1.1

42 977 100

41 598 000

59 702 931,13

10 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoek

1.1

97 945 900

94 027 000

111 623 917,04

 

Artikel 10 01 05 — Subtotaal

 

340 064 100

327 938 000

361 950 203,17

 

Hoofdstuk 10 01 — Totaal

 

340 064 100

327 938 000

361 950 203,17

10 01 05     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Eigen onderzoek”

Toelichting

Overeenkomstig artikel 18 en artikel 161, lid 2, van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 3 en 6 2 2 6 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 1, 6 2 2 4 en 6 2 2 5 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze ontvangsten zullen worden gebruikt om de kosten te dekken van met name de personeelsuitgaven en de middelen die samenhangen met acties die het Gemeenschappelijke Centrum voor onderzoek voor derden uitvoert.

Deze kredieten kunnen worden verhoogd door een op concurrentie gestoelde deelname van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek aan acties onder contract en acties voor wetenschappelijke en technische ondersteuning van het uniale beleid.

10 01 05 01   Uitgaven voor onderzoekspersoneel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

199 141 100

192 313 000

190 623 355,—

Toelichting

Deze kredieten dienen ter dekking van de uitgaven voor het statutair personeel dat posten in de goedgekeurde personeelsformatie van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek inneemt en de taken van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek uitvoert, en met name in het kader van:

 

eigen acties, bestaande uit acties voor wetenschappelijke en technische ondersteuning, onderzoeksacties, verkennend onderzoek in de instellingen van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek;

 

acties onder contract, bestaande uit programma's die worden uitgevoerd in het kader van een op concurrentie gestoelde deelname van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek aan bepaalde activiteiten.

De verdeling van de kredieten voor de personeelsuitgaven ziet er als volgt uit:

 

Programma

Kredieten

Kaderprogramma (nucleair)

57 444 100

Kaderprogramma (niet-nucleair)

141 697 000

Buiten kaderprogramma

p.m.

Totaal

199 141 100

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bijdrage van de lidstaten van de EVA is uitsluitend afkomstig van hun deelneming aan de niet-nucleaire activiteiten van het kaderprogramma.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Besluit nr 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Besluit 2006/970/Euratom van de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 60).

Beschikking 2006/975/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma dat door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek door middel van eigen acties moet worden uitgevoerd op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 368).

Beschikking 2006/977/Euratom van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma dat door middel van eigen acties door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek moet worden uitgevoerd op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 434).

Verordening (Euratom) nr 1908/2006 van de Raad van 19 december 2006 tot vaststelling van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor atoomenergie voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 1).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (COM(2011) 72), door de Commissie ingediend op 7 maart 2011.

Voorstel voor een verordening (Euratom) van de Raad tot vaststelling van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties onder contract ingevolge het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2012-2013) (COM(2011) 71), door de Commissie ingediend op 7 maart 2011.

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek door middel van eigen acties uit te voeren specifieke programma ter tenuitvoerlegging van het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (COM(2011) 74), door de Commissie ingediend op 7 maart 2011.

10 01 05 02   Extern personeel voor onderzoek

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

42 977 100

41 598 000

59 702 931,13

Toelichting

Deze kredieten zijn bedoeld ter dekking van alle uitgaven voor het personeel dat posten inneemt die niet in de personeelsformatie van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek zijn opgenomen, d.w.z. tijdelijk personeel, gedetacheerde nationale deskundigen, gastonderzoekers, houders van een beurs en tijdelijk personeel, met het oog op de tenuitvoerlegging van de activiteiten van het Centrum.

De verdeling van de kredieten voor de uitgaven voor extern onderzoekspersoneel ziet er als volgt uit:

 

Programma

Kredieten

Kaderprogramma (nucleair)

10 577 100

Kaderprogramma (niet-nucleair)

32 400 000

Buiten kaderprogramma

p.m.

Totaal

42 977 100

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bijdrage van de lidstaten van de EVA is uitsluitend afkomstig van hun deelneming aan de niet-nucleaire activiteiten van het kaderprogramma.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Besluit nr 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Besluit 2006/970/Euratom van de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 60).

Beschikking 2006/975/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma dat door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek door middel van eigen acties moet worden uitgevoerd op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 368).

Beschikking 2006/977/Euratom van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma dat door middel van eigen acties door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek moet worden uitgevoerd op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 434).

Verordening (Euratom) nr 1908/2006 van de Raad van 19 december 2006 tot vaststelling van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor atoomenergie voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 1).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (COM(2011) 72), door de Commissie ingediend op 7 maart 2011.

Voorstel voor een verordening (Euratom) van de Raad tot vaststelling van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties onder contract ingevolge het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2012-2013) (COM(2011) 71), door de Commissie ingediend op 7 maart 2011.

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek door middel van eigen acties uit te voeren specifieke programma ter tenuitvoerlegging van het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (COM(2011) 74), door de Commissie ingediend op 7 maart 2011.

10 01 05 03   Overige beheersuitgaven voor onderzoek

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

97 945 900

94 027 000

111 623 917,04

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle overige personeelsuitgaven die niet onder de posten 10 01 05 01 en 10 01 05 02 vallen. Het betreft uitgaven die niet rechtstreeks in verhouding staan tot het huidige personeel.

Het dekt bovendien de uitgaven in verband met de organisatie van vergelijkende onderzoeken en het voeren van sollicitatiegesprekken met kandidaten, beroepsopleiding, dienstreizen, recepties en representatie, en de uitgaven voor sociaal-medische infrastructuur.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de uitgaven voor alle uitvoeringsmiddelen die worden gebruikt voor de verwezenlijking van de activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek.

Het gaat om:

 

uitgaven voor wetenschappelijke en technische ondersteuning van de instituten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (werkplaatsen, computercentra, nucleaire ondersteuning, stralingsbescherming, bestralingsapparatuur (reactoren, cyclotron, deeltjesversnellers), hete cellen, onderzoeksafdelingen, opslagplaatsen, enz.), met inbegrip van die welke rechtstreeks in verband staan met de werking van de wetenschappelijke afdelingen;

 

uitgaven voor de administratieve en technische infrastructuur, waaronder die van het directoraat-generaal van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, die worden verricht ter ondersteuning van zijn instituten;

 

specifieke uitgaven van de betrokken eenheden van de vestigingen in Geel, Ispra, Karlsruhe, Sevilla en Petten, met inbegrip van het directoraat-generaal van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek dat over Brussel en Ispra is verdeeld (alle soorten aankopen en contracten).

De verdeling van de kredieten voor de overige uitgaven voor onderzoeksbeheer ziet er als volgt uit:

 

Programma

Kredieten

Kaderprogramma (nucleair)

36 626 900

Kaderprogramma (niet-nucleair)

61 319 000

Buiten kaderprogramma

p.m.

Totaal

97 945 900

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bijdrage van de lidstaten van de EVA is uitsluitend afkomstig van hun deelneming aan de niet-nucleaire activiteiten van het kaderprogramma.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Besluit nr 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Besluit 2006/970/Euratom van de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 60).

Beschikking 2006/975/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma dat door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek door middel van eigen acties moet worden uitgevoerd op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 368).

Beschikking 2006/977/Euratom van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma dat door middel van eigen acties door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek moet worden uitgevoerd op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 434).

Verordening (Euratom) nr 1908/2006 van de Raad van 19 december 2006 tot vaststelling van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor atoomenergie voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 1).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (COM(2011) 72), door de Commissie ingediend op 7 maart 2011.

Voorstel voor een verordening (Euratom) van de Raad tot vaststelling van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties onder contract ingevolge het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2012-2013) (COM(2011) 71), door de Commissie ingediend op 7 maart 2011.

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek door middel van eigen acties uit te voeren specifieke programma ter tenuitvoerlegging van het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (COM(2011) 74), door de Commissie ingediend op 7 maart 2011.

HOOFDSTUK 10 02 — BELEIDSKREDIETEN RECHTSTREEKS GEFINANCIERD ONDERZOEK — ZEVENDE KADERPROGRAMMA (2007-2013) — EU

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 02

BELEIDSKREDIETEN RECHTSTREEKS GEFINANCIERD ONDERZOEK — ZEVENDE KADERPROGRAMMA (2007-2013) — EU

10 02 01

Niet-nucleaire activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (GCO)

1.1

31 531 064

29 032 034

31 226 000

30 469 728

34 079 111,06

31 930 454,87

10 02 02

Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

966 164,55

804 600,05

 

Hoofdstuk 10 02 — Totaal

 

31 531 064

29 032 034

31 226 000

30 469 728

35 045 275,61

32 735 054,92

10 02 01     Niet-nucleaire activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (GCO)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

31 531 064

29 032 034

31 226 000

30 469 728

34 079 111,06

31 930 454,87

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de activiteiten voor wetenschappelijke en technische steun en onderzoek die door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek overeenkomstig het niet-nucleaire specifieke programma betreffende de volgende thema's worden uitgevoerd:

 

voorspoed in een kennisintensieve maatschappij;

 

solidariteit en verantwoord beheer van hulpbronnen;

 

veiligheid en vrijheid;

 

Europa als wereldpartner.

Het dient ter dekking van de specifieke uitgaven voor de betrokken onderzoeks- en ondersteunende activiteiten (alle soorten aankopen en contracten). Daartoe behoren de direct voor de betrokken projecten gedane uitgaven voor wetenschappelijke infrastructuur.

Dit krediet dient tevens ter dekking van alle soorten uitgaven voor onderzoeksactiviteiten die verbonden zijn met de activiteiten van dit artikel en die worden toevertrouwd aan het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek in het kader van een op concurrentie gestoelde deelname van dit Centrum aan werkzaamheden onder contract.

Overeenkomstig artikel 18 en artikel 161, lid 2, van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op post 6 2 2 6 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Besluit nr 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/975/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma dat door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek door middel van eigen acties moet worden uitgevoerd op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 368).

10 02 02     Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

966 164,55

804 600,05

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan projecten op het gebied van niet-nucleair onderzoek en technologische ontwikkeling.

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 0 1 3 en 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

HOOFDSTUK 10 03 — BELEIDSKREDIETEN RECHTSTREEKS GEFINANCIERD ONDERZOEK — ZEVENDE KADERPROGRAMMA (2007-2011 EN 2012-2013) — EURATOM

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 03

BELEIDSKREDIETEN RECHTSTREEKS GEFINANCIERD ONDERZOEK — ZEVENDE KADERPROGRAMMA (2007-2011 EN 2012-2013) — EURATOM

10 03 01

Nucleaire activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (GCO)

1.1

p.m.

4 763 475

9 544 000

9 045 700

9 533 394,21

9 444 884,22

Reserves (40 02 41)

 

9 894 900

4 309 036

       
   

9 894 900

9 072 511

9 544 000

9 045 700

9 533 394,21

9 444 884,22

10 03 02

Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

1 574 833,54

1 770 571,30

 

Hoofdstuk 10 03 — Totaal

 

p.m.

4 763 475

9 544 000

9 045 700

11 108 227,75

11 215 455,52

Reserves (40 02 41)

 

9 894 900

4 309 036

       
   

9 894 900

9 072 511

9 544 000

9 045 700

11 108 227,75

11 215 455,52

10 03 01     Nucleaire activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (GCO)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 03 01

p.m.

4 763 475

9 544 000

9 045 700

9 533 394,21

9 444 884,22

Reserves (40 02 41)

9 894 900

4 309 036

       

Totaal

9 894 900

9 072 511

9 544 000

9 045 700

9 533 394,21

9 444 884,22

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de activiteiten voor wetenschappelijke en technische steun en onderzoek die door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek overeenkomstig het nucleair specifiek programma betreffende de volgende thema's worden uitgevoerd:

 

beheer van nucleaire afvalstoffen, milieu-impact en basiskennis;

 

nucleaire veiligheid;

 

nucleaire beveiliging.

Het dekt de noodzakelijke werkzaamheden voor de uitvoering van de verplichtingen met betrekking tot de nucleaire veiligheidscontrole, die voortvloeien uit hoofdstuk 7 van titel II van het Euratom-Verdrag, en de verplichtingen die voortvloeien uit het non-proliferatieverdrag en uit de uitvoering van het ondersteuningsprogramma van de Commissie ten behoeve van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie.

Het krediet dient bovendien ter dekking van de specifieke uitgaven voor onderzoek en de betrokken ondersteunende activiteiten (alle soorten aankopen en contracten). Daartoe behoren de direct voor de betrokken projecten gedane uitgaven voor wetenschappelijke infrastructuur.

Tevens dient het ter dekking van alle soorten uitgaven voor onderzoeksactiviteiten die verbonden zijn met de activiteiten van dit artikel en die worden toevertrouwd aan het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek in het kader van een op concurrerende basis gestoelde deelname van dit Centrum aan werkzaamheden onder contract.

Overeenkomstig artikel 18 en artikel 161, lid 2, van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op post 6 2 2 6 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Voorwaarden om de reserve vrij te maken

De reserve zal worden vrijgemaakt zodra de overeenkomstige basishandeling is vastgesteld overeenkomstig de procedure die is neergelegd in artikel 294 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

Rechtsgronden

Besluit 2006/970/Euratom van de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 60).

Beschikking 2006/977/Euratom van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma dat door middel van eigen acties door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek moet worden uitgevoerd op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 434).

Verordening (Euratom) nr 1908/2006 van de Raad van 19 december 2006 tot vaststelling van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2011) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 1).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (COM(2011) 72), door de Commissie ingediend op 7 maart 2011.

Voorstel voor een verordening (Euratom) van de Raad tot vaststelling van de regels voor deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties onder contract ingevolge het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2012-2013) (COM(2011) 71), door de Commissie ingediend op 7 maart 2011.

Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek door middel van eigen acties uit te voeren specifieke programma ter tenuitvoerlegging van het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012-2013) (COM(2011) 74), door de Commissie ingediend op 7 maart 2011.

10 03 02     Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

1 574 833,54

1 770 571,30

Toelichting

Dit artikel dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan projecten op het gebied van nucleair onderzoek en technologische ontwikkeling.

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 0 1 3 en 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

HOOFDSTUK 10 04 — VOLTOOIING VAN VOORGAANDE KADERPROGRAMMA'S EN ANDERE ACTIVITEITEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 04

VOLTOOIING VAN VOORGAANDE KADERPROGRAMMA'S EN ANDERE ACTIVITEITEN

10 04 01

Voltooiiing van vroegere gemeenschappelijke programma's

10 04 01 01

Voltooiing van vroegere gemeenschappelijke programma's — Europese Gemeenschap

1.1

6 351

114 261

152 197,65

694 803,38

10 04 01 02

Voltooiing van vroegere gemeenschappelijke programma’s — Euratom

1.1

49 899

76 174

168 814,67

505 069,21

 

Artikel 10 04 01 — Subtotaal

 

56 250

190 435

321 012,32

1 199 872,59

10 04 02

Dienstverlening en werkzaamheden op rekening van derden

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

4 173 860,50

5 139 201,47

10 04 03

OTO-steun voor uniaal beleid op concurrerende basis

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

13 071 161,59

14 482 453,41

10 04 04

Exploitatie van de hogefluxreactor (HFR)

10 04 04 01

Exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) — Voltooiing van vroegere aanvullende HFR-programma's

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

706 092,24

509 465,77

10 04 04 02

Exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) — Aanvullende HFR-programma's (2009 tot 2011)

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

6 358 180,68

6 017 058,50

 

Artikel 10 04 04 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

7 064 272,92

6 526 524,27

 

Hoofdstuk 10 04 — Totaal

 

p.m.

56 250

p.m.

190 435

24 630 307,33

27 348 051,74

10 04 01     Voltooiiing van vroegere gemeenschappelijke programma's

10 04 01 01   Voltooiing van vroegere gemeenschappelijke programma's — Europese Gemeenschap

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

6 351

114 261

152 197,65

694 803,38

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van vastleggingen die zijn aangegaan vóór het zevende kaderprogramma betreffende de niet-nucleaire activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek.

Overeenkomstig artikel 18 en artikel 161, lid 2, van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 3 en 6 2 2 6 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr 1110/94/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 april 1994 betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (PB L 126 van 18.5.1994, blz. 1).

Besluit nr 616/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 1996 tot aanpassing van Besluit nr 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998), in verband met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie (PB L 86 van 4.4.1996, blz. 69).

Besluit nr 2535/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 1 december 1997 tot tweede aanpassing van Besluit nr 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling (1994-1998) (PB L 347 van 18.12.1997, blz. 1).

Besluit nr 182/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 december 1998 betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1998-2002) (PB L 26 van 1.2.1999, blz. 1).

Besluit nr 1513/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, ter bevordering van de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte en van innovatie (2002-2006) (PB L 232 van 29.8.2002, blz. 1).

10 04 01 02   Voltooiing van vroegere gemeenschappelijke programma’s — Euratom

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

49 899

76 174

168 814,67

505 069,21

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van vastleggingen die zijn aangegaan vóór de zevende kaderprogramma's betreffende de nucleaire activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek.

Overeenkomstig artikel 18 en artikel 161, lid 2, van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op posten 6 2 2 3 en 6 2 2 6 van de staat van ontvangsten aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Rechtsgronden

Besluit 94/268/Euratom van de Raad van 26 april 1994 betreffende een kaderprogramma voor communautaire activiteiten op het gebied van onderzoek en onderwijs voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (1994-1998) (PB L 115 van 6.5.1994, blz. 31).

Besluit 96/253/Euratom van de Raad van 4 maart 1996 tot aanpassing van Besluit 94/268/Euratom betreffende een kaderprogramma voor communautaire activiteiten op het gebied van onderzoek en onderwijs voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (1994-1998), in verband met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie (PB L 86 van 4.4.1996, blz. 72).

Besluit 1999/64/Euratom van de Raad van 22 december 1998 betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor activiteiten op het gebied van onderzoek en opleiding (1998-2002) (PB L 26 van 1.2.1999, blz. 34).

Besluit 2002/668/Euratom van de Raad van 3 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie, dat tevens bijdraagt tot de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte (2002-2006) (PB L 232 van 29.8.2002, blz. 34).

10 04 02     Dienstverlening en werkzaamheden op rekening van derden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

4 173 860,50

5 139 201,47

Toelichting

Onder dit artikel worden de kredieten opgenomen die noodzakelijk zijn voor de specifieke uitgaven voor verschillende op rekening van derden uitgevoerde werkzaamheden en waarvoor telkens een evaluatie zal worden gemaakt met de betrokken derden.

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op de posten 6 2 2 3 en 6 2 2 4 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Overeenkomstig artikel 18 en artikel 161, lid 2, van het Financieel Reglement worden tijdens het begrotingsjaar extra kredieten voor dit artikel opgevoerd voor de specifieke uitgaven voor elk contract met een derde, tot een maximum van de ontvangsten die worden geboekt onder post 6 2 2 3 van de staat van ontvangsten.

De geplande diensten zijn onder andere:

 

leveringen, verlening van diensten en verrichting van werkzaamheden, over het algemeen tegen betaling;

 

exploitatie van installaties voor de lidstaten of uitvoering van onderzoeksactiviteiten die een aanvulling vormen op de specifieke onderzoeksprogramma's;

 

onderzoeksactiviteiten of dienstverlening in het kader van industriële groepen waarvoor de industriële partners inschrijvingsgeld en een jaarlijkse bijdrage moeten betalen;

 

bestraling in het cyclotron;

 

chemische ontsmetting;

 

stralingsbescherming;

 

metallografie;

 

samenwerkingscontracten voor radioactief afval;

 

opleiding;

 

externe klanten van het informaticacentrum van Ispra;

 

gecertificeerd referentiemateriaal;

 

bestralingen voor rekening van derden in de hogefluxreactor (HFR) van de vestiging van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek te Petten.

Rechtsgronden

Besluit 89/340/EEG van de Raad van 3 mei 1989 inzake door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor derden verricht werk dat van belang is voor de Europese Economische Gemeenschap (PB L 142 van 25.5.1989, blz. 10).

Verordening (EG, Euratom) nr 1605/2002 van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1), met name de artikelen 18 en 161.

10 04 03     OTO-steun voor uniaal beleid op concurrerende basis

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

13 071 161,59

14 482 453,41

Toelichting

Dit artikel dient om de kredieten onder te brengen die noodzakelijk zijn voor de uitgaven welke specifiek zijn voor de diverse OTO-taken die het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek buiten het OTO-kaderprogramma in mededinging uitvoert ter ondersteuning van het uniale beleid. Ten behoeve van dit artikel zullen overeenkomstig artikel 18 en artikel 161, lid 2, van het Financieel Reglement extra kredieten worden opgevoerd ter dekking, ten bedrage van de ontvangsten die worden geboekt onder post 6 2 2 6 van de staat van ontvangsten, van specifieke uitgaven voor elk contract met diensten van de Unie.

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op post 6 2 2 4 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Rechtsgronden

Besluit 89/340/EEG van de Raad van 3 mei 1989 inzake door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor derden verricht werk dat van belang is voor de Europese Economische Gemeenschap (PB L 142 van 25.5.1989, blz. 10).

Verordening (EG, Euratom) nr 1605/2002 van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1), met name de artikelen 18 en 161.

10 04 04     Exploitatie van de hogefluxreactor (HFR)

10 04 04 01   Exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) — Voltooiing van vroegere aanvullende HFR-programma's

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

706 092,24

509 465,77

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een deel van de diverse uitgaven waarvoor tijdens de uitvoering van HFR-programma's verplichtingen zijn aangegaan en waarvoor geen betalingskredieten beschikbaar waren tijdens de voorgaande begrotingsjaren.

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt op post 6 2 2 1 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Dit programma heeft in hoofdzaak tot doel:

 

ervoor te zorgen dat de HFR jaarlijks meer dan 250 dagen in bedrijf is, om de beschikbaarheid van neutronen voor experimenten te garanderen;

 

ervoor te zorgen dat de reactor rationeel kan worden gebruikt in overeenstemming met de behoeften van onderzoeksinstellingen die ondersteuning van de HFR wensen op gebieden zoals:

 

verbetering van de veiligheid van bestaande kernreactoren;

 

gezondheid, bijvoorbeeld de ontwikkeling van medische isotopen om vragen in het medische onderzoek te beantwoorden en beproeving van medische therapeutische technieken;

 

kernfusie;

 

fundamenteel onderzoek en opleiding;

 

afvalbeheer inclusief de mogelijkheid om splijtstof te ontwikkelen waarmee plutonium dat geschikt is voor kernwapens, kan worden weggewerkt.

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement zullen binnen de grenzen van de ontvangsten uit de betrokken lidstaten (momenteel Nederland, België en Frankrijk) voor dit artikel tijdens het begrotingsjaar aanvullende kredieten worden opgevoerd die onder post 6 2 2 1 van de staat van ontvangsten zullen worden geboekt.

Rechtsgronden

Besluit 84/1/Euratom, EEG van de Raad van 22 december 1983 tot vaststelling van een onderzoeksprogramma, uit te voeren door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en voor de Europese Economische Gemeenschap (1984-1987) (PB L 3 van 5.1.1984, blz. 21).

Beschikking 88/523/Euratom van de Raad van 14 oktober 1988 tot vaststelling van een door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie uit te voeren aanvullend onderzoeksprogramma (PB L 286 van 20.10.1988, blz. 37).

Beschikking 92/275/Euratom van de Raad van 29 april 1992 tot vaststelling van een door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie uit te voeren aanvullend onderzoeksprogramma (1992-1995) (PB L 141 van 23.5.1992, blz. 27).

Beschikking 96/419/Euratom van de Raad van 27 juni 1996 tot vaststelling van een door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie uit te voeren aanvullend onderzoeksprogramma (1996-1999) (PB L 172 van 11.7.1996, blz. 23).

Beschikking 2000/100/Euratom van de Raad van 24 januari 2000 tot vaststelling van een door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie uit te voeren aanvullend onderzoeksprogramma (2000-2003) (PB L 29 van 4.2.2000, blz. 24).

Verordening (EG, Euratom) nr 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1), met name artikel 18.

Beschikking 2004/185/Euratom van de Raad van 19 februari 2004 tot vaststelling van een door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie uit te voeren aanvullend onderzoekprogramma (PB L 57 van 25.2.2004, blz. 25).

Beschikking 2007/773/Euratom van de Raad van 26 november 2007 houdende de verlenging gedurende één jaar van het lopende aanvullende onderzoeksprogramma, voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ten uitvoer te leggen door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (PB L 312 van 30.11.2007, blz. 29).

Beschikking 2009/410/Euratom van de Raad van 25 mei 2009 tot vaststelling van een door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie uit te voeren aanvullend onderzoeksprogramma (PB L 132 van 29.5.2009, blz. 13).

10 04 04 02   Exploitatie van de hogefluxreactor (HFR) — Aanvullende HFR-programma's (2009 tot 2011)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

6 358 180,68

6 017 058,50

Toelichting

De hoofddoelstellingen van het programma zijn in de eerste plaats:

 

zorgen voor een veilige en betrouwbare exploitatie van de hogefluxreactor (HFR), om de beschikbaarheid van neutronen voor experimenten te waarborgen;

 

mogelijk maken van een efficiënt gebruik van de reactor door onderzoeksinstellingen voor een breed scala van disciplines: verbetering van de veiligheid van bestaande kernreactoren, volksgezondheid inclusief de ontwikkeling van medische isotopen om een antwoord te geven op vragen vanuit het medisch onderzoek, kernfusie, fundamenteel onderzoek en opleiding, en afvalbeheer inclusief de mogelijkheid om het veiligheidsgedrag van splijtstoffen voor de nieuwe generatie van reactorsystemen te bestuderen.

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement zullen voor deze post tijdens het begrotingsjaar aanvullende kredieten worden opgevoerd, ten belope van de inkomsten uit met name de drie betrokken lidstaten (momenteel Nederland, België en Frankrijk), die onder post 6 2 2 1 van de staat van ontvangsten zullen worden geboekt.

Rechtsgronden

Beschikking 2009/410/Euratom van de Raad van 25 mei 2009 tot vaststelling van een door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek voor de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie uit te voeren aanvullend onderzoeksprogramma (PB L 132 van 29.5.2009, blz. 13).

HOOFDSTUK 10 05 — HISTORISCHE VERPLICHTINGEN TEN GEVOLGE VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET EURATOM-VERDRAG

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 05

HISTORISCHE VERPLICHTINGEN TEN GEVOLGE VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET EURATOM-VERDRAG

10 05 01

Ontmanteling van kerninstallaties en beheer van afval

1.1

29 403 800

25 856 656

26 270 000

28 565 370

28 930 240,77

21 948 453,61

 

Hoofdstuk 10 05 — Totaal

 

29 403 800

25 856 656

26 270 000

28 565 370

28 930 240,77

21 948 453,61

10 05 01     Ontmanteling van kerninstallaties en beheer van afval

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

29 403 800

25 856 656

26 270 000

28 565 370

28 930 240,77

21 948 453,61

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van een actieprogramma voor het beperken en oplossen van problemen in verband met de nucleaire verplichtingen ten gevolge van de werkzaamheden die het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek sinds zijn oprichting heeft uitgevoerd.

Het dient ter financiering van de ontmanteling van stilgelegde centrales en het beheer van het afval daarvan.

Overeenkomstig het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1) dient dit krediet tevens ter financiering van acties die de Commissie onderneemt uit hoofde van de bevoegdheden die haar krachtens artikel 8 van het Euratom-Verdrag zijn toegekend.

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 17 maart 1999 betreffende de nucleaire erfenis van GCO-werkzaamheden in het kader van het Euratom-Verdrag — Ontmanteling van verouderde kerninstallaties en beheer van afval (COM(1999) 114).

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2004: Ontmanteling van nucleaire installaties en beheer van afvalstoffen — Beheer van de nucleaire erfenis ten gevolge van de activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (GCO) in uitvoering van het Euratom-Verdrag (SEC(2004)0621).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 12 januari 2009: Ontmanteling van nucleaire installaties en beheer van kernafval: beheer van nucleaire verplichtingen ten gevolge van activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (GCO) in het kader van het Euratom-Verdrag (COM(2008) 903).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

 

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK

 

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET GEMEENSCHAPPELIJK CENTRUM VOOR ONDERZOEK

TITEL 11

MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ

Algemene samenvatting van de kredieten (2012 en 2011) en van de uitvoering (2010)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

11 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ”

41 079 889

41 079 889

39 895 851

39 895 851

40 180 577,91

40 180 577,91

Reserves (40 01 40)

119 779

119 779

21 983

21 983

   
 

41 199 668

41 199 668

39 917 834

39 917 834

40 180 577,91

40 180 577,91

11 02

VISSERIJMARKTEN

29 996 768

30 370 025

29 996 768

27 485 830

30 440 314,56

10 838 108,14

11 03

INTERNATIONALE VISSERIJ EN ZEERECHT

35 600 000

35 776 949

101 770 000

97 364 214

151 663 523,35

143 231 392,77

Reserves (40 02 41)

119 200 000

120 800 000

52 000 000

52 000 000

   
 

154 800 000

156 576 949

153 770 000

149 364 214

151 663 523,35

143 231 392,77

11 04

BEHEER VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK VISSERIJBELEID

6 400 000

5 641 866

6 400 000

5 434 902

6 086 024,96

4 060 205,70

11 06

EUROPEES VISSERIJFONDS (EVF)

671 875 602

487 002 069

657 435 042

457 255 943

642 288 253,99

394 752 212,01

11 07

INSTANDHOUDING, BEHEER EN EXPLOITATIE VAN DE LEVENDE AQUATISCHE HULPBRONNEN

53 500 000

42 376 540

52 500 000

42 167 340

48 695 931,36

27 271 926,79

11 08

CONTROLE EN HANDHAVING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK VISSERIJBELEID

58 760 900

36 106 750

60 594 568

43 991 428

53 829 028,41

31 571 664,19

11 09

MARITIEM BELEID

16 560 000

7 170 532

23 140 000

5 431 284

3 929 366,62

4 234 847,84

 

Titel 11 — Totaal

913 773 159

685 524 620

971 732 229

719 026 792

977 113 021,16

656 140 935,35

Reserves (40 01 40, 40 02 41)

119 319 779

120 919 779

52 021 983

52 021 983

   
 

1 033 092 938

806 444 399

1 023 754 212

771 048 775

977 113 021,16

656 140 935,35

HOOFDSTUK 11 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

11 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ”

11 01 01

Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Maritieme zaken en visserij”

5

29 678 337

28 922 226

29 063 464,76

Reserves (40 01 40)

   

21 983

 
   

29 678 337

28 944 209

29 063 464,76

11 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Maritieme zaken en visserij”

11 01 02 01

Extern personeel

5

2 550 747

2 496 674

2 776 979,76

11 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5

2 779 656

2 956 244

2 889 508,—

Reserves (40 01 40)

 

19 779

   
   

2 799 435

2 956 244

2 889 508,—

 

Artikel 11 01 02 — Subtotaal

 

5 330 403

5 452 918

5 666 487,76

Reserves (40 01 40)

 

19 779

   
   

5 350 182

5 452 918

5 666 487,76

11 01 03

Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten voor het beleidsterrein „Maritieme zaken en visserij”

5

1 996 149

2 095 707

2 256 375,61

11 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Maritieme zaken en visserij”

11 01 04 01

Structurele maatregelen in de visserijsector — Het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (FIOV) en het Europees Visserijfonds (EVF) — Niet-operationele technische bijstand

2

850 000

850 000

850 000,—

11 01 04 02

Intensivering van de dialoog met het bedrijfsleven uit de visserijsector en met andere organisaties die belang hebben bij het gemeenschappelijk visserijbeleid — Uitgaven voor administratief beheer

2

200 000

200 000

135 433,01

11 01 04 03

Ondersteuning van het beheer van de visbestanden (verzameling van basisgegevens en verbetering van het wetenschappelijke advies) — Uitgaven voor administratief beheer

2

425 000

425 000

226 683,—

11 01 04 04

Internationale visserijovereenkomsten — Uitgaven voor administratief beheer

2

1 700 000

1 600 000

1 585 333,77

11 01 04 05

Bijdragen aan internationale organisaties — Uitgaven voor administratief beheer

2

400 000

350 000

396 800,—

11 01 04 06

Inspectie en bewaking van visserijactiviteiten in en buiten de wateren van de EU — Uitgaven voor administratief beheer

2

p.m.

0,—

11 01 04 07

Programma ter ondersteuning van de verdere ontwikkeling van een geïntegreerd maritiem beleid — Uitgaven en administratief beheer

2

p.m.

   

Reserves (40 01 40)

 

100 000

   
   

100 000

   

11 01 04 08

Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) — Niet-operationele technische bijstand

2

500 000

   
 

Artikel 11 01 04 — Subtotaal

 

4 075 000

3 425 000

3 194 249,78

Reserves (40 01 40)

 

100 000

   
   

4 175 000

3 425 000

3 194 249,78

 

Hoofdstuk 11 01 — Totaal

 

41 079 889

39 895 851

40 180 577,91

Reserves (40 01 40)

 

119 779

21 983

 
   

41 199 668

39 917 834

40 180 577,91

11 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Maritieme zaken en visserij”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

11 01 01

29 678 337

28 922 226

29 063 464,76

Reserves (40 01 40)

 

21 983

 

Totaal

29 678 337

28 944 209

29 063 464,76

11 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Maritieme zaken en visserij”

11 01 02 01   Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

2 550 747

2 496 674

2 776 979,76

11 01 02 11   Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

11 01 02 11

2 779 656

2 956 244

2 889 508,—

Reserves (40 01 40)

19 779

   

Totaal

2 799 435

2 956 244

2 889 508,—

11 01 03     Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten voor het beleidsterrein „Maritieme zaken en visserij”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

1 996 149

2 095 707

2 256 375,61

11 01 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Maritieme zaken en visserij”

11 01 04 01   Structurele maatregelen in de visserijsector — Het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (FIOV) en het Europees Visserijfonds (EVF) — Niet-operationele technische bijstand

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

850 000

850 000

850 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor extern personeel in de hoofdzetel (contractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten) en uitgaven voor ondersteuning (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen en dienstreizen van/voor het externe personeel dat uit het onderhavige begrotingsonderdeel wordt gefinancierd) die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van het EVF zoals bepaald in artikel 46 van Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad inzake technische bijstand.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54).

Verordening (EG) nr. 2792/1999 van de Raad van 17 december 1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor de structurele acties van de Gemeenschap in de visserijsector (PB L 337 van 30.12.1999, blz. 10).

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

11 01 04 02   Intensivering van de dialoog met het bedrijfsleven uit de visserijsector en met andere organisaties die belang hebben bij het gemeenschappelijk visserijbeleid — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

200 000

200 000

135 433,01

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor studies, bijeenkomsten van deskundigen, deelname van belanghebbenden aan ad-hocvergaderingen, seminars en conferenties over belangrijke aangelegenheden in verband met het gemeenschappelijk visserijbeleid en het geïntegreerd maritiem beleid, uitgaven voor informatietechnologie, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed in het kader van dienstverleningscontracten ad hoc.

Rechtsgronden

Zie artikel 11 04 01.

11 01 04 03   Ondersteuning van het beheer van de visbestanden (verzameling van basisgegevens en verbetering van het wetenschappelijke advies) — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

425 000

425 000

226 683,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor studies, bijeenkomsten van deskundigen, informatietechnologie, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Rechtsgronden

Zie de artikelen 11 07 01 en 11 07 02.

11 01 04 04   Internationale visserijovereenkomsten — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

1 700 000

1 600 000

1 585 333,77

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

 

uitgaven voor dienstbezoeken van delegaties uit derde landen die onderhandelingen over visserijovereenkomsten en bijeenkomsten van gemeenschappelijke comités bijwonen;

 

uitgaven voor informatietechnologie (IT) (apparatuur en diensten);

 

uitgaven voor extern personeel (contractanten, plaatselijke functionarissen of gedetacheerde nationale deskundigen) bij de delegaties van de Unie in derde landen, alsmede de aanvullende logistieke en infrastructurele kosten, zoals opleidingskosten, vergaderkosten, kosten van dienstreizen, IT- en telecommunicatiekosten en huur, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegatie van extern personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post;

 

uitgaven voor studies, deskundigenvergaderingen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met de voorbereiding en de tenuitvoerlegging van internationale visserijovereenkomsten.

Rechtsgronden

Zie artikel 11 03 01.

11 01 04 05   Bijdragen aan internationale organisaties — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

400 000

350 000

396 800,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, bijeenkomsten van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Rechtsgronden

Zie de artikelen 11 03 02, 11 03 03 en 11 03 04.

11 01 04 06   Inspectie en bewaking van visserijactiviteiten in en buiten de wateren van de EU — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

0,—

Toelichting

Deze post dient ter dekking van uitgaven voor extern personeel (contractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten) dat in de zetel werkt in het kader van de controle en de bewaking van visserijactiviteiten.

Rechtsgronden

Zie artikel 11 08 02.

11 01 04 07   Programma ter ondersteuning van de verdere ontwikkeling van een geïntegreerd maritiem beleid — Uitgaven en administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

11 01 04 07

p.m.

   

Reserves (40 01 40)

100 000

   

Totaal

100 000

   

Toelichting

Nieuwe post

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor studies, evaluatiemaatregelen, bijeenkomsten van deskundigen, informatietechnologie, waaronder informaticahulpmiddelen, -systemen en –netwerken, die nodig zijn voor een effectieve en efficiënte tenuitvoerlegging van het programma en voor de verwezenlijking van de doelen van dit programma, alsmede voor alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand die de Commissie moet maken om het programma ten uitvoer te leggen.

Rechtsgronden

Zie artikel 11 09 05.

11 01 04 08   Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) — Niet-operationele technische bijstand

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

500 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de maatregelen betreffende voorbereiding, monitoring, administratieve en technische ondersteuning, evaluatie, audit en controle die noodzakelijk zijn voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, en met name wat betreft visserijproducten, in overeenstemming met artikel 5, onder a) tot en met d), van Verordening (EG) nr. 1290/2005.

Rechtsgronden

Zie artikel 11 02 01.

HOOFDSTUK 11 02 — VISSERIJMARKTEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

11 02

VISSERIJMARKTEN

11 02 01

Interventiemaatregelen voor visserijproducten

11 02 01 01

Interventiemaatregelen voor visserijproducten — Nieuwe maatregelen

2

15 000 000

14 412 834

15 000 000

11 244 624

15 443 546,56

10 353 608,14

11 02 01 03

Voorbereidende actie — Waarnemingscentrum van prijzen op de visserijmarkt

2

1 734 000

1 716 900

0,—

484 500,—

 

Artikel 11 02 01 — Subtotaal

 

15 000 000

16 146 834

15 000 000

12 961 524

15 443 546,56

10 838 108,14

11 02 03

Visserijprogramma voor de ultraperifere regio's

11 02 03 01

Visserijprogramma voor de ultraperifere regio's — Nieuwe maatregelen

2

14 996 768

14 223 191

14 996 768

14 524 306

14 996 768,—

0,—

 

Artikel 11 02 03 — Subtotaal

 

14 996 768

14 223 191

14 996 768

14 524 306

14 996 768,—

0,—

 

Hoofdstuk 11 02 — Totaal

 

29 996 768

30 370 025

29 996 768

27 485 830

30 440 314,56

10 838 108,14

Toelichting

Overeenkomstig de artikelen 18 en 154 van het Financieel Reglement kunnen op basis van alle ontvangsten die zijn geboekt op artikel 6 7 0 van de algemene staat van ontvangsten, extra kredieten worden opgevoerd voor elk onderdeel van dit hoofdstuk.

11 02 01     Interventiemaatregelen voor visserijproducten

11 02 01 01   Interventiemaatregelen voor visserijproducten — Nieuwe maatregelen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 000 000

14 412 834

15 000 000

11 244 624

15 443 546,56

10 353 608,14

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de gemeenschappelijke marktordening in de sector visserijproducten, en met name die in verband met de interventiemechanismen, de vergoeding aan de producentenorganisaties en de systemen voor mededeling en uitwisseling van gegevens tussen de lidstaten en de Commissie.

Het dient tevens voor de financiering van de uitgaven met betrekking tot de evaluaties overeenkomstig artikel 41 van Verordening (EG) nr. 104/2000.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad van 17 december 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijproducten en producten van de aquacultuur (PB L 17 van 21.1.2000, blz. 22).

Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

11 02 01 03   Voorbereidende actie — Waarnemingscentrum van prijzen op de visserijmarkt

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 734 000

1 716 900

0,—

484 500,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de invoering van een systeem om toezicht te houden op de prijsvorming en het evaluatieproces van visserijproducten en producten van de aquacultuur.

Het waarnemingscentrum werkt samen met het waarnemingssysteem voor voedselprijzen dat door de Unie wordt ontwikkeld, en vult dit aan. Hierdoor wordt ervoor gezorgd dat de ruime markt voor visserijproducten uit de Unie niet buiten het algemene prijscontrolesysteem wordt gelaten.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

11 02 03     Visserijprogramma voor de ultraperifere regio's

11 02 03 01   Visserijprogramma voor de ultraperifere regio's — Nieuwe maatregelen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 996 768

14 223 191

14 996 768

14 524 306

14 996 768,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de regeling ter compensatie van de door de ultraperifere ligging veroorzaakte extra kosten voor de afzet van bepaalde visserijproducten van de Azoren, Madeira, de Canarische Eilanden en de Franse departementen Guyana en Réunion.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2328/2003 van de Raad van 22 december 2003 tot instelling van een regeling ter compensatie van de door de ultraperifere ligging veroorzaakte extra kosten voor de afzet van bepaalde visserijproducten van de Azoren, Madeira, de Canarische Eilanden en de Franse departementen Guyana en Réunion (PB L 345 van 31.12.2003, blz. 34).

Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 791/2007 van de Raad van 21 mei 2007 tot instelling van een regeling ter compensatie van de extra kosten voor de afzet van bepaalde visserijproducten van de ultraperifere gebieden van de Azoren, Madeira, de Canarische Eilanden, Frans Guyana en Réunion (PB L 176 van 6.7.2007, blz. 1).

HOOFDSTUK 11 03 — INTERNATIONALE VISSERIJ EN ZEERECHT

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

11 03

INTERNATIONALE VISSERIJ EN ZEERECHT

11 03 01

Internationale visserijovereenkomsten

2

25 500 000

26 200 000

92 000 000

86 683 696

145 329 374,—

136 615 179,—

Reserves (40 02 41)

 

119 200 000

120 800 000

52 000 000

52 000 000

   
   

144 700 000

147 000 000

144 000 000

138 683 696

145 329 374,—

136 615 179,—

11 03 02

Bijdragen aan internationale organisaties

2

4 400 000

4 172 136

4 400 000

4 123 029

3 007 000,—

2 911 669,72

11 03 03

Voorbereidende werkzaamheden voor nieuwe internationale organisaties in de visserijsector en andere niet-verplichte bijdragen aan internationale organisaties

2

5 500 000

5 215 170

5 170 000

6 370 079

3 249 149,35

3 636 479,80

11 03 04

Financiële bijdrage van de Europese Unie aan de organisaties die zijn opgericht in het kader van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 1982

2

200 000

189 643

200 000

187 410

78 000,—

68 064,25

 

Hoofdstuk 11 03 — Totaal

 

35 600 000

35 776 949

101 770 000

97 364 214

151 663 523,35

143 231 392,77

Reserves (40 02 41)

 

119 200 000

120 800 000

52 000 000

52 000 000

   
   

154 800 000

156 576 949

153 770 000

149 364 214

151 663 523,35

143 231 392,77

11 03 01     Internationale visserijovereenkomsten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

11 03 01

25 500 000

26 200 000

92 000 000

86 683 696

145 329 374,—

136 615 179,—

Reserves (40 02 41)

119 200 000

120 800 000

52 000 000

52 000 000

   

Totaal

144 700 000

147 000 000

144 000 000

138 683 696

145 329 374,—

136 615 179,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven die voortvloeien uit de visserijovereenkomsten die de Unie/Gemeenschap met derde landen heeft onderhandeld of voornemens is te verlengen of te heronderhandelen.

Voorts kan de Unie onderhandelen over nieuwe partnerschapsovereenkomsten op visserijgebied, die uit hoofde van deze begrotingslijn zouden moeten worden gefinancierd.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad van 22 mei 2006 houdende communautaire financieringsmaatregelen voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk visserijbeleid en op het gebied van het zeerecht (PB L 160 van 14.6.2006, blz. 1).

Verordeningen en besluiten inzake de sluiting van overeenkomsten en/of protocollen op visserijgebied tussen de Unie/Gemeenschap en de regeringen van de volgende landen:

 

Land

Verordening

Datum

PB

Looptijd

Argentinië (p.m.)

Verordening (EG) nr. 3447/93

28 september 1993

L 318 van 20.12.1993

24.5.1994 tot 23.5.1999

 

Er is momenteel geen protocol van kracht

     

Kaapverdië

Verordening (EEG) nr. 2321/90

24 juli 1990

L 212 van 9.8.1990

 
 

gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1927/2004

21 oktober 2004

L 332 van 6.11.2004

1.7.2004 tot 30.6.2005

 

Verordening (EG) nr. 2027/2006

19 december 2006

L 414 van 30.12.2006

1.9.2006 tot 31.8.2011

 

Besluit 2011/405/EU

9 juni 2011

L 181 van 9.7.2011

1.9.2011 tot 31.8.2014

Comoren

Verordening (EEG) nr. 1494/88

3 mei 1988

L 137 van 2.6.1988

 
 

Verordening (EG) nr. 1660/2005

6 oktober 2005

L 267 van 12.10.2005

1.1.2005 tot 31.12.2010

 

Besluit 2011/294/EU

13 mei 2011

L 134 van 21.5.2011

1.1.2011 tot 31.12.2013

Ivoorkust

Verordening (EEG) nr. 3939/90

19 december 1990

L 379 van 31.12.1990

 
 

Verordening (EG) nr. 722/2001

4 april 2001

L 102 van 12.4.2001

1.7.2000 tot 30.6.2003

 

gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 154/2004

26 januari 2004

L 27 van 30.1.2004

1.7.2003 tot 30.6.2004

 

gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 953/2005

25 juni 2005

L 164 van 21.6.2005

1.7.2004 tot 30.6.2007

 

Verordening (EG) nr. 242/2008

17 maart 2008

L 75 van 18.3.2008

1.7.2007 tot 30.6.2013

Gabon

Verordening (EG) nr. 2469/98

9 november 1998

L 308 van 18.11.1998

 
 

Verordening (EG) nr. 580/2002

25 maart 2002

L 89 van 5.4.2002

3.12.2001 tot 2.12.2005

 

Verordening (EG) nr. 450/2007

16 april 2007

L 109 van 26.4.2007

3.12.2005 tot 2.12.2011

 

Onderhandelingen over de verlenging van het protocol aan de gang

     

Groenland

Verordening (EEG) nr. 223/85 en

29 januari 1985

L 29 van 1.2.1985

 
 

Verordening (EEG) nr. 224/85

     
 

gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1575/2001

25 juni 2001

L 209 van 2.8.2001

1.1.2001 tot 31.12.2006

 

Verordening (EG) nr. 753/2007

28 juni 2007

L 172 van 30.6.2007

1.1.2007 tot 31.12.2012

Guinee-Bissau

Verordening (EEG) nr. 2213/80

     
 

gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 829/2004

26 april 2004

L 127 van 29.4.2004

16.6.2003 tot 15.6.2006

 

Besluit 2001/179/EG

26 februari 2001

L 66 van 8.3.2001

16.6.2003 tot 15.6.2006

 

gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 829/2004

26 april 2004

L 127 van 29.4.2004

15.6.2006 tot 14.6.2007

 

gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1491/2006

10 oktober 2006

L 279 van 11.10.2006

 
 

Verordening (EG) nr. 241/2008

17 maart 2008

L 75 van 18.3.2008

16.6.2007 tot 15.6.2011

 

Besluit 2011/885/EU

14 november 2011

L 344 van 28.12.2011

16.6.2011 tot 15.6.2012

Equatoriaal-Guinea (p.m.)

Verordening (EEG) nr. 1966/84

28 juni 1984

L 188 van 16.7.1984

 
 

(geschorst sedert juni 2001)

     

Republiek Guinee

Verordening (EEG) nr. 971/83

28 maart 1983

L 111 van 27.4.1983

 
 

Verordening (EG) nr. 830/2004

26 april 2004

L 127 van 29.4.2004

1.1.2004 tot 31.12.2008

 

Besluit 2009/473/EG

ingetrokken bij Besluit 2009/1016/EU

Er is momenteel geen protocol van kracht.

28 mei 2009

22 december 2009

L 156 van 19.6.2009

L 348 van 29.12.2009

1.1.2009 tot 31.12.2012

Kiribati

Verordening (EG) nr. 874/2003

6 mei 2003

L 126 van 22.5.2003

16.9.2003 tot 15.9.2006

 

Verordening (EG) nr. 893/2007

23 juli 2007

L 205 van 7.8.2007

16.9.2006 tot 15.9.2012

 

Onderhandelingen over een nieuw protocol gepland in 2012

     

Madagaskar

Verordening (EEG) nr. 780/86

24 februari 1986

   
 

gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2562/2001

17 december 2001

L 344 van 28.12.2001

21.5.2001 tot 20.5.2004

 

verlengd bij Verordening (EG) nr. 555/2005

17 februari 2005

L 94 van 13.4.2005

1.1.2004 tot 31.12.2006

 

Verordening (EG) nr. 31/2008

Onderhandelingen over de verlenging gepland in 2012

15 november 2007

L 15 van 18.1.2008

1.1.2007 tot 31.12.2012

Mauritius

Verordening (EEG) nr. 1616/89

     
 

gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 444/2001

26 februari 2001

L 64 van 6.3.2001

3.12.1999 tot 2.12.2002

 

verlengd bij Verordening (EG) nr. 2003/2004

21 oktober 2004

L 348 van 24.11.2004

3.12.2003 tot 2.12.2007

 

Er is momenteel geen protocol van kracht. Onderhandelingen over een nieuwe overeenkomst en protocol gepland in 2012

     

Mauritanië

Verordening (EG) nr. 408/97

24 februari 1997

L 62 van 4.3.1997

 
 

gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2528/2001

17 december 2001

L 341 van 22.12.2001

1.8.2001 tot 31.7.2006

 

Verordening (EG) nr. 1801/2006

30 november 2006

L 343 van 8.12.2006

1.8.2006 tot 31.7.2008

 

Verordening (EG) nr. 704/2008

Onderhandelingen over de verlenging aan de gang

15 juli 2008

L 203 van 31.7.2008

1.8.2008 tot 31.7.2012

Federale Staten van Micronesië

Verordening (EG) nr. 805/2006

Besluit nr. 2011/116/EU

25 april 2006

13 december 2010

L 151 van 6.6.2006

L 52 van 25.2.2011

26.2.2007 tot 25.2.2010

Marokko

Verordening (EG) nr. 764/2006

22 mei 2006

L 141 van 29.5.2006

28.2.2007 tot 27.2.2011 (3)

 

Besluit 2011/491/EU

Wetgevingsprocedure loopt momenteel

12 juli 2011

L 202 van 05.08.2011

28.02.2011 tot 28.2.2012

Mozambique

Verordening (EG) nr. 2329/2003

22 december 2003

L 345 van 31.12.2003

1.1.2004 tot 31.12.2006

 

Verordening (EG) nr. 1446/2007

22 november 2007

L 331 van 17.12.2007

1.1.2007 tot 31.12.2011

 

Op 2 juni 2011 is een nieuwe overeenkomst geparafeerd — Wetgevingsprocedure loopt momenteel

     

Sao Tomé en Principe

Verordening (EEG) nr. 477/84

21 februari 1984

L 54 van 25.2.1984

 
 

gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2348/2002

9 december 2002

L 351 van 28.12.2002

1.6.2002 tot 31.5.2005

 

gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1124/2006

11 juli 2006

L 200 van 22.7.2006

1.6.2005 tot 31.5.2006

 

Verordening (EG) nr. 894/2007

23 juli 2007

L 205 van 7.8.2007 en L 330 van 15.12.2007

1.6.2006 tot 31.5.2010

 

Besluit 2011/296/EU

24 februari 2011

L 136 van 24.2.2011

13.5.2011 tot 12.5.2014

 

Besluit 2011/420/EU

12 juli 2011

L 188 van 19.7.2011

 

Senegal (p.m.)

Verordening (EEG) nr. 2212/80

27 juni 1980

L 226 van 29.8.1980

 
 

laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2323/2002

16 december 2002

L 349 van 24.12.2002

1.7.2002 tot 30.6.2006

 

Er is momenteel geen protocol van kracht.

     

Seychellen

Verordening (EEG) nr. 1708/87

15 juni 1987

L 160 van 20.6.1987

18.1.2002 tot 17.1.2005

 

laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 923/2002

30 mei 2002

L 144 van 1.6.2002

 
 

vervangen door Verordening (EG) nr. 115/2006

23 januari 2006

L 21 van 25.1.2006

18.1.2005 tot 17.1.2011

 

Verordening (EG) nr. 1562/2006.

5 oktober 2006

L 290 van 20.10.2006

 
 

Verordening (EG) nr. 480/2008

26 mei 2008

L 141 van 31.5.2008

18.1.2005 tot 17.1.2011

 

Besluit nr. 2010/814/EU

20 december 2010

L 345 van 30.12.2010

18.1.2011 tot 17.1.2014

 

Besluit 2011/474/EU

12 juli 2011

L 196 van 28.7.2011

 

Salomonseilanden

Verordening (EG) nr. 563/2006

Besluit 2010/397/EU

13 maart 2006

3 juni 2010

L 105 van 13.4.2006

L 190 van 22.7.2010

9.10.2006 tot 8.10.2009

9.10.2009 tot 8.10.2012

 

Besluit 2010/763/EU

6 december 2010

L 324 van 9.12.2010

 

Tanzania (p.m.)

Voorgestelde overeenkomst ingetrokken

     

11 03 02     Bijdragen aan internationale organisaties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 400 000

4 172 136

4 400 000

4 123 029

3 007 000,—

2 911 669,72

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de actieve deelname van de Unie aan de activiteiten van de internationale organisaties welke in de visserijsector tot taak hebben de instandhouding en duurzame exploitatie van de visbestanden in volle zee te verzekeren:

 

CCAMLR (Commissie voor de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren) — Besluit 81/691/EEG van de Raad van 4 september 1981 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren (PB L 252 van 5.9.1981, blz. 26);

 

NASCO (Organisatie voor de instandhouding van zalm in de Noord-Atlantische Oceaan) — Besluit 82/886/EEG van de Raad van 13 december 1982 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake de instandhouding van zalm in de Noord–Atlantische Oceaan (PB L 378 van 31.12.1982, blz. 24);

 

ICCAT (Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen) — Besluit 86/238/EEG van de Raad van 9 juni 1986 inzake de toetreding van de Gemeenschap tot het Internationaal Verdrag voor de instandhouding van Atlantische tonijnen, gewijzigd bij het Protocol gehecht aan de op 10 juli 1984 te Parijs ondertekende Slotakte van de conferentie van gevolmachtigden van de staten die partij zijn bij het Verdrag (PB L 162 van 18.6.1986, blz. 33);

 

NEAFC (Visserijcommissie voor het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan) — Besluit 81/608/EEG van de Raad van 13 juli 1981 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (PB L 227 van 12.8.1981, blz. 21);

 

FAO (Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties) — (Besluit van de Raad van 25 november 1991 betreffende de toetreding van de Europese Gemeenschap tot de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties) en FAO-instanties, de Visserijcommissie voor het centraaloostelijk deel van de Atlantische Oceaan (CECAF) en de Visserijcommissie voor het centraalwestelijk deel van de Atlantische Oceaan (WECAFC);

 

NAFO (Visserijorganisatie voor het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan) — Verordening (EEG) nr. 3179/78 van de Raad van 28 december 1978 betreffende de sluiting door de Europese Economische Gemeenschap van de Overeenkomst inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan (PB L 378 van 30.12.1978, blz. 1);

 

IOTC (Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan) — Besluit 95/399/EG van de Raad van 18 september 1995 inzake de toetreding van de Gemeenschap tot de Overeenkomst tot oprichting van de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (PB L 236 van 5.10.1995, blz. 24);

 

GFCM (Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee) — Besluit 98/416/EG van de Raad van 16 juni 1998 betreffende de toetreding van de Europese Gemeenschap tot de Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee (PB L 190 van 4.7.1998, blz. 34);

 

SEAFO (Organisatie voor de visserij in het zuidoostelijk deel van de Atlantische Oceaan) — Besluit 2002/738/EG van de Raad van 22 juli 2002 betreffende de sluiting door de Europese Gemeenschap van het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van de visbestanden in het zuidoostelijke deel van de Atlantische Oceaan (PB L 234 van 31.8.2002, blz. 39);

 

SWAFO (Commissie voor de visserij in het zuidwestelijk deel van de Atlantische Oceaan) — Multilaterale Overeenkomst voor de instandhouding van de mariene fauna en flora in de wateren van de volle zee in het zuidwestelijke gedeelte van de Atlantische Oceaan, onderhandelingsopdracht nr. 13428/97);

 

SIOFA (Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan) — Besluit 2008/780/EG van de Raad van 29 september 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan (PB L 268 van 9.10.2008, blz. 27);

 

WCPFC, voorheen MHLC (Visserijcommissie voor het westelijke en centrale deel van de Stille Oceaan) — Besluit 2005/75/EG van de Raad van 26 april 2004 inzake de toetreding van de Gemeenschap tot het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van over grote afstanden trekkende visbestanden in het westelijke en centrale deel van de Stille Oceaan (PB L 32 van 4.2.2005, blz. 1);

 

AIDCP (Overeenkomst inzake het internationale programma voor het behoud van dolfijnen) — Besluit 2005/938/EG van de Raad van 8 december 2005 betreffende de goedkeuring namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst inzake het internationale programma voor het behoud van dolfijnen (PB L 348 van 30.12.2005, blz. 26);

 

IATTC (Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn) — Besluit 2006/539/EG van de Raad van 22 mei 2006 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, van het Verdrag ter versterking van de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn opgericht bij het Verdrag van 1949 tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Republiek Costa Rica (PB L 224 van 16.8.2006, blz. 22);

 

Regeling voor de instandhouding en het beheer van zwaardvisbestanden in het zuidoostelijke deel van de Stille Oceaan; onderhandelingsopdracht in uitvoering;

 

Regionale Organisatie voor visserijbeheer voor het zuidelijk deel van de Stille Oceaan; onderhandelingsopdracht in uitvoering;

 

Verdrag betreffende de Beringzee.

Dit krediet dient onder meer ter dekking van:

 

de verplichte bijdragen van de Unie aan het budget van internationale organisaties in de visserijsector;

 

het lidmaatschap van de Unie, en de vrijwillige financiering door de Unie, van de FAO, afdeling Visserij.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad van 22 mei 2006 houdende communautaire financieringsmaatregelen voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk visserijbeleid en op het gebied van het zeerecht (PB L 160 van 14.6.2006, blz. 1).

11 03 03     Voorbereidende werkzaamheden voor nieuwe internationale organisaties in de visserijsector en andere niet-verplichte bijdragen aan internationale organisaties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

5 500 000

5 215 170

5 170 000

6 370 079

3 249 149,35

3 636 479,80

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van:

 

de voorbereidende werkzaamheden voor nieuwe internationale visserijorganisaties (Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan, de Regionale organisatie voor visserijbeheer voor het zuidelijk deel van de Stille Oceaan, enz.);

 

de internationale organisaties in de visserijsector waarin de Unie de status van waarnemer heeft (artikel 217 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie):

 

de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn (IATTC);

 

de Internationale Walvisvangstcommissie (IWC);

 

de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO);

 

de ondersteuning van de follow-up en de uitvoering van sommige regionale projecten, met name door bij te dragen tot specifieke gezamenlijke internationale controle- en inspectieactiviteiten. Dit krediet dient eveneens ter dekking van toezichtprogramma’s waarover moet worden onderhandeld in West-Afrika en het westelijke deel van de Stille Oceaan.

Dit krediet dient ook ter dekking van onder andere:

 

de inschrijvingsrechten met betrekking tot de bijeenkomsten van de internationale organisaties in de visserijsector waarvoor de Unie het statuut van waarnemer heeft;

 

de financiële bijdragen aan de voorbereidende werkzaamheden van nieuwe internationale organisaties in de visserijsector die voor de Unie belangrijk zijn;

 

de financiële deelname aan door internationale organisaties in de visserijsector ondernomen wetenschappelijke werkzaamheden die voor de Unie van speciaal belang zijn;

 

de financiële deelname aan acties (werkvergaderingen, informele of buitengewone vergaderingen van de overeenkomstsluitende partijen) die in het kader van de internationale visserijorganisaties bevorderlijk zijn voor de belangen van de Unie en voor de samenwerking met haar partners die lid zijn van deze organisaties en waarmee zij op visserijgebied betrekkingen onderhoudt. Onder dit artikel worden eveneens de kosten geboekt van de deelname van de vertegenwoordigers van derde landen aan onderhandelingen en vergaderingen in het kader van internationale fora en organisaties, voor zover hun aanwezigheid noodzakelijk is om de belangen van de Unie te verdedigen;

 

subsidies voor regionale organisaties in de betrokken subregio, waarvan kuststaten deel uitmaken.

Dit betreft onder andere de volgende organisaties:

 

CCAMLR (Commissie voor de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren) — Besluit 81/691/EEG van de Raad van 4 september 1981 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren (PB L 252 van 5.9.1981, blz. 26);

 

NASCO (Organisatie voor de instandhouding van zalm in de Noord-Atlantische Oceaan) — Besluit 82/886/EEG van de Raad van 13 december 1982 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake de instandhouding van zalm in de Noord-Atlantische Oceaan (PB L 378 van 31.12.1982, blz. 24);

 

ICCAT (Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen) — Besluit 86/238/EEG van de Raad van 9 juni 1986 inzake de toetreding van de Gemeenschap tot het Internationaal Verdrag voor de instandhouding van Atlantische tonijnen, gewijzigd bij het Protocol gehecht aan de op 10 juli 1984 te Parijs ondertekende Slotakte van de conferentie van gevolmachtigden van de staten die partij zijn bij het Verdrag (PB L 162 van 18.6.1986, blz. 33);

 

NEAFC (Visserijcommissie voor het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan) — Besluit 81/608/EEG van de Raad van 13 juli 1981 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (PB L 227 van 12.8.1981, blz. 21);

 

FAO (Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties) — Besluit van de Raad van 25 november 1991 betreffende de toetreding van de Europese Gemeenschap tot de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties;

 

NAFO (Visserijorganisatie voor het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan) — Verordening (EEG) nr. 3179/78 van de Raad van 28 december 1978 betreffende de sluiting door de Europese Economische Gemeenschap van de Overeenkomst inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordwestelijk deel van de Atlantische Oceaan (PB L 378 van 30.12.1978, blz. 1);

 

IOTC (Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan) — Besluit 95/399/EG van de Raad van 18 september 1995 inzake de toetreding van de Gemeenschap tot de Overeenkomst tot oprichting van de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (PB L 236 van 5.10.1995, blz. 24);

 

GCFM (Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee) — Besluit 98/416/EG van de Raad van 16 juni 1998 betreffende de toetreding van de Europese Gemeenschap tot de Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee (PB L 190 van 4.7.1998, blz. 34);

 

Visserijcommissie voor het centraaloostelijk deel van de Atlantische Oceaan (CECAF);

 

Visserijcommissie voor het centraalwestelijk deel van de Atlantische Oceaan (WECAFC);

 

SEAFO (Organisatie voor de visserij in het zuidoostelijk deel van de Atlantische Oceaan) — Besluit 2002/738/EG van de Raad van 22 juli 2002 betreffende de sluiting door de Europese Gemeenschap van het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van de visbestanden in het zuidoostelijke deel van de Atlantische Oceaan (PB L 234 van 31.8.2002, blz. 39);

 

SWAFO (Commissie voor de visserij in het zuidwestelijk deel van de Atlantische Oceaan) — Multilaterale overeenkomst voor de instandhouding van de mariene fauna en flora in de wateren van de volle zee in het zuidwestelijke gedeelte van de Atlantische Oceaan, onderhandelingsopdracht nr. 13428/97;

 

SIOFA (Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan) — Besluit 2008/780/EG van de Raad van 29 september 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Visserijovereenkomst voor de Zuid-Indische Oceaan (PB L 268 van 9.10.2008, blz. 27);

 

WCPFC, voorheen MHLC (Visserijcommissie voor het westelijke en centrale deel van de Stille Oceaan) — Besluit 2005/75/EG van de Raad van 26 april 2004 inzake de toetreding van de Gemeenschap tot het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van over grote afstanden trekkende visbestanden in het westelijke en centrale deel van de Stille Oceaan (PB L 32 van 4.2.2005, blz. 1);

 

AIDCP (Overeenkomst inzake het internationale programma voor het behoud van dolfijnen) — Besluit 2005/938/EG van de Raad van 8 december 2005 betreffende de goedkeuring namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst inzake het internationale programma voor het behoud van dolfijnen (PB L 348 van 30.12.2005, blz. 26);

 

IATTC (Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn) — Besluit 2006/539/EG van de Raad van 22 mei 2006 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, van het Verdrag ter versterking van de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn opgericht bij het Verdrag van 1949 tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Republiek Costa Rica (PB L 224 van 16.8.2006, blz. 22);

 

Regeling voor de instandhouding en het beheer van zwaardvisbestanden in het zuidoostelijke deel van de Stille Oceaan; onderhandelingsopdracht in uitvoering;

 

Regionale Visserijorganisatie voor het zuidelijk deel van de Stille Oceaan; onderhandelingsopdracht in uitvoering;

 

Verdrag betreffende de Beringzee;

 

COREP (Regionaal Comité voor de visserij in de Golf van Guinee);

 

CSRP (Subregionale Visserijcommissie voor de West-Sahara);

 

COI (Commissie voor de Indische Oceaan);

 

andere internationale organisaties die zouden kunnen worden aangewezen in het kader van de tenuitvoerlegging van regionale programma’s voor toezicht, visserij en maritiem bestuur, met name in West-Afrika en het westelijke deel van de Stille Oceaan.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak zoals bedoeld in artikel 49, lid 6, onder d), van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad van 22 mei 2006 houdende communautaire financieringsmaatregelen voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk visserijbeleid en op het gebied van het zeerecht (PB L 160 van 14.6.2006, blz. 1).

11 03 04     Financiële bijdrage van de Europese Unie aan de organisaties die zijn opgericht in het kader van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 1982

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

200 000

189 643

200 000

187 410

78 000,—

68 064,25

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiële bijdragen van de Europese Unie aan de organisaties die zijn opgericht in het kader van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee, en met name de Internationale Zeebodemautoriteit en het Internationaal Hof voor het recht van de zee.

Rechtsgronden

Besluit 98/392/EG van de Raad van 23 maart 1998 betreffende de sluiting door de Europese Gemeenschap van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 10 december 1982 en de overeenkomst inzake de toepassing van deel XI van dat verdrag van 28 juli 1994 (PB L 179 van 23.6.1998, blz. 1).

Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee (PB L 179 van 23.6.1998, blz. 3).

Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad van 22 mei 2006 houdende communautaire financieringsmaatregelen voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk visserijbeleid en op het gebied van het zeerecht (PB L 160 van 14.6.2006, blz. 1).

HOOFDSTUK 11 04 — BEHEER VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK VISSERIJBELEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

11 04

BEHEER VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK VISSERIJBELEID

11 04 01

Intensivering van de dialoog met het bedrijfsleven uit de visserijsector en met andere organisaties die belang hebben bij het gemeenschappelijk visserijbeleid

2

6 400 000

5 641 866

6 400 000

5 434 902

6 086 024,96

4 060 205,70

 

Hoofdstuk 11 04 — Totaal

 

6 400 000

5 641 866

6 400 000

5 434 902

6 086 024,96

4 060 205,70

11 04 01     Intensivering van de dialoog met het bedrijfsleven uit de visserijsector en met andere organisaties die belang hebben bij het gemeenschappelijk visserijbeleid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

6 400 000

5 641 866

6 400 000

5 434 902

6 086 024,96

4 060 205,70

Toelichting

Dit krediet dient om in het kader van het actieplan voor de intensivering van de dialoog met het bedrijfsleven in de visserijsector en de andere organisaties die belang hebben bij het gemeenschappelijk visserijbeleid en het geïntegreerd maritiem beleid, het onderstaande te financieren:

 

subsidies voor regionale adviesraden (RAR’s) voor de financiering van de operationele kosten en tolk- en vertaalkosten van de vergaderingen van de RAR’s;

 

subsidies voor Europese vakverenigingen voor de organisatie van vergaderingen voor interne coördinatie ter voorbereiding van de vergaderingen van het Raadgevend Comité voor de visserij en de aquacultuur (RCVA), met inbegrip van de deelname van de vertegenwoordigers van het RCVA aan de vergaderingen van de RAR’s teneinde de coördinatie van de werkzaamheden van de RAR’s met die van het RCVA te verzekeren;

 

de uitvoering van maatregelen op het gebied van voorlichting en documentatie in verband met het gemeenschappelijk visserijbeleid ten behoeve van de visserijsector en al wie betrokken is bij het gemeenschappelijk visserijbeleid en het geïntegreerd maritiem beleid.

De Commissie blijft de werking van de RAR’s ondersteunen door een financiële bijdrage te verlenen, aan vergaderingen deel te nemen, de desbetreffende documenten op te stellen en ervoor te zorgen dat met alle adviezen van de RAR's rekening wordt gehouden bij het opstellen van nieuwe wetgeving. Indien de Commissie het advies van de RAR niet integreert, of slechts een deel ervan, moet zij aangeven waarom en op welke punten zij afwijkt van het advies van de RAR. De betrokkenheid van de personen die werkzaam zijn in de visserij en van andere belangengroepen in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid zal worden vergroot zodat meer rekening wordt gehouden met de specifieke regionale kenmerken.

Bovendien zal de Commissie zorgen voor meer flexibiliteit en duidelijker en transparanter bepalingen ter regulering van de financiële activiteit van de RAR’s, zodat de bestaande tekortkomingen niet langer verhinderen dat de RAR's de hun toegewezen middelen niet volledig besteden.

Een deel van het krediet is voorts gereserveerd voor voorlichtings- en communicatieactiviteiten in verband met het gemeenschappelijk visserijbeleid en het geïntegreerd maritiem beleid, alsmede voor communicatieactiviteiten ten behoeve van de belanghebbende partijen. Opnieuw zal het nodige worden gedaan om belanghebbenden en de gespecialiseerde media in de nieuwe lidstaten en in de landen die bij de volgende uitbreiding tot de Europese Unie toetreden, informatie over het gemeenschappelijk visserijbeleid en het geïntegreerd maritiem beleid te verstrekken.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van financiering voor samenwerking en opleidingsseminars voor derde landen in het kader van de strijd tegen de illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij.

Eventuele ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visserijbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59).

Besluit 2004/585/EG van de Raad van 19 juli 2004 tot oprichting van regionale adviesraden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 256 van 3.8.2004, blz. 17).

Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad van 22 mei 2006 houdende communautaire financieringsmaatregelen voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk visserijbeleid en op het gebied van het zeerecht (PB L 160 van 14.6.2006, blz. 1).

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak als bedoeld in artikel 49, lid 6, onder d), van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

HOOFDSTUK 11 06 — EUROPEES VISSERIJFONDS (EVF)

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

11 06

EUROPEES VISSERIJFONDS (EVF)

11 06 01

Afwikkeling van het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (FIOV) — Doelstelling 1 (2000-2006)

2

p.m.

21 334 787

p.m.

14 899 127

0,—

9 964 609,21

11 06 02

Voltooiing van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)

2

p.m.

p.m.

p.m.

161 978

0,—

0,—

11 06 03

Voltooiing van vroegere programma’s — Vroegere doelstellingen 1 en 6 (van vóór 2000)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

11 06 04

Afwikkeling van het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (FIOV) — Gebieden buiten doelstelling 1 (2000-2006)

2

p.m.

7 111 596

p.m.

4 966 376

0,—

0,—

11 06 05

Voltooiing van vroegere programma’s — Vroegere doelstelling 5a (van vóór 2000)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

11 06 06

Voltooiing van vroegere programma’s — Initiatieven (van vóór 2000)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

721 737,59

11 06 08

Voltooiing van vroegere programma’s — Vroegere operationele technische bijstand en innovatieve maatregelen (van vóór 2000)

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

11 06 09

Specifieke maatregelen ter bevordering van de omschakeling van vaartuigen en vissers die tot in 1999 afhankelijk waren van de visserijovereenkomst met Marokko

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

11 06 11

Europees Visserijfonds (EVF) — Operationele technische bijstand

2

4 346 082

3 413 566

4 230 557

3 279 682

3 226 081,99

3 269 437,03

11 06 12

Europees Visserijfonds (EVF) — Convergentiedoelstelling

2

507 543 231

341 356 590

496 297 184

325 438 159

485 174 453,—

254 799 278,44

11 06 13

Europees Visserijfonds (EVF) — Gebieden die niet onder de convergentiedoelstelling vallen

2

159 986 289

113 785 530

156 907 301

108 510 621

153 887 719,—

125 997 149,74

 

Hoofdstuk 11 06 — Totaal

 

671 875 602

487 002 069

657 435 042

457 255 943

642 288 253,99

394 752 212,01

Toelichting

Artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 voorziet in financiële correcties, waarvan de eventuele ontvangsten worden opgevoerd onder post 6 5 0 0 van de staat van ontvangsten. Deze ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement en wel in specifieke gevallen wanneer deze kredieten nodig blijken om het risico af te dekken dat eerder besloten correcties komen te vervallen of worden verlaagd.

Verordening (EG) nr. 1260/1999 stelt de voorwaarden vast waaronder wordt overgegaan tot terugbetaling van het voorschot, die niet leidt tot vermindering van de bijdrage van de structuurfondsen aan de betrokken maatregel. Eventuele ontvangsten als gevolg van deze terugbetaling van voorschotten, die worden opgevoerd onder post 6 1 5 7 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig de artikelen 18 en 157 van het Financieel Reglement.

De maatregelen inzake fraudebestrijding worden gefinancierd met middelen uit artikel 24 02 01.

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 174, 175 en 177.

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

Referentiebesluiten

Conclusies van de vergadering van de Europese Raad van Berlijn op 24 en 25 maart 1999.

11 06 01     Afwikkeling van het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (FIOV) — Doelstelling 1 (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

21 334 787

p.m.

14 899 127

0,—

9 964 609,21

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de nog uit het FIOV betaalbaar te stellen verplichtingen die in de programmeringsperiode 2000-2006 zijn aangegaan in het kader van doelstelling 1.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54).

Verordening (EG) nr. 2792/1999 van de Raad van 17 december 1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor de structurele acties van de Gemeenschap in de visserijsector (PB L 337 van 30.12.1999, blz. 10).

11 06 02     Voltooiing van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

161 978

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet voor het speciale programma voor vrede en verzoening dient ter dekking van nog betaalbaar te stellen verplichtingen die in de programmeringsperiode 2000-2006 zijn aangegaan.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), met name artikel 2, lid 4.

Referentiebesluiten

Conclusies van de vergadering van de Europese Raad van Berlijn op 24 en 25 maart 1999, en met name punt 44, onder b).

Beschikking 1999/501/EG van de Commissie van 1 juli 1999 tot vaststelling van een indicatieve verdeling over de lidstaten van de vastleggingskredieten voor doelstelling 1 van de structuurfondsen voor de periode 2000 tot en met 2006 (PB L 194 van 27.7.1999, blz. 49), met name overweging 5.

11 06 03     Voltooiing van vroegere programma’s — Vroegere doelstellingen 1 en 6 (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering uit het FIOV van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen die in de vorige programmeringsperioden zijn aangegaan in het kader van de oude doelstellingen 1 en 6.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 4028/86 van de Raad van 18 december 1986 inzake communautaire acties voor verbetering en aanpassing van de structuur van de visserij en de aquacultuur (PB L 376 van 31.12.1986, blz. 7).

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2468/98 van de Raad van 3 november 1998 tot vaststelling van de criteria en de voorwaarden voor de structurele bijstand van de Gemeenschap in de sector visserij/aquacultuur en de verwerking en de afzet van de producten daarvan (PB L 312 van 20.11.1998, blz. 19).

11 06 04     Afwikkeling van het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (FIOV) — Gebieden buiten doelstelling 1 (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

7 111 596

p.m.

4 966 376

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering uit het FIOV van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen die in de programmeringsperiode 2000-2006 zijn aangegaan voor gebieden buiten doelstelling 1.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54).

Verordening (EG) nr. 2792/1999 van de Raad van 17 december 1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor de structurele acties van de Gemeenschap in de visserijsector (PB L 337 van 30.12.1999, blz. 10).

11 06 05     Voltooiing van vroegere programma’s — Vroegere doelstelling 5a (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering uit het FIOV van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen die in de vorige programmeringsperioden zijn aangegaan in het kader van de oude doelstelling 5a „Visserij”, inclusief de maatregelen die op grond van artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 2080/93 worden gefinancierd.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2468/98 van de Raad van 3 november 1998 tot vaststelling van de criteria en de voorwaarden voor de structurele bijstand van de Gemeenschap in de sector visserij/aquacultuur en de verwerking en de afzet van de producten daarvan (PB L 312 van 20.11.1998, blz. 19).

11 06 06     Voltooiing van vroegere programma’s — Initiatieven (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

721 737,59

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering uit het FIOV van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen in verband met de initiatieven van de Gemeenschap in de programmeringsperiode 2000-2006.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor globale subsidies of geïntegreerde operationele programma’s in het kader waarvan de lidstaten bijstandsaanvragen kunnen indienen uit hoofde van een communautair initiatief betreffende de herstructurering van de visserijsector (Pesca) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 1).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma’s van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap voor de ultraperifere gebieden (Regis II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 44).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma’s van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap betreffende de ontwikkeling van grensgebieden, grensoverschrijdende samenwerking en geselecteerde energienetten (Interreg II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 60).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 16 mei 1995 tot vaststelling van de richtsnoeren voor een initiatief in het kader van het speciaal steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (Peace I-programma) (PB C 186 van 20.7.1995, blz. 3).

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 november 1997 over het speciale steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (1995-1999) (Peace I-programma) (COM(97)0642).

11 06 08     Voltooiing van vroegere programma’s — Vroegere operationele technische bijstand en innovatieve maatregelen (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de afwikkeling van betalingsverplichtingen die het FIOV in vorige programmeringsperioden is aangegaan voor innoverende acties, maatregelen op het gebied van voorbereiding, follow-up of evaluatie, of andere soortgelijke vormen van technische bijstand waarin de betrokken verordeningen voorzien. Het dient ook voor de financiering van de oude meerjarenacties, en met name voor die welke zijn goedgekeurd en uitgevoerd in het kader van de andere bovengenoemde verordeningen, maar die niet onder de prioritaire doelstellingen van de structuurfondsen vallen. Dit krediet zal eventueel ook worden aangewend voor de financiering van middelen die in het kader van het FIOV verschuldigd zijn voor bijstand waarvoor de overeenkomstige vastleggingskredieten niet beschikbaar zijn en ook niet zijn vastgesteld in de programmering voor 2000-2006.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2088/85 van de Raad van 23 juli 1985 inzake de geïntegreerde mediterrane programma’s (PB L 197 van 27.7.1985, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 3760/92 van de Raad van 20 december 1992 tot invoering van een communautaire regeling voor de visserij en de aquacultuur (PB L 389 van 31.12.1992, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 261 van 20.10.1993, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54).

Verordening (EG) nr. 2792/1999 van de Raad van 17 december 1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor de structurele acties van de Gemeenschap in de visserijsector (PB L 337 van 30.12.1999, blz. 10).

11 06 09     Specifieke maatregelen ter bevordering van de omschakeling van vaartuigen en vissers die tot in 1999 afhankelijk waren van de visserijovereenkomst met Marokko

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de specifieke maatregel ter bevordering van de omschakeling van vaartuigen en vissers die tot in 1999 afhankelijk waren van de visserijovereenkomst met Marokko.

Naar aanleiding van de schipbreuk van de „Prestige” is een bedrag van 30 000 000 EUR beschikbaar gesteld voor specifieke maatregelen om de schade veroorzaakt door olie uit de Prestige, te vergoeden voor de visserijsector, de schelpdierensector en de aquacultuursector.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2561/2001 van de Raad van 17 december 2001 ter bevordering van de omschakeling van vaartuigen en vissers die tot in 1999 afhankelijk waren van de visserijovereenkomst met Marokko (PB L 344 van 28.12.2001, blz. 17).

Verordening (EG) nr. 2372/2002 van de Raad van 20 december 2002 tot instelling van specifieke maatregelen om de schade veroorzaakt door olie uit de Prestige te vergoeden voor de visserijsector, de schelpdierensector en de aquacultuursector in Spanje (PB L 358 van 31.12.2002, blz. 81).

11 06 11     Europees Visserijfonds (EVF) — Operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 346 082

3 413 566

4 230 557

3 279 682

3 226 081,99

3 269 437,03

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uit het EVF gefinancierde maatregelen op het gebied van technische bijstand als bedoeld in artikel 46 van Verordening (EG) nr. 1198/2006. De technische bijstand omvat studies, evaluaties, maatregelen ten behoeve van de partners, maatregelen voor de verspreiding van informatie, de installatie, werking en interconnectie van computersystemen voor beheer, toezicht, audit, inspectie en evaluatie, de verbetering van de evaluatiemethoden en de uitwisseling van informatie over praktijken op dit gebied en de oprichting van transnationale netwerken en netwerken van de Unie van actoren inzake duurzame ontwikkeling van kustvisserijgebieden.

Bij de technische bijstand gaat het om maatregelen voor de voorbereiding, het toezicht, de audit, de evaluatie, de controle en het beheer die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van het EVF.

Dit krediet kan met name worden gebruikt ter dekking van:

 

ondersteunende uitgaven (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen);

 

uitgaven voor informatieverstrekking en publicaties;

 

uitgaven voor informatietechnologie en telecommunicatie;

 

dienstverleningscontracten;

 

steun voor netwerkactiviteiten en de uitwisseling van de beste praktijken.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

11 06 12     Europees Visserijfonds (EVF) — Convergentiedoelstelling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

507 543 231

341 356 590

496 297 184

325 438 159

485 174 453,—

254 799 278,44

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de operationele programma’s in het kader van de convergentiedoelstelling van het Europees Visserijfonds (EVF) voor de programmeringsperiode 2007-2013.

Bijzondere aandacht zal worden besteed aan economische diversificatie van gebieden die worden geconfronteerd met een vermindering van de visserijactiviteit, aan de aanpassing van de vlootcapaciteit en de modernisering van de vloot zonder dat dit echter mag leiden tot een toename van de visserijinspanningen, en aan de duurzame ontwikkeling van de visserijgebieden.

Bij acties die worden gefinancierd uit hoofde van dit artikel wordt rekening gehouden met de noodzaak om een stabiel en duurzaam evenwicht tot stand te brengen tussen de capaciteit van de visserijvloot en de beschikbare rijkdommen, en met de noodzaak om in de visserij een veiligheidscultuur te bevorderen.

Dit krediet is tevens bedoeld om acties ter bevordering van selectiever vistuig te financieren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

11 06 13     Europees Visserijfonds (EVF) — Gebieden die niet onder de convergentiedoelstelling vallen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

159 986 289

113 785 530

156 907 301

108 510 621

153 887 719,—

125 997 149,74

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijstand die buiten de convergentiedoelstelling om uit het EVF wordt verleend en waarvoor de betalingsverplichtingen in de programmeringsperiode 2007-2013 worden aangegaan.

Bijzondere aandacht zal worden besteed aan economische diversificatie van gebieden die worden geconfronteerd met een vermindering van de visserijactiviteit, aan de modernisering van de vloot zonder dat dit echter mag leiden tot een toename van de visserijinspanningen, en aan de duurzame ontwikkeling van de visserijgebieden.

Bij acties die worden gefinancierd uit hoofde van dit artikel wordt rekening gehouden met de noodzaak om in de visserij een veiligheidscultuur te bevorderen.

Dit krediet is tevens bedoeld om acties ter bevordering van selectiever vistuig te financieren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1).

HOOFDSTUK 11 07 — INSTANDHOUDING, BEHEER EN EXPLOITATIE VAN DE LEVENDE AQUATISCHE HULPBRONNEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

11 07

INSTANDHOUDING, BEHEER EN EXPLOITATIE VAN DE LEVENDE AQUATISCHE HULPBRONNEN

11 07 01

Ondersteuning van het beheer van de visbestanden (verzameling van basisgegevens)

2

47 500 000

38 307 795

48 000 000

38 887 658

45 354 658,36

24 778 687,91

11 07 02

Ondersteuning van het beheer van de visbestanden (verbetering van de wetenschappelijke adviezen)

2

4 500 000

3 318 745

4 500 000

3 279 682

3 341 273,—

2 493 238,88

11 07 03

Proefproject — Instrumenten voor gemeenschappelijk bestuur en duurzaam visserijbeheer: bevordering van onderzoek waarbij wetenschappers en belanghebbenden samenwerken

2

1 500 000

750 000

       
 

Hoofdstuk 11 07 — Totaal

 

53 500 000

42 376 540

52 500 000

42 167 340

48 695 931,36

27 271 926,79

11 07 01     Ondersteuning van het beheer van de visbestanden (verzameling van basisgegevens)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

47 500 000

38 307 795

48 000 000

38 887 658

45 354 658,36

24 778 687,91

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de financiële bijdrage van de Unie aan door de lidstaten verrichte uitgaven voor de verzameling, het beheer en het gebruik van gegevens in het kader van nationale meerjarenprogramma’s;

 

de financiering van studies en proefprojecten die de Commissie, zo nodig in samenwerking met de lidstaten, uitvoert voor de instandhouding, het beheer en de exploitatie van levende aquatische hulpbronnen in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1543/2000 van 29 juni 2000 van de Raad tot instelling van een communautair kader voor het verzamelen en beheren van gegevens die essentieel zijn voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 176 van 15.7.2000, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad van 22 mei 2006 houdende communautaire financieringsmaatregelen voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk visserijbeleid en op het gebied van het zeerecht (PB L 160 van 14.6.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 199/2008 van de Raad van 25 februari 2008 betreffende de instelling van een communautair kader voor de verzameling, het beheer en het gebruik van gegevens in de visserijsector en voor de ondersteuning van wetenschappelijk advies over het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 60 van 5.3.2008, blz. 1).

Referentiebesluiten

Verordening (EG) nr. 665/2008 van de Commissie van 14 juli 2008 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 199/2008 van de Raad betreffende de instelling van een communautair kader voor de verzameling, het beheer en het gebruik van gegevens in de visserijsector en voor de ondersteuning van wetenschappelijk advies over het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 186 van 15.7.2008, blz. 3).

Verordening (EG) nr. 1078/2008 van de Commissie van 3 november 2008 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad, wat betreft de uitgaven van de lidstaten voor de verzameling en het beheer van de basisgegevens over de visserij (PB L 295 van 4.11.2008, blz. 24).

11 07 02     Ondersteuning van het beheer van de visbestanden (verbetering van de wetenschappelijke adviezen)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 500 000

3 318 745

4 500 000

3 279 682

3 341 273,—

2 493 238,88

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor partnerschapscontracten met nationale onderzoeksinstellingen met het oog op de verstrekking van wetenschappelijke adviezen;

 

uitgaven voor met het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek of enig ander adviesorgaan van de Unie getroffen administratieve regelingen om het secretariaat voor het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV) waar te nemen, om de preanalyse van gegevens te verrichten en om de voor de evaluatie van de toestand van de visbestanden te gebruiken gegevens voor te bereiden;

 

de vergoedingen die aan de leden van het WTECV en/of de door het WTECV uitgenodigde deskundigen worden betaald om deel te nemen aan vergaderingen van werkgroepen en voltallige vergaderingen en om in het kader daarvan werkzaamheden te verrichten;

 

de vergoedingen die aan onafhankelijke deskundigen worden betaald om de Commissie wetenschappelijke adviezen te verstrekken of om administrateurs of belanghebbenden op te leiden voor de interpretatie van wetenschappelijke adviezen;

 

de bijdragen aan internationale instanties die zijn belast met bestandsevaluaties en het verstrekken van wetenschappelijk advies.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1543/2000 van 29 juni 2000 van de Raad tot instelling van een communautair kader voor het verzamelen en beheren van gegevens die essentieel zijn voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 176 van 15.7.2000, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59).

Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad van 22 mei 2006 houdende communautaire financieringsmaatregelen voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk visserijbeleid en op het gebied van het zeerecht (PB L 160 van 14.6.2006, blz. 1).

Referentiebesluiten

Besluit 2005/629/EG van de Commissie van 26 augustus 2005 tot instelling van het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (PB L 225 van 31.8.2005, blz. 18).

11 07 03     Proefproject — Instrumenten voor gemeenschappelijk bestuur en duurzaam visserijbeheer: bevordering van onderzoek waarbij wetenschappers en belanghebbenden samenwerken

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 500 000

750 000

       

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financieringskosten van een proefproject ter bevordering van onderzoek waarbij wetenschappers en belanghebbenden samenwerken en van instrumenten voor gemeenschappelijk bestuur en duurzaam visserijbeheer. In de in juli 2011 gepresenteerde herziening van het Gemeenschappelijke Visserijbeleid worden enkele prioriteiten gesteld die zijn gericht op de verwezenlijking van ecologische duurzaamheid en op een meer geregionaliseerde tenuitvoerlegging van op uniaal niveau vestgestelde beginselen voor het visserijbeheer. In Verordening (EG) nr. 2371/2002 (PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59) en Verordening (EG) nr. 1967/2006 (PB L 409 van wordt de noodzaak uiteengezet om beheerplannen op nationaal en communautair niveau vast te stellen. Deze beheerplannen moeten met name gericht zijn op: zeegebieden met beperkte internationale wateren waaraan zowel lidstaten als derde landen grenzen; zeegebieden waar reeds uitwisseling van informatie en ervaringen tussen landen plaatsvindt in het kader van multilateraal opererende instanties; en zeegebieden waarvan de morfologische, milieugerelateerde en economische omstandigheden een vergelijking van gelijksoortige ervaringen mogelijk maken, op grond van gemeenschappelijke parameters. Een goed voorbeeld wordt gevormd door het Noord- en Centraal-Adriatische zeegebied, dat overeenkomt met geografische sub-zone GSA 17 in de FAO-classificatie van visgebieden en dat over de drie bovenstaande kenmerken beschikt.

Doel van het proefproject is de bevordering van gezamenlijk, beleidsgericht onderzoek in de visserijsector met deelname van wetenschappers en belanghebbenden, met name vissers, met betrekking tot zeegebieden en visserij en gericht op de verbetering van de wetenschappelijke kennis die aan beslissingen inzake strategieën en keuzen betreffende visserijbeheer ten grondslag ligt.

De volgende taken zouden in het kader van een dergelijk proefproject voor ondersteuning in aanmerking kunnen komen:

 

verzameling, opslag en analyse van kwalitatieve en kwantitatieve gegevens en informatie die nodig kunnen zijn voor de beoordeling van visbestanden en visserijpraktijken, en die een aanvulling zouden vormen op de gegevens waarvan de verzameling op grond van het kader voor gegevensverzameling verplicht is; met dit als doel, de totstandbrenging van een belangrijk instrument ter ondersteuning van uniale en nationale besluiten door middel van de ontwikkeling van een geografisch informatiesysteem (GIS); met behulp van dit instrument moet het mogelijk worden modellen te ontwikkelen die als beste praktijk kunnen fungeren en die de regionale planningsactiviteiten en het beheer van de zeegebieden kunnen vergemakkelijken; het project voorziet in de tenuitvoerlegging en actualisering van het GIS in de verschillende fasen van verwerving, opslag, verwerking en analyse van gegevens, waarbij de procedures voor het opvragen en raadplegen van de elementaire onderdelen worden vastgesteld en gebruik wordt gemaakt van alle beschikbare gegevens afkomstig van de verschillende nationale en regionale niveaus; de eerste vereiste van het geografisch informatiesysteem is de bundeling van bestaande, door verschillende regeringen beheerde databanken, teneinde de onderlinge verwevenheid en de informatiestroom zowel op dit moment als in de toekomst te verbeteren; de verspreiding van en toegang tot de verschillende niveaus en gegevens van de geodatabank worden bepaald en aangepast op indicatie van de Commissie: iedere bevoegde entiteit mag over informatie beschikken die het mogelijk maakt om de temporele variatie van verschillende parameters te beoordelen;

 

de ontwikkeling van methoden, modellen en benaderingen die de beoordeling van visbestanden en visserijpraktijken en de evaluatie en beoordeling van beleidsopties kunnen verbeteren, en/of nadere maatregelen om een op het ecosysteem gerichte aanpak ten aanzien van visserijbeheer operationeel en uitvoerbaar te maken;

 

de uitvoering van evaluatie- en beoordelingsprocedures, met name ter onderbouwing van de ontwikkeling en follow-up van meerjarige beheerplannen;

 

de opzet van fora waar wetenschappers en vissers overleg kunnen plegen teneinde de kloof tussen hun uiteenlopende aanpak te overbruggen.

Het proefproject dient aan enkele specifieke voorwaarden te voldoen en moet onder meer:

 

worden opgezet met betrekking tot zeegebieden of de visserijsector;

 

zich richten op een geïntegreerde aanpak die is gebaseerd op aan ecologie, biologie, technologie en geesteswetenschappen gerelateerde wetenschapsgebieden;

 

een inclusieve, op samenwerking gebaseerde en iteratieve werkwijze hanteren;

 

zich richten op resultaten die naar verwachting direct gebruikt kunnen worden in het wetenschappelijke expertiseproces en die beleidsmakers in staat stellen ter zake doende en betrouwbare keuzen te maken in het besluitvormingsproces;

 

overlapping vermijden met onderzoeksprojecten of studies die op grond van het zevende kaderprogramma of het wetenschappelijk studieprogramma van DG MARE reeds worden gesubsidieerd of voor subsidie in aanmerking komen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

HOOFDSTUK 11 08 — CONTROLE EN HANDHAVING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK VISSERIJBELEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

11 08

CONTROLE EN HANDHAVING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK VISSERIJBELEID

11 08 01

Financiële bijdrage aan de lidstaten voor uitgaven op het gebied van de controle

2

47 430 000

23 894 961

45 630 000

33 452 756

43 575 538,—

20 402 781,59

11 08 02

Controle en toezicht op de visserijactiviteiten in de wateren van en buiten de EU

2

2 300 000

2 180 889

2 300 000

1 874 104

1 843 490,64

2 758 882,83

11 08 05

Communautair Bureau voor visserijcontrole (CBVC)

11 08 05 01

Communautair Bureau voor visserijcontrole (CBVC) — Bijdrage voor titels 1 en 2

2

7 337 359

7 337 359

7 163 153

7 163 153

7 000 000,—

7 000 000,—

11 08 05 02

Communautair Bureau voor visserijcontrole (CBVC) — Bijdrage voor titel 3

2

1 693 541

2 693 541

5 501 415

1 501 415

1 409 999,77

1 409 999,77

 

Artikel 11 08 05 — Subtotaal

 

9 030 900

10 030 900

12 664 568

8 664 568

8 409 999,77

8 409 999,77

 

Hoofdstuk 11 08 — Totaal

 

58 760 900

36 106 750

60 594 568

43 991 428

53 829 028,41

31 571 664,19

11 08 01     Financiële bijdrage aan de lidstaten voor uitgaven op het gebied van de controle

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

47 430 000

23 894 961

45 630 000

33 452 756

43 575 538,—

20 402 781,59

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de door de lidstaten gedane uitgaven voor de tenuitvoerlegging van de in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid geldende toezicht- en controleregeling voor:

 

investeringen ten behoeve van de controleactiviteiten die worden ontplooid door overheidsinstanties of door de privésector, met inbegrip van de implementatie van nieuwe controletechnologieën, zoals elektronische-registratiesystemen (ERS), volgsystemen voor vaartuigen (VMS), automatische-identificatiesystemen (AIS) verbonden met vaartuigdetectiesystemen (VDS), en de aanschaf en modernisering van controlemiddelen;

 

programma’s voor de opleiding en uitwisseling van ambtenaren die zijn belast met toezicht-, controle- en bewakingstaken op visserijgebied;

 

de uitvoering van proefprogramma’s met betrekking tot inspecties en waarnemers;

 

kosten-batenanalyse, evaluatie van uitgaven en audits die door de bevoegde autoriteiten zijn verricht met het oog op toezicht, controle en bewaking;

 

initiatieven, met inbegrip van seminars en het gebruik van media-instrumenten, om enerzijds de vissers en andere actoren zoals inspecteurs, openbare aanklagers en rechters, en anderzijds het grote publiek bewuster te maken van de noodzaak om onverantwoorde en illegale visserij te bestrijden en om de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid toe te passen;

 

de implementatie van traceerbaarheidssystemen en -procedures en instrumenten voor de controle van de vlootcapaciteit via de monitoring van het motorvermogen;

 

proefprojecten, zoals CCTV (gesloten televisiecircuit).

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visserijbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59).

Beschikking 2004/465/EG van de Raad van 29 april 2004 inzake een financiële bijdrage van de Gemeenschap aan de visserijcontroleprogramma’s van de lidstaten (PB L 157 van 30.4.2004, blz. 114).

Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad van 22 mei 2006 houdende communautaire financieringsmaatregelen voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk visserijbeleid en op het gebied van het zeerecht (PB L 160 van 14.6.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen. (PB L 286 van 29.10.2008, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1).

Referentiebesluiten

Verordening (EG) nr. 391/2007 van de Commissie van 11 april 2007 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad, wat betreft de uitgaven die de lidstaten doen bij de tenuitvoerlegging van de in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid geldende toezicht- en controleregelingen (PB L 97 van 12.4.2007, blz. 30).

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 van de Commissie van 8 april 2011 houdende bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (PB L 112 van 30.4.2011, blz. 1).

11 08 02     Controle en toezicht op de visserijactiviteiten in de wateren van en buiten de EU

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 300 000

2 180 889

2 300 000

1 874 104

1 843 490,64

2 758 882,83

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven die de Commissie heeft gedaan in het kader van haar mandaat betreffende de toepassing van en het toezicht op de controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid.

Het krediet dient voor de financiering van administratieve uitgaven, waaronder die voor verificatie-, inspectie- en auditmissies in het kader van de controle en evaluatie van de toepassing van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid door de lidstaten, voor vergaderingen van deskundigen, voor de uitrusting van de inspecteurs, voor de informatica (met inbegrip van die voor de oprichting en het beheer van geïnformatiseerde databanken), voor studies en voor opleiding.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visserijbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59).

Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad van 22 mei 2006 houdende communautaire financieringsmaatregelen voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk visserijbeleid en op het gebied van het zeerecht (PB L 160 van 14.6.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen (PB L 286 van 29.10.2008, blz. 1).

Referentiebesluiten

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 van de Commissie van 8 april 2011 houdende bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (PB L 112 van 30.4.2011, blz. 1).

11 08 05     Communautair Bureau voor visserijcontrole (CBVC)

11 08 05 01   Communautair Bureau voor visserijcontrole (CBVC) — Bijdrage voor titels 1 en 2

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

7 337 359

7 337 359

7 163 153

7 163 153

7 000 000,—

7 000 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Bureau (titels 1 en 2).

Het Bureau stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Indien het Bureau hierom verzoekt, stelt de Commissie de begrotingsautoriteit in kennis van elke overschrijving tussen administratieve en beleidskredieten.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van de financiële kaderregeling voor de in artikel 185 van het Financieel Reglement bedoelde organen worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van het Bureau is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 768/2005 van de Raad van 26 april 2005 tot oprichting van een Communautair Bureau voor visserijcontrole (PB L 128 van 21.5.2005, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen (PB L 286 van 29.10.2008, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen ((PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1).

Referentiebesluiten

Besluit 2009/988/EU van de Commissie van 18 december 2009 tot aanwijzing van het Communautair Bureau voor visserijcontrole als de instantie die wordt belast met bepaalde taken op grond van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad (PB L 338 van 19.12.2009, blz. 104).

11 08 05 02   Communautair Bureau voor visserijcontrole (CBVC) — Bijdrage voor titel 3

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 693 541

2 693 541

5 501 415

1 501 415

1 409 999,77

1 409 999,77

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van het Bureau met betrekking tot het werkprogramma (titel 3).

Het Bureau stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Indien het Bureau hierom verzoekt, stelt de Commissie de begrotingsautoriteit in kennis van elke overschrijving tussen administratieve en beleidskredieten.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van de financiële kaderregeling voor de in artikel 185 van het Financieel Reglement bedoelde organen worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

De bijdrage van de Unie voor 2012 bedraagt in totaal 9 310 000 EUR. Aan het op de begroting opgevoerde bedrag van 9 124 000 EUR is een overschot van 186 000 EUR toegevoegd.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 768/2005 van de Raad van 26 april 2005 tot oprichting van een Communautair Bureau voor visserijcontrole (PB L 128 van 21.5.2005, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen (PB L 286 van 29.10.2008, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1).

Referentiebesluiten

Besluit 2009/988/EU van de Commissie van 18 december 2009 tot aanwijzing van het Communautair Bureau voor visserijcontrole als de instantie die wordt belast met bepaalde taken op grond van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad (PB L 338 van 19.12.2009, blz. 104).

HOOFDSTUK 11 09 — MARITIEM BELEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

11 09

MARITIEM BELEID

11 09 01

Voorbereidende actie — Maritiem beleid

2

2 600 000

4 609 500

3 929 366,62

3 443 795,18

11 09 02

Proefproject — Vorming van netwerken en beste praktijken in het maritieme beleid

2

2 200 000

821 784

0,—

791 052,66

11 09 05

Programma ter ondersteuning van de verdere ontwikkeling van een geïntegreerd maritiem beleid

2

16 560 000

2 370 532

23 140 000

p.m.

   
 

Hoofdstuk 11 09 — Totaal

 

16 560 000

7 170 532

23 140 000

5 431 284

3 929 366,62

4 234 847,84

11 09 01     Voorbereidende actie — Maritiem beleid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 600 000

4 609 500

3 929 366,62

3 443 795,18

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de studies die nodig zijn om het stilaan tot stand komende maritieme beleid te onderbouwen met betrouwbare feiten en analysen, voor zover er leemten zijn en dit nodig is voor de effectbeoordeling en de voorbereiding van de toekomstige beleidsbeslissingen. Dit geldt met name voor sociaaleconomische en juridische aangelegenheden op maritiem gebied.

Tot dusver zijn drie horizontale gebieden aangewezen voor mogelijke toekomstige actie: „maritieme ruimtelijke ordening”, „convergentie en integratie van verzamelsystemen voor mariene gegevens” en „maritiem toezicht”. Voorts dient dit krediet voor de financiering van haalbaarheidsstudies die worden uitgevoerd met het oog op de opstelling van nieuwe voorstellen op deze gebieden.

Dit krediet is ook bestemd voor de bevordering van de diverse systemen voor monitoring van en toezicht op de zeeën, voor het verzamelen van wetenschappelijke gegevens over de zee en voor het verspreiden van netwerken en beste praktijken op het gebied van maritiem beleid en de economie van kustgebieden.

Rechtsgronden

Voorbereidende acties als bedoeld in artikel 49, lid 6, onder b), van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

11 09 02     Proefproject — Vorming van netwerken en beste praktijken in het maritieme beleid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 200 000

821 784

0,—

791 052,66

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de bevordering van modelprojecten met het oog op de integratie van verschillende systemen voor maritieme controle, het verzamelen van wetenschappelijke gegevens over de zee en de verspreiding van netwerken en beste praktijken op het gebied van maritiem beleid en de economie van kustgebieden.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

11 09 05     Programma ter ondersteuning van de verdere ontwikkeling van een geïntegreerd maritiem beleid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

16 560 000

2 370 532

23 140 000

p.m.

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven die voortvloeien uit het programma ter ondersteuning van de verdere ontwikkeling van een geïntegreerd maritiem beleid.

Dit krediet dient ook ter dekking van onder andere:

 

het Europees marien observatie- en datanetwerk;

 

de implementatie van de routekaart voor de gemeenschappelijke gegevensuitwisselingstructuur;

 

verkennende studies over grensoverschrijdende maritieme ruimtelijke ordening;

 

IT-toepassingen, zoals het Maritiem Forum en de Europese zeeatlas;

 

platforms van belanghebbenden;

 

evenementen en conferenties;

 

Europabrede zeegebiedenstudies over groeiremmende factoren, nieuwe kansen en de gevolgen van menselijke activiteiten op het mariene milieu.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2011 tot vaststelling van een programma ter ondersteuning van de verdere ontwikkeling van een geïntegreerd maritiem beleid (PB L 321 van 5.12.2011, blz. 1).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

 

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ

 

BELEIDSSTRATEGIE EN COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ

TITEL 12

INTERNE MARKT

Algemene samenvatting van de kredieten (2012 en 2011) en van de uitvoering (2010)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

12 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „INTERNE MARKT”

60 574 521

60 574 521

60 494 629

60 494 629

60 473 766,16

60 473 766,16

Reserves (40 01 40)

97 284

97 284

35 305

35 305

   
 

60 671 805

60 671 805

60 529 934

60 529 934

60 473 766,16

60 473 766,16

12 02

INTERNEMARKTBELEID

11 250 000

9 980 984

10 900 000

9 740 919

9 717 718,05

8 187 925,82

12 04

VRIJ VERKEER VAN KAPITAAL, VENNOOTSCHAPSRECHT EN ONDERNEMINGSBESTUUR

29 181 000

27 124 506

23 474 000

23 122 516

6 000 000,—

2 582 373,81

 

Titel 12 — Totaal

101 005 521

97 680 011

94 868 629

93 358 064

76 191 484,21

71 244 065,79

Reserves (40 01 40)

97 284

97 284

35 305

35 305

   
 

101 102 805

97 777 295

94 903 934

93 393 369

76 191 484,21

71 244 065,79

HOOFDSTUK 12 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „INTERNE MARKT”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

12 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „INTERNE MARKT”

12 01 01

Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Interne markt”

5

46 765 864

46 450 846

45 994 558,05

Reserves (40 01 40)

   

35 305

 
   

46 765 864

46 486 151

45 994 558,05

12 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Interne markt”

12 01 02 01

Extern personeel

5

6 568 336

6 462 815

6 228 393,90

12 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5

3 394 875

3 515 135

3 861 622,60

Reserves (40 01 40)

 

97 284

   
   

3 492 159

3 515 135

3 861 622,60

 

Artikel 12 01 02 — Subtotaal

 

9 963 211

9 977 950

10 090 016,50

Reserves (40 01 40)

 

97 284

   
   

10 060 495

9 977 950

10 090 016,50

12 01 03

Uitgaven in verband met materieel, meubilair en diensten voor het beleidsterrein „Interne markt”

5

3 145 446

3 365 833

3 569 031,61

12 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Interne markt”

12 01 04 01

Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt — Uitgaven voor administratief beheer

1.1

700 000

700 000

820 160,—

 

Artikel 12 01 04 — Subtotaal

 

700 000

700 000

820 160,—

 

Hoofdstuk 12 01 — Totaal

 

60 574 521

60 494 629

60 473 766,16

Reserves (40 01 40)

 

97 284

35 305

 
   

60 671 805

60 529 934

60 473 766,16

12 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Interne markt”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

12 01 01

46 765 864

46 450 846

45 994 558,05

Reserves (40 01 40)

 

35 305

 

Totaal

46 765 864

46 486 151

45 994 558,05

12 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Interne markt”

12 01 02 01   Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

6 568 336

6 462 815

6 228 393,90

12 01 02 11   Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

12 01 02 11

3 394 875

3 515 135

3 861 622,60

Reserves (40 01 40)

97 284

   

Totaal

3 492 159

3 515 135

3 861 622,60

12 01 03     Uitgaven in verband met materieel, meubilair en diensten voor het beleidsterrein „Interne markt”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

3 145 446

3 365 833

3 569 031,61

12 01 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Interne markt”

12 01 04 01   Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

700 000

700 000

820 160,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, enquêtes, vergaderingen van deskundigen, voorlichting, activiteiten en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie artikel 12 02 01.

HOOFDSTUK 12 02 — INTERNEMARKTBELEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

12 02

INTERNEMARKTBELEID

12 02 01

Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt

1.1

8 800 000

7 167 283

8 400 000

7 903 086

8 919 121,10

7 583 069,53

12 02 02

Het programma Solvit en het actieplan Ondersteunende dienstverlening op het gebied van de interne markt

1.1

p.m.

1 088 701

1 300 000

1 237 833

798 596,95

604 856,29

12 02 03

Proefproject — Internemarktforum

1.1

1 200 000

600 000

1 200 000

600 000

   

12 02 04

Proefproject — Capaciteitsopbouw van eindgebruikers en van andere belanghebbenden van buiten de sector in verband met de beleidsvorming van de Unie op het gebied van financiële diensten

1.1

1 250 000

1 125 000

       
 

Hoofdstuk 12 02 — Totaal

 

11 250 000

9 980 984

10 900 000

9 740 919

9 717 718,05

8 187 925,82

12 02 01     Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

8 800 000

7 167 283

8 400 000

7 903 086

8 919 121,10

7 583 069,53

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven als gevolg van maatregelen die moeten bijdragen tot de voltooiing, de werking en de ontwikkeling van de interne markt, en met name:

 

grotere betrokkenheid van burgers en bedrijfsleven, met inbegrip van de ontwikkeling en versterking van de dialoog met burgers en bedrijfsleven via maatregelen die bedoeld zijn om de interne markt doeltreffender te doen werken, en burgers en bedrijfsleven in de gelegenheid te stellen toegang te krijgen tot en ten volle te profiteren van alle rechten en mogelijkheden die de openstelling en de verdieping van de interne markt zonder grenzen bieden, alsmede via maatregelen voor de follow-up en beoordeling van de praktische uitoefening door burgers en bedrijfsleven van hun rechten en mogelijkheden, teneinde eventuele belemmeringen die hun beletten er ten volle van te profiteren, vast te stellen en gemakkelijker weg te nemen;

 

tenuitvoerlegging en toezicht op de bepalingen toepasselijk op overheidsopdrachten, teneinde de optimale werking ervan en de werkelijke openheid van aanbestedingen te waarborgen, met inbegrip van de bewustmaking en opleiding van de verschillende actoren bij deze opdrachten; de invoering en toepassing van nieuwe technologieën op de gebieden waarop deze opdrachten worden toegepast; de continue aanpassing van het wet- en regelgevende kader in het licht van de ontwikkelingen die het gevolg zijn van deze contracten, met name de mondialisering van de markten en bestaande of toekomstige internationale overeenkomsten;

 

verbetering van de juridische omgeving voor burgers en bedrijfsleven via het Europese toetsingspanel van het bedrijfsleven (European Business Test Panel — EBTP), waarvoor promotieactiviteiten, bewustmakings- en opleidingsacties kunnen worden gepland; bevordering van de samenwerking, de ontwikkeling en de coördinatie van de wetgevingen op het gebied van vennootschapsrecht en hulp bij de oprichting van Europese naamloze vennootschappen en Europese economische samenwerkingsverbanden;

 

versterking van de bestuurlijke samenwerking met de ondersteuning van, onder andere, het informatiesysteem voor de interne markt, verdieping van de kennis van de wetgeving inzake de interne markt in lidstaten, betere toepassing ervan door de lidstaten en ondersteuning van de bestuurlijke samenwerking tussen de autoriteiten die belast zijn met de tenuitvoerlegging van de wetgeving inzake de interne markt, teneinde de strategische doelstellingen van Lissabon te halen zoals vastgesteld in de jaarlijkse beleidsstrategie;

 

opzetten van een stelsel voor doeltreffende en efficiënte afhandeling van problemen van burgers of bedrijfsleven die voortvloeien uit de onjuiste toepassing van de internemarktwetgeving door een overheidsdienst in een andere lidstaat; productie van feedback via het Solvit-systeem door het gebruik van een onlinedatabank die voor alle coördinatiecentra toegankelijk is en ook voor burgers en bedrijfsleven toegankelijk zal worden gemaakt; ondersteuning van het initiatief door opleidingsacties, promotiecampagnes en doelgerichte acties, met bijzondere aandacht voor de nieuwe lidstaten;

 

interactieve beleidsvorming (interactive policy-making (IPM)), voor zover deze de voltooiing, ontwikkeling en werking van de interne markt betreft; IPM maakt deel uit van de initiatieven van de Commissie op het gebied van governance en regelgeving om beter op de verzoeken van burgers, consumenten en bedrijven te reageren. De op dit artikel opgevoerde kredieten mogen worden gebruikt om opleidings-, bewustmakings- en netwerkactiviteiten ten behoeve van dergelijke deelnemers te dekken teneinde de beleidsvorming van de Unie betreffende de interne markt breder en doeltreffender te maken en als onderdeel van het proces om de daadwerkelijke impact van het internemarktbeleid (of het ontbreken ervan) in het veld te beoordelen;

 

algemeen onderzoek naar de noodzakelijkheid van de herziening van de verordeningen en analyse van de doeltreffendheid van de maatregelen die worden genomen met het oog op een goede werking van de interne markt, en de evaluatie van de algemene impact van de interne markt op het bedrijfsleven en de economie, met inbegrip van de aanschaf van gegevens en toegang van diensten van de Commissie tot externe databanken; doelgerichte acties ter verbetering van het begrip van de werking van de interne markt en voor de beloning van actieve deelname aan de bevordering ervan;

 

waarborging van de voltooiing en het beheer van de interne markt, in het bijzonder op het gebied van pensioenen, het vrije verkeer van diensten, de erkenning van beroepskwalificaties, en intellectuele en industriële eigendom: de uitwerking van voorstellen voor de invoering van een uniaal octrooi;

 

uitbreiding van de strategie voor de verdere ontwikkeling van statistieken van de dienstensector en statistische ontwikkelingsprojecten, in samenwerking met Eurostat en de Organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling (OESO);

 

toezicht op de effecten op diensten van het uit de weg ruimen van belemmeringen van de interne markt;

 

bijdrage aan de ontwikkeling van een eengemaakte ruimte voor veiligheid en defensie, met maatregelen ter bevordering van de coördinatie van de procedures voor overheidsopdrachten voor dergelijke producten op het niveau van de Unie; de kredieten mogen worden gebruikt voor het uitvoeren van studies en het uitwerken van bewustmakingsmaatregelen betreffende de toepassing van de goedgekeurde wetgeving;

 

versterking en ontwikkeling van financiële en kapitaalmarkten en van financiële diensten voor bedrijven en particulieren; aanpassing van het marktkader, in het bijzonder met betrekking tot het toezicht op en de regulering van de activiteiten van economische actoren en van transacties, teneinde rekening te houden met de veranderingen op uniaal en internationaal niveau, de euro en nieuwe financiële instrumenten, door de presentatie van nieuwe initiatieven die de consolidatie en gedetailleerde analyse van de resultaten van het eerste actieplan voor financiële diensten ten doel hebben;

 

verbetering van betalingssystemen en financiële diensten voor consumenten in de interne markt; verlaging van de kosten, alsmede verkorting van de uitvoeringstermijn van dergelijke transacties, rekening gehouden met de internemarktdimensie; ontwikkeling van de technische aspecten, teneinde een of meer betalingssystemen op te zetten op basis van de follow-up die wordt gegeven aan mededelingen van de Commissie; het uitvoeren van studies op dit gebied;

 

ontwikkeling en versterking van de externe aspecten van de richtlijnen die van toepassing zijn op het gebied van financiële instellingen, wederzijdse erkenning van de financiële instrumenten met derde landen, internationale onderhandelingen en bijstand aan derde landen bij de totstandbrenging van een markteconomie;

 

uitvoering van de talrijke maatregelen die zijn aangekondigd in het actieplan inzake vennootschapsrecht en ondernemingsbestuur, dat aanleiding kan geven tot studies over verschillende gerichte onderwerpen met het oog op de opstelling van de nodige wetgevingsvoorstellen;

 

analyse van het effect van de geldende maatregelen als onderdeel van de follow-up van de geleidelijke liberalisering van de postdiensten, coördinatie van het beleid van de Unie op het gebied van postdiensten voor wat betreft internationale systemen en met name met betrekking tot deelnemers aan activiteiten van de Wereldpostvereniging (UPU); samenwerking met landen van Midden- en Oost-Europa; praktische gevolgen van de toepassing van de bepalingen van de Algemene Overeenkomst inzake de handel in diensten (GATS) op de postsector en overlapping met de UPU-regelgeving;

 

uitvoering van het uniale recht en internationale bepalingen ter voorkoming van het witwassen van geld, met inbegrip van deelname aan intergouvernementele of ad-hocacties op dit gebied; bijdragen die het gevolg zijn van het lidmaatschap van de Commissie van de Financial Action Task Force (FATF) voor de bestrijding van het witwassen van geld, ingesteld in het kader van de OESO;

 

actieve participatie in vergaderingen die door internationale verenigingen zoals International Association of Insurance Supervisors (IAIS/AICA) en de Internationale Organisatie van Effectentoezichthouders (IOSCO) worden gehouden; ook de andere kosten in verband met het lidmaatschap van de Commissie zijn hieronder begrepen;

 

opstellen van evaluaties en effectbeoordelingen betreffende verschillende aspecten van het onder dit hoofdstuk vallende beleid met het oog op de invoering of herziening van maatregelen op dit beleidsgebied;

 

opzetten en onderhouden van systemen die rechtstreeks in verband staan met de invoering van en het toezicht op beleidsmaatregelen in het kader van de interne dienstenmarkt;

 

ondersteuning van activiteiten die de verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen van de Unie dichterbij brengen door de bevordering van de convergentie van toezichtpraktijken en de samenwerking tussen toezichthouders, en ondersteuning van activiteiten op het gebied van de financiële rapportage, zowel in als buiten de Unie.

Teneinde deze doelstellingen te realiseren, dient dit krediet ter dekking van de kosten van advies, studies, enquêtes, evaluaties, deelnamen, en vervaardiging en ontwikkeling van communicatie-, bewustmakings- en opleidingsmateriaal (drukwerk, audiovisueel materiaal, evaluaties, computermateriaal, verzameling en verspreiding van informatie en voorlichtings- en adviesmaatregelen ten behoeve van burgers en bedrijfsleven).

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Dit krediet dient gedeeltelijk ter dekking van de uitgaven van de Commissie voor de doeltreffende werking van het Europees Waarnemingscentrum voor namaak en piraterij.

Dit krediet dient eveneens voor het oprichten van een centraal coördinatieorgaan om lidstaten te helpen bij de coördinatie van markttoezicht, waarbij gebruik wordt gemaakt van bestaande structuren en opgedane ervaring. Het orgaan ondersteunt de samenwerking, samenvoeging van kennis en uitwisseling van beste praktijken tussen lidstaten om een zelfde hoog niveau van markttoezicht te waarborgen in de hele Unie, in overeenstemming met Verordening (EG) 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 30). Hiertoe worden geregeld gezamenlijke opleidingen georganiseerd voor vertegenwoordigers van nationale autoriteiten voor markttoezicht uit alle lidstaten, gericht op relevante praktische aspecten van markttoezicht, zoals de behandeling van klachten, de registratie van incidenten, de verificatie of corrigerende maatregelen zijn genomen, de toepassing van wetenschappelijke en technische kennis betreffende veiligheidskwesties en de coördinatie met douaneautoriteiten. Daarnaast zullen uitwisselingen van nationale functionarissen en gezamenlijke bezoekprogramma's de uitwisseling van ervaringen tussen de lidstaten stimuleren. Bovendien zullen vergelijkende gegevens over de middelen die in de verschillende lidstaten worden besteed aan markttoezicht worden verzameld en met nationale autoriteiten op passend niveau worden besproken. Het doel is om de betrokkenen ervan te doordringen dat afdoende middelen nodig zijn om een doeltreffend, omvattend en consistent markttoezicht op de hele interne markt te waarborgen, en om bij te dragen aan de komende herziening van de uniale regels voor productveiligheid, met name de regels die betrekking hebben op markttoezicht, en de voorbereiding van de maatregelen na afloop van het programma Douane 2013.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 18 juni 2002 getiteld „Methodologische nota voor de horizontale evaluatie van diensten van algemeen economisch belang” (COM(2002) 331).

12 02 02     Het programma Solvit en het actieplan Ondersteunende dienstverlening op het gebied van de interne markt

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 088 701

1 300 000

1 237 833

798 596,95

604 856,29

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven als gevolg van maatregelen voor het beheer en de ontwikkeling van Solvit en voor de tenuitvoerlegging van het actieplan Ondersteunende dienstverlening op het gebied van de interne markt.

Het Solvit-systeem heeft zich bewezen als een van de doeltreffendste mechanismen voor buitengerechtelijke geschillenbeslechting.

Het kan op doeltreffende en efficiënte wijze problemen aanpakken waar burgers en ondernemingen mee te maken krijgen ten gevolge van een foute toepassing van wetgeving inzake de interne markt door een overheidsinstantie in een andere lidstaat. Bovendien is het Solvit-systeem in staat feedback te geven door gebruik te maken van een onlinedatabank die toegankelijk is voor alle coördinatiecentra en waaraan burgers en ondernemingen rechtstreeks hun problemen kunnen voorleggen.

Solvit is echter, net als vele andere openbare ondersteuningsdiensten met betrekking tot EU-aangelegenheden, nog steeds niet algemeen bekend bij de potentiële gebruikers van het systeem. Tegelijkertijd hebben burgers en ondernemingen vaak geen idee waar zij met hun verzoeken om informatie, bijstand en oplossingen terecht kunnen. Om dit probleem op te lossen heeft de Commissie in het kader van de herziening van de interne markt aangekondigd dat zij zal trachten een webgebaseerd uniek toegangspunt te creëren waarmee burgers en ondernemingen naar de juiste dienst worden geleid. In oktober 2010 heeft de Commissie een nieuwe website opgestart, Your Europe, die informatie aanlevert aan burgers en bedrijven, en deze rechtstreeks doorverwijst naar relevante diensten als Solvit, als zij hulp nodig hebben. Your Europe is samen met het callcentrum Europe Direct het unieke contactpunt van het Solvitsysteem. De Commissie moet de bevoegde commissie van het Europees Parlement in een jaarverslag op de hoogte houden over de mate waarin het toegangspunt wordt gebruikt en over mogelijke maatregelen om het gebruik te stimuleren.

Er moet bij de lidstaten op worden aangedrongen passende maatregelen te treffen om de bevolking te wijzen op de openstelling van dit toegangspunt.

Bovendien werd in het „Action plan on an integrated approach for providing single market assistance services to citizens and businessess” van de Commissie van 8 mei 2008 een reeks maatregelen voorgesteld om de samenwerking tussen de bestaande ondersteunende diensten te versterken zodat zij beter, sneller en beter gestroomlijnd algemene diensten kunnen aanbieden aan burgers en ondernemingen.

De bevordering van al deze diensten moet beter gecoördineerd geschieden om te vermijden dat burgers en ondernemingen door te veel merknamen in verwarring worden gebracht.

Bovendien moet de Commissie de bevoegde commissie van het Europees Parlement op de hoogte stellen van de concrete maatregelen die op dit gebied zijn getroffen.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

12 02 03     Proefproject — Internemarktforum

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 200 000

600 000

1 200 000

600 000

   

Toelichting

Het Internemarktforum (Single Market Forum — SMF) is een jaarlijks evenement dat door de Commissie in samenwerking met het Europees Parlement wordt georganiseerd en dat plaatsvindt in de lidstaat van het Unievoorzitterschap en burgers, bedrijven en consumentenorganisaties alsmede vertegenwoordigers van de lidstaten en de instellingen van de Unie bijeen brengt om de coördinatie en het beheer van de interne markt te verbeteren. De discussies en workshops die tijdens het SMF plaatsvinden moeten handelen over de omzetting, toepassing en handhaving van wetgeving op het gebied van de interne markt, en moeten de uitwisseling van beste praktijken tussen belanghebbenden en de voorlichting van burgers inzake hun rechten met betrekking tot de interne markt mogelijk maken.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

12 02 04     Proefproject — Capaciteitsopbouw van eindgebruikers en van andere belanghebbenden van buiten de sector in verband met de beleidsvorming van de Unie op het gebied van financiële diensten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 250 000

1 125 000

       

Toelichting

De financiële en economische crisis heeft het vertrouwen van consumenten, kleine beleggers en kleine en middelgrote ondernemingen in de regelgeving die bedoeld is om hen tegen het falen van het financiële stelsel te beschermen, ernstig geschokt. Daarom is het meer dan ooit van cruciaal belang dat met de bezorgdheden van eindgebruikers en andere belanghebbenden van buiten de sector rekening wordt gehouden bij de voorbereiding van initiatieven waarmee wordt beoogd het vertrouwen van de burgers te herstellen in de soliditeit van de financiële sector en in het vermogen van de financiële integratie om hun concrete voordelen te bieden.

Dit proefproject is erop gericht de capaciteit te versterken van organisaties uit het maatschappelijk middenveld om aan de beleidsvorming van de Unie op het gebied van financiële diensten deel te nemen, zodat, enerzijds, beleidsmakers een tegenwicht hebben voor de lobbygroepen van de financiële sector en, anderzijds, het bredere publiek op de hoogte is van de op het gebied van de regelgeving van de financiële markten spelende kwesties die voor consumenten, eindgebruikers, kleine beleggers en andere belanghebbenden van buiten de sector van belang zijn.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

HOOFDSTUK 12 04 — VRIJ VERKEER VAN KAPITAAL, VENNOOTSCHAPSRECHT EN ONDERNEMINGSBESTUUR

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

12 04

VRIJ VERKEER VAN KAPITAAL, VENNOOTSCHAPSRECHT EN ONDERNEMINGSBESTUUR

12 04 01

Specifieke activiteiten op het gebied van de financiële diensten, financiële verslaglegging en controle

1.1

7 500 000

5 443 506

7 350 000

6 998 516

6 000 000,—

2 582 373,81

12 04 02

Europese Bankautoriteit

12 04 02 01

Europese Bankautoriteit — Bijdrage voor titels 1 en 2

1.1

7 099 000

7 099 000

3 956 600

3 956 600

   

12 04 02 02

Europese Bankautoriteit — Bijdrage voor titel 3

1.1

1 200 000

1 200 000

1 116 400

1 116 400

   
 

Artikel 12 04 02 — Subtotaal

 

8 299 000

8 299 000

5 073 000

5 073 000

   

12 04 03

Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen

12 04 03 01

Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen — Bijdrage voor titels 1 en 2

1.1

5 070 000

5 070 000

3 098 600

3 098 600

   

12 04 03 02

Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen — Bijdrage voor titel 3

1.1

1 192 000

1 192 000

1 168 400

1 168 400

   
 

Artikel 12 04 03 — Subtotaal

 

6 262 000

6 262 000

4 267 000

4 267 000

   

12 04 04

Europese Autoriteit voor effecten en markten

12 04 04 01

Europese Autoriteit voor effecten en markten — Bijdrage voor titels 1 en 2

1.1

5 838 477

5 838 477

5 264 000

5 264 000

   

12 04 04 02

Europese Autoriteit voor effecten en markten — Bijdrage voor titel 3

1.1

1 281 523

1 281 523

1 520 000

1 520 000

   
 

Artikel 12 04 04 — Subtotaal

 

7 120 000

7 120 000

6 784 000

6 784 000

   
 

Hoofdstuk 12 04 — Totaal

 

29 181 000

27 124 506

23 474 000

23 122 516

6 000 000,—

2 582 373,81

12 04 01     Specifieke activiteiten op het gebied van de financiële diensten, financiële verslaglegging en controle

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

7 500 000

5 443 506

7 350 000

6 998 516

6 000 000,—

2 582 373,81

Toelichting

De algemene doelstelling van dit programma is de voorwaarden te verbeteren voor het functioneren van de interne markt door de verrichtingen, de activiteiten of de acties van bepaalde organismen op het gebied te steunen van de financiële diensten, financiële verslaglegging en controle.

De financiering van de Unie is essentieel om efficiënte en daadwerkelijke supervisie van de interne markt in de financiële diensten, in het bijzonder gezien de recente financiële crisis te verzekeren.

De volgende activiteiten vallen onder het programma:

 

a)

activiteiten ter ondersteuning van de uitvoering van het beleid van de Unie waarmee de convergentie van toezicht wordt beoogd, en met name de opleiding van het personeel van nationale toezichthoudende autoriteiten en het beheer van informatietechnologieprojecten op het gebied van financiële diensten;

 

b)

activiteiten waarbij standaarden worden opgesteld of een bijdrage wordt geleverd aan de opstelling ervan, standaarden worden toegepast, beoordeeld of bewaakt of wordt toegezien op procedures voor de vaststelling van standaarden ter ondersteuning van de uitvoering van het beleid van de Unie inzake financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen.

Rechtsgronden

Besluit nr. 716/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van een Gemeenschapsprogramma ter ondersteuning van specifieke activiteiten op het gebied van financiële diensten, financiële verslaggeving en controle van jaarrekeningen (PB L 253 van 25.9.2009, blz. 8).

12 04 02     Europese Bankautoriteit

12 04 02 01   Europese Bankautoriteit — Bijdrage voor titels 1 en 2

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

7 099 000

7 099 000

3 956 600

3 956 600

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van de Autoriteit (titels 1 en 2).

De Autoriteit stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke overschrijving tussen administratieve en beleidskredieten.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 23 december 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement dat van toepassing is op de algemene begroting van de Europese Unie (PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72) worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement), die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van de Europese Bankautoriteit (EBA) is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114, alsmede de Europese Toezichthoudende Autoriteit (Europese Bankautoriteit), opgericht bij Verordening (EU) nr. 1093/2010, maakt de Europese Toezichthoudende Autoriteit deel uit van een Europees Systeem voor financieel toezicht (ESFT). Het ESFT heeft als hoofdtaak erop toe te zien dat de regels die gelden voor de financiële sector op de juiste wijze worden geïmplementeerd om de financiële stabiliteit te behouden en te zorgen voor vertrouwen in het financiële stelsel als geheel, alsmede voor een afdoende bescherming van de consumenten van financiële diensten.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit) (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12).

12 04 02 02   Europese Bankautoriteit — Bijdrage voor titel 3

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 200 000

1 200 000

1 116 400

1 116 400

   

Toelichting

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114, alsmede de Europese Toezichthoudende Autoriteit (Europese Bankautoriteit), opgericht bij Verordening (EU) nr. 1093/2010, maakt de Europese Toezichthoudende Autoriteit deel uit van een Europees Systeem voor financieel toezicht (ESFT). Het ESFT heeft als hoofdtaak erop toe te zien dat de regels die gelden voor de financiële sector op de juiste wijze worden geïmplementeerd om de financiële stabiliteit te behouden en te zorgen voor vertrouwen in het financiële stelsel als geheel, alsmede voor een afdoende bescherming van de consumenten van financiële diensten.

Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van de Autoriteit met betrekking tot het werkprogramma (titel 3).

De Autoriteit stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke overschrijving tussen administratieve en beleidskredieten.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de EVA. Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement), die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2012 in totaal 8 299 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit) (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12).

12 04 03     Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen

12 04 03 01   Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen — Bijdrage voor titels 1 en 2

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

5 070 000

5 070 000

3 098 600

3 098 600

   

Toelichting

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114, alsmede de Europese Toezichthoudende Autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen), opgericht bij Verordening (EU) nr. 1094/2010, maakt de Europese Toezichthoudende Autoriteit deel uit van een Europees Systeem voor financieel toezicht (ESFT). Het ESFT heeft als hoofdtaak erop toe te zien dat de regels die gelden voor de financiële sector op de juiste wijze worden geïmplementeerd om de financiële stabiliteit te behouden en te zorgen voor vertrouwen in het financiële stelsel als geheel, alsmede voor een afdoende bescherming van de consumenten van financiële diensten.

Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke en de personeelsuitgaven van de Autoriteit (titels 1 en 2).

De Autoriteit stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke overschrijving tussen administratieve en beleidskredieten.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de EVA. Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement), die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (EAVB) is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).

Wanneer bijkomende taken aan de Europese Toezichthoudende Autoriteit worden toevertrouwd, moeten haar direct de passende aanvullende middelen worden toegewezen.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen) (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 48).

12 04 03 02   Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen — Bijdrage voor titel 3

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 192 000

1 192 000

1 168 400

1 168 400

   

Toelichting

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114, alsmede de Europese Toezichthoudende Autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen), opgericht bij Verordening (EU) nr. 1094/2010, maakt de Europese Toezichthoudende Autoriteit deel uit van een Europees Systeem voor financieel toezicht (ESFT). Het ESFT heeft als hoofdtaak erop toe te zien dat de regels die gelden voor de financiële sector op de juiste wijze worden geïmplementeerd om de financiële stabiliteit te behouden en te zorgen voor vertrouwen in het financiële stelsel als geheel, alsmede voor een afdoende bescherming van de consumenten van financiële diensten.

Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van de Autoriteit met betrekking tot het werkprogramma (titel 3).

De Autoriteit stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke overschrijving tussen administratieve en beleidskredieten.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de EVA. Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement), die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2012 in totaal 6 262 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen) (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 48).

12 04 04     Europese Autoriteit voor effecten en markten

12 04 04 01   Europese Autoriteit voor effecten en markten — Bijdrage voor titels 1 en 2

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

5 838 477

5 838 477

5 264 000

5 264 000

   

Toelichting

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114, alsmede de Europese Toezichthoudende Autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), opgericht bij Verordening (EU) nr. 1095/2010, maakt de Europese Toezichthoudende Autoriteit deel uit van een Europees Systeem voor financieel toezicht (ESFT). Het ESFT heeft als hoofdtaak erop toe te zien dat de regels die gelden voor de financiële sector op de juiste wijze worden geïmplementeerd om de financiële stabiliteit te behouden en te zorgen voor vertrouwen in het financiële stelsel als geheel, alsmede voor een afdoende bescherming van de consumenten van financiële diensten.

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van de Autoriteit (titels 1 en 2).

De Autoriteit stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke overschrijving tussen administratieve en beleidskredieten.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de EVA. Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement), die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van de Europese Autoriteit voor effecten en markten (EAEM) is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).

Wanneer bijkomende taken aan de Europese Toezichthoudende Autoriteit worden toevertrouwd, moeten haar direct de passende aanvullende middelen worden toegewezen. De nieuwe bij de EAEM onder te brengen bevoegdheden op het gebied van short-selling en derivaten moeten worden weerspiegeld in de begroting voor 2012 zodra de desbetreffende rechtsgronden zijn vastgesteld.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).

12 04 04 02   Europese Autoriteit voor effecten en markten — Bijdrage voor titel 3

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 281 523

1 281 523

1 520 000

1 520 000

   

Toelichting

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114, alsmede de Europese Toezichthoudende Autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), opgericht bij Verordening (EU) nr. 1095/2010, maakt de Europese Toezichthoudende Autoriteit deel uit van een Europees Systeem voor financieel toezicht (ESFT). Het ESFT heeft als hoofdtaak erop toe te zien dat de regels die gelden voor de financiële sector op de juiste wijze worden geïmplementeerd om de financiële stabiliteit te behouden en te zorgen voor vertrouwen in het financiële stelsel als geheel, alsmede voor een afdoende bescherming van de consumenten van financiële diensten.

Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van de Autoriteit met betrekking tot het werkprogramma (titel 3).

De Autoriteit stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke overschrijving tussen administratieve en beleidskredieten.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de EVA. Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement), die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2012 in totaal 7 120 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

 

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL INTERNE MARKT

 

OVERHEIDSOPDRACHTEN

 

FINANCIËLE MARKTEN

 

FINANCIËLE INSTELLINGEN

 

KENNISECONOMIE

 

EXTERNE DIMENSIE VAN DE INTERNE MARKT

 

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR DE INTERNE MARKT

 

INTERNEMARKTBELEID

TITEL 13

REGIONAAL BELEID

Algemene samenvatting van de kredieten (2012 en 2011) en van de uitvoering (2010)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „REGIONAAL BELEID”

89 826 606

89 826 606

88 430 098

88 430 098

83 206 526,03

83 206 526,03

Reserves (40 01 40)

16 463

16 463

43 816

43 816

   
 

89 843 069

89 843 069

88 473 914

88 473 914

83 206 526,03

83 206 526,03

13 03

EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING EN ANDERE REGIONALE ACTIES

29 611 464 423

26 235 431 887

28 742 233 077

25 165 081 196

28 228 334 585,67

22 090 794 421,10

13 04

COHESIEFONDS

11 788 814 578

8 757 388 636

11 073 646 193

7 625 295 593

10 180 113 844,42

7 956 599 298,56

13 05

PRETOETREDINGSACTIES MET BETREKKING TOT HET STRUCTUURBELEID

555 341 668

455 543 710

478 530 004

438 405 253

408 129 576,—

478 944 000,—

13 06

SOLIDARITEITSFONDS

p.m.

p.m.

239 915 415

239 915 415

79 914 040,—

13 022 500,—

 

Titel 13 — Totaal

42 045 447 275

35 538 190 839

40 622 754 787

33 557 127 555

38 979 698 572,12

30 622 566 745,69

Reserves (40 01 40)

16 463

16 463

43 816

43 816

   
 

42 045 463 738

35 538 207 302

40 622 798 603

33 557 171 371

38 979 698 572,12

30 622 566 745,69

HOOFDSTUK 13 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „REGIONAAL BELEID”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

13 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „REGIONAAL BELEID”

13 01 01

Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Regionaal beleid”

5

59 156 818

57 649 687

58 491 065,08

Reserves (40 01 40)

   

43 816

 
   

59 156 818

57 693 503

58 491 065,08

13 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Regionaal beleid”

13 01 02 01

Extern personeel

5

2 137 197

2 112 520

1 762 873,56

13 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5

3 094 285

3 433 689

3 290 619,41

Reserves (40 01 40)

 

16 463

   
   

3 110 748

3 433 689

3 290 619,41

 

Artikel 13 01 02 — Subtotaal

 

5 231 482

5 546 209

5 053 492,97

Reserves (40 01 40)

 

16 463

   
   

5 247 945

5 546 209

5 053 492,97

13 01 03

Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten voor het beleidsterrein „Regionaal beleid”

5

3 978 856

4 177 302

4 539 812,80

13 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Regionaal beleid”

13 01 04 01

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Uitgaven voor administratief beheer

1.2

11 600 000

11 600 000

8 870 007,95

13 01 04 02

Instrument voor Pretoetredingssteun (IPA) — Regionale ontwikkeling — Uitgaven voor administratief beheer

4

5 659 450

4 506 900

2 468 161,—

13 01 04 03

Cohesiefonds — Uitgaven voor administratief beheer

1.2

4 200 000

4 950 000

3 783 986,23

 

Artikel 13 01 04 — Subtotaal

 

21 459 450

21 056 900

15 122 155,18

 

Hoofdstuk 13 01 — Totaal

 

89 826 606

88 430 098

83 206 526,03

Reserves (40 01 40)

 

16 463

43 816

 
   

89 843 069

88 473 914

83 206 526,03

13 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Regionaal beleid”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

13 01 01

59 156 818

57 649 687

58 491 065,08

Reserves (40 01 40)

 

43 816

 

Totaal

59 156 818

57 693 503

58 491 065,08

13 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Regionaal beleid”

13 01 02 01   Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

2 137 197

2 112 520

1 762 873,56

13 01 02 11   Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

13 01 02 11

3 094 285

3 433 689

3 290 619,41

Reserves (40 01 40)

16 463

   

Totaal

3 110 748

3 433 689

3 290 619,41

13 01 03     Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten voor het beleidsterrein „Regionaal beleid”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

3 978 856

4 177 302

4 539 812,80

13 01 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Regionaal beleid”

13 01 04 01   Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

11 600 000

11 600 000

8 870 007,95

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van uit het EFRO gefinancierde technische bijstand zoals bedoeld in artikel 45 van Verordening (EG) nr. 1083/2006. Technische bijstand kan dienen ter financiering van maatregelen op het gebied van voorbereiding, toezicht, administratieve en technische ondersteuning, evaluatie, audit en controle die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van deze verordening.

Dit krediet kan met name worden gebruikt ter financiering van:

 

uitgaven voor ondersteuning (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen, vertalingen);

 

uitgaven voor informatieverstrekking en publicaties;

 

uitgaven voor informatie- en communicatietechnologie;

 

dienstverleningscontracten;

 

uitgaven voor extern personeel in de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of personeel uit agentschappen) tot 3 060 000 EUR, alsook dienstreizen van dat personeel.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

13 01 04 02   Instrument voor Pretoetredingssteun (IPA) — Regionale ontwikkeling — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

5 659 450

4 506 900

2 468 161,—

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van maatregelen inzake technische bijstand voor het instrument voor pretoetredingssteun, zoals bepaald in artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82):

 

uitgaven in verband met de voorbereiding, beoordeling, goedkeuring, follow-up, controles, audits en evaluaties van meerjarenprogramma’s en/of individuele operaties en projecten in het kader van de afdeling regionale ontwikkeling van het IPA. Deze acties kunnen omvatten: contracten voor technische bijstand, deskundige bijstand op korte termijn, studies, vergaderingen, uitwisseling van ervaringen, netwerking, voorlichting en publiciteit, bewustmakingsactiviteiten, opleidingsactiviteiten, publicaties die rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma, en eventuele andere door de centrale diensten van de Commissie of door de delegaties van de Commissie in de begunstigde landen genomen ondersteunende maatregelen;

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

 

uitgaven voor extern personeel (arbeidscontractanten, plaatselijke functionarissen of gedetacheerde nationale deskundigen) dat bij de delegaties in dienst wordt genomen met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsmede de bijkomende logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologieën en telecommunicatie en huur, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegatie van het extern personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post;

 

de installatie, werking en interconnectie van computersystemen voor beheer, toezicht en evaluatie;

 

de verbetering van de evaluatiemethoden en de uitwisseling van informatie over de praktijken op dit gebied.

Dit krediet is ook bedoeld voor steun voor administratief leren en samenwerking met niet-gouvernementele organisaties en sociale partners.

Dit krediet dient ter financiering van de administratieve uitgaven uit hoofde van hoofdstuk 13 05.

13 01 04 03   Cohesiefonds — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

4 200 000

4 950 000

3 783 986,23

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van technische bijstand van het Cohesiefonds zoals bedoeld in artikel 45 van Verordening (EG) nr. 1083/2006. Technische bijstand kan dienen ter financiering van maatregelen op het gebied van voorbereiding, toezicht, administratieve en technische ondersteuning, evaluatie, audit en controle die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van die verordening.

Dit krediet kan met name worden gebruikt ter financiering van:

 

uitgaven voor ondersteuning (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen, vertalingen);

 

uitgaven voor informatieverstrekking en publicaties;

 

uitgaven voor informatie- en communicatietechnologie;

 

dienstverleningscontracten;

 

uitgaven voor extern personeel in de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of personeel uit agentschappen) tot 1 340 000 EUR, alsook dienstreizen van dat personeel.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1084/2006 van de Raad van 11 juli 2006 tot oprichting van het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 79).

HOOFDSTUK 13 03 — EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING EN ANDERE REGIONALE ACTIES

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 03

EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING EN ANDERE REGIONALE ACTIES

13 03 01

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Doelstelling 1 (2000-2006)

1.2

p.m.

1 200 000 000

p.m.

1 838 400 000

758 730,98

1 347 854 751,04

13 03 02

Voltooiing van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)

1.2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

13 03 03

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Doelstelling 1 (van vóór 2000)

1.2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

13 03 04

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Doelstelling 2 (2000-2006)

1.2

p.m.

145 596 619

p.m.

410 339 019

0,—

230 456 462,08

13 03 05

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Doelstelling 2 (van vóór 2000)

1.2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

13 03 06

Voltooiing van Urban (2000-2006)

1.2

p.m.

10 000 000

p.m.

15 100 000

0,—

10 062 524,98

13 03 07

Voltooiing van vroegere programma’s — communautaire initiatieven (van vóór 2000)

1.2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

13 03 08

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Technische bijstand en innovatieve acties (2000-2006)

1.2

p.m.

p.m.

p.m.

2 300 000

0,—

14 609 597,65

13 03 09

Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Technische bijstand en innovatieve acties (van vóór 2000)

1.2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

249 815,09

13 03 12

Bijdrage van de Unie aan het Internationaal Fonds voor Ierland

1.1

p.m.

13 608 766

p.m.

14 282 685

15 000 000,—

30 000 000,—

13 03 13

Voltooiing van het communautair initiatief Interreg III (2000-2006)

1.2

p.m.

90 000 000

p.m.

108 700 000

0,—

90 305 683,40

13 03 14

Voltooiing van de bijstand voor aan de kandidaat-lidstaten grenzende regio's — Voltooiing van vroegere programma’s (2000-2006)

1.2

0,—

0,—

13 03 16

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Convergentie

1.2

24 398 779 141

20 603 000 000

23 657 525 715

18 000 500 000

22 782 329 782,—

15 993 351 064,38

13 03 17

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — PEACE

1.2

33 392 292

40 000 000

32 737 542

27 200 000

32 095 629,—

27 172 505,76

13 03 18

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid

1.2

3 946 682 563

3 400 965 947

3 879 856 497

3 984 145 386

4 261 005 835,—

3 852 705 206,47

13 03 19

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Europese territoriale samenwerking

1.2

1 168 910 427

685 160 555

1 111 613 323

717 067 366

1 085 814 482,—

452 760 579,83

13 03 20

Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Operationele technische bijstand

1.2

50 000 000

35 000 000

50 000 000

35 000 000

42 830 126,69

36 045 424,65

13 03 21

Proefproject — Pan-Europese coördinatie van integratiemethoden voor de Roma

1.2

p.m.

p.m.

p.m.

2 500 000

0,—

2 018 419,59

13 03 22

Proefproject — Erasmus voor lokale en regionale afgevaardigden

1.2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

129 559,03

13 03 23

Proefproject — Betere regionale en lokale samenwerking door het bevorderen van het regionaal beleid van de Unie op wereldschaal

1.2

p.m.

p.m.

p.m.

1 546 740

1 500 000,—

1 072 827,15

13 03 24

Voorbereidende actie — Bevordering van een gunstiger omgeving voor microkrediet in Europa

1.2

p.m.

p.m.

p.m.

4 000 000

7 000 000,—

2 000 000,—

13 03 26

Proefproject — Duurzame regeneratie in voorsteden

1.2

500 000

500 000

500 000

250 000

   

13 03 27

Voorbereidende actie — RURBAN — Partnerschap voor duurzame stads-plattelandsontwikkeling

1.2

p.m.

1 000 000

2 000 000

1 000 000

   

13 03 28

Voorbereidende actie — Betere regionale en lokale samenwerking door het bevorderen van het regionaal beleid van de Unie op wereldschaal

1.2

2 000 000

2 000 000

2 000 000

1 000 000

   

13 03 29

Voorbereidende actie — Vaststelling bestuursmodel voor de Donauregio in de Europese Unie (betere en doeltreffende coördinatie)

1.2

1 500 000

1 500 000

1 500 000

750 000

   

13 03 30

Proefproject — Naar een gemeenschappelijke regionale identiteit, verzoening van naties en economische en sociale samenwerking, waaronder een Platform voor pan-Europese deskundigheid en excellentie in de macroregio van de Donau

1.2

2 000 000

2 000 000

2 000 000

1 000 000

   

13 03 31

Technische bijstand en verspreiding van informatie over de strategie van de Europese Unie voor de Oostzeeregio en een betere kennis inzake de strategie voor macroregio’s

1.2

2 500 000

2 500 000

2 500 000

p.m.

   

13 03 32

Voorbereidende actie inzake een Atlantisch forum voor de Atlantische strategie van de Europese Unie

1.2

1 200 000

600 000

       

13 03 33

Voorbereidende actie — Begeleiding van Mayotte of eventuele andere gebieden bij het proces van verkrijging van de status van ultraperifere regio

1.2

2 000 000

1 000 000

       

13 03 34

Voorbereidende actie — Erasmus voor lokale en regionale afgevaardigden

1.2

2 000 000

1 000 000

       
 

Hoofdstuk 13 03 — Totaal

 

29 611 464 423

26 235 431 887

28 742 233 077

25 165 081 196

28 228 334 585,67

22 090 794 421,10

Toelichting

Artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 voorziet in financiële correcties, waarvan de eventuele ontvangsten worden opgevoerd onder post 6 5 0 0 van de staat van ontvangsten. Deze ontvangsten kunnen aanleiding geven tot het openen van aanvullende kredieten, overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement, in die specifieke gevallen waarin het noodzakelijk is annulatie- of reductierisico's van eerder besloten correcties te dekken. Verordening (EG) nr. 1083/2006 voorziet in financiële correcties voor de periode 2007-2013.

Verordening (EG) nr. 1260/1999 stelt de voorwaarden vast voor de terugbetaling van voorschotten zonder dat de bijdrage van de structuurfondsen aan de desbetreffende maatregel daardoor wordt verminderd. Eventuele ontvangsten als gevolg van deze terugbetaling van voorschotten, die worden opgevoerd onder post 6 1 5 7 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opening van extra kredieten overeenkomstig de artikelen 18 en 157 van het Financieel Reglement. Verordening (EG) nr. 1083/2006 stelt de voorwaarden vast voor de terugbetaling van de voorfinanciering voor de periode 2007-2013.

De maatregelen inzake fraudebestrijding worden gefinancierd met middelen uit artikel 24 02 01.

Rechtsgronden

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name de artikelen 158, 159 en 161.

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 174, 175 en 177.

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Referentiebesluiten

Conclusies van de Europese Raad van Berlijn van 24 en 25 maart 1999.

Conclusies van de Europese Raad van Brussel van 15 en 16 december 2005.

13 03 01     Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Doelstelling 1 (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 200 000 000

p.m.

1 838 400 000

758 730,98

1 347 854 751,04

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de voor de programmeringsperiode 2000-2006 nog betaalbaar te stellen verplichtingen in het kader van doelstelling 1 van het EFRO.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

13 03 02     Voltooiing van het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de voor de periode 2000-2006 nog betaalbaar te stellen verplichtingen voor het speciale programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland. Het speciale programma voor vrede en verzoening werd voortgezet overeenkomstig de hierna genoemde conclusies van de Europese Raad van Berlijn om 500 000 000 EUR (prijzen van 1999) voor de nieuwe looptijd van het programma (2000-2004) beschikbaar te stellen. Ingevolge het verzoek in de conclusies van de Europese Raad van Brussel van 17 en 18 juni 2004 werd nog eens 105 000 000 EUR toegevoegd, die in 2005 en 2006 moet worden toegewezen, om de acties in het kader van het programma op één lijn te brengen met die van de andere programma’s van de structuurfondsen die in 2006 afliepen. Het additionaliteitsbeginsel moet volledig worden geëerbiedigd. De Commissie brengt over deze maatregel jaarlijks verslag uit aan het Europees Parlement.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

Beschikking 1999/501/EG van de Commissie van 1 juli 1999 tot vaststelling van een indicatieve verdeling over de lidstaten van de vastleggingskredieten voor doelstelling 1 van de structuurfondsen voor de periode 2000 tot en met 2006 (PB L 194 van 27.7.1999, blz. 49), met name overweging 5.

Besluit C(2001) 638 van de Commissie betreffende de goedkeuring van structurele bijstand van de Gemeenschap voor het onder doelstelling 1 vallende EU-werkprogramma voor vrede en verzoening (Peace-II-programma) in Noord-Ierland (Verenigd Koninkrijk) en het grensgebied (Ierland).

Referentiebesluiten

Conclusies van de Europese Raad van Berlijn van 24 en 25 maart 1999, met name punt 44, onder b).

Conclusies van de Europese Raad van Brussel van 17 en 18 juni 2004, met name punt 49.

13 03 03     Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Doelstelling 1 (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de nog uit het EFRO betaalbaar te stellen verplichtingen die in de programmeringsperiode vóór 2000 in het kader van de oude doelstellingen 1 en 6 zijn aangegaan.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 4254/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 15).

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

13 03 04     Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Doelstelling 2 (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

145 596 619

p.m.

410 339 019

0,—

230 456 462,08

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de nog uit het EFRO in het kader van doelstelling 2 betaalbaar te stellen verplichtingen voor de programmeringsperiode 2000-2006.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

13 03 05     Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Doelstelling 2 (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de nog uit de drie fondsen (EFRO, ESF, EOGFL, afdeling Oriëntatie) betaalbaar te stellen verplichtingen die in de programmeringsperioden vóór 2000 in het kader van de oude doelstellingen 2 en 5 b zijn aangegaan.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 4254/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 15).

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

13 03 06     Voltooiing van Urban (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

10 000 000

p.m.

15 100 000

0,—

10 062 524,98

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de nog uit het communautaire initiatief Urban II betaalbaar te stellen verplichtingen voor de programmeringsperiode 2000-2006. Het communautaire initiatief Urban beoogde de economische en sociale rehabilitatie van in crisis verkerende steden en stadswijken met het oog op duurzame stadsontwikkeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 28 april 2000 tot vaststelling van de richtsnoeren voor een communautair initiatief voor economische en sociale rehabilitatie van in crisis verkerende steden en buurten met het oog op een duurzame stadsontwikkeling (URBAN II) (PB C 141 van 19.5.2000, blz. 8).

13 03 07     Voltooiing van vroegere programma’s — communautaire initiatieven (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de nog uit het EFRO betaalbaar te stellen verplichtingen in verband met communautaire initiatieven van vóór 2000.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 4254/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen voor Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 15).

Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21).

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 13 mei 1992 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma’s die de lidstaten worden uitgenodigd op te stellen in het kader van een communautair initiatief voor de sterk van de textiel- en kledingsector afhankelijke regio's (Retex) (PB C 142 van 4.6.1992, blz. 5).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor globale subsidies of geïntegreerde operationele programma’s in het kader waarvan de lidstaten bijstandsaanvragen kunnen indienen uit hoofde van een communautair initiatief betreffende de herstructurering van de visserijsector (Pesca) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 1).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 houdende vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma’s die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief voor stedelijke gebieden (Urban) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 6).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 houdende vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma’s of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht voor te stellen in het kader van een communautair initiatief betreffende de aanpassing van middelgrote en kleine bedrijven aan de interne markt (MKB-initiatief) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 10).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 houdende nadere bijzonderheden betreffende de richtsnoeren voor het initiatief Retex (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 17).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma’s of globale subsidies waarvoor de lidstaten voorstellen mogen indienen in het kader van een communautair initiatief voor de omschakeling van de defensiesector (Konver) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 18).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma’s of globale subsidies waarvoor de lidstaten voorstellen mogen indienen in het kader van een communautair initiatief voor de economische omschakeling van ijzer- en staalzones (Resider II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 22).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma’s of globale subsidies waarvoor de lidstaten voorstellen mogen indienen in het kader van een communautair initiatief voor de economische omschakeling van steenkoolwinningsgebieden (Rechar II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 26).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma’s of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief „Aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (Adapt)”, dat gericht is op de bevordering van de werkgelegenheid en de aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 30).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma’s/globale subsidies die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief inzake „Werkgelegenheid en ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen” (Emploi) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 36).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma’s van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap voor de ultraperifere gebieden (Regis II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 44).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van richtsnoeren voor geïntegreerde globale subsidies en geïntegreerde operationele programma’s in het kader van een communautair initiatief voor plattelandsontwikkeling, waarvoor de lidstaten bijstandsaanvragen kunnen indienen (Leader II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 48).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma’s van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap betreffende de ontwikkeling van grensgebieden, grensoverschrijdende samenwerking en geselecteerde energienetten (Interreg II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 60).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 16 mei 1995 tot vaststelling van de richtsnoeren voor een initiatief in het kader van het speciaal steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (Peace I-programma) (PB C 186 van 20.7.1995, blz. 3).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 houdende vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma’s die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief voor stedelijke gebieden (Urban) (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 4).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 betreffende de vaststelling van gewijzigde richtsnoeren voor de operationele programma’s of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht voor te stellen in het kader van een communautair initiatief inzake „Werkgelegenheid en ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen”, bedoeld om de groei van de werkgelegenheid in hoofdzaak door de ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen te bevorderen (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 13).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 over de vaststelling van gewijzigde richtsnoeren voor de operationele programma’s of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht voor te stellen in het kader van een communautair initiatief: „Aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (Adapt)”, dat gericht is op de bevordering van de werkgelegenheid en de aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 7).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de door de lidstaten op te stellen operationele programma’s in het kader van het communautair initiatief Interreg betreffende transnationale samenwerking op het gebied van ruimtelijke ordening (Interreg II C) (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 23).

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 november 1997 over het speciale steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (1995-1999) (Peace I-programma) (COM(1997) 642).

13 03 08     Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Technische bijstand en innovatieve acties (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

2 300 000

0,—

14 609 597,65

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de nog uit het EFRO betaalbaar te stellen verplichtingen in verband met innovatieve acties en technische bijstand die in de programmeringsperiode 2000-2006 zijn aangegaan zoals vastgesteld in de artikelen 22 en 23 van Verordening (EG) nr. 1260/1999. Bij de innoverende acties gaat het om studies, modelprojecten en uitwisseling van ervaringen. Deze acties waren met name bedoeld om de kwaliteit van de bijstandsverlening uit de structuurfondsen te verbeteren. Onder technische bijstand vallen de maatregelen ter voorbereiding, follow-up, evaluatie, controle en beheer van de tenuitvoerlegging van het EFRO. Dit krediet kan met name worden gebruikt voor de financiering van:

 

uitgaven voor ondersteuning (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen);

 

uitgaven voor informatieverstrekking en publicaties;

 

uitgaven voor informatie- en communicatietechnologie;

 

contracten voor dienstverleners en studies;

 

beurzen.

Dit krediet dient ook voor de financiering van maatregelen van partners als voorbereiding op de volgende programmeringsperiode.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

13 03 09     Voltooiing van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Technische bijstand en innovatieve acties (van vóór 2000)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

249 815,09

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de afwikkeling van betalingsverplichtingen die het EFRO in programmeringsperioden vóór 2000 heeft aangegaan voor innoverende acties, maatregelen op het gebied van voorbereiding, follow-up of evaluatie, of andere soortgelijke vormen van technische bijstand waarin de verordeningen voorzien. Het dient ook voor de financiering van de vroegere meerjarenacties, met name die welke zijn goedgekeurd en uitgevoerd in het kader van de hieronder genoemde verordeningen, maar die niet onder de prioritaire doelstellingen van de fondsen vallen. Dit krediet zal zo nodig ook worden gebruikt voor de financiering, wanneer de overeenkomstige vastleggingskredieten voor de programmeringsperiode 2000-2006 niet beschikbaar zijn of niet zijn vastgesteld.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2088/85 van de Raad van 23 juli 1985 inzake de geïntegreerde mediterrane programma’s (PB L 197 van 27.7.1985, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 4254/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen voor Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 15).

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

13 03 12     Bijdrage van de Unie aan het Internationaal Fonds voor Ierland

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

13 608 766

p.m.

14 282 685

15 000 000,—

30 000 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de Uniebijdrage in de financiering van het Internationaal Fonds voor Ierland, opgericht bij de Engels-Ierse overeenkomst van 15 november 1985 en bedoeld voor het bevorderen van de economische en sociale vooruitgang en voor het aanmoedigen van de contacten, de dialoog en de verzoening tussen de Ierse bevolkingsgroepen.

Uit het fonds kunnen maatregelen in het kader van het initiatiefprogramma worden aangevuld en gesteund ten behoeve van het vredesproces in Noord-Ierland en de Republiek Ierland.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 177/2005 van de Raad van 24 januari 2005 betreffende financiële bijdragen van de Gemeenschap aan het Internationaal Fonds voor Ierland (2005-2006) (PB L 30 van 3.2.2005, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1232/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2010 betreffende financiële bijdragen van de Europese Unie aan het Internationaal Fonds voor Ierland (2007-2010) (PB L 346 van 30.12.2010, blz. 1).

13 03 13     Voltooiing van het communautair initiatief Interreg III (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

90 000 000

p.m.

108 700 000

0,—

90 305 683,40

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de nog uit het communautair initiatief Interreg III betaalbaar te stellen verplichtingen in verband met grensoverschrijdende, transnationale en interregionale samenwerking in de programmeringsperiode 2000-2006.

Er zal bijzondere aandacht worden geschonken aan grensoverschrijdende activiteiten, met name met het oog op een betere coördinatie met de programma’s Phare, Tacis, ISPA en MEDA.

Dit krediet dient ook ter dekking van de kosten van coördinatieactiviteiten op het gebied van grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit en -vaardigheden. De nodige aandacht zal worden besteed aan de samenwerking met de ultraperifere regio's.

Het kan worden gecombineerd met kredieten voor grensoverschrijdende samenwerking in het kader van het Phare-programma ten behoeve van gezamenlijke projecten aan de buitengrenzen van de Unie.

Dit krediet dient onder meer ter dekking van voorbereidende maatregelen ten gunste van lokale en regionale samenwerking tussen de oude en de nieuwe lidstaten en de kandidaat-lidstaten op de terreinen van democratie en sociale en regionale ontwikkeling.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1783/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 213 van 13.8.1999, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 2 september 2004 tot vaststelling van richtsnoeren voor een communautair initiatief betreffende trans-Europese samenwerking ter stimulering van een harmonieuze en evenwichtige ontwikkeling van de Europese ruimte — Interreg III (PB C 226 van 10.9.2004, blz. 2).

13 03 14     Voltooiing van de bijstand voor aan de kandidaat-lidstaten grenzende regio's — Voltooiing van vroegere programma’s (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

0,—

0,—

Toelichting

Dit artikel dient ter dekking van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen voor projecten uit de programmeringsperiode 2000-2006 in de aan de kandidaat-lidstaten grenzende regio's overeenkomstig de regels van het communautair initiatief Interreg III voor grensoverschrijdende, transnationale en interregionale samenwerking. Bij de maatregelen wordt rekening gehouden met de mededeling van de Commissie over de gevolgen van de uitbreiding voor de aan kandidaat-lidstaten grenzende regio's — Communautaire actie ten behoeve van grensregio's (COM(2001) 437).

13 03 16     Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Convergentie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

24 398 779 141

20 603 000 000

23 657 525 715

18 000 500 000

22 782 329 782,—

15 993 351 064,38

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de kosten van de programma’s krachtens de EFRO-doelstelling van convergentie in de programmeringsperiode 2007-2013. Met deze doelstelling wordt beoogd de convergentie van de minst ontwikkelde lidstaten en regio’s te versnellen door de voorwaarden voor groei en werkgelegenheid te verbeteren.

Een deel van het krediet is bedoeld voor de aanpak van intraregionale verschillen, zodat achter de algemene ontwikkelingssituatie van een regio geen achtergestelde territoriale eenheden schuilgaan waar sprake is van zichzelf bestendigende armoede.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

13 03 17     Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — PEACE

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

33 392 292

40 000 000

32 737 542

27 200 000

32 095 629,—

27 172 505,76

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het PEACE-programma in het kader van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” van het EFRO.

Het PEACE-programma zal ten uitvoer worden gelegd als een grensoverschrijdend samenwerkingsprogramma in de zin van artikel 3, lid 2, onder c), van Verordening (EG) nr. 1083/2006.

Het PEACE-programma bevordert sociale en economische stabiliteit in de desbetreffende regio's, en met name acties ter bevordering van de cohesie tussen gemeenschappen. Als gebied komen heel Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland in aanmerking. Dit programma zal worden uitgevoerd met volledige inachtneming van de additionaliteit van de acties van de structuurfondsen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Referentiebesluiten

Conclusies van de Europese Raad van Brussel van 15 en 16 december 2005.

13 03 18     Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 946 682 563

3 400 965 947

3 879 856 497

3 984 145 386

4 261 005 835,—

3 852 705 206,47

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van de programma’s in het kader van de doelstelling „Regionaal concurrentievermogen” van het EFRO in de programmeringsperiode 2007-2013. Buiten de minst ontwikkelde regio's wordt met deze doelstelling beoogd het concurrentievermogen en de aantrekkelijkheid van de regio's alsook de werkgelegenheid te verbeteren door rekening te houden met de doelstellingen van de Europa 2020-strategie.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

13 03 19     Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Europese territoriale samenwerking

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 168 910 427

685 160 555

1 111 613 323

717 067 366

1 085 814 482,—

452 760 579,83

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de programma’s in het kader van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” van het EFRO in de programmeringsperiode 2007-2013. Met deze doelstelling wordt beoogd de territoriale en macroregionale samenwerking en de uitwisseling van ervaringen op het passende territoriale niveau te versterken.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

13 03 20     Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) — Operationele technische bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

50 000 000

35 000 000

50 000 000

35 000 000

42 830 126,69

36 045 424,65

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van acties op het gebied van voorbereiding, toezicht, administratieve en technische ondersteuning, evaluatie, audit en inspectie die voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1083/2006 nodig zijn, zoals bepaald in artikel 45 van die verordening. Dit krediet kan met name worden gebruikt ter dekking van:

 

uitgaven voor ondersteuning (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen);

 

uitgaven voor informatie en publicatie;

 

de ontwikkeling van handleidingen en richtsnoeren voor subsidieaanvragen en de uitvoering van projecten;

 

uitgaven voor informatie- en communicatietechnologie;

 

contracten voor dienstverlening en studies;

 

subsidies.

Dit krediet dient ook voor de financiering van maatregelen die de Commissie heeft goedgekeurd in het kader van de voorbereiding van de volgende programmeringsperiode.

Dit krediet is ook bedoeld voor steun voor administratief leren en samenwerking met niet-gouvernementele organisaties en sociale partners.

Om lokale actoren in de Unie die betrokken zijn bij de uitvoering van programma’s van de structuurfondsen en het Cohesiefonds, te helpen en te ondersteunen (met name in de nieuwe lidstaten), moet de Commissie een project voor opleiding en mobiliteit ontwikkelen dat deze actoren in staat stelt hun vaardigheden betreffende het beheer van de programma’s te verbeteren en goede praktijken en ideeën uit te wisselen met betrekking tot de problemen waarmee ze geregeld te maken hebben. Dit zou het algemene beheer van en de institutionele capaciteitsopbouw met betrekking tot de programma’s en territoriale beleidsmaatregelen verbeteren.

Het gebrek aan opleiding ter plaatse van lokale autoriteiten en lokale medewerkers die belast zijn met het beheer van Uniemiddelen, vormt een belangrijke oorzaak van procedurefouten, ontoereikende controle en lage absorptiecijfers. De oprichting van een netwerk van opleiders die ter plaatse aan de slag gaan, zal de kosteneffectiviteit en de efficiëntie van het beleid zeker ten goede komen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

13 03 21     Proefproject — Pan-Europese coördinatie van integratiemethoden voor de Roma

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

2 500 000

0,—

2 018 419,59

Toelichting

Het proefproject heeft tot doel een complexe analyse in te voeren die gebaseerd is op het huidige inzicht in de problemen van de Romagemeenschap in de Unie, met nadruk op het volledige complexe en synergetische spectrum van onderwijs en opleiding, te beginnen bij kinderen die nog niet naar school gaan, via voortgezet onderwijs voor jonge moeders tot opleiding van ouderen.

Het proefproject zou ook een afspiegeling moeten vormen van de degelijke voorbereiding en tenuitvoerlegging van het institutionele proces, in de zin van raadpleging, netwerken, gegevensverzameling, beoordeling, bezoeken ter plaatse, onderzoek, enz. Een aantal lidstaten heeft maatregelen genomen ter bevordering van de integratie van de Roma. Er zijn tal van voorbeelden van zowel goede als slechte praktijken, evenals steeds meer sociologisch, juridisch en beleidsgericht onderzoek.

Er kan een Roma-unit worden opgericht om, vertrekkende van de tenuitvoerlegging van het Uniebeleid, sectorale kwesties te verkennen en passende acties en maatregelen voor te stellen die moeten worden opgenomen in de voorstellen voor een actieplan ter integratie van de Roma.

Deze unit kan ook sectoroverschrijdende samenwerking en het gebruik van de bestaande verschillende financiële instrumenten onderzoeken, en daarbij proefprojecten voorstellen en overdraagbare en duurzame goede praktijken identificeren die kunnen bijdragen tot het formuleren van concrete beleidsvoorstellen.

In deze context kan bijvoorbeeld worden gewezen op de behoefte aan langetermijnvoorstellen op het gebied van huisvesting en stadsontwikkeling (met, indien slecht voorbereid, het risico op segregatie, gettovorming, enz.), in combinatie met innovatief gebruik van steun van de regionale fondsen en de EIB/BERD, of de omvangrijke taak van gegevensverzameling (en -bescherming), statistieken, enz., maar hiermee samenhangend uiteraard ook kwesties zoals bestrijding van misdaad en mensenhandel, en fundamentele registratieproblemen.

Er moet bijzondere aandacht worden besteed aan de kwestie van verslaggeving in de media en communicatie in het algemeen.

Een absolute voorwaarde om te slagen is het op gang brengen van een proces van structurele dialoog met het maatschappelijk middenveld van de Roma, die zowel op lokaal, nationaal als Unieniveau moet worden ontwikkeld.

Het Europees Parlement is een pionier op het gebied van de bevordering van de rechten voor de Roma; zijn eerste resolutie hierover dateert al van 1984. Tijdens de zesde zittingsperiode heeft het Europees Parlement een aantal resoluties over de specifieke situatie van de Roma in Europa aangenomen. Meer bepaald verzocht het Europees Parlement in zijn resolutie van 31 januari 2008 over een Europese Romastrategie (PB C 68 E van 21.3.2009, blz. 31), „de Commissie een Europese kaderstrategie voor de integratie van de Roma te ontwikkelen om op Unieniveau beleidssamenhang op het gebied van de maatschappelijke integratie van de Roma te bieden” en verzocht het „de Commissie tevens gestalte te geven aan een omvattend communautair actieplan voor de integratie van de Roma met het oog op de verlening van financiële steun voor de verwezenlijking van de doelstelling van de Europese kaderstrategie voor de integratie van de Roma”. Ook in zijn resolutie van 10 juli 2008 over de telling van Roma op grond van etniciteit in Italië (PB C 294 E van 3.12.2009, blz. 54) heeft het Parlement deze verzoeken herhaald en heeft het „de Commissie en de lidstaten in het kader van een Romastrategie van de Europese Unie en in verband met het Decennium van maatschappelijke integratie van de Roma” opnieuw verzocht „om uitvoering van wetgeving en beleid die gericht zijn op de ondersteuning van Romagemeenschappen, met daarbij de bevordering van hun integratie op alle gebieden, en om de lancering van anti-racisme en anti-discriminatieprogramma’s op scholen, op het werk en in de media en om meer uitwisseling van deskundigheid en beste praktijken”.

Het Europees Parlement herinnert in dit verband aan het belang van de ontwikkeling van strategieën op Unie en nationaal niveau, met volledige gebruikmaking van de kansen die de Uniefondsen bieden, om een einde te maken aan de segregatie van de Roma in het onderwijs en te zorgen voor een toegang op gelijke voorwaarden voor Romakinderen (deelneming aan het reguliere onderwijs, invoering van speciale studiebeursregelingen en opleidingsprogramma’s, aanvullende en concrete maatregelen ter bevordering van voorschoolse educatie voor Romakinderen en postgraduatestudies op nationaal een internationaal niveau voor Romastudenten en de opleiding van een groep „Romadiplomaten” die de kloof tussen Romagemeenschappen en openbare instellingen kunnen overbruggen), waarborging en verbetering van de toegang van Roma tot de arbeidsmarkten, bieden van toegang op gelijke voorwaarden tot gezondheidszorg en sociale zekerheid, bestrijding van discriminatoire praktijken bij het bieden van huisvesting, meer deelname van Roma aan het sociale, economische, culturele en politieke leven.

Het Europees Parlement bevestigt de noodzaak van het opzetten van een netwerk van academische en civiele deskundigen met een duidelijk mandaat om specifieke proefprojecten voor te stellen en projecten uit te werken die ogenblikkelijke veranderingen bewerkstelligen.

Doel van dit proefproject is ook het verstrekken van onderwijsfaciliteiten voor Romagezinnen, met name de vroegtijdige integratie van kinderen in het voorschoolse onderwijs, de training van ouders en het uitvoeren van gemeenschapsactiviteiten voor het hele gezin, alsmede het verbeteren van de passieve vaardigheden van volwassenen.

In zijn conclusies van 14 december 2007 heeft de Europese Raad, „zich bewust van de uitzonderlijke situatie van de Roma in de Europese Unie, de lidstaten en de Unie verzocht alle mogelijke middelen te gebruiken om de integratie van de Roma te bevorderen”. In zijn conclusies van 19 en 20 juni 2008 stelde de Europese Raad dat hij uitziet naar het resultaat van … de komende conferentie die in september [2008] aan dit vraagstuk gewijd zal zijn. Hij verzoekt de Raad hiermee bij de bespreking van de herziene sociale agenda rekening te houden. De Europese Raad zal nog dit jaar op deze kwestie terugkomen.

13 03 22     Proefproject — Erasmus voor lokale en regionale afgevaardigden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

129 559,03

Toelichting

Doelstelling van dit proefproject: lokale en regionale raden in de Unie helpen en ondersteunen.

Het hoofdbeginsel van het proefproject bestaat in het aanmoedigen en steunen van de mobiliteit van verkozen lokale en regionale afgevaardigden binnen de Unie. Het tweede beginsel van het proefproject is dat het mobiliteitsaspect wordt ingebouwd in een overeengekomen programma voor opleiding ter plaatse en uitwisseling van ervaringen, waarbij de nadruk ligt op „economische en sociale cohesie”.

De doelstellingen zijn:

 

multilaterale samenwerking tussen territoriale en lokale en regionale instellingen op politiek niveau bevorderen;

 

de mobiliteit van verkozen lokale en regionale afgevaardigden ondersteunen;

 

gezamenlijk onderzoek en uitwisseling van ideeën bevorderen over de problemen waarmee zij geregeld te maken hebben, door middel van opleiding ter plaatse en uitwisseling van ervaringen;

 

de uitwisseling van beste praktijken bevorderen.

Hiermee wordt het proefproject een instrument om het leren en het opdoen van ervaringen voor verkozen lokale en regionale afgevaardigden te bevorderen en het vermogen van plaatselijke en regionale raden om concepten, democratische beginselen en strategieën toe te passen, te vergroten.

13 03 23     Proefproject — Betere regionale en lokale samenwerking door het bevorderen van het regionaal beleid van de Unie op wereldschaal

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

1 546 740

1 500 000,—

1 072 827,15

Toelichting

Dit project beoogt de ontwikkeling van een allesomvattende strategie die de kennis van en de ervaring uit het regionale beleid van de Unie bij derde landen moet bevorderen. Deze strategie omvat de organisatie van internationale evenementen, voorlichtingsacties, het uitbouwen van netwerken tussen regionale en lokale betrokkenen, de ontwikkeling van gezamenlijke projecten en nieuwe regionale partnerschappen, en de uitwisseling van goede praktijken tussen regio's. Door het model van het cohesiebeleid van de Unie als „succesverhaal” via een aantal regionale dialogen te bevorderen, kan de Unie deze acties gebruiken om haar waarden, fundamentele beginselen, organisatiestructuren en beleidsvormen op wereldvlak als voorbeeld te stellen en meer bekendheid te geven. De samenwerking met internationale organisaties die op dit vlak actief zijn (Forum of Global Associations of Regions (FOGAR) en United Cities and Local Government (UCLG), is hierbij uitermate nuttig.

13 03 24     Voorbereidende actie — Bevordering van een gunstiger omgeving voor microkrediet in Europa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

4 000 000

7 000 000,—

2 000 000,—

Toelichting

De Raad heeft bij meerdere gelegenheden (in 2000 en in maart 2003) gewezen op de voordelen van microfinanciering voor kleine ondernemingen. De Europese Raad heeft voor de eerste keer de lidstaten gevraagd specifieke aandacht te besteden aan het gebruik van microkrediet om de vestiging en groei van kleine ondernemingen te stimuleren. Microkrediet was een van de speerpunten van de financiële instrumenten in het Europese meerjarenprogramma (MAP/2002-2006) dat de Raad in december 2001 heeft aangenomen, waarbij „microlening” werd omschreven als een lening van minder dan 25 000 EUR.

Het programma Concurrentievermogen en innovatie (CIP), dat in 2006 is gestart, heeft ook betrekking op microkrediet, onder meer in het kader van de tweede faciliteit (garantiefaciliteit voor het MKB). Deze faciliteit, beheerd door het Europees Investeringsfonds (EIF) dient om financiële instellingen aan te moedigen een grotere rol te spelen door kleine leningen aan te bieden die normaal gesproken proportioneel hoge administratieve kosten met zich meebrengen voor leners die geen afdoende garanties kunnen bieden. Naast garanties en tegengaranties kunnen financiële tussenpersonen subsidie ontvangen om de hoge administratieve kosten in verband met microleningen te verminderen.

Deze voorbereidende actie is gericht op het stimuleren van de ontwikkeling van microkrediet in Europa, overeenkomstig de nieuwe doelstellingen inzake groei en werkgelegenheid van de Europa 2020-strategie en de aanbevelingen die zijn omschreven in de resolutie van het Europees Parlement van 11 juli 2007 over het beleid op het gebied van financiële diensten (2005-2010) — Witboek (PB C 175 E van 10.7.2008, blz. 392), met specifieke verwijzing naar de behoefte aan een actieplan voor microkrediet.

Doel van de voorbereidende actie is:

 

waarborgen dat de sector microkrediet in Europa zichzelf op middellange termijn kan financieren door het eigen vermogen van microfinancieringsinstellingen op te bouwen, met name van andere instellingen dan banken. Dit project kan worden beheerd door het EIF, de financiële instelling van de Unie die gespecialiseerd is in het midden- en kleinbedrijf en microfinanciering en die tevens de financiële instrumenten van de Unie beheert;

 

een grotere synergie stimuleren tussen de bestaande financiële instrumenten die gerelateerde gebieden dekken (CIP, Joint European Resources for Micro to Medium Enterprises (Jeremie), EFRO, EOF);

 

de sociale integratie stimuleren door middel van ondernemerschap en de daaraan gekoppelde economische groei. Groeperingen die met minder bevoorrechte groepen werken zouden begunstigers kunnen zijn van de beschikbaar gestelde middelen.

Het krediet heeft tot doel de voorbereidende actie die is goedgekeurd in 2008 uit te voeren; het zal met name worden gebruikt voor de ontwikkeling van een zaaikapitaalfonds.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

13 03 26     Proefproject — Duurzame regeneratie in voorsteden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

500 000

500 000

250 000

   

Toelichting

Het proefproject is bedoeld voor het toekennen van steun voor de sloop en reconstructie van oude en vervallen wooneenheden in Europese voorsteden, en voor het testen van de introductie van innovatieve en moderne criteria van bouwveiligheid, bouwtechnische kwaliteit, duurzaamheid en energie-efficiëntie. De hoofddoelstelling is de bevordering van sociale integratie in de voorsteden door middel van interventie in het huisvestingsbeleid.

De middelen van het project zijn bedoeld voor het financieren van:

 

de selectie van ten minste vijf dichtbevolkte proef-voorsteden in Europa met een grote behoefte aan bouwkundige regeneratie;

 

de vaststelling van hoogwaardige veiligheidsvereisten voor elke specifieke context (bv. aardbevingsbestendigheidsmaatregelen) en van kwaliteitsvereisten voor het ontwerp en de bouw van wooneenheden, met inbegrip van het ontwerp van privé- en openbare ruimten, de selectie van materialen, technische oplossingen, e.d.;

 

de vaststelling van energiebesparingsdoelstellingen en de energiemix, met een groter aandeel van hernieuwbare energiebronnen voor nieuwe wooneenheden;

 

de selectie van de meest efficiënte mix van financieringsinstrumenten voor het bevorderen van de regeneratie van vervallen stedelijke gebieden en innovatie in de bouwsector (doorlopende financiering, regionale steun, bonificatie op belastingtarief, publiek-private partnerschappen, e.d.);

 

de vaststelling van een pakket maatregelen voor het aanbieden van huisvestingsalternatieven voor de bewoners van de testlocaties en voor de participatie van deze groepen en van de locale gemeenschappen bij het herontwerpproces;

 

de ontwikkeling van een evaluatiemodel voor het controleren en evalueren van de resultaten van het project;

 

het starten van regeneratieprogramma’s in de testgebieden.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

13 03 27     Voorbereidende actie — RURBAN — Partnerschap voor duurzame stads-plattelandsontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 000 000

2 000 000

1 000 000

   

Toelichting

Het doel van de voorbereidende maatregel is het ontwikkelen van een partnerschapsmodel(len) voor steden en de omliggende plattelandsgebieden, het tot stand brengen van een betere samenwerking tussen de verschillende actoren en het uitvoeren van gemeenschappelijke stads-plattelandsinitiatieven op basis van de geïntegreerde benadering. Dit model/deze modellen kan/kunnen in de volgende programmeringsperiode worden gebruikt voor stads-plattelandsprojecten waar de Unie medefinanciering aan toekent.

Meer in het bijzonder is de voorbereidende maatregel gericht op:

 

het identificeren van gemeenschappelijke uitdagingen en kansen van stedelijke en plattelandsgebieden,

 

het herzien van bestaande stads-plattelandspartnerschappen in de lidstaten, het identificeren van gebieden van samenwerking en de daarbij betrokken plaatselijke en regionale actoren (publieke, private, niet-gouvernementele organisaties, enz.),

 

het in kaart brengen van innovatieve goede praktijken van stads-plattelandssamenwerking in bestaande partnerschappen,

 

het ontwikkelen van een model/modellen voor stads-plattelandssamenwerking en het uitwerken van een praktische gids voor deze vorm van partnerschap die mogelijkerwijs ingepast kan worden in de strategische richtsnoeren van de Commissie inzake cohesie in de volgende programmeringsperiode (na 2013).

De voorbereidende maatregel moet in de periode 2011-2012 worden uitgevoerd.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

13 03 28     Voorbereidende actie — Betere regionale en lokale samenwerking door het bevorderen van het regionaal beleid van de Unie op wereldschaal

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 000 000

2 000 000

2 000 000

1 000 000

   

Toelichting

Deze voorbereidende actie is gericht op de ontwikkeling van een omvattende strategie om de kennis omtrent en de ervaringen met het regionale beleid van de Unie door te geven aan derde landen, voortbouwend op de succesvolle uitvoering van het vorige proefproject, waarbij ook aandacht wordt besteed aan de specifieke behoeften in de verafgelegen gebiedsdelen van de Unie die niet de status van ultraperifere regio hebben. De internationale dimensie van het cohesiebeleid is in de loop van 2009 en het begin van 2010 flink groter geworden, met name door de extra kansen die zijn gecreëerd met de middelen van het proefproject. Deze voorbereidende actie is bedoeld om de activiteiten uit te breiden tot de ultraperifere regio's van de Unie en met name meer aandacht te besteden aan de ontwikkeling van regionaal bestuur, de uitvoering van opleidingsprogramma’s inzake lokale beleidsontwikkeling en strategische planning, alsmede procedurele kwesties inzake controlemechanismen en een goed financieel beheer.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

13 03 29     Voorbereidende actie — Vaststelling bestuursmodel voor de Donauregio in de Europese Unie (betere en doeltreffende coördinatie)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 500 000

1 500 000

1 500 000

750 000

   

Toelichting

Startdatum van het project: 1 januari 2011

Einddatum van het project: 31 december 2013

De Europese Raad van 19 juni 2009 heeft de Commissie formeel gevraagd om vóór eind 2010 een strategie van de Europese Unie voor de Donauregio te presenteren. De strategie, die tijdens het Hongaarse voorzitterschap van de EU, aan het begin van 2011, zal worden gelanceerd, zal worden vergezeld van een actieplan, dat continu verder zal worden ontwikkeld en geactualiseerd, met inachtneming van de voorstellen van de lidstaten. Artikel 3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie geeft de Unie meer mogelijkheden om de economische, sociale en territoriale cohesie, en de solidariteit tussen de lidstaten te vergroten. Deze voorbereidende actie is nodig voor de opbouw van de noodzakelijke bestuurscapaciteit en voor het versnellen van het proces van coördinatie voor een juist bestuursmodel voor de uitvoering van de strategie van de Europese Unie voor de Donauregio.

De Donauregio beschikt over een lange geschiedenis van networking en samenwerking op een groot aantal beleidsterreinen. De strategie en het actieplan daarvan maken het mogelijk woorden om te zetten in daden en de regio als geheel daadwerkelijke voordelen op te leveren. Er is behoefte aan een gemeenschappelijke strategische visie voor het vormgeven van de toekomstige territoriale ontwikkeling van de Donauregio. Het is duidelijk dat individuale actoren niet de maatregelen zullen kunnen nemen die nodig zijn om de uitdagingen van de regio aan te gaan en de kansen in het gebied volledig te benutten. Een strategie voor de Donauregio, bestaand uit gedetailleerde en constante maatregelen, en voorzien van voldoende financiële middelen, is essentieel voor het ontwikkelen van de Donauregio en het ten volle benutten van de voor de regio aanwezige kansen.

De Donau verbindt tien Europese landen — Duitsland, Oostenrijk, Slowakije, Hongarije, Kroatië, Servië, Roemenië, Bulgarije, Moldavië en Oekraïne — (waarvan zes lidstaten), en in een bredere territoriale context omvat het gebied ook Tsjechië, Slovenië, Bosnië en Herzegovina en Montenegro.

De Donauregio is een belangrijk kruispunt van de cohesiebeleidsprogramma’s van de Unie, programma’s in het kader van het nabuurschapsbeleid en programma’s voor potentiële kandidaat-lidstaten, en is derhalve een gebied waar versterkte synergie-effecten tussen de verschillende uniale beleidsmaatregelen tot stand kunnen worden gebracht. Te denken valt hierbij aan cohesie, vervoer, toerisme, landbouw en visserij, sociaal-economische ontwikkeling, energie, milieu, uitbreiding en nabuurschapsbeleid; de strategie van de Europese Unie voor de Donauregio moet worden ontwikkeld op de volgende samenwerkingsgebieden: sociale ontwikkeling en bescherming, duurzame economische ontwikkeling, vervoers- en energie-infrastructuur, milieubescherming, cultuur en onderwijs.

Bij de uitvoering van de strategie van de Europese Unie voor de Donauregio moet gebruik worden gemaakt van alle mogelijke financieringsbronnen, met name die van de Unie, de lidstaten, overige oeverstaten, internationale financiële instellingen en de privésector. De nadruk moet liggen op een verbeterde, efficiëntere en doeltreffendere coördinatie van de verschillende financieringsinstrumenten en de voorgestelde maatregelen. Verwacht wordt dat de strategie van de Europese Unie voor de Donaustrategie de sociaal-economische ontwikkeling van de regio middels een betere samenwerking tussen de lidstaten en de overige oeverstaten zal bevorderen. Dit zal leiden tot nieuwe kansen voor het bedrijfsleven, een versnelde ontwikkeling van een duurzaam, efficiënter en intermodaal vervoerssysteem, alsook een duurzame vervoers- en toerismesector, en tot verbetering van de kwaliteit van leven voor alle inwoners van het stroomgebied van de Donau, mét volledige eerbiediging van het milieu.

De voorbereidende actie zal aldus een op de specifieke gebieden van de Donauregio toegesneden bestuursmodel bevorderen of creëren.

De financiering is bedoeld voor activiteiten in verband met de vaststelling van het bestuursmodel dat nodig is voor de ontwikkeling en toepassing van de strategie van de Europese Unie voor de Donauregio. Het bestuursmodel zal leiden tot verbetering van de samenwerking tussen alle landen en regio's die deelnemen aan zogenaamde „flagship”-projecten op de volgende gebieden:

 

milieuvriendelijk gebruik van de Donau door de binnenvaart, intermodaliteit met andere vervoersmodi middels verbetering van alle infrastructuurvoorzieningen (met prioritaire aandacht voor een beter gebruik van bestaande infrastructuur) en door de ontwikkeling van een multimodaal vervoerssysteem langs de hele rivier, milieuvriendelijk gebruik van waterenergie langs de hele Donau, instandhouding en verbetering van de kwaliteit van het water in de Donau overeenkomstig Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2009 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (PB L 327 van 22.12.2000, blz. 1), strenge vereisten inzake scheepsveiligheid;

 

duurzaam toerisme: milieutoerisme, de ontwikkeling van fietsroutes langs bijna de hele Donau, ontwikkeling van traditioneel massatoerisme, stads- en plattelandstoerisme, zaken- en cruisetoerisme, sporttoerisme;

 

(bevordering en tenuitvoerlegging van) gezamenlijke projecten ter vergroting van de samenwerking op het gebied van energie, in het bijzonder energie-efficiëntie en hernieuwbare energiebronnen, in het licht van de potentie van de regio als bron van bio-energie, en ter bevordering van het gebruik van biomassa, zonne-, wind- en waterkrachtenergie;

 

bevordering van op de specifieke behoeften van de regio's toegesneden onderzoekinfrastructuur en specifieke clusters van kennis voor productinnovatie en marketing;

 

een gemeenschappelijk O&O-programma in/voor de Donauregio, gericht op steun voor wetenschappelijke ontwikkeling en innovatie door samenwerking tussen Donaustaten op de gebieden milieuonderzoek, visserij, landbouw, infrastructuur (waaronder energie), vervoer, opleiding en mobiliteit voor onderzoekers en sociaal-economische aspecten;

 

programma’s voor uitwisselingen tussen universiteiten in de regio en universiteitsnetwerken voor het bevorderen van centra van excellentie die de internationale concurrentie aankunnen, en ter versterking van de Donau-identiteit door middel van opleiding en verbetering van bestuur, een leven lang leren;

 

waarborgen van de veiligheid van de regio.

De strategie van de Europese Unie voor de Donauregio — Méér dan een strategie

Er zijn concrete en zichtbare maatregelen nodig om de uitdagingen van deze regio aan te pakken. De Commissie moet er in haar actieplan op hameren dat de lidstaten en andere betrokken partijen een voortrekkersrol vervullen voor specifieke prioritaire gebieden en „flagship”-projecten, bijvoorbeeld door het ontwikkelen van een specifiek en geïntegreerd bestuur overeenkomstig een gemeenschappelijke en geïntegreerde benadering van de strategie van de Europese Unie voor de Donauregio die door de Commissie op 8 december 2010 is vastgesteld.

De Commissie moet voorzien in een onafhankelijk, sectoroverschrijdend orgaan of benadering dat/die kan zorgen voor de noodzakelijke coördinatie, monitoring en follow-up van het actieplan, alsook voor een regelmatige actualisering van het plan en de strategie, indien noodzakelijk. De Commissie stelt op dit moment geen aanvullende financiering of andere hulpmiddelen voor. Een aantal van de specifieke maatregelen en projecten behoeven evenwel wel financiële steun. Een belangrijke bron zijn de structuurfondsen — de meeste programma’s voorzien reeds maatregelen zoals bedoeld in de strategie. De programma-autoriteiten kunnen de toekenningscriteria herzien en een faciliterende rol vervullen bij de selectie van projecten die aansluiten bij de strategie. Daarnaast kennen de lidstaten met gebruikmaking van hun eigen middelen steun toe aan projecten en maatregelen die bij de strategie aansluiten. De Europese Investeringsbank en andere internationale en regionale financiële instellingen kunnen ook bijdragen.

De maatregelen in het kader van het actieplan moeten worden gecoördineerd met vergelijkbare ontwikkelingen (in het bijzonder nieuwe verordeningen), waaronder op Unieniveau, teneinde voor samenhang en doeltreffendheid te zorgen.

De voortdurende economische crisis betekent dat het klimaat voor investeringen nu minder gunstig is, zowel voor de publieke, als de particuliere sector. Dit maakt het nog noodzakelijker dat de strategie van de Europese Unie voor de Donauregio de partners in het gebied in staat stelt een langetermijnbenadering te volgen, in de onderkenning dat wanneer deze crisis voorbij is de best voorbereide regio's het best uitgerust zullen zijn om in te spelen en gebruik te maken van de nieuwe kansen en innovaties.

Deze op initiatief van het Europees Parlement ingestelde voorbereidende actie heeft een looptijd van drie jaar, van januari 2011 tot december 2013, en het bedrag is 1 500 000 EUR per jaar.

De genoemde projecten behoeven een langdurige voorbereiding met de betrokken lidstaten en de betrokken autoriteiten van de derde landen. De eerste betalingen vonden plaats in 2011.

Deze voorbereidende actie, die stoelt op het bestaande wettelijk kader, biedt oplossingen voor duurzame samenwerking tussen lidstaten en andere oeverstaten. Het geeft invulling aan de strategie van de Europese Unie voor de Donauregio en de integratie daarvan in het beleid van de Unie in het algemeen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

13 03 30     Proefproject — Naar een gemeenschappelijke regionale identiteit, verzoening van naties en economische en sociale samenwerking, waaronder een Platform voor pan-Europese deskundigheid en excellentie in de macroregio van de Donau

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 000 000

2 000 000

2 000 000

1 000 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de organisatie of ontwikkeling van:

 

opleidingsprogramma’s en seminars voor jongeren met als doel om de gemeenschappelijke regionale identiteit van de volkeren in de macroregio van de Donau te benadrukken; deze programma’s moeten door middel van burgerschapsvorming en culturele uitwisseling bijdragen tot een progressieve, duurzame en toekomstgerichte Europese dimensie van co-existentie door aandacht te besteden aan het kweken van begrip voor elkaars aanwezigheid in de regio, het op elkaar aangewezen zijn en de noodzaak van samenwerking; ook door het stimuleren van dialoog en verzoening;

 

de verbetering en ontwikkeling van nieuwe oplossingen voor het aanbieden van deskundigheid door middel van toegankelijke platformen, informatieverstrekking betreffende projecten en het opbouwen van netwerken.

Het proefproject bevordert de sociale en economische stabiliteit in de betrokken regio's, door middel van onder meer acties om de samenhang tussen de gemeenschappen te bevorderen door de gelegenheid te bieden kennis te nemen en de erkenning te bevorderen van elkaars cultuur en geschiedenis en tevens de toegevoegde waarde van transnationale samenwerking te benadrukken. Hiermee wordt een duurzame grondslag gelegd voor een gemeenschappelijk platform dat toegang biedt tot regionale deskundigheid en een sterkere regionale samenwerking, en kan tevens gebruik worden gemaakt van ervaringen op het gebied van een macroregionale strategie. De regio die in aanmerking komt, is de macroregio van de Donau en de omringende landen, in overeenstemming met het Europese nabuurschapsbeleid. Aan de programma’s die in aanmerking komen voor financiering nemen ten minste drie lidstaten uit de regio deel.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

13 03 31     Technische bijstand en verspreiding van informatie over de strategie van de Europese Unie voor de Oostzeeregio en een betere kennis inzake de strategie voor macroregio’s

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 500 000

2 500 000

2 500 000

p.m.

   

Toelichting

Dit krediet heeft tot doel:

 

het waarborgen van een goede verspreiding van informatie door middel van nieuwsbrieven (ook online), rapporten en conferenties, en in het bijzonder door middel van het jaarlijkse forum;

 

de organisatie van evenementen ter plaatse om alle geïnteresseerde Europese regio’s bekend te maken met de Oostzeeaanpak en de beginselen van de macroregionale aanpak;

 

een succesvol beheer van de strategie door middel van het gedecentraliseerde systeem en in het bijzonder de werking van het systeem van prioritaire gebiedscoördinatoren en zogenaamde „flagship”-projectleiders;

 

technische en administratieve bijstand voor de planning en coördinatie van activiteiten in verband met de strategie van de Europese Unie voor de Oostzeeregio;

 

de beschikbaarheid van zaaikapitaal voor het plannen en voorbereiden van projecten ter ondersteuning van de strategie;

 

steun voor participatie door het maatschappelijk middenveld;

 

coördinatoren van prioritaire gebieden steun te blijven geven bij hun coördinerende werkzaamheden;

 

deel te nemen aan een uitvoeringsfaciliteit met de EIB, indien de Baltische lidstaten hierom vragen;

 

een ambitieuzere communicatiestrategie te ontwikkelen voor de strategie van de Europese Unie voor de Oostzeeregio.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

13 03 32     Voorbereidende actie inzake een Atlantisch forum voor de Atlantische strategie van de Europese Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 200 000

600 000

       

Toelichting

De instellingen van de Unie steunen de uitwerking van een Europese strategie voor de Atlantische regio. Er moet een transversaal actieplan worden opgesteld met concrete prioriteiten die vanaf 2014 moeten worden uitgevoerd. De Atlantische belanghebbenden moeten bij de ontwikkeling van dit actieplan worden betrokken.

Het actieplan moet goed aansluiten op het regionale beleid en het geïntegreerde maritieme beleid en moet ook synergieën met ander uniaal beleid in de hand werken, zoals met de trans-Europese vervoersnetwerken, het gemeenschappelijk visserijbeleid, klimaat- en milieuacties, het kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling, het energiebeleid, enz.

De voorbereidende actie zal een platform voor dialoog tussen belanghebbenden, het Atlantisch forum, financieren, dat tot doel heeft de prioritaire projecten en het bestuur van de Atlantische strategie te omschrijven.

De financiering voor deze voorbereidende actie dient om:

 

een Atlantisch forum op te richten waarbij belangrijke belanghebbenden worden aangemoedigd tot samenwerking in workshops, en afdoende publiciteit en een brede deelname worden gewaarborgd;

 

de leden van het forum te laten deelnemen aan een proces leidend tot de vaststelling van het transversale actieplan in het kader van de Atlantische strategie, in overeenstemming met de behoeften van de regio's en met de nadruk op duurzame groei in de kustgebieden en de maritieme sectoren in de Atlantische regio;

 

de technische werkzaamheden te financieren die nodig zijn om concrete prioritaire acties die in het actieplan opgenomen moeten worden, vast te stellen en de haalbaarheid ervan te onderzoeken.

De belanghebbenden worden bij de uitwerking van het actieplan geassisteerd door een onderaannemer. Deze onderaannemer is verantwoordelijk voor de uitvoering van de voorbereidende actie en staat onder toezicht van de Commissie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

13 03 33     Voorbereidende actie — Begeleiding van Mayotte of eventuele andere gebieden bij het proces van verkrijging van de status van ultraperifere regio

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 000 000

1 000 000

       

Toelichting

Het opzet om de status van land en gebied overzee te wijzigen in ultraperifere regio heeft in de geschiedenis van de Unie nog niet eerder plaatsgevonden. Met de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon is deze statuswijziging makkelijker geworden dankzij artikel 355, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie dat voorziet in een procedure met eenparigheid van stemmen in de Raad. De Franse regering is momenteel bezig met de samenstelling van een dossier met als doel de toekenning van de status van ultraperifere regio aan het departement Mayotte met ingang van 2014. Dit vormt de weerspiegeling van de essentiële structurele hervormingen die ertoe leiden dat de situatie van dit gebied overeenkomt met die van landen in de pretoetredingsfase, waarvoor de Unie een aantal steunmaatregelen heeft vastgesteld om de overname van het acquis en de uitvoering van het beleid van de Unie te vergemakkelijken. De autoriteiten van Mayotte moeten daarom nieuwe Europese middelen gaan beheren, waarbij het gaat om andere bedragen en procedures dan voor het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) waar zij momenteel middelen uit ontvangen. Deze voorbereidende actie zal voornamelijk gericht zijn op de verlening van technische bijstand voor de opleiding van functionarissen op Mayotte die zich moeten bezighouden met de voorbereiding, het beheer, het toezicht en de controle van de toekomstige operationele programma’s. Als grondgebied van een lidstaat kan Mayotte geen gebruikmaken van het pretoetredingsinstrument, maar aangezien het nog geen regio is als gedefinieerd in de algemene bepalingen van de structuurfondsen kan Mayotte evenmin technische bijstand ontvangen.

Deze voorbereidende actie heeft tot doel het departement Mayotte bij te staan bij het proces van overgang naar de status van ultraperifere regio.

Het gaat daarbij om de volgende acties:

 

opleiding van functionarissen ter plaatse die zich moeten bezighouden met de voorbereiding, het beheer, het toezicht en de controle van de toekomstige operationele programma’s;

 

uitvoering van studies voorafgaand aan de voorbereiding van toekomstige programma’s en evaluaties ex ante voor de vaststelling van de behoeften ter plaatse, ondersteuning van plaatselijke actoren bij de vaststelling van een regionale strategie, alsmede de zwaartepunten van de programma’s;

 

organisatie van algemene informatiebijeenkomsten voor volksvertegenwoordigers, lokale actoren en functionarissen over de gevolgen van de overgang naar de status van ultraperifere regio en institutionele voorlichting over de start van de programma’s;

 

oprichting van een „Europese Cel” bij het SGAER van Mayotte om deze in staat te stellen informatie te vergaren en te verspreiden onder de publieke partners, de opstelling en uitvoering van operationele programma’s te waarborgen en projectuitvoerders voor te lichten en te ondersteunen.

Deze voorbereidende actie kan worden ingezet voor enig ander gebied dat zich in een vergelijkbare situatie bevindt.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

13 03 34     Voorbereidende actie — Erasmus voor lokale en regionale afgevaardigden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 000 000

1 000 000

       

Toelichting

Deze voorbereidende actie heeft tot doel lokale en regionale raden in de Unie te helpen en te ondersteunen.

Het hoofdbeginsel van de voorbereidende actie bestaat in het aanmoedigen en steunen van de mobiliteit van verkozen lokale en regionale afgevaardigden binnen de Unie. Het tweede beginsel van de voorbereidende actie is dat het mobiliteitsaspect wordt ingebouwd in een overeengekomen programma voor opleiding ter plaatse en uitwisseling van ervaringen, waarbij de nadruk ligt op „economische en sociale cohesie”.

De doelstellingen zijn:

 

multilaterale samenwerking tussen territoriale en lokale en regionale instellingen op politiek niveau bevorderen;

 

de mobiliteit van verkozen lokale en regionale afgevaardigden ondersteunen;

 

gezamenlijk onderzoek en uitwisseling van ideeën bevorderen over de problemen waarmee zij geregeld te maken hebben, door middel van opleiding ter plaatse en uitwisseling van ervaringen;

 

de uitwisseling van beste praktijken bevorderen.

Hiermee wordt de voorbereidende actie een instrument om het leren en het opdoen van ervaringen voor verkozen lokale en regionale afgevaardigden te bevorderen en het vermogen van plaatselijke en regionale raden om concepten, democratische beginselen en strategieën toe te passen, te vergroten.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

HOOFDSTUK 13 04 — COHESIEFONDS

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 04

COHESIEFONDS

13 04 01

Cohesiefonds — Voltooiing van vroegere projecten (van vóór 2007)

1.2

p.m.

950 388 636

p.m.

1 377 495 593

0,—

2 320 616 283,07

13 04 02

Cohesiefonds

1.2

11 788 814 578

7 807 000 000

11 073 646 193

6 247 800 000

10 180 113 844,42

5 635 983 015,49

 

Hoofdstuk 13 04 — Totaal

 

11 788 814 578

8 757 388 636

11 073 646 193

7 625 295 593

10 180 113 844,42

7 956 599 298,56

Toelichting

Bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130 van 25.5.1994, blz. 1) stelt vast onder welke voorwaarden voorschotten die niet leiden tot vermindering van de bijdrage van de structuurfondsen aan de betrokken maatregel, moeten worden terugbetaald. Eventuele ontvangsten als gevolg van deze terugbetaling van voorschotten, die worden opgevoerd onder post 6 1 5 7 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig de artikelen 18 en 157 van het Financieel Reglement. Verordening (EG) nr. 1083/2006 stelt de voorwaarden vast voor de terugbetaling van de voorfinanciering voor de periode 2007-2013.

13 04 01     Cohesiefonds — Voltooiing van vroegere projecten (van vóór 2007)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

950 388 636

p.m.

1 377 495 593

0,—

2 320 616 283,07

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de nog uit het Cohesiefonds betaalbaar te stellen verplichtingen voor 2000 en de voltooiing van de programmeringsperiode 2000-2006.

De maatregelen inzake fraudebestrijding worden gefinancierd met middelen uit artikel 24 02 01.

Het krediet dient ook voor de financiering van maatregelen van partners als voorbereiding op de volgende programmeringsperiode.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 792/93 van de Raad van 30 maart 1993 tot instelling van een cohesiefinancieringsinstrument (PB L 79 van 1.4.1993, blz. 74).

Verordening (EG) nr. 1164/94 van de Raad van 16 mei 1994 tot oprichting van een Cohesiefonds (PB L 130 van 25.5.1994, blz. 1).

Referentiebesluiten

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name de artikelen 158 en 161.

13 04 02     Cohesiefonds

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

11 788 814 578

7 807 000 000

11 073 646 193

6 247 800 000

10 180 113 844,42

5 635 983 015,49

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de verplichtingen van het Cohesiefonds in de programmeringsperiode 2007-2013.

De maatregelen inzake fraudebestrijding worden gefinancierd met middelen uit artikel 24 02 01.

Dit krediet dient eveneens ter financiering van acties op het gebied van voorbereiding, toezicht, administratieve en technische ondersteuning, evaluatie, audit en inspectie die voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1083/2006 nodig zijn, zoals bepaald in artikel 45 van die verordening. Dit krediet kan met name worden gebruikt ter dekking van:

 

ondersteunende uitgaven (representatiekosten, opleiding, vergaderingen);

 

uitgaven voor informatieverstrekking en publicaties;

 

uitgaven voor informatie- en communicatietechnologie;

 

contracten voor dienstverlening en studies;

 

subsidies.

Dit krediet dient ook voor de financiering van maatregelen die de Commissie heeft goedgekeurd in het kader van de voorbereiding van de volgende programmeringsperiode.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1084/2006 van de Raad van 11 juli 2006 tot oprichting van het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 79).

Referentiebesluiten

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name de artikelen 158 en 161.

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name de artikelen 174 en 177.

HOOFDSTUK 13 05 — PRETOETREDINGSACTIES MET BETREKKING TOT HET STRUCTUURBELEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 05

PRETOETREDINGSACTIES MET BETREKKING TOT HET STRUCTUURBELEID

13 05 01

Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (Instrument for Structural Policies for Pre-accession — ISPA) — Voltooiing van vroegere projecten (2000-2006)

13 05 01 01

Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (ISPA) — Voltooiing van andere vroegere projecten (2000-2006)

4

p.m.

235 009 566

p.m.

329 949 308

0,—

343 029 203,64

13 05 01 02

Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid — Afronding van de pretoetredingshulp voor acht kandidaat-lidstaten

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

39 752 011,59

 

Artikel 13 05 01 — Subtotaal

 

p.m.

235 009 566

p.m.

329 949 308

0,—

382 781 215,23

13 05 02

Instrument voor pretoetredingssteun (Instrument for Pre-accession Assistance — IPA) — Regionale ontwikkeling

4

462 453 000

141 897 374

390 900 000

85 696 110

324 300 000,—

60 376 403,68

13 05 03

Instrument voor pretoetredingssteun (IPA) — Grensoverschrijdende samenwerking

13 05 03 01

Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit subrubriek 1b

1.2

50 481 765

50 000 000

51 615 763

13 000 000

48 521 497,—

20 817 029,19

13 05 03 02

Grensoverschrijdende samenwerking en deelname van kandidaat en potentiële kandidaat-lidstaten aan de transnationale en interregionale samenwerkingsprogramma’s van de structuurfondsen — Bijdrage uit rubriek 4

4

42 406 903

28 636 770

36 014 241

9 759 835

35 308 079,—

14 969 351,90

 

Artikel 13 05 03 — Subtotaal

 

92 888 668

78 636 770

87 630 004

22 759 835

83 829 576,—

35 786 381,09

 

Hoofdstuk 13 05 — Totaal

 

555 341 668

455 543 710

478 530 004

438 405 253

408 129 576,—

478 944 000,—

13 05 01     Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (Instrument for Structural Policies for Pre-accession — ISPA) — Voltooiing van vroegere projecten (2000-2006)

Toelichting

De door het pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (ISPA) verstrekte hulp was bedoeld om de kandidaat-lidstaten van Midden- en Oost-Europa te helpen bij hun toetreding tot de Unie. Het ISPA wordt gebruikt om de begunstigde landen te helpen voldoen aan de eisen van het acquis van de Unie op de gebieden milieu en vervoer.

13 05 01 01   Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (ISPA) — Voltooiing van andere vroegere projecten (2000-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

235 009 566

p.m.

329 949 308

0,—

343 029 203,64

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de ISPA-bijstand en van de buiten de Commissie verstrekte technische bijstand die nodig is voor de uitvoering ervan in de kandidaat-lidstaten van Midden- en Oost-Europa.

Op deze post mogen, ongeacht de begunstigde van de actie, geen administratieve uitgaven worden afgeboekt.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1266/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende de coördinatie van de bijstand aan de kandidaat-lidstaten in het kader van de pretoetredingsstrategie (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 68).

Verordening (EG) nr. 1267/1999 van de Raad van 21 juni 1999 tot instelling van een pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 73).

Verordening (EG) nr. 2257/2004 van de Raad van 20 december 2004 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3906/89, Verordening (EG) nr. 1267/1999, Verordening (EG) nr. 1268/1999 en Verordening (EG) nr. 2666/2000, teneinde rekening te houden met de status van Kroatië als kandidaat-lidstaat (PB L 389 van 30.12.2004, blz. 1).

13 05 01 02   Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid — Afronding van de pretoetredingshulp voor acht kandidaat-lidstaten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

39 752 011,59

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de ISPA-bijstand in de kandidaat-landen die op 1 mei 2004 lidstaat worden en van de voor de uitvoering ervan benodigde technische bijstand die buiten de Commissie wordt verstrekt.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1266/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende de coördinatie van de bijstand aan de kandidaat-lidstaten in het kader van de pretoetredingsstrategie (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 68).

Verordening (EG) nr. 1267/1999 van de Raad van 21 juni 1999 tot instelling van een pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 73).

13 05 02     Instrument voor pretoetredingssteun (Instrument for Pre-accession Assistance — IPA) — Regionale ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

462 453 000

141 897 374

390 900 000

85 696 110

324 300 000,—

60 376 403,68

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de steun van de Unie aan de kandidaat-landen die onder het IPA vallen, voor hun geleidelijke aanpassing aan de normen en het beleid van de Unie, waar van toepassing met inbegrip van het acquis van de Unie, met het oog op toetreding.

Met de component „regionale ontwikkeling” worden landen gesteund die hun beleid ontwikkelen en voorbereiden voor de tenuitvoerlegging en het beheer van het cohesiebeleid van de Unie, in het bijzonder bij hun voorbereiding voor de structuurfondsen. Dit krediet is ook bedoeld voor steun voor administratieve opleidingen en samenwerking met ngo's en sociale partners.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

13 05 03     Instrument voor pretoetredingssteun (IPA) — Grensoverschrijdende samenwerking

13 05 03 01   Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit subrubriek 1b

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

50 481 765

50 000 000

51 615 763

13 000 000

48 521 497,—

20 817 029,19

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling voor grensoverschrijdende samenwerking en de technische bijstand die buiten de Commissie wordt geleverd en nodig is voor de tenuitvoerlegging in de lidstaten.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

13 05 03 02   Grensoverschrijdende samenwerking en deelname van kandidaat en potentiële kandidaat-lidstaten aan de transnationale en interregionale samenwerkingsprogramma’s van de structuurfondsen — Bijdrage uit rubriek 4

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

42 406 903

28 636 770

36 014 241

9 759 835

35 308 079,—

14 969 351,90

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA) voor grensoverschrijdende samenwerkingsprojecten en de technische bijstand die buiten de Commissie wordt geleverd en nodig is voor de tenuitvoerlegging in de kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten.

Dit krediet dient ook ter dekking van de IPA-bijdrage voor de deelname van de kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten aan de relevante transnationale en interregionale samenwerkingsprogramma’s.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

HOOFDSTUK 13 06 — SOLIDARITEITSFONDS

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 06

SOLIDARITEITSFONDS

13 06 01

Solidariteitsfonds van de Europese Unie — Lidstaten

3.2

p.m.

p.m.

234 914 361

234 914 361

79 914 040,—

13 022 500,—

13 06 02

Solidariteitsfonds van de Europese Unie — Toetredingslanden

4

p.m.

p.m.

5 001 054

5 001 054

0,—

0,—

 

Hoofdstuk 13 06 — Totaal

 

p.m.

p.m.

239 915 415

239 915 415

79 914 040,—

13 022 500,—

13 06 01     Solidariteitsfonds van de Europese Unie — Lidstaten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

234 914 361

234 914 361

79 914 040,—

13 022 500,—

Toelichting

Dit artikel dient om de kredieten op te nemen die worden vrijgemaakt wanneer in de lidstaten bij grote rampen een beroep wordt gedaan op het Solidariteitsfonds van de Europese Unie. De hulp moet vooral worden toegekend bij natuurrampen, maar er kan aan de lidstaten in kwestie ook hulp worden verstrekt in spoedeisende situaties, met een deadline voor het gebruik ervan en de verplichting voor de begunstigde landen om het gebruik van de ontvangen hulp te verantwoorden. Ontvangen hulp die vervolgens wordt verrekend met betalingen door derde partijen, bijvoorbeeld op grond van het principe dat „de vervuiler betaalt” of die het uiteindelijke schadebedrag overschrijdt, moet worden teruggevorderd.

Over de toewijzing van de kredieten zal worden besloten middels een gewijzigde begroting die uitsluitend tot doel heeft middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie beschikbaar te stellen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad van 11 november 2002 tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (PB L 311 van 14.11.2002, blz. 3).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (COM(2005) 108), door de Commissie ingediend op 6 april 2005.

Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1).

13 06 02     Solidariteitsfonds van de Europese Unie — Toetredingslanden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

5 001 054

5 001 054

0,—

0,—

Toelichting

Dit artikel dient voor de opname van kredieten als gevolg van de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie in geval van grote rampen in landen die verwikkeld zijn in toetredingsonderhandelingen met de Unie. De hulp moet vooral worden toegekend bij natuurrampen, maar er kan aan de landen in kwestie ook hulp worden verstrekt in spoedeisende situaties, met een deadline voor het gebruik ervan en de verplichting voor de begunstigde landen om het gebruik van de ontvangen hulp te verantwoorden. Ontvangen hulp die vervolgens wordt verrekend met betalingen door derde partijen, bijvoorbeeld op grond van het principe dat „de vervuiler betaalt” of die het uiteindelijke schadebedrag overschrijdt, moet worden teruggevorderd.

Over de toewijzing van de kredieten zal worden besloten middels een gewijzigde begroting die uitsluitend tot doel heeft middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie beschikbaar te stellen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad van 11 november 2002 tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (PB L 311 van 14.11.2002, blz. 3).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (COM(2005) 108 definitief), door de Commissie ingediend op 6 april 2005.

Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

 

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL REGIONAAL BELEID

 

CONTROLE IN VERBAND MET HET COHESIEBELEID IN HET KADER VAN DE PRETOETREDING

 

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL REGIONAAL BELEID

TITEL 14

BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2012 en 2011) en van de uitvoering (2010)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE”

56 910 235

56 910 235

56 129 539

56 129 539

57 636 399,88

57 636 399,88

Reserves (40 01 40)

151 912

151 912

32 492

32 492

   
 

57 062 147

57 062 147

56 162 031

56 162 031

57 636 399,88

57 636 399,88

14 02

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE

3 400 000

2 404 215

3 000 000

2 380 447

2 474 413,01

2 650 313,81

14 03

INTERNATIONALE ASPECTEN VAN BELASTINGEN EN DOUANE

1 300 000

1 909 118

2 170 529

1 237 833

1 950 897,36

1 352 780,69

14 04

DOUANEBELEID

53 000 000

31 753 788

53 000 000

35 801 930

48 623 910,73

44 175 602,99

14 05

BELASTINGBELEID

28 200 000

17 237 770

27 800 000

19 234 016

22 077 141,44

20 604 867,07

 

Titel 14 — Totaal

142 810 235

110 215 126

142 100 068

114 783 765

132 762 762,42

126 419 964,44

Reserves (40 01 40)

151 912

151 912

32 492

32 492

   
 

142 962 147

110 367 038

142 132 560

114 816 257

132 762 762,42

126 419 964,44

HOOFDSTUK 14 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

14 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE”

14 01 01

Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Belastingen en douane-unie”

5

44 067 833

42 750 359

43 379 836,18

Reserves (40 01 40)

   

32 492

 
   

44 067 833

42 782 851

43 379 836,18

14 01 02

Uitgaven voor extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Belastingen en douane-unie”

14 01 02 01

Extern personeel

5

5 852 798

5 853 335

6 113 349,80

14 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5

2 773 625

3 176 150

3 544 316,—

Reserves (40 01 40)

 

151 912

   
   

2 925 537

3 176 150

3 544 316,—

 

Artikel 14 01 02 — Subtotaal

 

8 626 423

9 029 485

9 657 665,80

Reserves (40 01 40)

 

151 912

   
   

8 778 335

9 029 485

9 657 665,80

14 01 03

Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten voor het beleidsterrein „Belastingen en douane-unie”

5

2 963 979

3 097 695

3 366 897,90

14 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen voor het beleidsterrein „Belastingen en douane-unie”

14 01 04 01

Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt — Uitgaven voor administratief beheer

1.1

120 000

120 000

100 000,—

14 01 04 02

Douane 2013 en Fiscalis 2013 — Uitgaven voor administratief beheer

1.1

1 132 000

1 132 000

1 132 000,—

 

Artikel 14 01 04 — Subtotaal

 

1 252 000

1 252 000

1 232 000,—

 

Hoofdstuk 14 01 — Totaal

 

56 910 235

56 129 539

57 636 399,88

Reserves (40 01 40)

 

151 912

32 492

 
   

57 062 147

56 162 031

57 636 399,88

14 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Belastingen en douane-unie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

14 01 01

44 067 833

42 750 359

43 379 836,18

Reserves (40 01 40)

 

32 492

 

Totaal

44 067 833

42 782 851

43 379 836,18

14 01 02     Uitgaven voor extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Belastingen en douane-unie”

14 01 02 01   Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

5 852 798

5 853 335

6 113 349,80

14 01 02 11   Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

14 01 02 11

2 773 625

3 176 150

3 544 316,—

Reserves (40 01 40)

151 912

   

Totaal

2 925 537

3 176 150

3 544 316,—

14 01 03     Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten voor het beleidsterrein „Belastingen en douane-unie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

2 963 979

3 097 695

3 366 897,90

14 01 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen voor het beleidsterrein „Belastingen en douane-unie”

14 01 04 01   Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

120 000

120 000

100 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc, aangezien de contracten met bureaus voor technische bijstand de komende jaren aflopen.

Rechtsgronden

Zie artikel 14 02 01.

14 01 04 02   Douane 2013 en Fiscalis 2013 — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

1 132 000

1 132 000

1 132 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Wanneer de deelneming van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaat-lidstaten op de westelijke Balkan, aan uniale programma's tot ontvangsten leidt die worden geboekt onder post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, dan kunnen extra kredieten worden opgevoerd, in dezelfde verhouding als de verhouding tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten opgevoerd voor het programma, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie de artikelen 14 04 02 en 14 05 03.

HOOFDSTUK 14 02 — BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 02

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE

14 02 01

Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt

1.1

3 400 000

2 404 215

3 000 000

2 380 447

2 474 413,01

2 650 313,81

 

Hoofdstuk 14 02 — Totaal

 

3 400 000

2 404 215

3 000 000

2 380 447

2 474 413,01

2 650 313,81

14 02 01     Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 400 000

2 404 215

3 000 000

2 380 447

2 474 413,01

2 650 313,81

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven als gevolg van maatregelen die moeten bijdragen tot de voltooiing, de werking en de ontwikkeling van de interne markt.

Het ondersteunt het douane- en belastingbeleid van de Unie en omvat maatregelen die niet kunnen worden gefinancierd uit het programma Douane 2013 en het programma Fiscalis 2013.

Op het gebied van belastingen en douane dient dit krediet in de eerste plaats ter dekking van uitgaven voor:

 

de kosten van advies, studies, analysen en effectbeoordelingen;

 

activiteiten op het gebied van de indeling van goederen in het douanetarief en de inzameling van gegevens;

 

investeringen in software;

 

de productie en ontwikkeling van publiciteits-, bewustmakings- en opleidingsmateriaal.

Rechtsgronden

Taken die voortvloeien uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel gebied zoals vastgelegd in artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

HOOFDSTUK 14 03 — INTERNATIONALE ASPECTEN VAN BELASTINGEN EN DOUANE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 03

INTERNATIONALE ASPECTEN VAN BELASTINGEN EN DOUANE

14 03 01

Samenwerking op douanegebied en internationale bijstand — Voltooiing van eerdere programma's

4

0,—

0,—

14 03 03

Lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van belastingen en douane

4

1 300 000

1 240 927

1 170 529

1 237 833

1 203 073,45

1 203 073,45

14 03 04

Goed bestuur op fiscaal gebied

4

p.m.

668 191

1 000 000

p.m.

747 823,91

149 707,24

 

Hoofdstuk 14 03 — Totaal

 

1 300 000

1 909 118

2 170 529

1 237 833

1 950 897,36

1 352 780,69

14 03 01     Samenwerking op douanegebied en internationale bijstand — Voltooiing van eerdere programma's

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

0,—

0,—

Toelichting

Dit artikel dient ter dekking van de nog betaalbaar te stellen verplichtingen van de programma's Douane 2002 en Douane 2007.

De gefinancierde acties omvatten conferenties en seminars, technische bijstand en IT-ondersteuning voor het coördineren van opleidingsactiviteiten, technische bijstand en samenwerkingsactiviteiten die de Gemeenschap en de lidstaten samen met de douanediensten van derde landen uitvoeren om de coherentie van de interne en externe activiteiten van de Gemeenschap te waarborgen.

De beleidsuitgaven zijn bestemd voor maatregelen op het gebied van opleiding, technische bijstand en samenwerking, gericht op:

 

de kandidaat-lidstaten, teneinde deze in staat te stellen te voldoen aan de douaneregelgeving van de Gemeenschap in het kader van het uitbreidingsproces; wat dit betreft dient het krediet ter dekking van de kosten voor bijstand, conformiteitsbeoordeling en onderlinge koppeling van de nationale systemen met de systemen van de Gemeenschap;

 

derde landen, teneinde deze te helpen hun douanedienst te moderniseren.

Wanneer de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaat-lidstaten op de westelijke Balkan, aan uniale programma's tot ontvangsten leiden die worden geboekt onder post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen extra kredieten worden opgevoerd overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Wanneer de deelneming van derde landen, andere dan kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten op de westelijke Balkan, aan douanesamenwerkingsovereenkomsten tot ontvangsten leidt die worden geboekt onder post 6 0 3 2 van de algemene staat van ontvangsten, worden voor dit artikel extra kredieten opgevoerd overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit van de Raad van 19 maart 2001 waarbij de Commissie wordt gemachtigd namens de Europese Gemeenschap te onderhandelen over een wijziging van het op 15 december 1950 te Brussel ondertekende Verdrag houdende instelling van een Internationale Douaneraad, teneinde het de Europese Gemeenschap mogelijk te maken van genoemde organisatie lid te worden.

Beschikking nr. 253/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2003 houdende goedkeuring van een actieprogramma voor de douane in de Gemeenschap (Douane 2007) (PB L 36 van 12.2.2003, blz. 1).

De rechtsgrond van de acties op het gebied van de technische bijstand wordt gevormd door de verschillende overeenkomsten inzake samenwerking, vrijhandel, douane-unie en associatie die de Gemeenschap heeft gesloten met een groot aantal derde landen, en met name de kandidaat-lidstaten.

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (Instrument for Pre-Accession Assistance — IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

14 03 03     Lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van belastingen en douane

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 300 000

1 240 927

1 170 529

1 237 833

1 203 073,45

1 203 073,45

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdragen van de Unie aan:

 

de Werelddouaneorganisatie (WDO);

 

de International Tax Dialogue (ITD).

Rechtsgronden

Besluit 2007/668/EG van de Raad van 25 juni 2007 betreffende de uitoefening van de aan het voorlopige lidmaatschap van de Werelddouaneorganisatie verbonden rechten en plichten door de Europese Gemeenschap (PB L 274 van 18.10.2007, blz. 11).

Referentiebesluiten

Besluit van de Commissie van 4 juni 2008 over de deelname van de Gemeenschap aan de werkzaamheden van de International Tax Dialogue.

14 03 04     Goed bestuur op fiscaal gebied

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

668 191

1 000 000

p.m.

747 823,91

149 707,24

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor studies, raadplegingen, workshops, trainingen, conferenties, uitgaven voor technische en administratieve bijstand, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het bevorderen van goed bestuur in fiscale aangelegenheden.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

HOOFDSTUK 14 04 — DOUANEBELEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 04

DOUANEBELEID

14 04 01

Voltooiing van eerdere douaneprogramma's

1.1

p.m.

p.m.

0,—

244 809,—

14 04 02

Douane 2013

1.1

53 000 000

31 753 788

53 000 000

35 801 930

48 623 910,73

43 930 793,99

 

Hoofdstuk 14 04 — Totaal

 

53 000 000

31 753 788

53 000 000

35 801 930

48 623 910,73

44 175 602,99

14 04 01     Voltooiing van eerdere douaneprogramma's

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

0,—

244 809,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de uitvoering van het actieprogramma voor de douane in de Gemeenschap, en met name voor de financiering van gezamenlijke acties, IT-acties en overige acties.

Met dit doel dient dit krediet met name ter dekking van:

 

de reis- en verblijfkosten van de deelnemers uit de deelnemende landen in het kader van seminars en workshops, uitwisseling van ambtenaren, opleidingsactiviteiten, monitoring en benchmarking;

 

de organisatiekosten van seminars, workshops en soortgelijke vergaderingen;

 

de aanschaf- en ontwikkelingskosten van materiaal voor opleidingsactiviteiten;

 

de onderhouds-, ontwikkelings- en exploitatiekosten van de bestaande communicatie- en informatie-uitwisselingssystemen, de kosten van het netwerkbeheer en de exploitatiekosten van de communautaire elementen die bij de Commissie (of een aangewezen onderaannemer) zijn geïnstalleerd. Het gaat om de volgende systemen en netwerken: het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) — in zover noodzakelijk ter ondersteuning van de hier beschreven systemen —, het systeem voor gegevensverspreiding (DDS), het nieuwe geautomatiseerde systeem voor douanevervoer (NCTS/NSTI), het informatiesysteem betreffende het geïntegreerde tarief van de Gemeenschap (Taric), het informatiesysteem voor het overbrengen van zegels van oorsprong en de verzending van doorvoerzegels (TCO/TCT), de Europese douanelijst van chemische stoffen (ECICS), het Europees systeem betreffende bindende tariefinlichtingen (EBTI/RTCE), het systeem voor de bewaking van tariefcontingenten (TQS), het systeem inzake de vrijstelling van douanerechten op grond van de regeling actieve veredeling (IPR), het informatiesysteem betreffende „waarden per eenheid”, het informatiesysteem inzake ontheffingen en acties in het kader van de automatisering van de douane (e-Douane en modernisering van de douane);

 

met betrekking tot de communicatie- en informatie-uitwisselingssystemen die worden opgezet volgens de beheersprocedure van artikel 4 van Besluit 1999/468/EG: de kosten in verband met ontwerp, installatie, exploitatie en ontwikkeling, en met name hardware, software en netwerkaansluitingen die voor alle lidstaten identiek dienen te zijn met het oog op de interconnectie en interoperabiliteit van de systemen;

 

de kosten van bijstandsverlening aan gebruikers, de onderhoudskosten, de exploitatie- en ontwikkelingskosten van het antifraude-informatiesysteem (AFIS);

 

de kosten in verband met overige acties die noodzakelijk zijn voor de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma.

Wanneer de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaat-lidstaten op de westelijke Balkan, aan uniale programma's tot ontvangsten leiden die worden geboekt onder post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen extra kredieten worden opgevoerd overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Wanneer de deelneming van derde landen, andere dan kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten op de westelijke Balkan, aan douanesamenwerkingsovereenkomsten tot ontvangsten leidt die worden geboekt onder post 6 0 3 2 van de algemene staat van ontvangsten, worden voor dit artikel extra kredieten opgevoerd overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23).

Beschikking nr. 253/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2003 houdende goedkeuring van een actieprogramma voor de douane in de Gemeenschap (Douane 2007) (PB L 36 van 12.2.2003, blz. 1).

14 04 02     Douane 2013

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

53 000 000

31 753 788

53 000 000

35 801 930

48 623 910,73

43 930 793,99

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de tenuitvoerlegging van het programma Douane 2013 en met name de financiering van gezamenlijke acties, IT-acties en overige acties.

Met dit doel dient dit krediet met name ter dekking van:

 

de aanschaf-, ontwikkelings-, installatie-, onderhouds- en dagelijkse exploitatiekosten van de uniale componenten van de communicatie- en informatie-uitwisselingssystemen, namelijk: het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI), met inbegrip van de communicatiekosten in verband met het antifraude-informatiesysteem (AFIS); het geautomatiseerde systeem voor douanevervoer (CTS); de tariefsystemen, met name het systeem voor gegevensverspreiding (DDS), de gecombineerde nomenclatuur (GN), het informatiesysteem betreffende het geïntegreerde tarief van de Gemeenschap (Taric), het Europees systeem betreffende bindende tariefinlichtingen (EBTI), het systeem voor de bewaking van tariefcontingenten (TQS), het informatiesysteem inzake ontheffingen (Suspensions), het systeem voor het beheer van zegelmodellen (SMS), het informatiesysteem inzake veredelingsprocedures (ISPP), de Europese douanelijst van chemische stoffen (ECICS) en het systeem van geregistreerde exporteurs (REX); het systeem ter verbetering van de veiligheid als omschreven in Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1), met inbegrip van het uniale systeem voor risicobeheer, het uitvoercontrolesysteem (ECS), het invoercontrolesysteem (ICS) en het systeem inzake geautoriseerde marktdeelnemers (AEO); alle nieuwe douanegerelateerde communicatie- en informatie-uitwisselingssystemen, met inbegrip van elektronische douanesystemen die in het kader van de uniale wetgeving worden opgezet en in het werkprogramma zijn opgenomen;

 

de kosten van voorbereidende werkzaamheden, follow-up, toezicht, audits en evaluaties die rechtstreeks noodzakelijk zijn voor het beheer van het programma en voor de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma, met name studies, bijeenkomsten, voorlichtings- en publiciteitscampagnes, kosten van IT-netwerken voor de uitwisseling van informatie;

 

de reis- en verblijfkosten van de ambtenaren van de deelnemende landen in verband met benchmarkingactiviteiten, werkbezoeken, seminars, workshops, project- en stuurgroepen, opleidings- en monitoringactiviteiten;

 

de organisatiekosten van seminars, workshops en soortgelijke vergaderingen;

 

de reis- en verblijfkosten in verband met de deelname van ad hoc deskundigen en andere deelnemers;

 

de aanschaf-, ontwikkelings-, installatie- en onderhoudskosten van opleidingssystemen en -modules voor zover deze gemeenschappelijk zijn voor alle deelnemende landen;

 

de kosten van alle overige activiteiten die noodzakelijk zijn voor de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma.

Wanneer de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaat-lidstaten op de westelijke Balkan, aan uniale programma's tot ontvangsten leiden die worden geboekt onder post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen extra kredieten worden opgevoerd overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Wanneer de deelneming van derde landen, andere dan kandidaat-lidstaten en eventuele potentiële kandidaat-lidstaten op de westelijke Balkan, aan douanesamenwerkingsovereenkomsten tot ontvangsten leidt die worden geboekt onder post 6 0 3 2 van de algemene staat van ontvangsten, worden voor dit artikel extra kredieten opgevoerd overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23).

Besluit 2000/305/EG van de Raad van 30 maart 2000 inzake de sluiting van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Zwitserland betreffende de uitbreiding van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) in het kader van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 102 van 27.4.2000, blz. 50).

Besluit 2000/506/EG van de Raad van 31 juli 2000 inzake de sluiting van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Noorwegen betreffende de uitbreiding van het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI) in het kader van de Overeenkomst betreffende een gemeenschappelijke regeling inzake douanevervoer (PB L 204 van 11.8.2000, blz. 35).

Beschikking nr. 624/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot vaststelling van een actieprogramma voor de douane in de Gemeenschap (Douane 2013) (PB L 154 van 14.6.2007, blz. 25).

Beschikking nr. 70/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2008 betreffende een papierloze omgeving voor douane en bedrijfsleven (PB L 23 van 26.1.2008, blz. 21).

Verordening (EG) nr. 450/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (gemoderniseerd douanewetboek) (PB L 145 van 4.6.2008, blz. 1).

HOOFDSTUK 14 05 — BELASTINGBELEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 05

BELASTINGBELEID

14 05 01

Voltooiing van eerdere Fiscalis-programma's

1.1

p.m.

0,—

0,—

14 05 02

Automatisering van de accijnzen (EMCS)

1.1

p.m.

190 436

0,—

743 549,18

14 05 03

Fiscalis 2013

1.1

28 200 000

17 237 770

27 800 000

19 043 580

22 077 141,44

19 861 317,89

 

Hoofdstuk 14 05 — Totaal

 

28 200 000

17 237 770

27 800 000

19 234 016

22 077 141,44

20 604 867,07

14 05 01     Voltooiing van eerdere Fiscalis-programma's

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit artikel dient ter dekking van de uitgaven voor de tenuitvoerlegging van het actieprogramma ter verbetering van het functioneren van de belastingstelsels in de interne markt (Fiscalis 2007), en met name de financiering van communicatie- en informatie-uitwisselingssystemen, gezamenlijke acties en alle overige activiteiten waartoe wordt besloten overeenkomstig de beheersprocedure van artikel 4 van Besluit 1999/468/EG.

Met dit doel dient dit krediet met name ter dekking van:

 

de kosten om de bestaande systemen operationeel te houden, met name FIS (Fiscalis-informatiesysteem), dat bestaat uit VIES (btw-informatie-uitwisselingssysteem), EWSE (vroegtijdig waarschuwingssysteem voor accijnzen) en het systeem van de „excise duty tables”, en CCN/CSI (gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface); dit betreft voornamelijk de onderhouds-, ontwikkelings- en exploitatiekosten van deze systemen en de onderhoudskosten van het netwerk;

 

de kosten van de ontwikkeling, de aankoop, de installatie, de werking en de evolutie van de nieuwe geplande systemen, waaronder het systeem voor de controle van het verkeer van accijnsgoederen, de elektronische handel en de Achtste Richtlijn 79/1072/EEG van de Raad van 6 december 1979 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Regeling voor de teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde aan niet in het binnenland gevestigde belastingplichtigen (PB L 331 van 27.12.1979, blz. 11) (de achtste btw-richtlijn): in het bijzonder wat de hardware, de software en de netwerken betreft, die alle deelnemende landen gemeenschappelijk moeten hebben gelet op de vereiste interconnectie en interoperabiliteit van de systemen;

 

de kosten van haalbaarheidsonderzoeken voor de nieuwe systemen op het gebied van de directe belastingen die zich nog in de ontwerpfase bevinden;

 

de reis- en verblijfkosten van ambtenaren van de deelnemende landen die bevoegd zijn voor de indirecte belastingen, in verband met hun deelname aan uitwisselingen, seminars of multilaterale controles;

 

de reis- en verblijfkosten en de aanschaf- en ontwikkelingskosten van noodzakelijk opleidingsmateriaal;

 

de organisatiekosten van seminars en soortgelijke vergaderingen;

 

de kosten van andere activiteiten die worden vastgesteld overeenkomstig de beheersprocedure van artikel 4 van Besluit 1999/468/EG.

Wanneer de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaat-lidstaten op de westelijke Balkan, aan uniale programma's tot ontvangsten leiden die worden geboekt onder post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen extra kredieten worden opgevoerd overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Beschikking nr. 2235/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 3 december 2002 tot vaststelling van een communautair programma ter verbetering van het functioneren van de belastingstelsels in de interne markt (Fiscalis-programma 2003-2007) (PB L 341 van 17.12.2002, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1798/2003 van de Raad van 7 oktober 2003 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde (PB L 264 van 15.10.2003, blz. 1).

14 05 02     Automatisering van de accijnzen (EMCS)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

190 436

0,—

743 549,18

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het opzetten van een meerjarenprogramma met het oog op de automatisering van de accijnzen, met name:

 

de ontwikkeling, de ondersteuning en het testen van het systeem, de beheerstaken, de kwaliteitscontrole van de ontwikkelde en geïnstalleerde producten, de coördinatie, de voorzieningen overeenkomstig de definitie van de uniale elementen van het systeem en de functionele en technische specificaties ervan;

 

het opzetten van voorlichtings- en opleidingsacties;

 

het beveiligingsplan van het systeem.

Rechtsgronden

Beschikking nr. 1152/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 juni 2003 betreffende geautomatiseerde verwerking van gegevens inzake het verkeer van en de controle op accijnsgoederen (PB L 162 van 1.7.2003, blz. 5).

14 05 03     Fiscalis 2013

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

28 200 000

17 237 770

27 800 000

19 043 580

22 077 141,44

19 861 317,89

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de tenuitvoerlegging van het programma Fiscalis 2013, en met name de financiering van gezamenlijke acties, IT-acties en overige acties.

Het dient met name ter dekking van:

 

de aanschaf-, ontwikkelings-, installatie-, onderhouds- en dagelijkse exploitatiekosten van de uniale componenten van de communicatie- en informatie-uitwisselingssystemen, namelijk: het gemeenschappelijk communicatienetwerk met gemeenschappelijke systeeminterface (CCN/CSI); het btw-informatie-uitwisselingssysteem (VIES); accijnssystemen; het systeem voor toezicht op het verkeer van accijnsgoederen (EMCS); alle nieuwe belastinggerelateerde communicatie- en informatie-uitwisselingssystemen die in het kader van de uniale/communautaire wetgeving worden opgezet en in het werkprogramma zijn opgenomen;

 

de kosten van voorbereidende werkzaamheden, follow-up, toezicht, audits en evaluaties die rechtstreeks noodzakelijk zijn voor het beheer van het programma en voor de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma, met name studies, bijeenkomsten, voorlichtings- en publiciteitscampagnes, en kosten van IT-netwerken voor de uitwisseling van informatie;

 

de reis- en verblijfkosten van de ambtenaren van de deelnemende landen in verband met multilaterale controles, werkbezoeken, seminars, projectgroepen;

 

de organisatiekosten voor seminars en soortgelijke vergaderingen;

 

de reis- en verblijfkosten in verband met de deelname van ad hoc deskundigen en andere deelnemers;

 

de aanschaf-, ontwikkelings-, installatie- en onderhoudskosten van opleidingssystemen en –modules voor zover deze gemeenschappelijk zijn voor alle deelnemende landen;

 

de kosten van alle overige activiteiten die noodzakelijk zijn voor de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma.

Wanneer de bijdragen van kandidaat-lidstaten en, indien van toepassing, potentiële kandidaat-lidstaten op de westelijke Balkan, aan uniale programma's tot ontvangsten leidt die worden geboekt onder post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen extra kredieten worden opgevoerd overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Wanneer de deelneming van derde landen, andere dan kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten op de westelijke Balkan, aan douanesamenwerkingsovereenkomsten tot ontvangsten leidt die worden geboekt onder post 6 0 3 2 van de algemene staat van ontvangsten, worden voor dit artikel extra kredieten opgevoerd overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1798/2003 van de Raad van 7 oktober 2003 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 218/92 (PB L 264 van 15.10.2003, blz. 1).

Beschikking nr. 1482/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2007 tot vaststelling van een communautair programma ter verbetering van het functioneren van de belastingstelsels in de interne markt (Fiscalis-2013) (PB L 330 van 15.12.2007, blz. 1).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

 

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE

TITEL 15

ONDERWIJS EN CULTUUR

Algemene samenvatting van de kredieten (2012 en 2011) en van de uitvoering (2010)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONDERWIJS EN CULTUUR”

125 335 933

125 335 933

126 032 266

126 032 266

130 950 404,19

130 950 404,19

Reserves (40 01 40)

29 933

29 933

38 857

38 857

   
 

125 365 866

125 365 866

126 071 123

126 071 123

130 950 404,19

130 950 404,19

15 02

EEN LEVEN LANG LEREN, MET INBEGRIP VAN MEERTALIGHEID

1 345 007 430

1 109 141 456

1 228 660 600

1 104 727 525

1 265 482 323,94

1 222 520 218,50

15 04

ONTWIKKELING VAN CULTURELE EN AUDIOVISUELE SAMENWERKING IN EUROPA

174 780 000

157 985 000

166 157 000

151 390 000

171 302 211,47

156 143 781,85

15 05

AANMOEDIGING EN BEVORDERING VAN SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN JEUGD EN SPORT

145 108 000

130 000 000

136 108 000

128 140 000

156 372 903,08

153 636 818,79

15 07

MENSEN — PROGRAMMA VOOR DE MOBILITEIT VAN ONDERZOEKERS

906 662 068

589 555 947

765 407 000

486 111 289

632 616 662,43

396 671 019,89

 

Titel 15 — Totaal

2 696 893 431

2 112 018 336

2 422 364 866

1 996 401 080

2 356 724 505,11

2 059 922 243,22

Reserves (40 01 40)

29 933

29 933

38 857

38 857

   
 

2 696 923 364

2 112 048 269

2 422 403 723

1 996 439 937

2 356 724 505,11

2 059 922 243,22

HOOFDSTUK 15 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONDERWIJS EN CULTUUR”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

15 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONDERWIJS EN CULTUUR”

15 01 01

Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

5

52 261 852

51 125 145

52 372 259,24

Reserves (40 01 40)

   

38 857

 
   

52 261 852

51 164 002

52 372 259,24

15 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

15 01 02 01

Extern personeel

5

3 973 490

3 901 014

4 116 253,19

15 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5

3 361 487

4 486 448

6 206 282,84

Reserves (40 01 40)

 

29 933

   
   

3 391 420

4 486 448

6 206 282,84

 

Artikel 15 01 02 — Subtotaal

 

7 334 977

8 387 462

10 322 536,03

Reserves (40 01 40)

 

29 933

   
   

7 364 910

8 387 462

10 322 536,03

15 01 03

Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten voor het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

5

3 515 104

3 704 533

4 060 847,60

15 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

15 01 04 14

Erasmus Mundus — Uitgaven voor administratief beheer

1.1

914 000

996 000

799 868,65

15 01 04 17

Samenwerking met derde landen op het gebied van onderwijs en beroepsopleiding — Uitgaven voor administratief beheer

4

80 000

80 000

64 828,08

15 01 04 22

Een leven lang leren — Uitgaven voor administratief beheer

1.1

8 750 000

9 000 000

9 029 811,83

15 01 04 30

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van programma’s onder rubriek 1a

1.1

21 444 000

21 444 000

22 965 318,—

15 01 04 31

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van programma’s onder rubriek 3b

3.2

15 572 000

15 644 000

16 313 469,34

15 01 04 32

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van programma’s onder rubriek 4

4

600 000

600 000

597 000,—

15 01 04 44

Programma „Cultuur” (2007-2013) — Uitgaven voor administratief beheer

3.2

550 000

550 000

459 023,31

15 01 04 55

Jeugd in actie — Uitgaven voor administratief beheer

3.2

780 000

780 000

1 234 193,95

15 01 04 60

Media 2007 — Programma ter ondersteuning van de Europese audiovisuele sector — Uitgaven voor administratief beheer

3.2

725 000

725 000

719 624,80

15 01 04 68

Media Mundus — Uitgaven voor administratief beheer

3.2

75 000

175 000

 
 

Artikel 15 01 04 — Subtotaal

 

49 490 000

49 994 000

52 183 137,96

15 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeksactiviteiten op het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

15 01 05 01

Uitgaven voor onderzoekspersoneel

1.1

1 952 000

1 952 000

1 434 689,44

15 01 05 02

Extern personeel voor onderzoek

1.1

700 000

700 000

232 966,70

15 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoek

1.1

348 000

348 000

341 263,11

 

Artikel 15 01 05 — Subtotaal

 

3 000 000

3 000 000

2 008 919,25

15 01 60

Aanschaf van documentatie

15 01 60 01

Bibliotheekfonds, abonnementen, aankoop van boeken en onderhoud van het bibliotheekbezit

5

2 734 000

2 734 000

2 759 713,75

 

Artikel 15 01 60 — Subtotaal

 

2 734 000

2 734 000

2 759 713,75

15 01 61

Kosten van stages voor afgestudeerden bij de instelling

5

7 000 000

7 087 126

7 242 990,36

 

Hoofdstuk 15 01 — Totaal

 

125 335 933

126 032 266

130 950 404,19

Reserves (40 01 40)

 

29 933

38 857

 
   

125 365 866

126 071 123

130 950 404,19

15 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

15 01 01

52 261 852

51 125 145

52 372 259,24

Reserves (40 01 40)

 

38 857

 

Totaal

52 261 852

51 164 002

52 372 259,24

15 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

15 01 02 01   Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

3 973 490

3 901 014

4 116 253,19

15 01 02 11   Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

15 01 02 11

3 361 487

4 486 448

6 206 282,84

Reserves (40 01 40)

29 933

   

Totaal

3 391 420

4 486 448

6 206 282,84

15 01 03     Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten voor het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

3 515 104

3 704 533

4 060 847,60

15 01 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

15 01 04 14   Erasmus Mundus — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

914 000

996 000

799 868,65

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstellingen van het programma of de maatregelen die onder dit begrotingsonderdeel vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen gebruikt worden voor extra uitgaven, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie artikel 15 02 02.

15 01 04 17   Samenwerking met derde landen op het gebied van onderwijs en beroepsopleiding — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

80 000

80 000

64 828,08

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstellingen van het programma of de maatregelen die onder dit begrotingsonderdeel vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Rechtsgronden

Zie artikel 15 02 03.

15 01 04 22   Een leven lang leren — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

8 750 000

9 000 000

9 029 811,83

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstellingen van het programma of de maatregelen die onder dit begrotingsonderdeel vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie post 15 02 22.

15 01 04 30   Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van programma’s onder rubriek 1a

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

21 444 000

21 444 000

22 965 318,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur die voortvloeien uit de deelneming van het Agentschap aan het beheer van programma’s onder rubriek 1a van het financiële kader 2007-2013 en de voltooiing van acties die vóór 2007 werden gesteund.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).

Rechtsgronden

Besluit 1999/382/EG van de Raad van 26 april 1999 tot vaststelling van de tweede fase van het communautaire actieprogramma inzake beroepsopleiding „Leonardo da Vinci” (PB L 146 van 11.6.1999, blz. 33).

Besluit nr. 253/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 januari 2000 tot vaststelling van de tweede fase van het communautaire actieprogramma op onderwijsgebied „Socrates” (PB L 28 van 3.2.2000, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Besluit nr. 2317/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 december 2003 tot invoering van een programma voor de verhoging van de kwaliteit van het hoger onderwijs en de bevordering van het intercultureel begrip door middel van samenwerking met derde landen (Erasmus Mundus) (2004-2008) (PB L 345 van 31.12.2003, blz. 1).

Beschikking nr. 2318/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 december 2003 tot goedkeuring van een meerjarenprogramma (2004-2006) voor de doeltreffende integratie van informatie- en communicatietechnologie (ICT) in de onderwijs- en beroepsopleidingsstelsels in Europa (eLearning-programma) (PB L 345 van 31.12.2003, blz. 9).

Besluit nr. 791/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van op Europees niveau actieve organisaties en ter ondersteuning van gerichte activiteiten op het gebied van onderwijs en opleiding (PB L 138 van 30.4.2004, blz. 31).

Besluit nr. 1720/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot vaststelling van een actieprogramma op het gebied van een leven lang leren (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 45).

Besluit nr. 1298/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot invoering van het actieprogramma Erasmus Mundus 2009-2013 voor de verhoging van de kwaliteit van het hoger onderwijs en de bevordering van het intercultureel begrip door middel van samenwerking met derde landen (PB L 340 van 19.12.2008, blz. 83).

Referentiebesluiten

Besluit 2009/336/EG van de Commissie van 20 april 2009 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur voor het beheer van de communautaire maatregelen op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur — overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad (PB L 101 van 21.4.2009, blz. 26).

15 01 04 31   Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van programma’s onder rubriek 3b

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

15 572 000

15 644 000

16 313 469,34

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur die voortvloeien uit de deelneming van het Agentschap aan het beheer van programma’s onder rubriek 3b van het financiële kader 2007-2013 en de voltooiing van acties die vóór 2007 werden gesteund.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).

Rechtsgronden

Besluit 95/563/EG van de Raad van 10 juli 1995 betreffende een programma ter bevordering van de ontwikkeling en de distributie van Europese audiovisuele werken (Media II — Ontwikkeling en distributie) (1996-2000) (PB L 321 van 30.12.1995, blz. 25).

Besluit 95/564/EG van de Raad van 22 december 1995 betreffende de tenuitvoerlegging van een opleidingsprogramma voor de vakmensen van de Europese audiovisueleprogramma-industrie (Media II — Opleiding) (PB L 321 van 30.12.1995, blz. 33).

Besluit nr. 508/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 februari 2000 tot instelling van het programma „Cultuur 2000” (PB L 63 van 10.3.2000, blz. 1).

Besluit nr. 1031/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 april 2000 tot vaststelling van het communautaire actieprogramma „Jeugd” (PB L 117 van 18.5.2000, blz. 1).

Besluit 2000/821/EG van de Raad van 20 december 2000 betreffende de uitvoering van een programma ter aanmoediging van de ontwikkeling, de distributie en de promotie van Europese audiovisuele werken (Media Plus — Ontwikkeling, distributie en promotie) (2001-2005) (PB L 336 van 30.12.2000, blz. 82).

Besluit nr. 163/2001/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 januari 2001 betreffende de uitvoering van een opleidingsprogramma voor vakmensen van de Europese audiovisuele programma-industrie (Media-opleiding) (2001-2005) (PB L 26 van 27.1.2001, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Besluit nr. 790/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter ondersteuning van organisaties die op Europees niveau actief zijn op het terrein van jeugdzaken (PB L 138 van 30.4.2004, blz. 24).

Besluit nr. 792/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter ondersteuning van organisaties die op Europees niveau op cultuurgebied actief zijn (PB L 138 van 30.4.2004, blz. 40).

Besluit nr. 1718/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 betreffende de uitvoering van een programma ter ondersteuning van de Europese audiovisuele sector (Media 2007) (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 12).

Besluit nr. 1719/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot vaststelling van het programma „Jeugd in actie” voor de periode 2007-2013 (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 30).

Besluit nr. 1855/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot vaststelling van het programma „Cultuur” (2007-2013) (PB L 372 van 27.12.2006, blz. 1).

Referentiebesluiten

Besluit 2009/336/EG van de Commissie van 20 april 2009 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur voor het beheer van de communautaire maatregelen op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur — overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad (PB L 101 van 21.4.2009, blz. 26).

15 01 04 32   Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van programma’s onder rubriek 4

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

600 000

600 000

597 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur die voortvloeien uit de deelneming van het Agentschap aan het beheer van programma’s onder rubriek 4 van het financiële kader 2007-2013 en de voltooiing van acties die vóór 2007 werden gesteund.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).

Rechtsgronden

Besluit 2001/196/EG van de Raad van 26 februari 2001 betreffende de sluiting van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika tot vernieuwing van het samenwerkingsprogramma op het gebied van het hoger onderwijs, het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding (PB L 71 van 13.3.2001, blz. 7).

Besluit 2001/197/EG van de Raad van 26 februari 2001 betreffende de sluiting van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Canada tot vernieuwing van het samenwerkingsprogramma op het gebied van het hoger onderwijs, het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding (PB L 71 van 13.3.2001, blz. 15).

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Besluit 2006/910/EG van de Raad van 4 december 2006 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika tot vernieuwing van het samenwerkingsprogramma op het gebied van het hoger onderwijs, het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding (PB L 346 van 9.12.2006, blz. 33).

Besluit 2006/964/EG van de Raad van 18 december 2006 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van Canada tot vaststelling van een kader voor samenwerking op het gebied van hoger onderwijs, beroepsopleiding en jongeren (PB L 397 van 30.12.2006, blz. 14).

Referentiebesluiten

Besluit 2009/336/EG van de Commissie van 20 april 2009 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur, voor het beheer van de communautaire maatregelen op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad (PB L 101 van 21.4.2009, blz. 26).

15 01 04 44   Programma „Cultuur” (2007-2013) — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

550 000

550 000

459 023,31

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstellingen van het programma of de maatregelen die onder dit begrotingsonderdeel vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie artikel 15 04 44.

15 01 04 55   Jeugd in actie — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

780 000

780 000

1 234 193,95

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstellingen van het programma of de maatregelen die onder dit begrotingsonderdeel vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie artikel 15 05 55.

15 01 04 60   Media 2007 — Programma ter ondersteuning van de Europese audiovisuele sector — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

725 000

725 000

719 624,80

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en van alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die mogelijk voortvloeien uit de deelneming van de Zwitserse Bondsstaat aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie post 15 04 66 01.

15 01 04 68   Media Mundus — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

75 000

175 000

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die mogelijk voortvloeien uit de deelneming van de Zwitserse Bondsstaat aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie nieuw artikel 15 04 68.

15 01 05     Ondersteunende uitgaven voor onderzoeksactiviteiten op het beleidsterrein „Onderwijs en cultuur”

15 01 05 01   Uitgaven voor onderzoekspersoneel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

1 952 000

1 952 000

1 434 689,44

15 01 05 02   Extern personeel voor onderzoek

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

700 000

700 000

232 966,70

15 01 05 03   Overige beheersuitgaven voor onderzoek

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

348 000

348 000

341 263,11

15 01 60     Aanschaf van documentatie

15 01 60 01   Bibliotheekfonds, abonnementen, aankoop van boeken en onderhoud van het bibliotheekbezit

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

2 734 000

2 734 000

2 759 713,75

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de aankoop van boekwerken en andere publicaties, supplementen op de aanwezige werken;

 

de uitgaven voor inbinden en dergelijke, voor een goede bewaring van boekwerken en tijdschriften;

 

de kosten van abonnementen op kranten en gespecialiseerde tijdschriften;

 

andere gespecialiseerde publicaties op papier en/of in elektronische vorm.

Opgemerkt zij dat dit krediet niet de kosten dekt van:

 

de vestigingen van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op hoofdstuk 01 05 van de betreffende titels;

 

vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03;

 

buiten de Unie gedane soortgelijke uitgaven die worden afgeboekt op artikel 01 03 02 van de betreffende titels.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 30 000 EUR per jaar.

15 01 61     Kosten van stages voor afgestudeerden bij de instelling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

7 000 000

7 087 126

7 242 990,36

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met stages voor afgestudeerden die ten doel hebben een algemeen beeld te geven van de doelstellingen en problemen van de Unie, kennis bij te brengen over de werking van de instellingen en de gelegenheid te geven de verworven kennis aan te vullen met werkervaring bij de diensten van de Commissie.

Dit krediet dekt de toekenning van beurzen en andere uitgaven die hiermee verband houden (aanvullende beurs voor personen ten laste of voor gehandicapte stagiairs, ongevallen- en ziektekostenverzekering enz., door de stage veroorzaakte reiskosten, en met name aan het begin en einde van de stage, alsmede de organisatiekosten van evenementen in verband met het stageprogramma, zoals bezoeken en kosten van ontvangst). Het dekt ook de uitgaven voor evaluatie om het programma van de stages en de voorlichtingsacties te optimaliseren.

Bij de selectie van stagiairs worden objectieve, doorzichtige criteria gehanteerd en wordt gestreefd naar een geografisch evenwicht.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, van het Financieel Reglement wordt geraamd op 870 000 EUR per jaar.

HOOFDSTUK 15 02 — EEN LEVEN LANG LEREN, MET INBEGRIP VAN MEERTALIGHEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 02

EEN LEVEN LANG LEREN, MET INBEGRIP VAN MEERTALIGHEID

15 02 02

Erasmus Mundus

1.1

105 654 000

86 188 852

96 540 000

85 696 110

97 358 092,54

88 354 693,10

15 02 03

Samenwerking met derde landen op het gebied van onderwijs en beroepsopleiding

4

9 000 000

7 636 472

2 673 600

4 760 895

7 813 548,30

6 475 061,92

15 02 09

Voltooiing van vorige programma’s op het gebied van onderwijs en opleiding

1.1

p.m.

761 743

0,—

6 881 923,93

15 02 11

Europees Instituut voor innovatie en technologie

15 02 11 01

Europees Instituut voor innovatie en technologie — Bestuursstructuur

1.1

4 493 000

3 169 028

6 200 000

5 903 510

3 419 899,56

3 076 119,48

15 02 11 02

Europees Instituut voor innovatie en technologie — Kennis- en innovatiegemeenschappen (KIG's)

1.1

74 831 000

65 512 600

56 600 000

42 790 924

27 229 381,50

17 971 195,94

 

Artikel 15 02 11 — Subtotaal

 

79 324 000

68 681 628

62 800 000

48 694 434

30 649 281,06

21 047 315,42

15 02 22

Programma „Een leven lang leren”

1.1

1 110 476 000

907 251 074

1 027 655 000

927 422 343

1 091 420 456,04

1 060 295 083,70

15 02 23

Voorbereidende actie — Programma van het type „Erasmus” voor leerlingen

1.1

p.m.

300 000

0,—

3 169,99

15 02 25

Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding

15 02 25 01

Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding — Bijdrage voor titels 1 en 2

1.1

12 668 834

12 668 834

12 850 000

12 850 000

12 265 000,—

12 265 000,—

15 02 25 02

Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding — Bijdrage voor titel 3

1.1

4 340 066

4 340 066

2 892 000

2 892 000

4 655 000,—

4 655 000,—

 

Artikel 15 02 25 — Subtotaal

 

17 008 900

17 008 900

15 742 000

15 742 000

16 920 000,—

16 920 000,—

15 02 27

Europese Stichting voor opleiding

15 02 27 01

Europese Stichting voor opleiding — Bijdrage voor titels 1 en 2

4

14 468 414

14 468 414

14 328 000

14 328 000

15 000 000,—

15 839 873,58

15 02 27 02

Europese Stichting voor opleiding — Bijdrage voor titel 3

4

5 576 116

5 576 116

6 022 000

5 522 000

3 832 000,—

3 457 948,42

 

Artikel 15 02 27 — Subtotaal

 

20 044 530

20 044 530

20 350 000

19 850 000

18 832 000,—

19 297 822,—

15 02 29

Proefproject — Samenwerking tussen Europese technologische instituten

1.1

p.m.

0,—

1 202 566,97

15 02 30

Proefproject — Europees nabuurschapsbeleid — Verbetering van onderwijs door beurzen en uitwisselingen

1.1

p.m.

p.m.

0,—

81 978,20

15 02 31

Proefproject ter dekking van kosten van studies voor studenten die zich specialiseren in het Europees nabuurschapsbeleid (ENB) en voor gerelateerde academische activiteiten, zoals de oprichting van een ENB-leerstoel in het Europacollege in Natolin

1.1

p.m.

580 000

2 900 000

1 500 000

1 500 000,—

1 200 000,—

15 02 32

Proefproject — Europees nabuurschapsbeleid — Verbetering van onderwijs door beurzen en uitwisselingen

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

988 946,—

760 603,27

15 02 33

Voorbereidende actie ter dekking van de studiekosten van personen die gespecialiseerd zijn in het Europees nabuurschapsbeleid (ENB) en voor daarmee verband houdende academische activiteiten en andere onderwijsmodules, onder meer de ENB-leerstoel in het Europacollege in Natolin

1.1

3 500 000

1 750 000

       
 

Hoofdstuk 15 02 — Totaal

 

1 345 007 430

1 109 141 456

1 228 660 600

1 104 727 525

1 265 482 323,94

1 222 520 218,50

15 02 02     Erasmus Mundus

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

105 654 000

86 188 852

96 540 000

85 696 110

97 358 092,54

88 354 693,10

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het Erasmus Mundus II-programma (2009-2013), en van de voltooiing van acties in het kader van het vorige Erasmus Mundus-programma (2004-2008). De doelstellingen van het Erasmus Mundus II-programma zijn:

 

de gestructureerde samenwerking tussen instellingen voor hoger onderwijs en academisch personeel in Europa en derde landen bevorderden met de bedoeling uitmuntendheidscentra te creëren en hoogopgeleide mensen af te leveren;

 

een pool van goed gekwalificeerde, ruimdenkende en internationaal ervaren vrouwen en mannen creëren en zodoende bijdragen tot de wederzijdse verrijking van samenlevingen door de mobiliteit te bevorderen van de meest getalenteerde studenten en academici uit derde landen om in de Unie kwalificaties en/of ervaring te verwerven enerzijds en van de meest getalenteerde Europese studenten en academici om in derde landen kwalificaties en/of ervaring te verwerven anderzijds;

 

door middel van grotere mobiliteitsstromen tussen de Unie en derde landen bijdragen aan de ontwikkeling van human resources en aan de capaciteit van instellingen voor hoger onderwijs in derde landen om op internationaal vlak samen te werken;

 

de toegankelijkheid en de zichtbaarheid van het Europees hoger onderwijs in de wereld verbeteren, en het aantrekkelijker maken voor onderdanen van derde landen;

 

samenwerking tussen instellingen voor hoger onderwijs aanzwengelen en de uitwisseling verbeteren van universitair personeel en studenten in Europa en de landen van het Europees nabuurschapsbeleid, zowel uit landen in het Zuiden als in het Oosten.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 2317/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 december 2003 tot invoering van een programma voor de verhoging van de kwaliteit van het hoger onderwijs en de bevordering van het intercultureel begrip door middel van samenwerking met derde landen (Erasmus Mundus) (2004-2008) (PB L 345 van 31.12.2003, blz. 1).

Besluit nr. 1298/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot invoering van het actieprogramma Erasmus Mundus 2009-2013 voor de verhoging van de kwaliteit van het hoger onderwijs en de bevordering van het intercultureel begrip door middel van samenwerking met derde landen (PB L 340 van 19.12.2008, blz. 83).

15 02 03     Samenwerking met derde landen op het gebied van onderwijs en beroepsopleiding

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

9 000 000

7 636 472

2 673 600

4 760 895

7 813 548,30

6 475 061,92

Toelichting

In het kader van de samenwerkingsovereenkomsten tussen de Unie/Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika en Canada dient dit krediet met name ter dekking van:

 

het uitvoeren van vergelijkende studies over onderwijsbeleid en beroepskwalificaties en -bekwaamheden in de betrokken landen;

 

het opzetten van uitwisselingsprogramma’s voor studenten, lerenden, docenten en administrateurs;

 

de bevordering van de samenwerking tussen de instellingen;

 

het ondersteunen van het tot stand komen van betrekkingen tussen de betreffende sectoren van het bedrijfsleven en de universiteiten;

 

het bevorderen van samenwerking met de particuliere sector bij het ontwikkelen en verbreden van programma’s;

 

het ontwikkelen van een beleidsdialoog; het ontwikkelen van aanvullende maatregelen en een snelle verspreiding van resultaten.

De steun voor Europese studenten die studeren in de Verenigde Staten en Canada, met name aan universiteiten, moet worden verhoogd.

Rechtsgronden

Besluit 2001/196/EG van de Raad van 26 februari 2001 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika tot vernieuwing van het samenwerkingsprogramma op het gebied van het hoger onderwijs, het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding (PB L 71 van 13.3.2001, blz. 7).

Besluit 2001/197/EG van de Raad van 26 februari 2001 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Canada tot vernieuwing van het samenwerkingsprogramma op het gebied van het hoger onderwijs, het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding (PB L 71 van 13.3.2001, blz. 15).

Besluit 2006/910/EG van de Raad van 4 december 2006 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika tot vernieuwing van het samenwerkingsprogramma op het gebied van het hoger onderwijs, het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding (PB L 346 van 9.12.2006, blz. 33).

Besluit 2006/964/EG van de Raad van 18 december 2006 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van Canada tot vaststelling van een kader voor samenwerking op het gebied van hoger onderwijs, beroepsopleiding en jongeren (PB L 397 van 30.12.2006, blz. 14).

15 02 09     Voltooiing van vorige programma’s op het gebied van onderwijs en opleiding

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

761 743

0,—

6 881 923,93

Toelichting

Dit artikel dient ter dekking van de voltooiing van de vóór 2007 in het kader van de volgende begrotingsonderdelen gesteunde acties:

 

Europese integratie aan universiteiten;

 

Europacollege;

 

Europees Universitair Instituut, Florence;

 

Academie voor Europees recht (Trier);

 

Europees Instituut voor bestuurskunde (Maastricht);

 

Studie- en onderzoekscentrum;

 

Internationaal centrum voor Europese opleiding;

 

Europees Agentschap voor de ontwikkeling van het bijzonder onderwijs;

 

versterking van communautaire acties op het gebied van onderwijs;

 

Socrates;

 

Connect;

 

eLearning;

 

bevorderen van elkaar afwisselende Europese beroepsopleidingsperioden, met inbegrip van het leerlingwezen;

 

Leonardo da Vinci.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit 1999/382/EG van de Raad van 26 april 1999 tot vaststelling van de tweede fase van het communautaire actieprogramma inzake beroepsopleiding „Leonardo da Vinci” (PB L 146 van 11.6.1999, blz. 33).

Besluit nr. 253/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 januari 2000 tot vaststelling van de tweede fase van het communautaire actieprogramma op onderwijsgebied „Socrates” (PB L 28 van 3.2.2000, blz. 1).

Beschikking nr. 2318/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 december 2003 tot goedkeuring van een meerjarenprogramma (2004-2006) voor de doeltreffende integratie van informatie- en communicatietechnologie (ICT) in de onderwijs- en beroepsopleidingsstelsels in Europa (eLearning-programma) (PB L 345 van 31.12.2003, blz. 9).

Besluit nr. 791/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van op Europees niveau actieve organisaties en ter ondersteuning van gerichte activiteiten op het gebied van onderwijs en opleiding (PB L 138 van 30.4.2004, blz. 31).

Beschikking nr. 2241/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende een enkel communautair kader voor transparantie op het gebied van kwalificaties en competenties (Europass) (PB L 390 van 31.12.2004, blz. 6).

15 02 11     Europees Instituut voor innovatie en technologie

15 02 11 01   Europees Instituut voor innovatie en technologie — Bestuursstructuur

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 493 000

3 169 028

6 200 000

5 903 510

3 419 899,56

3 076 119,48

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven (titels 1 en 2) van het Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT).

Het EIT moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen beleidsuitgaven en administratieve uitgaven. Indien het EIT hierom verzoekt, stelt de Commissie de begrotingsautoriteit in kennis van elke overschrijving tussen beleidskredieten en administratieve kredieten.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De personeelsformatie van het EIT is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 294/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2008 tot oprichting van een Europees Instituut voor innovatie en technologie (PB L 97 van 9.4.2008, blz. 1).

15 02 11 02   Europees Instituut voor innovatie en technologie — Kennis- en innovatiegemeenschappen (KIG's)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

74 831 000

65 512 600

56 600 000

42 790 924

27 229 381,50

17 971 195,94

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van het EIT met betrekking tot het werkprogramma (titel 3), met inbegrip van de door het Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT) ontworpen kennis- en innovatiegemeenschappen (KIG's).

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 294/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2008 tot oprichting van een Europees Instituut voor innovatie en technologie (PB L 97 van 9.4.2008, blz. 1).

15 02 22     Programma „Een leven lang leren”

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 110 476 000

907 251 074

1 027 655 000

927 422 343

1 091 420 456,04

1 060 295 083,70

Toelichting

Overeenkomstig het besluit tot vaststelling van een actieprogramma op het gebied van een leven lang leren dient dit krediet ter dekking van de specifieke programma’s en de volgende horizontale acties:

 

Comenius: voor activiteiten ten aanzien van het algemeen vormend onderwijs tot en met de tweede fase van het voortgezet onderwijs;

 

Erasmus: voor onderwijs- en vervolmakingsactiviteiten in het hoger onderwijs, een verhoging van het aantal beurzen en de financiering ervan in het kader van de Erasmusprogramma’s;

 

Leonardo da Vinci: voor alle aspecten van beroepsonderwijs en -opleiding;

 

Grundtvig: voor volwasseneneducatie;

 

Jean Monnet: projecten die het onderzoek naar en het onderwijs en debat over het Europees integratieproces in instellingen voor hoger onderwijs stimuleren, en subsidies voor exploitatiekosten van bepaalde belangrijke instellingen en verenigingen;

 

een transversaal programma: omvat vier kernactiviteiten die betrekking hebben op de beleidsvraagstukken, specifieke maatregelen voor het leren van talen en ICT-gerelateerde activiteiten behelzen (voor zover die niet onder de specifieke programma’s vallen) en in activiteiten voor de verspreiding van de resultaten op ruimere schaal voorzien.

Met bijzondere onderwijsbehoeften voor personen met een handicap of een „dys”-aandoening kan in alle bovenstaande sectorale programma’s rekening worden gehouden.

Een deel van dit krediet dient bovendien ter dekking van onder andere aanvullende uitgaven in verband met de activiteiten van het Europees Universitair Instituut (EUI), overeenkomstig artikel 36, lid 2, onder b), van Besluit nr. 1720/2006/EG. Een aanvullende bijdrage moet worden toegewezen aan het programma Mondiale governance. Deze verhoging dient om de PhD-opleidingen van het EUI op het gebied van mondiale governance en mondiale aangelegenheden te verbeteren en te verbreden; de Europese Academie voor mondiale governance verder te ontwikkelen op het gebied van trainingen, discussies en debatten op topniveau; het aantal lagere en hogere postdoctorale bursalen die gespecialiseerd zijn op dit terrein te verhogen; bij de EUI een significant aantal wetenschappers aan te stellen afkomstig van universiteiten en onderzoekscentra uit de lidstaten en van internationale instellingen; de verschillende vormen van basis- en toegepast onderzoek op het gebied van mondiale governance verder te ontwikkelen; een groot aantal verschillende evenementen, conferenties en seminars op het gebied van mondiale governance te organiseren en een Europees netwerk voor mondiale governance in het leven te roepen. Een en ander komt neer op uitbreiding en intensivering van de actie waarin al in de algemene begroting voor het jaar 2010 was voorzien.

Bovendien dient een deel van dit krediet ter financiering van een actie „Mobiliteit voor jonge innovatoren”. Het wordt algemeen erkend dat beroepsmobiliteit van wezenlijk belang is voor de ontwikkeling van een veelzijdige beroepsbevolking, de totstandbrenging van een gevoel van Europees burgerschap en de versterking van de concurrentiekracht van Europa. Innovatieve ideeën dienen niet te worden tegengehouden aan de nationale grenzen, ze moeten groeien door middel van kruisbestuiving, toetsing en validatie binnen een zo breed mogelijke Europese pool van talent, faciliteiten, infrastructuur en financiering. Net zoals Europese studenten een beroep kunnen doen op de mobiliteitservaring van het Erasmus-programma, jonge onderzoekers op de Marie Curie-acties en jonge ondernemers op het programma Erasmus voor jonge ondernemers, verdienen ook jonge innovatoren een grensoverschrijdende mobiliteitservaring, die de innovatie in Europa vooruit helpt. De bestaande mobiliteitsprogramma’s dekken niet alle aspecten die vallen onder Mobiliteit voor jonge innovatoren, dat gericht is op het innovatieproces dat bestaat in het ontwikkelen van nieuwe prille ideeën tot demonstratiemodellen. Dit programma is bijvoorbeeld verschillend van het programma Erasmus voor jonge ondernemers, dat vooral een professioneel uitwisselingsprogramma is dat gericht is op de fase na de innovatie, en dat nieuwe ondernemers in staat stelt zakelijke vaardigheden aan te leren of te verbeteren. Door te zorgen voor een combinatie van de voordelen van mobiliteit, de noodzaak de innovatiekloof te verkleinen en de noodzaak een mentaliteitswijziging teweeg te brengen met het oog op de bevordering van innovatie, vormt het voorstel voor een actie „Mobiliteit voor jonge innovatoren” een concrete actie met het oog op de uitvoering van de Europa 2020-strategie voor groei en werkgelegenheid, en met name de vlaggeschipinitiatieven „Innovatie-unie” en „Jeugd in beweging”. De actie heeft tot doel ten minste 100 jonge innovatoren te steunen. Mobiliteit voor jonge innovatoren wordt georganiseerd als een residentieprogramma voor mobiliteit en innovatie zonder grenzen, dat jonge (25-36 jaar oud) en potentiële (18-24 jaar oud) innovatoren in staat stelt te werken aan hun eigen prille ideeën als „Jonge bezoekende innovator” bij een gastorganisatie, zoals een groot of klein bedrijf, een startende onderneming, een laboratorium, universiteit, instelling, overheidsagentschap of ngo.

Een deel van deze kredieten moet worden besteed aan verbeterde onderwijsmodellen voor het aanpakken van vroegtijdig schoolverlaten. De EU2020-strategie streeft ernaar het probleem van het voortijdig schoolverlaten aan te pakken en schuift het daarom naar voren als een van de hoofddoelstellingen voor de lidstaten om het gemiddeld aantal vroegtijdige schoolverlaters terug te dringen tot maximum 10 %. De lidstaten worden er voorts toe aangemoedigd de verspreiding van beste praktijken te bevorderen om het probleem zowel op nationaal als op Europees niveau op te lossen. Dit punt houdt ook verband met een andere doelstelling van de EU2020-strategie, die het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs in alle lidstaten centraal stelt in Europa's zoektocht naar een slimme, duurzame en inclusieve economie.

Daarom moeten Europese partnerschappen worden opgezet en beste praktijken worden uitgewisseld op het vlak van het vroegtijdig schoolverlaten, met de volgende hoofddoelstellingen:

 

directe impact uitoefenen op het percentage vroegtijdige schoolverlaters en al in de eerste jaren van het onderwijs extra aandacht besteden aan kinderen uit sociaal en economisch achtergestelde milieus;

 

door uitwisseling van beste praktijken en gebruik van verschillende onderwijsmodellen kinderen die de grootste kans lopen op schooluitval, de nodige stimuli bieden om hun school af te maken;

 

leraren en schoolbesturen een platform bieden om ideeën en ervaringen uit te wisselen met als doel het beleid te verbeteren en nieuwe, innoverende onderwijspraktijken te bevorderen;

 

kinderen van etnische minderheden (o.m. Roma) gedurende de eerste onderwijsjaren ondersteunen om schooluitval in latere jaren te voorkomen;

 

de onderwijsresultaten verbeteren en de prestaties zowel van de minder performante als van de meest performante lidstaten van de Unie verbeteren, in de wetenschap dat alle actoren aanzienlijk voordeel hebben bij dit samenwerkingsproces.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1720/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot vaststelling van een actieprogramma op het gebied van een leven lang leren (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 45).

15 02 23     Voorbereidende actie — Programma van het type „Erasmus” voor leerlingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

300 000

0,—

3 169,99

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de voltooiing van de voorbereidende actie „Programma van het type „Erasmus” voor leerlingen”.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

15 02 25     Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding

15 02 25 01   Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding — Bijdrage voor titels 1 en 2

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

12 668 834

12 668 834

12 850 000

12 850 000

12 265 000,—

12 265 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Centrum (titels 1 en 2).

Het Centrum stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven. Indien het Centrum hierom verzoekt, stelt de Commissie de begrotingsautoriteit in kennis van elke overschrijving tussen administratieve en beleidskredieten.

De personeelsformatie van het Centrum is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 337/75 van de Raad van 10 februari 1975 houdende oprichting van een Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (PB L 39 van 13.2.1975, blz. 1).

15 02 25 02   Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding — Bijdrage voor titel 3

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 340 066

4 340 066

2 892 000

2 892 000

4 655 000,—

4 655 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van het Centrum met betrekking tot het werkprogramma (titel 3).

Het Centrum stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke kredietoverschrijving tussen huishoudelijke en beleidsuitgaven. Indien het Centrum hierom verzoekt, stelt de Commissie de begrotingsautoriteit in kennis van elke overschrijving tussen administratieve en beleidskredieten.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2012 in totaal 17 433 900 EUR. Een bedrag van 425 000 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 17 008 900 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 337/75 van de Raad van 10 februari 1975 houdende oprichting van een Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (PB L 39 van 13.2.1975, blz. 1).

15 02 27     Europese Stichting voor opleiding

15 02 27 01   Europese Stichting voor opleiding — Bijdrage voor titels 1 en 2

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 468 414

14 468 414

14 328 000

14 328 000

15 000 000,—

15 839 873,58

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van de Stichting (titels 1 en 2).

Overeenkomstig haar financieel reglement stelt de Stichting de begrotingsautoriteit in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven. Indien de Stichting hierom verzoekt, stelt de Commissie de begrotingsautoriteit in kennis van elke overschrijving tussen administratieve en beleidskredieten.

De personeelsformatie van de Stichting is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).

Dit krediet dient ter dekking van de steun voor partnerlanden in de Middellandse Zeeregio voor hervorming van hun arbeidsmarkten en hun beroepsopleidingsstelsels, en voor de bevordering van de sociale dialoog en de ondersteuning van het ondernemerschap.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1339/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot oprichting van de Europese Stichting voor opleiding (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 82).

15 02 27 02   Europese Stichting voor opleiding — Bijdrage voor titel 3

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

5 576 116

5 576 116

6 022 000

5 522 000

3 832 000,—

3 457 948,42

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de beleidsuitgaven van de Stichting die betrekking hebben op het werkprogramma (titel 3).

Overeenkomstig haar financieel reglement stelt de Stichting de begrotingsautoriteit in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven. Indien de Stichting hierom verzoekt, stelt de Commissie de begrotingsautoriteit in kennis van elke overschrijving tussen administratieve en beleidskredieten.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2012 in totaal 20 044 530 EUR. Een bedrag van 101 000 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten, is toegevoegd aan het in de begroting opgenomen bedrag van 19 943 530 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1339/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot oprichting van de Europese Stichting voor opleiding (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 82).

15 02 29     Proefproject — Samenwerking tussen Europese technologische instituten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

0,—

1 202 566,97

Toelichting

Dit artikel dient ter dekking van de kosten van de voltooiing van het proefproject voor samenwerking tussen Europese technologische instituten.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

15 02 30     Proefproject — Europees nabuurschapsbeleid — Verbetering van onderwijs door beurzen en uitwisselingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

0,—

81 978,20

Toelichting

Dit artikel dient ter dekking van de kosten van de voltooiing van het proefproject voor studiebeurzen en uitwisselingen voor masterstudenten uit de landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

15 02 31     Proefproject ter dekking van kosten van studies voor studenten die zich specialiseren in het Europees nabuurschapsbeleid (ENB) en voor gerelateerde academische activiteiten, zoals de oprichting van een ENB-leerstoel in het Europacollege in Natolin

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

580 000

2 900 000

1 500 000

1 500 000,—

1 200 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de voltooiing van het proefproject voor de kosten van studies voor studenten die afkomstig zijn uit landen die vallen onder het Europees nabuurschapsbeleid (ENB) en voor de gerelateerde academische activiteiten.

Het nieuwe versterkte Europees nabuurschapsbeleid, als opgezet door de Raad en het Europees Parlement in hun respectieve besluiten en resoluties, met name in het licht van de twee belangrijkste politieke projecten op het gebied van het nabuurschapsbeleid, de Unie voor het Middellandse Zeegebied en het Oostelijk partnerschap, veronderstelt dat toekomstige gesprekspartners worden opgeleid in de EU en in buurlanden, dat wil zeggen personeel voor banen in verband met de EU-ENB. Zij moeten volledig en beroepsmatig op de hoogte zijn van de letter en de geest van het beleid, het recht en de instellingen van de Unie, alsmede het uniale acquis. Daar is een gericht en hoogstaand onderwijsaanbod voor nodig, dat alleen kan worden geboden door een hoog aangeschreven en in deze materie gespecialiseerde academische instelling, zoals het Europacollege. De twee campussen van het Europacollege, een in Brugge, vlak bij de Europese instellingen en expertise, en een tweede in Natolin/Warschau, dat gespecialiseerd is in non-uniaal nabuurschaps- en grensbeleid (het Frontex-agentschap is gevestigd in Warschau), zijn bij uitstek geschikt om op hun specifieke behoeften toegesneden programma’s te bieden.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 tot vaststelling van het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

15 02 32     Proefproject — Europees nabuurschapsbeleid — Verbetering van onderwijs door beurzen en uitwisselingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

988 946,—

760 603,27

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de voltooiing van het proefproject voor studiebeurzen voor studenten uit landen die onder het Europees nabuurschapsbeleid vallen, die studieonderdelen volgen in het kader van een master Europese studies.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

15 02 33     Voorbereidende actie ter dekking van de studiekosten van personen die gespecialiseerd zijn in het Europees nabuurschapsbeleid (ENB) en voor daarmee verband houdende academische activiteiten en andere onderwijsmodules, onder meer de ENB-leerstoel in het Europacollege in Natolin

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 500 000

1 750 000

       

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de studiekosten van personen die gespecialiseerd zijn in het ENB en voor daarmee verband houdende academische activiteiten en andere onderwijsmodules, onder meer de ENB-leerstoel.

Het nieuwe versterkte Europees nabuurschapsbeleid, als opgezet door de Raad en het Europees Parlement in hun respectieve besluiten en resoluties, met name in het licht van de twee belangrijkste politieke projecten op het gebied van het nabuurschapsbeleid, de Unie voor het Middellandse Zeegebied en het Oostelijk partnerschap, veronderstelt dat toekomstige gesprekspartners uit de Europese en de buurlanden worden opgeleid, dat wil zeggen personeel voor banen in verband met de EU-ENB. Zij moeten volledig en beroepsmatig bekend zijn met de letter en de geest van het beleid, het recht en de instellingen van de Unie en het uniale acquis. Daar is een gericht en hoogstaand aanbod voor nodig, dat alleen kan worden geboden door een gerenommeerde academische instelling zoals het Europacollege dat reeds in deze materie is gespecialiseerd. De twee campussen van het Europacollege, een in Brugge, vlak bij de Europese instellingen en expertise, en een tweede in Natolin/Warschau, Polen, dat gespecialiseerd is in nabuurschaps- en grensbeleid (het Frontex-agenstchap is gevestigd in Warschau), zijn bij uitstek geschikt om op hun specifieke behoeften toegesneden programma’s en andere onderwijsmodules te bieden.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

HOOFDSTUK 15 04 — ONTWIKKELING VAN CULTURELE EN AUDIOVISUELE SAMENWERKING IN EUROPA

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 04

ONTWIKKELING VAN CULTURELE EN AUDIOVISUELE SAMENWERKING IN EUROPA

15 04 09

Afronding van voorgaande programma’s/acties

15 04 09 01

Voltooiing van vorige programma’s/acties op het gebied van cultuur en taal

3.2

p.m.

p.m.

298 379,10

2 070 814,50

15 04 09 02

Voltooiing van voorgaande Media-programma’s

3.2

p.m.

300 000

0,—

655 263,40

 

Artikel 15 04 09 — Subtotaal

 

p.m.

300 000

298 379,10

2 726 077,90

15 04 10

Proefproject — Economie van de culturele verscheidenheid

3.2

750 000

375 000

       

15 04 44

Programma „Cultuur” (2007-2013)

3.2

58 503 000

50 500 000

57 022 000

49 000 000

57 586 694,08

44 542 204,92

15 04 45

Proefproject — Mobiliteit van kunstenaars

3.2

350 000

p.m.

350 000

0,—

61 350,—

15 04 46

Voorbereidende actie — Cultuur in de externe relaties

3.2

500 000

250 000

   

0,—

0,—

15 04 50

Europees erfgoedlabel

3.2

350 000

250 000

       

15 04 51

Proefproject — Ontwikkeling van Europese „creatieve districten”

3.2

1 000 000

500 000

       

15 04 66

Media 2007 — Programma ter ondersteuning van de Europese audiovisuele sector

15 04 66 01

Media 2007 — Programma ter ondersteuning van de Europese audiovisuele sector

3.2

106 752 000

100 000 000

104 310 000

96 500 000

112 418 481,03

107 105 982,82

15 04 66 02

Voorbereidende actie — Uitvoering van de programma’s in het kader van Media 2007 in derde landen

4

p.m.

p.m.

1 730 000

998 657,26

1 708 166,21

15 04 66 03

Voorbereidende actie — Verspreiding van audiovisuele werken in een digitale omgeving

3.2

2 000 000

1 000 000

       
 

Artikel 15 04 66 — Subtotaal

 

108 752 000

101 000 000

104 310 000

98 230 000

113 417 138,29

108 814 149,03

15 04 68

Media Mundus

3.2

4 925 000

4 760 000

4 825 000

3 510 000

   
 

Hoofdstuk 15 04 — Totaal

 

174 780 000

157 985 000

166 157 000

151 390 000

171 302 211,47

156 143 781,85

15 04 09     Afronding van voorgaande programma’s/acties

15 04 09 01   Voltooiing van vorige programma’s/acties op het gebied van cultuur en taal

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

298 379,10

2 070 814,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de voltooiing van de vóór 2007 in het kader van de volgende begrotingsonderdelen gesteunde maatregelen:

 

Europees Bureau voor minder verspreide talen en Mercator;

 

subsidies aan organisaties van Europees belang;

 

kaderprogramma voor cultuur;

 

voltooiing van bestaande programma’s en acties;

 

voorbereidende acties voor samenwerking op cultureel gebied;

 

bevordering en instandhouding van de regionale en minderheidstalen en -culturen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 508/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 februari 2000 tot instelling van het programma „Cultuur 2000” (PB L 63 van 10.3.2000, blz. 1).

Voorbereidende acties in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Besluit nr. 792/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter ondersteuning van organisaties die op Europees niveau op cultuurgebied actief zijn (PB L 138 van 30.4.2004, blz. 40).

15 04 09 02   Voltooiing van voorgaande Media-programma’s

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

300 000

0,—

655 263,40

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van vroegere vastleggingen in verband met voorgaande Media-programma’s.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit 95/563/EG van de Raad van 10 juli 1995 betreffende een programma ter bevordering van de ontwikkeling en de distributie van Europese audiovisuele werken (Media II — Ontwikkeling en distributie) (1996-2000) (PB L 321 van 30.12.1995, blz. 25).

Besluit 95/564/EG van de Raad van 22 december 1995 betreffende de tenuitvoerlegging van een opleidingsprogramma voor de vakmensen van de Europese audiovisuele-programma-industrie (Media II — Opleiding) (PB L 321 van 30.12.1995, blz. 33).

Besluit 2000/821/EG van de Raad van 20 december 2000 betreffende de uitvoering van een programma ter aanmoediging van de ontwikkeling, de distributie en de promotie van Europese audiovisuele werken (Media Plus — Ontwikkeling, distributie en promotie) (2001-2005) (PB L 336 van 30.12.2000, blz. 82).

Besluit nr. 163/2001/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 januari 2001 betreffende de uitvoering van een opleidingsprogramma voor vakmensen van de Europese audiovisuele programma-industrie (Media-opleiding) (2001-2005) (PB L 26 van 27.1.2001, blz. 1).

15 04 10     Proefproject — Economie van de culturele verscheidenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

750 000

375 000

       

Toelichting

Doel van dit proefproject is het creëren van een „open laboratorium” voor het uittesten van innoverende methoden voor het ontwikkelen van inhouden voor innovatie en digitale sharing en verspreiding. Op die manier kunnen ook nieuwe bedrijfsmodellen worden uitgetest die rekening houden met de diversiteit in de productie- en distributieketen.

Het tracht te antwoorden op de vragen die worden opgeworpen door de Digitale Agenda voor Europa, met name hoe, in een geglobaliseerde digitale omgeving, met een duidelijke tendens naar vereenvoudiging, eenmaking en vermindering van de diversiteit van het innoverende potentieel tot één enkele lijn (bijvoorbeeld op taalgebied), de diversiteit van benaderingen, creatieve processen, creatieve bedrijven op kleine schaal kunnen worden gegarandeerd en in stand kunnen worden gehouden en tegelijk het potentieel van de digitale communicatietechnologieën ten volle kunnen worden benut ten behoeve van de economische en sociale ontwikkeling in het kader van de Europa 2020-strategie.

Dit „laboratorium” zou ook kunnen voorzien in een ruimere scala van vaardigheden en hulpmiddelen aan de hand waarvan jonge mensen actief bij de vernieuwingstrend kunnen worden betrokken.

Er moet een aantal partners uit verschillende lidstaten bij worden betrokken om over een zo breed mogelijk scala van resultaten op Europees niveau te kunnen beschikken.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

15 04 44     Programma „Cultuur” (2007-2013)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

58 503 000

50 500 000

57 022 000

49 000 000

57 586 694,08

44 542 204,92

Toelichting

Overeenkomstig het programma „Cultuur 2007-2013” dient dit krediet ter dekking van de volgende acties:

 

steun voor culturele samenwerkingsprojecten op alle gebieden van kunst en cultuur, waaronder voor jongeren (podiumkunsten, plastische en visuele kunsten, literatuur, erfgoed, cultuurgeschiedenis);

 

steun voor projecten in het kader van de interculturele dialoog;

 

ondersteuning van analysewerkzaamheden en de verzameling en de verspreiding van informatie op het gebied van de culturele samenwerking;

 

steun voor bedreigde talen in Europa, ongeacht of ze binnen de Unie beschouwd worden als officiële talen, zoals projecten en netwerken voor de verstrekking van lesmateriaal, opleiding voor leerkrachten, gebruik van bedreigde talen als onderwijstaal, het opnieuw leven inblazen van talen en uitwisseling van optimale werkmethoden, enz.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig in artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen. Zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1855/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot vaststelling van het programma „Cultuur” (2007-2013) (PB L 372 van 27.12.2006, blz. 1).

15 04 45     Proefproject — Mobiliteit van kunstenaars

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

350 000

p.m.

350 000

0,—

61 350,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de voltooiing van het proefproject betreffende de mobiliteit van kustenaars.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

15 04 46     Voorbereidende actie — Cultuur in de externe relaties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

250 000

   

0,—

0,—

Toelichting

Deze voorbereidende actie moet als basis dienen voor een voorstel voor een strategie voor acties gericht op de cultuur in de externe betrekkingen van de Europese Unie, waarbij alle belanghebbenden in Europa en de vertegenwoordigers van derde landen, cultuurinstituten en ngo's, nauwer worden betrokken.

Daarom wordt voorzien in workshops met als doel middelen te mobiliseren voor culturele samenwerking en een uniale definitie te vinden voor de mogelijke culturele impact ervan.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

15 04 50     Europees erfgoedlabel

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

350 000

250 000

       

Toelichting

Nieuw artikel

Het Europees erfgoedlabel zal worden toegekend aan sites met een sterke symbolische waarde voor de Unie, die de aandacht vestigen op de Europese geschiedenis en de totstandbrenging van de Unie, alsook op de Europese waarden en mensenrechten die aan het Europese integratieproces ten grondslag liggen. Het is de bedoeling de burgers, en in het bijzonder de jongeren, dichter bij de Unie te brengen. Verwacht wordt echter ook dat het label het cultureel toerisme zal aanmoedigen, wat mogelijk economische voordelen met zich zal brengen.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met:

 

de toekenning van het label na een selectieprocedure door een Europees panel van onafhankelijke deskundigen;

 

de promotie van het label.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1194/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 tot instelling van een actie van de Europese Unie voor het Europees erfgoedlabel (PB L 303 van 22.11.2011, blz. 1)

15 04 51     Proefproject — Ontwikkeling van Europese „creatieve districten”

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

       

Toelichting

De term „creatieve districten” is een uitdrukking die tracht de betekenis van de traditionele term „industrieel district” te combineren met het idee van „creatieve bedrijfstakken”, als omschreven in het Groenboek van de Commissie van 27 april 2010 over de ontsluiting van het potentieel van de cultuurindustrie en de creatieve bedrijfstakken. Het gaat hierbij om een plaatselijk gebied waar een sterke concentratie van middelgrote, kleine en micro-ondernemingen te vinden is met een bepaalde gespecialiseerde productie en nauwe verbondenheid met de plaatselijke bevolking, en waarvan de productie weliswaar vooral functioneel is, maar ook een cultureel of creatief aspect heeft.

De creatieve districten zijn industriële districten waar:

 

producten en daarmee verband houdende diensten sterk verweven zijn met de versterking van het creatieve potentieel van de menselijke hulpbronnen die hierbij betrokken zijn, via een intense verbondenheid met de producten en daarmee verband houdende diensten gedurende het gehele productieproces;

 

producten en aanverwante diensten gekenmerkt worden door een hoge toegevoegde waarde;

 

ondernemingen, het maatschappelijk middenveld, het onderwijsstelsel en instellingen traditioneel een grote samenhang en onderlinge verwevenheid vertonen;

 

zowel esthetische als arbeidsethische aspecten voortdurend en op dynamische wijze een onderling samenhangende rol spelen, afhankelijk van de economische behoeften van de sociale context waarop zij betrekking hebben;

 

de unieke aanwezige „knowhow” tot uitdrukking komt in „esthetische ambachtelijkheid”, dat wil zeggen in houtproducten, keramiek, leervervaardiging, enz., en zijn lange voortbestaan is gebaseerd op traditie en de kans om erfgoed te worden;

 

culturele, ambachtelijke en productietradities langs nieuwe wegen moeten worden doorgegeven om het culturele en materiële erfgoed van topkwaliteit te behouden en een duurzame economische en sociale ontwikkeling te waarborgen.

Het project streeft ernaar een aantal gecoördineerde acties te verwezenlijken:

 

definitie van gezamenlijke parameters voor de vaststelling van een specifieke cultuur en de gemeenschappelijke kenmerken van producten en diensten van „creatieve districten”, door middel van onderzoek en analyse van alle aspecten;

 

oprichting van een netwerk van Europese creatieve districten, met het oog op informatie-uitwisseling en de vaststelling van optimale werkmethoden;

 

invoering van een gemeenschappelijk merk om de originaliteit van de creatieve districten en hun „esthetische ambachtelijkheid” weer te geven en duidelijk te maken;

 

ontwikkeling van innovatieve interventieplannen ter bescherming van de producten en diensten van creatieve districten tegen vervalsing;

 

bevordering van partnerschappen tussen creatieve districten om de uitwisseling van jonge studenten en stagiaires binnen de lidstaten mogelijk te maken, zodat zij ervaringen kunnen uitwisselen en de diversiteit kunnen leren waarderen;

 

versterking van de sociale cohesie en de overdracht van kennis tussen de generaties, door middel van innovatieve acties op het gebied van uitwisseling en deling;

 

versterking van de capaciteit tot het oprichten van netwerken in creatieve districten, door middel van de ontwikkeling van synergieën tussen bedrijven, instellingen en sociale instanties.

Europese creatieve districten vormen een van de duidelijkste voorbeelden van topkwaliteit van de Europese productiecultuur. De districten worden gekenmerkt door de ontwikkeling van de creativiteit van menselijke hulpbronnen, kwaliteitsproducten en de sterke interactie tussen alle betrokken factoren (het economisch stelsel, de samenleving en overheidsinstellingen).

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

15 04 66     Media 2007 — Programma ter ondersteuning van de Europese audiovisuele sector

15 04 66 01   Media 2007 — Programma ter ondersteuning van de Europese audiovisuele sector

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

106 752 000

100 000 000

104 310 000

96 500 000

112 418 481,03

107 105 982,82

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende acties:

 

steun voor de preproductiefase:

 

stimulering van de verwerving van vaardigheden en kwalificaties voor professionals in de audiovisuele sector op het gebied van het schrijven van scenario's, management en nieuwe technologieën. Voorbeelden: ondersteuning van de mobiliteit van opleiders, beurzen voor professionals uit de nieuwe lidstaten;

 

ondersteuning van de ontwikkeling van audiovisuele werken wat zowel de creatieve (scenario's) als de economische aspecten (productiestrategieën, distributie en promotie) betreft. Voorbeelden: steun voor de ontwikkeling van specifieke projecten of catalogi van projecten; ondersteuning om de toegang van kleine en middelgrote ondernemingen tot financiering te vergemakkelijken, met inbegrip van het productiegarantiefonds van het Media-programma;

 

steun voor de postproductiefase:

 

ondersteuning van de transnationale distributie van Europese werken teneinde de circulatie van niet-nationale Europese werken te verbeteren. Voorbeelden: steun voor de distributie van niet-nationale Europese films via bioscopen en video, automatische en selectieve steun voor distributeurs van niet-nationale Europese films, steun voor promotiepakketten, steun voor digitalisering;

 

verbetering van de promotie van Europese werken. Voorbeelden: zorgen dat professionals toegang hebben tot Europese en internationale markten, zorgen dat het publiek toegang heeft tot werken waarin de culturele diversiteit van Europa tot uiting komt;

 

steun voor innovatie en mogelijkheden om het programma aan te passen aan technologische veranderingen. Actie: proefprojecten inzake ondersteuning, met name met betrekking tot digitale technologieën, alsook ondersteuning van de digitalisering van bioscopen;

 

steun voor een netwerk van voorlichtingsbureaus (Media-desks) in heel Europa;

 

steun voor het Europees Waarnemingscentrum voor de audiovisuele sector.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van de Zwitserse Bondsstaat aan uniale programma’s, en die zijn geboekt onder post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 18, lid 1, van het Financieel Reglement.

Overeenkomstig de rechtsgrond van Media 2007 zal een deel van de kredieten van deze begrotingslijn worden gebruikt ter bevordering en ondersteuning van initiatieven voor beeldeducatie door jongerenfestivals, waarbij nauw wordt samengewerkt met scholen en andere instellingen. Organisaties van de openbare en de privésector die deskundigheid en Europese ervaring hebben op het vlak van mediageletterdheid, kunnen begunstigden zijn.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1718/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 betreffende de uitvoering van een programma ter ondersteuning van de Europese audiovisuele sector (Media 2007) (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 12).

Zie ook post 15 01 04 31.

15 04 66 02   Voorbereidende actie — Uitvoering van de programma’s in het kader van Media 2007 in derde landen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

1 730 000

998 657,26

1 708 166,21

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de voltooiing van een voorbereidende actie in het kader van Media in derde landen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

15 04 66 03   Voorbereidende actie — Verspreiding van audiovisuele werken in een digitale omgeving

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 000 000

1 000 000

       

Toelichting

Deze post dient om een voorbereidende actie te financieren met als doel informatie te verstrekken over de graad van complementariteit tussen de diverse bestaande distributieplatforms voor Europese films: filmdistributie, vod, dvd en eventueel televisie.

Deze voorbereidende actie beoogt de impact te meten van een simultaan of bijna simultaan uitbrengen van films op alle bestaande distributieplatforms en op verschillende plaatsen. Om ervoor te zorgen dat dit soort experimenten een nut heeft, moet aan twee criteria worden voldaan:

 

het moet gaan om films met onaangepaste „release windows”, d.w.z. werken met een geringe kans op verfilming (gebrek aan een verdeler, klein aantal exemplaren, filmdebuut, enz.),

 

het moet gaan om een minimumaantal films (minstens dertig) en een significant aantal gebieden. Dit laatste criterium is van essentieel belang om uit deze voorbereidende actie significante conclusies te kunnen trekken.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

15 04 68     Media Mundus

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 925 000

4 760 000

4 825 000

3 510 000

   

Toelichting

Overeenkomstig het besluit tot vaststelling van het programma Media Mundus dient dit krediet ter dekking van acties waarmee wordt beoogd:

 

de vaardigheden van vakmensen in Europa en in derde landen en het niveau van informatie en kennis te verbeteren;

 

het zoeken naar partners voor coproducties te bevorderen en de internationale verkoop en promotie van audiovisueel werk aan te moedigen;

 

bioscoopexploitanten in Europese en derde landen aan te moedigen om wederzijds de programmering en voorwaarden voor het in première nemen van audiovisuele werken te verbeteren;

 

het aanbod aan audiovisuele inhoud te vergroten en het uitzenden van en de distributievoorwaarden voor audiovisuele werken van derde landen op Europese distributiekanalen, en die van Europese werken op de distributiekanalen van derde landen te verbeteren;

 

de organisatie van evenementen en initiatieven op het gebied van filmeducatie te faciliteren.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van de Zwitserse Bondsstaat aan de uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1041/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van een samenwerkingsprogramma met vakmensen uit derde landen op audiovisueel gebied (Media Mundus) (PB L 288 van 4.11.2009, blz. 10).

HOOFDSTUK 15 05 — AANMOEDIGING EN BEVORDERING VAN SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN JEUGD EN SPORT

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 05

AANMOEDIGING EN BEVORDERING VAN SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN JEUGD EN SPORT

15 05 06

Speciale jaarlijkse evenementen

3.2

1 500 000

2 700 000

4 000 000

6 940 000

9 800 000,—

7 253 731,40

15 05 09

Voltooiing van vorige programma’s/acties op het gebied van jeugd

3.2

p.m.

500 000

35 004,30

981 407,04

15 05 10

Voorbereidende actie — Amicus — Vereniging van lidstaten die communautaire universele diensten uitvoeren

3.2

p.m.

400 000

0,—

752 685,76

15 05 11

Voorbereidende actie op het gebied van sport

3.2

p.m.

2 300 000

3 000 000

1 800 000

3 189 972,80

2 383 210,02

15 05 20

Voorbereidende actie — Europese sportpartnerschappen

3.2

4 000 000

2 000 000

       

15 05 55

Jeugd in actie

3.2

139 608 000

123 000 000

129 108 000

118 500 000

143 347 925,98

142 265 784,57

 

Hoofdstuk 15 05 — Totaal

 

145 108 000

130 000 000

136 108 000

128 140 000

156 372 903,08

153 636 818,79

15 05 06     Speciale jaarlijkse evenementen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 500 000

2 700 000

4 000 000

6 940 000

9 800 000,—

7 253 731,40

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten ter voltooiing van maatregelen die als speciaal jaarlijks evenement worden ondersteund.

De volgende speciale jaarlijkse evenementen worden ondersteund:

 

De 5de TAFISA World Sport for All Games 2012

De 5de TAFISA World Sport for All Games 2012 zullen worden gehouden in Šiauliai, Litouwen, van 5 tot 11 juli 2012. De 1e TAFISA World Sport for All Games vonden in 1992 plaats in Bonn (Duitsland) en dit is de tweede maal dat dit bijzondere sportieve evenement wordt georganiseerd in de Unie, wat een unieke kans biedt om de Europese waarden wereldwijd voor het voetlicht te brengen. De 5e TAFISA World Sport for All Games 2012 omvatten onderwijs voor kinderen en jongeren, programma’s ter versterking van de familiewaarden, bevordering van een gezonde leefstijl, multisectorale samenwerking, cultureel erfgoed en sport in het algemeen. Het is een waarlijk unieke gelegenheid voor het publiek om kennis te maken met zowel traditionele als moderne vormen van sport en spel met verschillende culturele achtergronden. Zoals hierboven reeds genoemd omvat het sportprogramma niet alleen traditionele sporten en spelen, maar ook demonstratiesporten, gehandicaptensport, landendagen en massale sportevenementen zoals wielrennen, Nordic walking, turnen voor iedereen en nog vele andere sporten.

Het Comité van de Regio's van de Europese Unie, Unesco, het Internationaal Olympisch Comité (IOC) en de Wererldgezondheidsorganisatie (WHO) zijn de officiële sponsors van de 5e TAFISA World Sport for All Games 2012.

De 5e TAFISA World Sport for All Games 2012 zullen aanzienlijk bijdragen aan het verbreiden van de Europese doelstellingen. In de eerste plaats zal dit evenement bijdragen aan de uitvoering van de Europa 2020-strategie en aan de doelstellingen in het Witboek 2007 van de Commissie over sport, alsmede aan de Verklaring van Nice inzake sport van de Europese Raad van 2000. Daarnaast zal het de sociale mobiliteit en de integratie zowel in Europa als wereldwijd bevorderen. De 5e TAFISA World Sport for All Games 2012 zullen naar verwachting worden bijgewoond door ruim 30 000 gasten, waaronder circa 10 000 deelnemers, afkomstig van verschillende sociale groeperingen. De gehandicaptensport is een van de belangrijkste onderdelen van de Games, aangezien het de sociale integratie bevordert, wat een van de kernwaarden is van het evenement. Daarnaast wordt vrijwilligerswerk in de sport gestimuleerd. Naar schatting zullen circa 1 500 vrijwilligers bij het evenement betrokken zijn, hetgeen actief burgerschap op lokaal en Europees niveau bevordert.

Tot slot zal de TAFISA World Sport for All Games 2012 grotere mogelijkheden scheppen voor de bevordering en uitwisseling van de waarden van de Unie, aangezien deelnemers uit meer dan 100 landen wereldwijd op het evenement af zullen komen.

 

Olympisch winterfestival voor Europese jeugd 2013 Roemenië

Het belang van sport wordt de laatste jaren op Europees niveau beter onderkend en met het Verdrag van Lissabon heeft de Unie ook meer bevoegdheden op het gebied van sport gekregen. De financieringsmogelijkheden voor sport op uniaal niveau zijn echter nog steeds zeer beperkt. Dit houdt ook in dat het Olympisch winterfestival voor Europese jeugd 2013 in Roemenië, de grootste wintersportcompetitie voor meerdere sporten in Europa, voor zijn organisatie nog financiële steun nodig heeft. Op basis van eerdere ervaringen, waarbij landen als Tsjechië, Spanje en Polen geld met middelen van de begrotingslijn voor speciale jaarlijkse evenementen van het Europees Parlement hebben ontvangen, beoogt dit voorstel steun te geven voor alle organisatorische aspecten van het Olympisch winterfestival voor Europese jeugd 2013 in Roemenië. De gaststad en de stad waar de meeste activiteiten zullen plaatsvinden, is Brasov.

Voor het evenement zijn de volgende maatregelen nodig:

 

zorgen voor logistieke aspecten van de organisatie van het festival in de vorm van kantoorruimte, transport, uitrusting voor vrijwilligers, elektronische systemen, real time verslagleggingssystemen en medische verzekering voor deelnemers;

 

steun voor de openings- en sluitingsceremonies van het festival, met inbegrip van alle logistieke en reclameactiviteiten;

 

marketing en reclame voor het evenement, met inbegrip van reclamecampagnes, een website, perscentra en reclamemateriaal zoals publicaties, gadgets, folders en brochures;

 

de Europese Spelen voor gehandicapte jongeren 2012 (Brno, Tsjechische Republiek)

De Europese Spelen voor gehandicapte jongeren vinden plaats in juni 2012 in Brno (Tsjechië). Dit is een speciaal jaarlijks terugkerend evenement waarvan het belang de grenzen van Zuid-Moravië en de Tsjechische Republiek ver overschrijdt. De Europese Spelen voor gehandicapte jongeren worden georganiseerd in samenwerking met het Europees Paraolympisch Comité. Het hoofddoel van dit speciale evenement is de integratie van gehandicapte jongeren in de volwassenenwereld aan te moedigen door middel van sportactiviteiten. Er worden jongeren uit 30 landen van Europa verwacht. Er zullen wedstrijden worden gehouden in de volgende sporttakken: zwemmen, atletiek, jeu de boules, tennis, tafeltennis, basketbal, wielrennen en boogschieten. De competitie is onderverdeeld in drie catagorieën: masters, open en gemengd. De categorie „gemengd” is bedoeld voor gehandicapte en niet-gehandicapte jongeren en deze combinatie biedt vele mogelijkheden voor sociale inclusie.

Rechtsgronden

Taken die voortvloeien uit de institutionele prerogatieven van de Commissie, zoals bepaald in artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

15 05 09     Voltooiing van vorige programma’s/acties op het gebied van jeugd

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

500 000

35 004,30

981 407,04

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de voltooiing van de vóór 2007 in het kader van de volgende begrotingsonderdelen gesteunde maatregelen:

 

jeugd;

 

proefprojecten voor de participatie van jongeren;

 

sport: voorbereidende acties voor een communautair beleid op het gebied van sport;

 

Europees Jaar van opvoeding door sport;

 

Europees jeugdforum;

 

steun aan internationale niet-gouvernementele jeugdorganisaties.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Proefproject en voorbereidende acties in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Besluit nr. 1031/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 april 2000 tot vaststelling van het communautaire actieprogramma „Jeugd” (PB L 117 van 18.5.2000, blz. 1).

Besluit nr. 291/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 februari 2003 tot instelling van het Europees Jaar van opvoeding door sport 2004 (PB L 43 van 18.2.2003, blz. 1).

Besluit nr. 790/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter ondersteuning van organisaties die op Europees niveau actief zijn op het terrein van jeugdzaken (PB L 138 van 30.4.2004, blz. 24).

Interinstitutioneel Akkoord tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 17 mei 2006 betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1), met name punt 37.

15 05 10     Voorbereidende actie — Amicus — Vereniging van lidstaten die communautaire universele diensten uitvoeren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

400 000

0,—

752 685,76

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de voltooiing van de voorbereidende actie Amicus — Vereniging van lidstaten die communautaire universele diensten uitvoeren.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

15 05 11     Voorbereidende actie op het gebied van sport

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

2 300 000

3 000 000

1 800 000

3 189 972,80

2 383 210,02

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de voltooiing van voorbereidende acties inzake sport.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

15 05 20     Voorbereidende actie — Europese sportpartnerschappen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 000 000

2 000 000

       

Toelichting

Deze voorbereidende actie moet als basis dienen voor een programma op sportgebied voor de periode na 2013; het moet de haalbaarheid en het nut van bestaande ideeën en concepten nagaan met het oog op de totstandbrenging van een Europese dimensie in de sport.

Doel van deze voorbereidende actie is na te gaan in hoeverre Europese partnerschappen, netwerken en de uitwisseling van beste praktijken haalbaar zijn. Het zal meer in het bijzonder aandacht besteden aan:

 

de eerlijkheid in de competitiesport, door het ondersteunen van maatregelen om verschijnselen als het manipuleren van wedstrijdresultaten te bestrijden;

 

de fysieke en morele integriteit van sportlui en de trainingcondities van minderjarige atleten;

 

de rol van de sport als gezondheidsbevorderende fysieke activiteit, met name voor bejaarden;

 

bewustmakingsacties op het vlak van de sociale en educatieve functie van de sport door middel van evenementen en initiatieven als de Europese Sporthoofdstad;

 

grensoverschrijdende, gezamenlijk door buurregio's of lidstaten georganiseerde sportwedstrijden;

 

bewustmakingsacties en inzamelen van informatie over „inheemse sporten”, die deel uitmaken van het gemeenschappelijk Europees cultureel erfgoed;

 

de sociale integratie en projecten ter ondersteuning van de plaatselijke gemeenschappen; een sportorganisatie kan ook voor niet-sportieve aangelegenheden toegevoegde waarde opleveren.

Op al deze gebieden moet rekening worden gehouden met aspecten als de plaatselijke behoeften inzake bevolking en leeftijdsstructuur, integratie, toegankelijkheid, maatschappelijke uitsluiting, graad van fitheid en gezondheid.

Deze voorbereidende actie omvat ook een haalbaarheidsonderzoek betreffende een eventueel mobiliteitsprogramma „Erasmus Sport”, ter bevordering van de uitwisseling van atleten die aan universiteiten en andere instituten zijn ingeschreven. Door het creëren van trainingsmogelijkheden bij buitenlandse ploegen, sportacademies en clubs krijgen de studenten de kans om kennis te maken met nieuwe trainingsmethoden maar kunnen ze ook hun taalkennis en hun cultureel bewustzijn verbeteren.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

15 05 55     Jeugd in actie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

139 608 000

123 000 000

129 108 000

118 500 000

143 347 925,98

142 265 784,57

Toelichting

Overeenkomstig het programma „Jeugd in actie 2007-2013” dient dit krediet ter dekking van de volgende acties:

 

Jeugd voor Europa: deze actie beoogt de ondersteuning van uitwisselingen van jongeren ter verbetering van hun mobiliteit en van initiatieven van jongeren, projecten en activiteiten die gericht zijn op hun deelname aan het democratische bestel met het oog op de ontwikkeling van het burgerschap van en het wederzijds begrip tussen jongeren;

 

Europees vrijwilligerswerk: deze actie beoogt de versterking van de deelname van jongeren aan diverse vormen van vrijwilligerswerk binnen en buiten de Unie;

 

Jeugd voor de wereld: deze actie beoogt de ondersteuning van projecten met de in artikel 5 van Besluit nr. 1719/2006/EG vermelde partnerlanden, met name uitwisselingen van jongeren en jongerenwerkers, ondersteuning van projecten die het wederzijdse begrip tussen jongeren en hun solidariteitsbesef versterken en de ontwikkeling van de samenwerking op jeugdgebied en van maatschappelijke organisaties in deze landen;

 

jongerenwerkers en ondersteuningssystemen: deze actie beoogt de ondersteuning van de op Europees niveau op jeugdgebied werkzame organisaties, met name de werking van niet-gouvernementele organisaties en het opzetten van netwerken daarvan, de uitwisseling, opleiding en oprichting van netwerken van jongerenwerkers, de stimulering van de innovatie en de kwaliteit van de maatregelen, de informatie van jongeren en de invoering van voor de verwezenlijking van de programmadoelstellingen benodigde structuren en activiteiten;

 

ondersteuning van beleidssamenwerking: deze actie beoogt de organisatie van de dialoog tussen de diverse actoren op jeugdgebied, met name jongeren zelf, jongerenwerkers en politiek verantwoordelijken, het bijdragen aan de ontwikkeling van de beleidssamenwerking op jeugdgebied, het uitvoeren van de nodige werkzaamheden en het opzetten van de nodige netwerken met het oog op het verkrijgen van een beter inzicht in jongerenkwesties;

 

inspelen op de speciale behoeften van jongeren in de landen van het Europees nabuurschapsbeleid, zowel in het zuiden als in het oosten, om te komen tot meer wederzijds begrip, samenwerking, uitwisselingen en het opbouwen van netwerken die de capaciteit van ngo's die met jongeren werken, vergroten.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan de uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1719/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot vaststelling van het programma „Jeugd in actie” voor de periode 2007-2013 (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 30).

HOOFDSTUK 15 07 — MENSEN — PROGRAMMA VOOR DE MOBILITEIT VAN ONDERZOEKERS

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 07

MENSEN — PROGRAMMA VOOR DE MOBILITEIT VAN ONDERZOEKERS

15 07 77

Burgers

1.1

905 662 068

588 805 947

764 407 000

485 611 289

570 859 188,68

325 522 970,50

15 07 78

Kredieten afkomstig van de deelneming van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

61 757 473,75

71 148 049,39

15 07 79

Proefproject — Kennispartnerschappen

1.1

1 000 000

750 000

1 000 000

500 000

   
 

Hoofdstuk 15 07 — Totaal

 

906 662 068

589 555 947

765 407 000

486 111 289

632 616 662,43

396 671 019,89

15 07 77     Burgers

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

905 662 068

588 805 947

764 407 000

485 611 289

570 859 188,68

325 522 970,50

Toelichting

Europa moet aantrekkelijker worden voor onderzoekers om zijn capaciteit en prestatie op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling te vergroten en de Europese onderzoeksruimte te consolideren en verder te ontwikkelen. Tegen de achtergrond van groeiende concurrentie op wereldniveau is de ontwikkeling nodig van een open en concurrerende Europese arbeidsmarkt voor onderzoekers met gediversifieerde, aantrekkelijke loopbaanvooruitzichten.

De toegevoegde waarde van de steunverlening in het kader van het specifieke programma „Mensen” bestaat in het bevorderen van de internationale en intersectorale mobiliteit van onderzoekers als belangrijke aanjager van Europese innovatie. Tevens bevorderen de Marie Curie-acties een intensievere samenwerking tussen onderwijs, onderzoek en bedrijfsleven in verschillende landen op het gebied van opleiding en loopbaanontwikkeling van onderzoekers, voor de verbreding van hun vaardigheden en een betere voorbereiding op de banen van de toekomst. Een nauwer partnerschap tussen onderwijs en bedrijfsleven moet verder worden versterkt, teneinde de overdracht van kennis uit te breiden en PhD-opleidingen die zijn toegesneden op de behoeften van de sector te verbeteren. Door het bevorderen van arbeidsomstandigheden in overeenstemming met het handvest en de code voor Europese onderzoekers wordt bijgedragen aan het aantrekkelijker maken van een loopbaan als onderzoeker in Europa.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog de bijdragen van de EVA-lidstaten ingevolge de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij. Ter informatie, deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Dit krediet dient ook ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding kunnen geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Bovendien dient een deel van dit krediet ter financiering van een actie „Mobiliteit voor jonge innovatoren”. Het wordt algemeen erkend dat beroepsmobiliteit van wezenlijk belang is voor de ontwikkeling van een veelzijdige beroepsbevolking, de totstandbrenging van een gevoel van Europees burgerschap en de versterking van de concurrentiekracht van Europa. Innovatieve ideeën dienen niet te worden tegengehouden aan de nationale grenzen, ze moeten groeien door middel van kruisbestuiving, toetsing en validatie binnen een zo breed mogelijke Europese pool van talent, faciliteiten, infrastructuur en financiering. Net zoals Europese studenten een beroep kunnen doen op de mobiliteitservaring van het Erasmus-programma, jonge onderzoekers op de Marie Curie-acties en jonge ondernemers op het programma Erasmus voor jonge ondernemers, verdienen ook jonge innovatoren een grensoverschrijdende mobiliteitservaring, die de innovatie in Europa vooruithelpt. De bestaande mobiliteitsprogramma’s dekken niet alle aspecten die vallen onder de actoe „Mobiliteit voor jonge innovatoren”, dat gericht is op het innovatieproces dat bestaat in het ontwikkelen van nieuwe prille ideeën tot demonstratiemodellen. Dit programma is bijvoorbeeld verschillend van het programma Erasmus voor jonge ondernemers, dat vooral een professioneel uitwisselingsprogramma is dat gericht is op de fase na de innovatie, en dat nieuwe ondernemers in staat stelt zakelijke vaardigheden aan te leren of te verbeteren. Door te zorgen voor een combinatie van de voordelen van mobiliteit, de noodzaak de innovatiekloof te verkleinen en de noodzaak een mentaliteitswijziging teweeg te brengen met het oog op de bevordering van innovatie, vormt het voorstel voor een actie „Mobiliteit voor jonge innovatoren” een concrete actie met het oog op de uitvoering van de Europa 2020-strategie voor groei en werkgelegenheid, en met name de vlaggeschipinitiatieven „Innovatie-unie” en „Jeugd in beweging”.

De actie „Mobiliteit voor jonge innovatoren” heeft tot doel ten minste 100 jonge innovatoren te steunen. „Mobiliteit voor jonge innovatoren” wordt georganiseerd als een residentieprogramma voor mobiliteit en innovatie zonder grenzen, dat jonge (25-36 jaar oud) en potentiële (18-24 jaar oud) innovatoren in staat stelt te werken aan hun eigen prille ideeën als „Jonge bezoekende innovator” bij een gastorganisatie, zoals een groot of klein bedrijf, een startende onderneming, laboratorium, universiteit, instelling, overheidsagentschap of ngo.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/973/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Mensen” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 272).

15 07 78     Kredieten afkomstig van de deelneming van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

61 757 473,75

71 148 049,39

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding kunnen geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

15 07 79     Proefproject — Kennispartnerschappen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

750 000

1 000 000

500 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de voltooiing van het proefproject inzake kennispartnerschappen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

 

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERWIJS EN CULTUUR

 

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERWIJS EN CULTUUR

TITEL 16

COMMUNICATIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2012 en 2011) en van de uitvoering (2010)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

16 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „COMMUNICATIE”

126 543 869

126 543 869

125 694 552

125 694 552

119 262 013,75

119 262 013,75

Reserves (40 01 40)

5 987

5 987

46 111

46 111

   
 

126 549 856

126 549 856

125 740 663

125 740 663

119 262 013,75

119 262 013,75

16 02

COMMUNICATIE EN DE MEDIA

40 665 000

35 000 000

44 715 000

36 500 000

40 341 052,66

33 564 353,30

Reserves (40 02 41)

4 500 000

4 500 000

       
 

45 165 000

39 500 000

44 715 000

36 500 000

40 341 052,66

33 564 353,30

16 03

GELOKALISEERDE COMMUNICATIE

31 760 000

29 200 000

36 305 000

35 130 000

35 060 817,93

34 665 911,32

Reserves (40 02 41)

3 300 000

3 400 000

       
 

35 060 000

32 600 000

36 305 000

35 130 000

35 060 817,93

34 665 911,32

16 04

ANALYSE- EN COMMUNICATIE-INSTRUMENTEN

23 230 000

22 260 000

23 740 000

23 400 000

26 984 671,22

23 109 585,22

16 05

BEVORDERING VAN EUROPEES BURGERSCHAP

32 190 000

32 000 000

42 920 000

32 650 000

37 778 779,15

27 561 598,36

 

Titel 16 — Totaal

254 388 869

245 003 869

273 374 552

253 374 552

259 427 334,71

238 163 461,95

Reserves (40 01 40, 40 02 41)

7 805 987

7 905 987

46 111

46 111

   
 

262 194 856

252 909 856

273 420 663

253 420 663

259 427 334,71

238 163 461,95

HOOFDSTUK 16 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „COMMUNICATIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

16 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „COMMUNICATIE”

16 01 01

Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Communicatie”

16 01 01 01

Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Communicatie” — Zetel

5

61 854 849

60 668 506

54 152 636,04

Reserves (40 01 40)

   

46 111

 
   

61 854 849

60 714 617

54 152 636,04

 

Artikel 16 01 01 — Subtotaal

 

61 854 849

60 668 506

54 152 636,04

Reserves (40 01 40)

   

46 111

 
   

61 854 849

60 714 617

54 152 636,04

16 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Communicatie”

16 01 02 01

Extern personeel van het directoraat-generaal Communicatie — Zetel

5

7 276 540

7 147 632

6 825 521,12

16 01 02 03

Lokaal personeel van het directoraat-generaal Communicatie — Vertegenwoordigingen van de Commissie

5

15 749 000

15 699 000

16 205 850,23

16 01 02 11

Overige beheersuitgaven van het directoraat-generaal Communicatie — Zetel

5

3 299 156

3 663 472

4 002 138,43

Reserves (40 01 40)

 

5 987

   
   

3 305 143

3 663 472

4 002 138,43

 

Artikel 16 01 02 — Subtotaal

 

26 324 696

26 510 104

27 033 509,78

Reserves (40 01 40)

 

5 987

   
   

26 330 683

26 510 104

27 033 509,78

16 01 03

Uitgaven in verband met materieel, meubilair en diensten, gebouwen en andere werkingsuitgaven voor het beleidsterrein „Communicatie”

16 01 03 01

Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten bij het directoraat-generaal Communicatie — Zetel

5

4 160 324

4 396 046

4 200 796,30

16 01 03 03

Gebouwen en daarmee samenhangende kosten voor het directoraat-generaal Communicatie — Vertegenwoordigingen van de Commissie

5

25 404 000

25 100 000

25 387 828,17

16 01 03 04

Overige werkingsuitgaven

5

1 350 000

1 549 896

1 245 491,96

 

Artikel 16 01 03 — Subtotaal

 

30 914 324

31 045 942

30 834 116,43

16 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Communicatie”

16 01 04 01

Communicatieacties — Uitgaven voor administratief beheer

3.2

3 200 000

3 200 000

2 861 096,14

16 01 04 02

Bezoeken aan de Commissie — Uitgaven voor administratief beheer

3.2

650 000

650 000

649 711,90

16 01 04 03

Europa voor de burger — Uitgaven voor administratief beheer

3.2

230 000

250 000

209 857,80

16 01 04 30

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur

3.2

3 370 000

3 370 000

3 521 085,66

 

Artikel 16 01 04 — Subtotaal

 

7 450 000

7 470 000

7 241 751,50

 

Hoofdstuk 16 01 — Totaal

 

126 543 869

125 694 552

119 262 013,75

Reserves (40 01 40)

 

5 987

46 111

 
   

126 549 856

125 740 663

119 262 013,75

16 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Communicatie”

16 01 01 01   Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Communicatie” — Zetel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

16 01 01 01

61 854 849

60 668 506

54 152 636,04

Reserves (40 01 40)

 

46 111

 

Totaal

61 854 849

60 714 617

54 152 636,04

16 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Communicatie”

16 01 02 01   Extern personeel van het directoraat-generaal Communicatie — Zetel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

7 276 540

7 147 632

6 825 521,12

16 01 02 03   Lokaal personeel van het directoraat-generaal Communicatie — Vertegenwoordigingen van de Commissie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

15 749 000

15 699 000

16 205 850,23

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bezoldiging, de forfaitaire vergoeding voor overuren en de werkgeversbijdrage voor de sociale verzekering van het lokale en contractuele personeel en het tijdelijk personeel dat werkzaam is bij de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

16 01 02 11   Overige beheersuitgaven van het directoraat-generaal Communicatie — Zetel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

16 01 02 11

3 299 156

3 663 472

4 002 138,43

Reserves (40 01 40)

5 987

   

Totaal

3 305 143

3 663 472

4 002 138,43

Toelichting

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 3 000 EUR.

16 01 03     Uitgaven in verband met materieel, meubilair en diensten, gebouwen en andere werkingsuitgaven voor het beleidsterrein „Communicatie”

16 01 03 01   Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten bij het directoraat-generaal Communicatie — Zetel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

4 160 324

4 396 046

4 200 796,30

16 01 03 03   Gebouwen en daarmee samenhangende kosten voor het directoraat-generaal Communicatie — Vertegenwoordigingen van de Commissie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

25 404 000

25 100 000

25 387 828,17

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de huur en erfpacht voor de door de Commissie gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen, alsmede de huur van vergaderzalen, magazijnen, garages en parkeerruimten;

 

de verzekeringspremies voor door de instelling gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

 

de uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming;

 

de uitgaven voor schoonmaken en onderhoud van lokalen, liften, centrale verwarming, installaties voor airconditioning enz., berekend op basis van de lopende contracten. Het betreft hier periodieke schoonmaakbeurten, de aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, stomen enz., alsmede verven en reparaties door en benodigdheden voor de onderhoudswerkplaatsen;

 

de uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in de gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz.;

 

de uitgaven voor het voor deze werkzaamheden noodzakelijke materieel;

 

de uitgaven inzake de veiligheid van de personen en de gebouwen, zowel uit het oogpunt van de hygiëne en de bescherming van de personen als wat de fysieke en materiële veiligheid van de personen en de goederen aangaat. Deze uitgaven omvatten bijvoorbeeld, enerzijds, de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die deel uitmaken van eerstehulpdiensten, en de kosten van wettelijke controles en, anderzijds, de contracten inzake het toezicht op de gebouwen, de onderhoudscontracten voor de beveiligingsinstallaties en de aankoop van klein materieel;

 

de overige lopende uitgaven in verband met gebouwen, en met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbare nutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst enz.);

 

de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden;

 

de uitgaven voor de aankoop, de huur, het onderhoud en het herstel van technisch materieel en technische installaties, meubilair en vervoermiddelen;

 

de aankoop van boekwerken, documenten en andere niet-periodieke publicaties, supplementen op de aanwezige werken, uitgaven voor het inbinden en materiaal voor elektronische identificatie;

 

de uitgaven voor abonnementen op dagbladen, gespecialiseerde tijdschriften, staatsbladen, parlementaire documenten, statistieken betreffende de buitenlandse handel, bulletins van persagentschappen en diverse andere gespecialiseerde publicaties;

 

de uitgaven voor abonnementen op en het gebruik van externe elektronische informatie- en gegevensbanken en de verwerving van elektronische informatiedragers (cd-rom enz.);

 

de uitgaven in verband met de voor het gebruik van deze informatie benodigde opleiding en ondersteuning;

 

de vergoeding voor kopieën van door het auteursrecht beschermde werken;

 

de uitgaven voor papier en kantoorbenodigdheden;

 

diverse verzekeringen;

 

de uitgaven voor arbeidsuitrusting;

 

diverse kosten van interne vergaderingen;

 

de uitgaven voor onderhoudswerkzaamheden en de interne verhuisdienst;

 

de medische uitgaven op grond van het statuut;

 

de uitgaven voor de installatie, het onderhoud en de functionering van restaurants, cafetaria's en keukens;

 

overige huishoudelijke uitgaven;

 

porto en verzendkosten;

 

abonnementskosten en vergoedingen voor telecommunicatie;

 

uitgaven in verband met de aankoop en installatie van uitrusting en materieel voor telecommunicatie;

 

de informatica (IT)-uitgaven van de vertegenwoordigingen in de Unie, en met name de uitgaven voor informatie- en beheerssystemen, kantoorinfrastructuur, pc's, servers en bijbehorende infrastructuur, randapparatuur (printers, scanners enz.) en kantoorapparatuur (fotokopieerapparaten, faxtoestellen, schrijfmachines, dictafoons enz.) en de algemene uitgaven voor netwerken, ondersteuning, bijstand voor de gebruikers, IT-opleiding en verhuizingen;

 

de eventuele uitgaven voor de koop of huurkoop van gebouwen.

Voorts dekt het krediet de uitgaven die op het grondgebied van de Unie worden gedaan, met uitzondering van die welke worden gedaan in de vestigingen van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, welke worden opgevoerd in artikel 01 05 van de betreffende titels. Uitgaven van dezelfde aard of met eenzelfde bestemming die buiten de Unie worden gedaan, worden opgevoerd in post 01 03 02 van de betreffende titels.

16 01 03 04   Overige werkingsuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

1 350 000

1 549 896

1 245 491,96

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

 

de uitgaven voor abonnementen op en het gebruik van externe elektronische informatie- en gegevensbanken en de verwerving van elektronische informatiedragers (cd-rom enz.);

 

de uitgaven in verband met de voor het gebruik van deze informatie benodigde opleiding en ondersteuning.

Hierbij zij opgemerkt dat het krediet dient ter dekking van de uitgaven binnen de Unie, met uitzondering van de vertegenwoordigingen in de Unie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 55 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

16 01 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Communicatie”

16 01 04 01   Communicatieacties — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

3 200 000

3 200 000

2 861 096,14

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, evaluaties, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van de maatregelen die onder de hierna genoemde artikelen vallen, en voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Het krediet dient ook ter dekking van de terugbetaling van reis- en aanverwante kosten van personen die worden uitgenodigd om de werkzaamheden van de Commissie te volgen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 10 000 EUR.

Rechtsgronden

Zie de artikelen 16 02 02, 16 02 03, 16 03 01, 16 03 02, 16 03 04 en 16 04 01 en post16 04 02 01.

16 01 04 02   Bezoeken aan de Commissie — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

650 000

650 000

649 711,90

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van administratieve uitgaven die verband houden met de bezoeken, zoals: hostessdiensten ter ondersteuning van de organisatie van bezoeken; promotiemateriaal om aan bezoekersgroepen uit te delen; informatiemateriaal/publicaties waarin maatregelen en beleid van de Unie worden toegelicht; ad-hocstudies en proefacties in verband met de bezoeken; andere algemene administratieve uitgaven van technische of administratieve aard.

Rechtsgronden

Zie artikel 16 05 02.

16 01 04 03   Europa voor de burger — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

230 000

250 000

209 857,80

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder dit begrotingsonderdeel vallen, alsmede alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten opgevoerd voor het programma, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie post 16 05 01 01.

16 01 04 30   Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

3 370 000

3 370 000

3 521 085,66

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke uitgaven van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur, die voortvloeien uit de deelneming van het Agentschap aan het beheer van het programma „Europa voor de burger” onder rubriek 3b van het financiële kader 2007-2013.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en eventueel de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan de uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten opgevoerd voor het programma, overeenkomstig het bepaalde in artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Besluit 2004/100/EG van de Raad van 26 januari 2004 tot instelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van actief Europees burgerschap („civic participation”) (PB L 30 van 4.2.2004, blz. 6).

Besluit nr. 1904/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot vaststelling voor de periode 2007-2013 van het programma „Europa voor de burger” ter bevordering van een actief Europees burgerschap (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 32).

Referentiebesluiten

Besluit 2009/336/EG van de Commissie van 20 april 2009 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur voor het beheer van de communautaire maatregelen op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur — overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad (PB L 101 van 21.4.2009, blz. 26).

HOOFDSTUK 16 02 — COMMUNICATIE EN DE MEDIA

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

16 02

COMMUNICATIE EN DE MEDIA

16 02 02

Multimedia-acties

3.2

26 960 000

23 500 000

31 600 000

26 000 000

24 011 620,31

22 227 478,04

Reserves (40 02 41)

 

4 500 000

4 500 000

       
   

31 460 000

28 000 000

31 600 000

26 000 000

24 011 620,31

22 227 478,04

16 02 03

Informatie voor de media

3.2

4 950 000

4 000 000

4 860 000

4 000 000

9 574 466,01

5 507 225,32

16 02 04

Exploitatie van de radio- en televisiestudio's en audiovisuele uitrusting

5

6 755 000

6 500 000

6 755 000

6 500 000

6 754 966,34

5 829 649,94

16 02 05

Proefproject voor Europese onderzoeksbeurzen voor grensoverschrijdend onderzoeksjournalisme

5

1 500 000

p.m.

0,—

0,—

16 02 06

Voorbereidende actie — Europese onderzoeksbeurzen voor grensoverschrijdende onderzoeksjournalistiek

5

1 000 000

500 000

       

16 02 07

Proefproject — „Connecting Europe”

5

1 000 000

500 000

       
 

Hoofdstuk 16 02 — Totaal

 

40 665 000

35 000 000

44 715 000

36 500 000

40 341 052,66

33 564 353,30

Reserves (40 02 41)

 

4 500 000

4 500 000

       
   

45 165 000

39 500 000

44 715 000

36 500 000

40 341 052,66

33 564 353,30

16 02 02     Multimedia-acties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

16 02 02

26 960 000

23 500 000

31 600 000

26 000 000

24 011 620,31

22 227 478,04

Reserves (40 02 41)

4 500 000

4 500 000

       

Totaal

31 460 000

28 000 000

31 600 000

26 000 000

24 011 620,31

22 227 478,04

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van algemene voorlichtingsacties betreffende de Unie waarmee wordt beoogd meer zichtbaarheid te verlenen aan de werkzaamheden van de instellingen van de Unie, de besluitvorming en de verschillende fasen van de opbouw van Europa. Het betreft hoofdzakelijk de financiering of de medefinanciering van de productie en/of de verspreiding van multimedia-informatieproducten (radio, tv, internet, enz.), met inbegrip van pan-Europese netwerken van lokale en nationale media, en van de voor de ontwikkeling van een dergelijk beleid noodzakelijke hulpmiddelen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 30 000 EUR.

Op dit artikel mogen, ongeacht de begunstigde van de actie, geen administratieve uitgaven worden afgeboekt.

Bij de uitvoering van deze begrotingslijn moet de Commissie rekening houden met de resultaten van de vergaderingen van de Interinstitutionele Groep voorlichting (IGV).

Voorwaarden om de reserve vrij te maken

Een bedrag van 4 500 000 EUR aan vastleggingen en betalingen is in de reserve geplaatst in afwachting dat aan de volgende vereisten is voldaan: 1) de verzekering van de Commissie dat zij het pan-Europese tv-netwerk opnieuw zal activeren en Euranet en PressEurop in stand zal houden; 2) openbaarmaking van alle contracten en interne en externe evaluaties betreffende deze drie netwerken, en 3) indiening door de Commissie van een voorstel voor een omvattende communicatiestrategie.

Rechtsgronden

Taken die voortvloeien uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel gebied, zoals vastgelegd in artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van 3 oktober 2007: Communiceren over Europa in partnerschap (COM(2007) 568 definitief).

Mededeling van de Commissie van 24 april 2008: Over Europa communiceren via de audiovisuele media (SEC(2008) 506 definitief).

Verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 22 oktober 2008„Communiceren over Europa in partnerschap” (PB C 13 van 20.1.2009, blz. 3).

16 02 03     Informatie voor de media

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 950 000

4 000 000

4 860 000

4 000 000

9 574 466,01

5 507 225,32

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van de Unie in verband met communicatie, voornamelijk via de media. Om een beter begrip van en betere verslaggeving over actuele thema’s te bevorderen, zijn met name de volgende instrumenten ontwikkeld:

 

multimedia-voorlichtingsmateriaal (foto's, video enz.) bestemd voor de media en andere platforms, en ook voor rechtstreekse publicatie/uitzending;

 

seminars voor en ondersteuning van journalisten, georganiseerd door de vertegenwoordigingen van de Commissie of door centrale diensten van de Commissie.

De Commissie moet bij de uitvoering van deze begrotingslijn naar behoren rekening houden met de resultaten van de vergaderingen van de Interinstitutionele Groep voorlichting (IGV).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

Op dit artikel mogen, ongeacht de begunstigde van de actie, geen administratieve uitgaven worden afgeboekt.

Rechtsgronden

Taken die voortvloeien uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel gebied, zoals vastgelegd in artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van 3 oktober 2007: Communiceren over Europa in partnerschap (COM(2007) 568 definitief).

Mededeling van de Commissie van 24 april 2008: Over Europa communiceren via de audiovisuele media (SEC(2008) 506 definitief).

Verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 22 oktober 2008„Communiceren over Europa in partnerschap” (PB C 13 van 20.1.2009, blz. 3).

16 02 04     Exploitatie van de radio- en televisiestudio's en audiovisuele uitrusting

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

6 755 000

6 500 000

6 755 000

6 500 000

6 754 966,34

5 829 649,94

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven in verband met de exploitatie van de studio's en de andere voorzieningen voor audiovisuele voorlichting van de Commissie: personeelsuitgaven en uitgaven in verband met de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van de uitrusting en het voor de exploitatie noodzakelijke materieel.

Tevens dient het ter dekking van de kosten voor de huur van de satelliet waardoor de informatie over de activiteiten van de Unie aan de televisiemaatschappijen beschikbaar kan worden gesteld. Bij het beheer van dit krediet dienen de uitgangspunten met betrekking tot de interinstitutionele samenwerking in acht genomen te worden, teneinde de verspreiding van alle informatie over de Unie te verzekeren.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

Op dit artikel mogen, ongeacht de begunstigde van de actie, geen administratieve uitgaven worden afgeboekt.

Rechtsgronden

Taken die voortvloeien uit de institutionele prerogatieven van de Commissie, zoals bepaald in artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van 3 oktober 2007: Communiceren over Europa in partnerschap (COM(2007) 568 definitief).

Mededeling van de Commissie van 24 april 2008: Over Europa communiceren via de audiovisuele media (SEC(2008) 506 definitief).

Verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 22 oktober 2008„Communiceren over Europa in partnerschap” (PB C 13 van 20.1.2009, blz. 3).

16 02 05     Proefproject voor Europese onderzoeksbeurzen voor grensoverschrijdend onderzoeksjournalisme

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 500 000

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit proefproject voor Europese onderzoeksbeurzen voor journalisten heeft ten doel ernstig grensoverschrijdend journalistiek onderzoek op uniaal niveau makkelijker te maken en te ontwikkelen. Er zullen vergelijkende uitnodigingen tot het indienen van voorstellen uitgaan om gemeenschappelijke onderzoeksprojecten te selecteren waarbij journalisten uit ten minste twee Europese lidstaten betrokken zijn en die een grensoverschrijdende of Europese dimensie hebben die in een nationaal, regionaal of lokaal perspectief wordt gezet. De resultaten van het geselecteerde journalistieke onderzoek zullen ten minste in elk van de deelnemende lidstaten worden gepubliceerd.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

16 02 06     Voorbereidende actie — Europese onderzoeksbeurzen voor grensoverschrijdende onderzoeksjournalistiek

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

       

Toelichting

Deze voorbereidende actie voor Europese onderzoeksbeurzen voor journalisten heeft ten doel ernstig grensoverschrijdend journalistiek onderzoek op uniaal niveau makkelijker te maken en te ontwikkelen. Er zullen vergelijkende uitnodigingen tot het indienen van voorstellen uitgaan om gemeenschappelijke onderzoeksprojecten te selecteren waarbij journalisten uit ten minste twee Europese lidstaten betrokken zijn en die een grensoverschrijdende of Europese dimensie hebben die in een nationaal, regionaal of lokaal perspectief wordt gezet. De resultaten van het geselecteerde journalistieke onderzoek zullen ten minste in elk van de deelnemende lidstaten worden gepubliceerd.

Hiertoe zal een haalbaarheidsstudie worden verricht om nieuwe manieren te vinden om dit project te lanceren. Deze studie moet op zoek gaan naar manieren waarop onafhankelijke, kritische journalistiek door de EU kan worden gesubsidieerd, waarbij de onafhankelijkheid van informatie gewaarborgd is.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

16 02 07     Proefproject — „Connecting Europe”

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

       

Toelichting

De sociale media en het internet hebben de toegang tot informatie en de communicatie tussen de mensen grondig veranderd. De instellingen van de Unie moeten de manier waarop zij van deze essentiële hulpmiddelen gebruikmaken verbeteren. De instellingen van de Unie zijn momenteel nog niet erg zichtbaar op de sociale medianetwerken als twitter en Facebook aanwezig (alle EP-leden samen hebben 900 000 vrienden op Facebook, terwijl president Obama er alleen al rond de 21 miljoen heeft) en er bestaat geen gezamenlijk communicatiebeleid van de instellingen over het gebruik van deze media. Bovendien worden deze media nog te vaak gewoon gebruikt om een boodschap te verspreiden, terwijl ze de mogelijkheid bieden horizontale gesprekken te voeren tussen politici en de burgers die ze vertegenwoordigen. In tegenstelling tot andere communicatiemedia, zoals de traditionele middelen als tv, radio en kranten, zou het internet (en de sociale media in het bijzonder) eerder moeten worden gebruikt voor interactie met de burgers: namelijk om de beleidmakers van ideeën te voorzien en een debat op gang te brengen over de verscheidene meningen over beleidsvoorstellen of -projecten.

De Unie moet haar communicatiestrategie aanpassen aan de realiteit van het 2.0 sociaal netwerk. De Unie moet haar burgers de kans bieden om te interageren en bijdragen te leveren. Jammer genoeg is de communicatie van de Unie nog steeds te veel een „top-down”-proces, waar er een gebrek is aan interactie en aanpassing aan de mogelijkheden die de nieuwe media bieden. Ondanks een gebruikspercentage van 84,4 % voor de sociale netwerken in Europa (onder internetgebruikers), wordt in de communicatiestrategie van de Unie nog steeds geen aandacht besteed aan de sociale netwerken, internet en mobiele telefonie om de toegang tot informatie over het uniale beleid te verbeteren of om de Europese burgers ertoe te brengen hun ervaringen met de Unie met anderen te delen en hen te betrekken bij de besluitvorming van de Unie. Sommige leden van het Parlement en leden van de Commissie maken weliswaar zeer actief gebruik van de sociale media, maar toch kunnen de voornaamste instellingen van de Unie nog heel wat doen om de burgers meer bij de Unieaangelegenheden te betrekken en ervoor te zorgen dat informatie beschikbaar is en opgezocht en gedeeld kan worden. Het proefproject „Connecting Europe” zal het mogelijk maken middelen te investeren in een gemeenschappelijke strategie inzake de nieuwe media om de toegankelijkheid van informatie en de communicatie van de drie voornaamste instellingen — Europees Parlement, Raad en Commissie — te verbeteren. Bij de uitvoering van de strategie moeten de personeelsleden van de instellingen alsook externe deskundigen, het maatschappelijk middenveld en de basisbewegingen worden betrokken. De opkomst van de sociale netwerken heeft bedrijven ertoe aangezet „community managers” in dienst te nemen. Deze „community managers” fungeren als een doorgeefluik tussen bedrijven en hun klanten, zij „promoten” het bedrijf in de specifieke taal van de sociale netwerken, zij beheren virtuele groepen en begrijpen hun behoeften en spelen erop in. Via dit proefproject kan de „Europese community manager” worden ingevoerd om informatie over de Unie beschikbaar te stellen en de diverse instellingen van de Unie te vertegenwoordigen of neutrale kennis over de Unie via het net te verspreiden. Met een dergelijke strategie kan de Unie efficiënter functioneren, begrotingsmiddelen sparen, jonge burgers beter bereiken en nauwkeurige informatie inzamelen over wat de Unieburgers verwachten of verlangen. Door het intensiveren van de interactie zal de dialoog worden versterkt, niet alleen tussen de Unie en haar burgers maar ook tussen de burgers onderling. Het creëert een band tussen de instellingen van de Unie en burgers en maakt de Unie meer toegankelijk voor de rest van de wereld. Een dergelijke strategie moet ook betrekking hebben op de vrijgave en het gebruik van open data. „Open data” is informatie die met overheidsgeld wordt verkregen en terug aan het publiek kan worden verstrekt zodat nieuwe manieren van gebruik ervan kunnen worden ontwikkeld. Publieke informatie moet gedigitaliseerd worden en machineleesbaar en opzoekbaar zijn. Door de informatie over de Unie toegankelijker te maken kan de Unie nog meer burgers bereiken en het publieke domein uitbreiden. De Unie moet inzien dat de burgers zelf momenteel in staat zijn gegevens effectief te gebruiken en hun verkozenen ter verantwoording te roepen. In vele gevallen kunnen de burgers zelfs gegevens opvragen uit de civiele omgevingen zelf en nieuwe tools, technieken en platforms creëren, die verder gaan dan de gebruikelijke interactie binnen het e-bestuur en een nieuw tijdperk van „wij-bestuur” innovatie inluiden.

„Connecting Europe” moet (delen van) de bestaande programma’s als Europe Direct, Euronews, de diverse webplatforms, communicatiestrategieën en archieven van de Unie integreren.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

HOOFDSTUK 16 03 — GELOKALISEERDE COMMUNICATIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

16 03

GELOKALISEERDE COMMUNICATIE

16 03 01

Informatiecentra

3.2

13 750 000

12 000 000

13 580 000

12 490 000

13 434 588,89

12 769 547,57

16 03 02

Communicatie door de vertegenwoordigingen van de Commissie

16 03 02 01

Communicatie door de vertegenwoordigingen van de Commissie

3.2

5 870 000

5 560 000

8 285 000

8 200 000

8 038 119,14

7 863 894,46

Reserves (40 02 41)

 

1 000 000

1 000 000

       
   

6 870 000

6 560 000

8 285 000

8 200 000

8 038 119,14

7 863 894,46

16 03 02 02

Europese publieke ruimten

5

1 440 000

1 440 000

1 440 000

1 440 000

1 420 661,77

661 412,05

 

Artikel 16 03 02 — Subtotaal

 

7 310 000

7 000 000

9 725 000

9 640 000

9 458 780,91

8 525 306,51

Reserves (40 02 41)

 

1 000 000

1 000 000

       
   

8 310 000

8 000 000

9 725 000

9 640 000

9 458 780,91

8 525 306,51

16 03 04

Communiceren over Europa in partnerschap

3.2

10 700 000

10 200 000

13 000 000

13 000 000

12 167 448,13

12 596 855,64

Reserves (40 02 41)

 

2 300 000

2 400 000

       
   

13 000 000

12 600 000

13 000 000

13 000 000

12 167 448,13

12 596 855,64

16 03 05

EuroGlobe

16 03 05 01

Voorbereidende actie — EuroGlobe

3.2

p.m.

0,—

239 976,—

16 03 05 02

Voltooiing van proefproject EuroGlobe

3.2

p.m.

0,—

534 225,60

 

Artikel 16 03 05 — Subtotaal

 

p.m.

0,—

774 201,60

 

Hoofdstuk 16 03 — Totaal

 

31 760 000

29 200 000

36 305 000

35 130 000

35 060 817,93

34 665 911,32

Reserves (40 02 41)

 

3 300 000

3 400 000

       
   

35 060 000

32 600 000

36 305 000

35 130 000

35 060 817,93

34 665 911,32

16 03 01     Informatiecentra

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 750 000

12 000 000

13 580 000

12 490 000

13 434 588,89

12 769 547,57

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de financiering van de informatie- en documentatiesteunpunten/netwerken in heel Europa (Europe Direct-informatiepunten, Europees documentatiecentrum, Team Europe enz.). deze punten vormen een aanvulling op het werk van de vertegenwoordigingen van de Commissie en de voorlichtingsbureau's van het EP in de lidstaten;

 

ondersteuning, opleiding, coördinatie en bijstand voor informatienetwerken;

 

de financiering van het produceren, opslaan en verspreiden van informatiemateriaal en communicatieproducten door/voor die steunpunten.

Op dit artikel mogen, ongeacht de begunstigde van de actie, geen administratieve uitgaven worden afgeboekt.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.

Rechtsgronden

Taken die voortvloeien uit de institutionele prerogatieven van de Commissie, zoals vastgelegd in artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 20 juli 2005: Actieplan ter verbetering van de communicatie over Europa door de Commissie (SEC(2005) 985 definitief).

Witboek van 1 februari 2006 inzake een Europees communicatiebeleid (COM(2006) 35 definitief).

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van 3 oktober 2007: Communiceren over Europa in partnerschap (COM(2007) 568 definitief).

Verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 22 oktober 2008„Communiceren over Europa in partnerschap” (PB C 13 van 20.1.2009, blz. 3).

16 03 02     Communicatie door de vertegenwoordigingen van de Commissie

16 03 02 01   Communicatie door de vertegenwoordigingen van de Commissie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

16 03 02 01

5 870 000

5 560 000

8 285 000

8 200 000

8 038 119,14

7 863 894,46

Reserves (40 02 41)

1 000 000

1 000 000

       

Totaal

6 870 000

6 560 000

8 285 000

8 200 000

8 038 119,14

7 863 894,46

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de met gedecentraliseerde voorlichting verband houdende uitgaven van de Unie. Het doel van de lokale voorlichtingsacties is de doelgroepen te voorzien van de instrumenten om hun inzicht in actuele kwesties te verdiepen.

Deze activiteiten worden hoofdzakelijk via de vertegenwoordigingen van de Commissie in de lidstaten verricht, door middel van:

 

seminars en conferenties;

 

organisatie van of deelname aan Europese manifestaties, tentoonstellingen, public relations, organisatie van individuele bezoeken, enz.;

 

rechtstreekse communicatie met de burgers (bv. adviesdiensten voor de burgers);

 

rechtstreekse communicatie met opiniemakers, in het bijzonder intensievere acties waarbij de regionale kranten worden betrokken, die een belangrijke informatiebron zijn voor een groot aantal Europese burgers;

 

het beheer van voorlichtingscentra voor het grote publiek in de vertegenwoordigingen van de Commissie;

Het krediet dient ook ter dekking van de terugbetaling van reis- en aanverwante kosten van personen die worden uitgenodigd om de werkzaamheden van de Commissie te volgen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

Voorwaarden om de reserve vrij te maken

De bedragen in de reserve zullen worden vrijgegeven wanneer de Commissie het evaluatieverslag indient over het beheer en de werking van de Europese publieke ruimten (EPR's), samen met het werkprogramma voor het komende jaar, zoals gesteld in de begrotingsopmerkingen betreffende de EPR's, en ondubbelzinnig toezegt de interinstitutionele samenwerking ten aanzien van de EPR's te zullen verbeteren.

Rechtsgronden

Taken die voortvloeien uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bepaald in artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 3 oktober 2007: Communiceren over Europa in partnerschap (COM(2007) 568 definitief).

Verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 22 oktober 2008„Communiceren over Europa in partnerschap” (PB C 13 van 20.1.2009, blz. 3).

16 03 02 02   Europese publieke ruimten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 440 000

1 440 000

1 440 000

1 440 000

1 420 661,77

661 412,05

Toelichting

Dit krediet dient specifiek ter dekking van de opening en het beheer van „Europese publieke ruimten” (EPR) in de Europahuizen waar de EPR formeel zijn ondergebracht. De Commissie zal zorgen voor de logistiek van de Europese publieke ruimten ten behoeve van de twee instellingen (Europees Parlement en Commissie), met inbegrip van de operationele kosten en de organisatie van diensten op contractbasis. De EPR's moeten gezamenlijk door de twee instellingen worden beheerd, op basis van een evaluatieverslag over het beheer en het functioneren van deze ruimten en van een werkprogramma voor het komende jaar. Deze beide documenten, die gemeenschappelijk worden opgesteld door de twee instellingen en de fundamentele elementen vormen voor de toewijzing van middelen voor het volgende jaar, moeten tijdig aan de begrotingsautoriteit worden voorgelegd zodat deze er in de begrotingsprocedure rekening mee kan houden.

Rechtsgronden

Taken die voortvloeien uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bepaald in artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 3 oktober 2007: Communiceren over Europa in partnerschap (COM(2007) 568 definitief).

Verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 22 oktober 2008„Communiceren over Europa in partnerschap” (PB C 13 van 20.1.2009, blz. 3).

16 03 04     Communiceren over Europa in partnerschap

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

16 03 04

10 700 000

10 200 000

13 000 000

13 000 000

12 167 448,13

12 596 855,64

Reserves (40 02 41)

2 300 000

2 400 000

       

Totaal

13 000 000

12 600 000

13 000 000

13 000 000

12 167 448,13

12 596 855,64

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van voorlichtingsacties, hoofdzakelijk rond communicatieprioriteiten op Commissie- en Unieniveau.

Dit krediet dient in de eerste plaats om de burgers, zoveel mogelijk in hun moedertaal, te informeren en bij het debat over het heden en de toekomst van de Unie te betrekken.

Het dient met name ter dekking van maatregelen zoals:

 

voorlichtingsacties die verband houden met specifieke jaarlijkse of meerjarencommunicatieprioriteiten;

 

gerichte nationale of internationale voorlichtingsacties die aan de communicatieprioriteiten beantwoorden;

 

voorlichtingsacties die in partnerschap met het Europees Parlement en/of de lidstaten worden georganiseerd om synergieën tot stand te brengen tussen de middelen van elke partner, en om hun informatie- en communicatieactiviteiten over de Unie te coördineren; een van de geprivilegieerde instrumenten hiervoor is het managementpartnerschap.

Het krediet dient ook ter dekking van de terugbetaling van reis- en aanverwante kosten van personen die worden uitgenodigd om de werkzaamheden van de Commissie te volgen.

Deze maatregelen worden in nauwe samenwerking tussen de instellingen van de Unie en de autoriteiten van de lidstaten en/of het maatschappelijke middenveld ten uitvoer gelegd en houden rekening met de specifieke situatie in het land of de regio.

De Interinstitutionele Groep voor voorlichting (IGV), die gezamenlijk wordt voorgezeten door de Commissie, het Europees Parlement en de Raad, bepaalt de gemeenschappelijke richtsnoeren voor de interinstitutionele samenwerking op het vlak van het uniale informatie- en communicatiebeleid. De IGV coördineert de op het grote publiek gerichte gecentraliseerde en gedecentraliseerde voorlichtingsactiviteiten over Europese onderwerpen. Deze stelt jaarlijks de prioriteiten voor de komende jaren vast, op basis van een verslag van de Commissie.

Op dit artikel mogen, ongeacht de begunstigde van de actie, geen administratieve uitgaven worden afgeboekt.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 40 000 EUR.

Voorwaarden om de reserve vrij te maken

Om de reserve vrij te geven, moet de Commissie het Europees Parlement en de Raad een mededeling doen toekomen over de interinstitutionele samenwerking op communicatiegebied met het oog op de Europese verkiezingen van 2014. In de mededeling zet de Commissie uiteen hoe zij vindt dat de interinstitutionele samenwerking moet worden georganiseerd, in het bijzonder wat de financiering en de belangrijkste activiteiten in Brussel en de lidstaten betreft. De commissaris moet zich er schriftelijk toe verbinden deze mededeling in het eerste half jaar van 2012 over te zullen leggen.

Rechtsgronden

Taken die voortvloeien uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel gebied, zoals vastgelegd in artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van 3 oktober 2007: Communiceren over Europa in partnerschap (COM(2007) 568 definitief).

Verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 22 oktober 2008„Communiceren over Europa in partnerschap” (PB C 13 van 20.1.2009, blz. 3).

16 03 05     EuroGlobe

16 03 05 01   Voorbereidende actie — EuroGlobe

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

0,—

239 976,—

Toelichting

Deze post dient ter financiering van de in 2007 opgestarte voorbereidende actie voor een mobiel Globe-theater ter stimulering van een Europees openbaar forum voor debat, cultuur en kennisoverdracht.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

16 03 05 02   Voltooiing van proefproject EuroGlobe

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

0,—

534 225,60

Toelichting

Deze post dient ter dekking van de afsluiting van het in 2007 gestarte proefproject voor een mobiel Globe-theater ter stimulering van een Europese publieke ruimte voor debat, cultuur en kennisoverdracht.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

HOOFDSTUK 16 04 — ANALYSE- EN COMMUNICATIE-INSTRUMENTEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

16 04

ANALYSE- EN COMMUNICATIE-INSTRUMENTEN

16 04 01

Onderzoek van de publieke opinie

3.2

6 150 000

6 000 000

6 030 000

6 000 000

6 778 727,35

4 885 373,79

16 04 02

Online en schriftelijke informatie en communicatie-instrumenten

16 04 02 01

Online en schriftelijke informatie en communicatie-instrumenten

3.2

14 380 000

13 760 000

14 110 000

14 000 000

16 929 871,86

15 022 863,65

16 04 02 02

Online samenvattingen van wetgeving (SCAD+)

5

p.m.

600 000

600 000

   
 

Artikel 16 04 02 — Subtotaal

 

14 380 000

13 760 000

14 710 000

14 600 000

16 929 871,86

15 022 863,65

16 04 04

Algemene gedrukte publicaties

5

2 700 000

2 500 000

3 000 000

2 800 000

3 276 072,01

3 201 347,78

 

Hoofdstuk 16 04 — Totaal

 

23 230 000

22 260 000

23 740 000

23 400 000

26 984 671,22

23 109 585,22

16 04 01     Onderzoek van de publieke opinie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

6 150 000

6 000 000

6 030 000

6 000 000

6 778 727,35

4 885 373,79

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de analyse van de trends binnen de publieke opinie, hoofdzakelijk via opiniepeilingen (bv. de peiling bij het grote publiek „Eurobarometer”, de peiling „flash” per telefoon bij specifieke bevolkingsgroepen en over specifieke onderwerpen, op regionaal, nationaal of Europees niveau, of kwalitatieve onderzoeken), alsook van de kwaliteitscontrole daarop.

Het dient ook ter dekking van kwalitatieve mediamonitoringanalyse.

Bij de uitvoering van deze begrotingslijn moet de Commissie rekening houden met de resultaten van de vergaderingen van de Interinstitutionele Groep voorlichting (IGV).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

Op dit artikel mogen, ongeacht de begunstigde van de actie, geen administratieve uitgaven worden afgeboekt.

Rechtsgronden

Taken die voortvloeien uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel gebied, zoals vastgelegd in artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 3 oktober 2007: Communiceren over Europa in partnerschap (COM(2007) 568 definitief).

Verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 22 oktober 2008„Communiceren over Europa in partnerschap” (PB C 13 van 20.1.2009, blz. 3).

16 04 02     Online en schriftelijke informatie en communicatie-instrumenten

16 04 02 01   Online en schriftelijke informatie en communicatie-instrumenten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 380 000

13 760 000

14 110 000

14 000 000

16 929 871,86

15 022 863,65

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van gedrukte en online multimedia-informatie- en -communicatie-instrumenten voor de Europese Unie om alle burgers te voorzien van algemene informatie over de werkzaamheden van de instellingen van de Unie, de besluitvorming en de stadia in de opbouw van Europa. Online instrumenten maken het mogelijk vragen of reacties van burgers over Europese thema’s in te zamelen. Dit is een openbaredienstverleningstaak. De voorlichting bestrijkt alle instellingen van de Unie. Deze instrumenten moeten toegankelijk worden gemaakt voor mensen met een handicap, overeenkomstig WAI (Web Accessibility Initiative)-richtsnoeren.

Het gaat hoofdzakelijk om de volgende soorten instrumenten:

 

de internetsite Europa, die het voornaamste toegangspunt moet vormen tot de bestaande informatie en de websites voor de administratieve informatie die de Europese burgers nodig zouden kunnen hebben in hun dagelijkse leven, en die daarom beter gestructureerd en gebruiksvriendelijker moet worden;

 

de Europe Direct-contactlijn (00800-67891011);

 

de internetsites en gedrukte en multimediaproducten van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de lidstaten;

 

onlinepersmededelingen, -speeches, -memo's enz. (RAPID).

Dit krediet dient tevens om de internetsite Europa op een meer samenhangende wijze te herstructureren. Het dient eveneens voor de financiering van voorlichtingscampagnes gericht op een eenvoudiger toegang tot deze informatiebronnen, met name het Europe Direct-telefoonnummer.

Dit krediet dient ook ter dekking van de kosten voor het uitgeven van gedrukte publicaties over de activiteiten van de Unie die zijn bestemd voor diverse doelgroepen, die vaak worden bereikt via een gedecentraliseerd netwerk. Het gaat daarbij hoofdzakelijk om:

 

de publicaties van de vertegenwoordigingen (gedrukte nieuwsbrieven en periodieken): elke vertegenwoordiging geeft één of meer publicaties uit, die bij de opinieleiders worden verspreid en diverse gebieden (sociaal, economisch en politiek) betreffen;

 

de verspreiding (ook via een gedecentraliseerd netwerk) van specifieke basisinformatie over de Unie (in alle officiële talen van de Unie) voor het grote publiek, gecoördineerd vanuit Brussel, en promotie van deze publicaties.

De kosten voor het uitgeven van deze publicaties omvatten met name de voorbereiding en de opstelling ervan (inclusief auteursrechten), de betaling van freelancejournalisten, de exploitatie van documentatie, de reproductie van documenten, de aankoop of het beheer van gegevens, de redactie, de vertaling, de revisie (inclusief de controle van de concordantie van de teksten), het drukken, het op internet of een andere elektronische drager zetten, de distributie, de opslag, de verspreiding en de promotie van de publicaties.

Bij de uitvoering van deze begrotingslijn moet de Commissie rekening houden met de resultaten van de vergaderingen van de Interinstitutionele Groep voorlichting (IGV).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

Op deze post mogen, ongeacht de begunstigde van de actie, geen administratieve uitgaven worden afgeboekt.

Rechtsgronden

Taken die voortvloeien uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals vastgelegd in artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van 3 oktober 2007: Communiceren over Europa in partnerschap (COM(2007) 568 definitief).

Mededeling van de Commissie van 21 december 2007: Communiceren over Europa via internet — De burgers erbij betrekken (SEC(2007) 1742).

Verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 22 oktober 2008„Communiceren over Europa in partnerschap” (PB C 13 van 20.1.2009, blz. 3).

16 04 02 02   Online samenvattingen van wetgeving (SCAD+)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

600 000

600 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de betalingen van vorige jaren in verband met de productie van onlinesamenvattingen van uniale wetgeving (SCAD+).

Rechtsgronden

Taken die voortvloeien uit de institutionele prerogatieven van de Commissie, zoals bepaald in artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van 3 oktober 2007: Communiceren over Europa in partnerschap (COM(2007) 568 definitief).

Mededeling van de Commissie van 21 december 2007: Communiceren over Europa via internet — De burgers erbij betrekken (SEC(2007) 1742).

Verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 22 oktober 2008„Communiceren over Europa in partnerschap” (PB C 13 van 20.1.2009, blz. 3).

16 04 04     Algemene gedrukte publicaties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 700 000

2 500 000

3 000 000

2 800 000

3 276 072,01

3 201 347,78

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor het uitgeven van publicaties, in alle mogelijke vormen, over belangrijke actuele onderwerpen betreffende de activiteiten van de Commissie en de verwezenlijkingen en projecten van de Unie die in het kader van het prioritaire publicatieprogramma zijn geselecteerd, alsook van de publicaties waarin in de Verdragen is voorzien en andere institutionele of referentiepublicaties. Deze publicaties zijn bestemd voor de onderwijssector, voor groepen of personen die de informatie verder kunnen verspreiden, en voor het grote publiek.

De kosten van het uitgeven van publicaties omvatten onder meer de voorbereiding en de opstelling ervan (inclusief de auteurscontracten), het inhuren van freelance journalisten, gebruik van documentatie, reproductie van documenten, aankoop of beheer van gegevens, redactie, vertaling, revisie (inclusief de controle van de concordantie van de teksten), het drukken, het op internet of een andere elektronische drager zetten, distributie, opslag, verspreiding en de promotie van deze publicaties, ook in vormen die toegankelijk zijn voor burgers met een handicap. Deze publicaties moeten ook alternatief materiaal omvatten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 000 EUR.

Rechtsgronden

Taken die voortvloeien uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel gebied, zoals vastgelegd in artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 249, lid 2..

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s van 3 oktober 2007: Communiceren over Europa in partnerschap (COM(2007) 568 definitief).

Verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 22 oktober 2008„Communiceren over Europa in partnerschap” (PB C 13 van 20.1.2009, blz. 3).

HOOFDSTUK 16 05 — BEVORDERING VAN EUROPEES BURGERSCHAP

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

16 05

BEVORDERING VAN EUROPEES BURGERSCHAP

16 05 01

Europa voor de burger

16 05 01 01

Europa voor de burger

3.2

28 220 000

28 000 000

28 280 000

21 450 000

32 395 020,07

23 332 701,61

16 05 01 02

Voorbereidende actie voor de instandhouding van gedenkplaatsen in Europa

3.2

p.m.

p.m.

4 000 000

1 000 000

   
 

Artikel 16 05 01 — Subtotaal

 

28 220 000

28 000 000

32 280 000

22 450 000

32 395 020,07

23 332 701,61

16 05 02

Bezoeken aan de Commissie

3.2

2 970 000

2 500 000

2 640 000

2 300 000

2 390 000,—

2 113 265,41

16 05 03

Europees Jaar van het vrijwilligerswerk 2011

16 05 03 01

Voorbereidende actie — Europees Jaar van het vrijwilligerswerk 2011

3.2

800 000

2 993 759,08

2 115 631,34

16 05 03 02

Europees Jaar van het vrijwilligerswerk 2011

3.2

900 000

8 000 000

7 100 000

   
 

Artikel 16 05 03 — Subtotaal

 

900 000

8 000 000

7 900 000

2 993 759,08

2 115 631,34

16 05 04

Voltooiing van vorige programma’s/acties op het gebied van actief burgerschap

3.2

p.m.

0,—

0,—

16 05 06

Europees Huis van de civil society

3.2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

16 05 07

Europees Jaar van de burger 2013

16 05 07 01

Voorbereidende actie — Europees Jaar van de burger 2013

3.2

1 000 000

600 000

       
 

Artikel 16 05 07 — Subtotaal

 

1 000 000

600 000

       
 

Hoofdstuk 16 05 — Totaal

 

32 190 000

32 000 000

42 920 000

32 650 000

37 778 779,15

27 561 598,36

16 05 01     Europa voor de burger

16 05 01 01   Europa voor de burger

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

28 220 000

28 000 000

28 280 000

21 450 000

32 395 020,07

23 332 701,61

Toelichting

Overeenkomstig het programma „Europa voor de burgers 2007-2013” dient dit krediet ter dekking van de volgende acties:

 

„Actieve burgers voor Europa”, met:

 

jumelages van steden,

 

burgerprojecten en ondersteunende maatregelen.

 

„Een actieve civiele samenleving in Europa”, met:

 

structurele steun voor Europese organisaties die onderzoek naar het overheidsbeleid doen (denktanks),

 

structurele steun voor maatschappelijke organisaties op Europees niveau, enz.,

 

steun voor projecten waartoe maatschappelijke organisaties de aanzet hebben gegeven.

 

„Samen voor Europa”, met:

 

evenementen met een hoge zichtbaarheid, zoals herdenkingen, prijzen, conferenties op Europese schaal, enz.,

 

studies, onderzoeken en opiniepeilingen,

 

hulpmiddelen voor informatievoorziening en -verspreiding.

 

„Actief Europees gedenken”, met: het herdenken van de slachtoffers van massale uitroeiing en massadeportatie die verband houden met het nazisme en het stalinisme, en de instandhouding van de desbetreffende gedenktekens en archieven.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1904/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot vaststelling voor de periode 2007-2013 van het programma „Europa voor de burger” ter bevordering van een actief Europees burgerschap (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 32).

16 05 01 02   Voorbereidende actie voor de instandhouding van gedenkplaatsen in Europa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

4 000 000

1 000 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van werken voor de instandhouding, op lange termijn, van sites zoals het concentratiekamp Auschwitz-Birkenau, dat door verwering en ouderdom inmiddels ernstig in verval is geraakt.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr.1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

16 05 02     Bezoeken aan de Commissie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 970 000

2 500 000

2 640 000

2 300 000

2 390 000,—

2 113 265,41

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter dekking van de kosten voor de organisatie van bezoeken aan de Commissie.

Rechtsgronden

Taken die voortvloeien uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals vastgelegd in artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

16 05 03     Europees Jaar van het vrijwilligerswerk 2011

16 05 03 01   Voorbereidende actie — Europees Jaar van het vrijwilligerswerk 2011

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

800 000

2 993 759,08

2 115 631,34

Toelichting

Deze post dient ter dekking van onderstaande maatregelen op uniaal en nationaal niveau:

 

voorlichtings- en promotiecampagnes om sleutelboodschappen van het geplande Europees Jaar van het vrijwilligerswerk te verspreiden;

 

verspreiding van de resultaten van studies en onderzoeken op dit gebied;

 

uitwisseling van ervaringen en goede praktijken;

 

conferenties, evenementen en initiatieven ter bevordering van het debat over en de bewustmaking van het belang en de waarde van vrijwilligerswerk en tot huldiging van het werk van de vrijwilligers;

 

ondersteuning van passende structuren op nationaal niveau om de implementatie van het Europees Jaar van het vrijwilligerswerk in de lidstaten te coördineren en te organiseren;

 

mobilisatie en coördinatie van het werk van de belangrijkste belanghebbenden op uniaal niveau.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

16 05 03 02   Europees Jaar van het vrijwilligerswerk 2011

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

900 000

8 000 000

7 100 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende initiatieven die op uniaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau in verband met de doelstellingen van het Europees Jaar worden georganiseerd:

 

voorlichtings- en promotiecampagnes;

 

uitwisseling van ervaringen en goede praktijken;

 

studies en onderzoek en de verspreiding van de resultaten ervan;

 

conferenties en evenementen ter bevordering van het debat over en de bewustmaking van het belang en de waarde van vrijwilligerswerk ter bevordering van het engagement van burgers en tot huldiging van het werk van vrijwilligers en hun organisaties;

 

ondersteuning van passende structuren op nationaal niveau om de implementatie van het Europees Jaar van het vrijwilligerswerk in de lidstaten te coördineren en te organiseren;

 

concrete initiatieven in de lidstaten ter bevordering van de doelstellingen van het Europees Jaar, die na een op uniaal niveau beheerde oproep tot het indienen van voorstellen zijn geselecteerd (het plafond voor medefinanciering door de Unie is vastgesteld op 80 % van de totale subsidiabele kosten);

 

mobilisatie en coördinatie van het werk van de belangrijkste belanghebbenden op uniaal niveau.

Rechtsgronden

Beschikking nr. 2010/37/EG van de Raad van 27 november 2009 over het Europees Jaar van het vrijwilligerswerk ter bevordering van actief burgerschap (2011) (PB L 17 van 22.1.2010, blz. 43).

16 05 04     Voltooiing van vorige programma’s/acties op het gebied van actief burgerschap

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit artikel dient ter dekking van de voltooiing van de vóór 2007 in het kader van de volgende begrotingsonderdelen gesteunde maatregelen:

 

behoud van de voormalige nazi-concentratiekampen als historische gedenkplaatsen;

 

maatregelen ter bevordering van de maatschappelijke organisaties;

 

verenigingen „Ons Europa”;

 

subsidies aan organisaties die de Europese gedachte promoten;

 

verenigingen en bonden van Europees belang;

 

Europese denktanks;

 

steun voor het Jean Monnet-huis en het Robert Schuman-huis;

 

jumelage van steden in de Unie.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit 2004/100/EG van de Raad van 26 januari 2004 tot instelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van actief Europees burgerschap („civic participation”) (PB L 30 van 4.2.2004, blz. 6).

Besluit nr. 792/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter ondersteuning van organisaties die op Europees niveau op cultuurgebied actief zijn (PB L 138 van 30.4.2004, blz. 40).

16 05 06     Europees Huis van de civil society

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van een verkennende studie en de aanloopkosten van de oprichting van een Europees Huis van de civil society.

Er zijn geen kredieten gepland voor 2011 en 2012.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

16 05 07     Europees Jaar van de burger 2013

16 05 07 01   Voorbereidende actie — Europees Jaar van de burger 2013

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

600 000

       

Toelichting

Nieuwe post

Dit krediet dient ter dekking van onderstaande maatregelen op Europees niveau:

 

een informatie- en communicatiecampagne om de belangrijkste boodschappen van het komende Europees Jaar van de burger te verspreiden;

 

de opstelling van horizontale en op specifieke groepen gerichte communicatiestrategieën;

 

de productie van gedrukt, audiovisueel en webgebaseerd materiaal ter ondersteuning van de belangrijkste politieke boodschappen van het komende Europees Jaar van de burger;

 

conferenties en seminars om de institutionele actoren en belanghebbenden te mobiliseren.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr.1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

 

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL COMMUNICATIE

 

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL COMMUNICATIE

TITEL 17

GEZONDHEIDSZORG EN CONSUMENTENBESCHERMING

Algemene samenvatting van de kredieten (2012 en 2011) en van de uitvoering (2010)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

17 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „GEZONDHEID EN CONSUMENTENBESCHERMING”

116 768 100

116 768 100

115 975 626

115 975 626

113 519 870,29

113 519 870,29

Reserves (40 01 40)

280 045

280 045

57 583

57 583

   
 

117 048 145

117 048 145

116 033 209

116 033 209

113 519 870,29

113 519 870,29

17 02

CONSUMENTENBELEID

21 090 000

20 185 400

20 640 000

19 900 000

21 819 080,56

20 166 240,19

17 03

VOLKSGEZONDHEID

214 272 780

210 542 692

206 106 000

207 248 000

245 464 604,60

237 961 045,54

17 04

VEILIGHEID VAN LEVENSMIDDELEN EN DIERVOEDERS, DIERGEZONDHEID, DIERWELZIJN EN GEZONDHEID VAN PLANTEN

334 250 000

243 828 105

327 160 000

253 422 436

343 141 610,52

268 658 194,94

 

Titel 17 — Totaal

686 380 880

591 324 297

669 881 626

596 546 062

723 945 165,97

640 305 350,96

Reserves (40 01 40)

280 045

280 045

57 583

57 583

   
 

686 660 925

591 604 342

669 939 209

596 603 645

723 945 165,97

640 305 350,96

HOOFDSTUK 17 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „GEZONDHEID EN CONSUMENTENBESCHERMING”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

17 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „GEZONDHEID EN CONSUMENTENBESCHERMING”

17 01 01

Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Gezondheid en consumentenbescherming”

5

77 743 252

75 762 596

73 324 897,59

Reserves (40 01 40)

   

57 583

 
   

77 743 252

75 820 179

73 324 897,59

17 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Gezondheid en consumentenbescherming”

17 01 02 01

Extern personeel

5

7 776 354

7 723 972

7 453 382,73

17 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5

9 661 525

10 564 293

11 038 371,19

Reserves (40 01 40)

 

280 045

   
   

9 941 570

10 564 293

11 038 371,19

 

Artikel 17 01 02 — Subtotaal

 

17 437 879

18 288 265

18 491 753,92

Reserves (40 01 40)

 

280 045

   
   

17 717 924

18 288 265

18 491 753,92

17 01 03

Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven voor het beleidsterrein „Gezondheid en consumentenbescherming”

17 01 03 01

Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten voor het beleidsterrein „Gezondheid en consumentenbescherming” — Zetel

5

5 228 969

5 489 765

5 691 037,29

17 01 03 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven voor het beleidsterrein „Gezondheid en consumentenbescherming” — Grange

5

5 338 000

5 485 000

5 406 239,34

 

Artikel 17 01 03 — Subtotaal

 

10 566 969

10 974 765

11 097 276,63

17 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Gezondheid en consumentenbescherming”

17 01 04 01

Fytosanitaire maatregelen — Uitgaven voor administratief beheer

2

600 000

700 000

150 160,—

17 01 04 02

Maatregelen van de Unie op het gebied van gezondheid — Uitgaven voor administratief beheer

3.2

1 400 000

1 400 000

1 732 716,52

17 01 04 03

Maatregelen van de Unie op het gebied van consumentenbescherming — Uitgaven voor administratief beheer

3.2

950 000

950 000

1 065 184,98

17 01 04 05

Voeder- en voedselveiligheid en hiermee verband houdende werkzaamheden — Uitgaven voor administratief beheer

2

700 000

700 000

581 368,65

17 01 04 06

Proefproject — Verbeterde methoden voor diervriendelijke productie

2

p.m.

p.m.

83 529,—

17 01 04 07

Uitroeiing van dierziekten en noodfonds — Uitgaven voor administratief beheer

2

300 000

300 000

211 283,—

17 01 04 30

Uitvoerend Agentschap voor gezondheid en consumenten — Bijdrage van programma’s onder rubriek 3b

3.2

5 900 000

5 800 000

5 708 878,—

17 01 04 31

Uitvoerend Agentschap voor gezondheid en consumenten — Bijdrage van programma’s onder rubriek 2

2

1 170 000

1 100 000

1 072 822,—

 

Artikel 17 01 04 — Subtotaal

 

11 020 000

10 950 000

10 605 942,15

 

Hoofdstuk 17 01 — Totaal

 

116 768 100

115 975 626

113 519 870,29

Reserves (40 01 40)

 

280 045

57 583

 
   

117 048 145

116 033 209

113 519 870,29

17 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Gezondheid en consumentenbescherming”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

17 01 01

77 743 252

75 762 596

73 324 897,59

Reserves (40 01 40)

 

57 583

 

Totaal

77 743 252

75 820 179

73 324 897,59

17 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Gezondheid en consumentenbescherming”

17 01 02 01   Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

7 776 354

7 723 972

7 453 382,73

17 01 02 11   Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

17 01 02 11

9 661 525

10 564 293

11 038 371,19

Reserves (40 01 40)

280 045

   

Totaal

9 941 570

10 564 293

11 038 371,19

17 01 03     Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven voor het beleidsterrein „Gezondheid en consumentenbescherming”

17 01 03 01   Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten voor het beleidsterrein „Gezondheid en consumentenbescherming” — Zetel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

5 228 969

5 489 765

5 691 037,29

17 01 03 03   Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven voor het beleidsterrein „Gezondheid en consumentenbescherming” — Grange

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

5 338 000

5 485 000

5 406 239,34

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

 

huur, erfpacht en gemeentelijke heffingen voor door de Commissie gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen, en huur van vergaderzalen, magazijnen, garages en parkeerruimten;

 

kosten voor aankoop of huurkoop van gebouwen;

 

kosten voor het oprichten van nieuwe gebouwen;

 

verzekeringspremies voor door de instelling gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

 

uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming;

 

uitgaven voor schoonmaken en onderhoud van lokalen, liften, centrale verwarming, installaties voor airconditioning enz., berekend op basis van de lopende contracten, en kosten die voortvloeien uit bepaalde periodieke schoonmaakbeurten, aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, chemische reiniging enz. evenals schilderwerk, reparaties en noodzakelijke leveringen voor de onderhoudsploegen (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

uitgaven in verband met de gescheiden ophaling, opslag en verwijdering van afval;

 

uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz. alsmede de kosten van het materieel dat hierbij nodig is;

 

uitgaven inzake de fysieke en materiële veiligheid van de personen en goederen, met name de contracten inzake de bewaking van gebouwen, de contracten voor onderhoud en upgrading van de beveiligingsinstallaties en de aankoop van klein materieel;

 

uitgaven inzake de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die deel uitmaken van eerstehulpdiensten en de kosten van wettelijke controles;

 

kosten van juridische, technische en financiële expertises vóór de aankoop, de huur of de oprichting van gebouwen;

 

de overige lopende uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbarenutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst enz.);

 

de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden, reparaties en renovaties;

 

kosten voor aankoop, huur of leasing, onderhoud, herstelling, installatie en vervanging van uitrusting en technisch materieel, met name:

 

materieel (met inbegrip van kopieerapparaten) voor het produceren, reproduceren en archiveren van publicaties en van documenten in eender welke vorm (papier, elektronische drager);

 

audiovisueel materieel en materieel voor de bibliotheek en de tolkendienst (cabines, koptelefoons, luisterapparatuur voor simultaanvertaling);

 

uitrusting voor kantines en restaurants;

 

diverse outillage voor het onderhoud van de gebouwen;

 

voorzieningen voor gehandicapte ambtenaren;

 

de uitgaven voor studies, documentatie en opleiding met betrekking tot deze uitrusting;

 

kosten voor aankoop, huur, onderhoud en herstelling van meubilair, met name:

 

uitgaven voor de aankoop van kantoormeubilair en speciaal meubilair, met name ergonomisch meubilair, rekken voor de archieven enz.;

 

de vervanging van verouderd en afgedankt meubilair;

 

de uitrusting met speciaal materieel van bibliotheken (kaartsystemen, rekken, cataloguskasten enz.);

 

de specifieke uitrusting van kantines en restaurants;

 

de huur van meubilair;

 

kosten voor onderhoud en herstelling van het meubilair (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

kosten voor aankoop, huur, onderhoud en herstelling van (motor-)voertuigen, met name:

 

de aanschaf van nieuwe voertuigen, inclusief alle bijkomende kosten;

 

de vervanging van de voertuigen die in de loop van het begrotingsjaar zo'n hoog aantal kilometers zullen hebben afgelegd dat vervanging gerechtvaardigd is;

 

de huur van auto's, op korte of op lange termijn, wanneer de capaciteit van het wagenpark onvoldoende is;

 

de kosten van onderhoud, reparaties en verzekering van dienstvoertuigen (brandstof, smeermiddelen, banden, binnenbanden, diverse benodigdheden, reserveonderdelen, gereedschap enz.), inclusief de kosten van jaarlijkse keuringen;

 

diverse verzekeringen (met name burgerrechtelijke aansprakelijkheid en diefstal), nationale belastingen indien verschuldigd en verzekeringskosten;

 

uitgaven voor werkuitrusting, met name:

 

aanschaf van uniformen voor bodes en chauffeurs;

 

aanschaf en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en voor het personeel dat werkzaamheden moet verrichten waarbij bescherming nodig is tegen slechte weersomstandigheden en koude, abnormale slijtage en bevuiling;

 

aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG;

 

verhuiskosten, kosten van hergroepering van diensten en behandelingskosten (ontvangst, opslag en plaatsing) van materieel, meubilair en kantoorbenodigdheden;

 

andere huishoudelijke uitgaven zoals:

 

uitgaven in verband met de uitrusting van gebouwen op het gebied van telecommunicatie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van de telefooncentrales en de lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercominstallaties en mobilofoons, alsmede de uitgaven voor de informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en de uitgaven voor de daarmee samenhangende diensten (ondersteuning, documentatie, installatie, verhuizing);

 

aankoop, huur of leasing van computers, terminals, microcomputers, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, alsmede de voor hun werking benodigde programmatuur;

 

aankoop, huur of leasing van apparatuur voor de weergave van de informatie op papier, zoals printers, faxtoestellen, fotokopieerapparaten, scanners en microkopieerapparaten;

 

aankoop, huur of leasing van schrijfmachines, tekstverwerkers en alle in kantoren gebruikte elektronische apparatuur;

 

installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur;

 

de exploitatiekosten van de restaurants, cafetaria's en kantines, met name de uitgaven voor het onderhoud van installaties en de aankoop van materieel; de uitgaven voor gewone verbouwing en voor gewone vernieuwing van de uitrusting; grote uitgaven voor veranderingen in verband met de nodige verbouwingen en vernieuwingen, duidelijk te onderscheiden van de „gewone” kosten voor verbouwing, reparatie en vernieuwing van installaties en materieel;

 

de uitgaven voor abonnementen op en het gebruik van externe elektronische informatie- en gegevensbanken en de verwerving van elektronische informatiedragers (cd-rom enz.);

 

de uitgaven in verband met de voor het gebruik van deze informatie benodigde opleiding en ondersteuning;

 

aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden, producten voor de reprografische diensten, en kosten van uitbesteding van drukwerk;

 

kosten van de frankering van de gewone correspondentie, verslagen en publicaties, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en van de interne post bij de Commissie;

 

licenties, abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, telegraaf, telex, televisie, teleconferentie, videoconferentie) alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica enz. en de aankoop van abonneelijsten;

 

kosten van telefoongesprekken en computerverbindingen tussen de verschillende gebouwen en voor de internationale telecommunicatie tussen de verschillende vestigingen;

 

technische en logistieke ondersteuning, opleiding en nevenkosten, en andere activiteiten van algemeen belang met betrekking tot computerapparatuur en -programmatuur, algemene opleidingen op het gebied van informatica, abonnementen voor de technische documentatie op papier of op elektronische drager enz., extern personeel, servicebureaus, abonnementen bij internationale organisaties enz., veiligheidsstudies en kwaliteitsbewaking op het gebied van computerapparatuur en programmatuur.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

17 01 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Gezondheid en consumentenbescherming”

17 01 04 01   Fytosanitaire maatregelen — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

600 000

700 000

150 160,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor technische en/of administratieve bijstand in verband met de identificatie, de voorbereiding, het beheer, de follow-up, de evaluatie, de audit en de controle van programma’s of projecten.

Het dient tevens ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen.

Voorts is het mogelijk dat de maatregelen van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1) in 2010 operationeel worden.

Rechtsgronden

Zie artikel 17 04 04.

17 01 04 02   Maatregelen van de Unie op het gebied van gezondheid — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

1 400 000

1 400 000

1 732 716,52

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc, aangezien de contracten met bureaus voor technische bijstand in de komende jaren aflopen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie artikel 17 03 06.

17 01 04 03   Maatregelen van de Unie op het gebied van consumentenbescherming — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

950 000

950 000

1 065 184,98

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc, aangezien de contracten met bureaus voor technische bijstand in de komende jaren aflopen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig in artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie artikel 17 02 02.

17 01 04 05   Voeder- en voedselveiligheid en hiermee verband houdende werkzaamheden — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

700 000

700 000

581 368,65

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor technische en/of administratieve bijstand in verband met de identificatie, de voorbereiding, het beheer, de follow-up, de audit en de controle van programma’s of projecten.

Het dient tevens ter dekking van uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen.

Dit krediet dient met name ter dekking van de uitgaven in verband met Verordening (EG) nr. 882/2004.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1332/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake voedingsenzymen (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 7).

Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 16).

Verordening (EG) nr. 1334/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake aroma’s en bepaalde voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen voor gebruik in of op levensmiddelen (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 34).

Zie artikel 17 04 07.

17 01 04 06   Proefproject — Verbeterde methoden voor diervriendelijke productie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

83 529,—

Toelichting

Dit krediet diende ter dekking van een proefproject voor het ontwikkelen van betere methoden voor diervriendelijke productie, met bijzondere aandacht voor alternatieven voor de castratie van varkens en het onthoornen van koeien.

Geen nieuwe kredieten meer sinds 2009; de in 2008 gestarte actie zal worden afgerond.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

17 01 04 07   Uitroeiing van dierziekten en noodfonds — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

300 000

300 000

211 283,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor administratieve bijstand met betrekking tot de audit van verzoeken van de lidstaten om een financiële bijdrage overeenkomstig artikel 3, lid 2, artikelen 4 en 14 en artikel 27, lid 8, van Beschikking 2009/470/EG.

Rechtsgronden

Beschikking 2009/470/EG van de Raad van 25 mei 2009 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied (PB L 155 van 18.6.2009, blz. 30).

Zie artikel 17 04 01 en post 17 04 03 01.

17 01 04 30   Uitvoerend Agentschap voor gezondheid en consumenten — Bijdrage van programma’s onder rubriek 3b

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

5 900 000

5 800 000

5 708 878,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage voor uitgaven voor personeel en administratie van het Agentschap.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Besluit nr. 1926/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van consumentenbeleid (2007-2013) (PB L 404 van 30.12.2006, blz. 39).

Besluit nr. 1350/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 tot vaststelling van een tweede communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid (2008-2013) (PB L 301 van 20.11.2007, blz. 3).

Zie de artikelen 17 02 02, 17 03 01 en 17 03 06.

Referentiebesluiten

Besluit 2004/858/EG van 15 december 2004 tot oprichting van een uitvoerend agentschap, genaamd het Agentschap voor het volksgezondheidsprogramma, voor het beheer van de communautaire maatregelen op het gebied van de volksgezondheid overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad (PB L 369 van 16.12.2004, blz. 73).

17 01 04 31   Uitvoerend Agentschap voor gezondheid en consumenten — Bijdrage van programma’s onder rubriek 2

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

1 170 000

1 100 000

1 072 822,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van de opleidingsstrategie van de Unie op de terreinen wetgeving inzake levensmiddelen en diervoeders en voorschriften betreffende diergezondheid, dierenwelzijn en plantengezondheid, voor uitgaven voor personeel en administratie van het Agentschap.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1), met name artikel 51.

Zie de artikelen 17 04 04 en 17 04 07.

Referentiebesluiten

Besluit 2004/858/EG van 15 december 2004 tot oprichting van een uitvoerend agentschap, genaamd het Agentschap voor het volksgezondheidsprogramma, voor het beheer van de communautaire maatregelen op het gebied van de volksgezondheid overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad (PB L 369 van 16.12.2004, blz. 73).

HOOFDSTUK 17 02 — CONSUMENTENBELEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

17 02

CONSUMENTENBELEID

17 02 01

Voltooiing van activiteiten van de Unie ten behoeve van de consumenten

3.2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

1 225 178,14

17 02 02

Actie van de Unie op het gebied van consumentenbeleid

3.2

21 090 000

19 000 000

20 140 000

19 000 000

19 819 080,56

17 320 806,98

17 02 03

Voorbereidende actie — Toezichtmaatregelen op het gebied van het consumentenbeleid

3.2

p.m.

860 400

500 000

900 000

1 000 000,—

1 542 542,15

17 02 04

Proefproject — Transparantie en stabiliteit op de financiële markten

1.1

p.m.

325 000

p.m.

p.m.

1 000 000,—

77 712,92

 

Hoofdstuk 17 02 — Totaal

 

21 090 000

20 185 400

20 640 000

19 900 000

21 819 080,56

20 166 240,19

17 02 01     Voltooiing van activiteiten van de Unie ten behoeve van de consumenten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

1 225 178,14

Toelichting

Dit krediet dient voor de afwikkeling van de vastleggingen voor de vorige jaren in het kader van Besluit nr. 20/2004/EG. Dat besluit is ingetrokken bij Besluit nr. 1926/2006/EG (zie artikel 17 02 02).

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 20/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 december 2003 tot vaststelling van een algemeen kader voor de financiering van communautaire acties ter ondersteuning van het consumentenbeleid in de periode 2004-2007 (PB L 5 van 9.1.2004, blz. 1).

17 02 02     Actie van de Unie op het gebied van consumentenbeleid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 090 000

19 000 000

20 140 000

19 000 000

19 819 080,56

17 320 806,98

Toelichting

Besluit nr. 1926/2006/EG stelt een algemeen kader vast voor de financiering van acties van de Unie ter ondersteuning van het consumentenbeleid (2007-2013) zoals geformuleerd in de meerjarenstrategie. Het besluit en de strategie bevatten twee strategische doelstellingen op middellange termijn:

 

zorgen voor een hoog niveau van consumentenbescherming, met name via betere basisgegevens, een betere raadpleging en een betere vertegenwoordiging van de consumentenbelangen, en

 

zorgen voor de effectieve toepassing van de regels inzake consumentenbescherming, met name door samen te werken op het gebied van handhaving, informatie, voorlichting en verhaalsmiddelen.

In het consumentenprogramma worden de actiegebieden van de consumentenprogramma’s voor 2002-2006 geconsolideerd en uitgebreid. Het bevat een aanzienlijke uitbreiding van de maatregelen van de Unie voor de ontwikkeling van kennis en basisgegevens, samenwerking op het gebied van handhaving, markttoezicht en productveiligheid, voorlichting van consumenten en het opbouwen van de capaciteit van consumentenorganisaties.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1926/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van consumentenbeleid (2007-2013) (PB L 404 van 30.12.2006, blz. 39).

17 02 03     Voorbereidende actie — Toezichtmaatregelen op het gebied van het consumentenbeleid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

860 400

500 000

900 000

1 000 000,—

1 542 542,15

Toelichting

Dit proefproject heeft als algemeen doel de werking van de interne markt beter te begrijpen vanuit het oogpunt van de consument en de vraagzijde. Dat doel zal worden nagestreefd door gegevens te verzamelen en het gedrag van consumenten te analyseren.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

17 02 04     Proefproject — Transparantie en stabiliteit op de financiële markten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

325 000

p.m.

p.m.

1 000 000,—

77 712,92

Toelichting

Het proefproject beoogt de bevordering van de mondigheid van de consument, met name op het gebied van financiële diensten, en van efficiënte en stabiele Europese financiële markten, door middel van opleidingen en het verstrekken van advies aan de consument.

Het project beoogt:

 

het in kaart brengen in elke lidstaat van de non-profitorganisaties die consumenten algemeen advies over financiële diensten verstrekken, alsook de evaluatie van beste praktijken voor het verlenen van algemeen financieel advies;

 

de vaststelling van de opleidingsbehoeften van die organisaties in verband met financieel advies;

 

opleiding op het gebied van financiële diensten voor consumentenverenigingen en andere belangstellende non-profitorganisaties die voorlichting en advies verstrekken aan de eindgebruikers van financiële diensten.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

HOOFDSTUK 17 03 — VOLKSGEZONDHEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

17 03

VOLKSGEZONDHEID

17 03 01

Maatregelen ter bescherming van de volksgezondheid

17 03 01 01

Voltooiing van het programma op het gebied van de volksgezondheid (2003-2008)

3.2

p.m.

10 500 000

p.m.

11 000 000

0,—

17 541 103,55

 

Artikel 17 03 01 — Subtotaal

 

p.m.

10 500 000

p.m.

11 000 000

0,—

17 541 103,55

17 03 02

Gemeenschappelijk Fonds voor tabak — Directe betalingen door de Unie

2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

16 900 000,—

16 900 000,—

17 03 03

Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding

17 03 03 01

Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding — Bijdrage aan titels 1 en 2

3.2

36 936 900

36 936 900

32 430 000

32 430 000

33 330 900,—

32 454 334,—

17 03 03 02

Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding — Bijdrage aan titel 3

3.2

19 790 100

19 790 100

20 340 000

20 340 000

24 489 000,24

15 800 000,—

 

Artikel 17 03 03 — Subtotaal

 

56 727 000

56 727 000

52 770 000

52 770 000

57 819 900,24

48 254 334,—

17 03 04

Voorbereidende actie — Volksgezondheid

3.2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

17 03 05

Internationale overeenkomsten en lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van de volksgezondheid en de bestrijding van tabaksgebruik

4

200 000

190 912

p.m.

p.m.

210 000,—

210 000,—

17 03 06

Actie van de Unie op het gebied van gezondheid

3.2

48 300 000

37 000 000

47 060 000

35 700 000

47 635 446,81

32 987 873,74

17 03 07

Europese Autoriteit voor voedselveiligheid

17 03 07 01

Europese Autoriteit voor voedselveiligheid — Bijdrage aan titels 1 en 2

3.2

48 266 209

48 266 209

49 845 000

49 845 000

49 111 815,58

49 111 470,—

17 03 07 02

Europese Autoriteit voor voedselveiligheid — Bijdrage aan titel 3

3.2

26 813 571

23 992 571

22 488 000

22 690 000

25 603 542,72

23 703 130,—

 

Artikel 17 03 07 — Subtotaal

 

75 079 780

72 258 780

72 333 000

72 535 000

74 715 358,30

72 814 600,—

17 03 08

Proefproject — Nieuwe werkgelegenheidssituatie in de gezondheidszorg: beste praktijken voor het verbeteren van de beroepsopleiding en de kwalificaties van werkers in de gezondheidszorg en hun salaris

1.1

p.m.

300 000

p.m.

300 000

0,—

174 875,—

17 03 09

Proefproject — Onderzoek op het gebied van gezondheid, milieu, vervoer en klimaatverandering (HETC) — Verbetering van de kwaliteit van binnen- en buitenlucht

2

p.m.

1 600 000

p.m.

1 500 000

0,—

1 200 000,—

17 03 10

Europees Geneesmiddelenbureau

17 03 10 01

Europees Geneesmiddelenbureau — Bijdrage aan titels 1 en 2

1.1

7 655 333

7 655 333

9 347 000

9 347 000

13 894 203,93

13 894 203,93

17 03 10 02

Europees Geneesmiddelenbureau — Bijdrage aan titel 3

1.1

15 310 667

15 310 667

18 695 000

18 695 000

25 976 295,32

25 883 055,32

17 03 10 03

Speciale bijdrage voor weesgeneesmiddelen

1.1

6 000 000

6 000 000

4 901 000

4 901 000

8 313 400,—

8 101 000,—

 

Artikel 17 03 10 — Subtotaal

 

28 966 000

28 966 000

32 943 000

32 943 000

48 183 899,25

47 878 259,25

17 03 11

Proefproject — Consumptie van fruit en groenten

2

1 000 000

1 000 000

1 000 000

500 000

   

17 03 12

Proefproject — Een gezonde voeding: jonge kinderen en een vergrijzende bevolking

2

1 000 000

500 000

       

17 03 13

Proefproject — Ontwikkeling en toepassing van succesvolle preventiestrategieën voor type 2 diabetes

2

1 000 000

500 000

       

17 03 14

Voorbereidende actie — Antimicrobiële resistentie (AMR): onderzoek naar de oorzaken van grootschalig en onjuist gebruik van antibiotica

2

1 000 000

500 000

       

17 03 15

Voorbereidende actie — Oprichting van een Unienetwerk van deskundigen op het gebied van aangepaste zorg voor adolescenten met psychologische problemen

3.2

1 000 000

500 000

       
 

Hoofdstuk 17 03 — Totaal

 

214 272 780

210 542 692

206 106 000

207 248 000

245 464 604,60

237 961 045,54

17 03 01     Maatregelen ter bescherming van de volksgezondheid

17 03 01 01   Voltooiing van het programma op het gebied van de volksgezondheid (2003-2008)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

10 500 000

p.m.

11 000 000

0,—

17 541 103,55

Toelichting

Dit betalingskrediet dient ter dekking van de vastleggingen voor de vorige jaren in het kader van Besluit nr. 1786/2002/EG EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 2002 tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid (2003-2008).

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1786/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 2002 tot vaststelling van een communautair actieprogramma op het gebied van de volksgezondheid (2003-2008) (PB L 271 van 9.10.2002, blz. 1).

17 03 02     Gemeenschappelijk Fonds voor tabak — Directe betalingen door de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

16 900 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van voorlichtingsactiviteiten ter bestrijding van roken in het kader van het Gemeenschappelijk Fonds voor tabak. Het bedrag stemt overeen met een percentage van de rechtstreekse steunverlening die aan de tabaksproducenten wordt betaald. Aan deze rechtstreekse steunverlening kwam in 2009 een eind, en 2010 was het laatste jaar waarin een dergelijke bijdrage beschikbaar was.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2075/92 van de Raad van 30 juni 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector ruwe tabak (PB L 215 van 30.7.1992, blz. 70), met name artikel 13.

Verordening (EG) nr. 2182/2002 van de Commissie van 6 december 2002 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2075/92 van de Raad wat het Gemeenschappelijk Fonds voor tabak betreft (PB L 331 van 7.12.2002, blz. 16), met name artikel 3.

Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1), met name artikel 110.

Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1), met name artikel 104.

17 03 03     Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding

17 03 03 01   Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding — Bijdrage aan titels 1 en 2

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

36 936 900

36 936 900

32 430 000

32 430 000

33 330 900,—

32 454 334,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Centrum. Titel 1 betreft de lonen van vast personeel en gedetacheerde deskundigen, de kosten van aanwerving, diensten van uitzendbureaus, personeelsopleiding en dienstreizen. Titel 2 „Uitgaven” betreffen de huur van kantoorruimte voor het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding, de inrichting van de kantoren, informatie- en communicatietechnologie, technische installaties, de logistiek en de overige administratieve kosten.

Het Centrum stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Gedurende de begrotingsprocedure, en zelfs in de loop van het begrotingsjaar, bij indiening van een nota van wijzigingen of een gewijzigde begroting, stelt de Commissie de begrotingsautoriteit vooraf in kennis van alle wijzigingen in de begroting van het Centrum, met name wat de in de begroting opgenomen personeelsformaties betreft, waarvoor voorafgaande toestemming van de begrotingsautoriteit vereist is. Deze procedure is in overeenstemming met de voorschriften inzake transparantie die in de interinstitutionele verklaring van 17 november 1995 zijn opgenomen en die in praktijk worden gebracht in de vorm van een door het Europees Parlement, de Commissie en de agentschappen overeengekomen gedragscode.

De personeelsformatie van het Centrum is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van de financiële kaderregeling voor de in artikel 185 van het Financieel Reglement bedoelde organen worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 851/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot oprichting van een Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (PB L 142 van 30.4.2004, blz. 1).

17 03 03 02   Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding — Bijdrage aan titel 3

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 790 100

19 790 100

20 340 000

20 340 000

24 489 000,24

15 800 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van beleidsuitgaven in verband met de onderstaande doelgebieden:

 

de surveillance van overdraagbare ziekten in de lidstaten verbeteren;

 

de wetenschappelijke ondersteuning door de lidstaten en de Commissie versterken;

 

de paraatheid van de Unie te verbeteren met betrekking tot nieuwe bedreigingen door overdraagbare ziekten, met name hepatitis B, met inbegrip van bedreigingen die verband houden met de moedwillige verspreiding van biologische agentia, en ziekten van onbekende oorsprong, en de reactie coördineren;

 

de relevante capaciteit in de lidstaten door opleiding versterken;

 

informatie uitwisselen en partnerschappen tot stand brengen.

Het krediet dient eveneens ter dekking van het onderhoud van een noodfaciliteit („Emergency Operations Centre”) die het Centrum online verbindt met nationale centra voor besmettelijke ziekten en referentielaboratoria in de lidstaten in geval van grote uitbraken van besmettelijke ziekten of andere ziekten van onbekende oorsprong.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2012 in totaal 56 727 000 EUR. Het Centrum moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Gedurende de begrotingsprocedure, en zelfs in de loop van het begrotingsjaar, bij indiening van een nota van wijzigingen of een gewijzigde begroting, stelt de Commissie de begrotingsautoriteit vooraf in kennis van alle wijzigingen in de begroting van het Centrum, met name wat de in de begroting opgenomen personeelsformaties betreft, waarvoor voorafgaande toestemming van de begrotingsautoriteit vereist is. Deze procedure is in overeenstemming met de voorschriften inzake transparantie die in de interinstitutionele verklaring van 17 november 1995 zijn opgenomen en die in praktijk worden gebracht in de vorm van een door het Europees Parlement, de Commissie en de agentschappen overeengekomen gedragscode.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van de financiële kaderregeling voor de in artikel 185 van het Financieel Reglement bedoelde organen worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 851/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot oprichting van een Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (PB L 142 van 30.4.2004, blz. 1).

17 03 04     Voorbereidende actie — Volksgezondheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Voor dit artikel zijn sinds 2007 geen kredieten vastgelegd. De relevante acties worden voortgezet in het kader van het nieuwe programma op het gebied van volksgezondheid onder artikel 17 03 06.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

17 03 05     Internationale overeenkomsten en lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van de volksgezondheid en de bestrijding van tabaksgebruik

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

200 000

190 912

p.m.

p.m.

210 000,—

210 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van de Unie aan de Kaderovereenkomst van de Wereldgezondheidsorganisatie voor de bestrijding van tabaksgebruik (FCTC), die door de Gemeenschap is geratificeerd en waarbij de Unie partij is.

Rechtsgronden

Besluit 2004/513/EG van de Raad van 2 juni 2004 betreffende de sluiting van de Kaderovereenkomst van de Wereldgezondheidsorganisatie voor de bestrijding van tabaksgebruik (PB L 213 van 15.6.2004, blz. 8).

17 03 06     Actie van de Unie op het gebied van gezondheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

48 300 000

37 000 000

47 060 000

35 700 000

47 635 446,81

32 987 873,74

Toelichting

Het tweede programma op het gebied van gezondheid vervangt het vorige bij Besluit nr. 1786/2002/EG ingestelde programma en betreft de periode 2008-2013.

Wat het aspect gezondheid betreft, werd het programma in 2008 vooral gericht op drie pijlers waarvoor maatregelen op uniaal niveau van essentieel belang zijn.

  • 1. 
    Gezondheidsinformatie

Deze pijler heeft tot doel het verzamelen, analyseren, uitwisselen en verspreiden van gezondheidsgerelateerde informatie in de Unie, ook inzake handicaps en „dys”-aandoeningen, te verbeteren; dat is nodig om voor het gezondheidsbeleid een stevige basis te bieden, maar eveneens voor professionals bij de uitoefening van hun werk en voor de burgers om voor een gezonde levensstijl te kunnen kiezen.

Verdere acties betreffen onderzoek naar multiple sclerose, waarbij specifiek moet worden onderzocht waarom de aandoening niet evenveel voorkomt in Noord- en Zuid-Europa.

De acties moeten maatregelen omvatten om het onderzoek naar de mogelijke oorzaken van amyotrofische laterale sclerose (ALS) te steunen, met specifieke aandacht voor beroepssport en de mogelijke gevolgen van doping in de sport.

  • 2. 
    Gezondheidsbescherming

Het belangrijkste doel is de burger tegen gezondheidsbedreigingen te beschermen.

Om bedreigingen van de volksgezondheid te vermijden, bijvoorbeeld door overdraagbare ziekten of door chemische of biologische aanvallen, moet snel en doeltreffend kunnen worden gereageerd. De aanpak van dergelijke bedreigingen moet op uniaal niveau doeltreffend worden gecoördineerd. Door de integratie van de Unie op grond van het beginsel van het vrije verkeer is er een grotere behoefte aan waakzaamheid, zodat kan worden gereageerd op ernstige grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen, zoals vogelgriep of bioterrorisme.

  • 3. 
    Gezondheidsbevordering teneinde de welvaart en de solidariteit te vergroten

Het algemene doel is bij te dragen tot de welvaart in de Unie door gezond ouder worden te bevorderen, ongelijkheden weg te werken en de solidariteit tussen de nationale gezondheidsstelsels te stimuleren.

De maatregelen omvatten onder meer initiatieven om de levensjaren in goede gezondheid te doen toenemen en gezond ouder worden te bevorderen, onderzoek naar de invloed van de gezondheid op de productiviteit en de arbeidsparticipatie, en steun voor de terugdringing van ongelijkheden tussen de lidstaten en investeringen in gezondheid, waardoor wordt bijgedragen tot de Europa 2020-strategie en tot de productiviteit en de groei. De maatregelen stimuleren eveneens de solidariteit tussen de gezondheidsstelsels, zoals samenwerking op het gebied van gezamenlijke uitdagingen, waardoor de ontwikkeling van een uniaal kader voor veilige, kwalitatief hoogstaande en doeltreffende gezondheidsdiensten wordt bevorderd. De maatregelen omvatten ook initiatieven voor het beoordelen (door onafhankelijke organisaties) van de kwaliteit van de diensten van medische nooddiensten vanaf het moment dat burgers alarm hebben geslagen (bv. door middel van een oproep aan een noodnummer) tot het moment waarop de patiënt in het ziekenhuis wordt afgeleverd; het doel is het verbeteren van de medische nooddiensten op basis van vergelijkbare gegevens, en het in kaart brengen van beste praktijken, die tussen de lidstaten moeten worden uitgewisseld.

De maatregelen omvatten eveneens gezondheidsbevordering door het aanpakken van milieu-, verslavings- en levensstijldeterminanten.

De niet-gouvernementele organisaties zijn essentiële actoren bij de tenuitvoerlegging van het programma. Zij moeten daarom een passende financiering krijgen.

Acties omvatten onder meer passende initiatieven naar aanleiding van de aanbevelingen van het raadplegingsproces naar aanleiding van het groenboek inzake geestelijke gezondheid, en in het bijzonder inzake strategieën om zelfmoord in alle levensfasen te voorkomen.

Het doel is ook dat de Commissie de strategie van het integreren van gezondheid in alle beleidsterreinen in het kader van de structuurfondsen uitvoert. Dit project moet voorstellen omvatten voor methoden om gezondheidsaspecten overeenkomstig bovengenoemde strategie deel uit te laten maken van projecten op het gebied van regionale ontwikkeling. Het project is gericht op het verbeteren van de algemene gezondheid in de Unie door middel van capaciteitsopbouw via de organen voor regionale ontwikkeling.

De middelen dienen ter financiering van training, internationale evenementen, uitwisseling van ervaringen, beste praktijken, internationale samenwerking gericht op het praktische gebruik van gezondheidseffectbeoordelingen (Health Impact Assessment HIA), zowel voor lokale overheden en organen voor ontwikkeling als voor personen of ondernemingen die een subsidie aanvragen bij de Unie.

Wat betreft het cruciale belang van kleine en middelgrote ondernemingen in de Unie moeten zij professionele steun ontvangen in verband met het naleven van de verplichte regels inzake milieuhygiëne, en moeten zij worden geholpen om positieve veranderingen door te voeren op het gebied van milieuhygiëne die de bedrijfsvoering beïnvloeden.

Een Europese databank voor gezondheidsaspecten en een databank voor milieuaspecten moeten onderling worden verbonden zodat verder onderzoek op deze gebieden kan worden verbeterd door het analyseren van het verband tussen milieu en gezondheid.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1350/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 tot vaststelling van een tweede communautair actieprogramma op het gebied van gezondheid (2008-2013) (PB L 301 van 20.11.2007, blz. 3).

17 03 07     Europese Autoriteit voor voedselveiligheid

17 03 07 01   Europese Autoriteit voor voedselveiligheid — Bijdrage aan titels 1 en 2

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

48 266 209

48 266 209

49 845 000

49 845 000

49 111 815,58

49 111 470,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van de Autoriteit (titels 1 en 2).

De Autoriteit moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Gedurende de begrotingsprocedure, en zelfs in de loop van het begrotingsjaar, bij indiening van een nota van wijzigingen of een gewijzigde begroting, stelt de Commissie de begrotingsautoriteit vooraf in kennis van alle wijzigingen in de begroting van de agentschappen, met name wat de in de begroting opgenomen personeelsformaties betreft. Deze procedure is in overeenstemming met de voorschriften inzake transparantie die in de interinstitutionele verklaring van 17 november 1995 zijn opgenomen en die in praktijk worden gebracht in de vorm van een door het Europees Parlement, de Commissie en de agentschappen overeengekomen gedragscode.

De personeelsformatie van de Autoriteit is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van de financiële kaderregeling voor de in artikel 185 van het Financieel Reglement bedoelde organen worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).

17 03 07 02   Europese Autoriteit voor voedselveiligheid — Bijdrage aan titel 3

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

26 813 571

23 992 571

22 488 000

22 690 000

25 603 542,72

23 703 130,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van de Autoriteit met betrekking tot het werkprogramma (titel 3).

Het dekt met name:

 

de kosten voor de ondersteuning en de vergaderingen van het wetenschappelijk comité en de wetenschappelijke panels, de werkgroepen, het adviesforum en de raad van bestuur alsmede de vergaderingen met wetenschappelijke partners of geïnteresseerde partijen;

 

de kosten van het opstellen van wetenschappelijke adviezen die worden uitbesteed (contracten en subsidies);

 

de kosten voor de oprichting van netwerken voor het verzamelen van gegevens en de integratie van bestaande informatiesystemen;

 

kosten voor wetenschappelijke en technische bijstand aan de Commissie (artikel 31);

 

de kosten voor de identificatie van maatregelen inzake logistieke ondersteuning;

 

de kosten voor technische en wetenschappelijke samenwerking;

 

de kosten voor de verspreiding van de wetenschappelijke adviezen;

 

de kosten voor communicatieactiviteiten.

De Autoriteit moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Gedurende de begrotingsprocedure, en zelfs in de loop van het begrotingsjaar, bij indiening van een nota van wijzigingen of een gewijzigde begroting, stelt de Commissie de begrotingsautoriteit vooraf in kennis van alle wijzigingen in de begroting van de agentschappen, met name wat de in de begroting opgenomen personeelsformaties betreft. Deze procedure is in overeenstemming met de voorschriften inzake transparantie die in de interinstitutionele verklaring van 17 november 1995 zijn opgenomen en die in praktijk worden gebracht in de vorm van een door het Europees Parlement, de Commissie en de agentschappen overeengekomen gedragscode.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2012 in totaal 76 350 875 EUR. Aan het op de begroting opgevoerde bedrag van 75 079 780 EUR is een bedrag van 1 271 095 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten toegevoegd.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van de financiële kaderregeling voor de in artikel 185 van het Financieel Reglement bedoelde organen worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).

17 03 08     Proefproject — Nieuwe werkgelegenheidssituatie in de gezondheidszorg: beste praktijken voor het verbeteren van de beroepsopleiding en de kwalificaties van werkers in de gezondheidszorg en hun salaris

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

300 000

p.m.

300 000

0,—

174 875,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor het financieren van initiatieven gericht op het leren omgaan met de nieuwe werkgelegenheidssituatie in de gezondheidszorg, met name wat betreft beroepskwalificaties en taken uitgevoerd door werkers in de gezondheidszorg, assistenten en lager opgeleide verpleegsters, en op het onderzoeken van de effecten van grensoverschrijdende mobiliteit voor zowel het gastland als het land van herkomst. Het dient met name ter dekking van maatregelen bestemd voor:

 

het analyseren van factoren en maatregelen gericht op het verbeteren van het aanbod en de kwaliteit van de kwalificaties van personeel in de gezondheidszorg op de lange termijn;

 

het bevorderen van de uitwisseling van maatregelen en beste praktijken gericht op het inspelen op de grotere vraag naar zorg ten gevolg van de demografische veranderingen;

 

het financieren van initiatieven om de grensoverschrijdende effecten op de gezondheidszorg te onderzoeken;

 

het besteden van aandacht aan de gevolgen van verschillende salarisniveaus, die in dit verband aan het licht kunnen treden;

 

studies, bijeenkomsten met deskundigen en voorlichtingscampagnes. Er moet ook een oplossing worden gevonden voor het handhaven van het zorgniveau in de nationale stelsels voor gezondheidszorg;

 

het analyseren van het verband tussen gezondheidszorg en welzijnszorg en het trachten verzamelen van vergelijkbare gegevens. Een solide gegevensbank, die ook informatie over gender en diversiteit bevat, is van wezenlijk belang om de open coördinatiemethode te verbeteren wanneer deze wordt uitgebreid tot gezondheidszorg.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

17 03 09     Proefproject — Onderzoek op het gebied van gezondheid, milieu, vervoer en klimaatverandering (HETC) — Verbetering van de kwaliteit van binnen- en buitenlucht

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 600 000

p.m.

1 500 000

0,—

1 200 000,—

Toelichting

Milieu en gezondheid zijn belangrijke sectoroverschrijdende gebieden van het Europese milieu- en gezondheidsbeleid waarbij maatregelen en benaderingen op milieugebied samenkomen. Dit proces is van wezenlijk belang voor het welzijn en voor duurzame ontwikkeling. De doelstellingen van dit project voor de negen betrokken landen (Oostenrijk, Bosnië en Herzegovina, Finland, Hongarije, Italië, Nederland, Noorwegen, Servië en Slowakije) zijn:

 

het beoordelen van het verband tussen het schoolmilieu en de gezondheid van kinderen (met nadruk op luchtwegaandoeningen);

 

het beoordelen van de gevolgen van het vervoer op het schoolmilieu en de gezondheid van kinderen (met nadruk op luchtwegaandoeningen);

 

het beoordelen van de gevolgen van klimaatverandering op het schoolmilieu en de gezondheid van kinderen (met nadruk op luchtwegaandoeningen);

 

aanbevelingen doen voor het verbeteren van de kwaliteit van het schoolmilieu voor een betere gezondheid van kinderen en voor een richtsnoer voor gezonde scholen in Europa.

Voor dit artikel zijn er sinds 2009 geen nieuwe vastleggingskredieten. De gefinancierde initiatieven lopen nog en zullen naar verwachting eind 2012 voltooid zijn.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

17 03 10     Europees Geneesmiddelenbureau

17 03 10 01   Europees Geneesmiddelenbureau — Bijdrage aan titels 1 en 2

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

7 655 333

7 655 333

9 347 000

9 347 000

13 894 203,93

13 894 203,93

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven (titels 1 en 2) van het Bureau, met inbegrip van de uitgaven na de vaststelling van Verordening (EG) nr. 1901/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende geneesmiddelen voor pediatrisch gebruik (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 1).

Het Bureau stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Gedurende de begrotingsprocedure, en zelfs in de loop van het begrotingsjaar, bij indiening van een nota van wijzigingen of een gewijzigde begroting, stelt de Commissie de begrotingsautoriteit vooraf in kennis van alle wijzigingen in de begroting van de agentschappen, met name wat de in de begroting opgenomen personeelsformaties betreft. Deze procedure is in overeenstemming met de voorschriften inzake transparantie die in de interinstitutionele verklaring van 17 november 1995 zijn opgenomen en die in praktijk worden gebracht in de vorm van een door het Europees Parlement, de Commissie en de agentschappen overeengekomen gedragscode.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van de financiële kaderregeling voor de in artikel 185 van het Financieel Reglement bedoelde organen worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van het Bureau is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 297/95 van de Raad van 10 februari 1995 inzake de vergoedingen die aan het Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling dienen te worden betaald (PB L 35 van 15.2.1995, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 141/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1999 inzake weesgeneesmiddelen (PB L 18 van 22.1.2000, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 494/2003 van de Commissie van 18 maart 2003 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 297/95 van de Raad inzake de vergoedingen die aan het Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling dienen te worden betaald (PB L 73 van 19.3.2003, blz. 6).

Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 1).

Referentiebesluiten

Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor menselijk gebruik (PB L 311 van 28.11.2001, blz. 67).

Verordening (EG) nr. 2049/2005 van de Commissie van 15 december 2005 tot vaststelling, krachtens Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad, van voorschriften betreffende de betaling van vergoedingen aan, en het verkrijgen van administratieve bijstand van, het Europese Geneesmiddelenbureau door micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (PB L 329 van 16.12.2005, blz. 4).

Verordening (EG) nr. 1901/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende geneesmiddelen voor pediatrisch gebruik en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1768/92, Richtlijn 2001/20/EG, Richtlijn 2001/83/EG en Verordening (EG) nr. 726/2004 (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1394/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 betreffende geneesmiddelen voor geavanceerde therapie en tot wijziging van Richtlijn 2001/83/EG en Verordening (EG) nr. 726/2004 (PB L 324 van 10.12.2007, blz. 121).

Verordening (EG) nr. 1234/2008 van de Commissie van 24 november 2008 betreffende het onderzoek van wijzigingen in de voorwaarden van vergunningen voor het in de handel brengen van geneesmiddelen voor menselijk gebruik en geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (PB L 334 van 12.12.2008, blz. 7).

Verordening (EU) nr. 1235/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2010 tot wijziging, wat de geneesmiddelenbewaking van geneesmiddelen voor menselijk gebruik betreft, van Verordening (EG) nr. 726/2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau, en Verordening (EG) nr. 1394/2007 betreffende geneesmiddelen voor geavanceerde therapie (PB L 348 van 31.12.2010, blz. 1).

17 03 10 02   Europees Geneesmiddelenbureau — Bijdrage aan titel 3

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 310 667

15 310 667

18 695 000

18 695 000

25 976 295,32

25 883 055,32

Toelichting

Dit krediet is uitsluitend bedoeld ter dekking van de beleidsuitgaven van het Bureau in verband met het werkprogramma (titel 3), met inbegrip van de taken in verband met de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 1901/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende geneesmiddelen voor pediatrisch gebruik (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 1).

Het Bureau stelt de begrotingsautoriteit in kennis van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Gedurende de begrotingsprocedure, en zelfs in de loop van het begrotingsjaar, bij indiening van een nota van wijzigingen of een gewijzigde begroting, stelt de Commissie de begrotingsautoriteit vooraf in kennis van alle wijzigingen in de begroting van de agentschappen, met name wat de in de begroting opgenomen personeelsformaties betreft. Deze procedure is in overeenstemming met de voorschriften inzake transparantie die in de interinstitutionele verklaring van 17 november 1995 zijn opgenomen en die in praktijk worden gebracht in de vorm van een door het Europees Parlement, de Commissie en de agentschappen overeengekomen gedragscode.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van de financiële kaderregeling voor de in artikel 185 van het Financieel Reglement bedoelde organen worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2012 in totaal 32 841 107 EUR. Een bedrag van 9 875 107 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten, is toegevoegd aan het in de begroting opgevoerde bedrag van 22 966 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 297/95 van de Raad van 10 februari 1995 inzake de vergoedingen die aan het Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling dienen te worden betaald (PB L 35 van 15.2.1995, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 141/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1999 inzake weesgeneesmiddelen (PB L 18 van 22.1.2000, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 494/2003 van de Commissie van 18 maart 2003 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 297/95 van de Raad inzake de vergoedingen die aan het Europees Bureau voor de geneesmiddelenbeoordeling dienen te worden betaald (PB L 73 van 19.3.2003, blz. 6).

Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 1).

17 03 10 03   Speciale bijdrage voor weesgeneesmiddelen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

6 000 000

6 000 000

4 901 000

4 901 000

8 313 400,—

8 101 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de in artikel 7 van Verordening (EG) nr. 141/2000 vastgelegde speciale bijdrage, in tegenstelling tot de in artikel 67 van Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelenbureau (PB L 136 van 30.4.2004, blz. 1). Het wordt door het Bureau uitsluitend gebruikt om de gehele of gedeeltelijke vrijstelling van betaling van vergoedingen die voor een weesgeneesmiddel verschuldigd zijn, te compenseren.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van de financiële kaderregeling voor de in artikel 185 van het Financieel Reglement bedoelde organen worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 141/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1999 inzake weesgeneesmiddelen (PB L 18 van 22.1.2000, blz. 1).

17 03 11     Proefproject — Consumptie van fruit en groenten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

1 000 000

1 000 000

500 000

   

Toelichting

Oude post 05 02 08 13

Dit krediet dient ter dekking van een proefproject ter verhoging van de consumptie van vers fruit en verse groenten door kwetsbare bevolkingsgroepen (zwangere vrouwen met een laag inkomen en hun kinderen, bejaarden enz.), met als doel de volksgezondheid te verbeteren en de vraag op de fruit- en groentemarkt te stimuleren.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

17 03 12     Proefproject — Een gezonde voeding: jonge kinderen en een vergrijzende bevolking

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

       

Toelichting

Het proefproject beoogt het belang te onderstrepen van een goede en gezonde voeding waarbij vooral aandacht wordt besteed aan de vergrijzende bevolking.

De vergrijzing van de bevolking van Europa is een demografisch fenomeen dat veroorzaakt wordt door de afnemende vruchtbaarheid en de stijgende levensverwachting onder Europese burgers.

De Europese bevolking zal gedurende de komende veertig jaar naar verwachting vergrijzen en dit fenomeen houdt nauw verband met voedingskwesties.

Zoals in meerdere studies wordt onderkend heeft voeding een sterke en belangrijke invloed op de behandeling en preventie van diverse ziekten en op het behoud van een goede gezondheid en levenskwaliteit bij een vergrijzende bevolking.

Chronische ziekten treden vaker op naar mate de leeftijd toeneemt. Er zijn aanwijzingen dat voeding, met name een evenwichtige en gezonde voeding, gebaseerd op fruit en groenten, van grote invloed is op de gevoeligheid voor deze ziekten, en de ontwikkeling en de afloop ervan.

Bedoeling van dit project is eveneens informatie te verstrekken over voeding aan kinderen en ouders. Het draait daarbij om de vroege levensjaren, met als thema’s bijvoorbeeld prenatale voeding, borstvoeding en kindervoeding. Het project heeft twee hoofddoelstellingen, namelijk ouders opvoeden met betrekking tot het feit dat goede voeding belangrijk is voor hun kinderen en kinderen opvoeden zodat zij hun leven lang bewust kiezen voor een gezonde levensstijl. Het project wordt uitgevoerd in het kader van het programma Gezondheidszorg en heeft specifiek betrekking op twee van de overkoepelende doelstellingen van dit programma: gezondheid bevorderen en de ongelijkheden op het gebied van gezondheid terugdringen, en gezondheidsinformatie verspreiden.

Er zal worden geprobeerd het doelpubliek van het proefproject te bereiken via diverse kanalen, bijvoorbeeld prenatale infosessies, ziekenhuizen, crèches en voorschoolse opvang, en scholen. Zowel elevante organisaties van het maatschappelijk middenveld, bijvoorbeeld ngo's op het gebied van gezondheid, als beroepsbeoefenaars in de gezondheidssector, bijvoorbeeld pediaters en vroedvrouwen, en de nationale en regionale gezondheidsautoriteiten, zullen bij het project worden betrokken. Met de samenwerking tussen deze verschillende spelers wordt gemikt op de verstrekking van gerichte voorlichting over voeding, onafhankelijk van de voedingsindustrie, zowel aan ouders als aan kinderen. De informatiecampagnes kunnen worden gelanceerd in de vorm van flyers (die bijvoorbeeld door vroedvrouwen worden gegeven aan zwangere vrouwen of door pediaters aan ouders) of van presentaties in scholen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

17 03 13     Proefproject — Ontwikkeling en toepassing van succesvolle preventiestrategieën voor type 2 diabetes

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

       

Toelichting

Diabetes mellitus van het type II is een chronische aandoening en vormt een van Europa's grootste uitdagingen op het gebied van volksgezondheid. Meer dan 30 miljoen Europese burgers leven met diabetes en dit aantal laat duidelijk zien dat diabetes de vorm heeft aangenomen van een sociale en economische ramp. Het gemiddelde prevalentiepercentage in de Unie voor de volwassen bevolking bedraagt 8,6 % en zal naar verwachting toenemen tot meer dan 10 % in 2025. Diabetes is een van de tien belangrijkste oorzaken van invaliditeit en leidt tot zeer schadelijke complicaties zoals hart- en vaatziekten, blindheid en nierfalen. Bijgevolg wordt een groot deel van de budgetaire middelen in de Unie voor gezondheidszorg momenteel besteed aan de behandeling en beheersing van diabetes en de complicaties hiervan. In 2010 werd bijvoorbeeld gemiddeld 10 % van de budgetaire middelen in de Unie voor gezondheidszorg besteed aan diabetes.

Het is aangetoond dat zowel het ontstaan als de gevolgen van type 2 diabetes kunnen worden voorkomen door middel van diverse maatregelen zoals de tijdige opsporing van personen met een verhoogd risico, de opzet van bewustwordingscampagnes en onderwijsprogramma’s gericht op de bevordering van een gezonde levensstijl, en kwalitatief hoogstaande preventieve zorg. Om de preventie van diabetes evenwel op succesvolle wijze vorm te geven, moet bij de aanpak van deze groeiende epidemie worden samengewerkt tussen alle belanghebbenden — gezondheidswerkers, diabetespatiënten, het brede publiek, de media, de voedingsindustrie, lokale winkelketens en beleidsmakers.

Dit proefproject stelt een in twee fasen opgedeelde innovatieve strategie ten aanzien van diabetes voor. De eerste fase omvat onder meer de ontwikkeling van systematische benaderingen voor de vroegtijdige diagnose van personen die reeds diabetes hebben en de opsporing van personen met een verhoogd risico op diabetes, zoals mensen met een stofwisselingssyndroom. De tweede fase bestaat uit de ontwikkeling en evaluatie van structurele actieprogramma’s voor de preventie van diabetes bij personen met een verhoogd risico.

  • 1. 
    Het bevolkingsonderzoek zal op kleine schaal plaatsvinden (3 000 tot 10 000 personen), hetgeen betekent dat het onderzoek de hele bevolking van een bepaald dorp of een bepaalde gemeente zal omvatten in vijf geselecteerde lidstaten. Deze innovatieve benadering wordt aanbevolen teneinde:
 

maximale nauwkeurigheid te waarborgen bij de evaluatie van de gegevens;

 

de administratieve rompslomp te omzeilen met betrekking tot vergunningen die voor bevolkingsonderzoek op nationaal niveau wellicht nodig zijn;

 

de via het onderzoek verzamelde gegevens en het effect van de ten uitvoer gelegde preventiemaatregelen op efficiënte wijze te beheren;

 

op lokaal niveau enthousiasme voor het project te creëren en de aandacht van alle belanghebbenden te waarborgen.

  • 2. 
    Alle lokale belanghebbenden zullen bij het project worden betrokken en op gecoördineerde wijze samenwerken:
 

gezondheidswerkers worden betrokken bij het onderzoek, de controle en verzameling van gegevens en bij de opzet van onderwijsprogramma’s;

 

de lokale bevolking wordt aangemoedigd zich coöperatief en open op te stellen ten aanzien van de onderzoeksprogramma’s en om actief deel te nemen aan onderwijsactiviteiten met betrekking tot diabetes;

 

de media worden betrokken bij de ontwikkeling van bewustwordingscampagnes en dragen bij aan de verspreiding van informatie over de doelstellingen en de status van het project;

 

de voedingsindustrie en de lokale winkelketens zullen de consumptie van voedselproducten met een laag gehalte aan verzadigde vetten, transvetten, zout en suiker bevorderen en aanmoedigen;

 

beleidsmakers van de lokale overheid vertalen de resultaten van het project in richtsnoeren en strategieën voor de preventie van diabetes.

Doelstellingen:

 

totstandbrenging van gecoördineerde samenwerking tussen artsen en andere gezondheidswerkers (verpleegsters, voedingsdeskundigen, psychologen, onderzoekers), het brede publiek, de voedingsindustrie, lokale winkelketens, media en lokale beleidsmakers, teneinde type 2 diabetes te voorkomen;

 

de ontwikkeling van kleinschalige onderzoeksprogramma’s voor de vroegtijdige diagnose van diabetespatiënten en voor de tijdige opsporing van personen met een verhoogd risico op diabetes. Het bevolkingsonderzoek wordt opgedeeld in vier groepen:

 

zuigelingenonderzoek voor baby's met een verhoogd risico (bv. bloedonderzoek wanneer een of beide ouders diabetes hebben);

 

onderzoek van alle schoolkinderen en tieners (zoals bloedonderzoek, klinisch onderzoek, evaluatie van voedingsgewoonten, evaluatie van lichamelijke activiteit, tabak- en alcoholconsumptie, overmatige consumptie van fastfood en andere nog vast te stellen factoren);

 

onderzoek van de gehele volwassen bevolking (bv. bloedonderzoek, klinisch onderzoek, evaluatie van voedingsgewoonten en relevante levensstijlfactoren);

 

onderzoek van ouderen;

 

vaststelling van innovatieve methoden om de voedingsindustrie en de lokale overheid bij de onderwijsprogramma’s te betrekken.

 

ontwikkeling van onderwijsprogramma’s voor het brede publiek en met name voor personen bij wie type 2 diabetes is vastgesteld, voor personen met een verhoogd risico op diabetes en voor ouders van zuigelingen of kinderen die aan diabetes lijden of een verhoogd risico hebben diabetes te krijgen;

 

opzet van standaard onderzoeksprogramma’s door bepaling en selectie van de beste indicatoren/parameters om te meten, zoals bloedonderzoek, voedingsgewoonten, lichamelijke activiteit en andere factoren;

 

totstandbrenging van een lokale voedselmarkt die bijdraagt aan het voorkomen van voedsel en dranken met een hoog gehalte aan suiker, zout, verzadigde vetten en transvetten;

 

organisatie van workshops en seminars om de lokale bevolking te informeren over het belang van voedselkwaliteit en voedingsingrediënten. De in het kader van de workshops en seminars ontplooide activiteiten kunnen worden gelieerd aan campagnes om de consumptie van groente en fruit te bevorderen. De lokale winkelketens zouden dergelijke evenementen bijvoorbeeld kunnen sponsoren door de deelnemers fruit en groenten aan te bieden.

Betrokken regio's of landen: een selectie van vijf gemeenten of dorpen (3 000 tot 10 000 inwoners) in vijf lidstaten.

Verwachte resultaten

De algemene doelstelling van het project is de bepaling en ontwikkeling van beste praktijken voor de preventie van type 2 diabetes. Naar verwachting zullen enkele van de deelnemende dorpen of gemeenten in het project in staat zijn een succesvolle lokale strategie voor de preventie van type 2 diabetes te ontwikkelen en ten uitvoer te leggen. De succesvolste strategieën zouden vervolgens kunnen worden vertaald naar of opgenomen in toekomstige uniale en nationale initiatieven met betrekking tot diabetes (bv. richtsnoeren of aanbevelingen inzake diabetes, nationale diabetesstrategieën). Het effect van de preventiemaatregelen die gedurende het project worden ontwikkeld kan pas na een periode van ongeveer twee jaar na aanvang van het project worden geëvalueerd. Deze effectbeoordeling zal worden uitgevoerd door de gezondheidsstatus van de lokale bevolking die deelneemt aan het project nauwlettend te volgen.

Aanvangsdatum van het project: juni 2012

Einddatum van het project: juni 2014

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

17 03 14     Voorbereidende actie — Antimicrobiële resistentie (AMR): onderzoek naar de oorzaken van grootschalig en onjuist gebruik van antibiotica

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

       

Toelichting

In 2009 beraamde het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding, zich daarbij baserend op bacteriën die in Europa het vaakst uit bloedkweken worden geïsoleerd, dat deze geselecteerde multi-geneesmiddelenresistente bacteriën jaarlijks tot de dood van circa 25 000 patiënten leiden, alsook tot extra uitgaven in de gezondheidszorg en productiviteitsverlies waarvan de kosten ten minste 1,5 miljard EUR per jaar bedragen. Gedurende de laatste paar decennia heeft onverantwoord en onjuist gebruik van antibiotica deze trend versneld. Antimicrobiële resistentie is bijgevolg een fenomeen met duidelijk grensoverschrijdende gevolgen en het optreden van uitschieters (outlier effect), hetgeen hoogst waarschijnlijk niet zou kunnen worden beheerst met de huidige middelen en kennis, kan niet worden uitgesloten.

Doelstellingen van de voorbereidende actie:

 

onderzoek naar het ongepast gebruik en de ongepaste verkoop van antimicrobiële middelen met of zonder voorschrift in de gehele keten — van dokter en apotheker tot patiënt — waarbij het gedrag van alle betrokkenen wordt bestudeerd en waarbij de belangrijkste lidstaten met de grootste toegang tot antibiotica zonder voorschrift als onderzoeksobject worden gekozen. Er wordt in het proefproject naar gestreefd de redenen voor ongepast gebruik van antibiotica beter te evalueren, de hoeveelheid zonder voorschrift verkochte antibiotica in de geselecteerde landen te beoordelen (met inbegrip van de landen waar de wetgeving slecht gehandhaafd wordt), de redenen voor het hoge niveau van verkoop zonder voorschrift vast te stellen, te onderzoeken of de betrokken actoren voldoende informatie ontvangen, wat hun motieven, drijfveren en praktijken zijn en wat hun perceptie van de algemene dreiging van antimicrobiële resistentie is, en aanbevelingen te doen over de beste aanpak van de situatie;

 

de bijdrage aan en bevordering van een alomvattend en geïntegreerd uniaal beleid ter bestrijding van antimicrobiële resistentie.

Specifieke acties:

 

grondige studies met betrekking tot de groepen waar deze voorbereidende actie zich op richt;

 

uitvoerige debatten;

 

vaststelling van onderzoeksobjecten in elk van de belangrijkste lidstaten.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

17 03 15     Voorbereidende actie — Oprichting van een Unienetwerk van deskundigen op het gebied van aangepaste zorg voor adolescenten met psychologische problemen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

       

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de oprichting van een Unienetwerk van deskundigen ter bevordering en ondersteuning van innovatieve en aangepaste vormen van zorg voor adolescenten met psychische problemen (huizen voor tieners). Het doel is het bijeenbrengen, ontwikkelen en uitwisselen van ervaringen, kennis en beste praktijken op dit terrein. Het netwerk moet worden beschouwd als een actie die aansluit op het Europese Pact voor geestelijke gezondheid en de serie van conferenties over dit onderwerp die de Commissie heeft georganiseerd (agendapunt van de interministeriële vergadering Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken van 6 en 7 juni 2011).

Doelen van het Unienetwerk zijn:

 

het vergaren, uitwisselen, ontwikkelen en delen van expertise, ervaring, kennis en beste praktijken;

 

het bevorderen en ondersteunen van en praktische hulp bieden voor de oprichting van structuren voor aangepaste zorg voor adolescenten;

 

het vereenvoudigen van de wederzijdse opleiding van personeel, met inbegrip van studiebezoeken en stages;

 

het verhogen van het bewustzijn van het algemene publiek en van nationale en Europese autoriteiten;

 

het bevorderen van adolescentologie als medisch specialisme;

 

het zorgen voor de vertegenwoordiging van leden van het netwerk bij Europese en internationale instellingen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

HOOFDSTUK 17 04 — VEILIGHEID VAN LEVENSMIDDELEN EN DIERVOEDERS, DIERGEZONDHEID, DIERWELZIJN EN GEZONDHEID VAN PLANTEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

17 04

VEILIGHEID VAN LEVENSMIDDELEN EN DIERVOEDERS, DIERGEZONDHEID, DIERWELZIJN EN GEZONDHEID VAN PLANTEN

17 04 01

Programma’s voor de uitroeiing en de bewaking van dierziekten en voor de bewaking van de lichamelijke toestand van dieren met een volksgezondheidsrisico, die veroorzaakt is door een externe factor

17 04 01 01

Programma’s voor de uitroeiing en de bewaking van dierziekten en voor de bewaking van de lichamelijke toestand van dieren met een volksgezondheidsrisico, die veroorzaakt is door een externe factor — Nieuwe maatregelen

2

259 000 000

184 901 486

250 190 000

170 885 000

274 082 000,—

187 533 769,47

17 04 01 02

Proefproject — Gecoördineerd Europees netwerk voor dierenwelzijn

2

1 000 000

500 000

       
 

Artikel 17 04 01 — Subtotaal

 

260 000 000

185 401 486

250 190 000

170 885 000

274 082 000,—

187 533 769,47

17 04 02

Andere maatregelen op veterinair gebied, op het gebied van dierenwelzijn en van de volksgezondheid

17 04 02 01

Andere maatregelen op veterinair gebied, op het gebied van dierenwelzijn en van de volksgezondheid — Nieuwe maatregelen

2

18 000 000

12 326 766

14 770 000

13 000 000

12 528 635,44

6 941 141,93

 

Artikel 17 04 02 — Subtotaal

 

18 000 000

12 326 766

14 770 000

13 000 000

12 528 635,44

6 941 141,93

17 04 03

Noodfonds voor veterinaire aandoeningen en voor andere voor de volksgezondheid risicovolle aandoeningen bij dieren

17 04 03 01

Noodfonds voor veterinaire aandoeningen en voor andere voor de volksgezondheid risicovolle aandoeningen bij dieren — Nieuwe maatregelen

2

10 000 000

9 482 128

20 000 000

30 000 000

15 089 083,28

50 944 783,56

17 04 03 03

Voorbereidende actie — Controleposten (rustplaatsen) voor het vervoer van dieren

2

p.m.

p.m.

p.m.

2 000 000

2 000 000,—

134 163,53

 

Artikel 17 04 03 — Subtotaal

 

10 000 000

9 482 128

20 000 000

32 000 000

17 089 083,28

51 078 947,09

17 04 04

Fytosanitaire maatregelen

17 04 04 01

Fytosanitaire maatregelen — Nieuwe maatregelen

2

14 000 000

9 482 128

12 000 000

12 000 000

8 287 161,—

1 164 408,74

 

Artikel 17 04 04 — Subtotaal

 

14 000 000

9 482 128

12 000 000

12 000 000

8 287 161,—

1 164 408,74

17 04 06

Voltooiing van vroegere maatregelen op veterinair en fytosanitair gebied

3.2

p.m.

347 000

p.m.

347 000

0,—

299 216,53

17 04 07

Voeder- en voedselveiligheid en hiermee verband houdende werkzaamheden

17 04 07 01

Voeder- en voedselveiligheid en hiermee verband houdende werkzaamheden — Nieuwe maatregelen

2

32 000 000

26 549 957

30 000 000

25 000 000

30 954 730,80

21 458 568,57

 

Artikel 17 04 07 — Subtotaal

 

32 000 000

26 549 957

30 000 000

25 000 000

30 954 730,80

21 458 568,57

17 04 09

Internationale overeenkomsten en lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van voedselveiligheid, diergezondheid, dierenwelzijn en gezondheid van planten

4

250 000

238 640

200 000

190 436

200 000,—

182 142,61

 

Hoofdstuk 17 04 — Totaal

 

334 250 000

243 828 105

327 160 000

253 422 436

343 141 610,52

268 658 194,94

17 04 01     Programma’s voor de uitroeiing en de bewaking van dierziekten en voor de bewaking van de lichamelijke toestand van dieren met een volksgezondheidsrisico, die veroorzaakt is door een externe factor

17 04 01 01   Programma’s voor de uitroeiing en de bewaking van dierziekten en voor de bewaking van de lichamelijke toestand van dieren met een volksgezondheidsrisico, die veroorzaakt is door een externe factor — Nieuwe maatregelen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

259 000 000

184 901 486

250 190 000

170 885 000

274 082 000,—

187 533 769,47

Toelichting

Dankzij de financiële steunbijdrage van de Unie kunnen de uitroeiing en de bestrijding van dierziekten sneller worden verricht dan met alleen nationale financiële middelen mogelijk zou zijn en kunnen de acties op uniaal niveau worden geharmoniseerd. Het merendeel van deze ziekten en infecties zijn op de mens overdraagbare zoönoses (BSE, vogelgriep, brucellose, salmonellose, tuberculose enz.). Indien deze ziekten blijven voortbestaan, belemmert dat bovendien de goede werking van de interne markt; de bestrijding ervan draagt bij tot een beter volksgezondheidsniveau en betere voedselveiligheid in de Unie.

Rechtsgronden

Beschikking 2009/470/EG van de Raad van 25 mei 2009 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied (PB L 155 van 18.6.2009, blz. 30).

17 04 01 02   Proefproject — Gecoördineerd Europees netwerk voor dierenwelzijn

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

       

Toelichting

Dit krediet dient voor de oprichting van een Europees gecoördineerd netwerk voor dierenwelzijn, wat werd gevraagd in het verslag-Paulsen over de evaluatie en beoordeling van het actieplan inzake het welzijn van dieren 2006-2010 (PE 430.922 v02-00, A7-0053/2010). Dit netwerk moet de taken uitvoeren die genoemd worden in de Mededeling van de Commissie van 28 oktober 2009 over opties voor etikettering inzake dierenwelzijn en de oprichting van een Europees netwerk van referentiecentra voor de bescherming en het welzijn van dieren (COM(2009) 584).

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

17 04 02     Andere maatregelen op veterinair gebied, op het gebied van dierenwelzijn en van de volksgezondheid

17 04 02 01   Andere maatregelen op veterinair gebied, op het gebied van dierenwelzijn en van de volksgezondheid — Nieuwe maatregelen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 000 000

12 326 766

14 770 000

13 000 000

12 528 635,44

6 941 141,93

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van de Unie voor maatregelen die de belemmeringen van het vrije goederenverkeer op deze gebieden moeten wegwerken, alsmede voor steunregelingen en flankerende maatregelen voor de veterinaire sector.

Met dit krediet wordt financiële steun verleend voor:

 

de aankoop, de opslag en het formuleren van antigenen voor mond- en klauwzeer en van verschillende vaccins;

 

voorlichtingsbeleid op het gebied van dierenbescherming, inclusief voorlichtingscampagnes en programma’s om de bevolking te informeren over de schadeloosheid van de consumptie van vlees van gevaccineerde dieren, alsmede informatiecampagnes en programma’s om nadruk te leggen op de humane aspecten van vaccinatiestrategieën in de strijd tegen besmettelijke ziekten;

 

de controle op de naleving van de bepalingen inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer van voor de slacht bestemde dieren;

 

de ontwikkeling van markervaccins of tests die het onderscheid kunnen maken tussen zieke en gevaccineerde dieren;

 

het opzetten en in stand houden van een snellewaarschuwingssysteem, met inbegrip van een wereldwijd snellewaarschuwingssysteem, voor de kennisgeving van een direct of indirect risico voor de menselijke en dierlijke gezondheid als gevolg van levensmiddelen of diervoeders;

 

technische en wetenschappelijke maatregelen met het oog op de ontwikkeling van de uniale wetgeving op veterinair gebied en de ontwikkeling van onderwijs en opleiding op veterinair gebied;

 

IT-instrumenten, waaronder Traces en het Animal Disease Notification System;

 

maatregelen ter bestrijding van de illegale invoer van honden- en kattenbont.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1), met name artikel 50.

Beschikking 2009/470/EG van de Raad van 25 mei 2009 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied (gecodificeerde versie) (PB L 155 van 18.6.2009, blz. 30).

17 04 03     Noodfonds voor veterinaire aandoeningen en voor andere voor de volksgezondheid risicovolle aandoeningen bij dieren

17 04 03 01   Noodfonds voor veterinaire aandoeningen en voor andere voor de volksgezondheid risicovolle aandoeningen bij dieren — Nieuwe maatregelen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 000 000

9 482 128

20 000 000

30 000 000

15 089 083,28

50 944 783,56

Toelichting

Het uitbreken van bepaalde dierziekten in de Unie kan mogelijk een grote invloed hebben op de werking van de interne markt en de handelsbetrekkingen tussen de Unie en derde landen. Daarom is het belangrijk dat de Unie een financiële bijdrage levert aan een zo snel mogelijke uitroeiing van elke haard van ernstige, besmettelijke ziekten in de lidstaten door die ziekten met middelen van de Unie te bestrijden.

Rechtsgronden

Beschikking 2009/470/EG van de Raad van 25 mei 2009 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied (gecodificeerde versie) (PB L 155 van 18.6.2009, blz. 30).

17 04 03 03   Voorbereidende actie — Controleposten (rustplaatsen) voor het vervoer van dieren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

2 000 000

2 000 000,—

134 163,53

Toelichting

In 2008 is met deze voorbereidende actie begonnen ter dekking van de kosten voor de ontwikkeling van betere controleposten (rustplaatsen) voor dieren tijdens lange transporten. Met het oog op de gezondheid en het welzijn van de dieren is het nodig specifieke maatregelen in te voeren om stress te vermijden, bijvoorbeeld bij het uit- en weer inladen van de dieren, en om de verspreiding van besmettelijke ziekten tegen te gaan.

De begrotingsautoriteit heeft nieuwe kredieten toegewezen om deze actie in 2009 en 2010 voort te zetten.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

17 04 04     Fytosanitaire maatregelen

17 04 04 01   Fytosanitaire maatregelen — Nieuwe maatregelen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 000 000

9 482 128

12 000 000

12 000 000

8 287 161,—

1 164 408,74

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van de Unie aan de uitvoering, door de Commissie en/of de lidstaten, van de maatregelen waarin de onder de titel Rechtsgrond vermelde wetgevingshandelingen, en met name maatregelen om de belemmeringen voor het vrije verkeer van de betrokken goederen op te heffen.

Rechtsgronden

Richtlijn 66/401/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen (PB 125 van 11.7.1966, blz. 2298/66).

Richtlijn 66/402/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaigranen (PB 125 van 11.7.1966, blz. 2309/66).

Richtlijn 68/193/EEG van de Raad van 9 april 1968 betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken (PB L 93 van 17.4.1968, blz. 15).

Besluit 94/800/EG van de Raad van 22 december 1994 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap voor wat betreft de onder haar bevoegdheid vallende aangelegenheden, van de uit de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde (1986-1994) voortvloeiende overeenkomsten (PB L 336 van 23.12.1994, blz. 1), met name artikel 5, „Risico-evaluatie en bepaling van het adequate niveau van sanitaire of fytosanitaire bescherming”, van het hoofdstuk „Overeenkomst inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen”.

Richtlijn 98/56/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van siergewassen (PB L 226 van 13.8.1998, blz. 16).

Richtlijn 1999/105/EG van de Raad van 22 december 1999 betreffende het in de handel brengen van bosbouwkundig teeltmateriaal (PB L 11 van 15.1.2000, blz. 17), met name artikel 11, lid 1.

Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1).

Richtlijn 2002/53/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende de gemeenschappelijke rassenlijst van landbouwgewassen (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 1), met name artikel 17.

Richtlijn 2002/54/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van bietenzaad (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 12).

Richtlijn 2002/55/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van groentezaad (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 33).

Richtlijn 2002/56/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 60).

Richtlijn 2002/57/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen (PB L 193 van 20.7.2002, blz. 74).

Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad van 30 januari 2006 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie (PB L 42 van 14.2.2006, blz. 1).

Richtlijn 2008/72/EG van de Raad van 15 juli 2008 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal en plantgoed van groentegewassen, met uitzondering van zaad (PB L 205 van 1.8.2008, blz. 28).

Richtlijn 2008/90/EG van de Raad van 29 september 2008 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt (PB L 267 van 8.10.2008, blz. 8).

17 04 06     Voltooiing van vroegere maatregelen op veterinair en fytosanitair gebied

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

347 000

p.m.

347 000

0,—

299 216,53

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de afwikkeling van de vastleggingen die vroeger zijn aangegaan ten laste van de posten B2-5 1 0 0, B2-5 1 0 1, B2-5 1 0 2, B2-5 1 0 3, B2-5 1 0 5, B2-5 1 0 6, B2-5 1 2 2 en B2-5 1 9 0.

Dit krediet zal in geval van nood worden gebruikt voor het herformuleren van antigenen voor mond-en-klauwzeer teneinde over een noodvaccin ter bestrijding van de ziekte te kunnen beschikken. Het saldo van de in 1997 toegewezen 3 900 000 EUR voor de aankoop en herformulering van antigenen bedraagt eind 2009 347 000 EUR. Zolang de herformulering niet heeft plaatsgevonden, blijft een bedrag van 347 000 EUR aan betalingskredieten nodig.

17 04 07     Voeder- en voedselveiligheid en hiermee verband houdende werkzaamheden

17 04 07 01   Voeder- en voedselveiligheid en hiermee verband houdende werkzaamheden — Nieuwe maatregelen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

32 000 000

26 549 957

30 000 000

25 000 000

30 954 730,80

21 458 568,57

Toelichting

Dit krediet dient voor de uitvoering van de eerste maatregelen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 882/2004, en met name:

 

opleiding inzake diervoeder- en levensmiddelencontrole;

 

activiteiten van de laboratoria van de Unie;

 

IT-instrumenten, communicatie en informatie over diervoeder- en levensmiddelencontrole, ontwikkeling van een strategie van de Unie voor veiliger levensmiddelen;

 

reis- en verblijfkosten voor nationale deskundigen die aan inspectiebezoeken van het Voedsel- en Veterinair Bureau deelnemen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1332/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake voedingsenzymen (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 7).

Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 16).

Verordening (EG) nr. 1334/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake aroma’s en bepaalde voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen voor gebruik in of op levensmiddelen (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 34).

17 04 09     Internationale overeenkomsten en lidmaatschap van internationale organisaties op het gebied van voedselveiligheid, diergezondheid, dierenwelzijn en gezondheid van planten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

250 000

238 640

200 000

190 436

200 000,—

182 142,61

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van de Unie aan de Internationale Unie tot bescherming van kweekproducten (UPOV) die is ingesteld bij het Internationaal Verdrag tot bescherming van kweekproducten, herzien op 19 maart 1991, dat voorziet in een exclusief eigendomsrecht voor kwekers van kweekproducten.

Rechtsgronden

Besluit 2005/523/EG van de Raad van 30 mei 2005 tot goedkeuring van de toetreding van de Europese Gemeenschap tot het Internationaal Verdrag tot bescherming van kweekproducten, zoals herzien te Genève op 19 maart 1991 (PB L 192 van 22.7.2005, blz. 63).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

 

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL GEZONDHEID EN CONSUMENTEN

 

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL GEZONDHEID EN CONSUMENTEN

TITEL 18

BINNENLANDSE ZAKEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2012 en 2011) en van de uitvoering (2010)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BINNENLANDSE ZAKEN”

40 168 364

40 168 364

38 913 443

38 913 443

64 089 239,01

64 089 239,01

Reserves (40 01 40)

39 662

39 662

22 612

22 612

   
 

40 208 026

40 208 026

38 936 055

38 936 055

64 089 239,01

64 089 239,01

18 02

SOLIDARITEIT — BUITENGRENZEN, TERUGKEER, VISUMBELEID EN VRIJ VERKEER VAN PERSONEN

660 000 000

390 060 911

531 880 000

380 665 447

435 582 891,11

274 645 639,61

Reserves (40 02 41)

14 740 000

15 659 972

10 560 000

7 175 693

   
 

674 740 000

405 720 883

542 440 000

387 841 140

435 582 891,11

274 645 639,61

18 03

MIGRATIESTROMEN — GEMEENSCHAPPELIJK IMMIGRATIE- EN ASIELBELEID

299 330 000

163 246 661

264 225 523

186 777 196

227 425 146,16

156 522 958,02

18 05

VEILIGHEID EN BESCHERMING VAN DE VRIJHEDEN

246 370 560

144 970 803

229 314 000

164 773 008

208 921 660,66

138 740 487,18

Reserves (40 02 41)

   

425 000

425 000

   
 

246 370 560

144 970 803

229 739 000

165 198 008

208 921 660,66

138 740 487,18

18 08

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE

3 400 000

1 814 983

3 250 000

1 904 358

2 052 726,14

1 254 064,74

 

Titel 18 — Totaal

1 249 268 924

740 261 722

1 067 582 966

773 033 452

938 071 663,08

635 252 388,56

Reserves (40 01 40, 40 02 41)

14 779 662

15 699 634

11 007 612

7 623 305

   
 

1 264 048 586

755 961 356

1 078 590 578

780 656 757

938 071 663,08

635 252 388,56

HOOFDSTUK 18 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BINNENLANDSE ZAKEN”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

18 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BINNENLANDSE ZAKEN”

18 01 01

Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Binnenlandse zaken”

5

30 477 753

29 750 942

49 531 685,31

Reserves (40 01 40)

   

22 612

 
   

30 477 753

29 773 554

49 531 685,31

18 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Binnenlandse zaken”

18 01 02 01

Extern personeel

5

2 830 564

2 494 980

4 673 596,62

18 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5

1 810 130

1 461 765

3 489 822,85

Reserves (40 01 40)

 

39 662

   
   

1 849 792

1 461 765

3 489 822,85

 

Artikel 18 01 02 — Subtotaal

 

4 640 694

3 956 745

8 163 419,47

Reserves (40 01 40)

 

39 662

   
   

4 680 356

3 956 745

8 163 419,47

18 01 03

Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten voor het beleidsterrein „Binnenlandse zaken”

5

2 049 917

2 155 756

3 844 856,71

18 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Binnenlandse zaken”

18 01 04 02

Europees Vluchtelingenfonds — Uitgaven voor administratief beheer

3.1

500 000

500 000

393 062,90

18 01 04 03

Noodmaatregelen in geval van een massale vluchtelingenstroom — Uitgaven voor administratief beheer

3.1

200 000

150 000

200 000,—

18 01 04 08

Buitengrenzenfonds — Uitgaven voor administratief beheer

3.1

500 000

500 000

491 194,52

18 01 04 09

Europees Fonds voor de integratie van onderdanen van derde landen — Uitgaven voor administratief beheer

3.1

500 000

500 000

377 598,12

18 01 04 10

Europees Terugkeerfonds — Uitgaven voor administratief beheer

3.1

500 000

500 000

490 947,98

18 01 04 16

Preventie, paraatheid en beheersing van de gevolgen van terrorisme — Uitgaven voor administratief beheer

3.1

200 000

300 000

99 397,40

18 01 04 17

Preventie en bestrijding van criminaliteit — Uitgaven voor administratief beheer

3.1

600 000

600 000

497 076,60

 

Artikel 18 01 04 — Subtotaal

 

3 000 000

3 050 000

2 549 277,52

 

Hoofdstuk 18 01 — Totaal

 

40 168 364

38 913 443

64 089 239,01

Reserves (40 01 40)

 

39 662

22 612

 
   

40 208 026

38 936 055

64 089 239,01

18 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Binnenlandse zaken”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

18 01 01

30 477 753

29 750 942

49 531 685,31

Reserves (40 01 40)

 

22 612

 

Totaal

30 477 753

29 773 554

49 531 685,31

18 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Binnenlandse zaken”

18 01 02 01   Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

2 830 564

2 494 980

4 673 596,62

18 01 02 11   Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

18 01 02 11

1 810 130

1 461 765

3 489 822,85

Reserves (40 01 40)

39 662

   

Totaal

1 849 792

1 461 765

3 489 822,85

Toelichting

Een deel van dit krediet dient ter waarborging van afdoende steun voor de Werkgroep artikel 29.

18 01 03     Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten voor het beleidsterrein „Binnenlandse zaken”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

2 049 917

2 155 756

3 844 856,71

18 01 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Binnenlandse zaken”

18 01 04 02   Europees Vluchtelingenfonds — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

500 000

500 000

393 062,90

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Rechtsgronden

Zie artikel 18 03 03.

18 01 04 03   Noodmaatregelen in geval van een massale vluchtelingenstroom — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

200 000

150 000

200 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Rechtsgronden

Zie artikel 18 03 04.

18 01 04 08   Buitengrenzenfonds — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

500 000

500 000

491 194,52

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Overeenkomstig artikel 11, lid 7, van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein over extra voorschriften in verband met het Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013 (PB L 169 van 3.7.2010, blz. 24) kan de Commissie jaarlijks tot 300 000 EUR van de betalingen die zijn verricht door de geassocieerde staten gebruiken om de administratieve uitgaven te financieren in verband met het interne of externe personeel dat nodig is om de tenuitvoerlegging door de geassocieerde staten van Beschikking nr. 574/2007/EG en die overeenkomst te ondersteunen.

Rechtsgronden

Zie artikel 18 02 06.

18 01 04 09   Europees Fonds voor de integratie van onderdanen van derde landen — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

500 000

500 000

377 598,12

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Rechtsgronden

Zie artikel 18 03 09.

18 01 04 10   Europees Terugkeerfonds — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

500 000

500 000

490 947,98

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Rechtsgronden

Zie artikel 18 02 09.

18 01 04 16   Preventie, paraatheid en beheersing van de gevolgen van terrorisme — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

200 000

300 000

99 397,40

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Rechtsgronden

Zie artikel 18 05 08.

18 01 04 17   Preventie en bestrijding van criminaliteit — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

600 000

600 000

497 076,60

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Rechtsgronden

Zie artikel 18 05 09.

HOOFDSTUK 18 02 — SOLIDARITEIT — BUITENGRENZEN, TERUGKEER, VISUMBELEID EN VRIJ VERKEER VAN PERSONEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 02

SOLIDARITEIT — BUITENGRENZEN, TERUGKEER, VISUMBELEID EN VRIJ VERKEER VAN PERSONEN

18 02 03

Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen

18 02 03 01

Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen — Bijdrage voor titels 1 en 2

3.1

29 000 000

29 000 000

21 000 000

21 000 000

23 633 000,—

23 484 273,—

18 02 03 02

Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen — Bijdrage voor titel 3

3.1

50 500 000

40 500 000

87 000 000

71 000 000

65 417 000,—

56 515 727,—

Reserves (40 02 41)

 

9 000 000

9 000 000

       
   

59 500 000

49 500 000

87 000 000

71 000 000

65 417 000,—

56 515 727,—

 

Artikel 18 02 03 — Subtotaal

 

79 500 000

69 500 000

108 000 000

92 000 000

89 050 000,—

80 000 000,—

Reserves (40 02 41)

 

9 000 000

9 000 000

       
   

88 500 000

78 500 000

108 000 000

92 000 000

89 050 000,—

80 000 000,—

18 02 04

Schengeninformatiesysteem (SIS II)

3.1

10 360 000

13 678 411

20 000 000

13 353 286

35 553 086,—

17 982 199,12

Reserves (40 02 41)

 

5 180 000

6 131 702

10 000 000

6 642 473

   
   

15 540 000

19 810 113

30 000 000

19 995 759

35 553 086,—

17 982 199,12

18 02 05

Visuminformatiesysteem (VIS)

3.1

38 740 000

27 356 823

21 200 000

20 186 195

19 202 495,42

23 503 936,98

18 02 06

Buitengrenzenfonds

3.1

349 100 000

187 482 911

260 030 000

176 289 720

204 703 470,—

103 899 040,23

18 02 07

Schengenevaluatie

3.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Reserves (40 02 41)

 

560 000

528 270

560 000

533 220

   
   

560 000

528 270

560 000

533 220

0,—

0,—

18 02 08

Voorbereidende actie — Terugkeerbeleid

3.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

9 986,—

970 341,94

18 02 09

Europees Terugkeerfonds

3.1

162 500 000

72 242 766

117 200 000

73 236 246

87 043 881,69

47 006 192,30

18 02 10

Voorbereidende actie — Migratiebeheer — Solidariteit in actie

3.1

p.m.

p.m.

p.m.

240 000

19 972,—

1 283 929,04

18 02 11

Agentschap voor het operationele beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht

18 02 11 01

Agentschap voor het operationele beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht — Bijdrage voor titels 1 en 2

3.1

13 860 000

13 860 000

5 150 000

5 150 000

   

18 02 11 02

Agentschap voor het operationele beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht — Bijdrage voor titel 3

3.1

5 940 000

5 940 000

300 000

210 000

   
 

Artikel 18 02 11 — Subtotaal

 

19 800 000

19 800 000

5 450 000

5 360 000

   
 

Hoofdstuk 18 02 — Totaal

 

660 000 000

390 060 911

531 880 000

380 665 447

435 582 891,11

274 645 639,61

Reserves (40 02 41)

 

14 740 000

15 659 972

10 560 000

7 175 693

   
   

674 740 000

405 720 883

542 440 000

387 841 140

435 582 891,11

274 645 639,61

18 02 03     Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen

18 02 03 01   Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen — Bijdrage voor titels 1 en 2

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

29 000 000

29 000 000

21 000 000

21 000 000

23 633 000,—

23 484 273,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven (titels 1 en 2) van het Agentschap, met inbegrip van de uitgaven die voortvloeien uit de herziening van zijn mandaat, met name de oprichting van de Europese grenswachtploegen, de taak te voorzien in opleiding op het vlak van de grondrechten, de benoeming van een functionaris voor de grondrechten en de oprichting van een raadgevend forum.

Het Agentschap moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Tijdens de eerste helft van 2012 wordt de begroting van het Agentschap gewijzigd om ervoor te zorgen dat het beschikt over voldoende middelen om zijn nieuwe taken uit te voeren krachtens de nieuwe verordening die in werking zal treden, en voor de mogelijke oprichting van operationele Frontex-kantoren.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van de financiële kaderregeling voor de in artikel 185 van het Financieel Reglement bedoelde organen worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

Ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein die zijn opgenomen in post 6 3 1 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad van 26 oktober 2004 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie (PB L 349 van 25.11.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 863/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 tot instelling van een mechanisme voor de oprichting van snellegrensinterventieteams (PB L 199 van 31.7.2007, blz. 30).

18 02 03 02   Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen — Bijdrage voor titel 3

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 02 03 02

50 500 000

40 500 000

87 000 000

71 000 000

65 417 000,—

56 515 727,—

Reserves (40 02 41)

9 000 000

9 000 000

       

Totaal

59 500 000

49 500 000

87 000 000

71 000 000

65 417 000,—

56 515 727,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter dekking van de beleidsuitgaven van het Agentschap die samenhangen met het werkprogramma (titel 3), met inbegrip van de uitgaven die voortvloeien uit de herziening van zijn mandaat, met name de oprichting van de Europese grenswachtploegen, de taak te voorzien in opleiding op het vlak van de grondrechten, de benoeming van een functionaris voor de grondrechten en de oprichting van een raadgevend forum.

Het Agentschap moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Tijdens de eerste helft van 2012 wordt de begroting van het Agentschap gewijzigd om ervoor te zorgen dat het beschikt over voldoende middelen om zijn nieuwe taken uit te voeren krachtens de nieuwe verordening die in werking zal treden, en voor de mogelijke oprichting van operationele Frontex-kantoren.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van de financiële kaderregeling voor de in artikel 185 van het Financieel Reglement bedoelde organen worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

Ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein die zijn opgenomen in post 6 3 1 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2012 in totaal 88 500 000 EUR.

De kredieten die zijn opgevoerd op de operationele begroting zouden het Agentschap in staat stellen door te gaan met de permanente missies, in het bijzonder aan de zuidelijke grenzen van de Unie (Hera, Nautilus en Poseidon) vanaf 2010 en de lidstaten helpen bij de uitvoering van de operationele aspecten van het beheer van de buitengrenzen, met inbegrip van de terugzending van onderdanen van derde landen die illegaal in de lidstaten verblijven, overeenkomstig gemeenschappelijke normen die garanderen dat zij met waardigheid en volstrekte inachtneming van hun mensenrechten worden teruggestuurd.

Voorwaarden om de reserve vrij te maken

De in de reserve geplaatste kredieten of delen ervan worden vrijgegeven wanneer dit nodig is om te zorgen voor de voortzetting van de operaties van het Agentschap in het Middellandse Zeegebied en aan de grens tussen Turkije en Griekenland.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad van 26 oktober 2004 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de Europese Unie (PB L 349 van 25.11.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 863/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 tot instelling van een mechanisme voor de oprichting van snellegrensinterventieteams (PB L 199 van 31.7.2007, blz. 30).

18 02 04     Schengeninformatiesysteem (SIS II)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 02 04

10 360 000

13 678 411

20 000 000

13 353 286

35 553 086,—

17 982 199,12

Reserves (40 02 41)

5 180 000

6 131 702

10 000 000

6 642 473

   

Totaal

15 540 000

19 810 113

30 000 000

19 995 759

35 553 086,—

17 982 199,12

Toelichting

Oude post 18 02 04 01

Dit krediet is bestemd voor de financiering van:

 

de operationele uitgaven van het Schengeninformatiesysteem (SIS);

 

andere operationele uitgaven die kunnen voortvloeien uit deze integratie.

Ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein die zijn opgenomen in post 6 3 1 2 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Voorwaarden om de reserve vrij te maken

De in de reserve geplaatste bedragen worden vrijgegeven zodra de Commissie een concreet en realistisch schema indient voor de verdere ontwikkeling van SIS II in het begrotingsjaar 2012, waarbij details worden gegeven inzake verdere technische stappen, de inhoud en doelstelling van elke stap, de daarmee gemoeide kosten en de instantie die voor elke stap van de ontwikkeling verantwoordelijk is.

Rechtsgronden

Protocol (nr. 19) betreffende het in het kader van de Europese Unie geïntegreerde Schengenacquis.

Besluit 2001/886/JBZ van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 328 van 13.12.2001, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2424/2001 van de Raad van 6 december 2001 betreffende de ontwikkeling van een Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 328 van 13.12.2001, blz. 4).

Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 381 van 28.12.2006, blz. 4).

Verordening (EG) nr. 1986/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de toegang tot het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) voor de instanties die in de lidstaten belast zijn met de afgifte van kentekenbewijzen van voertuigen (PB L 381 van 28.12.2006, blz. 1).

Besluit 2007/533/JBZ van de Raad van 12 juni 2007 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 205 van 7.8.2007, blz. 63).

Besluit 2008/839/JBZ van de Raad van 24 oktober 2008 over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 299 van 8.11.2008, blz. 43).

Verordening (EG) nr. 1104/2008 van de Raad van 24 oktober 2008 over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 299 van 8.11.2008, blz. 1).

Referentiebesluiten

Verordening (EU) nr. 541/2010 van de Raad van 3 juni 2010, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1104/2008 over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 155 van 22.6.2010, blz. 19).

18 02 05     Visuminformatiesysteem (VIS)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

38 740 000

27 356 823

21 200 000

20 186 195

19 202 495,42

23 503 936,98

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de ontwikkeling, productie en installatie van een grootschalig informatiesysteem op Europees niveau „VIS” (Visuminformatiesysteem).

Ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein die zijn opgenomen in post 6 3 1 2 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Beschikking 2004/512/EG van de Raad van 8 juni 2004 betreffende het opzetten van het Visuminformatiesysteem (VIS) (PB L 213 van 15.6.2004, blz. 5).

Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van gegevens op het gebied van visa voor kort verblijf (VIS-verordening) (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 60).

Besluit 2008/633/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 over de toegang tot het Visuminformatiesysteem (VIS) voor raadpleging door aangewezen autoriteiten van de lidstaten en door Europol, met het oog op het voorkomen, opsporen en onderzoeken van terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 129).

18 02 06     Buitengrenzenfonds

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

349 100 000

187 482 911

260 030 000

176 289 720

204 703 470,—

103 899 040,23

Toelichting

Met dit krediet worden de maatregelen van de lidstaten op de volgende gebieden gesteund:

 

de efficiënte organisatie van het grenstoezicht, dat zowel controle- als bewakingsopdrachten met betrekking tot de buitengrenzen omvat;

 

het doeltreffende beheer door de lidstaten van de personenstromen aan de buitengrenzen, enerzijds om een hoog beschermingsniveau aan de buitengrenzen te waarborgen, en anderzijds om te zorgen voor een vlotte overschrijding van de buitengrenzen, overeenkomstig het Schengenacquis, en de beginselen van een respectvolle en waardige behandeling;

 

de eenvormige toepassing, door de grenswachten, van de bepalingen van het uniale recht ter zake van de overschrijding van de buitengrenzen;

 

de verbetering van het beheer van de activiteiten van de consulaire en andere diensten van de lidstaten in derde landen met betrekking tot de stromen van onderdanen van derde landen naar het grondgebied van de lidstaten en van de samenwerking tussen de lidstaten op dit gebied.

Dit krediet dient met name ter dekking van de uitgaven voor de volgende activiteiten in de lidstaten:

 

infrastructuur van grensdoorlaatposten met bijbehorende gebouwen, zoals grenskantoren, landingsplaatsen voor helikopters en cabines met wachtstroken voor voertuigen en personen;

 

de infrastructuur, de gebouwen en de systemen voor de bewaking tussen de grensdoorlaatposten en de bescherming tegen illegale overschrijding van de buitengrenzen;

 

de bedrijfsuitrusting;

 

vervoermiddelen voor de controle van de buitengrenzen, zoals voertuigen, vaartuigen, helikopters en lichte vliegtuigen die zijn uitgerust met elektronische apparatuur voor de grensbewaking en de opsporing van personen in vervoermiddelen;

 

apparatuur voor realtime informatie-uitwisseling tussen de bevoegde autoriteiten;

 

informatie- en communicatietechnologiesystemen;

 

programma’s voor de detachering en uitwisseling van personeel, zoals grenswachten, immigratieambtenaren en consulaatmedewerkers;

 

de opleiding van personeel van de bevoegde autoriteiten, met inbegrip van taalonderwijs;

 

investeringen in het ontwikkelen, testen en plaatsen van moderne technologie;

 

de studies en proefprojecten ter toepassing van de door het Agentschap geformuleerde aanbevelingen, operationele normen en beste praktijken, zoals deze uit de operationele samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van de grenscontroles resulteren;

 

de studies en proefprojecten die innovatie moeten stimuleren, de uitwisseling van ervaringen en beproefde methoden moeten vergemakkelijken en het beheer van de activiteiten van de consulaire en andere diensten van de lidstaten in derde landen met betrekking tot de stromen van onderdanen van derde landen naar het grondgebied van de lidstaten en de samenwerking tussen de lidstaten op dit gebied moeten verbeteren;

 

instelling van een gemeenschappelijke Schengenvisuminternetsite om de zichtbaarheid en een uniform beeld van het gemeenschappelijk visumbeleid te verbeteren.

In het kader van de doorreisregeling voor Kaliningrad dient dit krediet ter dekking van gederfde leges uit transitvisa en bijkomende kosten (investeringen in infrastructuur, opleiding van grensbewakers en spoorwegpersoneel, bijkomende exploitatiekosten), die voortvloeien uit de toepassing van het doorreisfaciliteringsdocument en het doorreisfaciliteringsdocument voor treinreizigers overeenkomstig Verordening (EG) nr. 693/2003 van de Raad (PB L 99 van 17.4.2003, blz. 8) en Verordening (EG) nr. 694/2003 van de Raad (PB L 99 van 17.4.2003, blz. 15).

Op initiatief van de Commissie kan het krediet ook worden gebruikt voor de financiering van transnationale acties of acties die van belang zijn voor de Unie als geheel („uniale acties”) en die zowel verband houden met de algemene doelstelling om de door de consulaire en andere diensten van de lidstaten in derde landen georganiseerde activiteiten met betrekking tot de stromen van onderdanen van derde landen naar het grondgebied van de lidstaten, alsmede de samenwerking op dit gebied tussen de lidstaten, met inbegrip van de activiteiten van de Asylum Liaison Officers en Immigration Liaison Officers, te verbeteren, als met de doelstelling om de veterinaire, de fytosanitaire en de douanecontroles geleidelijk tot onderdeel van het geïntegreerde grensbeheer te maken op basis van de beleidsontwikkelingen op dit gebied. Deze acties kunnen ook tot doel hebben ondersteunende diensten aan de lidstaten te verstrekken indien zich duidelijke noodsituaties voordoen die dringend om actie aan de buitengrenzen van de lidstaten vragen.

Voorts stelt de Commissie jaarlijks een lijst van specifieke acties op die door de lidstaten en, waar nodig, in samenwerking met het Agentschap moeten worden uitgevoerd; deze acties dragen bij tot de ontwikkeling van een gemeenschappelijk geïntegreerd grensbeheersysteem doordat werk wordt gemaakt van de in de door het Agentschap uitgevoerde risicoanalyses vastgestelde tekortkomingen aan strategische grensposten.

Ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein die zijn opgenomen in post 6 3 1 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Beschikking nr. 574/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot instelling van het Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen (PB L 144 van 6.6.2007, blz. 22).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 2 mei 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma voor solidariteit en beheer van de migratiestromen voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 123).

Beschikking 2007/599/EG van de Commissie van 27 augustus 2007 tot uitvoering van Beschikking nr. 574/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de goedkeuring van strategische richtsnoeren voor de periode 2007-2013 betreft (PB L 233 van 5.9.2007, blz. 3).

Beschikking 2008/456/EG van de Commissie van 5 maart 2008 tot vaststelling van regels voor de uitvoering van Beschikking nr. 574/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van het Buitengrenzenfonds voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen wat betreft de beheers- en controlesystemen van de lidstaten, de regels voor administratief en financieel beheer en de subsidiabiliteit van de uitgaven voor door het fonds medegefinancierde projecten (PB L 167 van 27.6.2008, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode (visumcode) (PB L 243 van 15.9.2009, blz. 1).

18 02 07     Schengenevaluatie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 02 07

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Reserves (40 02 41)

560 000

528 270

560 000

533 220

   

Totaal

560 000

528 270

560 000

533 220

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter vergoeding van de kosten die de deskundigen van de Commissie en de lidstaten maken voor de evaluaties ter plaatse (reis- en verblijfskosten) ter controle van de toepassing van het Schengenacquis. Bij deze kosten komen nog de kosten van benodigdheden en materieel die nodig zijn voor de evaluaties ter plaatse en voor de voorbereiding en de follow-up daarvan.

Voorwaarden om de reserve vrij te maken

De reserve wordt vrijgegeven zodra het desbetreffende basisbesluit is vastgesteld overeenkomstig de procedure van artikel 294 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

Referentiebesluiten

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de instelling van een evaluatiemechanisme om de toepassing van het Schengenacquis te controleren (COM(2010) 624), door de Commissie ingediend op 16 november 2010.

18 02 08     Voorbereidende actie — Terugkeerbeleid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

9 986,—

970 341,94

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

18 02 09     Europees Terugkeerfonds

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

162 500 000

72 242 766

117 200 000

73 236 246

87 043 881,69

47 006 192,30

Toelichting

Met dit krediet wordt steun verleend voor de volgende maatregelen van de lidstaten ter verbetering van alle aspecten van het terugkeerbeleid, met inachtneming van de grondrechten, door het gebruik van het concept van geïntegreerd beleid, rekening houdend met de uniale wetgeving op dit gebied:

 

de invoer en verbetering van de organisatie en tenuitvoerlegging van een geïntegreerd terugkeerbeleid door de lidstaten;

 

de versterking van de samenwerking tussen de lidstaten in het kader van een geïntegreerd terugkeerbeleid en de tenuitvoerlegging ervan;

 

de bevordering van een doeltreffende en uniforme toepassing van gemeenschappelijke normen inzake terugkeer overeenkomstig de beleidsontwikkeling op dit gebied, met een voorkeur voor vrijwillige terugkeerregelingen;

 

de organisatie, in herkomst- en transitlanden, van informatiecampagnes voor potentiële ontheemden, vluchtelingen en asielzoekers. Deze campagnes kunnen plaatsvinden in het kader van betere samenwerking met derde landen die illegale migratie bestrijden en legale migratie bevorderen.

Op initiatief van de Commissie kan het krediet ook worden gebruikt voor de financiering van transnationale acties of acties die van belang zijn voor de Unie als geheel („uniale acties”) op het gebied van het terugkeerbeleid. Studies naar het bestaan en de beoordeling van mechanismen ter ondersteuning van de re-integratie in geselecteerde derde landen en betreffende hun sociale en beroepsmatige re-integratie in de belangrijkste landen van herkomst, met name in de directe oostelijke en zuidelijke buurlanden.

Deze kredieten dienen ook ter financiering van een uniale actie voor het verzamelen van gegevens voor de samenwerking en de uitwisseling van beste praktijken tussen werknemers in de jeugdzorg in gesloten detentiecentra voor asielzoekers en immigranten.

Rechtsgronden

Richtlijn 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven (PB L 348, 24.12.2008, blz. 98).

Beschikking nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot oprichting van het Europees Terugkeerfonds voor de periode 2008-2013 als onderdeel van het algemeen programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen (PB L 144 van 6.6.2007, blz. 45).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 2 mei 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma voor solidariteit en beheer van de migratiestromen voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 123 definitief).

Beschikking 2007/837/EG van de Commissie van 30 november 2007 tot uitvoering van Beschikking nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de goedkeuring van strategische richtsnoeren voor de periode 2008-2013 betreft (PB L 330 van 15.12.2007, blz. 48).

Beschikking 2008/458/EG van de Commissie van 5 maart 2008 tot vaststelling van regels voor de uitvoering van Beschikking nr. 575/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van het Europees Terugkeerfonds voor de periode 2008-2013 als onderdeel van het algemeen programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen wat betreft de beheers- en controlesystemen van de lidstaten, de regels voor administratief en financieel beheer en de subsidiabiliteit van de uitgaven voor door het fonds medegefinancierde projecten (PB L 167 van 27.6.2008, blz. 135).

18 02 10     Voorbereidende actie — Migratiebeheer — Solidariteit in actie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

240 000

19 972,—

1 283 929,04

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen.

Deze actie heeft tot doel een aantal hypothesen op het gebied van migratiebeheer te testen. Op basis van een evaluatie van die hypothesen kan dit leiden tot de ontwikkeling van een globale aanpak, een doelstelling die is vastgesteld door de Unie. De actie is gebaseerd op die met elkaar verband houdende componenten.

Component 1: Financiële steun voor de werkgelegenheid van immigranten die terugkeren naar hun land van herkomst waarmee overnameovereenkomsten zijn gesloten.

Component 2: Organisatie van voorlichtingscampagnes in de landen van herkomst ten behoeve van kandidaten voor immigratie naar de Unie, om hen met name te informeren over de gevaren in illegale immigratie.

Component 3: Opvang met waardigheid en solidariteit — Steun aan lidstaten bij de opvang van onregelmatig arriverende migranten over zee. De maatregelen dienen om:

 

lidstaten bij te staan die te maken hebben met een plotselinge migrantenstroom, bv. door verbetering en uitwisseling van goede/beste praktijken en uitzending van tolken en teams van artsen en rechtskundigen;

 

lidstaten bij te staan bij de verbetering van de kwaliteit en de capaciteit van de opvang, onder meer tijdelijke opvang van illegale migranten op punten van aankomst, bv. door verlening van eerste hulp en vervoer naar geschikte opvangcentra, verbetering/uitbreiding van opvangfaciliteiten en de omstandigheden ter plaatse;

 

lidstaten bij te staan bij het bundelen van hun middelen om de druk op hun asielsysteem te verlichten, in het bijzonder door activiteiten die een specifieke expertise vereisen, om kennis te delen en de massale aankomst van asielzoekers aan de buitengrenzen van de Unie gezamenlijk aan te pakken.

Voor component 3 moeten de ontvangers van steun nationale overheden zijn. Ook kan steun worden gegeven voor partnerschappen met andere overheden van lidstaten, internationale organisaties en niet-gouvernementele organisaties.

Voor alle componenten moet een deel van het krediet door de Commissie worden gebruikt om steun te bieden bij het beheer van deze actie (externe deskundigen, studies enz.).

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

18 02 11     Agentschap voor het operationele beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht

18 02 11 01   Agentschap voor het operationele beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht — Bijdrage voor titels 1 en 2

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 860 000

13 860 000

5 150 000

5 150 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van het Agentschap (titels 1 en 2).

Het Agentschap moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 voor de in artikel 185 van het Financieel Reglement bedoelde organen worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

Ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein die zijn opgenomen in post 6 3 1 2 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Agentschap is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).

Referentiebesluiten

Gewijzigd voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de oprichting van een Agentschap voor het operationele beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (COM(2010) 93), door de Commissie ingediend op 19 maart 2010.

18 02 11 02   Agentschap voor het operationele beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht — Bijdrage voor titel 3

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

5 940 000

5 940 000

300 000

210 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van het Agentschap met betrekking tot het werkprogramma (titel 3).

Het Agentschap moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 voor de in artikel 185 van het Financieel Reglement bedoelde organen worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

De eventuele ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein zullen worden opgenomen in post 6 3 1 2 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van aanvullende kredieten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

De bijdrage van de Unie voor 2012 bedraagt in totaal 19 800 000 EUR.

Referentiebesluiten

Gewijzigd voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van een Agentschap voor het operationele beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (COM(2010) 93), door de Commissie ingediend op 19 maart 2010.

HOOFDSTUK 18 03 — MIGRATIESTROMEN — GEMEENSCHAPPELIJK IMMIGRATIE- EN ASIELBELEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 03

MIGRATIESTROMEN — GEMEENSCHAPPELIJK IMMIGRATIE- EN ASIELBELEID

18 03 03

Europees Vluchtelingenfonds

3.1

102 530 000

57 682 805

92 375 523

70 937 335

94 436 247,—

70 469 736,23

18 03 04

Noodmaatregelen in geval van een massale vluchtelingenstroom

3.1

9 800 000

5 037 429

21 850 000

17 486 984

9 800 000,—

7 840 000,—

18 03 05

Europees Migratienetwerk

3.1

8 000 000

4 150 690

7 500 000

4 189 588

7 503 000,—

4 983 527,38

18 03 06

Voorbereidende actie — Voltooiing van de integratie van onderdanen van derde landen

3.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

1 298 223,35

18 03 07

Voltooiing van ARGO

3.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

650 638,90

18 03 09

Europees Fonds voor de integratie van onderdanen van derde landen

3.1

162 500 000

85 018 402

131 500 000

85 696 110

110 499 999,17

66 946 696,69

18 03 11

Eurodac

3.1

500 000

377 335

1 500 000

952 179

1 999 999,92

2 115 056,61

18 03 14

Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken — EASO

18 03 14 01

Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken — Bijdrage voor titels 1 en 2

3.1

5 058 000

5 058 000

5 565 000

5 565 000

3 185 900,07

2 219 078,86

18 03 14 02

Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken — Bijdrage voor titel 3

3.1

4 942 000

2 422 000

2 435 000

1 200 000

0,—

0,—

 

Artikel 18 03 14 — Subtotaal

 

10 000 000

7 480 000

8 000 000

6 765 000

3 185 900,07

2 219 078,86

18 03 15

Proefproject — Oprichting van een netwerk voor contacten en discussie tussen betrokken gemeenten en lokale overheden inzake ervaringen en beste praktijken voor de hervestiging en integratie van vluchtelingen

3.1

p.m.

500 000

1 500 000

750 000

   

18 03 16

Proefproject — Steun voor slachtoffers van foltering

3.1

2 000 000

1 000 000

       

18 03 17

Voorbereidende actie — Hervestiging van vluchtelingen in noodsituaties

3.1

3 000 000

1 500 000

       

18 03 18

Proefproject — Analyse van het beleid inzake onthaal, bescherming en integratie van niet-begeleide minderjarigen in de Unie

3.1

1 000 000

500 000

       
 

Hoofdstuk 18 03 — Totaal

 

299 330 000

163 246 661

264 225 523

186 777 196

227 425 146,16

156 522 958,02

18 03 03     Europees Vluchtelingenfonds

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

102 530 000

57 682 805

92 375 523

70 937 335

94 436 247,—

70 469 736,23

Toelichting

Dit krediet is, inzake structurele maatregelen, bedoeld ter financiering van projecten en maatregelen op het gebied van de opvang van vluchtelingen, ontheemden en asielzoekers die voldoen aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor financiële steun van de Unie.

Het dient ter dekking van de inspanningen van de lidstaten met het oog op de integratie van vluchtelingen en personen aan wie subsidiaire bescherming werd verleend, alsmede om voor ontheemden een leven in eigen verantwoordelijkheid mogelijk te maken door maatregelen op de volgende gebieden:

 

vergemakkelijking van de toegang tot werkgelegenheid, met inbegrip van beroepsopleiding;

 

verwerving van kennis van taal, maatschappij, cultuur en instellingen van het gastland;

 

vergemakkelijking van de toegang tot huisvesting alsmede tot de medische en sociale infrastructuur van het gastland;

 

steun voor personen met een bijzonder behoefte aan bescherming, zoals vrouwelijke vluchtelingen, niet-begeleide minderjarigen en slachtoffers van foltering, met inbegrip van slachtoffers van gedwongen abortus, genitale verminking bij vrouwen of gedwongen sterilisatie, en slachtoffers van verkrachting;

 

integratie in plaatselijke structuren en activiteiten;

 

verbetering van het bewustzijn van het grote publiek en begrip voor de situatie van vluchtelingen;

 

analyse van de situatie van vluchtelingen in de Unie;

 

opleidingen op het gebied van gendervraagstukken en kinderbescherming voor ambtenaren, gezondheidswerkers en politieagenten in opvangcentra;

 

afzonderlijke accommodatie voor alleenstaande vrouwen en meisjes.

Voorts dient het ter ondersteuning van vrijwillige, door de lidstaten overeengekomen initiatieven om de lasten te verdelen, zoals de hervestiging, de opvang en de integratie door de lidstaten van door de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor Vluchtelingen erkende vluchtelingen uit derde landen en de overdracht van personen die internationale bescherming genieten en degenen die om internationale bescherming verzoeken, van de ene lidstaat naar een andere waar zij gelijkwaardige bescherming genieten.

Een deel van dit krediet wordt gebruikt voor de steun aan lidstaten, direct in samenwerking met de humanitaire en andere agentschappen van de Verenigde Naties, die vrijwillig op flexibele wijze hervestiging verlenen in geval van acute vluchtelingensituaties. De nadruk zal liggen op de meest kwetsbare groepen en gevallen waar andere duurzame oplossingen als onmogelijk worden beschouwd.

Bijzondere aandacht moet uitgaan naar gevallen waarin het krediet gebruikt kan worden om blijk te geven van een significante concrete daad van solidariteit op Europees niveau die een toegevoegde waarde kan hebben als onderdeel van een bredere aanpak van humanitaire steunverlening aan een land of regio.

Op initiatief van de Commissie dient dit krediet ook ter dekking van transnationale acties of acties van belang voor de Unie (hierna „uniale acties” genoemd) met betrekking tot het asielbeleid en maatregelen ten aanzien van de doelgroepen van het fonds, in het bijzonder om passende bijstand te verlenen voor gezamenlijke inspanningen van de lidstaten om vast te stellen welke methoden goed werken, deze informatie uit te wisselen en deze methoden te bevorderen, en om doeltreffende samenwerkingsstructuren te ontwikkelen om de kwaliteit van de besluitvorming in het gemeenschappelijk Europees asielstelsel te verbeteren.

Dit krediet dient ook ter dekking van eerdere vastleggingen van het EVF I en II, inclusief die vastleggingen die betrekking hebben op vrijwillige terugkeer.

Deze kredieten dienen ook ter financiering van een uniale actie voor het verzamelen van gegevens voor de samenwerking en de uitwisseling van beste praktijken tussen werknemers in de jeugdzorg in gesloten detentiecentra voor asielzoekers en immigranten.

Er wordt een solidariteitsmechanisme gecreëerd voor het vergemakkelijken van de vrijwillige herverdeling van vluchtelingen en begunstigden van internationale bescherming van lidstaten waar de immigratiedruk groot is naar lidstaten waar die druk minder is. Het mechanisme wordt op uniaal niveau gecreëerd en zal van start gaan met een proefperiode, om later eventueel in een gemeenschappelijk Europees asielsysteem te worden ingepast. De lidstaten zullen vrijelijk en op vrijwillige basis beslissen over alle aspecten van het selectieproces. De Commissie stelt het kader vast, geeft richtsnoeren, stimuleert participatie en creëert gunstige randvoorwaarden voor beheer en coördinatie.

Het mechanisme moet worden gecreëerd overeenkomstig de conclusies van de Europese Raad van 18 en 19 juni 2009. In de conclusies wordt erop gewezen dat gezien de huidige humanitaire noodsituatie met spoed concrete maatregelen getroffen en uitgevoerd moeten worden. De Europese Raad pleitte voor de coördinatie van vrijwillige maatregelen voor de interne herplaatsing van personen die internationale bescherming genieten en zich bevinden in lidstaten die aan specifieke en onevenredige druk blootstaan, alsook van zeer kwetsbare personen, en begroette het voornemen van de Commissie om in dit verband initiatieven te ontplooien, te beginnen met een proefproject.

Rechtsgronden

Beschikking nr. 573/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot instelling van het Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2008-2013 als onderdeel van het algemeen programma „Solidariteit en beheer van de migratiestromen” (PB L 144 van 6.6.2007, blz. 1).

Besluit nr. 458/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 tot wijziging van Beschikking nr. 573/2007/EG tot instelling van het Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2008-2013 wat de intrekking van de financiering van sommige communautaire acties en de wijziging van de maximumgrens voor de financiering ervan betreft (PB L 129 van 28.5.2010, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 2 mei 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma voor solidariteit en beheer van de migratiestromen voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 123 definitief).

Beschikking 2007/815/EG van de Commissie van 29 november 2007 tot uitvoering van Beschikking nr. 573/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de goedkeuring van strategische richtsnoeren voor de periode 2008-2013 betreft (PB L 326 van 12.12.2007, blz. 29).

Beschikking 2008/22/EG van de Commissie van 19 december 2007 tot vaststelling van regels voor de uitvoering van Beschikking nr. 573/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van het Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2008-2013 als onderdeel van het algemeen programma „Solidariteit en beheer van de migratiestromen” wat betreft de beheers- en controlesystemen van de lidstaten, de regels voor administratief en financieel beheer en de subsidiabiliteit van de uitgaven voor door het fonds medegefinancierde projecten (PB L 7 van 10.1.2008, blz. 1).

18 03 04     Noodmaatregelen in geval van een massale vluchtelingenstroom

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

9 800 000

5 037 429

21 850 000

17 486 984

9 800 000,—

7 840 000,—

Toelichting

In het geval van een massale instroom van vluchtelingen of ontheemden kunnen krachtens dit artikel noodmaatregelen worden getroffen op de volgende gebieden:

 

opvang en huisvesting;

 

verstrekking van een onderhoudstoelage;

 

medische, psychologische en andere hulp, met name gericht op minderjarigen, inclusief gespecialiseerde hulp aan vrouwen en meisjes die het slachtoffer zijn van pesterijen, criminele handelingen (verkrachting, geweld of specifieke vormen van foltering, zoals gedwongen abortus, genitale verminking bij vrouwen of gedwongen sterilisatie) of die als vluchteling hebben geleden onder slechte omstandigheden;

 

de noodzakelijke administratie- en personeelskosten die verband houden met de opvang en het uitvoeren van de maatregelen;

 

missies van deskundigen en aanvullende technische steun voor de identificatie van ontheemden;

 

logistieke en vervoerkosten.

Overeenkomstig deze bepaling kunnen noodmaatregelen ook worden genomen om het hoofd te bieden aan situaties van bijzondere druk, die zich voordoen wanneer op bepaalde punten aan de buitengrenzen sprake is van een plotselinge toestroom van grote aantallen onderdanen van derde landen die wellicht internationale bescherming nodig hebben, waardoor de opvangfaciliteiten, het asielstelsel of de infrastructuur van de betrokken lidstaten onder uitzonderlijk grote druk komen te staan en mensenlevens, het welzijn of de toegang tot rechten die voortvloeien uit het uniale recht, in gevaar kunnen komen.

Deze maatregelen mogen niet langer duren dan zes maanden. Naast de bovenvermelde maatregelen kunnen de noodmaatregelen bestaan uit rechtsbijstand en taalkundige bijstand, vertaal- en tolkdiensten, informatie en expertise betreffende de landen van oorsprong en andere maatregelen die bijdragen tot een snelle identificatie van personen die wellicht internationale bescherming behoeven en tot een eerlijke en efficiënte behandeling van asielverzoeken.

Rechtsgronden

Richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen (PB L 212 van 7.8.2001, blz. 12).

Beschikking nr. 573/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 tot instelling van het Europees Vluchtelingenfonds voor de periode 2008-2013 als onderdeel van het algemeen programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen (PB L 144 van 6.6.2007, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 2 mei 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma voor solidariteit en beheer van de migratiestromen voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 123 definitief).

18 03 05     Europees Migratienetwerk

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

8 000 000

4 150 690

7 500 000

4 189 588

7 503 000,—

4 983 527,38

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het opzetten van het Europees Migratienetwerk, dat de Unie en de lidstaten moet voorzien van objectieve, betrouwbare en vergelijkbare informatie over migratie en asiel.

Deze informatie bevat statistische gegevens over het aantal asielzoekers dat de lidstaten binnenkomt, uitgesplitst naar lidstaat, het aantal ingewilligde aanvragen, het aantal afgewezen aanvragen, de gronden voor afwijzing enz.

Rechtsgronden

Beschikking 2008/381/EG van de Raad van 14 mei 2008 betreffende het opzetten van een Europees migratienetwerk (PB L 131 van 21.5.2008, blz. 7).

18 03 06     Voorbereidende actie — Voltooiing van de integratie van onderdanen van derde landen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

1 298 223,35

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

18 03 07     Voltooiing van ARGO

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

650 638,90

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen.

Rechtsgronden

Beschikking 2002/463/EG van de Raad van 13 juni 2002 tot vaststelling van een actieprogramma voor administratieve samenwerking op het gebied van buitengrenzen, visa, asiel en immigratie (ARGO-programma) (PB L 161 van 19.6.2002, blz. 11).

18 03 09     Europees Fonds voor de integratie van onderdanen van derde landen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

162 500 000

85 018 402

131 500 000

85 696 110

110 499 999,17

66 946 696,69

Toelichting

Tegen de achtergrond van het algemene streven om de inspanningen van de lidstaten te ondersteunen die tot doel hebben onderdanen van derde landen in de gelegenheid te stellen te voldoen aan de voorwaarden voor verblijf en hun integratie in Europese samenlevingen te vergemakkelijken en in overeenstemming met de door de Raad in november 2004 vastgestelde gemeenschappelijke basisbeginselen voor het beleid inzake de integratie van immigranten in de Europese Unie en met de resolutie van het Europees Parlement van 6 juli 2006 over strategieën en middelen voor de integratie van immigranten in de Europese Unie, dient dit krediet ter ondersteuning van maatregelen op de volgende actiegebieden:

 

vergemakkelijking van de uitwerking en toepassing van toelatingsprocedures die relevant zijn voor het integratieproces van onderdanen van derde landen en dit ondersteunen;

 

ontwikkeling en uitvoering van het integratieproces van onderdanen van derde landen in de lidstaten;

 

vergroting van de capaciteit van de lidstaten om beleid en maatregelen voor de integratie van onderdanen van derde landen te ontwikkelen, uit te voeren, te monitoren en te evalueren;

 

uitwisseling van informatie en beste praktijken, en samenwerking in en tussen de lidstaten bij de ontwikkeling, uitvoering, monitoring en evaluatie van beleid en maatregelen voor de integratie van onderdanen van derde landen, onder meer met het oog op het terugdringen van de verschillen op het vlak van werkgelegenheid tussen immigranten en autochtonen, de verbetering van de participatie van immigranten alsook van hun prestaties op onderwijsgebied, de bevordering van de vooruitzichten op het vlak van onderwijs en werkgelegenheid van migrantenvrouwen, taal- en inburgeringsprogramma’s, gezondheid, huisvesting en stadsleven, en de bevordering van de maatschappelijke participatie van immigranten.

Het dient op initiatief van de Commissie tevens ter dekking van transnationale acties of acties die van belang zijn voor de Unie als geheel („uniale acties”) die verband houden met het immigratie- en het integratiebeleid.

Rechtsgronden

Beschikking 2007/435/EG van de Raad van 25 juni 2007 tot oprichting van het Europees Fonds voor de integratie van onderdanen van derde landen voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen (PB L 168 van 28.6.2007, blz. 18).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 2 mei 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma voor solidariteit en beheer van de migratiestromen voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 123).

Beschikking 2008/457/EG van de Commissie van 5 maart 2008 tot vaststelling van regels voor de uitvoering van Beschikking 2007/435/EG van de Raad tot oprichting van het Europees Fonds voor de integratie van onderdanen van derde landen voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemeen programma Solidariteit en beheer van de migratiestromen wat betreft de beheers- en controlesystemen van de lidstaten, de regels voor administratief en financieel beheer en de subsidiabiliteit van de uitgaven voor door het fonds medegefinancierde projecten (PB L 167 van 27.6.2008, blz. 69).

18 03 11     Eurodac

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

377 335

1 500 000

952 179

1 999 999,92

2 115 056,61

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de oprichting en de werking van de centrale eenheid van het Eurodac-systeem.

Ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein die zijn opgenomen in post 6 3 1 2 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2725/2000 van de Raad van 11 december 2000 betreffende de instelling van „Eurodac” voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van de Overeenkomst van Dublin (PB L 316 van 15.12.2000, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad van 18 februari 2003 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB L 50 van 25.2.2003, blz. 1).

Referentiebesluiten

Verordening (EG) nr. 1560/2003 van de Commissie van 2 september 2003 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend (PB L 222 van 5.9.2003, blz. 3).

18 03 14     Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken — EASO

18 03 14 01   Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken — Bijdrage voor titels 1 en 2

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

5 058 000

5 058 000

5 565 000

5 565 000

3 185 900,07

2 219 078,86

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van het Bureau (titels 1 en 2).

Het Bureau moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen beleidsuitgaven en administratieve uitgaven.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 voor de in artikel 185 van het Financieel Reglement bedoelde organen worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

De eventuele ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein zullen worden opgenomen in post 6 3 1 3 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Bureau is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 439/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 tot oprichting van een Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (PB L 132 van 29.5.2010, blz. 11).

18 03 14 02   Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken — Bijdrage voor titel 3

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 942 000

2 422 000

2 435 000

1 200 000

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van het Bureau met betrekking tot het werkprogramma (titel 3).

Het Bureau moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen beleidsuitgaven en administratieve uitgaven.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 voor de in artikel 185 van het Financieel Reglement bedoelde organen worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

Ontvangsten uit de bijdragen van IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein die zijn opgenomen in post 6 3 1 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2012 in totaal 10 000 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 439/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 tot oprichting van een Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (PB L 132 van 29.5.2010, blz. 11).

18 03 15     Proefproject — Oprichting van een netwerk voor contacten en discussie tussen betrokken gemeenten en lokale overheden inzake ervaringen en beste praktijken voor de hervestiging en integratie van vluchtelingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

500 000

1 500 000

750 000

   

Toelichting

Dit proefproject heeft als hoofddoelstelling de oprichting van een netwerk voor contacten en discussie tussen betrokken gemeenten en lokale overheden, van lidstaten die onlangs een hervestigingsprogramma hebben gestart, of in de nabije toekomst hieraan willen deelnemen, en van lidstaten die ervaring hebben met hervestiging, met gebruikmaking van ervaringen van de UNHCR en van ngo's en beste praktijken op het gebied van de hervestiging en integratie van vluchtelingen. Het programma bestrijkt de volgende acties:

 

aanwijzing van gemeenten of lokale overheden in lidstaten die onlangs een hervestigingsprogramma hebben gestart (zoals Portugal en Roemenië) en lidstaten die dit binnenkort gaan doen (zoals Spanje) en het bijeenroepen van vergaderingen met bepaalde gemeenten of lokale overheden in hervestigingslanden (zoals het VK en Nederland), teneinde „nieuwe” hervestigingsprogramma’s te versterken en de kwaliteit en duurzaamheid ervan te verzekeren;

 

aanwijzing van gemeenten of lokale overheden of ngo’s in lidstaten die nog niet deelnemen aan hervestigingsprogramma’s, maar die deel wensen uit te maken van het netwerk en in de toekomst willen deelnemen aan de programma’s;

 

houden van vergaderingen van vertegenwoordigers van betrokken lokale overheden en gemeenten, samen met de UNHCR, betrokken ngo’s en vertegenwoordigers van hergevestigde vluchtelingen, ter bepaling van gezamenlijk te ontwikkelen activiteiten, waaronder bezoeken, uitwisseling van ervaringen, opleidingen, thematische bijeenkomsten inzake onderwerpen als huisvesting, onderwijs, werkgelegenheid, enz.;

 

ontwikkeling van een manier voor de vergaring van informatie van de verschillende belanghebbenden inzake procedures, soorten toezicht voorafgaand aan hervestiging, het soort te vergaren informatie inzake de te hervestigen vluchtelingen (waaronder kwesties op het gebied van cultuur, gezondheid, onderwijs en voedsel), infrastructuur, menselijke hulpbronnen, accommodatie, ontvangst, acties voor de integratie van vluchtelingen na hervestiging, deelname van gemeenschappen aan het proces, economische, juridische of onderwijskundige ondersteuning, de rol van reeds hergevestigde vluchtelingen bij de integratie van nieuwe vluchtelingen, samenwerking met ngo’s;

 

oprichting van een taskforce, met de nodige menselijke en technische middelen, ter organisatie van de praktische aspecten van het project en in het bijzonder ter organisatie van de nodige vergaderingen, het vergaren van de beschikbare informatie, het opzetten en vullen van een website, het stimuleren van de uitwisseling van informatie tussen de verschillende partijen die betrokken zijn bij het proces van hervestiging en het leggen van verbanden met andere bestaande projecten en/of websites met betrekking tot de kwestie van hervestiging. De bedoelde website maakt een systematische informatievoorziening mogelijk voor bijeenkomsten tussen gemeenten die plaats zullen hebben of plaatsgevonden hebben en maakt deze beschikbaar voor alle geïnteresseerden;

 

collationering van de door de taskforce vergaarde informatie, die dan wordt verspreid en dient als basis voor discussie binnen het netwerk, met het oog op het trekken van conclusies inzake beste praktijken.

De met het proefproject opgedane ervaringen worden bijeengebracht ten behoeve van de eenheid Hervestiging van EASO wanneer dit is opgericht.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

18 03 16     Proefproject — Steun voor slachtoffers van foltering

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 000 000

1 000 000

       

Toelichting

Dit proefproject heeft als belangrijkste doel een nieuwe financieringslijn te creëren die uiteindelijk ten goede komt aan de slachtoffers van foltering (EU-burgers en niet-EU-burgers) die in de Unie aanwezig zijn. Het programma bestrijkt de volgende acties:

 

oprichting van revalidatiecentra voor de slachtoffers van foltering of ondersteuning van al bestaande revalidatiecentra door middelen te verstrekken voor de revalidatie van de personen in kwestie (gebouwen, therapeutisch personeel, administratief personeel enz.) en voor de andere activiteiten van de centra (preventie, belangenbehartiging, opleiding, juridische bijstand enz.);

 

verlening van toegang tot multidisciplinaire ondersteuning en counseling, met inbegrip van fysieke en psychotherapeutische behandeling, psychosociale counseling, juridische dienstverlening en sociaaleconomische ondersteuning;

 

ondersteuning van de internationale netwerkactiviteiten tussen revalidatiecentra (binnen en buiten de Unie) om capaciteit op te bouwen, de uitwisseling van beproefde methoden tussen specialisten te ondersteunen, collegiaal toezicht mogelijk te maken als middel om indirecte trauma’s te voorkomen enz.;

 

ondersteuning van activiteiten om de slachtoffers van foltering zelf te responsabiliseren en, in het algemeen, de capaciteit van de slachtoffers van foltering om zich in de maatschappij te integreren in Europese landen te ondersteunen;

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

18 03 17     Voorbereidende actie — Hervestiging van vluchtelingen in noodsituaties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 000 000

1 500 000

       

Toelichting

Deze voorbereidende actie is bedoeld om een nieuwe financieringslijn te creëren om de hervestiging te ondersteunen van vluchtelingen in noodsituaties die niet vallen onder de regels van het bestaande Europees Vluchtelingenfonds (EVF) en die hier in de nabije toekomst ook niet onder zullen vallen, aangezien het bestaande fonds, dat nu in zijn derde periode is (EVF III), in 2014 ophoudt te bestaan. Met de in het kader van deze voorbereidende actie uitgevoerde activiteiten en de ervaring die in dat kader wordt opgedaan, kan vervolgens rekening worden gehouden bij de herziening van het EVF die gepland is voor 2014.

De volgende maatregelen vallen onder de voorbereidende actie:

 

ondersteuning van personen die al als vluchteling zijn erkend door de UNHCR en het EVF, die het slachtoffer zijn geworden van natuurrampen, gewapende aanvallen enz.;

 

ondersteuning van noodacties in het geval van vluchtelingengroepen die op grond van de EVF- en de UNHCR-regels als prioriteit zijn aangemerkt, die het slachtoffer zijn geworden van een gewapende aanval of een natuurramp of die te maken krijgen met andere extreem schadelijke en levensbedreigende omstandigheden;

 

financiering van de snelle hervestigingsprocedures van de lidstaten onder voorwaarden die een kopie zijn van de routinehervestigingsactiviteiten die worden gefinancierd door het EVF;

 

garanderen van financiering voor noodprocedures zonder de lopende hervestigingsprocedures van het EVF te verstoren;

 

waar nodig verstrekking in noodsituaties van extra financiële steun aan de diensten van de UNHCR en de verbindingsorganisaties hiervan in de lidstaten en op uniaal niveau;

 

intensivering van de activiteiten van het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken, waarvan de hervestigingseenheid naar verwachting operationeel wordt in 2012, als brandpunt tijdens noodprocedures.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

18 03 18     Proefproject — Analyse van het beleid inzake onthaal, bescherming en integratie van niet-begeleide minderjarigen in de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

       

Toelichting

Dit proefproject is bedoeld om goede praktijken te identificeren op het gebied van het beleid inzake preventie, onthaal, bescherming en integratie van niet-begeleide minderjarigen. Het kind kan worden teruggezonden naar zijn of haar land van herkomt, waar zal moeten worden gezorgd voor re-integratie; het kan de status worden verleend van internationaal beschermd persoon of een andere wettelijke status waarmee het zich kan integreren in de lidstaat waar het verblijft; of als alternatief kan er een maatregel worden genomen om het te hervestigen in de Unie. In al deze gevallen is het belangrijk dat de belangen van het kind worden gevrijwaard. Het proefproject moet bijdragen tot de uitvoering van het actieplan niet-begeleide minderjarigen van de Commissie van 2010 (voor de periode 2010-2014) en de daarin uitgestippelde acties:

 

identificatie van preventieve acties en beleid voor de groep waartoe de niet-begeleide minderjarigen behoren (bijvoorbeeld asielzoekers, slachtoffers van mensenhandel, kinderen die de Unie illegaal binnenkomen) en/of het land of gebied van herkomst;

 

identificatie van beste praktijken op het gebied van het onthaal en de bescherming van kinderen, en in het bijzonder met betrekking tot procedures voor het eerste contact, wettelijke vertegenwoordiging, aanstelling van een voogd, toegang tot adequate onthaalfaciliteiten, eerste interviews, onderwijs en medische verzorging;

 

identificatie van beste praktijken op het gebied van specifieke maatregelen en proceduregaranties voor niet-begeleide minderjarigen in de Unie;

 

evaluatie van de diverse ervaringen met de bestrijding van het verschijnsel van vermiste kinderen en identificatie van beste praktijken;

 

identificatie van beste praktijken op het gebied van het weer samenbrengen van gezinnen en de re-integratie van niet-begeleide minderjarigen in hun land van herkomst.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

HOOFDSTUK 18 05 — VEILIGHEID EN BESCHERMING VAN DE VRIJHEDEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 05

VEILIGHEID EN BESCHERMING VAN DE VRIJHEDEN

18 05 01

Samenwerkingsprogramma’s op het gebied van justitie en binnenlandse zaken — Titel VI

18 05 01 01

Voltooiing van de samenwerkingsprogramma’s op het gebied van justitie en binnenlandse zaken, en van het programma AGIS

3.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

31 391,42

1 298 833,91

18 05 01 03

Voltooiing van het programma Erasmus voor rechters (uitwisselingsprogramma voor gerechtelijke instanties)

3.1

0,—

0,—

 

Artikel 18 05 01 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

31 391,42

1 298 833,91

18 05 02

Europese Politiedienst (Europol)

18 05 02 01

Europese Politiedienst — Bijdrage voor titels 1 en 2

3.1

61 635 739

61 635 739

63 712 000

63 712 000

59 989 000,—

59 989 000,—

18 05 02 02

Europese Politiedienst — Bijdrage voor titel 3

3.1

20 869 261

17 869 261

19 757 000

19 757 000

19 735 150,—

19 735 150,—

 

Artikel 18 05 02 — Subtotaal

 

82 505 000

79 505 000

83 469 000

83 469 000

79 724 150,—

79 724 150,—

18 05 04

Voorbereidende actie — Voltooiing van voorbereidende acties ten behoeve van de slachtoffers van terrorisme

3.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

319 250,74

18 05 05

Europese Politieacademie

18 05 05 01

Europese Politieacademie — Bijdrage voor titel 1 en 2

3.1

3 917 430

3 917 430

3 502 000

3 502 000

3 634 352,54

3 505 000,—

Reserves (40 02 41)

     

425 000

425 000

   
   

3 917 430

3 917 430

3 927 000

3 927 000

3 634 352,54

3 505 000,—

18 05 05 02

Europese Politieacademie — Bijdrage voor titel 3

3.1

4 533 210

4 533 210

4 073 000

4 073 000

4 165 647,46

4 002 000,—

 

Artikel 18 05 05 — Subtotaal

 

8 450 640

8 450 640

7 575 000

7 575 000

7 800 000,—

7 507 000,—

Reserves (40 02 41)

     

425 000

425 000

   
   

8 450 640

8 450 640

8 000 000

8 000 000

7 800 000,—

7 507 000,—

18 05 06

Proefproject — Voltooiing terrorismebestrijding

3.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

1 001 659,78

18 05 07

Voltooiing crisisbeheersingscapaciteit

3.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

62 227,—

18 05 08

Preventie, paraatheid en beheersing van de gevolgen van terrorisme

3.1

23 280 000

7 546 710

24 100 000

10 950 058

20 420 000,—

5 637 110,89

18 05 09

Preventie en bestrijding van criminaliteit

3.1

117 570 000

34 903 533

99 000 000

47 608 950

85 946 119,24

27 828 254,86

18 05 11

Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving

18 05 11 01

Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving — Bijdrage voor titels 1 en 2

3.1

10 629 367

10 629 367

10 920 558

10 920 558

11 003 028,—

11 255 922,59

18 05 11 02

Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving — Bijdrage voor titel 3

3.1

3 935 553

3 935 553

4 249 442

4 249 442

3 996 972,—

4 106 077,41

 

Artikel 18 05 11 — Subtotaal

 

14 564 920

14 564 920

15 170 000

15 170 000

15 000 000,—

15 362 000,—

 

Hoofdstuk 18 05 — Totaal

 

246 370 560

144 970 803

229 314 000

164 773 008

208 921 660,66

138 740 487,18

Reserves (40 02 41)

     

425 000

425 000

   
   

246 370 560

144 970 803

229 739 000

165 198 008

208 921 660,66

138 740 487,18

18 05 01     Samenwerkingsprogramma’s op het gebied van justitie en binnenlandse zaken — Titel VI

18 05 01 01   Voltooiing van de samenwerkingsprogramma’s op het gebied van justitie en binnenlandse zaken, en van het programma AGIS

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

31 391,42

1 298 833,91

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen.

Rechtsgronden

Gemeenschappelijk Optreden 98/245/JBZ van 19 maart 1998, door de Raad vastgesteld op basis van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, houdende een uitwisselings-, opleidings- en samenwerkingsprogramma voor personen die verantwoordelijk zijn voor de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit (programma Falcone) (PB L 99 van 31.3.1998, blz. 8).

Besluit 2001/512/JBZ van de Raad van 28 juni 2001 tot vaststelling van een tweede fase van het programma voor stimulering, uitwisselingen, opleiding en samenwerking voor beoefenaars van juridische beroepen (Grotius II — strafrechtelijk) (PB L 186 van 7.7.2001, blz. 1).

Besluit 2001/513/JBZ van de Raad van 28 juni 2001 tot vaststelling van een tweede fase van het programma voor stimulering, uitwisselingen, opleiding en samenwerking tussen de rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten van de Europese Unie (Oisin II) (PB L 186 van 7.7.2001, blz. 4).

Besluit 2001/514/JBZ van de Raad van 28 juni 2001 tot vaststelling van een tweede fase van het programma voor stimulering, uitwisselingen, opleiding en samenwerking voor personen die verantwoordelijk zijn voor acties tegen mensenhandel en seksuele uitbuiting van kinderen (Stop II) (PB L 186 van 7.7.2001, blz. 7).

Besluit 2001/515/JBZ van de Raad van 28 juni 2001 tot vaststelling van een programma voor stimulering, uitwisselingen, opleiding en samenwerking op het gebied van criminaliteitspreventie (Hippocrates) (PB L 186 van 7.7.2001, blz. 11).

Besluit 2002/630/JBZ van de Raad van 22 juli 2002 tot vaststelling van een kaderprogramma betreffende politiële en justitiële samenwerking in strafzaken (AGIS) (PB L 203 van 1.8.2002, blz. 5).

18 05 01 03   Voltooiing van het programma Erasmus voor rechters (uitwisselingsprogramma voor gerechtelijke instanties)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

0,—

0,—

Toelichting

Deze post dient ter dekking van eerdere vastleggingen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

18 05 02     Europese Politiedienst (Europol)

18 05 02 01   Europese Politiedienst — Bijdrage voor titels 1 en 2

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

61 635 739

61 635 739

63 712 000

63 712 000

59 989 000,—

59 989 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van Europol (titels 1 en 2).

Europol moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen beleidsuitgaven en administratieve uitgaven.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van de financiële kaderregeling voor de in artikel 185 van het Financieel Reglement bedoelde organen worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van Europol is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).

Rechtsgronden

Besluit 2009/371/JBZ van de Raad van 6 april 2009 tot oprichting van de Europese Politiedienst (Europol) (PB L 121 van 15.5.2009, blz. 37).

18 05 02 02   Europese Politiedienst — Bijdrage voor titel 3

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

20 869 261

17 869 261

19 757 000

19 757 000

19 735 150,—

19 735 150,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van de Europese Politiedienst (titel 3).

Europol moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen beleidsuitgaven en administratieve uitgaven.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van de financiële kaderregeling voor de in artikel 185 van het Financieel Reglement bedoelde organen worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2012 in totaal 83 655 000 EUR. Aan het in de begroting opgevoerd bedrag van 82 505 000 EUR is een bedrag van 1 150 000 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten toegevoegd.

Rechtsgronden

Besluit 2009/371/JBZ van de Raad van 6 april 2009 tot oprichting van de Europese Politiedienst (Europol) (PB L 121 van 15.5.2009, blz. 37).

18 05 04     Voorbereidende actie — Voltooiing van voorbereidende acties ten behoeve van de slachtoffers van terrorisme

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

319 250,74

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

18 05 05     Europese Politieacademie

18 05 05 01   Europese Politieacademie — Bijdrage voor titel 1 en 2

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 05 05 01

3 917 430

3 917 430

3 502 000

3 502 000

3 634 352,54

3 505 000,—

Reserves (40 02 41)

   

425 000

425 000

   

Totaal

3 917 430

3 917 430

3 927 000

3 927 000

3 634 352,54

3 505 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van de Europese Politieacademie (titels 1 en 2).

De Academie moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van de financiële kaderregeling voor de in artikel 185 van het Financieel Reglement bedoelde organen worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van de Academie is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).

Rechtsgronden

Besluit 2005/681/JBZ van de Raad van 20 september 2005 tot oprichting van de Europese Politieacademie (EPA) (PB L 256 van 1.10.2005, blz. 63).

18 05 05 02   Europese Politieacademie — Bijdrage voor titel 3

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 533 210

4 533 210

4 073 000

4 073 000

4 165 647,46

4 002 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van de Europese Politieacademie (titel 3).

De Academie moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van de financiële kaderregeling voor de in artikel 185 van het Financieel Reglement bedoelde organen worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2012 in totaal 8 450 640 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 2005/681/JBZ van de Raad van 20 september 2005 tot oprichting van de Europese Politieacademie (EPA) (PB L 256 van 1.10.2005, blz. 63).

18 05 06     Proefproject — Voltooiing terrorismebestrijding

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

1 001 659,78

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

18 05 07     Voltooiing crisisbeheersingscapaciteit

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

62 227,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen.

Rechtsgronden

Taken voortvloeiend uit de administratieve autonomie van de Commissie, in de zin van artikel 49, lid 6, van het Financieel Reglement.

18 05 08     Preventie, paraatheid en beheersing van de gevolgen van terrorisme

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

23 280 000

7 546 710

24 100 000

10 950 058

20 420 000,—

5 637 110,89

Toelichting

Op het gebied van de preventie van en de paraatheid voor terroristische aanslagen dient dit krediet ter ondersteuning van de volgende gebieden:

 

de aanmoediging, bevordering en ondersteuning van de beoordeling van de risico’s en dreigingen ten aanzien van kritieke infrastructuur, met inbegrip van evaluaties ter plaatse, teneinde mogelijke doelwitten van terroristische aanslagen in kaart te brengen en na te gaan of er behoefte bestaat aan verbetering van de veiligheid ervan;

 

de bevordering en ondersteuning van de ontwikkeling van gemeenschappelijke veiligheidsnormen, inclusief voor wat de internetveiligheid betreft, en van de uitwisseling van knowhow en ervaring in verband met de bescherming van kritieke infrastructuur;

 

de bevordering en ondersteuning van de coördinatie en de samenwerking op uniaal niveau op het gebied van de bescherming van kritieke infrastructuur.

Op het gebied van de beheersing van de gevolgen in geval van terroristische aanslagen dient dit krediet ter ondersteuning van de volgende gebieden:

 

de aanmoediging, bevordering en ondersteuning van de uitwisseling van knowhow, ervaring en technologie in verband met de mogelijke gevolgen van terroristische aanslagen;

 

de stimulering, bevordering en ondersteuning van de ontwikkeling van een passende methodologie en van rampenplannen, ook met betrekking tot een Europese strategie voor cyberveiligheid;

 

maatregelen om ervoor te zorgen dat op het moment zelf specifieke kennis inzake terrorisme wordt ingebracht in het kader van de algemene crisisbeheersing en de mechanismen voor snelle waarschuwing en civiele bescherming.

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van de volgende maatregelen:

 

acties ter bevordering van de operationele samenwerking en coördinatie (versterking van netwerkvorming, van het wederzijdse vertrouwen en begrip, ontwikkeling van rampenplannen, uitwisseling en verspreiding van informatie, ervaringen en beste praktijken);

 

analyse-, toezicht-, evaluatie-, audit- en inspectieactiviteiten;

 

ontwikkeling en overdracht van technologie en methodologie, met name met betrekking tot de uitwisseling van informatie en interoperabiliteit;

 

opleiding, uitwisseling van personeel en deskundigen;

 

bewustmakings- en verspreidingsactiviteiten, en

 

verlening van financiële steun voor projecten die tot doel hebben de slachtoffers van terrorisme en/of hun familieleden te helpen zich te herstellen van hun beproevingen dankzij sociale of psychologische bijstand door organisaties en/of netwerken, alsook voor projecten om de publieke opinie te mobiliseren tegen alle vormen van terrorisme. Een deel van het krediet zal hoofdzakelijk worden gebruikt voor verbetering van de rechtsbijstand en de adviesverlening aan de slachtoffers en hun familie.

Rechtsgronden

Besluit 2007/124/EG, Euratom van de Raad van 12 februari 2007 tot vaststelling van het specifieke programma Terrorisme en andere aan veiligheid gerelateerde risico's: preventie, paraatheid en beheersing van de gevolgen voor de periode 2007-2013, als onderdeel van het algemene programma Veiligheid en bescherming van de vrijheden (PB L 58 van 24.2.2007, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 6 april 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma betreffende „Veiligheid en bescherming van de vrijheden” voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 124).

18 05 09     Preventie en bestrijding van criminaliteit

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

117 570 000

34 903 533

99 000 000

47 608 950

85 946 119,24

27 828 254,86

Toelichting

Dit krediet dient ter ondersteuning van de volgende gebieden:

 

de bevordering en ontwikkeling van de coördinatie, samenwerking en het wederzijds begrip onder rechtshandhavingsinstanties en andere instellingen (met name organisaties die zich inzetten voor de preventie van geweld en criminaliteit) andere nationale autoriteiten en organen op uniaal niveau;

 

de aanmoediging, bevordering en ontwikkeling van de horizontale methoden en instrumenten die nodig zijn voor een strategische preventie en bestrijding van criminaliteit en cybercriminaliteit, zoals de preventie van stedelijk geweld, met name van minderjarigen, of maatregelen ter voorkoming en bestrijding van jeugdcriminaliteit door middel van de uitwisseling van best practices, netwerken van verantwoordelijke autoriteiten en de uitvoering van proefprojecten, ook op het gebied van de rehabilitatie van minderjarigen die uit de gevangenis komen, partnerschappen tussen de overheid en de particuliere sector, beproefde methoden ter voorkoming van criminaliteit, vergelijkbare statistieken en toegepaste criminologie;

 

verbetering van de samenwerking met betrekking tot de confiscatie en de inbeslagneming van activa en de opbrengsten van illegale activiteiten van criminele organisaties tussen de nationale agentschappen bevoegd voor de terugname van activa; en

 

de bevordering en ontwikkeling van beste praktijken voor de bescherming van slachtoffers en getuigen van criminaliteit.

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van de volgende maatregelen:

 

acties ter bevordering van de operationele samenwerking en coördinatie (versterking van netwerkvorming, van het wederzijdse vertrouwen en begrip, uitwisseling en verspreiding van informatie, ervaringen en beste praktijken);

 

analyse-, toezicht- en evaluatieactiviteiten;

 

ontwikkeling en overdracht van technologie en methodologie;

 

opleiding, uitwisseling van personeel en deskundigen, en

 

bewustmakings- en verspreidingsactiviteiten.

Een deel van het krediet dient ter financiering van het opzetten van een uniale hotline voor slachtoffers van mensensmokkel, met het oog op de invoering van een enig gemeenschappelijk telefoonnummer in alle lidstaten ter waarborging van gelijke normen voor sociale, psychologische of juridische bijstand voor slachtoffers van mensensmokkel en, zo mogelijk, om aan de behoefte aan onderdak te voldoen. In dit project zullen verschillende belanghebbenden worden betrokken: nationale regelgevende autoriteiten die telefoonlijnen beschikbaar stellen, telecommunicatiebedrijven, gespecialiseerde ngo's, lokaal en professioneel personeel en handhavingsautoriteiten (voor de uitwisseling van informatie over smokkelaars en personen die betrokken zijn bij mensensmokkel).

Een deel van de kredieten zal worden gebruikt om de preventie te verbeteren van criminele activiteiten die in grensgebieden worden verricht door rondtrekkende criminele bendes.

Rechtsgronden

Besluit 2007/125/JBZ van de Raad van 12 februari 2007 tot vaststelling van het specifieke programma Preventie en de bestrijding van criminaliteit voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Veiligheid en bescherming van de vrijheden (PB L 58 van 24.2.2007, blz. 7).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 6 april 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van het kaderprogramma „Veiligheid en bescherming van de vrijheden” voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 124).

18 05 11     Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving

18 05 11 01   Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving — Bijdrage voor titels 1 en 2

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 629 367

10 629 367

10 920 558

10 920 558

11 003 028,—

11 255 922,59

Toelichting

Oude post 18 07 01 01

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van het Waarnemingscentrum (titels 1 en 2).

Het Waarnemingscentrum moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van de financiële kaderregeling voor de in artikel 185 van het Financieel Reglement bedoelde organen worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van het Waarnemingscentrum is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1920/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (herschikking) (PB L 376 van 27.12.2006, blz. 1).

18 05 11 02   Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving — Bijdrage voor titel 3

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 935 553

3 935 553

4 249 442

4 249 442

3 996 972,—

4 106 077,41

Toelichting

Oude post 18 07 01 02

Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van het Waarnemingscentrum met betrekking tot het werkprogramma (titel 3).

Het Waarnemingscentrum moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van de financiële kaderregeling voor de in artikel 185 van het Financieel Reglement bedoelde organen worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2012 in totaal 15 708 000 EUR. Aan het in de begroting opgenomen bedrag van 14 722 000 EUR is een bedrag van 986 000 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten toegevoegd.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1920/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (herschikking) (PB L 376 van 27.12.2006, blz. 1).

HOOFDSTUK 18 08 — BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 08

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE

18 08 01

Prince — Ruimte van vrijheid, veiligheid en recht

3.1

2 800 000

1 437 648

2 700 000

1 523 486

1 583 100,92

568 202,67

18 08 05

Evaluatie en effectbeoordeling

3.1

600 000

377 335

550 000

380 872

469 625,22

685 862,07

 

Hoofdstuk 18 08 — Totaal

 

3 400 000

1 814 983

3 250 000

1 904 358

2 052 726,14

1 254 064,74

18 08 01     Prince — Ruimte van vrijheid, veiligheid en recht

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 800 000

1 437 648

2 700 000

1 523 486

1 583 100,92

568 202,67

Toelichting

Oud artikel 18 08 01 (ten dele)

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor prioritaire informatiemaatregelen op het gebied van justitie en binnenlandse zaken.

Het dient ter financiering van voorlichtingsacties en communicatiemaatregelen op het gebied van justitie en binnenlandse zaken met betrekking tot de totstandbrenging van een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht (interne websites, openbare evenementen, communicatieproducten, Eurobarometer-enquêtes enz.). Deze maatregelen zijn bedoeld als effectief kanaal voor communicatie en dialoog tussen de burgers van de Unie, de belanghebbenden en de instellingen van de Unie, waarbij, in nauwe samenwerking met de autoriteiten van de lidstaten, rekening wordt gehouden met specifieke nationale, regionale en plaatselijke kenmerken.

De Commissie heeft een reeks mededelingen aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's betreffende een nieuw kader voor praktische samenwerking in verband met het voorlichtings- en communicatiebeleid van de Europese Unie (COM(2001) 354 en COM(2002) 350) vastgesteld. In deze mededelingen wordt een kader voorgesteld voor interinstitutionele samenwerking die uitgebreid wordt tot de lidstaten met het oog op de ontwikkeling van een voorlichtings- en communicatiestrategie van de Unie.

De Interinstitutionele Groep voor voorlichting (IGV), die gezamenlijk wordt voorgezeten door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie, stelt gezamenlijke richtsnoeren vast voor de onderwerpen die onder de interinstitutionele samenwerking op het gebied van het uniale voorlichtings- en communicatiebeleid vallen. De IGV coördineert de op het grote publiek gerichte gecentraliseerde en gedecentraliseerde voorlichtingsactiviteiten over Europese onderwerpen. De IGV stelt jaarlijks de prioriteiten voor de komende jaren vast, op basis van door de Commissie verstrekte informatie.

Dit krediet dient ter financiering van een bewustmakingscampagne van de Commissie, in samenwerking met het maatschappelijk middenveld, inzake rechten van de burgers van de Unie uit hoofde van de artikelen 18 tot en met 25 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Het dient tevens ter dekking van de uitgaven voor de informatiecampagnes in verband met de nieuwe transparantiemaatregelen op grond van artikel 15 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).

Rechtsgronden

Taken voortvloeiend uit de institutionele prerogatieven van de Commissie, in de zin van artikel 49, lid 6, van het Financieel Reglement.

18 08 05     Evaluatie en effectbeoordeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

600 000

377 335

550 000

380 872

469 625,22

685 862,07

Toelichting

Oud artikel 18 08 05 (ten dele)

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met:

 

het uitbreiden van evaluatie tot alle activiteiten (beleid en wetgeving);

 

het scheppen van meer ruimte voor evaluatie in de strategische planning en programmering;

 

het afronden van de methodologische werkzaamheden die nodig zijn voor het ontwikkelen van beleidsevaluatie;

 

het toepassen van het beleidsevaluatiekader op alle belangrijke beleidsterreinen van Tampere;

 

het voorbereiden van de uitvoering van proefprojecten en voorbereidende acties.

Rechtsgronden

Taken voortvloeiend uit de administratieve autonomie van de Commissie, in de zin van artikel 49, lid 6, van het Financieel Reglement.

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

 

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL BINNENLANDSE ZAKEN

TITEL 19

EXTERNE BETREKKINGEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2012 en 2011) en van de uitvoering (2010)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „EXTERNE BETREKKINGEN”

165 501 593

165 501 593

153 043 968

153 043 968

447 588 200,66

447 588 200,66

Reserves (40 01 40)

16 345

16 345

5 106

5 106

   
 

165 517 938

165 517 938

153 049 074

153 049 074

447 588 200,66

447 588 200,66

19 02

SAMENWERKING MET DERDE LANDEN OP HET GEBIED VAN MIGRATIE EN ASIEL

57 648 000

57 684 001

54 000 000

47 608 950

53 075 627,86

50 226 396,28

19 03

GEMEENSCHAPPELIJK BUITENLANDS EN VEILIGHEIDSBELEID (GBVB)

362 464 000

302 277 340

326 624 000

271 643 337

287 048 471,87

255 930 484,51

19 04

EUROPEES INSTRUMENT VOOR DE DEMOCRATIE EN DE MENSENRECHTEN (EUROPEAN INSTRUMENT FOR DEMOCRACY AND HUMAN RIGHTS — EIDHR)

165 065 000

142 748 116

157 710 000

132 678 814

156 712 047,54

151 757 849,50

19 05

BETREKKINGEN EN SAMENWERKING MET GEÏNDUSTRIALISEERDE DERDE LANDEN

24 021 000

20 154 828

25 021 000

19 843 580

23 724 456,77

20 239 109,12

19 06

CRISISRESPONS EN MONDIALE BEDREIGINGEN VOOR DE VEILIGHEID

377 189 700

258 779 119

357 444 700

257 199 807

289 747 627,—

237 420 587,73

19 08

EUROPEES NABUURSCHAPSBELEID EN BETREKKINGEN MET RUSLAND

2 365 742 646

1 341 926 745

1 999 135 179

1 405 163 553

1 839 801 681,83

1 519 249 086,44

19 09

BETREKKINGEN MET LATIJNS-AMERIKA

374 323 000

280 953 257

393 286 000

299 079 847

355 186 297,50

287 150 562,69

19 10

BETREKKINGEN MET AZIË, CENTRAAL-AZIË EN HET MIDDEN-OOSTEN (IRAK, IRAN, JEMEN)

896 201 500

677 438 920

917 900 740

769 864 676

867 903 271,14

678 206 442,41

19 11

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET BELEIDSTERREIN „EXTERNE BETREKKINGEN”

29 000 000

28 945 858

30 500 000

28 565 370

31 211 252,83

35 089 708,26

19 49

UITGAVEN VOOR ADMINISTRATIEF BEHEER VAN PROGRAMMA’S WAARVOOR KREDIETEN ZIJN VASTGELEGD OVEREENKOMSTIG HET OUDE FINANCIEEL REGLEMENT

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

Titel 19 — Totaal

4 817 156 439

3 276 409 777

4 414 665 587

3 384 691 902

4 351 998 935,—

3 682 858 427,60

Reserves (40 01 40)

16 345

16 345

5 106

5 106

   
 

4 817 172 784

3 276 426 122

4 414 670 693

3 384 697 008

4 351 998 935,—

3 682 858 427,60

HOOFDSTUK 19 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „EXTERNE BETREKKINGEN”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

19 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „EXTERNE BETREKKINGEN”

19 01 01

Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Externe betrekkingen”

19 01 01 01

Uitgaven voor personeel in actieve dienst van de Dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid

5

7 394 602

6 719 305

92 714 127,68

Reserves (40 01 40)

   

5 106

 
   

7 394 602

6 724 411

92 714 127,68

19 01 01 02

Uitgaven voor personeel in actieve dienst in delegaties van de Unie voor het beleidsterrein „Externe betrekkingen”

5

6 376 989

7 148 492

93 959 341,94

 

Artikel 19 01 01 — Subtotaal

 

13 771 591

13 867 797

186 673 469,62

Reserves (40 01 40)

   

5 106

 
   

13 771 591

13 872 903

186 673 469,62

19 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Externe betrekkingen”

19 01 02 01

Extern personeel van de Dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid

5

1 685 884

1 203 544

7 634 874,86

19 01 02 02

Extern personeel in delegaties van de Unie voor het beleidsterrein „Externe betrekkingen”

5

817 380

505 306

30 243 547,94

19 01 02 11

Overige beheersuitgaven voor de dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid

5

567 077

640 622

8 586 656,02

Reserves (40 01 40)

 

16 345

   
   

583 422

640 622

8 586 656,02

19 01 02 12

Overige beheersuitgaven in delegaties van de Unie voor het beleidsterrein „Externe betrekkingen”

5

441 438

467 754

8 328 631,99

 

Artikel 19 01 02 — Subtotaal

 

3 511 779

2 817 226

54 793 710,81

Reserves (40 01 40)

 

16 345

   
   

3 528 124

2 817 226

54 793 710,81

19 01 03

Uitgaven in verband met materieel, meubilair, diensten, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven voor het beleidsterrein „Externe betrekkingen”

19 01 03 01

Uitgaven in verband met materieel, meubilair en diensten van de Dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid

5

497 357

486 882

8 324 258,63

19 01 03 02

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven van de delegaties van de Unie voor het beleidsterrein „Externe betrekkingen”

5

3 524 000

3 333 663

76 463 107,38

 

Artikel 19 01 03 — Subtotaal

 

4 021 357

3 820 545

84 787 366,01

19 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Externe betrekkingen”

19 01 04 01

Financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI) — Uitgaven voor administratief beheer

4

59 632 000

60 145 500

56 262 746,14

19 01 04 02

Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (ENPI) — Uitgaven voor administratief beheer

4

58 507 566

45 092 600

42 990 321,55

19 01 04 03

Stabiliteitsinstrument — Uitgaven voor administratief beheer

4

8 144 000

8 288 000

5 614 621,84

19 01 04 04

Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) — Uitgaven voor administratief beheer

4

500 000

750 000

207 671,65

19 01 04 05

Evaluatie van de resultaten van hulp van de Unie en follow-up- en auditmaatregelen — Uitgaven voor administratief beheer

4

p.m.

1 600 000

1 500 000,—

19 01 04 06

Instrument voor samenwerking inzake nucleaire veiligheid (Instrument for Nuclear Safety Cooperation — INSC) — Uitgaven voor administratief beheer

4

1 274 300

1 268 300

1 299 744,07

19 01 04 07

Europees instrument voor de democratie en de mensenrechten (European Instrument for Democracy and Human Rights — EIDHR) — Uitgaven voor administratief beheer

4

11 460 000

10 673 000

9 279 841,50

19 01 04 08

Instrument voor geïndustrialiseerde landen (Industrialised Countries Instrument — ICI) — Uitgaven voor administratief beheer

4

100 000

100 000

11 165,47

19 01 04 20

Uitgaven voor administratieve ondersteuning voor het beleidsterrein „Externe betrekkingen”

4

p.m.

p.m.

0,—

19 01 04 30

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van programma’s op het beleidsterrein „Externe betrekkingen”

4

4 579 000

4 621 000

4 167 542,—

 

Artikel 19 01 04 — Subtotaal

 

144 196 866

132 538 400

121 333 654,22

 

Hoofdstuk 19 01 — Totaal

 

165 501 593

153 043 968

447 588 200,66

Reserves (40 01 40)

 

16 345

5 106

 
   

165 517 938

153 049 074

447 588 200,66

19 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Externe betrekkingen”

19 01 01 01   Uitgaven voor personeel in actieve dienst van de Dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

19 01 01 01

7 394 602

6 719 305

92 714 127,68

Reserves (40 01 40)

 

5 106

 

Totaal

7 394 602

6 724 411

92 714 127,68

Toelichting

Er wordt in de Commissie meer personeel ingezet voor crisisbeheersing, om te zorgen voor voldoende capaciteit voor de follow-up van voorstellen van organisaties uit het maatschappelijk middenveld voor de reactie op crises.

19 01 01 02   Uitgaven voor personeel in actieve dienst in delegaties van de Unie voor het beleidsterrein „Externe betrekkingen”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

6 376 989

7 148 492

93 959 341,94

Toelichting

De Commissie neemt hooggekwalificeerd, stabiel en gespecialiseerd personeel aan voor kwesties die te maken hebben met mensenrechten.

Er wordt voldoende personeel ingezet voor crisisbeheersing, ten behoeve van de follow-up van voorstellen van organisaties uit het maatschappelijk middenveld voor de reactie op crises.

19 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Externe betrekkingen”

19 01 02 01   Extern personeel van de Dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

1 685 884

1 203 544

7 634 874,86

19 01 02 02   Extern personeel in delegaties van de Unie voor het beleidsterrein „Externe betrekkingen”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

817 380

505 306

30 243 547,94

19 01 02 11   Overige beheersuitgaven voor de dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

19 01 02 11

567 077

640 622

8 586 656,02

Reserves (40 01 40)

16 345

   

Totaal

583 422

640 622

8 586 656,02

19 01 02 12   Overige beheersuitgaven in delegaties van de Unie voor het beleidsterrein „Externe betrekkingen”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

441 438

467 754

8 328 631,99

19 01 03     Uitgaven in verband met materieel, meubilair, diensten, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven voor het beleidsterrein „Externe betrekkingen”

19 01 03 01   Uitgaven in verband met materieel, meubilair en diensten van de Dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

497 357

486 882

8 324 258,63

19 01 03 02   Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven van de delegaties van de Unie voor het beleidsterrein „Externe betrekkingen”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

3 524 000

3 333 663

76 463 107,38

19 01 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Externe betrekkingen”

19 01 04 01   Financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI) — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

59 632 000

60 145 500

56 262 746,14

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand die de Commissie mag uitbesteden aan een uitvoerend agentschap onder uniaal recht;

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie wordt uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

 

uitgaven voor extern personeel op de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten), dat de taken overneemt van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand; de uitgaven voor extern personeel in het hoofdkantoor mogen maximaal 4 558 500 EUR bedragen; Deze schatting is gebaseerd op de jaarlijkse kosten per eenheid per mensjaar waarvan 93 % wordt uitgemaakt door de bezoldiging van het desbetreffende personeel en 7 % door de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie voor dit personeel;

 

uitgaven voor extern personeel in delegaties van de Unie (arbeidscontractanten, lokale medewerkers of gedetacheerde nationale deskundigen) met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsmede de bijkomende logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologieën en telecommunicatie en huur, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegatie van het externe personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post;

 

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichtingssystemen en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma.

Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen, vormen overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Dit krediet dekt de administratieve uitgaven uit hoofde van de hoofdstukken 19 02, 19 09 en 19 10.

19 01 04 02   Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (ENPI) — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

58 507 566

45 092 600

42 990 321,55

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand die de Commissie mag uitbesteden aan een uitvoerend agentschap onder uniaal recht;

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie wordt uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

 

uitgaven voor extern personeel op de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten), dat de taken overneemt van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand; de uitgaven voor extern personeel in het hoofdkantoor mogen maximaal 5 233 566 EUR bedragen; Deze schatting is gebaseerd op de jaarlijkse kosten per eenheid per mensjaar waarvan 93 % wordt uitgemaakt door de bezoldiging van het desbetreffende personeel en 7 % door de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie voor dit personeel;

 

uitgaven voor extern personeel (arbeidscontractanten, plaatselijk personeel of gedetacheerde nationale deskundigen) dat bij de delegaties van de Unie in dienst wordt genomen met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsmede de bijkomende logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie en huur, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegatie van het extern personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post;

 

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichtingssystemen en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma.

Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Dit krediet dekt de administratieve uitgaven uit hoofde van hoofdstuk 19 08.

19 01 04 03   Stabiliteitsinstrument — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

8 144 000

8 288 000

5 614 621,84

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand die de Commissie mag uitbesteden aan een uitvoerend agentschap onder uniaal recht;

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie wordt uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

 

uitgaven voor extern personeel in delegaties van de Unie (arbeidscontractanten, lokale medewerkers of gedetacheerde nationale deskundigen) met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsmede de bijkomende logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologieën en telecommunicatie en huur, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegatie van het externe personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post;

 

uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma.

Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Dit krediet dekt de uitgaven voor administratief beheer uit hoofde van de artikelen 19 05 02, 19 06 01, 19 06 02 en 19 06 03.

19 01 04 04   Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

500 000

750 000

207 671,65

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van ondersteuning voor de tenuitvoerlegging van maatregelen in het kader van het GBVB waarvoor de Commissie niet beschikt over de vereiste ervaring of een beroep op aanvullende steun dient te doen. Dit krediet dient ter dekking van:

 

de uitgaven voor technische en administratieve bijstand die de Commissie mag uitbesteden aan een uitvoerend agentschap onder uniaal recht;

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie wordt uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

 

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma.

Dit krediet dekt de administratieve uitgaven in het kader van de artikelen 19 03 01, 19 03 02 en 19 03 06.

19 01 04 05   Evaluatie van de resultaten van hulp van de Unie en follow-up- en auditmaatregelen — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

1 600 000

1 500 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie wordt uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc, aangezien de contracten met bureaus voor technische bijstand de komende jaren aflopen.

Ook dient het ter dekking van activiteiten op het gebied van capaciteitsopbouw en bijscholing, gericht op belangrijke belanghebbenden betrokken bij het ontwerp en de uitvoering van programma’s voor buitenlandse hulp.

Dit krediet dekt de administratieve uitgaven uit hoofde van artikel 19 11 01.

19 01 04 06   Instrument voor samenwerking inzake nucleaire veiligheid (Instrument for Nuclear Safety Cooperation — INSC) — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

1 274 300

1 268 300

1 299 744,07

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand die de Commissie mag uitbesteden aan een uitvoerend agentschap onder uniaal recht;

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie wordt uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

 

uitgaven voor extern personeel op de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten), dat de taken overneemt van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand; de uitgaven voor extern personeel op de hoofdzetel mogen maximaal 968 300 EUR bedragen; Deze schatting is gebaseerd op de jaarlijkse kosten per eenheid per mensjaar waarvan 93 % wordt uitgemaakt door de bezoldiging van het desbetreffende personeel en 7 % door de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie voor dit personeel;

 

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichtingssystemen en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma.

Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Dit krediet dekt de administratieve uitgaven uit hoofde van artikel 19 05 02 en de posten 19 06 04 01 en 19 06 04 02.

19 01 04 07   Europees instrument voor de democratie en de mensenrechten (European Instrument for Democracy and Human Rights — EIDHR) — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

11 460 000

10 673 000

9 279 841,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand die de Commissie mag uitbesteden aan een uitvoerend agentschap onder uniaal recht;

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie wordt uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

 

uitgaven voor extern personeel op de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of uitzendkrachten), dat de taken overneemt van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand. De uitgaven voor extern personeel op de hoofdzetel mogen maximaal 1 950 000 EUR bedragen. Deze schatting is gebaseerd op een voorlopige jaarlijkse eenheidskostprijs per mensjaar, bestaande voor 95 % uit de bezoldiging van het desbetreffende personeel en 5 % uit de extra kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie voor dit personeel;

 

uitgaven voor extern personeel (arbeidscontractanten, plaatselijk personeel of gedetacheerde nationale deskundigen) dat bij de delegaties van de Unie in dienst wordt genomen met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsmede de bijkomende logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie en huur, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegatie van het extern personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post;

 

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichtingssystemen en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma.

Dit krediet dekt de administratieve uitgaven uit hoofde van hoofdstuk 19 04.

19 01 04 08   Instrument voor geïndustrialiseerde landen (Industrialised Countries Instrument — ICI) — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

100 000

100 000

11 165,47

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie wordt uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

 

uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma.

Dit krediet dekt de administratieve uitgaven uit hoofde van artikel 19 05 01.

Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

19 01 04 20   Uitgaven voor administratieve ondersteuning voor het beleidsterrein „Externe betrekkingen”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand die de Commissie mag uitbesteden aan een uitvoerend agentschap onder uniaal recht;

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie wordt uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

 

uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma.

Dit krediet dekt de administratieve uitgaven uit hoofde van de hoofdstukken 19 02, 19 04, 19 06, 19 08, 19 09 en 19 10.

19 01 04 30   Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van programma’s op het beleidsterrein „Externe betrekkingen”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

4 579 000

4 621 000

4 167 542,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de werkingskosten van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur die voortvloeien uit het beheer van de operationele programma’s op het gebied van het beleidsterrein externe betrekkingen (rubriek 4) die in het kader van de hoofdstukken 19 05, 19 06, 19 08, 19 09 en 19 10 aan het Agentschap werden toevertrouwd.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1717/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot invoering van een stabiliteitsinstrument (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

Verordening (EG) nr. 1934/2006 van de Raad van 21 december 2006 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen en andere landen en gebieden met een hoog inkomen (PB L 405 van 30.12.2006, blz. 39).

Besluit 2009/336/EG van de Commissie van 20 april 2009 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur voor het beheer van de communautaire maatregelen op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur — overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad (PB L 101 van 21.4.2009, blz. 26).

HOOFDSTUK 19 02 — SAMENWERKING MET DERDE LANDEN OP HET GEBIED VAN MIGRATIE EN ASIEL

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 02

SAMENWERKING MET DERDE LANDEN OP HET GEBIED VAN MIGRATIE EN ASIEL

19 02 01

Samenwerking met derde landen op het gebied van migratie en asiel

4

57 648 000

57 684 001

54 000 000

47 608 950

53 075 627,86

50 226 396,28

 

Hoofdstuk 19 02 — Totaal

 

57 648 000

57 684 001

54 000 000

47 608 950

53 075 627,86

50 226 396,28

19 02 01     Samenwerking met derde landen op het gebied van migratie en asiel

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

57 648 000

57 684 001

54 000 000

47 608 950

53 075 627,86

50 226 396,28

Toelichting

In het kader van de rationalisering en vereenvoudiging van de instrumenten voor extern beleid voor de periode van het financieel kader 2007-2013 werd het Aeneas-programma dat voorziet in financiële en technische bijstand aan derde landen op het gebied van migratie en asiel en op 10 maart 2004 werd vastgesteld en een vervolg was op de voorbereidende acties voor 2001 tot en met 2003 en de mededeling van de Commissie van 3 december 2002 aan de Raad en het Europees Parlement, getiteld „Integratie van migratievraagstukken in de betrekkingen van de Europese Unie met derde landen” (COM(2002) 703 definitief), vervangen door een thematisch programma voor samenwerking met derde landen op dit gebied in het kader van het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI) (Verordening (EG) nr. 1905/2006).

Het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking heeft als algemene doelstelling de externe bijstand van de Unie doeltreffender te maken. In het kader van dit programma heeft het thematische programma voor samenwerking met derde landen op het gebied van migratie en asiel tot doel derde landen te ondersteunen in hun inspanningen voor een beter beheer van de migratiestromen in al hun dimensies. De kredieten zijn bedoeld voor het verstrekken van specifieke en aanvullende technische en financiële bijstand voor derde landen om deze landen te ondersteunen bij hun inspanningen.

Het uniale programma voor samenwerking met derde herkomst- en transitlanden en -regio's heeft tot doel de relatie tussen migratie en ontwikkeling te versterken, de braindrain van zuid naar noord terug te dringen, een goed beheerde arbeidsmigratie te bevorderen, de illegale migratie te bestrijden, de mensensmokkel en -handel te bestrijden en de overname van illegalen te vergemakkelijken, migranten te beschermen en derde landen te helpen bij het verbeteren van hun capaciteit om te voldoen aan hun internationale verplichtingen op het gebied van migratie en asiel.

In het kader van het samenwerkingsprogramma van de Unie worden geschikte maatregelen gefinancierd die stroken met nationale en regionale samenwerkings- en ontwikkelingsstrategieën van de Unie met betrekking tot de betrokken derde landen en een aanvulling vormen op de maatregelen — in het bijzonder op het gebied van migratie, asiel, grenscontrole, vluchtelingen en ontheemden — die zijn voorzien voor de tenuitvoerlegging van deze strategieën die worden gefinancierd met andere instrumenten van de Unie op het gebied van samenwerking en ontwikkeling.

In het kader van de nieuwe strategie zal dit thematische programma ook rekening houden met migratie die het gevolg is van klimaatverandering. Een essentieel criterium voor de toepassing van dit instrument vormt de naleving van de democratische beginselen en de rechtsstaat, de mensenrechten en de fundamentele vrijheden. Zo nodig, en voor zover mogelijk, zullen de te financieren maatregelen worden verbonden aan maatregelen die gericht zijn op het versterken van de democratie en de rechtsstaat alsmede de naleving van internationale instrumenten op dit gebied, met inbegrip van het Verdrag van Genève van 1951 inzake de status van vluchtelingen.

De partners die uit hoofde van dit krediet voor financiële steun in aanmerking komen, zijn regionale en internationale organisaties en bureaus (in het bijzonder bureaus van de Verenigde Naties), niet-gouvernementele organisaties of andere niet-overheidsorganen, federale, nationale, provinciale en lokale overheden van derde landen, hun departementen en bureaus, instituten, verenigingen en publieke en particuliere ondernemingen.

Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

De kredieten onder dit artikel moeten worden geëvalueerd overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Deze evaluaties hebben onder meer betrekking op bepaalde initiële activiteiten en de resultaatketen (prestatie, resultaat, impact). De bevindingen ervan zullen worden gebruikt voor de opstelling van verdere maatregelen die met behulp van deze kredieten worden gefinancierd.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 491/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 tot instelling van een programma voor financiële en technische bijstand aan derde landen op het gebied van migratie en asiel (Aeneas) (PB L 80 van 18.3.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 3 augustus 2005 getiteld „Het externe optreden via thematische programma’s binnen de nieuwe financiële vooruitzichten 2007-2013” (COM(2005) 324 definitief).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 25 januari 2006 getiteld „Thematisch programma voor de samenwerking met derde landen op het gebied van migratie en asiel” (COM(2006) 26 definitief).

HOOFDSTUK 19 03 — GEMEENSCHAPPELIJK BUITENLANDS EN VEILIGHEIDSBELEID (GBVB)

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 03

GEMEENSCHAPPELIJK BUITENLANDS EN VEILIGHEIDSBELEID (GBVB)

19 03 01

Maatregelen voor crisisbeheersing, conflictpreventie, -oplossing en -stabilisering, monitoring- en veiligheidsprocessen

19 03 01 01

Waarnemingsmissie in Georgië

4

31 000 000

26 632 197

30 000 000

27 422 755

29 944 485,—

26 619 342,27

19 03 01 02

EULEX Kosovo

4

155 000 000

133 160 983

144 000 000

124 247 247

105 120 066,99

126 228 458,31

19 03 01 03

EUPOL Afghanistan

4

53 000 000

42 955 156

48 000 000

41 007 028

50 144 683,74

31 994 162,08

19 03 01 04

Andere maatregelen voor crisisbeheersing en acties

4

61 714 000

51 586 278

52 524 000

42 293 133

48 225 659,39

37 209 249,79

 

Artikel 19 03 01 — Subtotaal

 

300 714 000

254 334 614

274 524 000

234 970 163

233 434 895,12

222 051 212,45

19 03 02

Non-proliferatie en ontwapening

4

20 000 000

14 557 025

15 000 000

11 426 148

22 235 000,—

10 290 381,06

19 03 04

Noodmaatregelen

4

35 000 000

28 636 770

30 550 000

19 043 580

0,—

0,—

19 03 05

Voorbereidende en follow-upmaatregelen

4

6 750 000

4 510 291

6 550 000

5 965 401

327 964,75

308 788,63

19 03 06

Speciale vertegenwoordigers van de Europese Unie

4

p.m.

238 640

p.m.

238 045

31 050 612,—

23 280 102,37

 

Hoofdstuk 19 03 — Totaal

 

362 464 000

302 277 340

326 624 000

271 643 337

287 048 471,87

255 930 484,51

Toelichting

De hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid moet waarborgen dat het Europees Parlement nauw wordt betrokken bij alle stadia van het besluitvormingsproces. De gezamenlijke informatiebijeenkomsten die zijn vastgelegd in punt 43 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1), en die op basis van de verklaring van de hoge vertegenwoordiger over politieke verantwoordingsplicht (PB C 210 van 3.8.2010, blz. 1) verder moeten worden geïntensiveerd, dienen een continue dialoog te bewerkstelligen tussen de hoge vertegenwoordiger en het Europees Parlement met betrekking tot de voornaamste keuzes en aspecten van het GBVB van de Unie, met inbegrip van overleg voorafgaand aan de vaststelling van mandaten en strategieën.

19 03 01     Maatregelen voor crisisbeheersing, conflictpreventie, -oplossing en -stabilisering, monitoring- en veiligheidsprocessen

Toelichting

Maatregelen voor crisisbeheersing in het kader van gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) en acties op het gebied van monitoring en verificatie van vredesprocessen, conflictoplossing en andere stabiliseringsactiviteiten, rechtsstaat- en politiemissies vallen onder dit artikel. Er kunnen acties worden ondernomen om toezicht te houden op grensovergangen, vredes- of wapenstilstandsovereenkomsten of meer algemene ontwikkelingen met betrekking tot de politieke situatie en de veiligheid. Alle uit dit begrotingshoofdstuk te financieren acties moeten een civiel karakter dragen.

19 03 01 01   Waarnemingsmissie in Georgië

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

31 000 000

26 632 197

30 000 000

27 422 755

29 944 485,—

26 619 342,27

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de waarnemingsmissie van de Europese Unie in Georgië, in overeenstemming met de door de Raad vastgestelde relevante rechtsgrond.

Rechtsgronden

Besluit 2010/452/GBVB van de Raad van 12 augustus 2010 inzake de waarnemingsmissie van de Europese Unie in Georgië, EUMM Georgia (PB L 213 van 13.8.2010, blz. 43): 26 600 000 EUR.

19 03 01 02   EULEX Kosovo

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

155 000 000

133 160 983

144 000 000

124 247 247

105 120 066,99

126 228 458,31

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de rechtsstaatmissie van de Europese Unie in Kosovo, in overeenstemming met de relevante door de Raad vastgestelde rechtsgrond.

Rechtsgronden

Gemeenschappelijk Optreden 2008/124/GBVB van de Raad van 4 februari 2008 inzake de rechtsstaatmissie van de Europese Unie in Kosovo, EULEX Kosovo (PB L 42 van 16.2.2008, blz. 92).

Gemeenschappelijk Optreden 2009/445/GBVB van de Raad van 9 juni 2009 tot wijziging van Gemeenschappelijk Optreden 2008/124/GBVB van de Raad inzake de rechtsstaatmissie van de Europese Unie in Kosovo, EULEX Kosovo (PB L 148 van 11.6.2009, blz. 33); 265 000 000 EUR.

Gemeenschappelijk Optreden 2010/619/GBVB van de Raad van 15 oktober 2010 tot wijziging van Gemeenschappelijk Optreden 2008/124/GBVB van de Raad inzake de rechtsstaatmissie van de Europese Unie in Kosovo, EULEX Kosovo (PB L 272 van 16.10.2010, blz. 19); 165 000 000 EUR. (vastgelegd in 2010: 70 000 000 EUR).

19 03 01 03   EUPOL Afghanistan

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

53 000 000

42 955 156

48 000 000

41 007 028

50 144 683,74

31 994 162,08

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de politiemissie van de Europese Unie in Afghanistan, in overeenstemming met de relevante door de Raad vastgestelde rechtsgrond.

Rechtsgronden

Besluit 2010/279/GBVB van de Raad van 18 mei 2010 over de politiemissie van de Europese Unie in Afghanistan (EUPOL AFGHANISTAN) (PB L 123 van 19.5.2010, blz. 4); 54 600 000 EUR.

19 03 01 04   Andere maatregelen voor crisisbeheersing en acties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

61 714 000

51 586 278

52 524 000

42 293 133

48 225 659,39

37 209 249,79

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van andere maatregelen voor crisisbeheersing en acties dan die van EULEX Kosovo, EUMM Georgia en EUPOL Afghanistan. Het dient ook bij te dragen aan de werking van het secretariaat van de Europese Veiligheids- en Defensieacademie en het op internet gebaseerd systeem voor geavanceerd afstandsonderwijs van het EVDA. Dit krediet dient ook ter dekking van de kosten voor het beheren van een opslagplaats voor civiele GBVB-missies indien de Raad zou besluiten op grond van een in 2010 uitgevoerde haalbaarheidsstudie een dergelijke opslagplaats op te richten.

Dit krediet dient eveneens ter dekking van de kosten voor het verhogen van de capaciteit van EUPOL RD Congo en EUSEC RD Congo op het gebied van mensenrechten en rechten van de vrouw.

Rechtsgronden

Gemeenschappelijk Optreden 2005/889/GBVB van de Raad van 12 december 2005 tot instelling van een missie van de Europese Unie voor bijstandverlening inzake grensbeheer aan de grensovergang bij Rafah (EUBAM Rafah) (PB L 327 van 14.12.2005, blz. 28); 1 950 000 EUR.

Besluit 2010/330/GBVB van de Raad van 14 juni 2010 inzake de geïntegreerde rechtsstaatmissie van de Europese Unie voor Irak (EUJUST LEX-IRAQ) (PB L 149 van 15.6.2010, blz. 12); 17 500 000 EUR.

Besluit 2010/565/GBVB van de Raad van 21 september 2010 betreffende de adviserende en bijstandverlenende missie van de Europese Unie op het gebied van hervorming van de veiligheidssector in de Democratische Republiek Congo (EUSEC RD Congo) (PB L 248 van 22.9.2010, blz. 59); 12 600 000 EUR.

Besluit 2010/576/GBVB van de Raad van 23 september 2010 inzake de politiemissie van de Europese Unie op het gebied van de hervorming van de veiligheidssector en haar interface met justitie in de Democratische Republiek Congo (EUPOL RD Congo) (PB L 254 van 29.9.2010, blz. 33): 6 430 000 EUR.

Besluit 2009/906/GBVB van de Raad van 8 december 2009 inzake de politiemissie van de Europese Unie in Bosnië en Herzegovina (EUPM BiH) (PB L 322 van 9.12.2009, blz. 22); 17 600 000 EUR.

Besluit 2010/784/GBVB van de Raad van 17 december 2010 betreffende de politiemissie van de Europese Unie voor de Palestijnse Gebieden (EUPOL COPPS) (PB L 335 van 18.12.2010, blz. 60); 8 250 000 EUR.

19 03 02     Non-proliferatie en ontwapening

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

20 000 000

14 557 025

15 000 000

11 426 148

22 235 000,—

10 290 381,06

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van maatregelen die bijdragen tot de non-proliferatie van (nucleaire, chemische en biologische) massavernietigingswapens, vooral in het kader van de EU-strategie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens van 3 december 2003. Hieronder valt ook steun voor maatregelen die ten uitvoer worden gelegd door internationale organisaties die op dit terrein actief zijn. Het krediet is ook bedoeld om operaties te fincancieren ter bestrijding van de destabiliserende accumulatie en handel in lichte wapens.

Rechtsgronden

Gemeenschappelijk Optreden 2004/796/GBVB van de Raad van 22 november 2004 ter ondersteuning van de fysieke beveiliging van een nucleaire locatie in de Russische Federatie (PB L 349 van 25.11.2004, blz. 57); 7 730 000 EUR.

Gemeenschappelijk Optreden 2006/243/GBVB van de Raad van 20 maart 2006 betreffende de ondersteuning van activiteiten van de Voorbereidende Commissie van de Organisatie van het Alomvattend Kernstopverdrag (CTBTO) op het gebied van opleiding en capaciteitsopbouw voor verificatie en in het kader van de uitvoering van de strategie van de Europese Unie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 88 van 25.3.2006, blz. 68); 1 133 000 EUR.

Gemeenschappelijk Optreden 2007/753/GBVB van de Raad van 19 november 2007 betreffende steun voor de activiteiten van de IAEA op het gebied van toezicht en verificatie in de Democratische Volksrepubliek Korea in het kader van de uitvoering van de strategie van de Europese Unie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 304 van 22.11.2007, blz. 38); 1 780 000 EUR.

Gemeenschappelijk Optreden 2008/314/GBVB van de Raad van 14 april 2008 ter ondersteuning van de activiteiten van de IAEA op het gebied van nucleaire veiligheid en verificatie en ter uitvoering van maatregelen van de strategie van de Europese Unie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 107 van 17.4.2008, blz. 62); 7 703 000 EUR.

Gemeenschappelijk Optreden 2008/368/GBVB van de Raad van 14 mei 2008 ter ondersteuning van de uitvoering van Resolutie 1540 (2004) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties en in het kader van de uitvoering van de strategie van de Europese Unie ter bestrijding van de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 127 van 15.5.2008, blz. 78); 475 000 EUR.

Gemeenschappelijk Optreden 2008/487/GBVB van de Raad van 23 juni 2008 ter ondersteuning van de universalisering en uitvoering van het Verdrag van 1997 inzake het verbod van het gebruik, de aanleg van voorraden, de productie en de overdracht van antipersoneelmijnen en inzake de vernietiging van deze wapens, in het kader van de Europese veiligheidsstrategie (PB L 165 van 26.6.2008, blz. 41); 1 070 000 EUR.

Gemeenschappelijk Optreden 2008/588/GBVB van de Raad van 15 juli 2008 betreffende de ondersteuning van activiteiten van de Voorbereidende Commissie van de Verdragsorganisatie voor een alomvattend verbod op kernproeven (CTBTO) ter versterking van haar toezichts- en verificatiecapaciteit en in het kader van de uitvoering van de strategie van de Europese Unie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 189 van 17.7.2008, blz. 28); 2 136 000 EUR.

Gemeenschappelijk Standpunt 2008/858/GBVB van de Raad van 10 november 2008 ter ondersteuning van het Verdrag inzake biologische en toxinewapens (BTWC) in het kader van de uitvoering van de EU-strategie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 302 van 13.11.2008, blz. 29); 1 400 000 EUR.

Besluit 2008/974/GBVB van de Raad van 18 december 2008 ter ondersteuning van de Haagse Gedragscode tegen de verspreiding van ballistische raketten in het kader van de uitvoering van de strategie van de EU tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 345 van 23.12.2008, blz. 91); 1 015 000 EUR.

Besluit 2009/42/GBVB van de Raad van 19 januari 2009 inzake steun aan EU-activiteiten ter bevordering onder derde landen van het proces dat moet leiden tot een Wapenhandelsverdrag, in het kader van de Europese veiligheidsstrategie (PB L 17 van 22.1.2009, blz. 39); 836 260 EUR.

Besluit 2009/569/GBVB van de Raad van 27 juli 2009 betreffende de ondersteuning van OPCW-activiteiten in het kader van de uitvoering van de strategie van de EU ter bestrijding van de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 197 van 29.7.2009, blz. 96); 2 110 000 EUR.

Besluit 2009/1012/GBVB van de Raad van 22 december 2009 inzake steun voor EU-activiteiten ter bevordering van de controle op wapenuitvoer en van de beginselen en criteria van Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB bij derde landen (PB L 348 van 29.12.2009, blz. 16); 787 000 EUR.

Besluit 2010/179/GBVB van 11 maart 2010 ter ondersteuning van de wapenbeheersingsactiviteiten van het SEESAC in de westelijke Balkan in het kader van de strategie van de Europese Unie ter bestrijding van de illegale accumulatie van en handel in handvuurwapens en lichte wapens (SALW) en munitie daarvoor (PB L 80 van 26.3.2010, blz. 48); 1 600 000 EUR.

Besluit 2010/336/GBVB van de Raad van 14 juni 2010 betreffende activiteiten van de Europese Unie ter ondersteuning van het Wapenhandelsverdrag in het kader van de Europese veiligheidsstrategie (PB L 152 van 18.6.2010, blz. 14); 1 520 000 EUR.

Besluit 2010/461/GBVB van de Raad van 26 juli 2010 betreffende de ondersteuning van activiteiten van de Voorbereidende Commissie van de Verdragsorganisatie voor een alomvattend verbod op kernproeven (CTBTO) ter versterking van haar toezichts- en verificatiecapaciteit en in het kader van de uitvoering van de strategie van de Europese Unie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 219 van 20.8.2010, blz. 7); 5 280 000 EUR.

Besluit 2010/430/GBVB van de Raad van 26 juli 2010 tot instelling van een Europees netwerk van onafhankelijke denktanks inzake non-proliferatie ter ondersteuning van de uitvoering van een EU-strategie ter bestrijding van de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 202 van 4.8.2010, blz. 5); 2 182 000 EUR.

Besluit 2010/585/GBVB van de Raad van 27 september 2010 ter ondersteuning van de activiteiten van de IAEA op het gebied van nucleaire veiligheid en verificatie en ter uitvoering van maatregelen van de strategie van de Europese Unie tegen de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 259 van 1.10.2010, blz. 10); 9 966 000 EUR.

Besluit 2010/765/GBVB van de Raad van 2 december 2010 over een EU-optreden ter bestrijding van de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens (SALW) door de lucht (PB L 327 van 11.12.2010, blz. 44); 900 000 EUR.

Besluit 2010/799/GBVB van de Raad van 13 december 2010 ter bevordering van een proces van vertrouwensopbouw dat moet leiden tot de instelling van een zone in het Midden-Oosten die vrij is van massavernietigingswapens en hun overbrengingsmiddelen, ter ondersteuning van de uitvoering van de strategie van de Europese Unie ter bestrijding van de verspreiding van massavernietigingswapens (PB L 341 van 23.12.2010, blz. 27); 347 700 EUR.

19 03 04     Noodmaatregelen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

35 000 000

28 636 770

30 550 000

19 043 580

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van onvoorziene maatregelen uit hoofde van de posten 19 03 01, 19 03 02 en 19 03 06 waartoe in de loop van het begrotingsjaar kan worden besloten en die met spoed moeten worden uitgevoerd.

Dit artikel wordt eveneens opgevat als flexibiliteitselement in de begroting van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, zoals omschreven in het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1).

19 03 05     Voorbereidende en follow-upmaatregelen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

6 750 000

4 510 291

6 550 000

5 965 401

327 964,75

308 788,63

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van voorbereidende werkzaamheden in verband met de vaststelling van de voorwaarden voor Unieoptreden op het gebied van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en de vaststelling van de noodzakelijke wetgevingsinstrumenten. Het kan dienen ter dekking van de kosten voor evaluatie- en analysemaatregelen (evaluatie vooraf van de middelen, specifieke studies, organisatie van vergaderingen, verkennende werkzaamheden ter plaatse). Met name op het gebied van crisisbeheersingsoperaties van de Unie en voor speciale vertegenwoordigers van de Europese Unie (SVEU) kunnen voorbereidende werkzaamheden onder meer dienen ter financiering van verkennend werk om de operationele vereisten voor een voorgenomen optreden te beoordelen, om te voorzien in de snelle eerste inzet van personeel en middelen (bijv. kosten van dienstreizen, aankoop van apparatuur, voorfinanciering van exploitatiekosten en verzekeringen in de opstartfase), of om ter plaatse de noodzakelijke maatregelen te nemen ter voorbereiding van de start van de operatie. Voorts kan dit krediet ook de kosten dekken van deskundigen die op het gebied van specifieke technische kwesties (bijv. vaststelling en beoordeling van leveringsbehoeften) steun verlenen aan crisisbeheersingsoperaties van de Unie of worden benut voor een veiligheidsopleiding voor personeelsleden die deel zullen uitmaken van een GBVB-missie of een SVEU-team.

Het dekt tevens de kosten van de follow-upmaatregelen en de audits in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en de financiering van alle uitgaven voor regularisatie van eerdere, reeds afgesloten maatregelen.

Dit krediet dient ook ter dekking van de financiering van studies, vergaderingen van deskundigen, informatie en publicaties die direct verband houden met het verwezenlijken van de doelstellingen van de maatregelen die vallen onder de artikelen 19 03 01, 19 03 02 en 19 03 06.

Rechtsgronden

Voorbereidende acties als bedoeld in artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

19 03 06     Speciale vertegenwoordigers van de Europese Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

238 640

p.m.

238 045

31 050 612,—

23 280 102,37

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven in verband met de benoeming van de speciale vertegenwoordigers van de Europese Unie (SVEU’s) overeenkomstig artikel 33 van het Verdrag betreffende de Europese Unie.

Bij de benoeming van SVEU's dienen gendergelijkheid en beleidsmaatregelen inzake gendermainstreaming geëerbiedigd te worden, en de benoeming van vrouwen tot SVEU dient derhalve te worden gestimuleerd.

Het dekt de uitgaven in verband met de salarissen van de SVEU’s en de installatie van hun teams en/of hun ondersteunende structuren, met inbegrip van de andere personeelskosten dan de kosten in verband met door lidstaten van de Unie gedetacheerd personeel. Voorts dekt het de kosten van mogelijke, onder de rechtstreekse verantwoordelijkheid van een SVEU uitgevoerde projecten.

Rechtsgronden

Besluit 2010/441/GBVB van de Raad van 11 augustus 2010 tot verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie bij de Afrikaanse Unie (PB L 211 van 12.8.2010, blz. 23); 1 280 000 EUR.

Besluit 2010/445/GBVB van de Raad van 11 augustus 2010 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de crisis in Georgië (PB L 211 van 12.8.2010, blz. 33); 700 000 EUR.

Besluit 2010/447/GBVB van de Raad van 11 augustus 2010 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor het vredesproces in het Midden-Oosten (PB L 211 van 12.8.2010, blz. 39); 585 000 EUR.

Besluit 2010/448/GBVB van de Raad van 11 augustus 2010 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in de Republiek Moldavië (PB L 211 van 12.8.2010, blz. 40); 830 000 EUR.

Besluit 2010/449/GBVB van de Raad van 11 augustus 2010 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor de zuidelijke Kaukasus (PB L 211 van 12.8.2010, blz. 41); 1 410 000 EUR.

Besluit 2010/450/GBVB van de Raad van 11 augustus 2010 tot benoeming van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor Sudan (PB L 211 van 12.8.2010, blz. 42); 1 820 000 EUR.

Besluit 2010/442/GBVB van de Raad van 11 augustus 2010 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Bosnië en Herzegovina (PB L 211 van 12.8.2010, blz. 26); 3 700 000 EUR.

Besluit 2010/443/GBVB van de Raad van 11 augustus 2010 tot verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor Centraal-Azië (PB L 211 van 12.8.2010, blz. 29); 1 250 000 EUR.

Besluit 2010/440/GBVB van de Raad van 11 augustus 2010 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in het gebied van de Grote Meren in Afrika (PB L 211 van 12.8.2010, blz. 20); 1 520 000 EUR.

Besluit 2010/446/GBVB van de Raad van 11 augustus 2010 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Kosovo (PB L 211 van 12.8.2010, blz. 36); 1 230 000 EUR.

Besluit 2010/444/GBVB van de Raad van 11 augustus 2010 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (FYROM) (PB L 211 van 12.8.2010, blz. 32); 310 000 EUR.

Besluit 2010/439/GBVB van de Raad van 11 augustus 2010 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Afghanistan (PB L 211 van 12.8.2010, blz. 17); 4 515 000 EUR.

HOOFDSTUK 19 04 — EUROPEES INSTRUMENT VOOR DE DEMOCRATIE EN DE MENSENRECHTEN (EUROPEAN INSTRUMENT FOR DEMOCRACY AND HUMAN RIGHTS - EIDHR)

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 04

EUROPEES INSTRUMENT VOOR DE DEMOCRATIE EN DE MENSENRECHTEN (EUROPEAN INSTRUMENT FOR DEMOCRACY AND HUMAN RIGHTS — EIDHR)

19 04 01

Europees instrument voor de democratie en de mensenrechten (EIDHR)

4

126 665 000

103 411 196

118 310 000

85 696 110

116 549 651,—

101 451 751,45

19 04 03

Verkiezingswaarneming

4

38 000 000

33 409 566

38 000 000

33 326 265

38 889 535,46

41 515 449,20

19 04 04

Voorbereidende actie — Het opzetten van een netwerk voor conflictpreventie

4

p.m.

p.m.

p.m.

578 112

0,—

0,—

19 04 05

Voltooiing van eerdere samenwerkingsactiviteiten

4

p.m.

5 727 354

p.m.

12 378 327

1 272 861,08

8 790 648,85

19 04 06

Proefproject — Forum EU-Rusland voor het maatschappelijk middenveld

4

400 000

200 000

400 000

200 000

   

19 04 07

Proefproject — Financiering voor de slachtoffers van foltering

4

p.m.

p.m.

1 000 000

500 000

   
 

Hoofdstuk 19 04 — Totaal

 

165 065 000

142 748 116

157 710 000

132 678 814

156 712 047,54

151 757 849,50

19 04 01     Europees instrument voor de democratie en de mensenrechten (EIDHR)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

126 665 000

103 411 196

118 310 000

85 696 110

116 549 651,—

101 451 751,45

Toelichting

De algemene doelstelling is bij te dragen aan de ontwikkeling en consolidering van de democratie en de eerbiediging van de mensenrechten, overeenkomstig de beleidslijnen en richtsnoeren van de Unie en in nauwe samenwerking met het maatschappelijk middenveld.

De activiteiten zullen zich met name concentreren op:

 

het bevorderen van het respect voor de mensenrechten en de fundamentele vrijheden in landen en regio's waar deze het meest worden bedreigd, en het bevorderen van de rechtsstaat;

 

de versterking van de rol van het maatschappelijk middenveld bij het bevorderen van mensenrechten en democratische hervormingen, waarbij de bescherming van activisten die zich inzetten voor de mensenrechten en de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid wordt verzekerd, het ondersteunen van een vreedzame verzoening tussen groepsbelangen en het consolideren van politieke participatie en vertegenwoordiging;

 

de ondersteuning van mensenrechten- en democratiseringsmaatregelen op gebieden die onder uniale richtsnoeren vallen, onder meer inzake de mensenrechtendialoog, mensenrechtenactivisten, de doodstraf, foltering, met inbegrip van gedwongen abortus en genitale verminking bij vrouwen, gedwongen sterilisatie, alsmede de jeugd en gewapende conflicten,

 

versterking van het internationale kader voor de bescherming van de mensenrechten, de rechtsstaat en de bevordering van de democratie, met name internationale strafrechtmechanismen en belangrijke rechtsinstrumenten. Een deel van de steun zal worden gebruikt voor het verstrekken van rechtskundig advies en het onderzoeken van moorden op activisten die zich inzetten voor de mensenrechten en de vrijheid van meningsuiting.

Om overeenkomstig de artikelen 53 tot en met 56 van het Financieel Reglement volledige financiële transparantie te waarborgen, legt de Commissie bij gezamenlijk beheer met internationale organisaties — indien zij hiertoe wordt verzocht — alle interne en externe audits met betrekking tot het gebruik van middelen van de Unie over aan de Europese Rekenkamer en aan de interne auditeur van de Commissie.

Een deel van dit krediet is bestemd voor het Europees Interuniversitair Centrum voor mensenrechten en democratisering (EIUC), dat een Europese masteropleiding in mensenrechten en democratisering aanbiedt en het EU-UN Fellowship Programme na het verstrijken eind 2006 van Besluit nr. 791/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van op Europees niveau actieve organisaties en ter ondersteuning van gerichte activiteiten op het gebied van onderwijs en opleiding (PB L 138 van 30.4.2004, blz. 31).

Een deel van dit krediet is bestemd voor de financiering van onafhankelijke initiatieven ter bevordering van internetvrijheid, met inbegrip van de ontwikkeling van technologieën en software om filtering te omzeilen, om te verdelen onder (online) verdedigers van de mensenrechten, zodat ze zich kunnen beschermen. Ook is het bedoeld om opleidingen over technologie en mensenrechten te financieren voor verdedigers van de mensenrechten, en om te voorzien in regelmatige en systematische contacten tussen politici van de Unie, de bedrijfswereld en vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld, met het oog op het delen van kennis en het bespreken van beleidsplannen met betrekking tot technologie en mensenrechten.

Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Dit krediet dient ook ter financiering van steun voor niet-gouvernementele organisaties en mensenrechtenactivisten die werkzaam zijn in de noordelijke Kaukasus.

Dit krediet dient eveneens ter financiering van organisaties die, zoals de Club van Madrid, zich actief inzetten voor de bevordering van democratisch leiderschap en democratische waarden door middel van een dialoog op hoog niveau en peer-to-peeroverleg met leiders in landen waar hervormingen plaatsvinden en die overgaan naar democratie, en door kwesties van algemeen belang vanuit een democratisch standpunt te benaderen.

Een deel van dit krediet zal worden gebruikt voor aanvullende steun voor buurlanden die lid zijn van de Raad van Europa om aan de normen inzake democratie en de rechtsstaat van de Raad van Europa te voldoen, inclusief steun voor het beter kunnen organiseren van vrije en eerlijke verkiezingen.

Een deel van dit krediet zal worden gebruikt om buurlanden die lid van de Raad van Europa zijn te helpen bij het aanpassen van hun wetgevings- en justitieel apparaat aan de uitspraken van het Europees Hof voor de rechten van de mens, en zich aan die uitspraken te houden.

Een deel van dit krediet dient ter financiering van het Fonds van de Europese Unie voor wereldwijde internetvrijheid, dat moet bijdragen tot:

 

de erkenning van het feit dat de nieuwe communicatietechnologieën gebruikt worden ter bevordering van verdraagzaamheid en vrijheid van meningsuiting, maar ook kunnen bijdragen tot repressie of geweld. Het moet benadrukken dat internetvrijheid een belangrijke rol speelt in internationale zaken en een integrerend en vast onderdeel moet gaan uitmaken van het Uniebeleid op gebieden als externe betrekkingen, veiligheid, handel, en andere relevante beleidsterreinen;

 

de financiering van onafhankelijke initiatieven voor de ontwikkeling van technologieën en software om filtering te omzeilen, om te verdelen onder verdedigers van de mensenrechten, zodat ze zich kunnen beschermen;

 

de financiering van opleidingen op het gebied van technologie en mensenrechten;

 

de organisatie van regelmatige en systematische contacten tussen politici van de Unie, de bedrijfswereld en vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld, met het oog op het delen van kennis en het bespreken van beleidsplannen met betrekking tot technologie en mensenrechten.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1889/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot instelling van een financieringsinstrument voor de bevordering van democratie en mensenrechten in de wereld (PB L 386 van 29.12.2006, blz. 1).

19 04 03     Verkiezingswaarneming

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

38 000 000

33 409 566

38 000 000

33 326 265

38 889 535,46

41 515 449,20

Toelichting

De activiteiten zullen zich met name concentreren op: de opbouw van vertrouwen in en versterking van de betrouwbaarheid en de transparantie van democratische verkiezingsprocessen door verdere ontwikkeling van verkiezingswaarneming door de Unie en steun voor waarnemingscapaciteit op regionaal en nationaal niveau.

Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1889/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot instelling van een financieringsinstrument voor de bevordering van democratie en mensenrechten in de wereld (PB L 386 van 29.12.2006, blz. 1).

Referentiebesluiten

Verklaring van de Commissie inzake verkiezingswaarnemingsmissies van de Europese Unie naar aanleiding van de aanneming van het Europees instrument voor democratie en mensenrechten, waarin zij haar voornemen bevestigt om uitgaven voor dit soort missies te beperken tot 25 % van de begroting voor het Europees instrument voor de democratie en de mensenrechten over de zeven jaar van het financiële kader voor 2007-2013.

19 04 04     Voorbereidende actie — Het opzetten van een netwerk voor conflictpreventie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

578 112

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor het financieren van een conflictpreventienetwerk dat de besluitvorming op het gebied van de externe betrekkingen analytisch voorbereidt en onderbouwt, zoals bedoeld in de resolutie van het Europees Parlement over de mededeling van de Commissie inzake conflictpreventie (PB C 177 E van 25.7.2002, blz. 291).

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Referentiebesluiten

Dit krediet is bestemd voor het financieren van een voorbereidende actie in de zin van het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure (PB C 172 van 18.6.1999, blz. 1) en het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1).

19 04 05     Voltooiing van eerdere samenwerkingsactiviteiten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

5 727 354

p.m.

12 378 327

1 272 861,08

8 790 648,85

Toelichting

Dit krediet financiert de voltooiing van eerdere samenwerkingsactiviteiten in het kader van het Europees initiatief voor democratie en mensenrechten.

Dit krediet dekt de ondersteuning van de oprichting en het onderhoud van revalidatiecentra voor slachtoffers van folteringen, waarij rekening wordt gehouden met de genderspecifieke aspecten van mishandeling van vrouwen en meisjes en hun familie, alsook ter ondersteuning van andere organisaties die concrete hulp verlenen aan slachtoffers van schendingen van de mensenrechten. Steun voor de rehabilitatie van slachtoffers van foltering moet een prioriteit blijven. De projecten kunnen waar relevant ook preventieactiviteiten omvatten.

Dit krediet dient ter dekking van hulp die wordt verleend in de vorm van subsidies voor projecten die worden verwezenlijkt in derde landen en in de Unie, met de volgende doeleinden:

 

bevordering en bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden;

 

steun voor het democratiseringsproces, versterking van de rechtsstaat en goed openbaar bestuur;

 

ondersteuning van maatregelen ter bevordering van de eerbiediging van de mensenrechten en democratisering;

 

ondersteuning van inspanningen ter bevordering van de vorming van groepen van democratische landen in VN-organen, gespecialiseerde agentschappen en regionale organisaties.

Dit krediet dekt de ondersteuning van de opbouw van vertrouwen in en versterking van de betrouwbaarheid en de transparantie van democratische verkiezingsprocessen door de inzet van verkiezingswaarnemingsmissies van de Europese Unie en steun voor waarnemingscapaciteit op regionaal en nationaal niveau.

Dit krediet dient tevens om in het kader van het Statuut van de ambtenaren het gebruik van externe personeelsleden ter ondersteuning van verkiezingswaarnemingsmissies mogelijk te maken, waaronder de financiering van het contract van het hoofd van de waarnemers met de Commissie als bijzonder adviseur overeenkomstig de artikelen 5 en 82 van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen.

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van maatregelen ter verbetering van het functioneren van het Internationaal Tribunaal van de Verenigde Naties voor het voormalige Joegoslavië en van het Internationaal Straftribunaal voor Rwanda, alsook ter ondersteuning van het speciale Internationaal Tribunaal voor Sierra Leone.

Tevens dient het ter dekking van de financiering van het functioneren van het Internationaal Strafhof, inclusief steun aan internationale, regionale of lokale organisaties met inbegrip van de niet-gouvernementele organisaties, ter bevordering van de verdere ratificatie van het statuut van het Strafhof, ter verstrekking van juridische expertise voor de implementatie van het statuut in nationale wetgeving, ter verbreding van het publieke draagvlak van het Strafhof en ter verstrekking van opleidingen met betrekking tot de werkwijze van het Strafhof.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 975/1999 van de Raad van 29 april 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitvoering van acties op het gebied van de ontwikkelingssamenwerking die een bijdrage leveren tot de verwezenlijking van de algemene doelstelling van ontwikkeling en consolidatie van de democratie en de rechtsstaat, alsmede van de doelstelling van eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden (PB L 120 van 8.5.1999, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 976/1999 van de Raad van 29 april 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitvoering van niet onder de ontwikkelingssamenwerking vallende communautaire acties die binnen het kader van het communautaire samenwerkingsbeleid een bijdrage leveren tot de algemene doelstelling van ontwikkeling en consolidatie van de democratie en de rechtsstaat, alsmede tot de doelstelling van eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden in derde landen (PB L 120 van 8.5.1999, blz. 8).

Verordening (EG) nr. 1889/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot instelling van een financieringsinstrument voor de bevordering van democratie en mensenrechten in de wereld (PB L 386 van 29.12.2006, blz. 1).

19 04 06     Proefproject — Forum EU-Rusland voor het maatschappelijk middenveld

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

400 000

200 000

400 000

200 000

   

Toelichting

Het Forum EU-Rusland voor het maatschappelijk middenveld dient voor het leggen van reguliere en systematische contacten tussen het maatschappelijk middenveld en niet-gouvernementele organisaties in Rusland en hun tegenhangers in de lidstaten. Het forum geeft actoren van het maatschappelijk middenveld in Europa en Rusland de kans hun stem te laten horen inzake kwesties van gezamenlijk belang. De vergaderingen van het forum worden georganiseerd in de marge van de tweejaarlijkse topontmoetingen tussen de EU en Rusland. Het proefproject dient om de aanpak van onderop in de beleidsprocessen in Europa en Rusland te stimuleren.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

19 04 07     Proefproject — Financiering voor de slachtoffers van foltering

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

1 000 000

500 000

   

Toelichting

Dit proefproject heeft als belangrijkste doel om nieuwe financiering te leveren voor de slachtoffers van foltering.

Het programma bestrijkt de volgende acties:

 

oprichting van revalidatiecentra voor slachtoffers van foltering of ondersteuning van al bestaande revalidatiecentra;

 

verlening van toegang tot multidisciplinaire ondersteuning en counseling, met inbegrip van fysieke en psychotherapeutische behandeling, psychosociale counseling en sociaaleconomische ondersteuning van en juridische dienstverlening aan slachtoffers.

Rechtsgronden

Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (PB C 83 van 30.3.2010, blz. 389).

Richtlijn 2003/9/EG van de Raad van 27 januari 2003 tot vaststelling van minimumnormen voor de opvang van asielzoekers in de lidstaten (PB L 31 van 6.2.2003, blz. 18).

Conclusies van de Raad van de Europese Unie, 2865e zitting van de Raad Externe Betrekkingen, Luxemburg, 29 april 2009.

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

HOOFDSTUK 19 05 — BETREKKINGEN EN SAMENWERKING MET GEÏNDUSTRIALISEERDE DERDE LANDEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 05

BETREKKINGEN EN SAMENWERKING MET GEÏNDUSTRIALISEERDE DERDE LANDEN

19 05 01

Samenwerking met geïndustrialiseerde derde landen

4

24 021 000

19 854 828

25 021 000

19 043 580

23 724 456,77

20 038 340,51

19 05 02

Organisatie voor energieontwikkeling van het Koreaanse schiereiland (Korean Peninsula Energy Development Organisation — KEDO)

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

19 05 03

Proefproject — Trans-Atlantische methoden voor het aanpakken van mondiale uitdagingen

4

p.m.

300 000

p.m.

800 000

0,—

200 768,61

 

Hoofdstuk 19 05 — Totaal

 

24 021 000

20 154 828

25 021 000

19 843 580

23 724 456,77

20 239 109,12

19 05 01     Samenwerking met geïndustrialiseerde derde landen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

24 021 000

19 854 828

25 021 000

19 043 580

23 724 456,77

20 038 340,51

Toelichting

De samenwerking met geïndustrialiseerde en andere landen en gebieden met een hoog inkomen heeft tot doel overleg te voeren met partners die gelijksoortige politieke, economische en institutionele structuren en waarden hebben als de Unie, belangrijke bilaterale partners zijn en een rol spelen in multilaterale fora en op het vlak van het mondiale bestuur. De samenwerking heeft tevens betrekking op recentelijk geïndustrialiseerde landen en gebieden alsmede landen en gebieden met een hoog inkomen waarmee het voor de Unie van strategisch belang is haar betrekkingen te versterken.

Bijzondere aandacht gaat uit naar maatregelen, die ook een regionale dimensie kunnen hebben, op de volgende samenwerkingsgebieden:

 

de bevordering van samenwerking, partnerschappen en gezamenlijke ondernemingen tussen economische, academische en wetenschappelijke actoren in de Unie en de partnerlanden;

 

de bevordering van bilaterale handel, investeringsstromen en economische partnerschappen;

 

de bevordering van dialoog tussen politieke, economische en sociale actoren en andere niet-gouvernementele organisaties uit relevante sectoren in de Unie en de partnerlanden;

 

de bevordering van interpersoonlijke contacten, opleidings- en bijscholingsprogramma’s en ideeënuitwisselingen en het verdiepen van het wederzijdse begrip tussen culturen en beschavingen;

 

de bevordering van samenwerkingsprojecten op gebieden zoals onderzoek, wetenschappen en technologie, energie, vervoer en milieu (inclusief klimaatverandering), douane en financiële aangelegenheden en andere gebieden die van gemeenschappelijk belang zijn voor de Unie en de partnerlanden;

 

het vergroten van het bewustzijn en de kennis over de Unie en van haar zichtbaarheid in de partnerlanden;

 

de ondersteuning van specifieke initiatieven, met inbegrip van onderzoeksactiviteiten, studies, proefprojecten en gezamenlijke projecten, die bestemd zijn om daadwerkelijk en op soepele wijze te beantwoorden aan samenwerkingsdoelstellingen die voortvloeien uit ontwikkelingen in de bilaterale betrekkingen tussen de Unie en de partnerlanden, of een nieuw elan te geven aan de verdere verdieping en verruiming van de bilaterale betrekkingen met de partnerlanden.

Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Een deel van dit krediet is bestemd voor de organisatie van „Een brug naar Europa”-dag in 2012 in Silicon Valley, een eenmalig evenement dat in geval van succes in de toekomst herhaald kan worden. Reeds decennialang worden duizenden ondernemers aangetrokken door Silicon Valley, een regio met een uniek ecosysteem op het vlak van innovatie, dat gebaseerd is op universiteiten van wereldklasse, een overvloed aan kapitaal en een geest van networking en ondernemerschap. Veel Europese ondernemers hebben er hun eigen succesvolle bedrijven gevestigd, kennis gegenereerd en wereldwijd geïnvesteerd. Er moet op uniaal niveau een mechanisme worden ingevoerd om de in Silicon Valley opgedane kennis en ervaring terug te brengen en te delen. Dit initiatief moet zowel ten goede komen van ondernemers als van beleidsmakers om de verdere bevordering van innovatiekansen in Europa te onderzoeken.

Algemene doelstelling:

 

een sterkere brug slaan tussen Europese deskundigen en Europa door Europese expats die in Silicon Valley nieuwe bedrijven hebben opgericht of werken als onderzoeker samen te brengen met vertegenwoordigers van Europese instellingen en bedrijven om ervaring en praktijken uit te wisselen.

Specifieke doelstellingen:

 

zorgen voor een platform voor kennisuitwisseling voor Europese ondernemers en onderzoekers met betrekking tot hun ervaring met ondernemerschap en innovatie in Silicon Valley;

 

zorgen voor een forum voor ondernemers om hun bedrijfsideeën voor te stellen en te adverteren en te zorgen voor nieuwe manieren en middelen om hun ideeën te delen in Europa;

 

zorgen voor de betrokkenheid van Europese koepelorganisaties en koepelorganisaties van de lidstaten die aanwezig zijn in Silicon Valley en nationale representatieve organisaties bij een initiatief op Europese schaal.

Deelnemers aan de activiteiten:

 

Europese koepelorganisaties en koepelorganisatie van de lidstaten die aanwezig zijn in Silicon Valley met als doel Europese bedrijven te ondersteunen, spelen een actieve rol;

 

Europese consulaten in Californië dienen betrokken te worden bij het evenement;

 

de Commissie, eveneens via haar vertegenwoordiging in Washington, die moet bijdragen aan de organisatie;

 

Europese bedrijven die gevestigd zijn in Silicon Valley moeten een bijdrage leveren en vooraanstaande Europese ondernemers uit Europa uitnodigen.

India organiseert elk jaar een gelijkaardige conferentie (TiECon Conference) in Silicon Valley, met als doel een sterkere brug te bouwen tussen Indiase deskundigen (gevestigd in Silicon Valley) en hun thuisland. Duizende Indiase ondernemers en leiders van belangrijke Indiase spelers brengen regelmatig een bezoek aan TiECon. Bij de tenuitvoerlegging van het project dienen de passende directoraten van het directoraat-generaal Ondernemingen en industrie en van het directoraat-generaal Onderzoek en innovatie betrokken te worden, en de organisatie moet gebeuren in samenwerking met de delegatie van de Unie in de Verenigde Staten.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1934/2006 van de Raad van 21 december 2006 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen en andere landen en gebieden met een hoog inkomen (PB L 405 van 30.12.2006, blz. 39).

19 05 02     Organisatie voor energieontwikkeling van het Koreaanse schiereiland (Korean Peninsula Energy Development Organisation — KEDO)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Er werden geen kredieten opgenomen voor een bijdrage aan de Organisatie voor energieontwikkeling van het Koreaanse schiereiland, aangezien wordt verwacht dat deze organisatie op een veel beperktere schaal zal worden voortgezet.

Rechtsgronden

Overeenkomst van 24 maart 2006 tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Organisatie voor energieontwikkeling van het Koreaanse schiereiland.

Deelname van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie aan de Organisatie voor energieontwikkeling van het Koreaanse schiereiland.

Verordening (Euratom) nr. 300/2007 van de Raad van 19 februari 2007 tot invoering van een instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (PB L 81 van 22.3.2007, blz. 1).

19 05 03     Proefproject — Trans-Atlantische methoden voor het aanpakken van mondiale uitdagingen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

300 000

p.m.

800 000

0,—

200 768,61

Toelichting

Dit proefproject is bedoeld voor het bevorderen van gemeenschappelijke trans-Atlantische benaderingen van belangrijke internationale beleidsuitdagingen. Maatregelen in het kader van dit proefproject zijn gericht op het verbeteren van de doeltreffendheid van acties van de internationale gemeenschap en zij vormen een aanvulling op bestaande mechanismen. Het proefproject zal gebruikt worden voor het financieren van innovatieve, door Europese en Amerikaanse beleidsmakers gezamenlijk ontwikkelde maatregelen die buiten het toepassingsgebied vallen van de instrumenten die thans beschikbaar zijn in het kader van bestaande wetgevingsinstrumenten. Bij de tenuitvoerlegging van deze actie ziet de Commissie toe op een evenwichtige verdeling van de middelen. Dit proefproject helpt eveneens de regering van de Verenigde Staten bij de versterking van het trans-Atlantische partnerschap. Ten slotte wordt de mogelijkheid geboden het uniale gedachtegoed voor te stellen aan Amerikaanse academici.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Referentiebesluiten

Resolutie van het Europees Parlement van 18 mei 2006 over de jaarlijkse beleidsstrategie van de Commissie voor 2007 (PB C 297 E van 7.12.2006, blz. 357) en resoluties van het Europees Parlement van 1 juni 2006 over verbetering van de betrekkingen tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika in het kader van een trans-Atlantische partnerschapsovereenkomst (PB C 298 E van 8.12.2006, blz. 226) en over economische betrekkingen tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten (PB C 298 E van 8.12.2006, blz. 235).

HOOFDSTUK 19 06 — CRISISRESPONS EN MONDIALE BEDREIGINGEN VOOR DE VEILIGHEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 06

CRISISRESPONS EN MONDIALE BEDREIGINGEN VOOR DE VEILIGHEID

19 06 01

Paraatheid voor rampen en crisissituaties

19 06 01 01

Paraatheid voor rampen en crisissituaties (stabiliteitsinstrument)

4

232 834 000

150 772 596

202 900 000

152 348 640

155 920 000,—

116 547 667,85

19 06 01 02

Voltooiing van eerdere samenwerking

4

p.m.

238 640

p.m.

2 856 537

0,—

1 584 879,75

 

Artikel 19 06 01 — Subtotaal

 

232 834 000

151 011 236

202 900 000

155 205 177

155 920 000,—

118 132 547,60

19 06 02

Maatregelen om landen en hun bevolking te beschermen tegen kritieke technologische bedreigingen

19 06 02 01

Acties op het gebied van risicovermindering en paraatheid met betrekking tot chemische, nucleaire en biologische materialen of agentia (stabiliteitsinstrument)

4

46 300 000

28 636 770

49 000 000

24 566 218

41 000 000,—

23 800 000,—

19 06 02 03

Uniebeleid ter bestrijding van de verspreiding van lichte wapens

4

p.m.

820 921

p.m.

914 092

0,—

540 000,—

 

Artikel 19 06 02 — Subtotaal

 

46 300 000

29 457 691

49 000 000

25 480 310

41 000 000,—

24 340 000,—

19 06 03

Transregionale maatregelen op het gebied van de georganiseerde misdaad, mensenhandel, de bescherming van kritieke infrastructuur, bedreigingen voor de volksgezondheid en de strijd tegen het terrorisme (stabiliteitsinstrument)

4

22 000 000

12 600 179

30 000 000

9 521 790

21 000 000,—

6 847 508,80

19 06 04

Bijstand op nucleair gebied

19 06 04 01

Bijstand op nucleair gebied

4

48 055 700

38 182 361

49 544 700

42 848 055

52 327 627,—

70 760 531,33

19 06 04 02

Uniale bijdrage aan de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling ten behoeve van het Fonds inkapseling Tsjernobyl

4

28 000 000

26 727 652

25 000 000

23 804 475

17 000 000,—

17 000 000,—

 

Artikel 19 06 04 — Subtotaal

 

76 055 700

64 910 013

74 544 700

66 652 530

69 327 627,—

87 760 531,33

19 06 06

Consulaire samenwerking

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

19 06 07

Proefproject — Steun voor bewakings- en beschermingsmaatregelen voor uniale vaartuigen die door gebieden varen waar piraterij een bedreiging vormt

4

p.m.

600 000

p.m.

340 000

1 000 000,—

340 000,—

19 06 08

Voorbereidende actie — Noodmaatregelen tegen de financiële en economische crisis in de ontwikkelingslanden

4

p.m.

200 000

p.m.

p.m.

500 000,—

0,—

19 06 09

Proefproject — Programma voor vredesopbouwactiviteiten onder leiding van ngo's

4

p.m.

p.m.

1 000 000

p.m.

1 000 000,—

0,—

 

Hoofdstuk 19 06 — Totaal

 

377 189 700

258 779 119

357 444 700

257 199 807

289 747 627,—

237 420 587,73

19 06 01     Paraatheid voor rampen en crisissituaties

19 06 01 01   Paraatheid voor rampen en crisissituaties (stabiliteitsinstrument)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

232 834 000

150 772 596

202 900 000

152 348 640

155 920 000,—

116 547 667,85

Toelichting

Het snel vrijmaken van financiële middelen via het stabiliteitsinstrument is speciaal ingevoerd voor noodsituaties, reële of opkomende crisissituaties, situaties die de democratie, de openbare orde, de bescherming van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, en de veiligheid van personen bedreigen, situaties die dreigen te ontaarden in een gewapend conflict of het betrokken land dreigen te destabiliseren, en wanneer de betrokken situatie afbreuk zou kunnen doen aan het positieve effect van bijstands- en samenwerkingsmaatregelen en -programma’s, aan de doeltreffendheid daarvan en/of aan de voorwaarden voor de goede uitvoering.

Dit krediet is bestemd ter dekking van een geïntegreerd programma van maatregelen die het herstel beogen van de noodzakelijke minimumvoorwaarden voor steunverlening in het kader van de instrumenten van de Unie voor steun op lange termijn. Dergelijke programma’s verzekeren een vlotte overgang tussen noodhulp, herstel en ontwikkeling. In het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) omvatten zij ook extra maatregelen onder de bevoegdheid van de Gemeenschap als onderdeel van een omvattende crisisaanpak door de Unie.

Een deel van dit krediet dient ter dekking van activiteiten die worden georganiseerd in samenwerking met de adjunct-secretaris-generaal van de VN, speciale vertegenwoordiger voor kinderen en gewapende conflicten en de speciale VN-vertegenwoordiger van de secretaris-generaal inzake geweld tegen kinderen.

Het krediet dient tevens ter dekking van maatregelen ter voorkoming en beperking van gevaren als gevolg van de klimaatverandering, met name watermanagement, wanneer het risico bestaat dat deze een bedreiging gaan vormen voor de veiligheid.

Het dient met name ter dekking van maatregelen ten behoeve van:

 

technische en logistieke steun voor de inspanningen van internationale en regionale, publieke en niet-publieke organisaties, bij de bevordering van vertrouwenwekkende maatregelen, bemiddeling, dialoog en verzoening;

 

de heropbouw van essentiële openbare dienstverlening en economische activiteit;

 

initieel fysiek en operationeel herstel van basisinfrastructuur, met inbegrip van ontmijning;

 

sociale reïntegratie, in het bijzonder van vluchtelingen, ontheemden en gedemobiliseerde soldaten;

 

het herstel van de institutionele capaciteiten die nodig zijn voor een goed bestuur en de handhaving van de democratie en de rechtsstaat;

 

aandacht voor de speciale behoeften van vrouwen en kinderen die worden getroffen door gewapende conflicten, in het bijzonder de zorg voor kinderen die door oorlog zijn getroffen, met name kindsoldaten, eveneens in samenwerking met de adjunct-secretaris-generaal van de VN, speciale vertegenwoordiger voor kinderen en gewapende conflicten;

 

paraatheidsmaatregelen ter versterking van de capaciteit van internationale, regionale en subregionale organisaties, statelijke en niet-statelijke, bij hun inspanningen om vroegtijdige waarschuwing, vertrouwen, bemiddeling en verzoening te bevorderen en groeiende spanningen tussen de gemeenschappen aan te pakken en bij de verbetering van herstel na conflicten of rampen. In dit verband zal de Commissie ook de capaciteit van de maatschappelijke organisaties versterken, waarbij wordt voortgebouwd op de voorbereidende werkzaamheden van het netwerk voor conflictpreventie, met name in samenwerking met de speciale VN-vertegenwoordiger van de secretaris-generaal inzake geweld tegen kinderen;

 

steun voor internationale strafhoven en nationale ad hoc gerechtshoven, waarheids- en verzoeningscommissies, en mechanismen voor de juridische regeling van mensenrechtendossiers;

 

steun voor maatregelen om, in het kader van het samenwerkingsbeleid van de Unie en de doelstellingen daarvan, de gevolgen van het onwettig gebruik van vuurwapens voor de burgerbevolking tegen te gaan;

 

steun voor maatregelen om de eerbiediging van de mensenrechten te bevorderen en te beschermen;

 

steun voor maatregelen met het oog op de ontwikkeling en organisatie van de civiele samenleving.

De voor de uitvoering in aanmerking komende partners kunnen zijn: autoriteiten van de lidstaten of de begunstigde landen en hun uitvoerende instanties, regionale en internationale organisaties en instanties, niet-gouvernementele organisaties en openbare of particuliere ondernemers (daaronder begrepen gedetacheerd personeel van de overheidsdiensten van de lidstaten) met de nodige deskundigheid en ervaring.

En deel van dit krediet is bestemd ter vergroting van de stabiliteit in Zuid-Soedan.

Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1717/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot invoering van een stabiliteitsinstrument (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 1).

19 06 01 02   Voltooiing van eerdere samenwerking

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

238 640

p.m.

2 856 537

0,—

1 584 879,75

Toelichting

Dit krediet dient, als aanvulling op de kredieten die in het kader van de samenwerkingsprogramma’s met de begunstigde landen zijn bestemd voor maatregelen ter bestrijding van antipersoneelmijnen, voor de bijdrage van de Gemeenschap aan projecten gericht tegen antipersoneelmijnen, met name die met betrekking tot de tenuitvoerlegging van het Verdrag van Ottawa (Verdrag inzake het verbod van het gebruik, de aanleg van voorraden, de productie en de overdracht van antipersoneelmijnen en inzake de vernietiging van deze wapens).

Het dient ook ter dekking van acties gericht op de revalidatie van slachtoffers van antipersoneelmijnen.

Het krediet is voorts bedoeld ter dekking van een heel spectrum aan acties, zoals mijnopruiming, vernietiging van voorraden, voorlichting over de risico's van mijnen, toezicht op verdachte gebieden en slachtofferhulp.

Het is tevens bestemd voor de financiering van de activiteiten van niet-gouvernementele organisaties, teneinde het probleem van de landmijnen aan te kaarten bij ongeregelde gewapende groepen die een „deel van het probleem” vormen en daarom ook een „deel van de oplossing” moeten zijn.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1724/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2001 inzake de bestrijding van antipersoneelmijnen in ontwikkelingslanden (PB L 234 van 1.9.2001, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1725/2001 van de Raad van 23 juli 2001 inzake de bestrijding van antipersoneelmijnen in andere landen dan ontwikkelingslanden (PB L 234 van 1.9.2001, blz. 6).

Verordening (EG) nr. 1717/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot invoering van een stabiliteitsinstrument (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 1).

19 06 02     Maatregelen om landen en hun bevolking te beschermen tegen kritieke technologische bedreigingen

19 06 02 01   Acties op het gebied van risicovermindering en paraatheid met betrekking tot chemische, nucleaire en biologische materialen of agentia (stabiliteitsinstrument)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

46 300 000

28 636 770

49 000 000

24 566 218

41 000 000,—

23 800 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van maatregelen om landen en hun bevolking te beschermen tegen kritieke technologische bedreigingen. Dit kan onder meer omvatten:

 

het bevorderen van civiele onderzoeksactiviteiten als alternatief voor aan defensie gerelateerd onderzoek en steun voor de omscholing en alternatieve tewerkstelling van wetenschappers en ingenieurs die voorheen in de wapenindustrie in brede zin werkzaam waren;

 

steun voor maatregelen ter verbetering van de veiligheidspraktijk in civiele installaties waar gevoelige chemische, biologische, stralings- of nucleaire materialen of stoffen zijn opgeslagen of worden aangewend in het kader van civiele onderzoeksprogramma’s;

 

steun, in het kader van het samenwerkingsbeleid van de Unie en de doelstellingen daarvan, voor de totstandbrenging van civiele infrastructuur en voor het verrichten van de nodige civiele studies voor de ontmanteling, het herstel of de omschakeling van aan wapens gerelateerde faciliteiten en locaties ten aanzien waarvan verklaard is dat zij niet langer deel uitmaken van een defensieprogramma;

 

het versterken van de capaciteit van de bevoegde civiele autoriteiten die betrokken zijn bij de ontwikkeling en de uitoefening van de daadwerkelijke controle op de handel in chemische, biologische, stralings- en nucleaire materialen of stoffen (waaronder de apparatuur voor hun productie of overbrenging), ook door middel van de installatie van moderne logistieke apparatuur voor evaluatie en controle;

 

de ontwikkeling van een juridisch kader en van de institutionele capaciteit voor de invoering en toepassing van efficiënte uitvoercontroles op goederen voor tweeërlei gebruik, waaronder maatregelen op het gebied van regionale samenwerking;

 

de ontwikkeling van effectieve civiele rampenplannen, noodhulp en reacties op crisissituaties alsmede van de capaciteit voor het schoonmaken in geval van eventuele grote milieurampen op dit gebied.

Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1717/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot invoering van een stabiliteitsinstrument (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 1).

19 06 02 03   Uniebeleid ter bestrijding van de verspreiding van lichte wapens

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

820 921

p.m.

914 092

0,—

540 000,—

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van maatregelen ter bestrijding van de verspreiding van lichte wapens en ter bestrijding van de illegale wapenhandel.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1717/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot invoering van een stabiliteitsinstrument (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 1).

19 06 03     Transregionale maatregelen op het gebied van de georganiseerde misdaad, mensenhandel, de bescherming van kritieke infrastructuur, bedreigingen voor de volksgezondheid en de strijd tegen het terrorisme (stabiliteitsinstrument)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

22 000 000

12 600 179

30 000 000

9 521 790

21 000 000,—

6 847 508,80

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van nieuwe maatregelen voor een verdere samenwerking tussen de Europese Unie en derde landen ten aanzien van mondiale en regionale grensoverschrijdende problemen die de veiligheid en de grondrechten van de burger bedreigen.

Maatregelen op het gebied van terrorismebestrijding dienen de internationale mensenrechtenverplichtingen van een derde land en de toepasselijke humanitaire wetgeving volledig te eerbiedigen, in lijn met de aan Verordening (EG) nr. 1717/2006 gehechte verklaring van de Commissie.

Die maatregelen betreffen:

 

de versterking van de capaciteit van de wetshandhavings- en justitiële en civiele autoriteiten die betrokken zijn bij de bestrijding van terrorisme en georganiseerde misdaad, waaronder drugshandel, mensenhandel, handel in vuurwapens en explosieven en de daadwerkelijke controle van illegale handel en doorvoer;

 

steun voor maatregelen ter bestrijding van gevaren voor het internationaal vervoer en kritische infrastructuur, waaronder personen- en goederenvervoer;

 

een adequate respons op grote gevaren voor de volksgezondheid, zoals epidemieën met potentiële grensoverschrijdende gevolgen;

 

steun voor maatregelen gericht op de bevordering van de uitvoering en naleving van het Verdrag van Ottawa inzake antipersoneelmijnen en het Verdrag van Oslo inzake clustermunitie; een deel van dit krediet is bestemd voor acties ter controle en verwijdering van antipersoneelmijnen, clustermunitie en explosieve overblijfselen van oorlogshandelingen, met inbegrip van onderzoek, onderwijs, opleiding en hulp aan slachtoffers.

Dergelijke maatregelen kunnen in het kader van dit instrument bij een stabiel klimaat worden aangenomen, om het hoofd te bieden aan specifieke destabiliserende dreigingen op wereldwijd en transregionaal niveau; deze maatregelen kunnen evenwel alleen worden genomen wanneer met de desbetreffende instrumenten van de Unie voor externe bijstand geen adequaat en doeltreffend antwoord kan worden gegeven. Dit krediet is ook bestemd ter dekking van de volledige betaling van maatregelen die waren gefinancierd uit de oude begrotingslijn 19 02 11 „Noord-Zuidsamenwerkingsprogramma’s in de campagne tegen drugs en drugverslaving”.

Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1717/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot invoering van een stabiliteitsinstrument (PB L 327 van 24.11.2006, blz. 1).

19 06 04     Bijstand op nucleair gebied

19 06 04 01   Bijstand op nucleair gebied

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

48 055 700

38 182 361

49 544 700

42 848 055

52 327 627,—

70 760 531,33

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van:

 

de bevordering van een effectieve nucleaire veiligheidscultuur op alle niveaus, in het bijzonder door:

 

permanente steun voor regelgevende lichamen, organisaties voor technische ondersteuning en de versterking van het regelgevingskader, met name met betrekking tot vergunningsactiviteiten;

 

serieus gebruik te maken van de ervaring van exploitanten, programma’s voor bijstand ter plaatse en externe bijstand, alsmede advies en daarmee samenhangende activiteiten die gericht zijn op meer aandacht voor de veiligheid bij het ontwerpen, exploiteren en onderhouden van kerncentrales die momenteel over een vergunning beschikken en andere bestaande nucleaire installaties zodat hoge veiligheidsniveaus kunnen worden bereikt;

 

steun voor het op veilige wijze vervoeren, behandelen en verwijderen van kernafval en radioactief afval;

 

en de ontwikkeling en uitvoering van strategieën voor de ontmanteling van bestaande installaties en de sanering van de terreinen van voormalige nucleaire installaties;

 

de bevordering van effectieve regelgevingskaders, procedures en systemen om een toereikende bescherming te waarborgen tegen ioniserende straling van radioactieve materialen, met name van hoogactieve radioactieve bronnen, en de veilige verwijdering daarvan;

 

de totstandbrenging van het nodige regelgevingskader en de nodige methoden voor de uitvoering van nucleaire veiligheidscontroles, onder meer ook voor goede administratie en controle van splijtstoffen op het niveau van de overheid en van de exploitant;

 

de instelling van effectieve regelingen voor rampenplannen en maatregelen ter voorbereiding en reactie op noodsituaties, civiele bescherming en herstel;

 

maatregelen ter bevordering van internationale samenwerking (onder meer in het kader van de bevoegde internationale organisaties, met name de IAEA) op bovengenoemde terreinen, waaronder de uitvoering van en het toezicht op internationale overeenkomsten en verdragen, uitwisseling van informatie en opleiding en onderzoek.

Dit krediet is tevens bestemd voor monitoring en onderzoek in verband met de gevolgen van het Tsjernobyl-ongeval voor de volkgezondheid en het milieu in de buurlanden, met name Oekraïne en Belarus, alsook de sociaaleconomische gevolgen ervan.

Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (Euratom) nr. 300/2007 van de Raad van 19 februari 2007 tot invoering van een instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (PB L 81 van 22.3.2007, blz. 1).

19 06 04 02   Uniale bijdrage aan de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling ten behoeve van het Fonds inkapseling Tsjernobyl

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

28 000 000

26 727 652

25 000 000

23 804 475

17 000 000,—

17 000 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de maatregelen die tot doel hebben te voorzien in de financiering van de verdere deelname van de Commissie in het Fonds inkapseling Tsjernobyl.

Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Besluit 2006/908/EG, Euratom van de Raad van 4 december 2006 betreffende de eerste tranche van de derde financiële bijdrage van de Gemeenschap aan de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling ten behoeve van het Fonds inkapseling Tsjernobyl (PB L 346 van 9.12.2006, blz. 28).

Verordening (Euratom) nr. 300/2007 van de Raad van 19 februari 2007 tot invoering van een instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid (PB L 81 van 22.3.2007, blz. 1).

19 06 06     Consulaire samenwerking

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de ondersteunende activiteiten op logistiek vlak, ten behoeve van de missies van de lidstaten, in het bijzonder bij een crisis, in het kader van de consulaire samenwerking. Deze activiteiten zijn gebaseerd op artikel 20, lid 2, onder c), VWEU en artikel 23 VWEU met betrekking tot de bescherming van burgers van de Unie die in derde landen niet door hun lidstaat zijn vertegenwoordigd en op artikel 35 VEU dat een rol toekent aan de delegaties van de Unie bij de tenuitvoerlegging van artikel 20, lid 2, onder c), VWEU, in samenwerking met de missies van de lidstaten.

Rechtsgronden

Taken die voortvloeien uit specifieke bevoegdheden uit hoofde van de verdragen als bedoeld in artikel 49, lid 6, onder d), van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

19 06 07     Proefproject — Steun voor bewakings- en beschermingsmaatregelen voor uniale vaartuigen die door gebieden varen waar piraterij een bedreiging vormt

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

600 000

p.m.

340 000

1 000 000,—

340 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bestudering en analyse van de mogelijkheden om steun te verlenen voor het financieren, beheren en coördineren van bewakings- en beschermingmaatregelen voor uniale vaartuigen die door gebieden varen waar piraterij een bedreiging vormt.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

19 06 08     Voorbereidende actie — Noodmaatregelen tegen de financiële en economische crisis in de ontwikkelingslanden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

200 000

p.m.

p.m.

500 000,—

0,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van noodacties en acties op korte termijn om de gevolgen te milderen van de mondiale financiële en economische crisis voor de meest kwetsbare en minst veerkrachtige landen waarop Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41) betrekking heeft.

De activiteiten waarop dit krediet betrekking heeft, kunnen maatregelen omvatten om de sociale gevolgen van de crisis te milderen, inclusief sociale vangnetten, initiatieven om banen te creëren en acties om te zorgen voor adequate socialedienstverlening.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

19 06 09     Proefproject — Programma voor vredesopbouwactiviteiten onder leiding van ngo's

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

1 000 000

p.m.

1 000 000,—

0,—

Toelichting

Dit krediet, dat een aanvulling vormt op de capaciteitsopbouwactiviteiten van het partnerschap voor vredesopbouw in het kader van het Stabiliteitsinstrument, is bestemd voor de financiering van een programma voor vredesopbouwactiviteiten onder leiding van ngo's ter ondersteuning van de verbintenis van de Unie om buiten haar grenzen conflicten te voorkomen en vrede te brengen.

In het kader van dit proefproject zullen de volgende activiteiten worden gefinancierd: onderzoek en analyse van specifieke conflicten; steun voor vredesprocessen, bemiddeling en dialoog; steun voor ontwapening, demobilisatie en re-integratie en bredere economische ontwikkeling na conflicten; steun voor de participatie van plaatselijke actoren in vredesregelingen; betrekken van het maatschappelijk middenveld bij de hervorming van de veiligheidssector en het justitieapparaat en processen van overgangsjustitie; bevordering van conflictgevoelige ontwikkelingspraktijken; belangenbehartiging op internationaal en nationaal vlak om vredesopbouw aan te moedigen en gewelddadige conflicten te voorkomen; ontwikkeling en beheer van systemen voor vroegtijdige waarschuwing; bevordering van de rol van vrouwen in de vredesopbouw; vredeshandhaving door ongewapende burgers; en het inzetten van professionals om plaatselijke actoren te steunen door het beperken en voorkomen van geweld en het bevorderen van dialoog, duurzame vrede en een conflictbestendige maatschappij.

Dit proefproject kan ook dienen als testcase voor steun van de Unie voor vredesopbouwactiviteiten onder leiding van ngo's en zo eventueel leiden tot de instelling van een permanent mechanisme voor steun op korte, middellange en lange termijn op dit gebied.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

HOOFDSTUK 19 08 — EUROPEES NABUURSCHAPSBELEID EN BETREKKINGEN MET RUSLAND

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 08

EUROPEES NABUURSCHAPSBELEID EN BETREKKINGEN MET RUSLAND

19 08 01

Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële samenwerking

19 08 01 01

Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële samenwerking met mediterrane landen

4

1 243 861 010

671 552 312

842 950 400

666 525 298

840 500 809,—

672 424 838,23

19 08 01 02

Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële bijstand aan Palestina, het vredesproces en UNRWA

4

200 000 000

180 000 000

400 000 000

266 610 119

367 900 000,—

323 253 072,06

19 08 01 03

Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële samenwerking met Oost-Europa

4

728 385 000

331 699 712

556 421 000

328 501 754

484 885 254,83

404 957 080,91

19 08 01 04

Proefproject — Preventie- en herstelmaatregelen voor de bodem van de Oostzee

4

p.m.

500 000

p.m.

200 000

0,—

998 147,18

19 08 01 05

Voorbereidende actie — Minderheden in Rusland — Ontwikkeling van cultuur, media en maatschappelijk middenveld

4

p.m.

2 500 000

p.m.

1 600 000

2 000 000,—

1 143 492,34

19 08 01 06

Voorbereidende actie — Nieuwe Europees-mediterrane strategie voor de bevordering van werkgelegenheid bij jongeren

4

1 500 000

750 000

       

19 08 01 08

Proefproject — Financiering ENB — Voorbereiding personeel op de werkzaamheden in verband met het EU-ENB

4

p.m.

560 000

p.m.

500 000

0,—

0,—

 

Artikel 19 08 01 — Subtotaal

 

2 173 746 010

1 187 562 024

1 799 371 400

1 263 937 171

1 695 286 063,83

1 402 776 630,72

19 08 02

Grensoverschrijdende samenwerking — Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (ENPI)

19 08 02 01

Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 4

4

92 775 000

76 364 721

83 529 000

55 226 382

68 360 307,—

67 179 605,67

19 08 02 02

Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 1b (Regionaal beleid)

1.2

99 221 636

78 000 000

116 234 779

86 000 000

76 155 311,—

49 271 250,05

 

Artikel 19 08 02 — Subtotaal

 

191 996 636

154 364 721

199 763 779

141 226 382

144 515 618,—

116 450 855,72

19 08 03

Voltooiing van de financiële protocollen met landen van het Middellandse Zeegebied

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

21 600,—

 

Hoofdstuk 19 08 — Totaal

 

2 365 742 646

1 341 926 745

1 999 135 179

1 405 163 553

1 839 801 681,83

1 519 249 086,44

Toelichting

De Unie streeft ernaar een ruimte van welvaart en goed nabuurschap tot stand te brengen waarbij de lidstaten en de nabuurpartnerlanden betrokken zijn (4). Met het oog hierop heeft de Unie overeenkomsten afgesloten met de meeste buurlanden. Voorts heeft de Unie gezorgd voor de opstelling van Europese actieplannen inzake nabuurschapsbeleid voor de tenuitvoerlegging van deze overeenkomsten. Dit kader heeft tot doel een sterkere en hechtere relatie te ontwikkelen die gebaseerd is op gedeelde waarden en wederzijdse belangen en die moet leiden tot een aanzienlijke mate van economische integratie en politieke samenwerking. De Unie is ook voornemens met Rusland een echt strategisch partnerschap op te bouwen, dat is gegrondvest op gemeenschappelijke belangen en gedeelde waarden en dat is gebaseerd op de totstandbrenging van vier gemeenschappelijke ruimten. De in dit hoofdstuk opgenomen kredieten dienen ter financiering van de samenwerkingsacties die tot doel hebben de tenuitvoerlegging van dergelijke overeenkomsten te ondersteunen. Samenwerking met de landen waarmee dergelijke overeenkomsten nog niet zijn ondertekend of waarmee dergelijke overeenkomsten niet bestaan — zoals Belarus, Libië of Syrië — zullen op de beleidsdoelstellingen van de Unie zijn gebaseerd.

19 08 01     Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële samenwerking

19 08 01 01   Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële samenwerking met mediterrane landen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 243 861 010

671 552 312

842 950 400

666 525 298

840 500 809,—

672 424 838,23

Toelichting

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van samenwerkingsacties die hoofdzakelijk tot doel hebben de tenuitvoerlegging te ondersteunen van de indicatieve meerjarenprogramma’s voor de perioden 2007-2010 en 2011-2013 van de ENB-actieplannen die met de mediterrane buurlanden van de Unie werden afgesloten. Het krediet zal ook worden benut ter ondersteuning van de tenuitvoerlegging van het regionaal indicatief programma voor 2010-2012 alsook voor bepaalde maatregelen in het kader van de Unie voor het Middellandse Zeegebied waartoe is besloten op de top van Parijs van 13 juli 2008. Het krediet zal onder andere volgende samenwerkingsgebieden financieren:

 

het bevorderen van politieke dialoog en hervormingen;

 

het bevorderen van harmonisatie van de wet- en regelgeving en het aanmoedigen van de geleidelijke deelneming van partnerlanden aan de interne markt en de toename van de handel;

 

het versterken van nationale instellingen die verantwoordelijk zijn voor de uitwerking en tenuitvoerlegging van het beleid op de gebieden die onder associatieovereenkomsten vallen;

 

bevordering van eerbiediging van mensenrechten en fundamentele vrijheden, het bevorderen van meer respect voor minderhedenrechten, het bevorderen van gendergelijkheid en non-discriminatie en het bevorderen van een goed bestuur;

 

het bevorderen van duurzame ontwikkeling en meewerken aan armoedebestrijding;

 

steun verlenen aan de modernisering van de economie door het bevorderen van de investeringen in de regio en het versterken van het mkb;

 

het tot stand brengen van een betere koppeling van transport- en energienetwerken tussen de Unie en buurlanden en tussen de buurlanden onderling en het aanpakken van de bedreigingen voor ons gemeenschappelijk milieu;

 

bevorderen van acties die bijdragen tot conflictoplossing;

 

het stimuleren van de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld, onder meer door het bevorderen van sociale integratie en het aanmoedigen van ondervertegenwoordigde groepen om zich te laten horen en deel te nemen aan het maatschappelijk middenveld en het politieke stelsel;

 

bevorderen van intermenselijke contacten en uitwisselingen op het gebied van onderwijs, onderzoek en cultuur;

 

bijdragen tot de financiering van de werking van de Organisatie van de Verenigde Naties voor hulpverlening aan Palestijnse vluchtelingen (UNRWA) in Libanon, Syrië en Jordanië, in het bijzonder de programma’s inzake gezondheidszorg, onderwijs en sociale diensten;

 

ondersteunen van regionale integratie binnen het kader van het Euro-mediterrane partnerschap en in het bijzonder de bevordering van regionale samenwerking, de oprichting van netwerken en partnerschappen van openbare en particuliere non-profitorganisaties met het oog op de uitwisseling van kennis en beste praktijken op alle relevante werkterreinen;

 

ondersteunen van acties op het gebied van migratie die onder andere tot doel hebben de relatie tussen migratie en ontwikkeling te versterken, illegale migratie te bestrijden en de overname van illegalen te vereenvoudigen. Deze maatregelen zullen worden aangevuld met maatregelen die worden gefinancierd uit het Europese nabuurschaps- en partnerschapsinstrument vanuit een aparte begrotingspost 19 02 01 01 „Samenwerking met derde landen op het gebied van het migratie- en asielbeleid”.

De zichtbaarheid bevorderende en voorlichtingsactiviteiten en -maatregelen met een horizontaal karakter die rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van de doelstellingen van de activiteiten van de Unie in derde landen uit het Middellandse Zeegebied.

Bij een ernstige verslechtering in een bepaald land op het gebied van vrijheid, democratie, respect voor de grondrechten en de fundamentele vrijheden en de rechtsstaat kan de bijstand van de Unie worden teruggeschroefd en hoofdzakelijk worden gebruikt voor de ondersteuning van niet-publieke actoren voor maatregelen ter bevordering van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden. Afgezien van humanitaire hulp en implementatiehulp van ngo's, de agentschappen van de Verenigde Naties of onpartijdige actoren mag geen hulp aan regeringen worden verstrekt, als deze regeringen verantwoordelijk zijn voor een duidelijke verergering van de situatie op het gebied van democratie, de rechtsstaat en de eerbiediging van de fundamentele rechten en vrijheden.

Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Dit krediet dient ook ter dekking van de volgende uitgaven:

 

onderzoek naar het effect van de klimaatverandering op de kwaliteit van het water van de Middellandse Zee;

 

onderzoek naar verontreiniging van de kusten van de Middellandse Zee;

 

onderzoek naar de toestand van de onderzeese energie-infrastructuur (gas- en oliepijpleidingen, elektriciteitskabels enz.);

 

bevordering van het netwerk van openbare en particuliere onderzoekscentra die betrokken zijn bij de monitoring van het water van de Middellandse Zee en de toestand van de kusten met het oog op de uitwisseling van gegevens en onderzoeksresultaten en de ontwikkeling van gezamenlijke voorstellen voor maatregelen en beschermingsbeleid.

Een deel van het krediet is bestemd voor de Euro-mediterrane Universiteit.

Een deel van dit krediet dient, met gepaste inachtneming van de bepalingen van het Financieel Reglement, ter financiering van operaties die worden uitgevoerd door oudere vrijwillige deskundigen van de Europese Unie die onder het ESSN (European Senior Services Network) vallen, met inbegrip van technische bijstand, adviesdiensten en opleiding in bepaalde openbare of particuliere bedrijven.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1).

19 08 01 02   Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële bijstand aan Palestina, het vredesproces en UNRWA

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

200 000 000

180 000 000

400 000 000

266 610 119

367 900 000,—

323 253 072,06

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van maatregelen ten gunste van het Palestijnse volk en de bezette Palestijnse gebieden van de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook, in het kader van het vredesproces in het Midden-Oosten.

De belangrijkste doelstellingen van de acties kunnen als volgt worden omschreven:

 

ondersteuning van staatsvorming en institutionele ontwikkeling;

 

bevorderen van sociale en economische ontwikkeling;

 

het inperken van de gevolgen van de verslechterende economische, fiscale en humanitaire omstandigheden voor de Palestijnse bevolking door het verlenen van essentiële dienstverlening en andere ondersteuning;

 

bijdragen tot inspanningen voor de wederopbouw in Gaza;

 

bijdragen tot de financiering van de werking van de Organisatie van de Verenigde Naties voor Hulpverlening aan Palestijnse Vluchtelingen (UNRWA), in het bijzonder de programma’s inzake gezondheidszorg, onderwijs en sociale diensten;

 

financiering van voorbereidende acties voor de bevordering van de samenwerking tussen Israël en de buurlanden van Israël in het kader van het vredesproces, in het bijzonder met betrekking tot instellingen, economische aangelegenheden, water, milieu en energie;

 

financiering van activiteiten om de openbare opinie gunstig te stemmen ten aanzien van het vredesproces;

 

financiering van voorlichting, inclusief in het Arabisch en het Hebreeuws en verspreiding van informatie met betrekking tot de Israëlisch-Palestijnse samenwerking;

 

bevordering van eerbiediging van mensenrechten en fundamentele vrijheden, het bevorderen van meer respect voor minderhedenrechten, en het bevorderen van gendergelijkheid en non-discriminatie;

 

het stimuleren van de ontwikkeling van een maatschappelijk middenveld door onder andere sociale integratie te ondersteunen.

Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1).

19 08 01 03   Europees beleid inzake nabuurschap en partnerschap — Financiële samenwerking met Oost-Europa

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

728 385 000

331 699 712

556 421 000

328 501 754

484 885 254,83

404 957 080,91

Toelichting

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van samenwerkingsacties die hoofdzakelijk tot doel hebben de tenuitvoerlegging te ondersteunen van de overeenkomsten en de Europese actieplannen inzake nabuurschapsbeleid die met oostelijke buurlanden van de Unie werden afgesloten alsook bilaterale en multilaterale acties in het kader van het oostelijke partnerschap. Het krediet is ook bestemd voor de ondersteuning van het strategische partnerschap tussen de Europese Unie en Rusland door de concretisering van de vier gemeenschappelijke ruimten die betrekking hebben op economische samenwerking, vrijheid, veiligheid en recht, externe veiligheid, onderzoek en onderwijs, inclusief cultuur. Het krediet zal onder andere volgende samenwerkingsgebieden financieren:

 

het bevorderen van politieke dialoog en democratische hervormingen;

 

het bevorderen van harmonisatie van de wet- en regelgeving en aanmoediging van de geleidelijke deelneming van partnerlanden aan de interne markt en de toename van de handel;

 

het versterken van nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor de uitwerking en tenuitvoerlegging van het beleid op de gebieden die onder associatieovereenkomsten vallen, bijvoorbeeld door „jumelage” en technische bijstandsmechanismen, zoals TAIEX;

 

het bevorderen van eerbiediging van mensenrechten, zoals mediavrijheid en vrijheid van meningsuiting;

 

het bevorderen van goed bestuur en van het bestrijden van corruptie;

 

het bevorderen van gendergelijkheid;

 

steun verlenen aan de overgang naar een markteconomie en de modernisering van de economie door het bevorderen van de investeringen in de regio en het versterken van het mkb;

 

het bevorderen van duurzame ontwikkeling en plattelandsontwikkeling en het meewerken aan armoedebestrijding;

 

het tot stand brengen van een betere koppeling van transport- en energienetwerken tussen de Unie en buurlanden en tussen de buurlanden onderling en het aanpakken van de bedreigingen voor ons gemeenschappelijk milieu;

 

het bevorderen van acties die bijdragen aan conflictoplossing en conflictpreventie in gebieden met bevroren conflicten;

 

het stimuleren van de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld, onder meer door het bevorderen van sociale integratie en het aanmoedigen van ondervertegenwoordigde groepen om zich te laten horen en deel te nemen aan het maatschappelijk middenveld en het politieke stelsel;

 

bevorderen van intermenselijke contacten en uitwisselingen op het gebied van onderwijs, onderzoek en cultuur;

 

bevorderen van regionale samenwerking, inclusief de samenwerking in het kader van de synergie voor het Zwarte Zeegebied en het oostelijke partnerschap;

 

ondersteunen van acties op het gebied van migratie die onder andere tot doel hebben de relatie tussen migratie en ontwikkeling te versterken, illegale migratie te bestrijden en de overname van illegalen te vereenvoudigen. Deze maatregelen zullen worden aangevuld door maatregelen die worden gefinancierd met middelen uit artikel 19 02 01 „Samenwerking met derde landen op het gebied van migratie en asiel”.

Dit krediet dient ook ter financiering van onderzoek naar de menselijke gezondheid en de duurzame ontwikkeling van Oekraïne en Belarus, in het bijzonder wat betreft de verbetering van de gezondheidstoestand in de gebieden die getroffen zijn door de Tsjernobyl-ramp.

Dit krediet dient tevens ter financiering van vertrouwenwekkende maatregelen in Georgië, Transnistrië en de afscheidingsgebieden Abchazië en Zuid-Ossetië, alsook van lokale vertrouwensopbouw en lokale economische rehabilitatieprojecten in Nagorno-Karabach.

De in deze post opgenomen kredieten zullen ook worden gebruikt voor voorlichtingsacties bij het grote publiek en de mogelijke begunstigden van de bijstand en voor acties die de zichtbaarheid van de bijstand van de Unie vergroten.

Bij een ernstige verslechtering in een bepaald land op het gebied van vrijheid, democratie, respect voor de grondrechten en de fundamentele vrijheden en de rechtsstaat kan de bijstand van de Unie worden teruggeschroefd en hoofdzakelijk worden gebruikt voor de ondersteuning van niet-publieke actoren voor maatregelen ter bevordering van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden. Afgezien van humanitaire hulp en implementatiehulp van ngo's, de agentschappen van de Verenigde Naties of onpartijdige actoren mag geen hulp aan regeringen worden verstrekt, als deze regeringen verantwoordelijk zijn voor een duidelijke verergering van de situatie op het gebied van democratie, de rechtsstaat en de eerbiediging van de fundamentele rechten en vrijheden.

Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Een deel van dit krediet wordt vrijgemaakt voor aanvullende steun aan de doelstellingen van de Strategie voor de Oostzeeregio. De in 2010 en 2011 vastgelegde steun wordt ten uitvoer gelegd door steun aan de noordelijke dimensie in het kader van de interregionale indicatieve programma’s. Andere kaders voor de tenuitvoerlegging van steun voor de Oostzeeregio zijn, in voorkomend geval, het programma voor de Oostzeeregio, het actieplan van de HELCOM voor de Oostzee, het gemeenschappelijk onderzoeksprogramma voor de Oostzee BONUS-19 en andere programma’s.

Een deel van dit krediet dient, met gepaste inachtneming van het Financieel Reglement, ter financiering van operaties die worden uitgevoerd door oudere vrijwillige deskundigen van de Unie die onder het ESSN (European Senior Services Network) vallen, met inbegrip van technische bijstand, adviesdiensten en opleiding in bepaalde openbare of particuliere bedrijven.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1).

19 08 01 04   Proefproject — Preventie- en herstelmaatregelen voor de bodem van de Oostzee

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

500 000

p.m.

200 000

0,—

998 147,18

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van een proefproject voor onderzoek naar de preventie van mogelijke vervuiling door onderzeese vuilstortplaatsen en voor het testen van methoden om het leven in de diepere lagen van de Oostzee te herstellen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

19 08 01 05   Voorbereidende actie — Minderheden in Rusland — Ontwikkeling van cultuur, media en maatschappelijk middenveld

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

2 500 000

p.m.

1 600 000

2 000 000,—

1 143 492,34

Toelichting

Deze voorbereidende actie dient ter invoering van een doeltreffend partnerschap met de Russische Federatie ter bevordering van de cultuur, het onderwijs, de media en het maatschappelijk middenveld van de vele etnische en nationale minderheden in Rusland. In het kader van deze voorbereidende actie wordt steun verleend aan activiteiten in verband met de bevordering en ontwikkeling van inheemse cultuur, onderwijs, media en het maatschappelijk middenveld.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

19 08 01 06   Voorbereidende actie — Nieuwe Europees-mediterrane strategie voor de bevordering van werkgelegenheid bij jongeren

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 500 000

750 000

       

Toelichting

In het kader van de ontluikende democratie in de buurlanden ten zuiden van de Middellandse Zee, vormt de stroom over en weer van jonge beroepsmensen afkomstig van beide zijden van de Middellandse Zee een belangrijk onderdeel van de consolidering van de democratie en de opneming van jonge beroepsmensen in de arbeidsmarkt.

De belangrijkste doelstelling van deze voorbereidende actie is de bevordering en verbetering van de wederzijdse uitwisseling van jonge beroepsmensen aan beide zijden van de Middellandse Zee. De activiteiten omvatten ook beroepsstages.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

19 08 01 08   Proefproject — Financiering ENB — Voorbereiding personeel op de werkzaamheden in verband met het EU-ENB

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

560 000

p.m.

500 000

0,—

0,—

Toelichting

Het nieuwe uitgebreide Europese nabuurschapsbeleid zoals dat door het Europees Parlement en de Raad in hun respectieve besluiten en resoluties is aangekondigd, met name in het licht van de twee belangrijkste nabuurschapsbeleidsprojecten, waaronder de Unie voor het Middellandse Zeegebied en het oostelijke partnerschap, vergt voorbereiding van de toekomstige gesprekspartners van de Unie, te weten het personeel dat in de buurlanden, van Marokko tot Belarus, banen zal bekleden die verband houden met het EU-ENB. Zij moeten volledig en vakkundig bekend worden gemaakt met de letter en de geest van het beleid en de instellingen van de Unie en van het acquis van de Unie.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

19 08 02     Grensoverschrijdende samenwerking — Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (ENPI)

Toelichting

De grensoverschrijdende samenwerking aan de buitengrenzen van de Unie is een belangrijke prioriteit in zowel het Europese nabuurschapsbeleid als het strategische partnerschap tussen de Unie en Rusland en in het kader van de synergie voor het Zwarte Zeegebied. Door de vaststelling van het Europese nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (ENPI) zijn de mogelijkheden voor grensoverschrijdende samenwerking zowel op kwalitatief als kwantitatief vlak sterk uitgebreid. In het kader van deze nieuwe aanpak zal voor grensoverschrijdende samenwerkingsprogramma’ s aan de buitengrenzen van de Unie een beroep kunnen worden gedaan op middelen uit zowel de externe als interne rubrieken van de algemene begroting van de Europese Unie; voorts zullen deze programma’s worden uitgevoerd volgens één geheel van regels, met name die welke in het raam van Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1) zijn vastgesteld. De totale bedragen van de bijdragen van de twee rubrieken zijn opgenomen in de twee begrotingsonderdelen van dit artikel.

Dit krediet dient ter financiering van een aantal grensoverschrijdende samenwerkingsprogramma’s die bij de land- en zeegrenzen zullen worden uitgevoerd. Met zulke programma’s wordt op concrete wijze aangegeven dat de Unie niet van plan is nieuwe scheidslijnen te trekken. Met deze programma’s wordt het onderlinge partnerschap tussen de grensregio's van de Unie en de buurlanden versterkt en worden deze regio's en worden landen geholpen bij het aanpakken van gemeenschappelijke ontwikkelingsproblemen. Deze programma’s zijn toegespitst op de volgende vijf hoofddoelstellingen:

 

bevordering van economische en sociale ontwikkeling in de regio's aan beide kanten van de gemeenschappelijke grenzen;

 

samenwerken om gemeenschappelijke uitdagingen te kunnen aanpakken op gebieden zoals milieu, volksgezondheid en de preventie en de strijd tegen georganiseerde misdaad;

 

zorgen voor efficiënte en veilige grenzen;

 

ondersteunen van lokale, grensoverschrijdende acties voor het bevorderen van intermenselijke contacten;

 

het stimuleren van de ontwikkeling van een maatschappelijk middenveld door onder andere sociale integratie te ondersteunen.

De in dit artikel opgenomen kredieten zullen ook worden gebruikt voor acties gericht op het verbeteren van de implementatiekwaliteit en -capaciteit, alsook voor acties gericht op het informeren van het grote publiek en de mogelijke begunstigden van de bijstand en voor acties die de zichtbaarheid van de bijstand van de Unie vergroten.

Bij een ernstige verslechtering in een bepaald land op het gebied van vrijheid, democratie, respect voor de grondrechten en de fundamentele vrijheden en de rechtsstaat kan de bijstand van de Unie worden teruggeschroefd en hoofdzakelijk worden gebruikt voor de ondersteuning van niet-publieke actoren voor maatregelen ter bevordering van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden. Afgezien van humanitaire hulp en implementatiehulp van ngo's, de agentschappen van de Verenigde Naties of onpartijdige actoren mag geen hulp aan regeringen worden verstrekt, als deze regeringen verantwoordelijk zijn voor een duidelijke verergering van de situatie op het gebied van democratie, de rechtsstaat en de eerbiediging van de fundamentele rechten en vrijheden.

19 08 02 01   Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 4

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

92 775 000

76 364 721

83 529 000

55 226 382

68 360 307,—

67 179 605,67

Toelichting

Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1).

19 08 02 02   Grensoverschrijdende samenwerking — Bijdrage uit rubriek 1b (Regionaal beleid)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

99 221 636

78 000 000

116 234 779

86 000 000

76 155 311,—

49 271 250,05

Toelichting

Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1).

19 08 03     Voltooiing van de financiële protocollen met landen van het Middellandse Zeegebied

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

21 600,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de voltooiing van de financiële protocollen met mediterrane landen. In dit krediet is onder andere de steun opgenomen voor de Europees-mediterrane investeringsfaciliteit binnen de Europese Investeringsbank; het krediet is bestemd voor de uitvoering van de in het kader van de derde en vierde financiële protocollen met de landen van het zuidelijke Middellandse Zeegebied voorziene financiële steunmaatregelen, andere dan die van de Europese Investeringsbank. Deze protocollen hebben betrekking op de periode van 1 november 1986 tot en met 31 oktober 1991, voor de derde financiële protocollen, en op de periode van 1 november 1991 tot en met 31 oktober 1996, voor de vierde financiële protocollen.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2210/78 van de Raad van 26 september 1978 betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Volksrepubliek Algerije (PB L 263 van 27.9.1978, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2211/78 van de Raad van 26 september 1978 betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 264 van 27.9.1978, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2212/78 van de Raad van 26 september 1978 betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 265 van 27.9.1978, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2213/78 van de Raad van 26 september 1978 betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte (PB L 266 van 27.9.1978, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2214/78 van de Raad van 26 september 1978 betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 267 van 27.9.1978, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2215/78 van de Raad van 26 september 1978 betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië (PB L 268 van 27.9.1978, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 2216/78 van de Raad van 26 september 1978 betreffende de sluiting van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 269 van 27.9.1978, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 3177/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Volksrepubliek Algerije (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 1).

Verordening (EEG) nr. 3178/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 8).

Verordening (EEG) nr. 3179/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 15).

Verordening (EEG) nr. 3180/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 22).

Verordening (EEG) nr. 3181/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 29).

Verordening (EEG) nr. 3182/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 36).

Verordening (EEG) nr. 3183/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 43).

Besluit 88/30/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Volksrepubliek Algerije (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 1).

Besluit 88/31/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 9).

Besluit 88/32/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 17).

Besluit 88/33/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 25).

Besluit 88/34/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 33).

Besluit 88/453/EEG van de Raad van 30 juni 1988 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 224 van 13.8.1988, blz. 32).

Besluit 92/44/EEG van de Raad van 19 december 1991 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 18 van 25.1.1992, blz. 34).

Besluit 92/206/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Democratische Volksrepubliek Algerije (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 13).

Besluit 92/207/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 21).

Besluit 92/208/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 29).

Besluit 92/209/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 37).

Verordening (EEG) nr. 1762/92 van de Raad van 29 juni 1992 betreffende de toepassing van de protocollen inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Gemeenschap en de mediterrane derde landen (PB L 181 van 1.7.1992, blz. 1), ingetrokken bij Verordening (EG) nr. 1638/2006 (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1).

Besluit 92/548/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 13).

Besluit 92/549/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 21).

Besluit 94/67/EG van de Raad van 24 januari 1994 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 32 van 5.2.1994, blz. 44).

Verordening (EG) nr. 1734/94 van de Raad van 11 juli 1994 betreffende de financiële en technische samenwerking met de westelijke Jordaanoever en de Gazastrook (PB L 182 van 16.7.1994, blz. 4), ingetrokken bij Verordening (EG) nr. 1638/2006 (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 213/96 van de Raad van 29 januari 1996 betreffende de tenuitvoerlegging van het financieel instrument „EC Investment Partners” ten behoeve van de landen van Latijns-Amerika, Azië en het Middellandse Zeegebied en Zuid-Afrika (PB L 28 van 6.2.1996, blz. 2).

HOOFDSTUK 19 09 — BETREKKINGEN MET LATIJNS-AMERIKA

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 09

BETREKKINGEN MET LATIJNS-AMERIKA

19 09 01

Samenwerking met ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika

4

364 323 000

277 589 580

377 286 000

295 175 489

355 186 297,50

286 581 789,69

19 09 02

Voorbereidende actie — Samenwerking met landen met een middeninkomen in Latijns-Amerika

4

p.m.

500 000

p.m.

2 000 000

0,—

568 773,—

19 09 03

Samenwerkingsactiviteiten anders dan officiële ontwikkelingshulp (Latijns-Amerika)

4

10 000 000

2 863 677

16 000 000

1 904 358

0,—

0,—

 

Hoofdstuk 19 09 — Totaal

 

374 323 000

280 953 257

393 286 000

299 079 847

355 186 297,50

287 150 562,69

Toelichting

Ontwikkelingssamenwerking in het kader van dit hoofdstuk heeft in eerste instantie tot doel bij te dragen tot de bevordering van democratie, goed bestuur, eerbiediging van de mensenrechten en de rechtsstaat en ondersteuning van duurzame ontwikkeling en economische integratie alsook tot de totstandkoming van de millenniumontwikkelingsdoelstellingen.

Overeenkomstig de verklaring van de Commissie over artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41) (DCI), voor landen omschreven als ontvanger van officiële ontwikkelingshulp (ODA) door de OESO-Commissie voor ontwikkelingsbijstand (DAC) blijft de Commissie jaarlijks verslag uitbrengen over de in het verleden gebruikte maar nu overbodige benchmark van 35 % van de steun aan ontwikkelingslanden die toegewezen moet worden aan sociale infrastructuur en dienstverlening, daarbij erkennend dat de uniale bijdrage moet worden gezien als deel van de algemene donorsteun aan de sociale sector en dat een bepaalde mate van flexibiliteit de norm dient te zijn. Bovendien zal de Commissie, eveneens overeenkomstig deze verklaring, zich ervoor inzetten om te waarborgen dat een benchmark van 20 % van de toegewezen steun in het kader van de landenprogramma’s, gedekt door het instrument voor ontwikkelingssamenwerking, tegen eind 2009 toegewezen zal worden aan basis- en secundair onderwijs en basisgezondheidszorg, door middel van begrotingssteun of steun voor projecten en programma’s in verband met deze sectoren, met een gemiddelde over alle geografische gebieden en erkennend dat een bepaalde mate van flexibiliteit de norm moet zijn, bijvoorbeeld als het gaat om steun in uitzonderlijke gevallen.

Uiterlijk op 1 juli van elk jaar zal de Commissie het Europees Parlement en de Raad een jaarverslag over het ontwikkelingsbeleid en de buitenlandse hulp van de Unie voorleggen, waarin zij alle op haar rustende reglementaire rapportageverplichtingen nakomt en de ontwikkelingssamenwerking omstandig toelicht, met name wat betreft de mate waarin de doelstellingen zijn verwezenlijkt. In dit verslag zullen met name:

 

de strategische doelstellingen van het ontwikkelingsbeleid van de Unie en haar bijdrage aan de verwezenlijking van de voormalige benchmark van 35 % voor sociale infrastructuur en dienstverlening en de huidige benchmark van 20 % voor basis- en secundair onderwijs en basisgezondheidszorg, in het kader van de geografische samenwerking onder het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking worden gepresenteerd en de doeltreffendheid en doelmatigheid worden beoordeeld van de samenwerking, met inbegrip van de voortgang met het coördineren van de steun, door de samenhang van de strategie van de Unie bij externe acties te verbeteren en door horizontale thema’s te integreren zoals gender, mensenrechten, conflictpreventie en milieu;

 

de belangrijkste resultaten van de evaluatie- en monitoringverslagen worden gepresenteerd, teneinde aan te geven in hoeverre de doelstellingen van de ondernomen acties worden verwezenlijkt;

 

de voornaamste aspecten van de samenwerking en de belangrijkste op dat gebied verrichte activiteiten in elke geografische regio worden samengevat, en

 

financiële gegevens worden verstrekt over de aan elke sector verleende hulp overeenkomstig de OESO-rapportagevereisten.

19 09 01     Samenwerking met ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

364 323 000

277 589 580

377 286 000

295 175 489

355 186 297,50

286 581 789,69

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor acties op het gebied van samenwerking met ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika die ten doel hebben:

 

institutionele ondersteuning bij goed bestuur te ondersteunen en hulp te bieden bij de consolidatie van de democratie, de mensenrechten en de rechtsstaat;

 

sociale cohesie te bevorderen en armoede en sociale uitsluiting te bestrijden, waarbij bijzondere aandacht moet gaan naar het doorbreken van de vicieuze cirkel van de armoede waarmee personen met een handicap worden geconfronteerd;

 

een kmo-vriendelijk ondernemingsklimaat te bevorderen door middel van eigendomsrechten, vermindering van administratieve rompslomp en betere toegang tot krediet, alsmede versterking van organisaties van kleine en middelgrote ondernemingen;

 

de regionale integratie te ondersteunen;

 

het niveau van het onderwijs en de gezondheidszorg te verbeteren;

 

een groter gebruik van informatie- en communicatietechnologieën te bevorderen;

 

de capaciteitsopbouw te ondersteunen, met name in minder ontwikkelde landen, om hen te helpen met hun integratie in het multilaterale handelsstelsel, in het bijzonder door hun capaciteit voor deelname aan de Wereldhandelsorganisatie (OMC) te vergroten;

 

stimulering van de overdracht van kennis en bevordering van contacten en samenwerking tussen actoren uit het bedrijfsleven van beide partijen;

 

het leefmilieu in de betrokken landen beter geschikt te maken voor economische expansie en dus voor ontwikkeling;

 

het duurzame gebruik van natuurlijke hulpbronnen, duurzame energie en de strijd tegen de klimaatverandering te bevorderen;

 

rampenpreventie en risicobeperking, met inbegrip van gevaren die verband houden met de klimaatverandering, te ondersteunen;

 

vakbonden, niet-gouvernementele organisaties en plaatselijke initiatieven te ondersteunen bij het toezicht op het effect van Europese investeringen op de nationale economie, met name gedragscodes en sectorale overeenkomsten die betrekking hebben op de eerbieding van normen inzake arbeid, milieu en sociale en mensenrechten;

 

de ontwikkeling van een maatschappelijk middenveld ondersteunen, minder goed vertegenwoordigde groepen aanmoedigen om zich te laten horen en deel te nemen aan maatschappelijke organisaties en de politiek, waarbij alle vormen van discriminatie moeten worden bestreden en de rechten van vrouwen en kinderen en andere kwetsbare groepen zoals personen met een handicap en ouderen moeten worden versterkt.

Een deel van dit krediet dient ter financiering van internationale programma’s ter bevordering van gendergelijkheid en ter bevordering van de rol van de vrouw, eveneens in het kader van UN Women.

Met uitzondering van humanitaire hulp mag geen bijstand aan regeringen worden verstrekt als een regering verantwoordelijk is voor de duidelijke verslechtering van de situatie op het gebied van democratie, de rechtsstaat en eerbiediging van de fundamentele rechten en vrijheden.

Dit krediet dient eveneens voor acties voor capaciteitsopbouw om landbouwproducenten in ontwikkelingslanden te helpen voldoen aan de sanitaire en fytosanitaire normen van de Unie, wat noodzakelijk is opdat zij toegang krijgen tot de uniale markt.

Indien hulp wordt verleend door middel van begrotingssteun, zal de Commissie de inspanningen van de partnerlanden steunen om parlementaire controle- en auditcapaciteit, alsmede transparantie te ontwikkelen, in overeenstemming met artikel 25, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Een deel van dit krediet dient ter ondersteuning van, onder meer, initiatieven als de EU-ALC Foundation (als besloten op de Top van staatshoofden en regeringsleiders van de EU en Latijns-Amerikaanse landen) en het Biarritz Forum.

Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Een deel van dit krediet dient, met gepaste inachtneming van het Financieel Reglement, ter financiering van operaties die worden uitgevoerd door ervaren deskundige vrijwilligers van de Unie die onder het European Senior Services Network (ESSN) vallen, met inbegrip van technische bijstand, adviesdiensten en opleiding in bepaalde openbare of particuliere bedrijven.

De kredieten onder dit artikel moeten worden geëvalueerd overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Deze evaluaties hebben onder meer betrekking op bepaalde initiële activiteiten en de resultaatketen (prestatie, resultaat, impact). De bevindingen ervan zullen worden gebruikt voor de opstelling van verdere maatregelen die met behulp van deze kredieten worden gefinancierd.

Afgezien van humanitaire hulp en implementatiehulp van ngo's, de agentschappen van de Verenigde Naties of onpartijdige actoren mag geen hulp aan regeringen worden verstrekt, als deze regeringen verantwoordelijk zijn voor een duidelijke verergering van de situatie op het gebied van democratie, de rechtstaat en de eerbiediging van de fundamentele rechten en vrijheden.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

Referentiebesluiten

Resolutie van het Europees Parlement van 1 juni 2006 over kleine en middelgrote ondernemingen in de ontwikkelingslanden (PB C 298 E van 8.12.2006, blz. 171).

19 09 02     Voorbereidende actie — Samenwerking met landen met een middeninkomen in Latijns-Amerika

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

500 000

p.m.

2 000 000

0,—

568 773,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van samenwerkingsmaatregelen in landen met een middeninkomen en andere ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika.

Dit krediet dient ter financiering van samenwerkingsmaatregelen die niet beantwoorden aan de criteria voor officiële ontwikkelingshulp zoals bepaald door de Commissie voor ontwikkelingsbijstand van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), en die bijgevolg niet binnen het bereik vallen van Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (artikel 2, lid 4) (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41), in het bijzonder maatregelen inzake samenwerking met sectoren die op eigen kracht tot ontwikkeling kunnen komen, zodat investeringen uit de algemene begroting van de Unie geen bijdrage leveren aan de armoedebestrijding in Latijns-Amerikaanse landen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Referentiebesluiten

Resolutie van het Europees Parlement van 15 februari 2007 betreffende landenstrategiedocumenten en indicatieve programma’s voor Maleisië, Brazilië en Pakistan (PB C 287 E van 29.11.2007, blz. 374).

Resolutie van het Europees Parlement van 7 juni 2007 betreffende de regionale strategiedocumenten en regionale indicatieve programma’s voor Mercosur en Latijns-Amerika (PB C 125 E van 22.5.2008, blz. 26).

Resolutie van het Europees Parlement van 9 juli 2008 betreffende de ontwerp-beschikking van de Commissie tot vaststelling van jaarlijkse actieprogramma’s voor Brazilië en Argentinië voor 2008 (PB C 294 E van 3.12.2009, blz. 19).

19 09 03     Samenwerkingsactiviteiten anders dan officiële ontwikkelingshulp (Latijns-Amerika)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 000 000

2 863 677

16 000 000

1 904 358

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet heeft tot doel activiteiten anders dan de ontwikkelingshulp te ondersteunen met het oog op de uitbouw van verdere contacten met partners op een bilaterale, regionale of multilaterale basis.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1338/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1934/2006 van de Raad tot vaststelling van een financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen en andere landen en gebieden met een hoog inkomen (PB L 347 van 30.12.2011, blz. 21).

HOOFDSTUK 19 10 — BETREKKINGEN MET AZIË, CENTRAAL-AZIË EN HET MIDDEN-OOSTEN (IRAK, IRAN, JEMEN)

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 10

BETREKKINGEN MET AZIË, CENTRAAL-AZIË EN HET MIDDEN-OOSTEN (IRAK, IRAN, JEMEN)

19 10 01

Samenwerking met ontwikkelingslanden in Azië

19 10 01 01

Samenwerking met ontwikkelingslanden in Azië

4

520 903 500

403 106 931

543 767 740

490 372 184

506 983 321,50

434 690 794,52

19 10 01 02

Steun voor herstel en wederopbouw van Afghanistan

4

198 915 000

152 729 442

200 000 000

147 587 745

170 000 000,—

126 083 032,81

19 10 01 03

Voorbereidende actie — Handels- en wetenschappelijke uitwisselingen met India

4

p.m.

2 300 000

2 500 000

0,—

1 362 440,—

19 10 01 04

Voorbereidende actie — Handels- en wetenschappelijke uitwisselingen met China

4

p.m.

3 300 000

4 200 000

0,—

3 164 817,19

19 10 01 05

Voorbereidende maatregel — Samenwerking met landen met een middeninkomen in Azië

4

p.m.

530 000

1 000 000

0,—

515 736,—

19 10 01 06

Voorbereidende actie — Europese Unie-Azië — Integratie van beleid en praktijk

4

p.m.

200 000

p.m.

650 000

1 000 000,—

0,—

 

Artikel 19 10 01 — Subtotaal

 

719 818 500

562 166 373

743 767 740

646 309 929

677 983 321,50

565 816 820,52

19 10 02

Samenwerking met ontwikkelingslanden in Centraal-Azië

4

105 232 000

72 546 485

107 186 000

76 174 320

142 948 425,91

61 546 273,43

19 10 03

Samenwerking met Irak, Iran en Jemen

4

52 651 000

38 182 361

38 947 000

42 848 055

46 971 523,73

50 843 348,46

19 10 04

Samenwerking anders dan officiële ontwikkelingshulp (Azië, Centraal-Azië, Irak, Iran en Jemen)

4

18 500 000

4 543 701

28 000 000

4 532 372

0,—

0,—

 

Hoofdstuk 19 10 — Totaal

 

896 201 500

677 438 920

917 900 740

769 864 676

867 903 271,14

678 206 442,41

Toelichting

Ontwikkelingssamenwerking in het kader van dit hoofdstuk heeft in eerste instantie tot doel bij te dragen tot de verwezenlijking van de millenniumontwikkelingsdoelstellingen, alsook tot de bevordering van democratie, goed bestuur, eerbiediging van de mensenrechten en de rechtsstaat, ondersteuning van duurzame ontwikkeling en economische integratie, en het bevorderen van conflictpreventie, conflictoplossing en verzoening. Overeenkomstig de verklaring van de Commissie over artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking ((PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41) (DCI) voor landen omschreven als ontvanger van officiële ontwikkelingshulp (ODA) door de OESO-Commissie voor ontwikkelingsbijstand (DAC), blijft de Commissie jaarlijks verslag uitbrengen over de in het verleden gebruikte maar nu overbodige benchmark van 35 % van de steun aan ontwikkelingslanden die toegewezen moet worden aan sociale infrastructuur en dienstverlening, daarbij erkennend dat de uniale bijdrage moet worden gezien als deel van de algemene donorsteun aan de sociale sector en dat een bepaalde mate van flexibiliteit de norm dient te zijn.

Bovendien zal de Commissie, eveneens overeenkomstig deze verklaring, zich ervoor inzetten om te waarborgen dat een benchmark van 20 % van de toegewezen steun in het kader van de landenprogramma’s, gedekt door het instrument voor ontwikkelingssamenwerking, toegewezen zal worden aan basis- en secundair onderwijs en basisgezondheidszorg, door middel van begrotingssteun of steun voor projecten en programma’s in verband met deze sectoren, met een gemiddelde over alle geografische gebieden en erkennend dat een bepaalde mate van flexibiliteit de norm moet zijn, bijvoorbeeld als het gaat om steun in uitzonderlijke gevallen.

Vóór 1 juli van elk jaar zal de Commissie het Europees Parlement en de Raad een jaarverslag over het ontwikkelingsbeleid en de buitenlandse hulp van de Unie voorleggen, waarin zij alle op haar rustende reglementaire rapportageverplichtingen nakomt en de ontwikkelingssamenwerking omstandig toelicht, met name wat betreft de mate waarin de doelstellingen zijn verwezenlijkt. In dit verslag zullen met name:

 

de strategische doelstellingen van het ontwikkelingsbeleid van de Europese Unie en haar bijdrage aan de verwezenlijking van de voormalige benchmark van 35 % voor sociale infrastructuur en dienstverlening en de huidige benchmark van 20 % voor basis- en secundair onderwijs en basisgezondheidszorg, in het kader van de geografische samenwerking onder het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking worden gepresenteerd en de doeltreffendheid en doelmatigheid worden beoordeeld van de samenwerking, met inbegrip van de voortgang met het coördineren van de steun, door de samenhang van de strategie van de Unie bij externe acties te verbeteren en door horizontale thema’s te integreren zoals gender, mensenrechten, conflictpreventie en milieu;

 

de belangrijkste resultaten van de evaluatie- en monitoringverslagen worden gepresenteerd, teneinde aan te geven in hoeverre de doelstellingen van de ondernomen acties worden verwezenlijkt;

 

de voornaamste aspecten van de samenwerking en de belangrijkste op dat gebied verrichte activiteiten in elke geografische regio worden samengevat, en

 

financiële gegevens worden verstrekt over de aan elke sector verleende hulp overeenkomstig de OESO-rapportagevereisten.

19 10 01     Samenwerking met ontwikkelingslanden in Azië

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van ontwikkelingacties in ontwikkelingslanden in Azië, en vooral in de armste daarvan, voor het verbeteren van de humane en sociale ontwikkeling alsook voor het oplossen van macro-economische en sectorale problemen. Er wordt voorrang verleend aan acties met een effect op de structuur van de economie, de ontwikkeling van de instellingen, de versterking van het maatschappelijk middenveld, waaronder maatregelen met betrekking tot democratisering, onderwijs, beroepsopleiding, een leven lang leren, academische en culturele uitwisselingen, wetenschappelijke en technologische uitwisselingen, het milieu, de tropische bossen, drugsbestrijdingscampagnes, regionale samenwerking, acties ter voorkoming van rampen en acties voor wederopbouw, alsmede de bevordering van duurzame energie en informatie- en telecommunicatietechnologie.

De Commissie publiceert elk jaar een verslag over alle activiteiten op het gebied van externe hulp.

Verder kan dit krediet worden gebruikt voor acties en maatregelen van horizontale aard die ten doel hebben het profiel of de bekendheid van de samenwerking tussen de Unie en de ontwikkelingslanden in Azië te vergroten.

Tevens wordt onder dit artikel de steun geboekt voor de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld, met name de steun voor activiteiten van niet-gouvernementele organisaties die de rechten van kwetsbare groepen, zoals vrouwen, kinderen, etnische minderheden en gehandicapten, bevorderen en beschermen.

Dit krediet dient tevens voor de bevordering van een kmo-vriendelijk handelsklimaat door middel van eigendomsrechten, vermindering van administratieve rompslomp en betere toegang tot krediet, alsmede versterking van kmo-verenigingen.

De opname van deze kredieten wordt afhankelijk gesteld van de naleving van de beginselen die de grondslag vormen voor de acties van de Unie.

Het krediet moet voorts ook ten goede komen aan de wederzijdse belangen van de Unie en haar partners, door de dekking van uiteenlopende acties zoals technische bijstand, opleiding, technologie-overdracht en institutionele ondersteuningen op de gebieden handelsbevordering, energie (in het bijzonder hernieuwbare energiebronnen), milieu, management enz., met het oog op:

 

de verbetering van het economische, sociale, culturele, juridische en regelgevingsklimaat en de bevordering van de economische betrekkingen en het handelsverkeer tussen de Unie en Azië;

 

de bevordering van de regionale integratie;

 

de ondersteuning van capaciteitsopbouw, met name in de minst ontwikkelde landen, zodat deze landen beter kunnen integreren in het multilaterale handelsstelsel, onder meer door verbetering van hun vermogen om deel te nemen in de Wereldhandelsorganisatie (WTO);

 

stimulering van de overdracht van kennis en bevordering van contacten en samenwerking tussen actoren uit het bedrijfsleven van beide partijen;

 

bevordering van een gunstig klimaat voor economische expansie en dus voor de ontwikkeling in de betrokken landen;

 

bevordering van sociale ontwikkeling, sociale samenhang en eerlijke inkomensverdeling;

 

aanmoediging van een groter gebruik van informatie- en communicatietechnologie.

Dit krediet dient tevens ter financiering van toekomstige initiatieven van de Unie ter ondersteuning en bevordering van een voortdurende dialoog en samenwerking tussen de particuliere sectoren en onderzoeksgemeenschappen in de Unie en India op een breed scala aan gebieden, door partnerschappen en uitwisselingen te versterken en aan te moedigen en gezamenlijke initiatieven te ondersteunen en door de informatiestroom op het gebied van toegang tot de handels- en investeringsmarkten te verbeteren, met name in het kader van een toekomstige vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en India.

Het dient tevens voor onderwijs aan kinderen die het slachtoffer zijn geweest van oorlogen of natuurrampen.

Er kunnen maatregelen worden medegefinancierd met niet-gouvernementele en internationale organisaties.

Dit krediet dient tevens ter ondersteuning van rampenpreventie en risicobeperking, met inbegrip van gevaren die verband houden met de klimaatverandering.

Dit krediet is ook bedoeld voor acties van de Unie in het kader van het wederopbouwproces in Afghanistan.

De Commissie houdt toezicht op de naleving van de voorwaarden die verbonden zijn aan de bijdrage van de Unie aan dit proces, met name de volledige uitvoering naar de letter en de geest van de Overeenkomst van Bonn/Petersberg. Zij houdt de begrotingsautoriteit op de hoogte van haar bevindingen en conclusies.

Dit krediet dient ook ter ondersteuning van de Afghaanse nationale drugsbestrijdingsstrategie, die onder andere als doel heeft een einde te maken aan de opiumproductie in Afghanistan en de opiumnetwerken en illegale exportroutes naar Europese landen te ontwrichten en te vernietigen.

Een deel van het krediet is bestemd voor de verbetering van de situatie van vrouwen, met prioriteit voor acties op het gebied van volksgezondheid en onderwijs, en ter ondersteuning van hun actieve betrokkenheid bij alle besluitvormingsgebieden en -niveaus, met inachtneming van het Financieel Reglement.

Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

De kredieten onder dit artikel moeten worden geëvalueerd overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Deze evaluaties hebben onder meer betrekking op bepaalde initiële activiteiten en de resultaatketen (prestatie, resultaat, impact). De bevindingen ervan zullen worden gebruikt voor de opstelling van verdere maatregelen die met behulp van deze kredieten worden gefinancierd.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Een deel van dit krediet dient, met gepaste inachtneming van het Financieel Reglement, ter financiering van operaties die worden uitgevoerd door oudere deskundige vrijwilligers van de Unie die onder het European Senior Services Network (ESSN) vallen, met inbegrip van technische bijstand, adviesdiensten en opleiding in bepaalde openbare of particuliere bedrijven.

Een deel van dit krediet dient ter financiering van internationale programma’s ter bevordering van gendergelijkheid en ter bevordering van de rol van de vrouw, eveneens in het kader van UN Women.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

Referentiebesluiten

Resolutie van het Europees Parlement van 1 juni 2006 over kleine en middelgrote ondernemingen in de ontwikkelingslanden (PB C 298 E van 8.12.2006, blz. 171).

19 10 01 01   Samenwerking met ontwikkelingslanden in Azië

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

520 903 500

403 106 931

543 767 740

490 372 184

506 983 321,50

434 690 794,52

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van ontwikkelingacties in ontwikkelingslanden in Azië, en vooral in de armste daarvan, voor het verbeteren van de humane en sociale ontwikkeling alsook voor het oplossen van macro-economische en sectorale problemen. Overeenkomstig de verklaring van de Commissie over artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41), zal de Commissie zich ervoor inzetten om te waarborgen dat een benchmark van 20 % van de toegewezen steun in het kader van de landenprogramma’s, gedekt door het instrument voor ontwikkelingssamenwerking, toegewezen zal worden aan basis- en secundair onderwijs en basisgezondheidszorg, door middel van begrotingssteun of steun voor projecten en programma’s in verband met deze sectoren, met een gemiddelde over alle geografische gebieden en erkennend dat een zekere mate van flexibiliteit de norm moet zijn, bijvoorbeeld als het gaat om gevallen waarin uitzonderlijke steun moet worden verleend.

Er wordt voorrang verleend aan acties met een effect op de structuur van de economie, de ontwikkeling van de instellingen, de versterking van het maatschappelijk middenveld, waaronder maatregelen met betrekking tot democratisering, toegang voor alle jongens, meisjes, vrouwen en kinderen met een handicap tot basis- en secundair onderwijs, het milieu en het duurzame beheer van natuurlijke hulpbronnen, met inbegrip van tropische bossen, regionale samenwerking, rampenpreventie en risicobeperking, met inbegrip van gevaren die verband houden met de klimaatverandering, en acties voor wederopbouw, alsmede de bevordering van duurzame energie, de strijd tegen de klimaatverandering en informatie- en telecommunicatietechnologie.

Tevens dient dit krediet ter bevordering van maatregelen die bijdragen aan conflictpreventie, conflictoplossing en verzoening.

Verder dient dit krediet ter dekking van de kosten van acties en maatregelen van horizontale aard die ten doel hebben het profiel of de bekendheid van de samenwerking tussen de Unie en de ontwikkelingslanden in Azië te vergroten.

Tevens wordt onder deze post de steun geboekt voor de ontwikkeling van de civiele samenleving, met name de steun voor activiteiten van niet-gouvernementele organisaties die de rechten van kwetsbare groepen, zoals vrouwen, kinderen, etnische minderheden en gehandicapten, bevorderen en beschermen.

Dit krediet dient tevens ter ondersteuning van microfinancieringsprogramma’s.

Dit krediet dient eveneens voor acties voor capaciteitsopbouw om landbouwproducenten in ontwikkelingslanden te helpen voldoen aan de sanitaire en fytosanitaire normen van de Unie, wat noodzakelijk is opdat zij toegang krijgen tot de uniale markt.

De opname van deze kredieten wordt afhankelijk gesteld van de naleving van de beginselen die de grondslag vormen voor de acties van de Unie.

Tevens dient het ter financiering van maatregelen met een effect op de structuur van de economie en de ontwikkeling van de instellingen.

Het krediet dient voorts ter dekking van technische bijstand, opleiding, technologie-overdracht en institutionele ondersteuning op het gebied van handelsbevordering, energie (met name hernieuwbare energiebronnen), milieu, management, enz., met het oog op:

 

bevordering van de regionale integratie;

 

ondersteuning van capaciteitsopbouw, met name in de minst ontwikkelde landen, zodat deze landen beter kunnen integreren in het multilaterale handelsstelsel, onder meer door verbetering van hun vermogen om deel te nemen in de Wereldhandelsorganisatie (WTO);

 

stimulering van de overdracht van kennis en bevordering van contacten en samenwerking tussen actoren uit het bedrijfsleven van beide partijen;

 

bevordering van sociale ontwikkeling, sociale samenhang en eerlijke inkomensverdeling;

 

een groter gebruik van informatie- en communicatietechnologieën te bevorderen;

 

het bevorderen van de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld, waarbij minder goed vertegenwoordigde groepen worden aangemoedigd zich te laten horen en deel te nemen aan maatschappelijke organisaties en de politiek en waarbij alle vormen van discriminatie moeten worden bestreden, en het versterken van de rechten van vrouwen en kinderen en andere kwetsbare groepen zoals personen met een handicap en ouderen.

Het dient ook ter financiering van onderwijs voor kinderen die het slachtoffer zijn van oorlog of natuurrampen.

Er kunnen maatregelen worden medegefinancierd met niet-gouvernementele en internationale organisaties.

Een deel van het krediet is bestemd voor de verbetering van de situatie van vrouwen, met prioriteit voor acties op het gebied van volksgezondheid en onderwijs, en ter ondersteuning van hun actieve betrokkenheid bij alle besluitvormingsgebieden en -niveaus, met passende inachtneming van het Financieel Reglement.

Een deel van dit krediet is bestemd voor acties ter controle en verwijdering van antipersoneelsmijnen, explosieve overblijfselen van oorlogshandelingen en onwettige handvuurwapens en lichte wapens.

Indien hulp wordt verleend door middel van begrotingssteun, zal de Commissie de inspanningen van de partnerlanden steunen om parlementaire controle- en auditcapaciteit, alsmede transparantie te ontwikkelen, in overeenstemming met artikel 25, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement. De op het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve steun ingeschreven bedragen zullen worden vastgelegd in de bijdrageovereenkomsten voor elk operationeel programma, met een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het overeenstemmende programma voor elk hoofdstuk.

Een deel van dit krediet dient ter verbetering van de positie van christenen en andere religieuze minderheden in Pakistan.

Een deel van dit krediet dient, met gepaste inachtneming van het Financieel Reglement, ter financiering van operaties die worden uitgevoerd door oudere deskundige vrijwilligers van de Unie die onder het European Senior Services Network (ESSN) vallen, met inbegrip van technische bijstand, adviesdiensten en opleiding in bepaalde openbare of particuliere bedrijven.

De kredieten onder dit artikel moeten worden geëvalueerd overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Deze evaluaties hebben onder meer betrekking op bepaalde initiële activiteiten en de resultaatketen (prestatie, resultaat, impact). De bevindingen ervan zullen worden gebruikt voor de opstelling van verdere maatregelen die met behulp van deze kredieten worden gefinancierd.

Een deel van dit krediet dient ter financiering van internationale programma’s ter bevordering van gendergelijkheid en ter bevordering van de rol van de vrouw, eveneens in het kader van UN Women.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

19 10 01 02   Steun voor herstel en wederopbouw van Afghanistan

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

198 915 000

152 729 442

200 000 000

147 587 745

170 000 000,—

126 083 032,81

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van acties van de Unie in het kader van het wederopbouwproces in Afghanistan. Het wordt aangevuld met uitgaven van andere hoofdstukken en artikelen, waarop verschillende procedures van toepassing zijn.

De Commissie houdt toezicht op de naleving van de voorwaarden die verbonden zijn aan de bijdrage van de Unie aan dit proces, met name de volledige uitvoering van het post-Bonn-proces. Zij houdt de begrotingsautoriteit op de hoogte van haar bevindingen en conclusies.

Dit krediet dient ter ondersteuning van sociale basisvoorzieningen en de economische ontwikkeling in Afghanistan.

Het dient tevens ter ondersteuning van de Afghaanse nationale strategie voor de drugscontrole, inclusief het stopzetten van de opiumproductie in Afghanistan, alsook van de verstoring en vernietiging van de opiumnetwerken en illegale exportroutes naar Europese landen.

Een belangrijk deel van dit krediet moet exclusief worden gebruikt voor het starten van een vijfjarenplan voor het afbouwen van de opiumteelt, door deze te vervangen door alternatieve producten en met als doel het bereiken van controleerbare resultaten, overeenkomstig de wensen van het Europees Parlement in zijn verslag „Een nieuwe strategie voor Afghanistan” van 16 december 2010.

Dit krediet is ook bestemd voor de bijdrage van de Unie aan het proces dat, overeenkomstig de verbintenissen die de Europese Gemeenschap op de conferentie van Tokio in januari 2002 is aangegaan, de terugkeer van Afghaanse vluchtelingen en ontheemden naar hun land en streek van herkomst mogelijk maakt.

Dit krediet dient tevens ter dekking van activiteiten van vrouwenorganisaties die reeds lange tijd opkomen voor de rechten van Afghaanse vrouwen.

De Unie moet haar financiële steun voor Afghanistan verhogen op de volgende terreinen: gezondheidszorg (bouw en renovatie van ziekenhuizen, voorkomen van kindersterfte), kleine en middelgrote infrastructuurprojecten (herstel van het wegennet, dijken, enz.). Eveneens moet worden gezorgd voor de effectieve implementatie van maatregelen in verband met werkzekerheid en voedselzekerheid.

Een deel van dit krediet dient voor het mainstreamen van rampenrisicovermindering op basis van verantwoordelijkheid en van nationale strategieën van vaak door rampen getroffen landen.

Een deel van het krediet is bestemd voor de verbetering van de situatie van vrouwen, met prioriteit voor acties op het gebied van volksgezondheid en onderwijs, en ter ondersteuning van hun actieve betrokkenheid bij alle besluitvormingsgebieden en -niveaus, met passende inachtneming van het Financieel Reglement.

Ook bij alle andere acties en projecten waaraan met deze kredieten steun wordt gegeven, zal bijzondere aandacht worden besteed aan de situatie van vrouwen en meisjes.

Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

19 10 01 03   Voorbereidende actie — Handels- en wetenschappelijke uitwisselingen met India

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

2 300 000

2 500 000

0,—

1 362 440,—

Toelichting

Deze voorbereidende actie is bestemd voor het ondersteunen van uitwisselingen tussen Europese en Indiase bedrijven, bedrijfstakken en onderzoeksinstellingen. Dit is van belang om de contacten tussen de zakenwereld en onderzoekers van de Unie in snel groeiende economieën zoals India te verbeteren. Deze actie strookt met de resolutie van het Europees Parlement van 18 mei 2006 over de begroting 2007: Mededeling van de Commissie over de jaarlijkse beleidsstrategie (JBS) (PB C 297 E van 7.12.2006, blz. 357) waarin staat dat er onvoldoende aandacht wordt besteed aan de enorme en uiterst snelle veranderingen die de wereldeconomie ondergaat, met name in opkomende economieën zoals China en India.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

19 10 01 04   Voorbereidende actie — Handels- en wetenschappelijke uitwisselingen met China

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

3 300 000

4 200 000

0,—

3 164 817,19

Toelichting

Deze voorbereidende actie is bestemd voor het ondersteunen van uitwisseling van Europese en Chinese zakenlieden en wetenschappers van universiteiten en onderzoeksinstellingen. Dit is van belang om de contacten tussen de zakenwereld en onderzoekers van de Unie in snel groeiende economieën zoals China te verbeteren. Deze actie strookt met paragraaf 4 van de resolutie van het Europees Parlement van 18 mei 2006 over de begroting 2007: Mededeling van de Commissie over de jaarlijkse beleidsstrategie (JBS) (PB C 297 E van 7.12.2006, blz. 357) waarin staat dat er onvoldoende aandacht wordt besteed aan de enorme en uiterst snelle veranderingen die de wereldeconomie ondergaat, met name in opkomende economieën zoals China en India.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

19 10 01 05   Voorbereidende maatregel — Samenwerking met landen met een middeninkomen in Azië

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

530 000

1 000 000

0,—

515 736,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van samenwerkingsmaatregelen in landen met een middeninkomen en andere ontwikkelingslanden in Azië die niet beantwoorden aan de criteria voor officiële ontwikkelingshulp zoals bepaald door de Commissie voor ontwikkelingsbijstand van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), en die bijgevolg niet binnen het bereik vallen van Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (artikel 2, lid 4) (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41), in het bijzonder maatregelen inzake samenwerking met sectoren die op eigen kracht tot ontwikkeling kunnen komen, zodat investeringen uit de algemene begroting van de Unie geen bijdrage leveren aan de armoedebestrijding in Aziatische landen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Referentiebesluiten

Resolutie van het Europees Parlement van 15 februari 2007 betreffende landenstrategiedocumenten en indicatieve programma’s voor Maleisië, Brazilië en Pakistan (PB C 287 E van 29.11.2007, blz. 374);

Resolutie van het Europees Parlement van 21 juni 2007 betreffende de regionale strategie en het indicatieve meerjarenprogramma voor Azië (PB C 146 E van 12.6.2008, blz. 257);

Resolutie van het Europees Parlement van 25 oktober 2007 betreffende de ontwerp-beschikking van de Commissie tot vaststelling van een bijzondere maatregel voor 2007 voor Irak (PB C 263 E van 16.10.2008, blz. 624).

19 10 01 06   Voorbereidende actie — Europese Unie-Azië — Integratie van beleid en praktijk

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

200 000

p.m.

650 000

1 000 000,—

0,—

Toelichting

De voorbereidende actie is bestemd voor een integrerende benadering van de ontwikkeling en uitoefening van beleid voor Europese Unie-Azië. Deze alomvattende benadering zoals ontwikkeld door het European Institute for Asian Studies betreft activiteiten onder meerdere rechtsgrondslagen en ondergebracht onder een groot aantal begrotingslijnen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

19 10 02     Samenwerking met ontwikkelingslanden in Centraal-Azië

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

105 232 000

72 546 485

107 186 000

76 174 320

142 948 425,91

61 546 273,43

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering of gedeeltelijke financiering van bijstandsmaatregelen op het niveau van regeringen, instellingen, niet-gouvernementele organisaties en de particuliere sector ter ondersteuning van armoedevermindering, de bevordering en bescherming van de mensenrechten, de overgang naar een markteconomie, versterking van de democratie en de rechtsstaat en de bevordering van conflictpreventie, conflictoplossing en verzoening in de partnerlanden.

De bovengenoemde maatregelen omvatten onder andere ondersteuning voor institutionele, juridische en administratieve hervormingen, ondersteuning van de particuliere sector en bijstand voor economische ontwikkeling, ondersteuning voor maatregelen ter verzachting van de sociale gevolgen van de overgang, met inbegrip van hervormingen van de sociale sectoren, de ontwikkeling van infrastructuurnetwerken, de bevordering van de milieubescherming en het beheer van natuurlijke hulpbronnen, duurzame energie, de strijd tegen de klimaatverandering, rampenpreventie en risicobeperking, met inbegrip van gevaren die verband houden met de klimaatverandering, en de ontwikkeling van de plattelandseconomie.

Dit krediet dient tevens ter financiering van acties op het gebied van sociale basisvoorzieningen, waaronder basisonderwijs, basisgezondheidszorg, reproductieve gezondheidszorg, met inbegrip van hiv/aids, de bestrijding van gedwongen abortus, genitale verminking bij vrouwen en gedwongen sterilisatie, basisdrinkwatervoorziening en sanitaire basisvoorzieningen.

Het krediet moet gedeeltelijk worden gebruikt, met passende inachtneming van het Financieel Reglement, voor de bevordering van de democratie en de rechtsstaat.

Een deel van dit krediet is bestemd voor acties ter controle en verwijdering van antipersoneelsmijnen, explosieve overblijfselen van oorlogshandelingen en onwettige handvuurwapens en lichte wapens.

Dit krediet dient eveneens voor acties voor capaciteitsopbouw om landbouwproducenten in ontwikkelingslanden te helpen voldoen aan de sanitaire en fytosanitaire normen van de Unie, wat noodzakelijk is opdat zij toegang krijgen tot de uniale markt.

Indien hulp wordt verleend door middel van begrotingssteun, zal de Commissie de inspanningen van de partnerlanden steunen om parlementaire controle- en auditcapaciteit, alsmede transparantie te ontwikkelen, in overeenstemming met artikel 25, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

Deze bijdragen geboekt onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten vormen bestemmingsontvangsten, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement. De op het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve steun ingeschreven bedragen zullen worden vastgelegd in de bijdrageovereenkomsten voor elk operationeel programma, met een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het overeenstemmende programma voor elk hoofdstuk.

De kredieten onder dit artikel moeten worden geëvalueerd overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Deze evaluaties hebben onder meer betrekking op bepaalde initiële activiteiten en de resultaatketen (prestatie, resultaat, impact). De bevindingen ervan zullen worden gebruikt voor de opstelling van verdere maatregelen die met behulp van deze kredieten worden gefinancierd.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Een deel van dit krediet dient, met gepaste inachtneming van het Financieel Reglement, ter financiering van operaties die worden uitgevoerd door oudere deskundige vrijwilligers van de Unie die onder het European Senior Services Network (ESSN) vallen, met inbegrip van technische bijstand, adviesdiensten en opleiding in bepaalde openbare of particuliere bedrijven.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

19 10 03     Samenwerking met Irak, Iran en Jemen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

52 651 000

38 182 361

38 947 000

42 848 055

46 971 523,73

50 843 348,46

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van acties in Irak, Jemen en, afhankelijk van de huidige analyse van de Commissie in dit gebied, potentieel ook acties op het gebied van menselijke en sociale ontwikkeling in Iran. Wat Irak betreft, is het krediet bestemd ter dekking van acties van de Unie in het kader van het wederopbouwproces in Irak. In Jemen betreft het acties die gericht zijn op het bevorderen van goed bestuur en armoedebestrijding (ondersteuning van sociale sectoren en de private sector).

Dit krediet dient eveneens voor acties voor capaciteitsopbouw om landbouwproducenten in ontwikkelingslanden te helpen voldoen aan de sanitaire en fytosanitaire normen van de Unie, wat noodzakelijk is opdat zij toegang krijgen tot de uniale markt.

Eventuele inkomsten afkomstig van financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. De onder artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Bij de uitvoering van het krediet moet rekening worden gehouden met de resolutie van het Europees Parlement over de benadering van Iran door de EU (2010/2050(INI)) van 10 maart 2011, teneinde de voorwaarden voor te bereiden om de Unie in staat te stellen in de toekomst een delegatie in Iran te openen.

De kredieten onder dit artikel moeten worden geëvalueerd overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Deze evaluaties hebben onder meer betrekking op bepaalde initiële activiteiten en de resultaatketen (prestatie, resultaat, impact). De bevindingen ervan zullen worden gebruikt voor de opstelling van verdere maatregelen die met behulp van deze kredieten worden gefinancierd.

Een deel van dit krediet dient, voldoende rekening houdend met de bepalingen van het Financieel Reglement, ter financiering van operaties die worden uitgevoerd door oudere deskundige vrijwilligers van de Unie die onder het European Senior Services Network (ESSN) vallen, met inbegrip van technische bijstand, adviesdiensten en opleiding in bepaalde openbare of particuliere bedrijven.

Een deel van dit krediet dient ter financiering van internationale programma’s ter bevordering van gendergelijkheid en ter bevordering van de rol van de vrouw, eveneens in het kader van UN Women.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

Referentiebesluiten

Resolutie van het Europees Parlement van 10 maart 2011 over de benadering van Iran door de EU (2010/2050(INI))

19 10 04     Samenwerking anders dan officiële ontwikkelingshulp (Azië, Centraal-Azië, Irak, Iran en Jemen)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 500 000

4 543 701

28 000 000

4 532 372

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet heeft tot doel activiteiten anders dan de ontwikkelingshulp te ondersteunen met het oog op de uitbouw van verdere contacten met partners op een bilaterale, regionale of multilaterale basis en de activiteiten van het Coördinatieplatform voor de internationalisatie van EU-bedrijven te financieren.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1338/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1934/2006 van de Raad tot vaststelling van een financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen en andere landen en gebieden met een hoog inkomen (PB L 347 van 30.12.2011, blz. 21).

HOOFDSTUK 19 11 — BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET BELEIDSTERREIN „EXTERNE BETREKKINGEN”

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 11

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET BELEIDSTERREIN „EXTERNE BETREKKINGEN”

19 11 01

Evaluatie van de resultaten van uniale hulp en follow-up- en auditmaatregelen

4

14 000 000

11 454 708

14 000 000

13 330 506

14 000 000,—

12 418 392,72

19 11 02

Voorlichtingsprogramma’s gericht op derde landen

4

11 500 000

13 077 458

12 500 000

12 378 327

13 262 412,73

18 924 159,67

19 11 03

De Europese Unie in de wereld

4

2 500 000

3 913 692

4 000 000

2 856 537

3 948 840,10

3 747 155,87

19 11 05

Voorbereidende actie — Strategische milieueffectbeoordeling van de ontwikkeling van het Europese Noordpoolgebied

4

1 000 000

500 000

       
 

Hoofdstuk 19 11 — Totaal

 

29 000 000

28 945 858

30 500 000

28 565 370

31 211 252,83

35 089 708,26

19 11 01     Evaluatie van de resultaten van uniale hulp en follow-up- en auditmaatregelen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 000 000

11 454 708

14 000 000

13 330 506

14 000 000,—

12 418 392,72

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van evaluaties, toezicht en steunmaatregelen tijdens de fase van programmering, opstelling, uitvoering en evaluatie van ontwikkelingsmaatregelen, -strategieën en -beleid, waaronder:

 

studies naar de effectiviteit, doeltreffendheid, relevantie, impact en levensvatbaarheid;

 

monitoring van maatregelen tijdens hun uitvoering en na de voltooiing ervan;

 

steunmaatregelen ter verbetering van de kwaliteit van de monitoring van lopende maatregelen en de voorbereiding van toekomstige maatregelen;

 

voorlichting en feedback over bevindingen, conclusies en aanbevelingen van de evaluaties naar het besluitvormingsproces;

 

verbetering van de gebruikte methoden, teneinde de kwaliteit en toepasselijkheid van de evaluaties te verhogen;

 

feedback en voorlichting over methodologische vooruitgang ter verbetering van de kwaliteit en de bruikbaarheid van de evaluaties;

 

onderzoek naar mogelijke evaluatiemethoden voor programma’s die op niet-structurele maatregelen gebaseerd zijn, zoals alle maatregelen die verband houden met vredeshandhaving, vredesonderwijs, verzoening, enz.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de financiering van auditactiviteiten met betrekking tot het beheer van de op het gebied van de buitenlandse hulp door de Commissie ten uitvoer gelegde programma’s en projecten. Het dient voorts ter dekking van de financiering van opleidingsactiviteiten toegespitst op de specifieke voorschriften betreffende de buitenlandse hulp van de Unie en georganiseerd ten behoeve van externe auditors.

Bovendien dient dit krediet ter ondersteuning van de voortdurende inspanningen voor de ontwikkeling van meetinstrumenten en indicatoren van de resultaten van ontwikkelingssamenwerking.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

19 11 02     Voorlichtingsprogramma’s gericht op derde landen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

11 500 000

13 077 458

12 500 000

12 378 327

13 262 412,73

18 924 159,67

Toelichting

De in het kader van dit artikel te verrichten voorlichtingsactiviteiten kunnen in twee grote categorieën worden ingedeeld: horizontale activiteiten en logistieke ondersteuning vanuit de zetel, en activiteiten die in derde landen en ten aanzien van internationale organisaties door delegaties van de Unie worden ondernomen.

Activiteiten die vanuit de zetel worden ondernomen:

 

het programma EUVP (European Union Visitors Programme — Bezoekersprogramma van de Europese Unie), een gezamenlijk programma van het Europees Parlement en de Commissie, biedt jaarlijks ongeveer 170 door de delegaties van de Unie voorgestelde personen de gelegenheid om in contact te komen met de Unie door middel van een bezoek aan het Europees Parlement en de Commissie in het kader van een individueel, op maat gesneden thematisch bezoekersprogramma;

 

de productie en distributie van publicaties over prioritaire onderwerpen in het kader van een jaarprogramma;

 

de productie en distributie van audiovisueel materiaal;

 

de ontwikkeling van voorlichting in elektronische vorm (via internet en e-mailsystemen);

 

de organisatie van bezoeken voor groepen journalisten;

 

de ondersteuning van voorlichtingsacties door opinieleiders, in samenhang met de prioriteiten van de Unie;

De Commissie zal nieuwsuitzendingen in het Farsi blijven financieren.

Gedecentraliseerde activiteiten van delegaties van de Unie in derde landen en ten aanzien van internationale organisaties

Overeenkomstig de communicatiedoelstellingen die voor iedere regio en ieder land zijn vastgesteld, stellen de delegaties van de Unie een jaarlijks communicatieplan op dat na goedkeuring door de hoofdzetel uit de begroting wordt gefinancierd en dat betrekking heeft op de volgende activiteiten:

 

websites;

 

contacten met de media (persconferenties, studiebijeenkomsten, radioprogramma’s, enz.);

 

voorlichtingsmateriaal (overige publicaties, grafisch materiaal, enz.);

 

organisatie van evenementen, inclusief culturele activiteiten;

 

nieuwsbrieven;

 

voorlichtingscampagnes.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

19 11 03     De Europese Unie in de wereld

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 500 000

3 913 692

4 000 000

2 856 537

3 948 840,10

3 747 155,87

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van prioritaire voorlichtings- en communicatieactiviteiten die zijn gericht op de burgers van de Unie en betrekking hebben op het gehele buitenlandse beleid van de Unie.

In de voorlichtingsacties zullen onderstaande gebieden aan de orde worden gesteld, maar kan ook aandacht worden besteed aan andere aspecten van de buitenlandse betrekkingen van de Unie, met name in verband met de toekomst van het buitenlandse beleid van de Unie:

 

de onbekendheid van het grote publiek met de buitenlandse hulp aanpakken. Het doel hiervan is te verduidelijken dat de buitenlandse hulp onlosmakelijk deel uitmaakt van de activiteiten van de Unie en een van de cruciale beleidsvormen is die het gezicht van de Unie en haar rol in de wereld bepalen en het besef te laten doordringen dat Unie namens de burgers van de Unie tastbare resultaten behaalt op het vlak van armoedebestrijding en het bevorderen van duurzame mondiale ontwikkeling van hoge kwaliteit.

 

het „Europees nabuurschapsbeleid” (ENB). Het Europees nabuurschapsbeleid bouwt voort op een mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 11 maart 2003, getiteld „De grotere Europese nabuurschap: een nieuw kader voor de betrekkingen met de oostelijke en zuidelijke buurlanden” (COM(2003) 104 definitief). Met de onder deze activiteit vallende maatregelen zal opnieuw informatie worden verstrekt over de activiteiten van de Unie in het kader van haar Europees nabuurschapsbeleid;

 

in samenwerking met de Raad te verrichten voorlichtingsactiviteiten over de doelstellingen en de ontwikkeling van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid;

 

de organisatie van bezoeken voor groepen van vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld.

De Commissie heeft twee mededelingen aan het Europees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's aangenomen betreffende een nieuw kader voor praktische samenwerking in verband met het voorlichtings- en communicatiebeleid van de Europese Unie (COM(2001) 354 definitief en COM(2002) 350 definitief). In deze mededelingen wordt een kader voorgesteld voor interinstitutionele samenwerking tussen de instellingen en de lidstaten met het oog op de ontwikkeling van een voorlichtings- en communicatiestrategie van de Unie.

De Interinstitutionele Groep voor voorlichting (IGV), die gezamenlijk wordt voorgezeten door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie, stelt gezamenlijke richtsnoeren vast voor de onderwerpen die onder de interinstitutionele samenwerking op het gebied van voorlichting en communicatie vallen. De IGV coördineert de op het grote publiek gerichte gecentraliseerde en gedecentraliseerde voorlichtingsactiviteiten over Europese onderwerpen. De IGV stelt jaarlijks de prioriteiten voor de komende jaren vast, op basis van door de Commissie verstrekte informatie.

Op dit artikel mogen, ongeacht de begunstigde van de actie, geen administratieve uitgaven worden afgeboekt.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).

Taak die voortvloeit uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

19 11 05     Voorbereidende actie — Strategische milieueffectbeoordeling van de ontwikkeling van het Europese Noordpoolgebied

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

500 000

       

Toelichting

Deze voorbereidende actie betreft een strategische milieueffectbeoordeling van de ontwikkeling van het Europese Noordpoolgebied. Het doel van deze voorbereidende actie is te zorgen voor een verhoogd bewustzijn met betrekking tot het Noordpoolgebied en het veranderende politieke, economische en milieulandschap ervan, de gevolgen van het Uniebeleid. Ze heeft ook ten doel te zorgen voor een verhoogd bewustzijn van de effectbeoordelingen en hun belang als instrument en kanaal om informatie te verzamelen voor besluitvormers en beleidsmakers, en de daarmee samenhangende juridische procedures.

De strategische milieueffectbeoordeling van de ontwikkeling van het Europese Noordpoolgebied zal worden uitgevoerd met gebruikmaking van een netwerk van vooraanstaande Arctische communicatie- en onderzoekscentra en universiteiten binnen en buiten de Unie, waarbij contacten worden gelegd om wederzijdse informatie-uitwisseling tussen de instellingen van de Unie en de Arctische belanghebbenden te bevorderen en het contact met het maatschappelijk middenveld van de EU te stimuleren. Bovendien zou hiermee de dialoog binnen de UNie worden vergemakkelijkt, de Agenda21 worden ondersteund, zou de Unie op de hoogte komen van inzichten en bijdragen en nauw betrokken worden bij de beoordelende activiteiten van de Arctische Raad zoals bepaald op diens ministeriële bijeenkomst in mei 2011.

Tot slot dient deze voorbereidende actie om de toekomstige oprichting van het EU Informatiecentrum voor het Noordpoolgebied vooruit te helpen, zoals vastgelegd in de mededeling van de Commissie over de Europese Unie en het Noordpoolgebied van 20 november 2008 en de resolutie van het Europees Parlement van 20 januari 2011 over een duurzaam EU-beleid voor het hoge noorden.

De Raad heeft in zijn conclusies van 8 december 2009 betreffende Arctische kwesties aangegeven het toegenomen gebruik van strategische milieueffectbeoordelingen te steunen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

HOOFDSTUK 19 49 — UITGAVEN VOOR ADMINISTRATIEF BEHEER VAN PROGRAMMA’S WAARVOOR KREDIETEN ZIJN VASTGELEGD OVEREENKOMSTIG HET OUDE FINANCIEEL REGLEMENT

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 49

UITGAVEN VOOR ADMINISTRATIEF BEHEER VAN PROGRAMMA’S WAARVOOR KREDIETEN ZIJN VASTGELEGD OVEREENKOMSTIG HET OUDE FINANCIEEL REGLEMENT

19 49 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Externe betrekkingen”

19 49 04 04

Financiële en technische samenwerking met Aziatische ontwikkelingslanden — Uitgaven voor administratief beheer

4

p.m.

p.m.

0,—

0,—

19 49 04 05

Financiële en technische samenwerking met Latijns-Amerikaanse ontwikkelingslanden — Uitgaven voor administratief beheer

4

p.m.

p.m.

0,—

0,—

19 49 04 06

Bijstand aan de partnerlanden van Oost-Europa en Centraal-Azië — Uitgaven voor administratief beheer

4

p.m.

p.m.

0,—

0,—

19 49 04 12

Meda (maatregelen ter ondersteuning van de hervorming van de economische en sociale structuren in de derde landen van het Middellandse Zeegebied) — Uitgaven voor administratief beheer

4

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

Artikel 19 49 04 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

Hoofdstuk 19 49 — Totaal

 

p.m.

p.m.

0,—

0,—

19 49 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Externe betrekkingen”

19 49 04 04   Financiële en technische samenwerking met Aziatische ontwikkelingslanden — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient voor de afwikkeling van de vastleggingen die zijn gedaan ten laste van post 19 01 04 04 (oude artikelen B7-3 0 0 A, B7-3 0 2 A en B7-3 0 4 A) die voorheen gesplitste kredieten omvatte.

19 49 04 05   Financiële en technische samenwerking met Latijns-Amerikaanse ontwikkelingslanden — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient voor de afwikkeling van de vastleggingen die zijn gedaan ten laste van post 19 01 04 05 (oude artikelen B7-3 1 0 A, B7-3 1 2 A en B7-3 1 3 A) die voorheen gesplitste kredieten omvatte.

19 49 04 06   Bijstand aan de partnerlanden van Oost-Europa en Centraal-Azië — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient voor de afwikkeling van de vastleggingen die zijn gedaan ten laste van post 19 01 04 07 (oud artikel B7-5 2 0 A) die voorheen gesplitste kredieten omvatte.

19 49 04 12   Meda (maatregelen ter ondersteuning van de hervorming van de economische en sociale structuren in de derde landen van het Middellandse Zeegebied) — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient voor de afwikkeling van de vastleggingen die zijn gedaan ten laste van post 19 01 04 06 (oud artikel B7-4 1 0 A) die voorheen gesplitste kredieten omvatte.

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

 

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL INSTRUMENTEN VOOR HET BUITENLANDS BELEID

TITEL 20

HANDEL

Algemene samenvatting van de kredieten (2012 en 2011) en van de uitvoering (2010)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

20 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „HANDEL”

93 180 507

93 180 507

91 567 905

91 567 905

67 140 173,99

67 140 173,99

Reserves (40 01 40)

37 417

37 417

34 787

34 787

   
 

93 217 924

93 217 924

91 602 692

91 602 692

67 140 173,99

67 140 173,99

20 02

HANDELSPOLITIEK

11 125 000

8 495 576

13 500 000

12 854 416

11 029 072,24

9 372 575,55

 

Titel 20 — Totaal

104 305 507

101 676 083

105 067 905

104 422 321

78 169 246,23

76 512 749,54

Reserves (40 01 40)

37 417

37 417

34 787

34 787

   
 

104 342 924

101 713 500

105 102 692

104 457 108

78 169 246,23

76 512 749,54

HOOFDSTUK 20 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „HANDEL”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

20 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „HANDEL”

20 01 01

Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Handel”

20 01 01 01

Uitgaven voor personeel in actieve dienst bij het directoraat-generaal Handel

5

47 265 499

45 769 177

46 026 775,65

Reserves (40 01 40)

   

34 787

 
   

47 265 499

45 803 964

46 026 775,65

20 01 01 02

Uitgaven voor personeel in actieve dienst, delegaties van de Unie

5

13 244 517

13 465 765

3 685 143,21

 

Artikel 20 01 01 — Subtotaal

 

60 510 016

59 234 942

49 711 918,86

Reserves (40 01 40)

   

34 787

 
   

60 510 016

59 269 729

49 711 918,86

20 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Handel”

20 01 02 01

Extern personeel bij het directoraat-generaal Handel

5

3 531 000

3 620 337

3 627 209,27

20 01 02 02

Extern personeel van het directoraat-generaal Handel in delegaties van de Unie

5

6 484 544

5 962 614

1 227 422,38

20 01 02 11

Overige beheersuitgaven voor het directoraat-generaal Handel

5

4 359 091

4 730 324

5 249 066,64

Reserves (40 01 40)

 

37 417

   
   

4 396 508

4 730 324

5 249 066,64

20 01 02 12

Overige beheersuitgaven van het directoraat-generaal Handel in delegaties van de Unie

5

1 634 953

1 756 286

336 598,70

 

Artikel 20 01 02 — Subtotaal

 

16 009 588

16 069 561

10 440 296,99

Reserves (40 01 40)

 

37 417

   
   

16 047 005

16 069 561

10 440 296,99

20 01 03

Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven voor het beleidsterrein „Handel”

20 01 03 01

Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten bij het directoraat-generaal Handel

5

3 179 052

3 316 439

3 573 032,71

20 01 03 02

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven van het directoraat-generaal Handel in delegaties van de Unie

5

13 051 851

12 516 963

2 985 024,47

 

Artikel 20 01 03 — Subtotaal

 

16 230 903

15 833 402

6 558 057,18

20 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Handel”

20 01 04 01

Buitenlandse handelsbetrekkingen, met inbegrip van de toegang tot de markt van derde landen — Uitgaven voor administratief beheer

4

430 000

430 000

429 900,96

 

Artikel 20 01 04 — Subtotaal

 

430 000

430 000

429 900,96

 

Hoofdstuk 20 01 — Totaal

 

93 180 507

91 567 905

67 140 173,99

Reserves (40 01 40)

 

37 417

34 787

 
   

93 217 924

91 602 692

67 140 173,99

20 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Handel”

20 01 01 01   Uitgaven voor personeel in actieve dienst bij het directoraat-generaal Handel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

20 01 01 01

47 265 499

45 769 177

46 026 775,65

Reserves (40 01 40)

 

34 787

 

Totaal

47 265 499

45 803 964

46 026 775,65

20 01 01 02   Uitgaven voor personeel in actieve dienst, delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

13 244 517

13 465 765

3 685 143,21

20 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Handel”

20 01 02 01   Extern personeel bij het directoraat-generaal Handel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

3 531 000

3 620 337

3 627 209,27

20 01 02 02   Extern personeel van het directoraat-generaal Handel in delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

6 484 544

5 962 614

1 227 422,38

20 01 02 11   Overige beheersuitgaven voor het directoraat-generaal Handel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

20 01 02 11

4 359 091

4 730 324

5 249 066,64

Reserves (40 01 40)

37 417

   

Totaal

4 396 508

4 730 324

5 249 066,64

20 01 02 12   Overige beheersuitgaven van het directoraat-generaal Handel in delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

1 634 953

1 756 286

336 598,70

20 01 03     Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven voor het beleidsterrein „Handel”

20 01 03 01   Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten bij het directoraat-generaal Handel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

3 179 052

3 316 439

3 573 032,71

20 01 03 02   Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven van het directoraat-generaal Handel in delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

13 051 851

12 516 963

2 985 024,47

20 01 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Handel”

20 01 04 01   Buitenlandse handelsbetrekkingen, met inbegrip van de toegang tot de markt van derde landen — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

430 000

430 000

429 900,96

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor onderzoeken, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma of maatregelen die onder deze post vallen, alsmede uitgaven voor technische en administratieve bijstand die geen overheidstaken betreft en die de Commissie uitbesteedt in het kader van specifieke dienstverleningscontracten, zoals het onderhoud van de website van het directoraat-generaal Handel.

Het dient voor de financiering van administratieve uitgaven uit hoofde van artikel 20 02 01.

HOOFDSTUK 20 02 — HANDELSPOLITIEK

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

20 02

HANDELSPOLITIEK

20 02 01

Buitenlandse handelsbetrekkingen, met inbegrip van de toegang tot de markt van derde landen

4

7 300 000

7 159 193

9 000 000

8 569 611

7 208 072,24

7 879 632,55

20 02 03

Aid for trade — Multilaterale initiatieven

4

3 825 000

1 336 383

4 500 000

4 284 805

3 821 000,—

1 492 943,—

 

Hoofdstuk 20 02 — Totaal

 

11 125 000

8 495 576

13 500 000

12 854 416

11 029 072,24

9 372 575,55

20 02 01     Buitenlandse handelsbetrekkingen, met inbegrip van de toegang tot de markt van derde landen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

7 300 000

7 159 193

9 000 000

8 569 611

7 208 072,24

7 879 632,55

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven:

Activiteiten ter ondersteuning van lopende en nieuwe multi- en bilaterale handelsbesprekingen

De acties beogen de versterking van de onderhandelingspositie van de Unie in lopende multilaterale handelsbesprekingen (in het kader van de Doha-ontwikkelingsagenda) en in lopende en nieuwe bilaterale en regionale handelsbesprekingen, om ervoor te zorgen dat het beleid van de Unie tot stand komt op basis van uitgebreide, actuele en deskundige informatie, en coalities te vormen voor de succesvolle afloop van die besprekingen, waaronder:

 

studies door deskundigen en conferenties in verband met de voorbereiding van beleid en onderhandelingsposities en met het voeren van lopende/nieuwe handelsbesprekingen;

 

ontwikkeling en uitvoering van een solide en brede communicatie- en informatiestrategie, om het handelsbeleid van de Unie bekend te maken en voorlichting te geven over de verschillende punten en de doelstellingen van het handelsbeleid van de Unie en over onderhandelingsposities in lopende besprekingen, zowel binnen als buiten de Unie.

Studies, evaluaties en effectbeoordelingen met betrekking tot handelsovereenkomsten en handelsbeleid

Acties om te garanderen dat het handelsbeleid van de Unie onderbouwd is door en naar behoren rekening houdt met ex-ante- en ex-postevaluaties, waaronder:

 

effectbeoordelingen die worden uitgevoerd met het oog op eventuele nieuwe wetgevingsvoorstellen, en duurzaamheidseffectbeoordelingen die worden uitgevoerd ter ondersteuning van lopende onderhandelingen en gemaakt zijn om het effect van handelsbesprekingen op de duurzame ontwikkeling te beoordelen en indien nodig begeleidende maatregelen voor te stellen om eventuele negatieve gevolgen voor specifieke landen of sectoren te bestrijden;

 

evaluaties van het beleid en de praktijken van DG TRADE, die overeenkomstig het meerjarenevaluatieplan van het DG moeten worden uitgevoerd.

Technische bijstand op handelsgebied, opleiding en andere capaciteitsopbouw ten behoeve van ontwikkelingslanden

Versterking van de capaciteit van ontwikkelingslanden om deel te nemen aan internationale, bilaterale of biregionale handelsbesprekingen, internationale handelsovereenkomsten uit te voeren en deel te nemen aan het wereldhandelstelsel, waaronder:

 

projecten met betrekking tot opleiding en capaciteitsopbouw voor ambtenaren en ondernemers uit ontwikkelingslanden, voornamelijk op het gebied van sanitaire en fytosanitaire maatregelen;

 

vergoeding van de kosten van deskundigen uit de lidstaten die ambtenaren en ondernemers uit ontwikkelingslanden adviseren hoe aan de sanitaire en fytosanitaire normen en andere handelsgerelateerde maatregelen te voldoen;

 

vergoeding van de kosten van deelnemers aan forums en conferenties ter vergroting van het bewustzijn en bevordering van deskundigheid op handelsgebied van mensen uit ontwikkelingslanden;

 

beheer, verdere ontwikkeling en promotie van de exporthelpdesk, die de industrie in ontwikkelingslanden informatie verschaft over de wijze waarop zij toegang kunnen krijgen tot uniale markten, zodat industrieën uit dergelijke landen de door de internationale handel geboden mogelijkheden voor markttoegang beter kunnen benutten;

 

programma's voor technische bijstand op handelsgebied zoals overeengekomen binnen de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en andere multilaterale organisaties, met name de gemeenschappelijke fondsen van de WTO;

 

informatie- en promotieactiviteiten en -seminars in ontwikkelingslanden voor publieke en private deelnemers (waaronder maatschappelijke organisaties en bedrijven) om de situatie van lopende onderhandelingen en/of de implementatie van bestaande overeenkomsten uit te leggen;

 

onderzoek naar de gevolgen van handelsgerelateerde programma's om duurzaamheid te waarborgen voor producenten en werknemers in ontwikkelingslanden (met inbegrip van een vergelijkende analyse van kosten en baten van certificeringsregelingen), alsook naar hun perceptie door consumenten;

 

verstrekking van technische bijstand en capaciteitsopbouw voor producenten en hun verenigingen of coöperaties met het oog op een betere markttoegang (bijvoorbeeld inzake de naleving van normen en reglementeringen);

 

verstrekking van advies aan beleidsmakers over hoe er het best voor kan worden gezorgd dat op alle beleidsgebieden rekening wordt gehouden met de specifieke belangen van kleine producenten en werknemers in ontwikkelingslanden, en bevordering van een gunstige context waarin producenten toegang hebben tot handelsgerelateerde programma's om duurzaamheid te waarborgen.

Activiteiten met betrekking tot markttoegang ter ondersteuning van de implementatie van de markttoegangsstrategie van de Unie

Maatregelen ter ondersteuning van de markttoegangsstrategie van de Unie, die gericht is op het opheffen of verminderen van handelsbelemmeringen, het identificeren van handelsbeperkingen in derde landen en eventueel opheffen daarvan, waaronder:

 

onderhoud en verdere ontwikkeling van de gegevensbank inzake markttoegang, die via internet ter beschikking wordt gesteld van marktdeelnemers en waarin lijsten zijn opgenomen van handelsbelemmeringen en andere informatie die van invloed is op de export en de exporteurs van de Unie; aanschaf van de voor deze gegevensbank noodzakelijke informatie, gegevens en documentatie;

 

specifieke analyse van de verschillende belemmeringen voor de toegang tot belangrijke markten, waaronder analyse van de tenuitvoerlegging door derde landen van hun verplichtingen krachtens internationale handelsovereenkomsten ter voorbereiding van onderhandelingen;

 

conferenties, werkgroepen en andere informatieactiviteiten (bijvoorbeeld productie en distributie van studies, voorlichtingspakketten, publicaties en folders) om bedrijven, nationale ambtenaren en andere actoren te informeren over handelsbelemmeringen en beleidsinstrumenten op handelsgebied die bestemd zijn om de Unie tegen oneerlijke handelspraktijken zoals dumping of uitvoersubsidies te beschermen;

 

steun voor de Europese industrie om activiteiten te organiseren die specifiek gericht zijn op vraagstukken in verband met markttoegang.

Activiteiten in verband met het beheer van het SIGL-systeem (Système Intégré de Gestion de Licences — Geïntegreerd systeem voor het beheer van vergunningen voor de invoer van textiel, kleding, schoeisel en staal in de Unie)

De acties houden verband met de tenuitvoerlegging van het actieprogramma voor het beheer van kwantitatieve invoerbeperkingen en toezichtmaatregelen, en met name de financiering van maatregelen voor het toezicht op het systeem voor de administratie van invoervergunningen en voor de gecoördineerde ontwikkeling van het gebruik van automatische gegevensverwerking (SIGL-systeem). Deze steun zal worden verleend in de vorm van financiering van de kosten van uitvoering en exploitatie van de gemeenschappelijke systemen alsmede van omschrijving van gemeenschappelijke richtsnoeren voor opleiding en technische bijstand bij de realisering. De exploitatieuitgaven omvatten ook bijdragen ten behoeve van de werking van systemen (hardware, software, onderhoud), de financiering van de voorlichting en opleiding van de gebruikers van de systemen en de financiering van technische bijstand, alsook helpdeskfaciliteiten, waarvan vooral door de lidstaten gebruik wordt gemaakt.

Activiteiten ter ondersteuning van de implementatie van bestaande regels en de monitoring van handelsverplichtingen

Acties ter ondersteuning van de implementatie van bestaande handelsovereenkomsten en de handhaving van gerelateerde systemen die de doeltreffende implementatie van die overeenkomsten mogelijk maken, alsook acties ter ondersteuning van inspecties ter plaatse en onderzoeken om te garanderen dat derde landen de regels naleven, waaronder:

 

uitwisseling van informatie, opleiding, seminars en communicatieactiviteiten ter ondersteuning van de implementatie van bestaande uniale wetgeving op het gebied van de controle op de uitvoer van producten voor tweeërlei gebruik, en met name van de nieuwe regels die zijn ingevoerd bij Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik (PB L 134 van 29.5.2009, blz. 1);

 

activiteiten om onderzoeken te vergemakkelijken die worden uitgevoerd in het kader van de handelsbescherming met het oog op de bescherming van uniale producenten tegen oneerlijke handelspraktijken van derde landen (antidumping-, antisubsidie- en vrijwaringsmaatregelen) die schadelijk kunnen zijn voor de economie van de Unie. De activiteiten zullen vooral toegespitst zijn op de ontwikkeling, het onderhoud en de veiligheid van de IT-systemen die de handelsbeschermingsactiviteiten ondersteunen, op de productie van communicatie-instrumenten, alsook op de aankoop van juridische diensten in derde landen en de uitvoering van studies door deskundigen.

Activiteiten ter bevordering van het buitenlandse handelsbeleid van de Unie door middel van een proces van een gestructureerde dialoog met de belangrijkste opiniemakers, maatschappelijke organisaties en andere belanghebbenden (waaronder het midden- en kleinbedrijf (mkb))

Actie ter ondersteuning van het handelsbeleid van de Unie door specifieke fora en vergaderingen te organiseren en aldus de dialoog met de belangrijkste opiniemakers, maatschappelijke organisaties en andere belanghebbenden (waaronder het mkb) over thema's die verband houden met de externe handel te bevorderen:

De steun van de Commissie aan deze acties kan bestaan uit diensten ten behoeve van conferenties of evenementen, alsook uit de vergoeding van de reiskosten van deelnemers aan deze acties, in het bijzonder in het kader van de dialoog van DG TRADE met het maatschappelijk middenveld, maar ook uit seminars en vergaderingen met lidstaten, derde landen, het midden- en kleinbedrijf en belanghebbenden uit de bedrijfswereld om van gedachten te wisselen over het handelsbeleid en met name het handelsbeschermingsbeleid.

Juridische bijstand en andere deskundige bijstand bij de uitvoering van bestaande handelsovereenkomsten

Ervoor zorgen dat de handelspartners van de Unie zich daadwerkelijk houden aan en voldoen aan de verplichtingen in het kader van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en andere multi- en bilaterale overeenkomsten, waaronder:

 

onderzoeken door deskundigen, met name inspecties en specifieke onderzoeken, alsmede seminars over de vraag of derde landen hun verplichtingen krachtens internationale handelsovereenkomsten nakomen;

 

juridische deskundigheid, met name met betrekking tot buitenlands recht, die noodzakelijk is wil de Unie haar standpunten in geschillenbeslechtingsprocedures binnen de WTO beter kunnen verdedigen, alsook andere studies van deskundigen die vereist zijn voor de voorbereiding, het beheer en de follow-up van geschillenbeslechtingsprocedures binnen de WTO.

Rechtsgronden

Besluit 98/552/EG van de Raad van 24 september 1998 inzake de uitvoering door de Commissie van activiteiten betreffende een communautaire strategie inzake markttoegang (PB L 265 van 30.9.1998, blz. 31).

Taken die voortvloeien uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

20 02 03     Aid for trade — Multilaterale initiatieven

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 825 000

1 336 383

4 500 000

4 284 805

3 821 000,—

1 492 943,—

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van multilaterale programma's en initiatieven op het gebied van handelsgerelateerde bijstand om ontwikkelingslanden beter in staat te stellen op efficiënte wijze deel te nemen aan het multilaterale handelssysteem en aan regionale handelsovereenkomsten en om hun handelsprestaties te verbeteren.

De met dit krediet te financieren multilaterale programma's en initiatieven steunen de volgende acties:

Assistentie bij het handelsbeleid, de deelneming aan onderhandelingen en de uitvoering van handelsovereenkomsten

Acties ter versterking van de capaciteit van ontwikkelingslanden om hun handelsbeleid uit te stippelen en ter versterking van de bij het handelsbeleid betrokken instanties, met inbegrip van globale en bijgewerkte handelsherzieningen en bijstand om de handel te integreren in de respectieve beleidsvormen voor economische groei en ontwikkeling.

Acties ter versterking van de capaciteit van ontwikkelingslanden om daadwerkelijk deel te nemen aan internationale handelsbesprekingen en internationale handelsakkoorden uit te voeren.

Onderzoek om beleidsmakers te adviseren over hoe er het best voor kan worden gezorgd dat op alle beleidsgebieden rekening wordt gehouden met de specifieke belangen van kleine producenten en werknemers in ontwikkelingslanden, en een gunstige context te bevorderen waarin producenten toegang hebben tot handelsgerelateerde programma's om duurzaamheid te waarborgen.

Deze bijstand is vooral gericht op de overheidssector.

Ontwikkeling van de handel

Acties om beperkingen aan de aanbodzijde weg te nemen die rechtstreekse gevolgen hebben voor het vermogen van een land om zijn internationale handelsmogelijkheden te benutten, in het bijzonder ontwikkeling van de particuliere sector.

Dit krediet vormt een aanvulling op de geografische programma's van de Unie en mag enkel multilaterale initiatieven en programma's dekken die echt toegevoegde waarde geven aan de geografische programma's van de Unie, zoals het geïntegreerde kader voor de minst ontwikkelde landen.

De Commissie dient eens per twee jaar een verslag in over de tenuitvoerlegging en bereikte resultaten, alsmede over de belangrijkste gevolgen en effecten van de aid for trade-steun. De Commissie verstrekt informatie over het totale bedrag aan aid for trade-financiering van de algemene begroting van de Unie, alsmede over het aandeel van dat bedrag binnen de totale „bijstand op het gebied van de handel”.

Rechtsgronden

Taken die voortvloeien uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak als bedoeld in artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

 

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL HANDEL

 

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL HANDEL

TITEL 21

ONTWIKKELING EN BETREKKINGEN MET DE LANDEN IN AFRIKA, HET CARIBISCHE GEBIED EN DE STILLE OCEAAN (ACS-STATEN)

Algemene samenvatting van de kredieten (2012 en 2011) en van de uitvoering (2010)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONTWIKKELING EN BETREKKINGEN MET DE ACS-STATEN”

259 006 432

259 006 432

267 026 234

267 026 234

380 907 640,50

380 907 640,50

Reserves (40 01 40)

29 933

29 933

58 175

58 175

   
 

259 036 365

259 036 365

267 084 409

267 084 409

380 907 640,50

380 907 640,50

21 02

VOEDSELZEKERHEID

246 264 700

216 053 058

243 805 700

356 814 945

388 024 702,25

536 374 011,39

21 03

NIET-OVERHEIDSACTOREN IN HET ONTWIKKELINGSPROCES

233 018 000

188 093 567

230 954 000

184 722 726

220 344 712,—

250 464 401,69

21 04

MILIEU EN DUURZAAM BEHEER VAN NATUURLIJKE HULPBRONNEN, MET INBEGRIP VAN ENERGIE

200 713 000

163 775 032

134 172 000

88 800 000

201 064 367,90

105 052 099,29

Reserves (40 02 41)

   

65 000 000

57 826 850

   
 

200 713 000

163 775 032

199 172 000

146 626 850

201 064 367,90

105 052 099,29

21 05

MENSELIJKE EN SOCIALE ONTWIKKELING

161 630 000

112 033 699

169 558 000

152 769 777

150 642 290,57

131 119 873,12

21 06

GEOGRAFISCHE SAMENWERKING MET DE LANDEN IN AFRIKA, HET CARIBISCHE GEBIED EN DE STILLE OCEAAN (ACS-STATEN)

345 693 444

324 730 039

391 666 221

321 771 754

295 264 329,63

253 966 144,23

21 07

ANDERE MAATREGELEN OP HET GEBIED VAN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING EN AD-HOCPROGRAMMA’S

32 110 000

29 600 874

31 483 836

31 517 125

30 749 083,03

29 199 368,22

21 08

BELEIDSSTRATEGIE EN COÖRDINATIE VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONTWIKKELING EN BETREKKINGEN MET DE ACS-STATEN”

19 477 000

16 566 519

19 477 000

18 355 154

19 195 919,18

15 789 164,02

21 49

UITGAVEN VOOR HET ADMINISTRATIEVE BEHEER VAN PROGRAMMA’S WAARVOOR KREDIETEN ZIJN VASTGELEGD OVEREENKOMSTIG HET OUDE FINANCIEEL REGLEMENT

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

Titel 21 — Totaal

1 497 912 576

1 309 859 220

1 488 142 991

1 421 777 715

1 686 193 045,06

1 702 872 702,46

Reserves (40 01 40, 40 02 41)

29 933

29 933

65 058 175

57 885 025

   
 

1 497 942 509

1 309 889 153

1 553 201 166

1 479 662 740

1 686 193 045,06

1 702 872 702,46

Toelichting

Er wordt geen uniale steun verleend aan overheden, organisaties of programma’s die deelnemen of ondersteuning geven aan activiteiten waarbij schendingen van mensenrechten plaatsvinden, bijvoorbeeld in de vorm van gedwongen abortus, onvrijwillige sterilisatie of infanticide, met name wanneer bij de uitvoering van dergelijke activiteiten psychosociale, sociale, economische of juridische druk wordt uitgeoefend; op deze manier wordt uitvoering gegeven aan het verbod van de Internationale Conferentie over bevolking en ontwikkeling van Caïro (ICPD) op dwang en compulsie op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheidszorg. De Commissie moet een verslag opstellen over de tenuitvoerlegging van de buitenlandse hulp van de Europese Unie waaronder dit programma valt.

HOOFDSTUK 21 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONTWIKKELING EN BETREKKINGEN MET DE ACS-STATEN”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

21 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONTWIKKELING EN BETREKKINGEN MET DE ACS-STATEN”

21 01 01

Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Ontwikkeling en betrekkingen met de ACS-staten”

21 01 01 01

Uitgaven voor personeel in actieve dienst bij het directoraat-generaal Ontwikkeling en samenwerking — EuropeAid

5

75 944 564

76 541 646

56 647 576,38

Reserves (40 01 40)

   

58 175

 
   

75 944 564

76 599 821

56 647 576,38

21 01 01 02

Uitgaven voor personeel in actieve dienst bij het directoraat-generaal Ontwikkeling en samenwerking — EuropeAid in delegaties van de Unie

5

82 410 328

83 953 219

85 710 728,68

 

Artikel 21 01 01 — Subtotaal

 

158 354 892

160 494 865

142 358 305,06

Reserves (40 01 40)

   

58 175

 
   

158 354 892

160 553 040

142 358 305,06

21 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Ontwikkeling en betrekkingen met de ACS-staten”

21 01 02 01

Extern personeel bij het directoraat-generaal Ontwikkeling en samenwerking — EuropeAid

5

4 727 382

7 282 337

4 875 557,92

21 01 02 02

Extern personeel bij het directoraat-generaal Ontwikkeling en samenwerking — EuropeAid in delegaties van de Unie

5

1 307 808

1 313 797

28 566 423,62

21 01 02 11

Overige beheersuitgaven voor het directoraat-generaal Ontwikkeling en samenwerking — EuropeAid

5

6 767 892

7 189 816

5 818 101,63

Reserves (40 01 40)

 

29 933

   
   

6 797 825

7 189 816

5 818 101,63

21 01 02 12

Overige beheersuitgaven voor het directoraat-generaal Ontwikkeling en samenwerking — EuropeAid in delegaties van de Unie

5

4 316 278

4 686 370

7 834 964,67

 

Artikel 21 01 02 — Subtotaal

 

17 119 360

20 472 320

47 095 047,84

Reserves (40 01 40)

 

29 933

   
   

17 149 293

20 472 320

47 095 047,84

21 01 03

Uitgaven voor materieel, diensten, meubilair en gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven voor het beleidsterrein „Ontwikkeling en betrekkingen met de ACS-staten”

21 01 03 01

Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten van het directoraat-generaal Ontwikkeling en samenwerking — EuropeAid

5

5 107 990

5 546 215

4 397 135,45

21 01 03 02

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven voor het directoraat-generaal Ontwikkeling en samenwerking — EuropeAid in delegaties van de Unie

5

34 456 890

33 399 534

69 447 736,16

 

Artikel 21 01 03 — Subtotaal

 

39 564 880

38 945 749

73 844 871,61

21 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Ontwikkeling en betrekkingen met de ACS-staten”

21 01 04 01

Financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI) — Uitgaven voor administratief beheer

4

43 533 300

44 568 300

36 126 942,84

21 01 04 03

Evaluatie van de resultaten van de hulp van de Unie, follow-up en audit — Uitgaven voor administratief beheer

4

p.m.

2 111 000

2 070 000,—

21 01 04 04

Coördinatie en voorlichting over ontwikkelingsvraagstukken — Uitgaven voor administratief beheer

4

204 000

204 000

169 533,12

21 01 04 05

Snelleresponsfaciliteit voor maatregelen tegen de scherpe stijging van de voedselprijzen in de ontwikkelingslanden — Uitgaven voor administratief beheer

4

6 935 799,33

21 01 04 10

Bijdrage van het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) voor gemeenschappelijke uitgaven voor administratieve ondersteuning

4

p.m.

p.m.

72 034 396,83

21 01 04 20

Uitgaven voor administratieve ondersteuning voor het beleidsterrein „Ontwikkeling en betrekkingen met de ACS-staten”

4

230 000

230 000

272 743,87

 

Artikel 21 01 04 — Subtotaal

 

43 967 300

47 113 300

117 609 415,99

 

Hoofdstuk 21 01 — Totaal

 

259 006 432

267 026 234

380 907 640,50

Reserves (40 01 40)

 

29 933

58 175

 
   

259 036 365

267 084 409

380 907 640,50

21 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Ontwikkeling en betrekkingen met de ACS-staten”

21 01 01 01   Uitgaven voor personeel in actieve dienst bij het directoraat-generaal Ontwikkeling en samenwerking — EuropeAid

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

21 01 01 01

75 944 564

76 541 646

56 647 576,38

Reserves (40 01 40)

 

58 175

 

Totaal

75 944 564

76 599 821

56 647 576,38

21 01 01 02   Uitgaven voor personeel in actieve dienst bij het directoraat-generaal Ontwikkeling en samenwerking — EuropeAid in delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

82 410 328

83 953 219

85 710 728,68

21 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Ontwikkeling en betrekkingen met de ACS-staten”

21 01 02 01   Extern personeel bij het directoraat-generaal Ontwikkeling en samenwerking — EuropeAid

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

4 727 382

7 282 337

4 875 557,92

21 01 02 02   Extern personeel bij het directoraat-generaal Ontwikkeling en samenwerking — EuropeAid in delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

1 307 808

1 313 797

28 566 423,62

21 01 02 11   Overige beheersuitgaven voor het directoraat-generaal Ontwikkeling en samenwerking — EuropeAid

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

21 01 02 11

6 767 892

7 189 816

5 818 101,63

Reserves (40 01 40)

29 933

   

Totaal

6 797 825

7 189 816

5 818 101,63

21 01 02 12   Overige beheersuitgaven voor het directoraat-generaal Ontwikkeling en samenwerking — EuropeAid in delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

4 316 278

4 686 370

7 834 964,67

21 01 03     Uitgaven voor materieel, diensten, meubilair en gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven voor het beleidsterrein „Ontwikkeling en betrekkingen met de ACS-staten”

21 01 03 01   Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten van het directoraat-generaal Ontwikkeling en samenwerking — EuropeAid

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

5 107 990

5 546 215

4 397 135,45

21 01 03 02   Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven voor het directoraat-generaal Ontwikkeling en samenwerking — EuropeAid in delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

34 456 890

33 399 534

69 447 736,16

21 01 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Ontwikkeling en betrekkingen met de ACS-staten”

21 01 04 01   Financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI) — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

43 533 300

44 568 300

36 126 942,84

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand die de Commissie kan delegeren aan een uitvoerend agentschap onder uniaal recht;

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

 

uitgaven voor extern personeel (personeel op contractbasis, gedetacheerde nationale deskundigen of personeel van uitzendbureaus) op de hoofdzetel dat de taken overneemt van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand; de uitgaven voor extern personeel op de hoofdzetel mogen maximaal 3 653 300 EUR bedragen. Deze schatting is gebaseerd op een voorlopige jaarlijkse eenheidskostprijs per mensjaar, bestaande voor 93 % uit de bezoldiging van het desbetreffende personeel en voor 7 % uit de extra kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie voor dit personeel;

 

uitgaven voor extern personeel (personeel op contractbasis, plaatselijk personeel of gedetacheerde nationale deskundigen) dat bij de delegaties van de Unie in dienst wordt genomen met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsmede de extra logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie en huur, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegatie van de Unie van het extern personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post;

 

uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Dergelijke in artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve uitgaven uit hoofde van de hoofdstukken 21 02, 21 03, 21 04, 21 05 en 21 06.

21 01 04 03   Evaluatie van de resultaten van de hulp van de Unie, follow-up en audit — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

2 111 000

2 070 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Het dient tevens ter dekking van activiteiten op het gebied van capaciteitsopbouw en bijscholing, gericht op de belangrijkste betrokkenen bij het ontwerp en de uitvoering van programma’s voor buitenlandse hulp.

Het krediet dient voorts ter dekking van de administratieve uitgaven uit hoofde van artikel 21 08 01.

21 01 04 04   Coördinatie en voorlichting over ontwikkelingsvraagstukken — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

204 000

204 000

169 533,12

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

 

uitgaven voor drukwerk, vertalingen, studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en de aankoop van publicatiemateriaal dat rechtstreeks verband houdt met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma.

Het dient tevens ter dekking van de uitgaven voor publicaties, productie, opslag, distributie en verspreiding van informatiemateriaal, met name via het Bureau voor publicaties van de Europese Unie, en andere administratieve kosten die verband houden met de coördinatie.

Dit krediet dient voorts ter dekking van de administratieve uitgaven uit hoofde van artikel 21 08 02.

21 01 04 05   Snelleresponsfaciliteit voor maatregelen tegen de scherpe stijging van de voedselprijzen in de ontwikkelingslanden — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

6 935 799,33

Toelichting

Deze post dient ter dekking van:

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie is uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten;

 

uitgaven voor extern personeel (personeel op contractbasis, plaatselijk personeel of gedetacheerde nationale deskundigen) dat bij de delegaties van de Unie in dienst wordt genomen met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, alsmede de extra logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie en huur, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegatie van de Unie van het extern personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post,

 

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Dergelijke in artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement. De op het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve steun ingeschreven bedragen zullen worden vastgelegd in de bijdrageovereenkomst voor elk operationeel programma, met een gemiddelde dat niet hoger is dan 2 % van de bijdragen voor het overeenstemmende programma voor elk hoofdstuk.

Dit krediet dient voor de financiering van de administratieve uitgaven uit hoofde van artikel 21 02 03.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1337/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot vaststelling van een snelleresponsfaciliteit voor maatregelen tegen de scherpe stijging van de voedselprijzen in de ontwikkelingslanden (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 62).

21 01 04 10   Bijdrage van het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) voor gemeenschappelijke uitgaven voor administratieve ondersteuning

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

72 034 396,83

Toelichting

Het krediet dient ter dekking van de uitgaven voor administratieve ondersteuning waartoe onder het negende en het tiende EOF wordt besloten.

Ontvangsten die voortvloeien uit het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) en die bijdragen tot de kosten voor de ondersteunende maatregelen en die in artikel 6 3 2 van de staat van ontvangsten worden geboekt, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement. Extra kredieten zullen op post 21 01 04 10 worden opgevoerd.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 60 000 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1), met name artikel 18, lid 1.

21 01 04 20   Uitgaven voor administratieve ondersteuning voor het beleidsterrein „Ontwikkeling en betrekkingen met de ACS-staten”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

230 000

230 000

272 743,87

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het volgende:

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand die de Commissie mag uitbesteden aan een uitvoerend agentschap onder uniaal recht;

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

 

uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma.

Dit krediet dient voorts ter dekking van de administratieve uitgaven uit hoofde van artikel 21 07 02.

HOOFDSTUK 21 02 — VOEDSELZEKERHEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 02

VOEDSELZEKERHEID

21 02 01

Voedselzekerheid

4

246 264 700

181 366 213

243 805 700

185 674 904

241 724 702,25

175 329 166,80

21 02 02

Voltooiing van de activiteiten in het kader van het Voedselhulpverdrag

4

p.m.

4 772 795

p.m.

14 282 685

0,—

7 269 579,59

21 02 03

Snelleresponsfaciliteit voor maatregelen tegen de scherpe stijging van de voedselprijzen in de ontwikkelingslanden

4

p.m.

29 114 050

156 157 356

145 300 000,—

353 525 265,—

21 02 04

Proefproject — Financiering van landbouwproductie

4

p.m.

800 000

p.m.

700 000

1 000 000,—

250 000,—

 

Hoofdstuk 21 02 — Totaal

 

246 264 700

216 053 058

243 805 700

356 814 945

388 024 702,25

536 374 011,39

21 02 01     Voedselzekerheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

246 264 700

181 366 213

243 805 700

185 674 904

241 724 702,25

175 329 166,80

Toelichting

Dit krediet moet bijdragen tot:

 

vermindering van de armoede en de voedselonzekerheid in ontwikkelingslanden die met chronische voedselonzekerheid worden geconfronteerd;

 

vermindering van de gevolgen van crises voor de meest kwetsbare bevolkingsgroepen.

Als overbruggingsinstrument tussen hulp op korte termijn (crisissituaties) en lange termijn (ontwikkeling) wordt dit artikel toegepast bij langdurige crises, voor rehabilitatie en voor het aanpakken van structurele voedselonzekerheid, dit als eerste stap in de richting van armoedevermindering op de lange termijn.

Meer in het bijzonder is dit krediet bedoeld om bij te dragen aan de strategische prioriteiten van het thematische programma voedselzekerheid, omvattende:

 

onderzoek, technologie en innovatie op het gebied van voedselzekerheid,

 

onderzoek ter vergaring van gegevens over de gevolgen van Fair Trade voor gemarginaliseerde producten en werknemers in het zuiden, de uitwisseling van beste praktijken en de uitvoering van analyses van de aanvoerketen, beoordeling van de opspoorbaarheid en verantwoordelijkheid;

 

onderzoek om beleidsmakers te kunnen adviseren hoe zij ervoor kunnen zorgen dat in alle beleidsterreinen aandacht wordt besteed aan de specifieke belangen van gemarginaliseerde producenten en arme werknemers in het zuiden;

 

goed bestuur inzake voedselzekerheid op mondiaal, continentaal en regionaal niveau, onder andere het koppelen van informatie en besluitvorming om de responsstrategieën inzake voedselzekerheid bij te sturen,

 

aanpakken van voedselzekerheid in uitzonderlijke overgangssituaties, en in zwakke en verzwakte staten;

 

ondersteuning van gemarginaliseerde producenten in ontwikkelingslanden door hen toegang te verlenen tot prefinanciering in de vorm van kapitaalinjecties en subsidies, om naleving van normen en regelgeving mogelijk te maken.

Dit programma beoogt in eerste instantie ten goede te komen aan de landen die door het Financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI) worden bestreken.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze in artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Indien hulp wordt verleend door middel van begrotingssteun, zal de Commissie de inspanningen van de partnerlanden steunen om parlementaire controle- en auditcapaciteit, alsmede transparantie te ontwikkelen, in overeenstemming met artikel 25, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1905/2006. De kredieten op deze begrotingslijn moeten worden geëvalueerd overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Deze evaluatie zal onder meer betrekking hebben op hulpbronnen en de resultaatketen (prestatie, resultaat, impact). De bevindingen ervan zullen vervolgens worden gebruikt voor de opstelling van maatregelen die met behulp van deze kredieten worden gefinancierd.

Om overeenkomstig de artikelen 53 tot en met 56 van het Financieel Reglement volledige financiële transparantie te waarborgen, doet de Commissie bij de sluiting of de wijziging van overeenkomsten voor het beheer en de uitvoering van projecten door internationale organisaties alle nodige inspanningen om ervoor te zorgen dat deze organisaties zich ertoe verbinden al hun interne en externe audits over te leggen aan de Europese Rekenkamer en aan de interne auditeur van de Commissie voor het gebruik van uniale fondsen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 3 augustus 2005 — Het externe optreden via thematische programma’s binnen de nieuwe financiële vooruitzichten 2007-2013 (COM(2005) 324).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 25 januari 2006 — Een thematische voedselzekerheidsstrategie — Werk maken van het voedselzekerheidsprogramma om de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling te bereiken (COM(2006) 21).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 31 maart 2010 — Een EU-beleidskader voor steun aan ontwikkelingslanden bij de aanpak van voedselzekerheidsproblemen (COM(2010) 127).

21 02 02     Voltooiing van de activiteiten in het kader van het Voedselhulpverdrag

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

4 772 795

p.m.

14 282 685

0,—

7 269 579,59

Toelichting

Dit krediet beoogt bij te dragen tot:

 

vermindering van de armoede en de voedselonzekerheid in ontwikkelingslanden die met chronische voedselonzekerheid worden geconfronteerd;

 

vermindering van de gevolgen van crises voor de meest kwetsbare bevolkingsgroepen.

Als overbruggingsinstrument tussen hulp op korte termijn (crisissituaties) en lange termijn (ontwikkeling) wordt dit artikel toegepast bij langdurige crises, voor rehabilitatie en voor het aanpakken van structurele voedselonzekerheid, dit als eerste stap in de richting van armoedevermindering op de lange termijn.

Meer in het bijzonder dient dit krediet voor de afwikkeling van betalingen voor aan de gang zijnde voedselhulpprogramma’s en programma’s voor begrotingsondersteuning die een faciliteit „Deviezen” instellen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 3 augustus 2005 — Het externe optreden via thematische programma’s binnen de nieuwe financiële vooruitzichten 2007-2013 (COM(2005) 324).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 25 januari 2006 — Een thematische voedselzekerheidsstrategie — Werk maken van het voedselzekerheidsprogramma om de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling te bereiken (COM(2006) 21).

21 02 03     Snelleresponsfaciliteit voor maatregelen tegen de scherpe stijging van de voedselprijzen in de ontwikkelingslanden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

29 114 050

156 157 356

145 300 000,—

353 525 265,—

Toelichting

Dit krediet dient ter ondersteuning van een snelle en directe respons op de gestegen voedselprijzen in de ontwikkelingslanden over de periode die zich uitstrekt tussen noodhulp en ontwikkelingssamenwerking op middellange en lange termijn. De hoofddoelstellingen van de steun en samenwerking zijn het aanmoedigen van een positieve aanbodrespons van de landbouwsector in de betrokken landen en regio’s, het ondersteunen van activiteiten om de negatieve gevolgen van de hoge voedselprijzen snel en direct op te vangen, in overeenstemming met de mondiale doelstellingen van de voedselzekerheid, en het versterken van productiecapaciteit en bestuur in de landbouwsector om de duurzaamheid van steunmaatregelen te versterken.

Met inachtneming van de specifieke omstandigheden in de verschillende landen komen de volgende steunmaatregelen in aanmerking:

 

maatregelen voor een betere toegang tot landbouwinputs en -diensten, met inbegrip van meststoffen en zaaizaad, met bijzondere aandacht voor plaatselijke faciliteiten en beschikbaarheid;

 

maatregelen voor het creëren van vangnetten om de productiecapaciteit van de landbouw te handhaven of te verbeteren en te voorzien in de elementaire voedselbehoeften van de kwetsbaarste bevolkingsgroepen, kinderen daaronder begrepen;

 

andere kleinschalige maatregelen om de productie overeenkomstig de behoeften van het land te verhogen: microkrediet, investering, uitrusting, infrastructuur en opslag; ontwikkeling en versterking van verenigingen en coöperaties zodat hun institutionele en productieve capaciteit kan worden opgebouwd; ondersteuning van gemarginaliseerde producenten in ontwikkelingslanden door hen toegang te verlenen tot prefinanciering in de vorm van kapitaalinjecties en subsidies, om naleving van normen en regelgeving mogelijk te maken; evenals beroepsopleiding en steun voor beroepsgroeperingen in de landbouwsector.

De bijstand is bestemd voor ontwikkelingslanden en hun bevolking. De middelen worden toegespitst op een beperkte lijst van 50 hogeprioriteitslanden.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1337/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot vaststelling van een snelleresponsfaciliteit voor maatregelen tegen de scherpe stijging van de voedselprijzen in de ontwikkelingslanden (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 62).

21 02 04     Proefproject — Financiering van landbouwproductie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

800 000

p.m.

700 000

1 000 000,—

250 000,—

Toelichting

Dit proefproject moet kleine boeren in staat stellen gemakkelijker toegang te krijgen tot financiële middelen die bestemd zijn voor het bevorderen van de landbouwproductie in ontwikkelingslanden. Deze kredieten moeten worden besteed via organisaties die gespecialiseerd zijn in microfinanciering, waaronder lokale banken en verenigingen, die voldoen aan erkende internationale normen inzake transparantie, verantwoording en financiële betrouwbaarheid.

Gezien de mondiale economische crisis is microfinanciering meer dan ooit nodig. De Unie moet haar verantwoordelijkheid nemen en belang toekennen aan het vereenvoudigen van microfinanciering in ontwikkelingslanden.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

HOOFDSTUK 21 03 — NIET-OVERHEIDSACTOREN IN HET ONTWIKKELINGSPROCES

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 03

NIET-OVERHEIDSACTOREN IN HET ONTWIKKELINGSPROCES

21 03 01

Niet-overheidsactoren in het ontwikkelingsproces

4

198 461 980

175 638 859

193 725 000

171 392 220

184 744 712,—

231 784 626,20

21 03 02

Plaatselijke autoriteiten in ontwikkeling

4

32 556 020

11 454 708

37 229 000

13 330 506

35 600 000,—

18 679 775,49

21 03 03

Voorbereidende actie — Regionaal Afrikaans netwerk van maatschappelijke organisaties voor millenniumdoelstelling voor ontwikkeling nr. 5

4

2 000 000

1 000 000

       
 

Hoofdstuk 21 03 — Totaal

 

233 018 000

188 093 567

230 954 000

184 722 726

220 344 712,—

250 464 401,69

21 03 01     Niet-overheidsactoren in het ontwikkelingsproces

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

198 461 980

175 638 859

193 725 000

171 392 220

184 744 712,—

231 784 626,20

Toelichting

Dit krediet dient ter ondersteuning van ontwikkelingsinitiatieven in ontwikkelingslanden die worden uitgevoerd door maatschappelijke organisaties uit de Unie en uit partnerlanden, alsmede ter versterking van de capaciteit van die organisaties in het kader van het beleidsvormingsproces, zulks met als doel:

 

het bevorderen van een samenleving gebaseerd op integratie en medebeslissing, met het oog op: i) het geven van voorrang aan bevolkingsgroepen die verstoken blijven van algemene diensten en hulpbronnen en die uitgesloten zijn van beleidsvormingsprocessen, ii) het versterken van de capaciteit van maatschappelijke organisaties in de partnerlanden om hun participatie in het vaststellen en uitvoeren van strategieën voor duurzame ontwikkeling te bevorderen en iii) het vergemakkelijken van de interactie tussen overheids- en niet-overheidsactoren in verschillende contexten;

 

het vergroten van het bewustzijn van Europeanen omtrent ontwikkelingskwesties, het mobiliseren van actieve publieke steun in de Unie en de toetredingslanden voor strategieën voor armoedevermindering en duurzame ontwikkeling in partnerlanden en voor billijker betrekkingen tussen ontwikkelde en ontwikkelingslanden, en het versterken van de rol van het maatschappelijk middenveld als een factor van vooruitgang en transformatie;

 

het tot stand brengen van een efficiëntere samenwerking door het bevorderen van synergieën en het bewerkstelligen van een gestructureerde dialoog tussen netwerken van maatschappelijke organisaties, binnen hun organisaties en met instellingen van de Unie.

Deze initiatieven kunnen eveneens het volgende omvatten:

 

steun voor promotieactiviteiten om de beleidsmakers op alle niveaus te informeren over het beleid dat het beste ten goede komt aan gemarginaliseerde producenten en werknemers in ontwikkelingslanden;

 

ontwikkeling en versterking van verenigingen en coöperaties in ontwikkelingslanden, zodat institutionele en productieve capaciteit kan worden opgebouwd met het oog op de ontwikkeling van producten met toegevoegde waarde en schaalvergroting;

 

steun aan netwerken van Fair Trade-producenten in zuidelijke landen die optreden als stem van de gemarginaliseerde Fair Trade-producenten.

Dit programma beoogt in eerste instantie ten goede te komen aan de landen die door het Financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI) worden bestreken. Overeenkomstig artikel 38 van Verordening (EG) nr. 1905/2006, krachtens hetwelk een bedrag wordt toegewezen om in het kader van de thematische programma’s activiteiten ten behoeve van onder het Europees Nabuurschapsbeleid vallende landen te financieren, is echter 3,9 % van dit programma voor dergelijke landen bestemd.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze in artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Indien hulp wordt verleend door middel van begrotingssteun, zal de Commissie de inspanningen van de partnerlanden steunen om parlementaire controle- en auditcapaciteit, alsmede transparantie te ontwikkelen, in overeenstemming met artikel 25, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1905/2006. De kredieten op deze begrotingslijn moeten worden geëvalueerd overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Deze evaluatie zal onder meer betrekking hebben op hulpbronnen en de resultaatketen (prestatie, resultaat, impact). De bevindingen ervan zullen vervolgens worden gebruikt voor de opstelling van maatregelen die met behulp van deze kredieten worden gefinancierd.

Om overeenkomstig de artikelen 53 tot en met 56 van het Financieel Reglement volledige financiële transparantie te waarborgen, doet de Commissie bij de sluiting of de wijziging van overeenkomsten voor het beheer en de uitvoering van projecten door internationale organisaties alle nodige inspanningen om ervoor te zorgen dat deze organisaties zich ertoe verbinden al hun interne en externe audits over te leggen aan de Europese Rekenkamer en aan de interne auditeur van de Commissie voor het gebruik van uniale fondsen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 3 augustus 2005 — Het externe optreden via thematische programma’s binnen de nieuwe financiële vooruitzichten 2007-2013 (COM(2005) 324).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 25 januari 2006 — Het externe optreden via het thematisch programma „Niet-overheidsactoren en lokale autoriteiten in het ontwikkelingsproces” (COM(2006) 19).

21 03 02     Plaatselijke autoriteiten in ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

32 556 020

11 454 708

37 229 000

13 330 506

35 600 000,—

18 679 775,49

Toelichting

Dit krediet dient ter ondersteuning van ontwikkelingsinitiatieven in ontwikkelingslanden die worden uitgevoerd door lokale autoriteiten uit de Unie en uit partnerlanden, alsmede ter versterking van de capaciteit van die organisaties in het kader van het beleidsvormingsproces, zulks met als doel:

 

te komen tot een meer op integratie en medebeslissing gebaseerde samenleving zodat: i) ontwikkeling ten goede komt aan bevolkingsgroepen die verstoken blijven van algemene diensten en hulpbronnen en die uitgesloten zijn van de beleidsvorming, ii) de capaciteit van de plaatselijke en regionale overheden in de partnerlanden wordt versterkt, zodat zij beter betrokken kunnen worden bij het vaststellen en uitvoeren van strategieën voor duurzame ontwikkeling, en iii) de interactie tussen federale en plaatselijke en regionale overheden in verschillende verbanden wordt gefaciliteerd en in decentralisatieprocessen een grotere rol voor plaatselijke overheden wordt gesteund;

 

het vergroten van het bewustzijn van Europeanen omtrent ontwikkelingskwesties, het mobiliseren van actieve publieke steun in de Unie en de toetredingslanden voor strategieën voor armoedevermindering en duurzame ontwikkeling in partnerlanden en voor billijker betrekkingen tussen ontwikkelde en ontwikkelingslanden, met inbegrip van bewustmaking op het vlak van de handelsbetrekkingen tussen noord en zuid, de aankoopbeslissingen van consumenten in de Unie en de invloed ervan op duurzame ontwikkeling en de vermindering van de armoede, en het te dien einde versterken van de rol van de plaatselijke en regionale overheden;

 

het tot stand brengen van een efficiëntere samenwerking door het bevorderen van synergieën en het bewerkstelligen van een gestructureerde dialoog tussen verenigingen van plaatselijke en regionale overhedennetwerken en met het maatschappelijk middenveld, binnen hun organisaties en met instellingen van de Unie.

Dit programma beoogt in eerste instantie ten goede te komen aan de landen die door het Financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI) worden bestreken. Overeenkomstig artikel 38 van Verordening (EG) nr. 1905/2006, krachtens hetwelk een bedrag wordt toegewezen om in het kader van de thematische programma’s activiteiten ten behoeve van de onder het Europees nabuurschapsbeleid vallende landen te financieren, is echter 3,9 % van dit programma voor dergelijke landen bestemd.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze in artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Indien hulp wordt verleend door middel van begrotingssteun, zal de Commissie de inspanningen van de partnerlanden steunen om parlementaire controle- en auditcapaciteit, alsmede transparantie te ontwikkelen, in overeenstemming met artikel 25, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1905/2006. De kredieten op deze begrotingslijn moeten worden geëvalueerd overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Deze evaluatie zal onder meer betrekking hebben op hulpbronnen en de resultaatketen (prestatie, resultaat, impact). De bevindingen ervan zullen vervolgens worden gebruikt voor de opstelling van maatregelen die met behulp van deze kredieten worden gefinancierd.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 3 augustus 2005 — Het externe optreden via thematische programma’s binnen de nieuwe financiële vooruitzichten 2007-2013 (COM(2005) 324).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 25 januari 2006 — Het externe optreden via het thematisch programma „Niet-overheidsactoren en lokale autoriteiten in het ontwikkelingsproces” (COM(2006) 19).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 6 oktober 2008 — Plaatselijke overheden als ontwikkelingsactoren (COM(2008) 626).

21 03 03     Voorbereidende actie — Regionaal Afrikaans netwerk van maatschappelijke organisaties voor millenniumdoelstelling voor ontwikkeling nr. 5

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 000 000

1 000 000

       

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om de oprichting te financieren van een Oost-Afrikaans regionaal netwerk van organisaties die actief zijn op het gebied van millenniumdoelstelling voor ontwikkeling nr. 5, waarin de bestaande nationale platforms van maatschappelijke organisaties op het gebied van pleitbezorging en dienstverlening uit Kenia, Tanzania, Oeganda, Rwanda en Burundi — allemaal landen waarvan de indicatoren voor de gezondheid van moeders en reproductieve gezondheid bij de slechtste ter wereld horen — worden samengebracht. Dit netwerk voor millenniumdoelstelling voor ontwikkeling nr. 5 zal als doel hebben te zorgen voor een informeel forum voor de uitwisseling van ideeën, informatie en ervaring op het gebied van de gezondheid van moeders en reproductieve gezondheid en de organisaties die lid zijn in staat te stellen om mogelijkheden te onderzoeken voor overleg en samenwerking tussen diverse landen, om erop te wijzen dat meer politieke aandacht en financiën voor millenniumdoelstelling voor ontwikkeling nr. 5 dringend nodig zijn.

De activiteiten in het kader van dit project omvatten de oprichting van een secretariaat van het netwerk in een van de organisaties die lid zijn, de oprichting van een virtueel platform om informatie en beste praktijken te verspreiden en te delen en de organisatie van regionale evenementen om de resultaten op het gebied van de gezondheid van moeders en reproductieve gezondheid in de regio te verbeteren.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

HOOFDSTUK 21 04 — MILIEU EN DUURZAAM BEHEER VAN NATUURLIJKE HULPBRONNEN, MET INBEGRIP VAN ENERGIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 04

MILIEU EN DUURZAAM BEHEER VAN NATUURLIJKE HULPBRONNEN, MET INBEGRIP VAN ENERGIE

21 04 01

Milieu en duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen, met inbegrip van energie

4

200 713 000

162 275 032

134 172 000

85 000 000

201 064 367,90

98 217 187,29

Reserves (40 02 41)

     

65 000 000

57 826 850

   
   

200 713 000

162 275 032

199 172 000

142 826 850

201 064 367,90

98 217 187,29

21 04 05

Voorbereidende actie — Wereldwijd Fonds voor energie-efficiëntie en hernieuwbare energie (Global Energy Efficiency and Renewable Energy Fund — GEEREF)

4

p.m.

p.m.

p.m.

500 000

0,—

2 200 000,—

21 04 06

Voorbereidende actie — Waterbeheer in ontwikkelingslanden

4

p.m.

1 500 000

p.m.

3 300 000

0,—

4 634 912,—

 

Hoofdstuk 21 04 — Totaal

 

200 713 000

163 775 032

134 172 000

88 800 000

201 064 367,90

105 052 099,29

Reserves (40 02 41)

     

65 000 000

57 826 850

   
   

200 713 000

163 775 032

199 172 000

146 626 850

201 064 367,90

105 052 099,29

21 04 01     Milieu en duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen, met inbegrip van energie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 04 01

200 713 000

162 275 032

134 172 000

85 000 000

201 064 367,90

98 217 187,29

Reserves (40 02 41)

   

65 000 000

57 826 850

   

Totaal

200 713 000

162 275 032

199 172 000

142 826 850

201 064 367,90

98 217 187,29

Toelichting

Dit krediet dient om het beleid op het gebied van milieu en duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen, met inbegrip van energie, te bevorderen en ten uitvoer te leggen, voor zover het van toepassing is op de betrekkingen van de Unie met ontwikkelingslanden en met Europa's buren.

Er wordt financiële steun verleend aan maatregelen binnen vijf prioriteitsgebieden: 1) scheppen van de voorwaarden voor het bereiken van millenniumontwikkelingsdoelstelling 7: bevordering van milieuduurzaamheid; 2) bevorderen van tenuitvoerlegging van uniale initiatieven en ontwikkelingslanden helpen internationaal aangegane verbintenissen na te komen; 3) verbeteren van de deskundigheid met het oog op integratie en samenhang; 4) versterken van het milieubeheer en het leiderschap van de Europese Unie, en 5) steun voor duurzame energiekeuzen in partnerlanden en -regio’s.

Een deel van dit krediet dient voor het mainstreamen van rampenrisicovermindering op basis van verantwoordelijkheid en van nationale strategieën van vaak door rampen getroffen landen.

Steun voor duurzame energiekeuzen in partnerlanden en -regio's omvat ook kredieten ter dekking van de bijdrage van de EU aan het Wereldwijd Fonds voor energie-efficiëntie en hernieuwbare energie (Global Energy Efficiency and Renewable Energy Fund — GEEREF). Met het GEEREF wordt beoogd publieke en particuliere middelen te mobiliseren om de financiële patstelling voor economisch rendabele projecten en bedrijven op het gebied van hernieuwbare energie te helpen doorbreken in ontwikkelingslanden en overgangseconomieën (landen die geen lid zijn van de Unie).

Steun voor aanpassing aan de klimaatverandering in partnerlanden en -regio's omvat een bijdrage met het oog op de verdere versterking van de tenuitvoerlegging van het actieplan van de Unie inzake klimaatverandering en ontwikkeling door het wereldwijde bondgenootschap tegen klimaatverandering (Global Climate Change Alliance — GCCA). Het GCCA draagt bij tot een intensievere samenwerking tussen de Unie en de ontwikkelingslanden op het gebied van klimaatverandering, in het bijzonder met betrekking tot de aanpassing aan de gevolgen van klimaatverandering, hetgeen een zeer acuut probleem is voor talrijke arme ontwikkelingslanden.

Dit programma beoogt in eerste instantie ten goede te komen aan de landen die door het Financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI) worden bestreken. Overeenkomstig artikel 38 van Verordening (EG) nr. 1905/2006, krachtens hetwelk een bedrag wordt toegewezen om in het kader van de thematische programma’s activiteiten ten behoeve van de onder het Europees Nabuurschapsbeleid vallende landen te financieren, is een bedrag van 63 000 000 EUR voor dergelijke landen bestemd. Dit krediet dient ook ter dekking van de afwikkeling van betalingen voor maatregelen gefinancierd uit hoofde van het vroegere begrotingsartikel 21 02 05 „Milieu in ontwikkelingslanden”.

Om overeenkomstig de artikelen 53 tot en met 56 van het Financieel Reglement volledige financiële transparantie te waarborgen, doet de Commissie bij de sluiting of de wijziging van overeenkomsten voor het beheer en de uitvoering van projecten door internationale organisaties alle nodige inspanningen om ervoor te zorgen dat deze organisaties zich ertoe verbinden al hun interne en externe audits over te leggen aan de Europese Rekenkamer en aan de interne auditeur van de Commissie voor het gebruik van uniale fondsen.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze in artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Indien hulp wordt verleend door middel van begrotingssteun, zal de Commissie de inspanningen van de partnerlanden steunen om parlementaire controle- en auditcapaciteit, alsmede transparantie te ontwikkelen, in overeenstemming met artikel 25, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1905/2006. De kredieten op deze begrotingslijn moeten worden geëvalueerd overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Deze evaluatie zal onder meer betrekking hebben op hulpbronnen en de resultaatketen (prestatie, resultaat, impact). De bevindingen ervan zullen vervolgens worden gebruikt voor de opstelling van maatregelen die met behulp van deze kredieten worden gefinancierd.

Miljoenen vluchtelingen in de hele wereld zijn afhankelijk van rechtstreekse en gesponsorde hulp van de Unie om te overleven en een duurzame toekomst op te bouwen. Het is onderdeel van het uniaal beleid ervoor te zorgen dat de vluchtelingen zelfredzaam worden en op termijn hun kamp kunnen verlaten en de draad van hun leven weer kunnen oppakken. In de praktijk stuit dit streven naar zelfredzaamheid op een aantal problemen, onder andere het feit dat vluchtelingen moeten reizen om buiten het kamp in hun levensonderhoud te kunnen voorzien en zodra zij het kamp verlaten, moeten zij elders een bestaan opbouwen. Goede verlichting is cruciaal voor dit proces. Doorgaans wordt in gebieden die niet op het elektriciteitsnet zijn aangesloten voor verlichting gezorgd met kerosinelampen. Mensen ademen giftige dampen in, er is een groot risico van brandwonden en verlichting met kerosinelampen is duur. Deze vorm van verlichting maakt mensen minder mobiel en neemt veel tijd in beslag, waardoor er minder tijd overblijft om productief te zijn. Steun voor de zelfredzaamheid van vluchtelingen zal betekenen dat zij niet langer naar het vluchtelingenkamp terug gaan en om aanvullende (financiële) hulp vragen. LED-lampen op zonne-energie leveren directe besparingen op (tot 20 % van het inkomen) en ze branden de hele nacht zonder operationele kosten, hetgeen de mensen in staat stelt langer te werken en te studeren, en veilig te reizen, wat zo hun levensomstandigheden verbetert. Meerdere onderzoekprojecten hebben reeds de gevolgen voor schoolresultaten vastgesteld, en de kostenbesparingen zijn evident. Wanneer in de vluchtelingenkampen LED-lampen op zonne-energie worden gedistribueerd, zal dat de afhankelijkheid van dieselgeneratoren voor elektriciteit verlagen. De lampen zijn verplaatsbaar, hetgeen naar verwachting het feitelijke veiligheidsniveau en het gevoel van veiligheid in de kampen enorm zal vergroten. Deze vorm van verlichting verbetert de levensomstandigheden; 's nachts zullen verschillende activiteiten kunnen worden verricht met gebruikmaking van het veilige licht van de LED-lampen, die geen giftige dampen afgeven. Via de actie „Zelfredzaamheid van vluchtelingen door middel van duurzame verlichting” worden middelen geïnvesteerd in de duurzame toekomst van vluchtelingen, alsook in de veiligheid in de kampen en betere levensomstandigheden. Indien de resultaten bevredigend zijn, hetgeen moet worden vastgesteld aan de hand van op voorhand geïdentificeerde succesindicatoren, moeten de instellingen van de Unie maatregelen nemen om duurzame verlichting als een basisbehoefte voor vluchtelingenkampen op te nemen. Bij deze actie gaat het om lichtgewicht, kwalitatief hoogwaardige en kostenefficiënte lampen op zonne-energie. Er bestaat reeds een efficiënte lamp op zonne-energie in de lagere prijscategorie die met één keer opladen 16 uur leeslicht geeft, 80 uur nachtverlichting voor veiligheidsdoeleinden en 8 uur zeer fel licht. Deze lamp is verplaatsbaar en compact, en heeft een batterij met een levensduur van meer dan twee jaar. Voor de actie wordt voorgesteld te beginnen met twee grote vluchtelingenkampen in verschillende geografische regio's. Na een kleinschalige studie naar de maandelijkse kosten, de aantallen vluchtelingen die naar de kampen terugkeren, en de levens- en veiligheidsomstandigheden in de kampen, zullen ook aan de rest van de inwoners van de kampen LED-lampen ter beschikking worden gesteld. Op voorhand vastgestelde indicatoren zullen worden gecontroleerd en na een wat langere periode zullen conclusies worden getrokken met het oog op het ontwikkelen van verder uniaal beleid op dit gebied. Met 600 000 EUR kunnen ongeveer 75 000 lampen worden gedistribueerd voor gedeeld gebruik door kampbewoners. Dit budget omvat ook middelen voor monitoring en verslaglegging.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 3 augustus 2005 — Het externe optreden via thematische programma’s binnen de nieuwe financiële vooruitzichten 2007-2013 (COM(2005) 324).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 9 maart 2010 — Het internationale klimaatbeleid na Kopenhagen: De wereldwijde actie tegen klimaatverandering moet onmiddellijk nieuw leven worden ingeblazen (COM(2010) 86).

21 04 05     Voorbereidende actie — Wereldwijd Fonds voor energie-efficiëntie en hernieuwbare energie (Global Energy Efficiency and Renewable Energy Fund — GEEREF)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

500 000

0,—

2 200 000,—

Toelichting

Dit krediet zal worden gebruikt ter ondersteuning van de oprichting van het Wereldwijd Fonds voor energie-efficiëntie en hernieuwbare energie (GEEREF), dat risicodragend kapitaal kan verstrekken voor verschillende soorten investeringsprojecten in hernieuwbare energie en energie-efficiëntie in ontwikkelingslanden, Europa en zijn buurlanden.

In de context van klimaatverandering moet de Unie het voortouw nemen met maatregelen om de gevolgen en oorzaken ervan aan te pakken. De uitwisseling van goede praktijken tussen de lidstaten op het gebied van energie-efficiëntie stelt de Unie in staat op gecoördineerde wijze op te treden, teneinde gezamenlijke strategieën en acties voor het energiebeleid te formuleren. De Unie moet overwegen om energie-efficiëntie te bevorderen als instrument in de strijd tegen de gevolgen van klimaatverandering, en het gebruik van hernieuwbare energiebronnen in ontwikkelingslanden te stimuleren om hun energieafhankelijkheid te verminderen.

De kredieten onder dit artikel moeten worden geëvalueerd overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41). Deze evaluaties hebben onder meer betrekking op bepaalde initiële activiteiten en de resultaatketen (prestatie, resultaat, impact). De bevindingen ervan zullen worden gebruikt voor de opstelling van verdere maatregelen die met behulp van deze kredieten worden gefinancierd.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

21 04 06     Voorbereidende actie — Waterbeheer in ontwikkelingslanden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 500 000

p.m.

3 300 000

0,—

4 634 912,—

Toelichting

Dit krediet dient ter bevordering van het waterbeheer in de ontwikkelingslanden, en met name ter verbetering van de samenwerking tussen ontwikkelingslanden die grensoverschrijdende wateren delen.

Het dient ter dekking van de ontwikkeling en verbetering van instrumenten voor waterbeheer, en met name ter verbetering van de samenwerking tussen ontwikkelingslanden.

Een deel van dit krediet kan worden gebruikt voor het verlenen van technische bijstand bij de uitvoering van akkoorden betreffende waterbeheer tussen ontwikkelingslanden.

Het dient tevens ter dekking van de dialoog en de coördinatie tussen de diverse betrokkenen om de efficiëntie en de doelmatigheid van het waterbeheer te verbeteren, en met name met het oog op de samenwerking tussen ontwikkelingslanden.

De maatregelen omvatten steun aan Afrikaanse regio's die met acuut watertekort kampen.

Verder dient dit krediet ter dekking van maatregelen om de verspreiding en uitwisseling van resultaten en beste praktijken in ontwikkelingslanden te ondersteunen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 12 maart 2002, getiteld „Waterbeheer in ontwikkelingslanden: beleid en prioriteiten in de ontwikkelingssamenwerking van de Europese Unie” (COM(2002) 132).

Resolutie van de Raad van 30 mei 2002 over waterbeheer in ontwikkelingslanden: beleid en prioriteiten in de ontwikkelingssamenwerking van de Europese Unie (DEVGEN 83 ENV 309, 9696/02).

HOOFDSTUK 21 05 — MENSELIJKE EN SOCIALE ONTWIKKELING

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 05

MENSELIJKE EN SOCIALE ONTWIKKELING

21 05 01

Menselijke en sociale ontwikkeling

21 05 01 01

Gezondheid

4

38 190 000

15 463 856

32 558 000

22 272 909

45 480 565,68

9 611 200,84

21 05 01 02

Onderwijs

4

p.m.

8 113 752

35 000 000

21 503 929

15 333 105,95

17 216 000,—

21 05 01 03

Andere aspecten van de menselijke en sociale ontwikkeling

4

71 440 000

17 683 206

p.m.

22 942 843

33 226 000,—

18 156 108,20

21 05 01 04

Gelijkheid van mannen en vrouwen

4

p.m.

12 958 139

37 000 000

6 534 961

3 602 618,94

6 431 020,53

21 05 01 05

Proefproject — Kwalitatieve en kwantitatieve toetsing van uitgaven op het gebied van gezondheid en onderwijs

4

p.m.

50 000

p.m.

116 538

0,—

46 873,—

21 05 01 06

Voorbereidende actie — Overdracht van technologie op farmaceutisch gebied ten behoeve van ontwikkelingslanden

4

p.m.

1 384 000

p.m.

2 805 000

0,—

2 304 209,—

21 05 01 07

Voorbereidende actie — Onderzoek en ontwikkeling op het gebied van armoedegerelateerde, tropische en verwaarloosde ziekten

4

p.m.

2 800 000

p.m.

2 760 172

3 000 000,—

2 119 647,—

21 05 01 08

Proefproject — Betere gezondheidszorg voor slachtoffers van seksueel geweld in de Democratische Republiek Congo (DRC)

4

p.m.

80 000

p.m.

2 420 000

0,—

0,—

21 05 01 09

Voorbereidende actie — Betere gezondheidszorg voor slachtoffers van seksueel geweld in de Democratische Republiek Congo (DRC)

4

2 000 000

1 000 000

       
 

Artikel 21 05 01 — Subtotaal

 

111 630 000

59 532 953

104 558 000

81 356 352

100 642 290,57

55 885 058,57

21 05 02

Wereldfonds voor de bestrijding van hiv/aids, tuberculose en malaria (Global Fund to Fight Aids, Tuberculosis and Malaria — GFATM)

4

50 000 000

47 727 951

65 000 000

47 608 950

50 000 000,—

50 000 000,—

21 05 03

Menselijke en sociale ontwikkeling — Afronding van eerdere samenwerkingsactiviteiten

4

p.m.

4 772 795

p.m.

23 804 475

0,—

25 234 814,55

 

Hoofdstuk 21 05 — Totaal

 

161 630 000

112 033 699

169 558 000

152 769 777

150 642 290,57

131 119 873,12

21 05 01     Menselijke en sociale ontwikkeling

21 05 01 01   Gezondheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

38 190 000

15 463 856

32 558 000

22 272 909

45 480 565,68

9 611 200,84

Toelichting

Dit krediet dient om financiële steun te verstrekken voor maatregelen in ontwikkelingslanden en buurlanden van Europa in het kader van het onderdeel „Goede gezondheid voor iedereen” van het thematische programma „Investeren in mensen”.

Er wordt financiële steun verleend voor maatregelen binnen vier prioriteitsgebieden: 1) bestrijden van armoedegerelateerde en verwaarloosde ziekten, in het bijzonder besmettelijke ziekten en ziekten die kunnen worden voorkomen met vaccinatie; 2) verbeteren van de gezondheid van moeders, de reproductieve gezondheid en de seksuele gezondheid in ontwikkelingslanden; 3) verbeteren van eerlijke toegang tot gezondheidszorg, voorzieningen en gezondheidsdiensten; en 4) vinden van een evenwichtige aanpak tussen preventie, behandeling en zorg, met preventie als hoofdprioriteit.

Dit krediet kan niet beschikbaar worden gesteld voor het Wereldfonds ter bestrijding van aids, tuberculose en malaria (GFATM). Een deel van het krediet zal dienen ter financiering van technische steun in ontvangende landen. Deze kredieten zullen een aanvulling vormen op de financiering van het Wereldfonds voor de bestrijding van hiv/aids, tuberculose en malaria (Global Fund to Fight Aids, Tuberculosis and Malaria, GFATM) door te zorgen voor een gecoördineerd en effectief mechanisme voor technische ondersteuning, met als gevolg een effectieve besteding van de middelen van het Wereldfonds.

Dit programma beoogt in eerste instantie ten goede te komen aan de landen die door het Financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI) worden bestreken. Overeenkomstig artikel 38 van Verordening (EG) nr. 1905/2006, krachtens hetwelk een bedrag wordt toegewezen om in het kader van de thematische programma’s activiteiten te financieren ten behoeve van de onder het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (ENPI) vallende landen, is echter 6 % van dit programma voor de periode 2007-2013 voor dergelijke landen bestemd.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun overheids- en semi-overheidsorganen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig het desbetreffende basisbesluit, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze in artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma voor elk hoofdstuk. Dit krediet is ook bedoeld om de verstrekking van zink en andere micronutriënten voor de behandeling en preventie van diarree en ondervoeding in ontwikkelingslanden te dekken.

Dit krediet dient om financiële steun te verstrekken voor maatregelen in ontwikkelingslanden en buurlanden van Europa in het kader van het onderdeel „Goede gezondheid voor iedereen” van het thematische programma „Investeren in mensen”.

Kredieten onder deze titel en binnen de tweede prioriteit (het verbeteren van de reproductieve en seksuele gezondheid in ontwikkelingslanden) zijn specifiek bedoeld voor het financieren van acties in landen met kritieke indicatoren in maternale en reproductieve gezondheid, om knelpunten weg te nemen en goede praktijken voor de verwezenlijking van millenniumontwikkelingsdoelstelling 5 („Verbeteren maternale gezondheid”) tegen 2015 te bevorderen en de volledige implementatie van het ICPD-actieprogramma dichterbij te brengen, in het bijzonder middels steun voor capaciteitsopbouw gericht op het ontwikkelen en implementeren van nationale strategieën voor maternale en reproductieve gezondheid en gezinsplanning binnen volksgezondheidsstelsels.

Indien hulp wordt verleend door middel van begrotingssteun, zal de Commissie de inspanningen van de partnerlanden steunen om parlementaire controle- en auditcapaciteit, alsmede transparantie te ontwikkelen, in overeenstemming met artikel 25, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1905/2006.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 25 januari 2006 — Investeren in mensen. Mededeling over het thematisch programma voor menselijke en sociale ontwikkeling en de financiële vooruitzichten 2007-2013 (COM(2006) 18).

21 05 01 02   Onderwijs

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

8 113 752

35 000 000

21 503 929

15 333 105,95

17 216 000,—

Toelichting

Dit krediet dient om financiële steun te verstrekken voor maatregelen in ontwikkelingslanden en buurlanden van Europa in het kader van het onderdeel „Onderwijs, kennis en vaardigheden” van het thematische programma „Investeren in mensen”.

Er wordt financiële steun verleend voor maatregelen binnen zeven prioriteitsgebieden: 1) de millenniumontwikkelingsdoelstelling om tegen 2015 wereldwijd basisonderwijs te bewerkstelligen en het Actiekader van Dakar voor Onderwijs voor iedereen; 2) basisonderwijs, middelbaar en hoger onderwijs en beroepsopleiding ter verbetering van de toegang tot het onderwijs voor alle kinderen en, in toenemende mate, voor vrouwen en mannen van alle leeftijden; 3) bevordering van basisonderwijs van hoge kwaliteit met bijzondere aandacht voor het bieden van toegang tot onderwijsprogramma’s aan meisjes, kinderen in door conflicten getroffen gebieden en kinderen uit gemarginaliseerde en meer kwetsbare sociale groeperingen, met inbegrip van kinderen met een handicap; 4) ontwikkeling van methodes om leerresultaten te meten, voor een betere beoordeling van de kwaliteit van het onderwijs; 5) bevordering van harmonisatie en onderlinge afstemming onder donoren, ter bevordering van universeel verplicht, gratis basisonderwijs van hoge kwaliteit door internationale of meerlandeninitiatieven; 6) ondersteuning van een inclusieve kennismaatschappij en hulp om de digitale kloof en kennis- en informatielacunes te dichten, en 7) verbetering van kennis en innovatie door middel van wetenschap en technologie, alsmede ontwikkeling van en toegang tot elektronische communicatienetten.

Bij deze maatregelen moet rekening worden gehouden met het feit dat ten gevolge van beter onderwijs en daarmee betere kansen op een goed leven in het land van herkomst, de migratie zal verminderen.

Het programma moet in de eerste plaats ten goede komen aan de armste, minst ontwikkelde en minst begunstigde delen van de bevolking in landen die onder artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1905/2006 vallen.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze in artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Indien hulp wordt verleend door middel van begrotingssteun, zal de Commissie de inspanningen van de partnerlanden steunen om parlementaire controle- en auditcapaciteit, alsmede transparantie te ontwikkelen, in overeenstemming met artikel 25, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1905/2006.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 3 augustus 2005 — Het externe optreden via thematische programma’s binnen de nieuwe financiële vooruitzichten 2007-2013 (COM(2005) 324).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 25 januari 2006 — Investeren in mensen. Mededeling over het thematisch programma voor menselijke en sociale ontwikkeling en de financiële vooruitzichten 2007-2013 (COM(2006) 18).

21 05 01 03   Andere aspecten van de menselijke en sociale ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

71 440 000

17 683 206

p.m.

22 942 843

33 226 000,—

18 156 108,20

Toelichting

Dit krediet dient om financiële steun te verstrekken voor maatregelen in ontwikkelingslanden en buurlanden van Europa in het kader van het onderdeel „Andere aspecten van de menselijke en sociale ontwikkeling” van het thematische programma „Investeren in mensen”, dat gericht is op de kernthema’s goede gezondheid voor iedereen, kennis en vaardigheden, cultuur, werkgelegenheid en sociale cohesie, gendergelijkheid, en jongeren en kinderen. Acties op de vier gebieden moeten rekening houden met horizontale kwesties zoals gendergelijkheid, behoeften van personen met een handicap en milieubescherming.

Er wordt financiële steun verleend voor maatregelen op drie prioriteitsgebieden: 1) cultuur, 2) werkgelegenheid en sociale cohesie, en 3) jongeren en kinderen.

Dit krediet dient tevens ter ondersteuning van het Tibetaanse maatschappelijk middenveld in China en in ballingschap en van het revitaliseren van Tibetaanse gemeenschappen in ballingschap.

Het programma moet ten goede komen aan de armste, minst ontwikkelde en minst begunstigde delen van de bevolking in landen die onder artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1905/2006 vallen. Overeenkomstig artikel 38 van Verordening (EG) nr. 1905/2006, krachtens hetwelk een bedrag wordt toegewezen om in het kader van de thematische programma’s activiteiten ten behoeve van de onder het Europees Nabuurschapsbeleid vallende landen te financieren, wordt voor dergelijke landen in het kader van de prioriteiten 2 en 3 een specifiek indicatief budget voor de periode 2007-2013 bestemd.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze in artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Indien hulp wordt verleend door middel van begrotingssteun, zal de Commissie de inspanningen van de partnerlanden steunen om parlementaire controle- en auditcapaciteit, alsmede transparantie te ontwikkelen, in overeenstemming met artikel 25, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1905/2006.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 3 augustus 2005 — Het externe optreden via thematische programma’s binnen de nieuwe financiële vooruitzichten 2007-2013 (COM(2005) 324).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 25 januari 2006 — Investeren in mensen. Mededeling over het thematisch programma voor menselijke en sociale ontwikkeling en de financiële vooruitzichten 2007-2013 (COM(2006) 18).

21 05 01 04   Gelijkheid van mannen en vrouwen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

12 958 139

37 000 000

6 534 961

3 602 618,94

6 431 020,53

Toelichting

Dit krediet dient om financiële steun te verstrekken voor maatregelen in ontwikkelingslanden en buurlanden van Europa in het kader van het onderdeel „Gendergelijkheid” van het thematische programma „Investeren in mensen”, dat gericht is op de kernthema’s goede gezondheid voor iedereen, kennis en vaardigheden, cultuur, werkgelegenheid en sociale cohesie, gendergelijkheid, en jongeren en kinderen.

Financiële steun wordt verstrekt voor maatregelen voor het propageren van gendergelijkheid en vrouwenrechten, tot uitvoering van mondiale verbintenissen zoals vastgelegd in het genderactieplan van de Europese Unie, de VN-Verklaring en het Actieplatform van Peking en het VN-Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen.

Het programma moet ten goede komen aan de armste, minst ontwikkelde en minst begunstigde delen van de bevolking in landen die onder artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1905/2006 vallen. Overeenkomstig artikel 38 van Verordening (EG) nr. 1905/2006, krachtens hetwelk een bedrag wordt toegewezen om in het kader van de thematische programma’s activiteiten ten behoeve van de onder het Europees Nabuurschapsbeleid vallende landen te financieren, wordt voor dergelijke landen een specifiek indicatief budget voor de periode 2007-2013 bestemd.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze in artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Indien hulp wordt verleend door middel van begrotingssteun, zal de Commissie de inspanningen van de partnerlanden steunen om parlementaire controle- en auditcapaciteit, alsmede transparantie te ontwikkelen, in overeenstemming met artikel 25, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1905/2006.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 3 augustus 2005 — Het externe optreden via thematische programma’s binnen de nieuwe financiële vooruitzichten 2007-2013 (COM(2005) 324).

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 25 januari 2006 — Investeren in mensen. Mededeling over het thematisch programma voor menselijke en sociale ontwikkeling en de financiële vooruitzichten 2007-2013 (COM(2006) 18).

21 05 01 05   Proefproject — Kwalitatieve en kwantitatieve toetsing van uitgaven op het gebied van gezondheid en onderwijs

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

50 000

p.m.

116 538

0,—

46 873,—

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de kwalitatieve en kwantitatieve monitoring van uitgaven op het gebied van gezondheid en onderwijs en van de discussie over door de Commissie genomen maatregelen in de sectoren gezondheid en onderwijs.

De uitvoering van concrete projecten moet door deskundigen en deelnemende groepen worden bediscussieerd en gevolgd, teneinde het publiek beter op de hoogte te brengen van maatregelen op het gebied van gezondheid en onderwijs.

Verder dient het ter dekking van maatregelen om de verspreiding en uitwisseling van resultaten en beste praktijken in ontwikkelingslanden te ondersteunen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

21 05 01 06   Voorbereidende actie — Overdracht van technologie op farmaceutisch gebied ten behoeve van ontwikkelingslanden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 384 000

p.m.

2 805 000

0,—

2 304 209,—

Toelichting

Deze voorbereidende actie ging in 2008 van start met als doel een actieprogramma vast te stellen:

 

ter ondersteuning van het verbeteren van onderzoek, ontwikkeling en productiecapaciteit in de farmaceutische sector in ontwikkelingslanden;

 

ter verlening van concrete financiële steun voor de overdracht van technologie op farmaceutisch gebied en de opbouw van capaciteit in ontwikkelingslanden en de lokale productie van geneesmiddelen in alle ontwikkelingslanden, met name de minst ontwikkelde landen, ter nakoming van de verplichtingen vastgelegd in artikel 66, lid 2, van de TRIPS-overeenkomst.

In 2009 werd een studie gelanceerd en in 2010 werd een specifiek project gefinancierd om de toegang tot technologie te verbeteren, de capaciteitsopbouw te ontwikkelen en de plaatselijke productiecapaciteit te vergroten (ook voor traditionele medicijnen).

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Referentiebesluiten

Resolutie van het Europees Parlement van 12 juli 2007 over de TRIPS-overeenkomst en de toegang tot medicijnen (PB C 175 E van 10.7.2008, blz. 591).

21 05 01 07   Voorbereidende actie — Onderzoek en ontwikkeling op het gebied van armoedegerelateerde, tropische en verwaarloosde ziekten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

2 800 000

p.m.

2 760 172

3 000 000,—

2 119 647,—

Toelichting

Deze voorbereidende actie ging in 2008 van start en was bedoeld om een actieprogramma op te zetten ter ondersteuning van onderzoek en ontwikkeling op het gebied van aan armoede gerelateerde, tropische en verwaarloosde ziekten en ter ondersteuning van onderzoeksinstellingen die bereid zijn hun medewerking te verlenen aan initiatieven voor de volksgezondheid op bovengenoemd terrein. Het onderzoek moet in hoofdzaak plaatsvinden in ontwikkelingslanden om ze te helpen ter plaatse kennis en aan de plaatselijke omstandigheden aangepaste oplossingen te ontwikkelen voor het gebrek aan toegang tot geneesmiddelen.

In 2009 is een studie gelanceerd, die een brede raadpleging van belanghebbenden over de prioriteiten omvat en waarbij bijzondere nadruk wordt gelegd op de actieve medewerking en de centrale rol in het proces van wetenschappers, beleidsmakers en instellingen van het betrokken ontwikkelingsland.

Daarenboven zijn de kredieten in 2009 en 2010 bestemd voor de financiering van specifieke acties, zoals de ondersteuning van onderzoeksnetwerken en van capaciteitsopbouw in de ontwikkelingslanden. In al deze projecten moet ervoor worden gezorgd dat de belanghebbenden in de ontwikkelingslanden (regionale, nationale en lokale deskundigen, wetenschappers en instellingen) worden geraadpleegd en een leidende rol spelen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Referentiebesluiten

Resolutie van het Europees Parlement van 12 juli 2007 over de TRIPS-overeenkomst en de toegang tot medicijnen. (PB C 175 E van 10.7.2008, blz. 591).

21 05 01 08   Proefproject — Betere gezondheidszorg voor slachtoffers van seksueel geweld in de Democratische Republiek Congo (DRC)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

80 000

p.m.

2 420 000

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om Congolese dokters op te leiden in zowel algemene gynaecologische chirurgie als riskante ingrepen zoals het herstellen van fistels en bekkenreconstructies.

Het moet dienen ter ondersteuning van een uitwisselings- en opleidingsprogramma op het gebied van de chirurgie, bestemd voor het personeel van diverse ziekenhuizen in de Democratische Republiek Congo, vooral in het oostelijke deel van het land.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 tot vaststelling van het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

21 05 01 09   Voorbereidende actie — Betere gezondheidszorg voor slachtoffers van seksueel geweld in de Democratische Republiek Congo (DRC)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 000 000

1 000 000

       

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om Congolese dokters op te leiden in zowel algemene gynaecologische chirurgie als riskante ingrepen zoals het herstellen van fistels en bekkenreconstructies.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

21 05 02     Wereldfonds voor de bestrijding van hiv/aids, tuberculose en malaria (Global Fund to Fight Aids, Tuberculosis and Malaria — GFATM)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

50 000 000

47 727 951

65 000 000

47 608 950

50 000 000,—

50 000 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter ondersteuning van acties uit hoofde van het Wereldfonds voor de bestrijding van hiv/aids, tuberculose en malaria (GFATM).

De kredieten op deze begrotingslijn moeten worden geëvalueerd overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Deze evaluatie zal onder meer betrekking hebben op initiële activiteiten en de resultaatketen (prestatie, resultaat, impact). De bevindingen ervan zullen worden gebruikt voor de opstelling van verdere maatregelen die met behulp van deze kredieten worden gefinancierd.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

21 05 03     Menselijke en sociale ontwikkeling — Afronding van eerdere samenwerkingsactiviteiten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

4 772 795

p.m.

23 804 475

0,—

25 234 814,55

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de afwikkeling van eerdere samenwerkingsacties in het kader van een aantal programma’s waaronder gezondheid, basisonderwijs, samenwerking op cultureel gebied, aanvullende bijdrage aan de millenniumdoelstellingen van de Verenigde Naties, gedecentraliseerde samenwerking, informatie- en communicatietechnologie en duurzame energie en gendergelijkheid.

Gezondheid

Dit krediet dient voor de financiering van acties met het oog op de verbetering van de reproductieve en seksuele gezondheid in ontwikkelingslanden en de waarborging van de naleving van de daarmee verband houdende rechten.

Financiële steun wordt verstrekt ter bevordering van de erkenning van rechten op het gebied van voortplanting en seksualiteit, bescherming van het moederschap en toegang voor iedereen tot een volledig pakket van veilige en betrouwbare diensten op het gebied van reproductieve en seksuele gezondheidszorg.

Deze financiering en knowhow dienen met name ten goede te komen aan de armste en minst ontwikkelde landen alsmede aan de minst bevoorrechte bevolkingsgroepen in ontwikkelingslanden. Voorrang wordt gegeven aan maatregelen die een aanvulling en een versterking vormen van het beleid en de capaciteiten van deze landen en de hulp die verleend wordt via andere instrumenten voor ontwikkelingssamenwerking.

De activiteiten hebben de volgende doelstellingen:

 

het recht van vrouwen, mannen en jongeren op een goede reproductieve en seksuele gezondheid moet worden gewaarborgd;

 

vrouwen, mannen en jongeren moeten toegang krijgen tot een volledig pakket van veilige en betrouwbare diensten op het gebied van reproductieve en seksuele gezondheidszorg;

 

de kraambedsterfte moet worden teruggedrongen, met name in de landen en bevolkingsgroepen waar die het hoogste is;

 

genitale verminking van vrouwen moet worden bestreden.

De financiële steun wordt verstrekt aan projecten en programma’s die specifiek de verwezenlijking van bovenstaande doelstellingen beogen.

Dit krediet is bestemd ter financiering van een voorbereidende actie voor het bestrijden van aan armoede gerelateerde ziekten, andere dan hiv/aids, malaria en tuberculose. Het dient in het bijzonder om bij te dragen aan immunisatieprogramma’s tegen ziekten zoals mazelen, difterie, tetanus, kinkhoest, hepatitis B, haemophilus influenzae B, gele koorts, meningitis en door pneumokokken veroorzaakte ziekten door middel van het voltooien van in een aantal ontwikkelingslanden reeds begonnen inentingsinspanningen.

De voorbereidende actie richt zich door middel van gerichte en innovatieve maatregelen op het onderzoeken en waarborgen van omstandigheden voor een betere coördinatie tussen de Unie, de lidstaten en de belangrijkste internationale publieke/particuliere partnerschappen op het vlak van volksgezondheid en immunisatie, alsook op een hogere efficiëntie van investeringen in de gezondheidszorgstelsels (preventie, educatie, opbouw van capaciteit) in ontwikkelingslanden.

Dit krediet dient ter dekking van de uniale bijdrage aan de tenuitvoerlegging van het actieprogramma van de Unie dat gericht is op de drie belangrijkste overdraagbare ziekten (hiv/aids, malaria en tuberculose) in ontwikkelingslanden.

In het kader van dit programma verleent de Unie financiële steun en verstrekt zij passende knowhow ter bevordering van investeringen in gezondheidszorg, armoedebestrijding en rechtvaardige economische groei in ontwikkelingslanden.

Bij de toewijzing van financiering en deskundigheid dient met name prioriteit te worden gegeven aan de armste en minst ontwikkelde landen en de minst bevoorrechte bevolkingsgroepen in ontwikkelingslanden, met name vrouwen en meisjes, alsmede aan maatregelen ter aanvulling en versterking van het beleid en de capaciteiten van ontwikkelingslanden en de hulp die verleend wordt via andere instrumenten voor ontwikkelingssamenwerking. Deze activiteiten dienen een bijdrage te leveren aan innovatieve oplossingen ter verbetering van de resultaten van de huidige praktijken in verband met de bestrijding van aan armoede gerelateerde ziekten.

De volgende doelstellingen gelden voor alle activiteiten:

 

optimalisatie van de impact van bestaande maatregelen, diensten, basisproducten en voorlichting gericht op de voornaamste overdraagbare ziekten waardoor de armste bevolkingsgroepen worden getroffen;

 

beschikbaar maken van basisgeneesmiddelen tegen betaalbaardere prijzen;

 

intensivering van onderzoek en ontwikkeling, met name wat betreft vaccins en klinische tests, bacteriëndodende middelen en innovatieve behandelwijzen;

 

uitbreiding van activiteiten op het gebied van de preventie van ziekten, met inbegrip van Voluntary Confidential Counselling and Testing (VCCT), gerichte voorlichtingscampagnes en advisering onder risicogroepen;

 

bevordering van bewustmakingscampagnes, onderwijs, voorlichting en communicatie gericht op het beperken van risicogedrag;

 

integratie van genderbewustzijn in de hiv/aids-programmering en de ontwikkeling van door vrouwen geïnitieerde en door vrouwen gecontroleerde preventiemethoden, alsmede de integratie van mannen in programma’s die gericht zijn op de gevolgen voor vrouwen en meisjes;

 

bevordering van leiderschapsbewustwordingstrainingen.

Dit krediet is ook bedoeld voor het financieren van inentingsprogramma’s tegen malaria.

De Unie verleent steun aan specifieke projecten om de bovengenoemde doelstellingen te bevorderen; onder meer wordt steun verleend aan wereldwijde initiatieven op het gebied van de bestrijding van de belangrijkste overdraagbare ziekten in het kader van de bestrijding van de armoede, zoals het Wereldfonds voor de bestrijding van hiv/aids, malaria en tuberculose, dat op 29 januari 2002 met zijn activiteiten is begonnen.

Basisonderwijs

Dit krediet is bestemd, bij wijze van proefproject, ter ondersteuning — door middel van pertinente maatregelen en analysen — van nationale programma’s voor het basisonderwijs in de ontwikkelingslanden.

Samenwerking op cultureel gebied

Het dient ter bevordering van culturele diversiteit door middel van steun voor samenwerking op het gebied van cultuur, met inbegrip van:

 

activiteiten ter ondersteuning van wederzijds begrip tussen verschillende culturen binnen partnerlanden;

 

uitwisselingen gericht op meer cultureel begrip tussen ontwikkelingslanden en de Unie.

Aanvullende bijdrage aan de millenniumdoelstellingen van de Verenigde Naties

Dit krediet is bedoeld ter financiering van sectorale begrotingssteun voor het beëindigen van school- en uniformgeld in het basisonderwijs, in het bijzonder voor meisjes. Het beperkte aantal ontvangende landen wordt gekozen van de lijst van landen die door het millenniumproject van de Verenigde Naties zijn aangeduid als potentiële begunstigden van „fast-tracking” in het kader van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling, overeenkomstig de regels die de Commissie toepast voor de landen die in aanmerking komen voor begrotingssteun, in het bijzonder hun vermogen om te voldoen aan criteria op het gebied van goed bestuur en deugdelijk financieel beheer.

Een deel van dit krediet is bedoeld voor het financieren van de voorbereiding van de begunstigde landen op het compenseren van gebruikersheffingen door andere manieren van publieke financiering aan het eind van deze tijdelijke actie van de Unie.

Dit krediet dient ter financiernig van sectorale begrotingssteun voor schoolmaaltijden voor kinderen in basisscholen. Deze maatregel is een aanvulling op de „Quick Win„-acties voor de beëindiging van het school- en uniformgeld; het kan worden toegekend aan dezelfde landen, gekozen van de lijst van landen die door het millenniumproject van de Verenigde Naties zijn geïdentificeerd als potentiële begunstigden van” fast-tracking” in het kader van de millenniumdoelstellingen, overeenkomstig de regels die de Commissie toepast voor de landen die in aanmerking komen voor begrotingssteun, in het bijzonder hun vermogen om te voldoen aan criteria op het gebied van goed bestuur en gezond financieel beheer.

Een deel van dit krediet is bedoeld voor het financieren van het voorbereiden van de begunstigde landen op het organiseren van overheidsfinanciering voor schoolmaaltijden na afloop van deze tijdelijke actie van de Unie.

Dit krediet is bedoeld voor het financieren van steun aan kleine boeren voor een grootschalige aanvulling van bodemnutriënten op verarmde grond door middel van de kosteloze of gesubsidieerde distributie van chemische meststoffen en door middel van agrobosbouw.

De landen die voor deze actie in aanmerking komen, worden gekozen van de lijst van landen die door het VN-millenniumproject zijn geïdentificeerd als potentiële kandidaten voor „fast-tracking” in het kader van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling.

Gedecentraliseerde samenwerking

Dit krediet is voorts bedoeld om het vermogen van actoren van het maatschappelijk middenveld en lokale overheden om handelend op te treden, zich te mobiliseren en zich te organiseren, te vergroten, teneinde de dialoog tussen overheden en niet-gouvernementele actoren te bevorderen. Het dient ter financiering van maatregelen voor sociale of economische ontwikkeling ten behoeve van de armste bevolkingsgroepen in ontwikkelingslanden, met name de meest kwetsbare groepen. Het ondersteunt duurzame ontwikkelingsinitiatieven van lokale overheden, organisaties uit lokale gemeenschappen en verenigingen of groeperingen in de ontwikkelingslanden, mogelijk in samenwerking met hun partners uit de Unie.

In deze context is dit krediet hoofdzakelijk bestemd voor voorlichtings-, scholings-, kapitalisatie- en communicatieprogramma’s om potentiële actoren in staat te stellen zich de aanpak van gedecentraliseerde samenwerking beter eigen te maken en actiever deel te nemen aan het overleg aangaande uniale programma’s en de tenuitvoerlegging van de gedecentraliseerde samenwerking.

Informatie en communicatietechnologie en duurzame energie

Dit krediet dient ter financiering van informatie- en communicatietechnologie die nuttig kan zijn met betrekking tot het proces van gedecentraliseerde samenwerking.

Dit krediet is bedoeld om de Commissie in staat te stellen in 2002 een mechanisme op te zetten voor de ondersteuning van capaciteitsopbouw in de ontwikkelingslanden op het gebied van informatie- en communicatietechnologieën (ICT) en duurzame energie. Dit programma dient goed gecoördineerd te worden met andere donorinitiatieven voor ICT en duurzame energie.

Het onderdeel „Duurzame energie” valt onder artikel 06 04 02 en aan het onderdeel ICT wordt, waar nodig, aandacht besteed in nationale en/of regionale programma’s.

De Commissie moet dit krediet ook gebruiken om met het ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties te werken aan gezamenlijke pilootprojecten en ervoor te zorgen dat alle voordelen van ICT en technologie op het gebied van duurzame energie worden onderzocht en naar behoren onder de aandacht worden gebracht.

Gelijkheid mannen en vrouwen

Dit krediet is bestemd voor de financiering van:

 

de tenuitvoerlegging van een katalyserende rol bij de bevordering van de gelijkheid van mannen en vrouwen in het kader van de ontwikkelingssamenwerking van de Unie;

 

het verlenen van financiële bijstand en passende knowhow en tezelfdertijd versterking van het beleid inzake gender mainstreaming door steun te verlenen aan specifieke acties ter versterking van de rol van vrouwen.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 443/92 van de Raad van 25 februari 1992 inzake financiële en technische hulp en economische samenwerking met de ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika en in Azië (PB L 52 van 27.2.1992, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1292/96 van de Raad van 27 juni 1996 betreffende het voedselhulpbeleid en het beheer van de voedselhulp en van de specifieke acties ter ondersteuning van de voedselzekerheid (PB L 166 van 5.7.1996, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 955/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 13 mei 2002 tot verlenging en wijziging van Verordening (EG) nr. 1659/98 van de Raad betreffende gedecentraliseerde samenwerking (PB L 148 van 6.6.2002, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 625/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot verlenging en wijziging van Verordening (EG) nr. 1659/98 van de Raad betreffende gedecentraliseerde samenwerking (PB L 99 van 3.4.2004, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

Referentiebesluiten

Proefprojecten in de zin van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1).

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Resolutie van het Europees Parlement van 12 april 2005 over de rol van de Europese Unie bij de verwezenlijking van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling (PB C 33 E van 9.2.2006, blz. 311).

Conclusies van de Raad Algemene zaken en externe betrekkingen van 23 en 24 mei 2005 over de millenniumdoelstellingen.

Conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van Brussel (16 en 17 juni 2005).

Conclusies van de Raad Algemene zaken en externe betrekkingen van 18 juli 2005 over de VN-top.

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement en het Europees Economisch en Sociaal Comité van 12 april 2005 — Samenhang in het ontwikkelingsbeleid — Sneller vorderingen boeken om de millenniumdoelstellingen voor de ontwikkeling te bereiken (COM(2005) 134).

HOOFDSTUK 21 06 — GEOGRAFISCHE SAMENWERKING MET DE LANDEN IN AFRIKA, HET CARIBISCHE GEBIED EN DE STILLE OCEAAN (ACS-STATEN)

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 06

GEOGRAFISCHE SAMENWERKING MET DE LANDEN IN AFRIKA, HET CARIBISCHE GEBIED EN DE STILLE OCEAAN (ACS-STATEN)

21 06 02

Betrekkingen met Zuid-Afrika

4

127 869 000

137 456 498

137 632 000

131 050 300

143 710 000,—

112 177 727,21

21 06 03

Aanpassingssteun voor de landen van het Suikerprotocol

4

174 824 444

130 000 000

196 671 000

123 783 270

151 554 000,—

101 508 227,52

21 06 04

Maatregelen voor herstel en wederopbouw ten gunste van ontwikkelingslanden, vooral ACS-staten

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

21 06 05

Steun aan de bananenproducenten van de ACS-staten

4

p.m.

22 909 416

p.m.

38 087 160

329,63

40 280 189,50

21 06 06

Samenwerking anders dan officiële ontwikkelingshulp (Zuid-Afrika)

4

2 000 000

954 559

1 000 000

285 654

0,—

0,—

21 06 07

Begeleidende maatregelen in de bananensector

4

41 000 000

33 409 566

56 363 221

28 565 370

0,—

0,—

 

Hoofdstuk 21 06 — Totaal

 

345 693 444

324 730 039

391 666 221

321 771 754

295 264 329,63

253 966 144,23

Toelichting

Voor landen omschreven als „ontvangers van officiële ontwikkelingshulp” (ODA) door de OESO-Commissie voor Ontwikkelingsbijstand (DAC) is in het verleden een benchmark van 35 % toegewezen aan sociale infrastructuur, voornamelijk onderwijs en gezondheidszorg, maar ook aan macro-economische steun, met voorrang voor de sociale sector, daarbij erkennend dat de uniale bijdrage moet worden gezien als deel van de algemene donorsteun aan de sociale sector en dat een bepaalde mate van flexibiliteit de norm dient te zijn. De Commissie zal ook in de toekomst over deze benchmark verslag uitbrengen.

Bovendien zal de Commissie, overeenkomstig haar verklaring over artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI) (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41), zich ervoor inzetten om te waarborgen dat een benchmark van 20 % van de toegewezen steun in het kader van de landenprogramma’s, gedekt door het instrument voor ontwikkelingssamenwerking (Development Cooperation Instrument — DCI), tegen 2009 toegewezen zal worden aan basisonderwijs en basisgezondheidszorg, door middel van begrotingssteun voor projecten en programma’s in verband met deze sectoren, met een gemiddelde over alle geografische gebieden en erkennend dat een bepaalde mate van flexibiliteit de norm moet zijn, bijvoorbeeld als het gaat om steun in uitzonderlijke gevallen.

Uiterlijk op 1 juli van elk jaar zal de Commissie het Europees Parlement en de Raad een jaarverslag over het ontwikkelingsbeleid en de buitenlandse hulp van de Unie voorleggen, waarin zij alle op haar rustende reglementaire rapportageverplichtingen nakomt en de ontwikkelingssamenwerking omstandig toelicht, met name wat betreft de mate waarin de doelstellingen zijn verwezenlijkt. In dit verslag zullen met name:

 

de strategische doelstellingen van het ontwikkelingsbeleid van de Europese Unie en haar bijdrage aan de verwezenlijking van de voormalige benchmark van 35 % voor sociale infrastructuur en dienstverlening en de huidige benchmark van 20 % voor basis- en secundair onderwijs en basisgezondheidszorg, in het kader van de geografische samenwerking in het raam van het DCI, worden gepresenteerd en de doeltreffendheid en doelmatigheid worden beoordeeld van de samenwerking, met inbegrip van de voortgang met het coördineren van de steun, door de samenhang van de strategie van de Unie bij externe acties te verbeteren en door horizontale thema’s te integreren zoals gender, mensenrechten, conflictpreventie en milieu;

 

de belangrijkste resultaten van de evaluatie- en monitoringverslagen worden gepresenteerd, teneinde aan te geven in hoeverre de doelstellingen van de ondernomen acties worden verwezenlijkt;

 

de voornaamste aspecten van de samenwerking en de belangrijkste op dat gebied verrichte activiteiten in elke geografische regio worden samengevat, en

 

financiële gegevens worden verstrekt over de aan elke sector verleende hulp overeenkomstig de OESO-rapportagevereisten.

Het verslag bevat tevens informatie over hoe begrotingssteun heeft bijgedragen aan de verwezenlijking van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling. De begrotingssteun wordt verleend indien een afdoende institutionele capaciteit is aangetoond en indien is voldaan aan gedetailleerde voorwaarden voor het beheer en gebruik van middelen in het ontvangende land. De voorwaarden worden vermeld in het jaarverslag, waarin tevens een beoordeling wordt opgenomen van de mate waarin aan die voorwaarden is voldaan.

Na de presentatie van het verslag treden het Europees Parlement, de Raad en de Commissie in een dialoog over de resultaten en over de wijze waarop meer vooruitgang kan worden geboekt bij het verwezenlijken van de doelstellingen.

21 06 02     Betrekkingen met Zuid-Afrika

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

127 869 000

137 456 498

137 632 000

131 050 300

143 710 000,—

112 177 727,21

Toelichting

Dit krediet is in overeenstemming met de Overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking (Trade, Development and Cooperation Agreement — TCDA) tussen de Europese Unie en Zuid-Afrika en Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een Financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

Het programma wordt in 2007-2013 ten uitvoer gelegd via nationale strategiedocumenten (CSP's) en meerjarige indicatieve programma’s (MIP's) in het kader van de overeenkomst en wordt gefinancierd uit de algemene begroting van de Unie.

Dit krediet dient met name ter dekking van de financiering van projecten en programma’s op het gebied van ontwikkelingssamenwerking met Zuid-Afrika die bijdragen tot:

 

de harmonieuze en duurzame economische en sociale ontwikkeling van Zuid-Afrika door middel van programma’s en maatregelen ter bestrijding van armoede en ter bevordering van economische groei die aan de armen ten goede komt;

 

voortzetting van de integratie van Zuid-Afrika in de wereldeconomie;

 

consolidatie van de basis die is gelegd voor een democratische samenleving en een rechtsstaat waarin de mensenrechten en de fundamentele vrijheden ten volle worden geëerbiedigd;

 

de verbetering van sociale diensten en het helpen bereiken van de millenniumontwikkelingsdoelstellingen.

De programma’s moeten gericht zijn op armoedebestrijding en op de verwezenlijking van de millenniumontwikkelingsdoelstellingen, waarbij rekening wordt gehouden met de behoeften van voorheen achtergestelde gemeenschappen en met de gender- en milieudimensies van ontwikkeling. Bijzondere aandacht moet uitgaan naar versterking van de institutionele capaciteit.

De ontwikkelingssamenwerking is met name gericht op:

 

versterking van de capaciteit voor en ondersteuning van de verlening van diensten aan de armen (o.a. op het gebied van gezondheid, hiv/aids, onderwijs, huisvesting, voorzieningen inzake water en hygiëne, duurzame energie, communicatie, en daarnaast ook hervormingen van het beheer van de openbare financiën op alle bestuursniveaus, capaciteitsopbouw en beter toezicht en evaluatie);

 

ondersteuning van duurzame groei, specifiek gericht op het scheppen van werkgelegenheid (aanpakken van zowel de vraag- als de aanbodaspecten van de arbeidsmarkt, zoals de ontwikkeling van competenties), met name op het gebied van aanpassing aan en opvangen van de gevolgen van de klimaatverandering, en in de groene economie in het algemeen;

 

steun voor governance (zowel in het publieke als het niet-publieke domein);

 

regionale en pan-Afrikaanse steun (o.a. bijdragen aan acties ter bevordering van vrede en veiligheid, aan programma’s binnen de ACS voor wetenschap, technologie en mobiliteit van academici), en ondersteuning van regionale interconnecties via de ontwikkeling van infrastructuur en handel.

Gelet op de milieu-uitdagingen waarvoor Zuid-Afrika staat en de 12e plaats van het land op de wereldranglijst inzake de uitstoot van broeikasgassen, zal bij de ontwikkelingssamenwerking meer nadruk komen te liggen op milieubeschermingsmaatregelen en maatregelen in verband met de klimaatverandering.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze in artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

De kredieten onder dit artikel moeten worden geëvalueerd overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Deze evaluatie zal onder meer betrekking hebben op initiële activiteiten en de resultaatketen (prestatie, resultaat, impact). De bevindingen ervan zullen worden gebruikt voor de opstelling van verdere maatregelen die met behulp van deze kredieten worden gefinancierd.

Indien hulp wordt verleend door middel van begrotingssteun, zal de Commissie de inspanningen van de partnerlanden steunen om parlementaire controle- en auditcapaciteit, alsmede transparantie te ontwikkelen, in overeenstemming met artikel 25, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1905/2006.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

21 06 03     Aanpassingssteun voor de landen van het Suikerprotocol

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

174 824 444

130 000 000

196 671 000

123 783 270

151 554 000,—

101 508 227,52

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van maatregelen ter ondersteuning van aanpassingen in ACS-staten ingevolge de hervorming van de gemeenschappelijke marktordening voor suiker.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze in artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

De kredieten onder dit artikel moeten worden geëvalueerd overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1905/2006. Deze evaluatie zal onder meer betrekking hebben op initiële activiteiten en de resultaatketen (prestatie, resultaat, impact). De bevindingen ervan zullen worden gebruikt voor de opstelling van verdere maatregelen die met behulp van deze kredieten worden gefinancierd.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

21 06 04     Maatregelen voor herstel en wederopbouw ten gunste van ontwikkelingslanden, vooral ACS-staten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van maatregelen om een aanzet te geven tot de terugkeer naar het normale leven van bevolkingsgroepen in ontwikkelingslanden, met name de landen in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan (ACS-staten), die te maken hebben met een crisissituatie als gevolg van natuurrampen, gewelddadige conflicten of andere crises.

Het dekt tevens de neveneffecten van deze crisissituaties in naburige ACS-staten, zoals de Dominicaanse Republiek in het geval van de aardbeving op Haïti.

Het dient met name ter dekking van maatregelen bestemd voor:

 

het opnieuw op gang brengen van een duurzaam productiestelsel;

 

het materiële en functionele herstel van de basisinfrastructuur, met inbegrip van mijnopruiming;

 

de maatschappelijke verzoening via niet-structurele maatregelen in samenlevingen die getroffen zijn door een gewelddadig conflict;

 

sociale re-integratie, met name van vluchtelingen, ontheemden en gedemobiliseerde militairen;

 

de wederopbouw van de bij de herstelfase benodigde instellingen, met name op plaatselijk niveau;

 

bijstand voor kinderen, met name revalidatie van door oorlog getroffen kinderen, met inbegrip van kindsoldaten;

 

de bewustmaking van de betrokken bevolkingsgroepen van de gevaren van natuurrampen en van maatregelen om die rampen te voorkomen of de gevolgen daarvan te beperken;

 

steun aan personen met een handicap en gehandicaptenorganisaties ter bevordering van hun mensenrechten en om te waarborgen dat hulp bij rampen en wederopbouwacties ten goede komen aan ouderen en dat afdoende aandacht wordt besteed aan onderzoek en het verzamelen van leeftijdsgespecificeerde gegevens ter ondersteuning van programmering en beleid.

Het bestrijkt ook onderwijs voor kinderen die het slachtoffer zijn van oorlog of natuurrampen.

De steun moet in het bijzonder worden toegekend aan programma’s en projecten die worden uitgevoerd door niet-gouvernementele ontwikkelingsorganisaties en andere actoren van de civiele samenleving, waarbij de betrokkenheid van de begunstigde bevolking in elke fase van de besluitvorming en uitvoering wordt gestimuleerd.

Een deel van dit krediet is bestemd voor acties ter controle en verwijdering van antipersoneelsmijnen, explosieve overblijfselen van oorlogshandelingen en onwettige handvuurwapens en lichte wapens.

Ontvangsten die voortvloeien uit financiële bijdragen van lidstaten en andere donorlanden, inclusief in beide gevallen hun publieke en parastatale organen, of van internationale organisaties aan bepaalde externe steunprojecten of -programma’s die door de Unie worden gefinancierd en namens hen door de Commissie worden beheerd, overeenkomstig de desbetreffende basishandeling, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten. Deze in artikel 6 3 3 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement. De bedragen die worden geboekt bij het begrotingsonderdeel voor uitgaven voor administratieve ondersteuning zullen worden vastgesteld in het kader van de bijdrageovereenkomst van elk operationeel programma, waarbij voor elk hoofdstuk wordt uitgegaan van een gemiddelde dat niet hoger is dan 4 % van de bijdragen voor het desbetreffende programma.

Indien hulp wordt verleend door middel van begrotingssteun, zal de Commissie de inspanningen van de partnerlanden steunen om parlementaire controle- en auditcapaciteit, alsmede transparantie te ontwikkelen, in overeenstemming met artikel 25, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1905/2006.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

21 06 05     Steun aan de bananenproducenten van de ACS-staten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

22 909 416

p.m.

38 087 160

329,63

40 280 189,50

Toelichting

Dit krediet dient om de naleving mogelijk te maken van verplichtingen die in het kader van de technische bijstand en inkomenssteun voor de producenten in de ACS-staten ten gevolge van de instelling van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector bananen zijn aangegaan.

Dit krediet is ook bedoeld ter ondersteuning van de capaciteitsopbouw in de ACS-productielanden, om deze te helpen zich beter te integreren in het multilaterale handelssysteem, met inbegrip van de verbetering van hun capaciteit om deel te nemen aan de Wereldhandelsorganisatie (WTO).

Met ingang van 1 januari 1999 wordt op dit artikel tevens een bijstandsprogramma aangewezen dat de bananenproducenten van de ACS-staten in staat moet stellen zich aan te passen aan de nieuwe marktvoorwaarden die zijn ontstaan naar aanleiding van de wijziging van de gemeenschappelijke marktordening voor de bananensector.

De kredieten onder dit artikel moeten worden geëvalueerd overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en van de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41). Deze evaluatie zal onder meer betrekking hebben op hulpbronnen en de resultaatketen (prestatie, resultaat, impact). De bevindingen ervan zullen vervolgens worden gebruikt voor de opstelling van maatregelen die met behulp van deze kredieten worden gefinancierd.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 856/1999 van de Raad van 22 april 1999 tot instelling van een bijzondere kaderregeling voor bijstand ten behoeve van traditionele ACS-leveranciers van bananen (PB L 108 van 27.4.1999, blz. 2).

21 06 06     Samenwerking anders dan officiële ontwikkelingshulp (Zuid-Afrika)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 000 000

954 559

1 000 000

285 654

0,—

0,—

Toelichting

De samenwerking met DCI-landen heeft tot doel overleg te voeren met partners die dezelfde politieke, economische en institutionele waarden hebben als de Unie, belangrijke bilaterale partners zijn en een rol spelen in multilaterale fora en op het vlak van het mondiale bestuur.

Deze toewijzing omvat specifiek middelen om de mobiliteit van academici uit de Unie naar Zuid-Afrika te financieren.

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 1338/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1934/2006 van de Raad tot vaststelling van een financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen en andere landen en gebieden met een hoog inkomen (PB L 347 van 30.12.2011, blz. 21).

21 06 07     Begeleidende maatregelen in de bananensector

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

41 000 000

33 409 566

56 363 221

28 565 370

0,—

0,—

Toelichting

Deze kredieten zijn bedoeld voor de dekking van maatregelen ter ondersteuning van de aanpassing in de belangrijkste bananenexporterende ACS-landen in het kader van de veranderende handelsregeling, met name als gevolg van de liberalisering ten aanzien van de meest begunstigde landen (Most Favoured Nation, MFN) in het kader van de WTO.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

HOOFDSTUK 21 07 — ANDERE MAATREGELEN OP HET GEBIED VAN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING EN AD-HOCPROGRAMMA’S

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 07

ANDERE MAATREGELEN OP HET GEBIED VAN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING EN AD-HOCPROGRAMMA’S

21 07 01

Associatieovereenkomsten met de landen en gebieden overzee

4

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

21 07 02

Samenwerking met Groenland

4

28 442 000

26 727 652

28 442 000

26 661 012

27 879 000,—

26 329 285,20

21 07 03

Overeenkomst met de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) en andere organen van de Verenigde Naties

4

310 000

295 913

269 000

285 654

269 546,50

269 546,50

21 07 04

Grondstoffenovereenkomsten

4

3 358 000

2 577 309

2 772 836

4 570 459

2 600 536,53

2 600 536,52

 

Hoofdstuk 21 07 — Totaal

 

32 110 000

29 600 874

31 483 836

31 517 125

30 749 083,03

29 199 368,22

21 07 01     Associatieovereenkomsten met de landen en gebieden overzee

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de associatie van de landen en gebieden overzee met de Unie.

Tot op heden worden deze uitgaven gefinancierd uit het zesde, zevende, achtste, negende en tiende Europees Ontwikkelingsfonds (dat wil zeggen buiten de algemene begroting van de Unie).

Rechtsgronden

Besluit 86/283/EEG van de Raad van 30 juni 1986 betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee met de Europese Economische Gemeenschap (PB L 175 van 1.7.1986, blz. 1).

Besluit 91/482/EEG van de Raad van 25 juli 1991 betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee met de Europese Economische Gemeenschap (PB L 263 van 19.9.1991, blz. 1).

Besluit 2001/822/EG van de Raad van 27 november 2001 betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee met de Europese Gemeenschap („LGO-besluit”) (PB L 314 van 30.11.2001, blz. 1).

21 07 02     Samenwerking met Groenland

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

28 442 000

26 727 652

28 442 000

26 661 012

27 879 000,—

26 329 285,20

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de samenwerking met het oog op de duurzame ontwikkeling van Groenland in het kader van het partnerschap tussen de Europese Unie en Groenland. De samenwerking ondersteunt sectoraal beleid en sectorale strategieën die de toegang tot productieactiviteiten en productiemiddelen bevorderen, en met name: a) onderwijs en opleiding, b) minerale hulpbronnen, c) energie, d) toerisme en cultuur, e) onderzoek en f) voedselveiligheid.

Rechtsgronden

Besluit 2006/526/EG van de Raad van 17 juli 2006 inzake de betrekkingen tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en Groenland en het Koninkrijk Denemarken, anderzijds (PB L 208 van 29.7.2006, blz. 28).

Referentiebesluiten

Gemeenschappelijke verklaring van de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de autonome regering van Groenland en de regering van Denemarken, anderzijds, inzake het partnerschap tussen de Europese Gemeenschap en Groenland, ondertekend te Luxemburg op 27 juni 2006 (PB L 208 van 29.7.2006, blz. 32).

21 07 03     Overeenkomst met de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) en andere organen van de Verenigde Naties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

310 000

295 913

269 000

285 654

269 546,50

269 546,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de jaarlijkse bijdrage van de Unie voor de FAO als gevolg van de toetreding en voor het ITPGRFA (International Treaty on Plant Generic Resources for Food and Agriculture — Internationaal Verdrag inzake plantgenetische hulpbronnen voor voeding en landbouw) als gevolg van de ratificatie.

Rechtsgronden

Besluit van de Raad van 25 november 1991 betreffende de toetreding van de Europese Gemeenschap tot de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) (PB C 326 van 16.12.1991, blz. 238).

Besluit 2004/869/EG van de Raad van 24 februari 2004 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van het Internationaal Verdrag inzake plantgenetische hulpbronnen voor voeding en landbouw (PB L 378 van 23.12.2004, blz. 1).

21 07 04     Grondstoffenovereenkomsten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 358 000

2 577 309

2 772 836

4 570 459

2 600 536,53

2 600 536,52

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de betaling van de jaarlijkse bijdragen die de Unie verschuldigd is voor haar deelname op grond van haar exclusieve bevoegdheid op dit terrein.

Momenteel wordt dit krediet benut ter dekking van:

 

jaarlijkse bijdrage aan de Internationale Koffieorganisatie;

 

jaarlijkse bijdrage aan de Internationale Cacao-organisatie;

 

jaarlijkse bijdrage aan de Internationale Juteorganisatie;

 

jaarlijkse bijdrage aan de Internationale Overeenkomst inzake tropisch hout, na de finale goedkeuring,

 

jaarlijkse bijdrage voor lidmaatschap van het Internationaal Raadgevend Comité voor katoen.

Voor andere tropische producten kunnen de komende jaren wellicht overeenkomsten worden gesloten indien dat politiek en juridisch opportuun is.

Rechtsgronden

Besluit 2001/877/EG van de Raad van 24 november 2001 betreffende de ondertekening en de sluiting van de Internationale Koffieovereenkomst van 2001 namens de Europese Gemeenschap (PB L 326 van 11.12.2001, blz. 22).

Besluit 2002/312/EG van de Raad van 15 april 2002 betreffende de aanvaarding, namens de Europese Gemeenschap, van de overeenkomst betreffende het mandaat van de Internationale Studiegroep voor jute (PB L 112 van 27.4.2002, blz. 34).

Besluit 2002/970/EG van de Raad van 18 november 2002 betreffende de ondertekening en de sluiting van de Internationale Cacao-overeenkomst van 2001 namens de Europese Gemeenschap (PB L 342 van 17.12.2002, blz. 1).

Besluit 2007/648/EG van de Raad van 26 september 2007 betreffende de ondertekening, namens de Europese Gemeenschap, en de voorlopige toepassing van de Internationale Overeenkomst inzake tropisch hout van 2006 (PB L 262 van 9.10.2007, blz. 6).

Referentiebesluiten

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name artikel 133, en Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 207.

Internationale Koffieovereenkomst heronderhandeld in 2000 en 2001: looptijd van 1 oktober 2001 tot en met 30 september 2007, met de mogelijkheid van verlenging met ten hoogste zes jaar. De huidige Koffieovereenkomst uit 2001 is met één jaar verlengd tot en met 1 oktober 2009, en een nieuwe overeenkomst ter vervanging daarvan werd in 2007 heronderhandeld. Afhankelijk van het aantal ondertekeningen en ratificaties kan deze nieuwe overeenkomst op 1 oktober 2009 in werking treden; zo niet zal een verdere verlenging worden gedaan.

Internationale Cacao-overeenkomst, heronderhandeld in 2000 en 2001. De verbintenis is op 1 oktober 2003 in werking getreden voor een periode van vijf jaar, met de mogelijkheid van verlenging met ten hoogste vier jaar. De overeenkomst is verlengd met twee jaar tot 30 september 2010.

Internationale Juteovereenkomst, gesloten in 2001, waarbij een nieuwe Internationale Juteorganisatie wordt opgericht. Looptijd: acht jaar, met de mogelijkheid van verlenging met ten hoogste vier jaar.

Internationale Overeenkomst inzake tropisch hout, gesloten in 2006: Besluit 2007/648/EG van 26 september 2007 betreffende de ondertekening, namens de Europese Gemeenschap, en de voorlopige toepassing van de Internationale Overeenkomst inzake tropisch hout van 2006 (PB L 262 van 9.10.2007, blz. 6); Verklaring van de Europese Gemeenschap overeenkomstig artikel 36, lid 3, van de overeenkomst (PB L 262 van 9.10.2007, blz. 26).

Internationaal Raadgevend Comité voor katoen., conclusies van de Raad van 29 april 2004 (8972/04), conclusies van de Raad van 27 mei 2008 (9986/08) en conclusies van de Raad van 30 april 2010 (8674/10).

HOOFDSTUK 21 08 — BELEIDSSTRATEGIE EN COÖRDINATIE VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONTWIKKELING EN BETREKKINGEN MET DE ACS-STATEN”

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 08

BELEIDSSTRATEGIE EN COÖRDINATIE VOOR HET BELEIDSTERREIN „ONTWIKKELING EN BETREKKINGEN MET DE ACS-STATEN”

21 08 01

Evaluatie van de resultaten van de steun van de Unie, vervolgmaatregelen en audit

4

9 577 000

8 466 001

9 577 000

9 119 018

9 577 000,—

8 845 845,54

21 08 02

Coördinatie en bevordering van bewustmaking inzake ontwikkelingskwesties

4

9 900 000

8 100 518

9 900 000

9 236 136

9 618 919,18

6 943 318,48

 

Hoofdstuk 21 08 — Totaal

 

19 477 000

16 566 519

19 477 000

18 355 154

19 195 919,18

15 789 164,02

21 08 01     Evaluatie van de resultaten van de steun van de Unie, vervolgmaatregelen en audit

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

9 577 000

8 466 001

9 577 000

9 119 018

9 577 000,—

8 845 845,54

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van evaluatie, monitoring en steunmaatregelen tijdens de fase van programmering, opstelling, uitvoering en evaluatie van ontwikkelingsmaatregelen, -strategieën en -beleid, waaronder:

 

studies naar de effectiviteit, efficiency, relevantie, impact en levensvatbaarheid;

 

monitoring van maatregelen tijdens de uitvoering en na afsluiting;

 

steunmaatregelen ter verbetering van de kwaliteit van de monitoring van lopende maatregelen en de voorbereiding van toekomstige maatregelen;

 

feedback en voorlichting over bevindingen, conclusies en aanbevelingen van evaluaties in het kader van het besluitvormingsproces;

 

verbetering van de gebruikte methoden, teneinde de kwaliteit en toepasselijkheid van de evaluaties te verhogen;

 

feedback en voorlichting over methodologische vooruitgang ter verbetering van de kwaliteit en de bruikbaarheid van evaluaties;

 

onderzoek naar mogelijke evaluatiemethoden voor programma’s die op niet-structurele maatregelen gebaseerd zijn, zoals alle maatregelen die verband houden met vredeshandhaving, vredesonderwijs, verzoening enz.

Dit krediet dient tevens ter financiering van auditactiviteiten met betrekking tot het beheer van de op het gebied van de buitenlandse hulp door de Commissie ten uitvoer gelegde programma’s en projecten. Het dient voorts ter dekking van de financiering van opleidingsactiviteiten toegespitst op de specifieke voorschriften betreffende de buitenlandse hulp van de Unie en georganiseerd ten behoeve van externe auditors.

Bovendien dient het krediet ter ondersteuning van de voortdurende inspanningen voor de ontwikkeling van meetinstrumenten en indicatoren van de resultaten van ontwikkelingssamenwerking.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de institutionele prerogatieven van de Commissie, zoals bepaald in artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

21 08 02     Coördinatie en bevordering van bewustmaking inzake ontwikkelingskwesties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

9 900 000

8 100 518

9 900 000

9 236 136

9 618 919,18

6 943 318,48

Toelichting

Maatregel A: coördinatie

De bijdrage uit de begroting verschaft de Commissie middelen voor de nodige maatregelen ter ondersteuning van de voorbereiding en de omschrijving van en het toezicht op de coördinerende maatregelen binnen het ontwikkelingsbeleid. Beleidscoördinatie is van essentieel belang om te komen tot coherente, aanvullende en efficiënte hulp.

Deze maatregelen zijn van het grootste belang voor de vorm- en richtinggeving van het Europese ontwikkelingsbeleid op het niveau van strategie en programmering. Het Europese ontwikkelingsbeleid staat specifiek beschreven in de Verdragen (de artikelen 208 en 210 van het Verdrag betreffende de werking van Europese Unie). De uniale hulp is een aanvulling op de nationale ontwikkelingshulp van de lidstaten en zonder coördinatie is deze aanvullende rol onmogelijk. Volgens artikel 210 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie dient de Commissie het nationale beleid van de lidstaten te coördineren, alsook de uniale en nationale doelstellingen op het gebied van ontwikkelingssamenwerking en ontwikkelingshulp.

Deze coördinatie door de Commissie is niet alleen een grote toegevoegde waarde voor het beleid van de lidstaten, maar is ook een prioriteit waar de doelstellingen van de Unie en de internationale gemeenschap elkaar kruisen. Zij komt tegemoet aan een aanhoudende en groeiende vraag van de andere Europese instellingen en is erkend door de lidstaten en het Europees Parlement in het kader van de Europese Raad van Barcelona van maart 2002.

Dit krediet dient ter dekking van verschillende soorten activiteiten:

 

studies naar de effectiviteit, relevantie, impact en levensvatbaarheid van de coördinatie;

 

vergaderingen van deskundigen en uitwisselingen tussen de Commissie en de lidstaten;

 

monitoring van maatregelen in uitvoering;

 

steunmaatregelen ter verbetering van de kwaliteit van de monitoring van lopende maatregelen en de voorbereiding van toekomstige maatregelen;

 

onderzoek om beleidsmakers te kunnen adviseren hoe zij ervoor kunnen zorgen dat in alle beleidsterreinen aandacht wordt besteed aan de specifieke belangen van gemarginaliseerde producenten en arme werknemers in het zuiden;

 

maatregelen ter ondersteuning van buitenlandse coördinatie-initiatieven;

 

het opstellen van gemeenschappelijke standpunten, verklaringen en initiatieven;

 

de organisatie van evenementen op het gebied van coördinatie;

 

verspreiding van informatie door middel van het uitbrengen van publicaties en het ontwikkelen van informatiesystemen.

Maatregel B: bewustmaking

Dit krediet dient ter dekking van maatregelen om het ontwikkelingsbeleid van de Unie en de lidstaten bekend te maken en om het grote publiek bewust te maken van ontwikkelingsvraagstukken. Alle maatregelen die uit dit artikel gefinancierd worden, dienen te voldoen aan de volgende aspecten, die elkaar volgens de instelling aanvullen:

 

het aspect „informatie” dat dient ter bevordering van de diverse maatregelen die de Unie op het gebied van ontwikkelingshulp neemt, alsook de maatregelen die tezamen met de lidstaten en de andere internationale organisaties worden genomen;

 

een onderdeel dat op de bewustmaking van de publieke opinie in zowel de Unie als de ontwikkelingslanden is toegespitst.

Een deel van deze kredieten dient ter dekking van bewustmakingscampagnes op het vlak van de handelsbetrekkingen tussen noord en zuid en de invloed ervan op duurzame ontwikkeling en de vermindering van de armoede, met campagnes die samenhangen met de aankoopbeslissingen van de consumenten in de Unie.

Deze maatregelen behelzen voornamelijk, maar niet uitsluitend, financiële steun voor audiovisuele projecten, publicaties, seminars en evenementen met betrekking tot ontwikkeling, de productie van voorlichtingsmateriaal, de ontwikkeling van voorlichtingssystemen, en de Lorenzo Natali-prijs voor ontwikkelingsjournalistiek.

Deze activiteiten richten zich op de partners in de publieke en particuliere sector, alsook op vertegenwoordigers en delegaties van de Europese Unie in de lidstaten.

Daarnaast dient dit krediet ter financiering van acties in het kader van het initiatief om Europees onderzoek naar ontwikkelingsbeleid te mobiliseren. Het belangrijkste resultaat van dit initiatief is de jaarlijkse publicatie van een Europees Ontwikkelingsverslag. Dit proces zal leiden tot grotere synergie-effecten tussen Europees onderzoek en beleidsvorming door beide te integreren in een gemeenschappelijk project. Dit Europees Ontwikkelingsverslag zal samen met andere intermediaire producten (achtergronddocumenten, studiebijeenkomsten en werkvergaderingen) een katalyserende werking hebben op de versterking en verfijning van de Europese visie op ontwikkeling en de invloed daarvan op de internationale ontwikkelingsagenda. Dit initiatief wordt gezamenlijk gefinancierd door de Commissie en de lidstaten door middel van bijdragen op vrijwillige basis.

Op dit artikel mogen, ongeacht de begunstigde van de actie, geen administratieve uitgaven worden afgeboekt.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de institutionele prerogatieven van de Commissie, zoals bepaald in artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Taak die voortvloeit uit de specifieke bevoegdheden die krachtens artikel 210 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.

HOOFDSTUK 21 49 — UITGAVEN VOOR HET ADMINISTRATIEVE BEHEER VAN PROGRAMMA’S WAARVOOR KREDIETEN ZIJN VASTGELEGD OVEREENKOMSTIG HET OUDE FINANCIEEL REGLEMENT

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 49

UITGAVEN VOOR HET ADMINISTRATIEVE BEHEER VAN PROGRAMMA’S WAARVOOR KREDIETEN ZIJN VASTGELEGD OVEREENKOMSTIG HET OUDE FINANCIEEL REGLEMENT

21 49 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Ontwikkeling en betrekkingen met de ACS-staten”

21 49 04 01

Overige steunmaatregelen in de vorm van producten, ondersteunende acties en vervoer, distributie, ondersteunende maatregelen en maatregelen voor de monitoring van de uitvoering — Uitgaven voor administratief beheer

4

p.m.

p.m.

0,—

0,—

21 49 04 02

Overige samenwerkingsmaatregelen en sectorale strategieën — Uitgaven voor administratief beheer

4

p.m.

p.m.

0,—

0,—

21 49 04 05

Europees Programma voor wederopbouw en ontwikkeling (EPWO) — Uitgaven voor administratief beheer

4

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

Artikel 21 49 04 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

Hoofdstuk 21 49 — Totaal

 

p.m.

p.m.

0,—

0,—

21 49 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Ontwikkeling en betrekkingen met de ACS-staten”

21 49 04 01   Overige steunmaatregelen in de vorm van producten, ondersteunende acties en vervoer, distributie, ondersteunende maatregelen en maatregelen voor de monitoring van de uitvoering — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de betaalbaarstelling van de vastleggingen die zijn gedaan ten laste van post 21 01 04 01, die voorheen gesplitste kredieten omvatte.

21 49 04 02   Overige samenwerkingsmaatregelen en sectorale strategieën — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de betaalbaarstelling van de vastleggingen die zijn gedaan ten laste van post 21 01 04 02, die voorheen gesplitste kredieten omvatte.

21 49 04 05   Europees Programma voor wederopbouw en ontwikkeling (EPWO) — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet ter dekking van de betaalbaarstelling van de vastleggingen die zijn gedaan ten laste van post 21 01 04 05, die voorheen gesplitste kredieten omvatte.

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

 

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL ONTWIKKELING EN SAMENWERKING — EUROPEAID

TITEL 22

UITBREIDING

Algemene samenvatting van de kredieten (2012 en 2011) en van de uitvoering (2010)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

22 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „UITBREIDING”

91 411 769

91 411 769

92 501 361

92 501 361

91 847 125,22

91 847 125,22

Reserves (40 01 40)

8 082

8 082

17 764

17 764

   
 

91 419 851

91 419 851

92 519 125

92 519 125

91 847 125,22

91 847 125,22

22 02

UITBREIDINGSPROCES EN -STRATEGIE

996 118 710

829 906 144

1 030 855 856

920 012 002

931 582 415,95

1 038 677 786,93

 

Titel 22 — Totaal

1 087 530 479

921 317 913

1 123 357 217

1 012 513 363

1 023 429 541,17

1 130 524 912,15

Reserves (40 01 40)

8 082

8 082

17 764

17 764

   
 

1 087 538 561

921 325 995

1 123 374 981

1 012 531 127

1 023 429 541,17

1 130 524 912,15

HOOFDSTUK 22 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „UITBREIDING”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

22 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „UITBREIDING”

22 01 01

Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Uitbreiding”

22 01 01 01

Uitgaven voor personeel in actieve dienst bij het directoraat-generaal Uitbreiding

5

23 382 932

23 371 496

23 028 422,69

Reserves (40 01 40)

   

17 764

 
   

23 382 932

23 389 260

23 028 422,69

22 01 01 02

Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het directoraat-generaal Uitbreiding in delegaties van de Unie

5

8 666 166

8 810 932

8 648 805,27

 

Artikel 22 01 01 — Subtotaal

 

32 049 098

32 182 428

31 677 227,96

Reserves (40 01 40)

   

17 764

 
   

32 049 098

32 200 192

31 677 227,96

22 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Uitbreiding”

22 01 02 01

Extern personeel bij het directoraat-generaal Uitbreiding

5

2 912 342

3 336 989

3 203 612,27

22 01 02 02

Extern personeel bij het directoraat-generaal Uitbreiding in delegaties van de Unie

5

1 580 268

1 414 859

2 880 684,09

22 01 02 11

Overige beheersuitgaven voor het directoraat-generaal Uitbreiding

5

1 769 647

2 004 869

2 914 891,50

Reserves (40 01 40)

 

8 082

   
   

1 777 729

2 004 869

2 914 891,50

22 01 02 12

Overige beheersuitgaven bij het directoraat-generaal Uitbreiding in delegaties van de Unie

5

670 331

714 870

789 977,02

 

Artikel 22 01 02 — Subtotaal

 

6 932 588

7 471 587

9 789 164,88

Reserves (40 01 40)

 

8 082

   
   

6 940 670

7 471 587

9 789 164,88

22 01 03

Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven voor het beleidsterrein „Uitbreiding”

22 01 03 01

Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten bij het directoraat-generaal Uitbreiding

5

1 572 724

1 693 501

1 788 383,17

22 01 03 02

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven bij het directoraat-generaal Uitbreiding in delegaties van de Unie

5

5 351 259

5 094 845

7 005 671,16

 

Artikel 22 01 03 — Subtotaal

 

6 923 983

6 788 346

8 794 054,33

22 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Uitbreiding”

22 01 04 01

Pretoetredingssteun — Uitgaven voor administratief beheer

4

40 237 500

40 800 000

36 012 240,33

22 01 04 02

Stapsgewijze vermindering van toetredingssteun voor nieuwe lidstaten — Uitgaven voor administratief beheer

4

1 040 000

1 040 000

1 300 000,—

22 01 04 04

Faciliteit voor pretoetreding in verband met de uitwisseling van informatie inzake technische bijstand (Technical Assistance and Information Exchange — TAIEX) — Uitgaven voor administratief beheer

4

3 095 600

3 000 000

2 931 437,72

22 01 04 30

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van programma’s van rubriek 4 van het beleidsterrein „Uitbreiding”

4

1 133 000

1 219 000

1 343 000,—

 

Artikel 22 01 04 — Subtotaal

 

45 506 100

46 059 000

41 586 678,05

 

Hoofdstuk 22 01 — Totaal

 

91 411 769

92 501 361

91 847 125,22

Reserves (40 01 40)

 

8 082

17 764

 
   

91 419 851

92 519 125

91 847 125,22

22 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Uitbreiding”

22 01 01 01   Uitgaven voor personeel in actieve dienst bij het directoraat-generaal Uitbreiding

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

22 01 01 01

23 382 932

23 371 496

23 028 422,69

Reserves (40 01 40)

 

17 764

 

Totaal

23 382 932

23 389 260

23 028 422,69

22 01 01 02   Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het directoraat-generaal Uitbreiding in delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

8 666 166

8 810 932

8 648 805,27

22 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Uitbreiding”

22 01 02 01   Extern personeel bij het directoraat-generaal Uitbreiding

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

2 912 342

3 336 989

3 203 612,27

22 01 02 02   Extern personeel bij het directoraat-generaal Uitbreiding in delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

1 580 268

1 414 859

2 880 684,09

22 01 02 11   Overige beheersuitgaven voor het directoraat-generaal Uitbreiding

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

22 01 02 11

1 769 647

2 004 869

2 914 891,50

Reserves (40 01 40)

8 082

   

Totaal

1 777 729

2 004 869

2 914 891,50

22 01 02 12   Overige beheersuitgaven bij het directoraat-generaal Uitbreiding in delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

670 331

714 870

789 977,02

22 01 03     Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten, gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven voor het beleidsterrein „Uitbreiding”

22 01 03 01   Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten bij het directoraat-generaal Uitbreiding

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

1 572 724

1 693 501

1 788 383,17

22 01 03 02   Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven bij het directoraat-generaal Uitbreiding in delegaties van de Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

5 351 259

5 094 845

7 005 671,16

22 01 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Uitbreiding”

22 01 04 01   Pretoetredingssteun — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

40 237 500

40 800 000

36 012 240,33

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve kosten die rechtstreeks verband houden met de tenuitvoerlegging van het instrument voor pretoetredingssteun (Instrument for Pre-Accession Assistance IPA), met name:

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie is uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten;

 

uitgaven voor extern personeel (personeel op contractbasis, gedetacheerde nationale deskundigen of personeel van uitzendbureaus) op de hoofdzetel dat de taken overneemt van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand; de uitgaven voor extern personeel op de hoofdzetel mogen maximaal 1 800 000 EUR bedragen. Deze schatting is gebaseerd op een voorlopige jaarlijkse eenheidskostprijs per mensjaar, bestaande voor 93 % uit de bezoldiging van het desbetreffende personeel en 7 % uit de extra kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie voor dit personeel;

 

uitgaven voor extern personeel (personeel op contractbasis, plaatselijk personeel of gedetacheerde nationale deskundigen) dat bij de delegaties van de Unie in dienst wordt genomen met het oog op de decentralisatie van het programmabeheer naar de delegaties van de Unie in derde landen, of in verband met de overname van de taken van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand, alsmede de extra logistieke en infrastructurele kosten, zoals de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie en huur, die rechtstreeks voortvloeien uit de aanwezigheid in de delegatie van de Unie van het extern personeel dat wordt bezoldigd uit de kredieten van deze post;

 

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor administratief beheer uit hoofde van de artikelen 22 02 01, 22 02 02, 22 02 03, 22 02 04, 22 02 05 en 22 02 07, 22 02 08 en 22 04 02.

22 01 04 02   Stapsgewijze vermindering van toetredingssteun voor nieuwe lidstaten — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

1 040 000

1 040 000

1 300 000,—

Toelichting

Na de uitbreiding blijft de Commissie erop toezien dat aan alle wettelijke en financiële verplichtingen wordt voldaan, met name op het gebied van gezond en efficiënt financieel beheer. Overeenkomstig de Toetredingsakte functioneren thans alle uitvoerende agentschappen in de twaalf nieuwe lidstaten die in 2004 en 2007 tot de Unie zijn toegetreden, in het kader van het uitgebreide gedecentraliseerde uitvoeringssysteem (Extended decentralised implementation system EDIS). In Bulgarije en Roemenië is het EDIS in 2007 ingevoerd.

De resterende op de zetel uitgevoerde taken voor de voltooiing van de pretoetredingsprogramma’s betreffen voornamelijk de opvolging van projecten in termen van toezicht op de resultaten en het financiële beheer, onder andere betalingsaanvragen, toezicht op de uitvoering in het kader van EDIS en follow-up van financiële overgangssteun na de toetreding. Verzoeken om programma’s te verlengen en projectbeschrijvingen en/of financiële middelen te wijzigen, moeten tevens op passende wijze worden geëvalueerd en een dienovereenkomstig besluit moet aan de Commissie worden voorgelegd.

Wegens de aanzienlijke bedragen die nog steeds in Bulgarije en Roemenië moeten worden besteed, moet op de hoofdzetel voldoende capaciteit aanwezig zijn. In 2008 verliep de tenuitvoerlegging in Bulgarije zeer problematisch. Deze aangelegenheid heeft heel wat politieke en publieke belangstelling gewekt. Dit heeft geresulteerd in extra werk op het vlak van verslaglegging, toezicht en missies, alsook in een uitstel van talrijke transacties in 2009.

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve kosten van dit nog te voltooien gedeelte van de programma’s voor pretoetredingssteun aan de nieuwe lidstaten, namelijk:

 

uitgaven voor technische bijstand op de korte termijn die verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma (of maatregelen die onder deze post vallen), alsmede alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed in het kader van ad-hocdienstverleningscontracten);

 

uitgaven voor extern personeel (personeel op contractbasis, gedetacheerde nationale deskundigen of personeel van uitzendbureaus) op de hoofdzetel dat belast is met taken die rechtstreeks verband houden met de voltooiing van de toetredingsprogramma’s; de uitgaven voor extern personeel op de hoofdzetel mogen maximaal 980 000 EUR bedragen. Deze schatting is gebaseerd op een voorlopige jaarlijkse eenheidskostprijs per mensjaar, bestaande voor 93 % uit de bezoldiging van het desbetreffende personeel en 7 % uit de extra kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie voor dit personeel.

Dit krediet dekt de uitgaven voor administratief beheer van de posten 22 02 05 01 en 22 02 05 04 en artikel 22 03 01.

22 01 04 04   Faciliteit voor pretoetreding in verband met de uitwisseling van informatie inzake technische bijstand (Technical Assistance and Information Exchange — TAIEX) — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

3 095 600

3 000 000

2 931 437,72

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigde landen en de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc;

 

uitgaven voor extern personeel (personeel op contractbasis, gedetacheerde nationale deskundigen of personeel van uitzendbureaus) op de hoofdzetel dat de taken overneemt van de afgeschafte bureaus voor technische bijstand; de uitgaven voor extern personeel op de hoofdzetel mogen maximaal 2 945 600 EUR bedragen. Deze schatting is gebaseerd op een voorlopige jaarlijkse eenheidskostprijs per mensjaar, bestaande voor 93 % uit de bezoldiging van het desbetreffende personeel en 7 % uit de extra kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie voor dit personeel;

 

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma.

Dit krediet dekt de uitgaven voor administratief beheer van artikel 22 02 06.

22 01 04 30   Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van programma’s van rubriek 4 van het beleidsterrein „Uitbreiding”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

1 133 000

1 219 000

1 343 000,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter dekking van de exploitatiekosten van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur in verband met het beheer van programma’s op het beleidsterrein „Uitbreiding”. De opdracht van het Agentschap is uitgebreid tot alle Youth-, Tempus- en Erasmus Mundus-programma’s waarbij begunstigden van pretoetredingssteun betrokken zijn.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Besluit 2005/56/EG van de Commissie van 14 januari 2005 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur, voor het beheer van de communautaire maatregelen op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad (PB L 24 van 27.1.2005, blz. 35).

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

Besluit 2009/336/EG van de Commissie van 20 april 2009 tot oprichting van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur voor het beheer van de communautaire maatregelen op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur — overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad (PB L 101 van 21.4.2009, blz. 26).

HOOFDSTUK 22 02 — UITBREIDINGSPROCES EN -STRATEGIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

22 02

UITBREIDINGSPROCES EN -STRATEGIE

22 02 01

Bijstand voor het overgangsproces en institutionele opbouw aan kandidaat-lidstaten

4

323 026 643

246 827 484

297 383 457

259 334 520

293 350 352,—

162 022 483,49

22 02 02

Bijstand voor het overgangsproces en institutionele opbouw aan potentiële kandidaat-lidstaten

4

442 833 982

343 436 015

486 612 206

317 513 608

450 500 975,87

328 841 178,04

22 02 03

Tijdelijk burgerlijk bestuur in de westelijke Balkan

4

p.m.

p.m.

p.m.

282 797

5 301 301,—

5 836 235,95

22 02 04

Grensoverschrijdende en regionale samenwerking

22 02 04 01

Grensoverschrijdende samenwerking tussen IPA-landen en deelname aan transnationale/interregionale EFRO-programma’s en ENPI-zeebekkenprogramma’s

4

18 729 148

19 053 952

26 898 255

8 606 746

15 400 000,—

7 527 230,19

22 02 04 02

Grensoverschrijdende samenwerking met lidstaten

4

3 282 324

3 379 139

7 131 841

715 086

3 154 868,—

69 695,20

 

Artikel 22 02 04 — Subtotaal

 

22 011 472

22 433 091

34 030 096

9 321 832

18 554 868,—

7 596 925,39

22 02 05

Afronding van eerdere bijstandsactiviteiten

22 02 05 01

Afronding van Phare-pretoetredingssteun

4

p.m.

p.m.

499 527,92

94 227 208,02

22 02 05 02

Afronding van Cards-bijstand

4

p.m.

4 118 922

p.m.

32 543 574

422 110,23

86 397 133,37

22 02 05 03

Afronding van eerdere samenwerkingsactiviteiten met Turkije

4

p.m.

p.m.

p.m.

1 904 358

110 879,07

57 028 311,60

22 02 05 04

Afronding van eerdere samenwerkingsactiviteiten met Malta en Cyprus

4

0,—

0,—

22 02 05 05

Afronding van voorbereidende acties met betrekking tot de gevolgen van de uitbreiding in grensregio’s van de Europese Unie

3.2

p.m.

p.m.

0,—

0,—

22 02 05 09

Voltooiing van de overgangsfaciliteit voor nieuwe lidstaten

3.2

p.m.

6 383 000

0,—

20 465 417,46

22 02 05 10

Voltooiing van de acties in verband met de uitwisseling van informatie inzake technische bijstand (Technical Assistance and Information Exchange -TAIEX) in het kader van de overgangsfaciliteit

3.2

p.m.

p.m.

0,—

1 357 625,30

 

Artikel 22 02 05 — Subtotaal

 

p.m.

4 118 922

p.m.

40 830 932

1 032 517,22

259 475 695,75

22 02 06

Faciliteit voor pretoetreding in verband met de uitwisseling van informatie inzake technische bijstand (Technical Assistance and Information Exchange — TAIEX)

4

12 000 000

10 500 149

12 000 000

17 615 311

17 000 000,—

11 664 957,25

22 02 07

Regionale, horizontale en ad-hocprogramma’s

22 02 07 01

Regionale en horizontale programma’s

4

146 656 613

138 263 100

151 883 097

182 597 462

121 942 969,17

182 089 390,24

22 02 07 02

Evaluatie van de resultaten van de uniale hulp, follow-up en audit

4

3 590 000

4 215 333

4 447 000

4 788 508

3 500 701,90

5 932 446,06

22 02 07 03

Financiële steun ten behoeve van de bevordering van de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap

4

28 000 000

48 017 182

28 000 000

74 275 199

3 076 958,73

62 808 986,41

 

Artikel 22 02 07 — Subtotaal

 

178 246 613

190 495 615

184 330 097

261 661 169

128 520 629,80

250 830 822,71

22 02 08

Proefproject — Behoud en herstel van cultureel erfgoed in conflictgebieden

4

p.m.

240 000

p.m.

2 334 000

0,—

244 330,94

22 02 09

Voorbereidende actie — Behoud en herstel van cultureel erfgoed in conflictgebieden

4

3 000 000

2 000 000

500 000

900 000

2 250 000,—

0,—

22 02 10

Informatie en communicatie

22 02 10 01

Prince — Informatie en communicatie

4

5 000 000

4 416 745

5 000 000

4 036 287

5 071 772,06

4 711 816,81

22 02 10 02

Informatie en communicatie voor derde landen

4

10 000 000

5 438 123

11 000 000

6 181 546

10 000 000,—

7 453 340,60

 

Artikel 22 02 10 — Subtotaal

 

15 000 000

9 854 868

16 000 000

10 217 833

15 071 772,06

12 165 157,41

 

Hoofdstuk 22 02 — Totaal

 

996 118 710

829 906 144

1 030 855 856

920 012 002

931 582 415,95

1 038 677 786,93

22 02 01     Bijstand voor het overgangsproces en institutionele opbouw aan kandidaat-lidstaten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

323 026 643

246 827 484

297 383 457

259 334 520

293 350 352,—

162 022 483,49

Toelichting

Dit krediet dient in het kader van het IPA ter dekking van het onderdeel „Overgangsproces en institutionele opbouw” voor kandidaat-lidstaten. Het voornaamste doel is het creëren van toereikende capaciteit voor de tenuitvoerlegging van het uniale acquis, met name door middel van:

 

de versterking van de democratische instellingen en de rechtsstaat, met inbegrip van handhaving;

 

de bevordering en bescherming van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden en de versterking van de eerbiediging van de rechten van minderheden, de bevordering van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen en het bestrijden van discriminatie;

 

de hervorming van het openbaar bestuur, met inbegrip van de totstandbrenging van een systeem om decentralisatie van het beheer van hulp naar de begunstigde landen mogelijk te maken, overeenkomstig de regels die zijn vastgelegd in het Financieel Reglement;

 

economische hervormingen;

 

de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld en sociale integratie, waarbij minder goed vertegenwoordigde groepen worden aangemoedigd zich te laten horen en deel te nemen aan maatschappelijke organisaties en waarbij alle vormen van discriminatie moeten worden bestreden, en het versterken van de rechten van vrouwen en kinderen en andere kwetsbare groepen zoals personen met een handicap en ouderen;

 

verzoening, vertrouwen scheppende maatregelen en wederopbouw.

Dit krediet kan dienen ter dekking van in aanmerking komende samenwerkingsmaatregelen die niet uitdrukkelijk onder andere onderdelen van Verordening (EG) nr. 1085/2006 vallen en maatregelen die onder meer dan een onderdeel vallen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

22 02 02     Bijstand voor het overgangsproces en institutionele opbouw aan potentiële kandidaat-lidstaten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

442 833 982

343 436 015

486 612 206

317 513 608

450 500 975,87

328 841 178,04

Toelichting

In het kader van het IPA is niet alleen financiële pretoetredingsbijstand beschikbaar voor kandidaat-lidstaten, maar ook voor potentiële kandidaat-lidstaten. Dit krediet dient ter dekking van het onderdeel „Overgangsproces en institutionele opbouw” voor potentiële kandidaat-lidstaten. Het voornaamste doel is de deelname van de toekomstige kandidaat-lidstaten aan het stabilisatie- en associatieproces te steunen, alsmede hun vorderingen bij het verwerven van de status van kandidaat-lidstaat, gezien hun versterkte Europese perspectief volgend op de Europese Raad van Thessaloniki (19 en 20 juni 2003). Dit houdt de ondersteuning in van de geleidelijke overname van het uniale acquis voor alle landen en van het nakomen van de verplichtingen uit de interim-overeenkomsten/stabilisatie- en associatieovereenkomsten, in het bijzonder door:

 

de versterking van de democratische instellingen en de rechtsstaat, met inbegrip van handhaving;

 

de bevordering en bescherming van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden en de versterking van de eerbiediging van de rechten van minderheden, de bevordering van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen en het bestrijden van discriminatie;

 

de hervorming van het openbare bestuur, met inbegrip van de totstandbrenging van een systeem om decentralisatie van het beheer van hulp naar de begunstigde landen mogelijk te maken, overeenkomstig de regels van het Financieel Reglement;

 

economische hervormingen;

 

de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld en sociale integratie, waarbij minder goed vertegenwoordigde groepen worden aangemoedigd zich te laten horen en deel te nemen aan maatschappelijke organisaties en waarbij alle vormen van discriminatie moeten worden bestreden, en het versterken van de rechten van vrouwen en kinderen en andere kwetsbare groepen zoals personen met een handicap en ouderen;

 

verzoening, vertrouwen scheppende maatregelen en wederopbouw.

Een deel van de kredieten zal worden gebruikt voor aanvullende steun voor de autoriteiten in Kosovo zodat deze sneller aan de criteria en benchmarks voor visumliberalisering met de Europese Unie kunnen voldoen, zodat zonder onnodige vertraging tot visumvrij reizen tussen Kosovo en de EU kan worden gekomen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

22 02 03     Tijdelijk burgerlijk bestuur in de westelijke Balkan

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

282 797

5 301 301,—

5 836 235,95

Toelichting

De Unie draagt financieel bij aan het functioneren van het Bureau van de Hoge Vertegenwoordiger (Office of the High Representative — OHR) in Bosnië en Herzegovina. De financiële bijdrage heeft de vorm van een bijdrage op de begroting van het OHR.

De verwachting was dat het OHR zou worden gesloten nadat Bosnië en Herzegovina aan enkele belangrijke criteria had voldaan, maar vanwege de politieke onzekerheid werd de sluiting uitgesteld.

Het OHR zal aan het Europees Parlement rapporteren over de politieke situatie in Bosnië en Herzegovina, in het bijzonder wat de impact daarvan op de tenuitvoerlegging van de financiële bijstand van de Unie betreft.

Een deel van dit krediet dient, met behoorlijke inachtneming van de bepalingen van het Financieel Reglement, ter financiering van operaties die worden uitgevoerd door oudere vrijwillige deskundigen van de Unie die onder het ESSN (European Senior Services Network) vallen, met inbegrip van technische bijstand, adviesdiensten en opleiding in specifieke publieke of particuliere ondernemingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

22 02 04     Grensoverschrijdende en regionale samenwerking

Toelichting

Het onderdeel „Grensoverschrijdende samenwerking” van het IPA verleent steun voor grensoverschrijdende samenwerkingsprogramma’s aan de lands- en zeegrenzen tussen kandidaat-/potentiële kandidaat-lidstaten en aangrenzende lidstaten en aan grenzen tussen kandidaat-/potentiële kandidaat-lidstaten, via twee begrotingsposten: „Grensoverschrijdende samenwerking met lidstaten” en „Grensoverschrijdende samenwerking tussen IPA-landen en deelname aan transnationale/interregionale EFRO-programma’s en ENPI-zeebekkenprogramma’s”.

22 02 04 01   Grensoverschrijdende samenwerking tussen IPA-landen en deelname aan transnationale/interregionale EFRO-programma’s en ENPI-zeebekkenprogramma’s

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 729 148

19 053 952

26 898 255

8 606 746

15 400 000,—

7 527 230,19

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter ondersteuning van programma’s voor grensoverschrijdende samenwerking aan de grenzen tussen IPA-begunstigden.

Naargelang van het geval kan dit krediet ook gebruikt worden ter ondersteuning van de deelname van de hiervoor in aanmerking komende IPA-begunstigden aan de relevante transnationale en interregionale programma’s in het kader van de doelstelling inzake Europese territoriale samenwerking van de structuurfondsen en aan de relevante multilaterale zeebekkenprogramma’s uit hoofde van het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (ENPI).

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

22 02 04 02   Grensoverschrijdende samenwerking met lidstaten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 282 324

3 379 139

7 131 841

715 086

3 154 868,—

69 695,20

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter ondersteuning van programma’s voor grensoverschrijdende samenwerking aan de grenzen tussen IPA-landen en lidstaten.

Voor deze programma’s met lidstaten worden de IPA-fondsen aangevuld met een bijdrage uit rubriek 1b — EFRO, opgenomen in post 13 05 03 01 „Regionaal beleid”.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

22 02 05     Afronding van eerdere bijstandsactiviteiten

Toelichting

Tegen de achtergrond van de invoering van het IPA op 1 januari 2007 en de toetreding van Bulgarije en Roemenië op dezelfde datum dient dit krediet voor de afwikkeling van de vastleggingen die zijn gedaan in het kader van de pretoetredingssteun en Cards-bijstand.

Een deel van dit krediet dient, met behoorlijke inachtneming van de bepalingen van het Financieel Reglement, ter financiering van operaties die worden uitgevoerd door oudere vrijwillige deskundigen van de Unie die onder het ESSN (European Senior Services Network) vallen, met inbegrip van technische bijstand, adviesdiensten en opleiding in specifieke publieke of particuliere ondernemingen.

22 02 05 01   Afronding van Phare-pretoetredingssteun

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

499 527,92

94 227 208,02

Toelichting

Tegen de achtergrond van de invoering van het IPA op 1 januari 2007 en de toetreding van Bulgarije en Roemenië op dezelfde datum dient dit krediet voor de afwikkeling van de vastleggingen die zijn gedaan in het kader van de Phare-pretoetredingssteun voor die landen, nieuwe lidstaten die in 2004 tot de Unie zijn toegetreden en huidige kandidaat-lidstaten.

Een deel van dit krediet dient, met behoorlijke inachtneming van de bepalingen van het Financieel Reglement, ter financiering van operaties die worden uitgevoerd door oudere vrijwillige deskundigen van de Unie die onder het ESSN (European Senior Services Network) vallen, met inbegrip van technische bijstand, adviesdiensten en opleiding in specifieke publieke of particuliere ondernemingen.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 3906/89 van de Raad van 18 december 1989 betreffende economische hulp ten gunste van bepaalde landen in Midden- en Oost-Europa (PB L 375 van 23.12.1989, blz. 11).

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

22 02 05 02   Afronding van Cards-bijstand

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

4 118 922

p.m.

32 543 574

422 110,23

86 397 133,37

Toelichting

Tegen de achtergrond van de invoering van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA) op 1 januari 2007 dient dit krediet ter dekking van de afwikkeling van eerder in het kader van de Cards-bijstand aan de westelijke Balkan aangegane contractuele verplichtingen.

Een deel van dit krediet dient, met behoorlijke inachtneming van de bepalingen van het Financieel Reglement, ter financiering van operaties die worden uitgevoerd door oudere vrijwillige deskundigen van de Unie die onder het ESSN (European Senior Services Network) vallen, met inbegrip van technische bijstand, adviesdiensten en opleiding in specifieke publieke of particuliere ondernemingen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2666/2000 van de Raad van 5 december 2000 betreffende de steun aan Albanië, Bosnië-Herzegovina, Kroatië, de Federale Republiek Joegoslavië en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (PB L 306 van 7.12.2000, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

22 02 05 03   Afronding van eerdere samenwerkingsactiviteiten met Turkije

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

1 904 358

110 879,07

57 028 311,60

Toelichting

Tegen de achtergrond van de invoering van het IPA op 1 januari 2007 dient dit krediet ter dekking van de afwikkeling van eerder in het kader van de pretoetredingssteun aan Turkije aangegane contractuele verplichtingen.

Ontvangsten gerealiseerd op trustrekeningen en die zijn geboekt op artikel 5 2 3 van de staat van ontvangsten, zullen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten die op deze post dienen te worden geboekt, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1488/96 van de Raad van 23 juli 1996 inzake financiële en technische maatregelen ter ondersteuning van de hervorming van de economische en maatschappelijke structuren in het kader van het Europees-mediterrane partnerschap (Meda) (PB L 189 van 30.7.1996, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 764/2000 van de Raad van 10 april 2000 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter verdieping van de douane-unie EG-Turkije (PB L 94 van 14.4.2000, blz. 6).

Verordening (EG) nr. 2500/2001 van de Raad van 17 december 2001 betreffende financiële pretoetredingssteun voor Turkije (PB L 342 van 27.12.2001, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

22 02 05 04   Afronding van eerdere samenwerkingsactiviteiten met Malta en Cyprus

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

0,—

0,—

Toelichting

Aangezien Cyprus en Malta in 2004 tot de Europese Unie zijn toegetreden, dient deze post ter dekking van de afwikkeling van eerder voor die landen in het kader van de artikelen B7-0 4 0, B7-0 4 1, B7-4 1 0 (ten dele) en de posten B7-4 0 1 0 en B7-4 0 1 1 aangegane contractuele verplichtingen.

Ontvangsten gerealiseerd op trustrekeningen en die zijn geboekt op artikel 5 2 3 van de staat van ontvangsten, zullen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten die op deze post dienen te worden geboekt, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 555/2000 van de Raad van 13 maart 2000 betreffende de uitvoering van acties in het kader van de pretoetredingsstrategie voor de Republiek Cyprus en de Republiek Malta (PB L 68 van 16.3.2000, blz. 3).

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

22 02 05 05   Afronding van voorbereidende acties met betrekking tot de gevolgen van de uitbreiding in grensregio’s van de Europese Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de afwikkeling van eerder in het kader van het artikel „Gevolgen van de uitbreiding in grensregio’s van de Europese Unie” aangegane contractuele verplichtingen. Deze kredieten kunnen aanleiding geven tot verbintenissen die voortvloeien uit juridische verplichtingen in verband met de afronding van projecten (zoals schikkingen, boeten bij betalingsachterstanden, verrekeningen enz.).

Rechtsgronden

Voorbereidende acties in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

22 02 05 09   Voltooiing van de overgangsfaciliteit voor nieuwe lidstaten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

6 383 000

0,—

20 465 417,46

Toelichting

Dit krediet dient voor de afwikkeling van de vastleggingen die eerder in het kader van de steun van de overgangsfaciliteit voor nieuwe lidstaten zijn aangegaan.

Het doel van de overgangsfaciliteit is de nieuwe lidstaten te blijven steunen bij hun inspanningen met het oog op de ontwikkeling en versterking van hun administratieve capaciteit om de uniale wetgeving uit te voeren en te handhaven, en de uitwisseling van beste praktijken te bevorderen.

De overgangsfaciliteit voor de tien nieuwe lidstaten die op 1 mei 2004 tot de Europese Unie zijn toegetreden, betrof de periode 2004-2006. De Akte van toetreding van 2005 voorzag in een andere overgangsfaciliteit voor Bulgarije en Roemenië met een duur van ten minste één jaar, gerekend vanaf hun toetreding tot de Unie.

Rechtsgronden

Taken die voortvloeien uit de specifieke bevoegdheden die aan de Commissie zijn toegekend bij artikel 34 van de Akte van toetreding van 16 april 2003 en artikel 31 van titel III van de Akte van toetreding van 25 april 2005.

22 02 05 10   Voltooiing van de acties in verband met de uitwisseling van informatie inzake technische bijstand (Technical Assistance and Information Exchange -TAIEX) in het kader van de overgangsfaciliteit

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

0,—

1 357 625,30

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van technische bijstand voor de volledige aanpassing van de wetgeving aan het uniale acquis, waarbij alle organen die betrokken zijn bij de uitvoering en handhaving daarvan, met inbegrip van niet-gouvernementele organisaties, geholpen worden hun doelstellingen te verwezenlijken en toezicht te houden op de mate van realisatie daarvan.

Het doel is zo snel mogelijk kortetermijnsteun te verlenen in de vorm van seminars, workshops, studiebezoeken en bezoeken van deskundigen, opleidingsacties, hulpmiddelen en producten, met name voor het verzamelen en verspreiden van informatie, vertalen/tolken, alsmede andere vormen van technische bijstand in verband met de aanpassing aan het uniale acquis.

Voor financiering komen vertegenwoordigers van alle overheidsorganen uit de publieke en semipublieke sector in aanmerking, zoals nationale overheden, parlementen, wetgevende raden, regionale regeringen, regelgevende en toezichthoudende overheden, alsmede vertegenwoordigers namens de sociale partners en commerciële, professionele of economische groeperingen die betrokken zijn bij de overname, uitvoering en handhaving van het uniale acquis.

Rechtsgronden

Taken die voortvloeien uit de specifieke bevoegdheden die aan de Commissie zijn toegekend bij artikel 34 van de Akte van toetreding van 16 april 2003 en artikel 31 van titel III van de Akte van toetreding van 25 april 2005.

22 02 06     Faciliteit voor pretoetreding in verband met de uitwisseling van informatie inzake technische bijstand (Technical Assistance and Information Exchange — TAIEX)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

12 000 000

10 500 149

12 000 000

17 615 311

17 000 000,—

11 664 957,25

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van technische bijstand aan kandidaat- en potentiële kandidaat-lidstaten, alsmede aan landen van het Europees nabuurschapsbeleid voor de aanpassing van de wetgeving aan het uniale acquis, waarbij alle organen die betrokken zijn bij de uitvoering en handhaving daarvan, met inbegrip van niet-gouvernementele organisaties, geholpen worden hun doelstellingen te verwezenlijken en toezicht te houden op de mate van realisatie daarvan.

Het doel is zo snel mogelijk kortetermijnsteun te verlenen in de vorm van conferenties, workshops, studiebezoeken, bezoeken van deskundigen, opleiding, hulpmiddelen en producten, met name voor het verzamelen en verspreiden van informatie, vertalen/tolken, alsmede andere vormen van technische bijstand in verband met de aanpassing aan het uniale acquis.

Voor financiering komen vertegenwoordigers van alle overheidsorganen uit de publieke en semipublieke sector in aanmerking, zoals nationale overheden, parlementen, wetgevende raden, regionale regeringen, regelgevende en toezichthoudende overheden, alsmede vertegenwoordigers namens de sociale partners en commerciële, professionele of economische groeperingen en andere actoren van het maatschappelijk middenveld die betrokken zijn of een rol spelen bij de overname, uitvoering en handhaving van het uniale acquis.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

22 02 07     Regionale, horizontale en ad-hocprogramma’s

22 02 07 01   Regionale en horizontale programma’s

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

146 656 613

138 263 100

151 883 097

182 597 462

121 942 969,17

182 089 390,24

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van regionale pretoetredingsprogramma’s en programma’s met meerdere begunstigden voor alle kandidaat-lidstaten en potentiële kandidaat-lidstaten.

Ontvangsten gerealiseerd op trustrekeningen en die zijn geboekt op artikel 5 2 3 van de staat van ontvangsten, zullen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten die op deze post dienen te worden geboekt, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

22 02 07 02   Evaluatie van de resultaten van de uniale hulp, follow-up en audit

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 590 000

4 215 333

4 447 000

4 788 508

3 500 701,90

5 932 446,06

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van evaluaties, audits en toezicht in de fases programmering, uitvoering, evaluatie en afsluiting van projecten voor zowel het IPA als eerdere financiële pretoetredingsinstrumenten.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

22 02 07 03   Financiële steun ten behoeve van de bevordering van de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

28 000 000

48 017 182

28 000 000

74 275 199

3 076 958,73

62 808 986,41

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiële steun ten behoeve van de bevordering van de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap om de met de vroegere uniale steun bereikte resultaten te behouden en te versterken. De steun zal met name gericht zijn op de economische integratie van het eiland en op het verbeteren van contacten tussen de twee gemeenschappen en met de Unie, om de hereniging van Cyprus te vergemakkelijken.

De steun kan worden gebruikt voor:

 

de bevordering van de socio-economische ontwikkeling, met name plattelandsontwikkeling, de ontwikkeling van menselijke hulpbronnen en regionale ontwikkeling;

 

De ontwikkeling en herstructurering van de infrastructuur;

 

verzoening, vertrouwen scheppende maatregelen en ondersteuning van het maatschappelijk middenveld;

 

het nader tot de Unie brengen van de Turks-Cypriotische gemeenschap, onder meer door voorlichting over de politieke en juridische aspecten van de Unie, de bevordering van de uitwisseling van jongeren en beurzen;

 

geleidelijke aanpassing aan en voorbereiding op de tenuitvoerlegging van het uniale acquis;

 

tenuitvoerlegging van de besluiten van de door de twee gemeenschappen opgezette technische commissie voor cultureel erfgoed, waaronder projecten van de minderheden;

 

voortzetting van de financiële steun van de Unie en versnelling van de werkzaamheden van het Comité vermiste personen.

Een deel van dit krediet dient tevens ter dekking van de ondersteunende administratieve uitgaven die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van het programma, zoals:

 

de uitgaven voor technische en administratieve bijstand die de Commissie mag uitbesteden aan een uitvoerend agentschap onder het uniale recht;

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie tot wederzijds voordeel van de begunstigden en de Commissie is uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten;

 

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met de verwezenlijking van de doelstelling van het programma.

De kredieten moeten in het bijzonder worden benut om de resultaten van werken, leveringen en subsidies die met eerdere kredieten werden gefinancierd, te ondersteunen. Subsidieregelingen voor een brede waaier van begunstigden binnen het maatschappelijk middenveld van de gemeenschap: niet-gouvernementele organisaties (ngo's), studenten en leraren, scholen, landbouwproducenten, kleine dorpen, de particuliere sector zullen worden voortgezet. Deze activiteiten hebben tot doel de hereniging te ondersteunen. Er moet indien mogelijk voorrang worden gegeven aan verzoeningsprojecten die een brug slaan tussen de twee gemeenschappen en vertrouwen scheppen. De maatregelen zetten het sterke verlangen naar en het engagement van de Unie voor een oplossing en een hereniging op Cyprus in de verf.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 389/2006 van de Raad van 27 februari 2006 tot instelling van een instrument voor financiële steun ter bevordering van de economische ontwikkeling van de Turks-Cypriotische gemeenschap (PB L 65 van 7.3.2006, blz. 5).

22 02 08     Proefproject — Behoud en herstel van cultureel erfgoed in conflictgebieden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

240 000

p.m.

2 334 000

0,—

244 330,94

Toelichting

Dit krediet zal worden gebruikt ter ondersteuning van organisaties zonder winstoogmerk (zoals organisaties uit het maatschappelijk middenveld op lokaal en internationaal niveau en publieke instellingen) die projecten uitvoeren voor het duurzame behoud, de restauratie en de ontwikkeling van waardevolle culturele sites (kerken, moskeeën, bibliotheken, musea, monumenten enz.) in kandidaat-landen en mogelijke kandidaat-landen.

Waar mogelijk moet specifieke aandacht worden besteed aan projecten die werken aan de opbouw van vertrouwen, door verschillende etnische en religieuze groepen te betrekken bij gezamenlijke projecten, alsmede het verwerven van vaardigheden en bewustmaking op lokaal en nationaal niveau.

In de toekomst kan de met dit proefproject opgedane ervaring ook worden benut om een permanente rechtsgrond te ontwikkelen, alsmede een bredere benadering voor het behoud en het herstel van cultureel erfgoed in conflictgebieden in andere geografische regio's.

In de resolutie van het Europees Parlement van 29 maar 2007 over de toekomst van Kosovo en de rol van de EU (PB C 27 E van 31.1.2008, blz. 207) wordt gesteld dat een regeling inzake Kosovo de „bescherming van alle culturele en religieuze plaatsen” dient te omvatten.

Een groot aantal beschadigde gebouwen op de Balkan is blijven staan als fysieke herinnering aan eerdere conflicten en scheppen wantrouwen. Verschillende etnische groepen en lokale autoriteiten zijn momenteel door niet-gouvernementele organisaties samengebracht in gemeenschappelijke restauratieprojecten, mede ter bevordering van de eerbied voor de culturele waarden van anderen, maar hiervoor is geen geld van de Unie beschikbaar. De bijstand uit hoofde van het IPA-programma heeft in brede zin betrekking op „wederopbouw” en „samenwerking tussen gemeenschappen”, maar verwijst niet specifiek naar het herstel van cultureel erfgoed.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

22 02 09     Voorbereidende actie — Behoud en herstel van cultureel erfgoed in conflictgebieden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 000 000

2 000 000

500 000

900 000

2 250 000,—

0,—

Toelichting

De kredieten zullen zal worden gebruikt ter ondersteuning van projecten inzake het behoud en de restauratie van waardevolle culturele en religieuze voorwerpen (kerken, moskeeën, bibliotheken, musea, monumenten enz.) die ten gevolge van oorlog of andere politieke conflicten in de Westelijke Balkan beschadigd of vernield zijn. De kredieten kunnen worden gebruikt ter ondersteuning van zowel publieke organismen als niet-gouvernementele organisaties met projecten in dit domein. Het is hier evenwel van belang de nadruk te leggen op de belangrijke rol die niet-gouvernementele organisaties spelen bij beschermings- en restauratieprojecten

Specifieke aandacht moet worden besteed aan projecten die werken aan de opbouw van vertrouwen, door verschillende etnische en religieuze groepen te betrekken bij gezamenlijke projecten, en die lokale opleiding bevorderen alsmede bijdragen aan de ontwikkeling van kennis inzake restauratie en hoogkwalitatieve culturele vaardigheden.

Beste praktijken inzake restauratie moeten als richtsnoer dienen bij de selectie van voorwerpen en deskundigen dienen te worden betrokken bij de selectie van voorstellen en uitvoerders.

De met het proefproject van 2008-2009 en de voorbereidende actie van 2010 opgedane ervaringen moeten helpen een bredere aanpak te ontwikkelen voor de bescherming en restauratie van cultureel erfgoed in conflictgebieden, zowel in de westelijke Balkan als elders.

Deze voorbereidende actie heeft tot doel als basis te fungeren voor de integratie van het behoud en de restauratie van cultureel erfgoed in conflictgebieden in bestaande financiële instrumenten, niet alleen het IPA-programma (voor de westelijke Balkan, Turkije, enz.) maar ook voor de ENPI-programma’s (Midden-Oosten, Noord-Afrika, enz.).

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

22 02 10     Informatie en communicatie

22 02 10 01   Prince — Informatie en communicatie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

5 000 000

4 416 745

5 000 000

4 036 287

5 071 772,06

4 711 816,81

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van prioritaire voorlichtings- en communicatieactiviteiten, met inbegrip van evaluatiewerkzaamheden, met betrekking tot de uitbreiding, voornamelijk in lidstaten.

Het bedrag van de voorgestelde kredieten beantwoordt aan de voorlichtings- en communicatieprioriteiten en houdt rekening met het tijdschema van de uitbreiding. De voorlichtings- en communicatiestrategie heeft tot doel in heel Europa de steun voor de toetreding te bevorderen en het grote publiek beter bekend te maken met de uitbreiding van de Unie, maar in het bijzonder in die landen waar de publieke opinie gevoeliger is voor de volgende stappen van de uitbreiding.

De toegewezen middelen zijn bestemd voor de financiering van voorlichtings- en communicatieactiviteiten met betrekking tot prioritair uniaal beleid, zoals een werkelijke dialoog over de uitbreiding en de voorbereiding op de toetreding tussen de Europese burgers en de instellingen van de Unie, rekening houdende met het eigen karakter en de voorlichtingsbehoeften van ieder land; een inhoudelijk debat over uitbreiding en de pretoetredingsfase tussen maatschappelijke organisaties en burgers in de Unie en in de (potentiële) kandidaat-lidstaten; voorlichting van journalisten en andere opiniemakers over het uitbreidingsproces; het laten verrichten van studies en opiniepeilingen; het ontwikkelen en bijhouden van speciaal opgezette websites, het produceren van geschreven en audiovisueel materiaal, organisatie van openbare evenementen, congressen en seminaries; en evaluatie van het voorlichtingsprogramma.

Bij de uitvoering van deze begrotingslijn moet de Commissie rekening houden met de resultaten van de vergaderingen van de Interinstitutionele Groep voorlichting (IGV).

Rechtsgronden

Taken die voortvloeien uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals vastgelegd in artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

22 02 10 02   Informatie en communicatie voor derde landen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

10 000 000

5 438 123

11 000 000

6 181 546

10 000 000,—

7 453 340,60

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van prioritaire voorlichtings- en communicatieactiviteiten, met inbegrip van evaluatiewerkzaamheden, met betrekking tot de uitbreiding, voornamelijk in (potentiële) kandidaat-lidstaten.

Het overgrote deel van dit krediet is bestemd voor de financiering van voorlichtings- en communicatieactiviteiten die worden gedelegeerd aan de verbindingsbureaus/delegaties van de Unie in (potentiële) kandidaat-lidstaten.

Voorlichtings- en communicatieactiviteiten zullen worden gericht op het grote publiek, relevante specifieke doelgroepen, met name jongeren, de media en de maatschappelijke organisaties, en beogen te bevorderen dat opiniemakers de uitbreiding en het stabilisatie- en associatieproces steunen. Het doel is het profiel en het politieke gewicht van de Unie in die landen te versterken en de steun van het publiek te verwerven voor het hervormingsproces in de toetredingsperiode en de pretoetredingsperiode.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 82).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

 

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL UITBREIDING

 

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL UITBREIDING

 

PRETOETREDINGSONDERHANDELINGEN OVER DE UITBREIDING

TITEL 23

HUMANITAIRE HULP

Algemene samenvatting van de kredieten (2012 en 2011) en van de uitvoering (2010)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

23 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „HUMANITAIRE HULP”

35 092 079

35 092 079

34 902 432

34 902 432

29 076 812,30

29 076 812,30

Reserves (40 01 40)

13 470

13 470

14 878

14 878

   
 

35 105 549

35 105 549

34 917 310

34 917 310

29 076 812,30

29 076 812,30

23 02

HUMANITAIRE HULP INCLUSIEF HULP AAN ONTHEEMDEN, VOEDSELHULP EN PARAATHEID BIJ RAMPEN

842 628 500

785 737 438

816 293 000

776 804 871

1 029 098 519,19

941 943 982,95

23 03

FINANCIERINGSINSTRUMENT VOOR CIVIELE BESCHERMING

22 000 000

21 318 236

27 000 000

26 808 716

28 060 766,62

18 901 117,31

 

Titel 23 — Totaal

899 720 579

842 147 753

878 195 432

838 516 019

1 086 236 098,11

989 921 912,56

Reserves (40 01 40)

13 470

13 470

14 878

14 878

   
 

899 734 049

842 161 223

878 210 310

838 530 897

1 086 236 098,11

989 921 912,56

HOOFDSTUK 23 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „HUMANITAIRE HULP”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

23 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „HUMANITAIRE HULP”

23 01 01

Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Humanitaire hulp”

5

20 085 339

19 573 627

16 088 157,90

Reserves (40 01 40)

   

14 878

 
   

20 085 339

19 588 505

16 088 157,90

23 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Humanitaire hulp”

23 01 02 01

Extern personeel

5

2 044 842

2 099 276

2 206 452,18

23 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5

2 010 969

2 061 222

1 890 186,49

Reserves (40 01 40)

 

13 470

   
   

2 024 439

2 061 222

1 890 186,49

 

Artikel 23 01 02 — Subtotaal

 

4 055 811

4 160 498

4 096 638,67

Reserves (40 01 40)

 

13 470

   
   

4 069 281

4 160 498

4 096 638,67

23 01 03

Uitgaven in verband met materieel, meubilair en diensten op het beleidsterrein „Humanitaire hulp”

5

1 350 929

1 418 307

1 248 835,57

23 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Humanitaire hulp”

23 01 04 01

Humanitaire hulp — Uitgaven voor administratief beheer

4

9 350 000

9 400 000

7 461 700,16

23 01 04 02

Civiele bescherming — Uitgaven voor administratief beheer

3.2

250 000

350 000

181 480,—

 

Artikel 23 01 04 — Subtotaal

 

9 600 000

9 750 000

7 643 180,16

 

Hoofdstuk 23 01 — Totaal

 

35 092 079

34 902 432

29 076 812,30

Reserves (40 01 40)

 

13 470

14 878

 
   

35 105 549

34 917 310

29 076 812,30

23 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Humanitaire hulp”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

23 01 01

20 085 339

19 573 627

16 088 157,90

Reserves (40 01 40)

 

14 878

 

Totaal

20 085 339

19 588 505

16 088 157,90

23 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Humanitaire hulp”

23 01 02 01   Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

2 044 842

2 099 276

2 206 452,18

23 01 02 11   Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

23 01 02 11

2 010 969

2 061 222

1 890 186,49

Reserves (40 01 40)

13 470

   

Totaal

2 024 439

2 061 222

1 890 186,49

23 01 03     Uitgaven in verband met materieel, meubilair en diensten op het beleidsterrein „Humanitaire hulp”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

1 350 929

1 418 307

1 248 835,57

23 01 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Humanitaire hulp”

23 01 04 01   Humanitaire hulp — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

9 350 000

9 400 000

7 461 700,16

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van ondersteunende uitgaven die rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van de doelstellingen van het beleidsterrein „Humanitaire hulp”. Het gaat hierbij onder meer om:

 

uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van ad-hocdienstverleningscontracten;

 

de honoraria en vergoedingen voor uitgaven in verband met dienstverleningscontracten voor audits en evaluaties van partners en activiteiten van het directoraat-generaal Humanitaire Hulp;

 

uitgaven in verband met studies, voorlichting en publicaties; bewustmakings- en voorlichtingscampagnes en andere maatregelen die het uniale karakter van de hulpverlening doen uitkomen;

 

uitgaven voor extern personeel in de hoofdvestiging (personeel op contractbasis, gedetacheerde nationale deskundigen of personeel van agentschappen), beperkt tot 1 800 000 EUR. Dit personeel is bedoeld om de taken over te nemen die waren toevertrouwd aan externe contractanten in verband met de overname van de administratie van individuele deskundigen en voor het beheer van programma’s in derde landen. Dit bedrag, gebaseerd op de geraamde jaarlijkse kosten per persoon per jaar, dient ter dekking van de bezoldiging van het externe personeel, evenals de kosten voor opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie (IT) en telecommunicatie die verband houden met hun taken;

 

uitgaven voor de ontwikkeling en werking van informatiesystemen die toegankelijk zijn via de internetsite Europa of een beveiligde internetsite bij het Rekencentrum, ter verbetering van de coördinatie tussen de Commissie en andere instellingen, nationale overheidsdiensten, organisaties, niet-gouvernementele organisaties, andere partners op het gebied van humanitaire hulp en de deskundigen van het directoraat-generaal Humanitaire Hulp ter plaatse.

Dit krediet dient ter dekking van administratieve uitgaven in het kader van de artikelen 23 02 01, 23 02 02 en 23 02 03.

23 01 04 02   Civiele bescherming — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

250 000

350 000

181 480,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor technische en/of administratieve ondersteuning in verband met de vormgeving, de voorbereiding, het beheer, de monitoring, de audit en de beoordeling van en het toezicht op het financieringsinstrument voor civiele bescherming en het communautaire mechanisme voor civiele bescherming;

 

uitgaven in verband met de aankoop en het onderhoud van beveiligings-, IT- en communicatie-instrumenten die nodig zijn om het bij de Commissie gevestigde Monitoring- en informatiecentrum (MIC) volledig operationeel te maken (geavanceerde informatiesystemen, met inbegrip van geografische informatiesystemen, en communicatie-instrumenten die het MIC verbinden met alle bestaande waarschuwingssystemen voor rampen) en de huisvesting van het CECIS (Common emergency Communication and Information System), met inbegrip van daarvoor gereserveerde infrastructuur;

 

uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, informatie en publicaties die rechtstreeks samenhangen met het bereiken van de doelstellingen van het programma, alsmede eventuele andere uitgaven voor technische en administratieve ondersteuning (overheidstaken uitgezonderd) die door de Commissie in het kader van dienstverleningscontracten ad hoc wordt uitbesteed.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Inkomsten uit bijdragen van kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, van kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan voor deelname aan uniale programma’s, die worden geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie artikel 23 03 01.

HOOFDSTUK 23 02 — HUMANITAIRE HULP INCLUSIEF HULP AAN ONTHEEMDEN, VOEDSELHULP EN PARAATHEID BIJ RAMPEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

23 02

HUMANITAIRE HULP INCLUSIEF HULP AAN ONTHEEMDEN, VOEDSELHULP EN PARAATHEID BIJ RAMPEN

23 02 01

Humanitaire hulp

4

553 261 000

518 574 685

536 708 000

511 042 085

761 289 181,07

629 882 280,91

23 02 02

Voedselhulp

4

251 580 000

230 602 367

244 168 000

232 491 641

234 513 272,37

276 588 755,99

23 02 03

Paraatheid bij rampen

4

34 787 500

33 560 386

34 417 000

32 771 145

33 296 065,75

35 472 946,05

23 02 04

Voorbereidende actie — Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening

4

3 000 000

3 000 000

1 000 000

500 000

   
 

Hoofdstuk 23 02 — Totaal

 

842 628 500

785 737 438

816 293 000

776 804 871

1 029 098 519,19

941 943 982,95

23 02 01     Humanitaire hulp

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

553 261 000

518 574 685

536 708 000

511 042 085

761 289 181,07

629 882 280,91

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van humanitaire bijstand aan mensen in landen buiten de Unie die het slachtoffer zijn van conflicten of rampen, zowel natuurrampen als door de mens veroorzaakte rampen (oorlogen, gevechten enz.) of vergelijkbare noodsituaties, zolang als nodig is om aan de uit deze situaties voortvloeiende behoeften te voldoen.

Deze hulp wordt verstrekt zonder discriminatie op grond van ras, etnische oorsprong, godsdienst, handicap, geslacht, leeftijd, nationaliteit of politieke gezindheid.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de uitgaven voor de aankoop en levering van alle goederen of materialen die voor de uitvoering van humanitaire hulpmaatregelen noodzakelijk zijn, met inbegrip van de bouw van woningen of schuilplaatsen voor de betrokken bevolkingsgroepen, werkzaamheden in verband met het herstel en de wederopbouw, op korte termijn, van met name infrastructuur en faciliteiten, uitgaven voor extern personeel, zowel buitenlands als lokaal, opslag, vervoer, internationaal of nationaal vervoer, logistieke steun en verdeling van de hulpgoederen, alsmede alle maatregelen die de vrije toegang tot de personen voor wie de hulp bestemd is, moeten vergemakkelijken.

Dit krediet kan tevens dienen ter dekking van alle andere rechtstreeks met de uitvoering van de humanitaire maatregelen verband houdende uitgaven.

Het dient bovendien ter dekking van de uitgaven voor:

 

haalbaarheidsstudies voor humanitaire operaties, evaluaties van projecten en plannen voor humanitaire hulp en voor zichtbaarheidsoperaties en informatiecampagnes betreffende humanitaire hulpoperaties;

 

het toezicht op humanitaire projecten en plannen en het bevorderen en opzetten van initiatieven gericht op het verbeteren van de coördinatie en de samenwerking teneinde de steun en het toezicht op de projecten en plannen doeltreffender te maken;

 

controle en coördinatie van de uitvoering van de acties in het kader van de hulpmaatregel;

 

maatregelen ter versterking van de coördinatie van de hulp van de Unie met de lidstaten, andere als donor optredende landen, internationale organisaties en instellingen (vooral organisaties die deel uitmaken van de Verenigde Naties), niet-gouvernementele organisaties en organisaties die deze laatste vertegenwoordigen;

 

de technische bijstand die nodig is voor de voorbereiding en uitvoering van humanitaire projecten, met name de uitgaven ter dekking van de kosten van contracten met individuele deskundigen ter plaatse, alsmede de uitgaven voor infrastructuur en logistiek — vallende onder het beheer van gelden ter goede rekening en de machtigingen tot uitgaven — in verband met maatregelen van het directoraat-generaal Humanitaire Hulp in de gehele wereld;

 

de financiering van overeenkomsten inzake technische bijstand om de uitwisseling van technische kennis en ervaring tussen uniale humanitaire organisaties en instanties onderling en tussen deze organisaties en instanties en die uit derde landen te vergemakkelijken;

 

studies en opleiding die direct verband houden met het bereiken van de doelstellingen van het beleidsterrein humanitaire hulp;

 

subsidies voor het uitvoeren van acties en voor de lopende uitgaven ten behoeve van humanitaire netwerken;

 

humanitaire mijnopruimingsacties met inbegrip van het bewustmaken van de plaatselijke bevolking met betrekking tot antipersoneelmijnen;

 

uitgaven voor het netwerk voor humanitaire hulp (Network on Humanitarian Aid — NOHA), overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1257/96. Dit is een jaarlijks multidisciplinair postdoctoraal diploma op het gebied van humanitaire hulp, in het leven geroepen om het professionalisme onder humanitaire hulpverleners te stimuleren, waarbij verschillende universiteiten betrokken zijn.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

23 02 02     Voedselhulp

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

251 580 000

230 602 367

244 168 000

232 491 641

234 513 272,37

276 588 755,99

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van voedselhulpoperaties van humanitaire aard en zal worden besteed volgens de regels voor humanitaire hulp van Verordening (EG) nr. 1257/96.

De humanitaire hulp van de Unie omvat niet-discriminerende acties voor bijstand, hulpverlening en bescherming ten behoeve van de bevolking buiten de Unie, met name de meest kwetsbare groepen en bij voorrang in de ontwikkelingslanden, die getroffen zijn door natuurrampen, gebeurtenissen die door menselijk toedoen zijn veroorzaakt, zoals oorlogen en conflicten, of door buitengewone omstandigheden of omstandigheden die vergelijkbaar zijn met natuurrampen of door menselijk toedoen veroorzaakte rampen. Deze hulp wordt verleend zolang als nodig is om in de uit deze situaties voortvloeiende humanitaire behoeften te voorzien.

Het krediet mag worden gebruikt ter financiering van de aankoop en levering van voedsel, zaden, vee of andere producten of uitrusting die voor de tenuitvoerlegging van humanitaire voedselhulpoperaties nodig zijn.

Het dient ter dekking van de uitgaven voor maatregelen die absoluut moeten worden getroffen voor de tenuitvoerlegging van de humanitaire voedselhulpoperaties binnen de vereiste termijnen en op een wijze die beantwoordt aan de behoeften van de doelgroepen, aan het doel van een zo goed mogelijke kosten-effectiviteitverhouding en aan een grotere doorzichtigheid. Hierbij gaat het om:

 

het vervoer en distributie van hulp, inclusief aanverwante kosten voor verzekering, laden en lossen, coördinatie enz.;

 

ondersteunende maatregelen, die onmisbaar zijn voor een optimale programmering, coördinatie en uitvoering van de hulp, die niet met andere kredieten worden gefinancierd, bijvoorbeeld buitengewone transport- en opslagmaatregelen, desinfectering, activiteiten in verband met de verwerking of bereiding van voedingsmiddelen ter plaatse, ondersteuning in de vorm van expertise, technische bijstand en levering van materialen die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van de hulp (werktuigen, gereedschap, brandstof enz.);

 

de controle op en de coördinatie van de voedselhulpacties, met name wat betreft de voorwaarden waaronder de voor de voedselhulp bestemde producten worden verschaft, geleverd, gedistribueerd en aangewend. Dit houdt ook in dat er toezicht moet worden uitgeoefend op de wijze waarop er van de tegenwaardefondsen gebruik wordt gemaakt;

 

modelexperimenten met nieuwe vormen van vervoer, verpakking en opslag, alsmede analysen van voedselhulpacties, zichtbaarheidsacties betreffende humanitaire operaties en ten slotte bewustmakingsacties;

 

de opslag van voedselproducten (met inbegrip van beheerskosten, termijnverrichtingen, met of zonder optie, de opleiding van technici, de aankoop van verpakkingsmateriaal en van mobiele opslagvoorzieningen, het onderhoud en de reparatie van opslagplaatsen enz.);

 

de technische bijstand die nodig is voor de voorbereiding en uitvoering van humanitaire voedselhulpprojecten, met name de uitgaven ter dekking van de kosten van contracten met individuele deskundigen ter plaatse, alsmede de uitgaven voor infrastructuur en logistiek — vallende onder het beheer van gelden ter goede rekening en de machtigingen tot uitgaven — in verband met maatregelen van het directoraat-generaal Humanitaire Hulp in de gehele wereld.

Om overeenkomstig de artikelen 53 tot en met 56 van het Financieel Reglement volledige financiële transparantie te waarborgen, doet de Commissie bij de sluiting of de wijziging van overeenkomsten voor het beheer en de uitvoering van projecten door internationale organisaties alle nodige inspanningen om ervoor te zorgen dat deze organisaties zich ertoe verbinden al hun interne en externe audits inzake het gebruik van middelen van de Unie over te leggen aan de Europese Rekenkamer en aan de interne auditeur van de Commissie.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

23 02 03     Paraatheid bij rampen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

34 787 500

33 560 386

34 417 000

32 771 145

33 296 065,75

35 472 946,05

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor operaties die zijn gericht op paraatheid bij of preventie van rampen of vergelijkbare noodsituaties en voor de ontwikkeling van waarschuwingssystemen voor alle soorten natuurrampen (overstromingen, cyclonen, vulkaanuitbarstingen enz.); hieronder vallen ook aankoop en vervoer van de hiervoor benodigde uitrusting.

Het kan tevens dienen ter dekking van alle andere rechtstreeks met de uitvoering van rampenparaatheidsmaatregelen verband houdende uitgaven zoals:

 

de financiering van wetenschappelijke studies ter preventie van rampen;

 

het aanleggen van noodvoorraden van goederen en uitrusting die bij humanitaire hulpoperaties kunnen worden gebruikt;

 

de technische bijstand die nodig is voor de voorbereiding en uitvoering van rampenparaatheidsprojecten, met name de uitgaven ter dekking van de kosten van contracten met individuele deskundigen ter plaatse, alsmede de uitgaven voor infrastructuur en logistiek — vallende onder het beheer van gelden ter goede rekening en de machtigingen tot uitgaven — in verband met maatregelen van het directoraat-generaal Humanitaire Hulp in de gehele wereld.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/96 van de Raad van 20 juni 1996 betreffende humanitaire hulp (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 1).

23 02 04     Voorbereidende actie — Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 000 000

3 000 000

1 000 000

500 000

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een voorbereidende actie voor de oprichting van een Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire hulpverlening (European Voluntary Humanitarian Aid Corps — EVHAC), waarin artikel 214, lid 5, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie voorziet.

De Commissie is voornemens een wetgevingsvoorstel tot oprichting van het EVHAC in 2012 aan te nemen. Het doel van het korps is een kader te bieden voor gezamenlijke bijdragen van Europeanen aan humanitaire hulpoperaties van de Unie. Het is een manier om te tonen dat de Unie solidair is met mensen in noodsituaties. EVHAC zal Europa zichtbaarder maken als mondiale speler die solidair is met de meest kwetsbare groepen van de wereldbevolking en zal ervoor zorgen dat zeer diverse actoren betrokken raken. Een initiële doorlichting van de sector van de Europese vrijwillige humanitaire hulp heeft geleid tot de identificatie van leemten en gebieden waar het EVHAC voor een toegevoegde waarde kan zorgen. Deze omvatten: identificatie en selectie van vrijwilligers, opleiding via ontwikkeling van gemeenschappelijke normen, goede praktijken en eventueel modules, en implementatie. Het bestaan van EVHAC zal niet alleen de wijd verspreide activiteiten van vrijwilligers in een Europese vorm gieten, maar zal ook zorgen voor meer doeltreffendheid door de coördinatie van de humanitaire activiteiten, de standaardisering van de procedures en praktijken die op vrijwilligers en op schaalvoordelen van toepassing zijn.

Dit krediet dient ter dekking van de volgende maatregelen en uitgaven:

 

op basis van het voorbereidende werk in 2011 zal de Commissie vaststellen op welke gebieden een diepgaande studie moet worden verricht; specifieke studies en grondigere evaluaties van aangelegenheden in verband met de oprichting van het EVHAC zullen worden opgestart en zullen het mogelijk maken om de concrete kenmerken van EVHAC beter te omschrijven;

 

daarna moet een uitgebreid informatie- en raadplegingsproces plaatsvinden (publicaties, workshops, bijeenkomsten van deskundigen, conferenties) alsook de door het wetgevingsproces vereiste coördinatie en mobilisering van de belangrijkste belanghebbenden; seminars, werkgroepen en conferenties met belanghebbenden zullen gedachtewisselingen bevorderen over de toekomstige koers en structuur van het Europese vrijwilligerswerk op het vlak van humanitaire hulp;

 

concrete proefprojecten op terreinen die in 2011 niet zijn bestreken (bijv. burgerbescherming) om bepaalde opties uit te testen en ervaringen op te doen die in het wetgevingsvoorstel zullen worden meegenomen;

 

follow-up van concrete acties in 2011 om meer partners bij het initiatief te betrekken, waarbij andere opties worden verkend en de in 2011 gewekte verwachtingen worden ingelost.

De uitvoering van concrete projecten omvat de verstrekking van technische assistentie ter voorbereiding van en verwezenlijking van de projecten, in het bijzonder de kosten van de contracten van vrijwilligers en deskundigen op het terrein en in voorkomend geval van infrastructuur en logistiek (bv. kosten van beveiliging, gezondheidszorg, verblijf, verzekeringen, dag- en reisvergoedingen), van voorlichtings- en sensibiliseringsactiviteiten, onder andere het bevorderen van vrijwilligerswerk bij organisaties die op dat vlak geen traditie hebben.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

HOOFDSTUK 23 03 — FINANCIERINGSINSTRUMENT VOOR CIVIELE BESCHERMING

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

23 03

FINANCIERINGSINSTRUMENT VOOR CIVIELE BESCHERMING

23 03 01

Civiele bescherming binnen de Unie

3.2

18 000 000

14 000 000

18 000 000

18 000 000

14 406 872,44

9 216 770,24

23 03 02

Proefproject — Grensoverschrijdende samenwerking bij het bestrijden van natuurrampen

3.2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

656 064,64

23 03 03

Voltooiing van eerdere programma’s en acties op het gebied van civiele bescherming en verontreiniging van de zee

3.2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

31 930,09

23 03 04

Proefproject — Versterking van de samenwerking tussen lidstaten bij de bestrijding van bosbranden

3.2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

23 03 05

Voorbereidende actie — Uniestructuur voor snelle respons

2

p.m.

3 500 000

p.m.

5 000 000

6 846 100,70

3 935 395,28

23 03 06

Interventies in het kader van de civiele bescherming in derde landen

4

4 000 000

3 818 236

9 000 000

3 808 716

6 807 793,48

5 060 957,06

 

Hoofdstuk 23 03 — Totaal

 

22 000 000

21 318 236

27 000 000

26 808 716

28 060 766,62

18 901 117,31

23 03 01     Civiele bescherming binnen de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

18 000 000

14 000 000

18 000 000

18 000 000

14 406 872,44

9 216 770,24

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven voor acties op het gebied van civiele bescherming. Het is bedoeld ter ondersteuning van en aanvulling op de inspanningen van de lidstaten, de EVA-landen en kandidaat-lidstaten die met de Unie/Gemeenschap een memorandum van overeenstemming hebben ondertekend inzake respons, paraatheid en preventieve actie ten aanzien van natuurrampen, door de mens veroorzaakte rampen, terroristische acties en technologische, stralings- en milieuongevallen. Het is tevens bedoeld om nauwere samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van civiele bescherming te vergemakkelijken.

Het dekt met name:

 

het creëren van een „stand-by”-capaciteit van middelen en materiaal die in noodgevallen ter beschikking van een lidstaat kunnen worden gesteld;

 

de inventarisatie van de voor bijstandsinterventies in noodsituaties in de lidstaten beschikbare interventiedeskundigen en -modules en overige ondersteuning;

 

het inzetten van deskundigen om de bijstandsbehoeften te beoordelen, het vergemakkelijken van uniale rampenbijstand in lidstaten of derde landen, en het verstrekken van de logistieke basissteun voor deze deskundigen;

 

een programma van lessen die uit de interventies op het gebied van civiele bescherming zijn geleerd, en van oefeningen in het kader van het mechanisme voor civiele bescherming;

 

een opleidingsprogramma voor interventieteams, extern personeel en externe deskundigen, gericht op de verstrekking van kennis en instrumenten die nodig zijn voor een doeltreffende deelname aan interventies van de Unie en voor de ontwikkeling van een gemeenschappelijke Europese interventiecultuur;

 

oefeningen op coördinatiecentrumniveau en grootschalige oefeningen om de interoperabiliteit te beproeven, civielebeschermingsfunctionarissen op te leiden en een gemeenschappelijke interventiecultuur te bevorderen;

 

de uitwisseling van deskundigen ter versterking van de kennis van uniale civiele bescherming en ter uitwisseling van informatie en ervaringen;

 

informatie- en communicatiesystemen (ICT), met name CECIS, ter vergemakkelijking van de uitwisseling van informatie met de lidstaten in noodsituaties, teneinde de doeltreffendheid te vergroten en de uitwisseling van gerubriceerde informatie van de Unie mogelijk te maken. Dit omvat de uitgaven voor de ontwikkeling, het onderhoud, de bediening en de ondersteuning (hardware, software en diensten) van de systemen. Het omvat eveneens de uitgaven voor projectbeheer, kwaliteitscontrole, beveiliging, documentatie en opleiding in samenhang met het gebruik van deze systemen;

 

onderzoek en ontwikkeling van civielebeschermingsmodules in de zin van artikel 3, lid 5, van Beschikking 2007/779/EG, Euratom;

 

onderzoek en ontwikkeling van rampdetectie- en waarschuwingssystemen;

 

de verlening van steun aan de lidstaten bij het verkrijgen van materieel en vervoermiddelen;

 

de verstrekking van extra vervoermiddelen en de bijbehorende logistiek om een snelle reactie op ernstige noodsituaties te garanderen, en de aanvulling van het door de lidstaten ter beschikking gestelde vervoer, overeenkomstig artikel 4, lid 2, onder c), van Beschikking 2007/162/EG, Euratom;

 

de verlening, op verzoek van de consulaire autoriteiten van de lidstaten, van consulaire steun aan de burgers van de Unie die zich in derde landen in een ernstige noodsituatie op het gebied van civielebeschermingsacties bevinden;

 

workshops, studiebijeenkomsten, projecten, studies, onderzoeken, modellering, het uitwerken van scenario's en rampenplannen, ondersteuning van capaciteitsopbouw; demonstratieprojecten; technologieoverdracht; bewustmaking, voorlichting, communicatie en monitoring, beoordeling en evaluatie;

 

andere ondersteunende en aanvullende acties die vereist zijn in het kader van het communautaire mechanisme voor civiele bescherming.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Inkomsten uit bijdragen van kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, van kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan voor deelname aan uniale programma’s, die worden geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van extra kredieten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Beschikking 2007/162/EG, Euratom van de Raad van 5 maart 2007 tot instelling van een financieringsinstrument voor civiele bescherming (PB L 71 van 10.3.2007, blz. 9).

Beschikking 2007/779/EG, Euratom van de Raad van 8 november 2007 tot vaststelling van een communautair mechanisme voor civiele bescherming (PB L 314 van 1.12.2007, blz. 9).

23 03 02     Proefproject — Grensoverschrijdende samenwerking bij het bestrijden van natuurrampen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

656 064,64

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de afwikkeling van verplichtingen in verband met studies en subsidies voor de ondersteuning van samenwerkingsacties en de ontwikkeling van nauwere samenwerking inzake civielebeschermingsmaatregelen teneinde de gevolgen van natuurrampen te voorkomen of ten minste zoveel mogelijk te beperken door de totstandbrenging van een grensoverschrijdend waarschuwings-, coördinatie- en logistiek instrumentarium.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

23 03 03     Voltooiing van eerdere programma’s en acties op het gebied van civiele bescherming en verontreiniging van de zee

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

31 930,09

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter dekking van betalingen voor verbintenissen die voortvloeien uit acties op het gebied van civiele bescherming en uit activiteiten die worden ondernomen in het kader van de bescherming van het mariene milieu, de kusten en de menselijke gezondheid tegen het risico van accidentele of opzettelijke verontreiniging van de zee.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Beschikking 1999/847/EG van de Raad van 9 december 1999 betreffende een communautair actieprogramma voor civiele bescherming (PB L 327 van 21.12.1999, blz. 53).

Beschikking nr. 2850/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2000 houdende instelling van een communautair kader voor samenwerking op het gebied van door ongevallen veroorzaakte of opzettelijke verontreiniging van de zee (PB L 332 van 28.12.2000, blz. 1).

Beschikking 2001/792/EG, Euratom van de Raad van 23 oktober 2001 tot vaststelling van een communautair mechanisme ter vergemakkelijking van versterkte samenwerking bij bijstandsinterventies in het kader van civiele bescherming (PB L 297 van 15.11.2001, blz. 7).

23 03 04     Proefproject — Versterking van de samenwerking tussen lidstaten bij de bestrijding van bosbranden

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit proefproject dient ter verbetering van de mobilisatie van operationele hulpbronnen en noodhulp van lidstaten om een lidstaat bij te staan bij het bestrijden van bosbranden die te talrijk en te intens zijn om door die lidstaat alleen met zijn eigen logistieke capaciteit en mankracht onder controle te krijgen.

De doelstellingen van het proefproject zijn in het bijzonder:

 

een schema opstellen van noodhulpteams van de lidstaten en van logistieke hulpbronnen die gemobiliseerd kunnen worden in een onvoorziene situatie;

 

ontwikkelen van gestandaardiseerde communicatie- en informatiemechanismen om de steun doeltreffender te maken, informatie uitwisselen over beste praktijken en apparatuur en opstellen van actieplannen voor de inzet van zowel technische als menselijke noodhulpbronnen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

23 03 05     Voorbereidende actie — Uniestructuur voor snelle respons

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

3 500 000

p.m.

5 000 000

6 846 100,70

3 935 395,28

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van een voorbereidende actie met het oog op een Uniestructuur voor snelle respons die snel kan reageren op kritieke situaties als gevolg van grote rampen, zoals bosbranden. Deze structuur kan bestaan uit speciale modules voor civiele bescherming die de lidstaten beschikbaar stellen voor Europese interventies op het gebied van de bescherming van de bevolking en/of uit additionele aanvullende vermogens die het Waarnemings- en informatiecentrum beschikbaar stelt op grond van vaste afspraken met de andere partijen.

Deze voorbereidende actie dient eveneens ter verbetering van de mobilisatie van aanvullende operationele hulpbronnen en noodhulp van lidstaten om andere lidstaten of derde landen bij te staan bij het bestrijden van bosbranden die te talrijk en te intens zijn om door die lidstaat alleen met zijn eigen logistieke capaciteit en mankracht onder controle te krijgen. Het is opgezet om innovatieve regelingen te testen voor het beschikbaar stellen van ondersteuning voor lidstaten of derde landen die te maken hebben met omvangrijke bosbranden. Het betreft in het bijzonder het opzetten door de lidstaten van een reserve van brandweercapaciteit waarvan gebruik kan worden gemaakt in situaties waarin lidstaten niet in staat zijn steun te verlenen omdat ze alle nationale brandweercapaciteit hebben ingezet om bosbranden te bestrijden of vanwege een hoge kans op bosbranden op hun grondgebied.

Deze voorbereidende actie dient om te waarborgen dat belangrijke hulpmiddelen en essentiële uitrusting tijdens de relevante periodes klaar staan als ze nodig zijn om volgens plan snel te kunnen reageren op grote rampen, zodat de collectieve voorbereiding van de Unie op grote rampen wordt verbeterd en de weg wordt geëffend voor een Korps van de Europese Unie voor civiele bescherming.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

23 03 06     Interventies in het kader van de civiele bescherming in derde landen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

4 000 000

3 818 236

9 000 000

3 808 716

6 807 793,48

5 060 957,06

Toelichting

Dit krediet heeft tot doel de uitgaven te financieren die betrekking hebben op interventies op het gebied van civiele bescherming in derde landen in het kader van het financieringsinstrument voor civiele bescherming en het communautaire mechanisme voor civiele bescherming:

 

de mobilisatie van deskundigen om de behoefte aan bijstand te peilen en de Europese bijstand in lidstaten of derde landen bij rampen te bevorderen;

 

het vervoer van Europese civielebeschermingshulp bij rampen — inclusief het verstrekken van relevante informatie over transportmiddelen — en daarmee samenhangende logistieke ondersteuning.

De voor de uitvoering in aanmerking komende partners kunnen zijn: autoriteiten van de lidstaten of de begunstigde landen en hun uitvoerende instanties, regionale en internationale organisaties en hun uitvoerende instanties, niet-gouvernementele organisaties en openbare of particuliere ondernemers en individuele organisaties of operatoren (daaronder begrepen gedetacheerd personeel van de overheidsdiensten van de lidstaten) met de nodige deskundigheid en ervaring.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van bijlage „Europese Economische Ruimte” bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Beschikking 2007/162/EG, Euratom van de Raad van 5 maart 2007 tot instelling van een financieringsinstrument voor civiele bescherming (PB L 71 van 10.3.2007, blz. 9).

Beschikking 2007/779/EG, Euratom van de Raad van 8 november 2007 tot vaststelling van een communautair mechanisme voor civiele bescherming (PB L 314 van 1.12.2007, blz. 9).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

 

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL HUMANITAIRE HULP

 

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL HUMANITAIRE HULP

TITEL 24

FRAUDEBESTRIJDING

Algemene samenvatting van de kredieten (2012 en 2011) en van de uitvoering (2010)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

24 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „FRAUDEBESTRIJDING”

57 392 000

57 392 000

58 249 000

58 249 000

56 358 754,98

56 358 754,98

24 02

FRAUDEBESTRIJDING

21 450 000

16 676 792

23 500 000

16 556 171

20 366 508,17

17 586 065,48

 

Titel 24 — Totaal

78 842 000

74 068 792

81 749 000

74 805 171

76 725 263,15

73 944 820,46

HOOFDSTUK 24 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „FRAUDEBESTRIJDING”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

24 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „FRAUDEBESTRIJDING”

24 01 06

Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

5

57 392 000

58 249 000

56 358 754,98

 

Hoofdstuk 24 01 — Totaal

 

57 392 000

58 249 000

56 358 754,98

24 01 06     Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

57 392 000

58 249 000

56 358 754,98

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten met betrekking tot het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF), met inbegrip van OLAF-personeel in Uniedelegaties, dat als doelstelling heeft de bestrijding van fraude in een interinstitutioneel kader.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 65 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 1999/352/EG, EGKS, Euratom van de Commissie van 28 april 1999 houdende oprichting van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 20), met name artikel 4 en artikel 6, lid 3.

Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 1).

Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad van 25 mei 1999 betreffende de door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) verrichte onderzoeken (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 8), met name artikel 11.

HOOFDSTUK 24 02 — FRAUDEBESTRIJDING

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

24 02

FRAUDEBESTRIJDING

24 02 01

Operationele programma’s op het gebied van fraudebestrijding

1.1

14 250 000

10 524 112

15 000 000

10 378 751

14 097 526,74

11 754 172,70

24 02 02

Pericles

1.1

1 000 000

866 425

1 000 000

666 525

919 689,68

953 190,71

24 02 03

Antifraude-informatiesysteem (AFIS)

1.1

6 200 000

4 536 255

6 000 000

4 760 895

5 349 291,75

4 878 702,07

24 02 04

Proefproject — Ontwikkeling van een evaluatiemechanisme van de Unie op het gebied van corruptiebestrijding met specifieke aandacht voor het opsporen en verlagen van de kosten van corruptie op het gebied van openbare aanbestedingen waar uniale middelen mee gemoeid zijn

5

p.m.

750 000

1 500 000

750 000

   
 

Hoofdstuk 24 02 — Totaal

 

21 450 000

16 676 792

23 500 000

16 556 171

20 366 508,17

17 586 065,48

24 02 01     Operationele programma’s op het gebied van fraudebestrijding

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 250 000

10 524 112

15 000 000

10 378 751

14 097 526,74

11 754 172,70

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van acties of activiteiten die worden georganiseerd in het kader van het Hercules II-programma met betrekking tot de bescherming van de financiële belangen van de Unie, inclusief op het gebied van de preventie van en de strijd tegen sigarettensmokkel en -namaak.

Dit krediet dient ter dekking van:

 

ontwikkeling en verbetering van onderzoekmethoden en technische middelen voor fraudebestrijding en verbetering van de kwaliteit van de technische en operationele ondersteuning van het onderzoek, in het bijzonder technische bijstand aan de nationale autoriteiten voor fraudebestrijding, met inbegrip van de bestrijding van sigarettensmokkel;

 

bevordering en verbetering van de samenwerking tussen de lidstaten en de Unie en tussen mensen uit de praktijk en academici;

 

informatieverstrekking en ondersteuning van maatregelen betreffende de toegang tot gegevens.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de algemene staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden (PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2).

Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 1).

Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad van 25 mei 1999 betreffende de door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) verrichte onderzoeken (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 8).

Besluit nr. 804/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van acties op het gebied van de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap (Hercules-programma) (PB L 143 van 30.4.2004, blz. 9).

24 02 02     Pericles

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 000 000

866 425

1 000 000

666 525

919 689,68

953 190,71

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van het actieprogramma „Pericles” inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij.

Rechtsgronden

Besluit 2001/923/EG van de Raad van 17 december 2001 tot vaststelling van een actieprogramma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (programma „Pericles”) (PB L 339 van 21.12.2001, blz. 50).

Besluit 2001/924/EG van de Raad van 17 december 2001 houdende uitbreiding van de werking van het besluit tot vaststelling van een actieprogramma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding, voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij (programma Pericles) tot de lidstaten die de euro niet als munteenheid hebben aangenomen (PB L 339 van 21.12.2001, blz. 55).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 22 juli 1998 aan de Raad, het Europees Parlement en de Europese Centrale Bank getiteld „Bescherming van de euro — Bestrijding van valsemunterij” (COM(1998) 474).

Resolutie van het Europees Parlement van 17 november 1998 over de mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement en de Europese Centrale Bank — Bescherming van de euro — Bestrijding van valsemunterij (PB C 379 van 7.12.1998, blz. 39).

24 02 03     Antifraude-informatiesysteem (AFIS)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

6 200 000

4 536 255

6 000 000

4 760 895

5 349 291,75

4 878 702,07

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van haalbaarheidsstudies en van de ontwikkeling en productie van nieuwe, specifieke computertoepassingen voor fraudebestrijding die de infrastructuur van het antifraude-informatiesysteem (AFIS) vormen. AFIS moet de bevoegde instanties helpen bij het voorkomen en bestrijden van frauduleuze activiteiten ten nadele van de begroting van de Unie, door snelle en veilige uitwisseling van informatie tussen de bevoegde instanties in de lidstaten en tussen deze laatste en de Commissie mogelijk te maken.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 515/97 van de Raad van 13 maart 1997 betreffende de wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de lidstaten en de samenwerking tussen deze autoriteiten en de Commissie met het oog op de juiste toepassing van de douane- en landbouwvoorschriften (PB L 82 van 22.3.1997, blz. 1), met name artikel 23.

24 02 04     Proefproject — Ontwikkeling van een evaluatiemechanisme van de Unie op het gebied van corruptiebestrijding met specifieke aandacht voor het opsporen en verlagen van de kosten van corruptie op het gebied van openbare aanbestedingen waar uniale middelen mee gemoeid zijn

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

750 000

1 500 000

750 000

   

Toelichting

Zoals voorzien in het actieplan voor de uitvoering van het programma van Stockholm, is de Commissie voornemens een „Mededeling” over een alomvattend beleid tegen corruptie in de lidstaten, met inbegrip van de vaststelling van een evaluatiemechanisme, en houdende een voorstel voor nadere regelingen om met dat doel samen te werken met de Groep van staten tegen corruptie van de Raad van Europa (GRECO) voor te leggen.

Het mechanisme op uniaal niveau voor beleid en evaluatie op het gebied van corruptiebestrijding komt i) tegemoet aan de publieke perceptie in de Unie (Eurobarometers 2007 en 2009: ruim 75 % van de Europese burgers beschouwt corruptie als een groot probleem in de eigen lidstaat) en ii) de hoge verwachtingen van het publiek van versterkt optreden van de Unie (overleg met het publiek in het kader van het programma van Stockholm: 88 % van de gevraagde burgers verlangt meer optreden van de Unie op het gebied van corruptiebestrijding).

Een concrete stap naar de vaststelling van een evaluatiemechanisme is een proefproject met specifieke aandacht voor openbare aanbestedingen waar uniale middelen mee gemoeid zijn, en waarmee indicatoren voor corruptie op het gebied van openbare aanbestedingen vastgesteld kunnen worden, en getest kunnen worden in een beperkt aantal lidstaten, en tevens de kosten van corruptie op specifieke gebieden bepaald kunnen worden. Dit specifieke zwaartepunt van het proefproject is nodig vanwege het volume van de uniale middelen die hier in de Unie mee gemoeid zijn, alsmede het feit dat openbare aanbestedingen een ontwikkeld terrein van het acquis zijn waarop de bevoegdheden van de Unie duidelijk vaststaan.

Overwegende dat corruptie een belangrijke rol heeft gespeeld in de financiële crisis en dat het herstel erdoor wordt vertraagd, zijn het proefproject en het optreden van de Unie nog urgenter.

Als voorwaarde moet het proefproject een onderzoekscomponent bevatten om algemene definities van corruptie op het gebied van openbare aanbestedingen te kunnen ontwikkelen, zodat gegevens van de verschillende lidstaten kunnen worden vergeleken, en de kosten van corruptie kunnen worden vastgesteld op basis van gemeenschappelijke criteria.

Het proefproject moet worden uitgevoerd in een beperkt aantal lidstaten, die moeten worden geselecteerd volgens de relevantie ervan voor een follow-up op uniaal niveau, alsmede voor toekomstige beleids- en wetgevende maatregelen van de Unie. De resultaten van het proefproject kunnen dan worden verspreid in de Unie.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

 

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET OLAF

TITEL 25

BELEIDSCOÖRDINATIE EN JURIDISCH ADVIES VAN DE COMMISSIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2012 en 2011) en van de uitvoering (2010)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

25 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BELEIDSCOÖRDINATIE EN JURIDISCH ADVIES VAN DE COMMISSIE”

190 108 667

189 108 667

186 373 414

186 373 414

188 684 680,40

187 684 680,40

Reserves (40 01 40)

   

565 027

565 027

   
 

190 108 667

189 108 667

186 938 441

186 938 441

188 684 680,40

187 684 680,40

25 02

BETREKKINGEN MET DE CIVIELE SAMENLEVING, OPENHEID EN INFORMATIEVERSTREKKING

3 953 000

3 953 000

4 439 000

4 439 000

4 168 979,78

3 820 463,79

 

Titel 25 — Totaal

194 061 667

193 061 667

190 812 414

190 812 414

192 853 660,18

191 505 144,19

Reserves (40 01 40)

   

565 027

565 027

   
 

194 061 667

193 061 667

191 377 441

191 377 441

192 853 660,18

191 505 144,19

HOOFDSTUK 25 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BELEIDSCOÖRDINATIE EN JURIDISCH ADVIES VAN DE COMMISSIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

25 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BELEIDSCOÖRDINATIE EN JURIDISCH ADVIES VAN DE COMMISSIE”

25 01 01

Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

25 01 01 01

Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

5

141 332 506

141 332 506

138 183 963

138 183 963

136 798 077,57

136 798 077,57

Reserves (40 01 40)

     

105 027

105 027

   
   

141 332 506

141 332 506

138 288 990

138 288 990

136 798 077,57

136 798 077,57

25 01 01 03

Bezoldigingen, toelagen, vergoedingen en betalingen voor de leden van de instelling

5

9 248 000

9 248 000

9 039 000

9 039 000

9 275 000,—

9 275 000,—

 

Artikel 25 01 01 — Subtotaal

 

150 580 506

150 580 506

147 222 963

147 222 963

146 073 077,57

146 073 077,57

Reserves (40 01 40)

     

105 027

105 027

   
   

150 580 506

150 580 506

147 327 990

147 327 990

146 073 077,57

146 073 077,57

25 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

25 01 02 01

Extern personeel voor het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

5

6 339 934

6 339 934

6 340 020

6 340 020

5 203 350,75

5 203 350,75

25 01 02 03

Bijzondere adviseurs

5

609 000

609 000

627 000

627 000

651 133,96

651 133,96

25 01 02 11

Overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

5

12 133 119

12 133 119

12 869 896

12 869 896

14 962 116,12

14 962 116,12

25 01 02 13

Overige beheersuitgaven van de leden van de instelling

5

4 325 000

4 325 000

4 171 000

4 171 000

4 340 729,65

4 340 729,65

Reserves (40 01 40)

     

460 000

460 000

   
   

4 325 000

4 325 000

4 631 000

4 631 000

4 340 729,65

4 340 729,65

 

Artikel 25 01 02 — Subtotaal

 

23 407 053

23 407 053

24 007 916

24 007 916

25 157 330,48

25 157 330,48

Reserves (40 01 40)

     

460 000

460 000

   
   

23 407 053

23 407 053

24 467 916

24 467 916

25 157 330,48

25 157 330,48

25 01 03

Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten voor het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

5

9 490 108

9 490 108

10 012 824

10 012 824

10 618 881,27

10 618 881,27

25 01 06

Betere regelgeving en institutionele ontwikkeling

25 01 06 01

Dienst voor effectbeoordelingen

5

1 000

1 000

50 000

50 000

0,—

0,—

 

Artikel 25 01 06 — Subtotaal

 

1 000

1 000

50 000

50 000

0,—

0,—

25 01 07

Kwaliteit van de wetgeving

25 01 07 01

Codificatie van het Unierecht

5

930 000

930 000

1 200 000

1 200 000

1 500 000,—

1 500 000,—

 

Artikel 25 01 07 — Subtotaal

 

930 000

930 000

1 200 000

1 200 000

1 500 000,—

1 500 000,—

25 01 08

Juridisch advies, processen en inbreuken

25 01 08 01

Juridische kosten

5

3 700 000

3 700 000

3 879 711

3 879 711

4 335 391,08

4 335 391,08

 

Artikel 25 01 08 — Subtotaal

 

3 700 000

3 700 000

3 879 711

3 879 711

4 335 391,08

4 335 391,08

25 01 09

Proefproject — Interinstitutioneel systeem voor de identificatie van langetermijntrends

5

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

1 000 000,—

0,—

25 01 10

Voorbereidende actie — Interinstitutioneel systeem voor de identificatie van langetermijntrends

5

2 000 000

1 000 000

       
 

Hoofdstuk 25 01 — Totaal

 

190 108 667

189 108 667

186 373 414

186 373 414

188 684 680,40

187 684 680,40

Reserves (40 01 40)

     

565 027

565 027

   
   

190 108 667

189 108 667

186 938 441

186 938 441

188 684 680,40

187 684 680,40

25 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

25 01 01 01   Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

25 01 01 01

141 332 506

138 183 963

136 798 077,57

Reserves (40 01 40)

 

105 027

 

Totaal

141 332 506

138 288 990

136 798 077,57

25 01 01 03   Bezoldigingen, toelagen, vergoedingen en betalingen voor de leden van de instelling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

9 248 000

9 039 000

9 275 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de basissalarissen van de leden van de Commissie;

 

de standplaatsvergoedingen van de leden van de Commissie;

 

de gezinstoelagen van de leden van de Commissie, namelijk

 

de kostwinnerstoelage;

 

de kindertoelage;

 

de schooltoelage;

 

de representatievergoeding van de leden van de Commissie;

 

de werkgeversbijdrage aan de verzekering tegen uit beroepsziekten en ongevallen voortvloeiende risico's voor leden van de Commissie;

 

de werkgeversbijdrage voor de ziektekostenverzekering van de voormalige leden van de Commissie;

 

de geboortetoelage;

 

in geval van overlijden van een lid van de Commissie:

 

de volledige bezoldiging van de overledene tot en met het einde van de derde maand die volgt op de maand waarin het lid overleed;

 

de kosten van vervoer van het stoffelijk overschot naar de plaats van herkomst van de overledene;

 

de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de emolumenten en overbruggingstoelagen;

 

de toepassing van de aanpassingscoëfficiënt op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van de standplaats wordt overgemaakt;

 

de eventuele aanpassingen van de bezoldigingen, de overbruggingstoelagen en de pensioenen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

Bovendien worden op deze post de eventuele kredieten geboekt ter dekking van:

 

de reiskosten van de leden van de Commissie (en hun familieleden) bij het aanvaarden of het beëindigen van hun functie;

 

de inrichtingsvergoedingen voor de leden van de Commissie bij het aanvaarden of het beëindigen van hun functie;

 

de verhuiskosten voor de leden van de Commissie bij het aanvaarden of het beëindigen van hun functie.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht van eerste aanleg, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name de artikelen 2, 3, 4, 4 bis, 4 ter, 5, 11 en 14.

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

25 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

25 01 02 01   Extern personeel voor het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

6 339 934

6 340 020

5 203 350,75

25 01 02 03   Bijzondere adviseurs

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

609 000

627 000

651 133,96

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bezoldiging en de kosten van dienstreizen, alsmede de werkgeversbijdrage voor de ongevallenverzekering voor bijzondere adviseurs.

Rechtsgronden

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

25 01 02 11   Overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

12 133 119

12 869 896

14 962 116,12

25 01 02 13   Overige beheersuitgaven van de leden van de instelling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

25 01 02 13

4 325 000

4 171 000

4 340 729,65

Reserves (40 01 40)

 

460 000

 

Totaal

4 325 000

4 631 000

4 340 729,65

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

vervoerskosten, dagvergoedingen bij dienstreizen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen;

 

uitgaven die voortvloeien uit de verplichtingen van de Commissie op het gebied van recepties en representatie (deze uitgaven kunnen door individuele leden van de Commissie in de uitoefening van hun functie, alsook in het kader van de werkzaamheden van de instelling worden gedaan).

De terug te betalen bedragen van de kosten van dienstreizen voor rekening van andere instellingen of organen van de Unie, of voor rekening van derden, vormen bestemmingsontvangsten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 20 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht van eerste aanleg, alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1), met name artikel 6.

Mededeling van de voorzitter van de Commissie betreffende de gedragscode voor leden van de Commissie (SEC(2004) 1487).

Besluit C(2007) 3494 van de Commissie van 18 juli 2007 betreffende de verordening met betrekking tot ontvangst- en representatiekosten van de Commissie, de voorzitter of de leden van de Commissie.

25 01 03     Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten voor het beleidsterrein „Beleidscoördinatie en juridisch advies van de Commissie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

9 490 108

10 012 824

10 618 881,27

25 01 06     Betere regelgeving en institutionele ontwikkeling

25 01 06 01   Dienst voor effectbeoordelingen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

1 000

50 000

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor gespecialiseerde studies, raadplegingen, vergaderingen en werkzaamheden van de dienst voor effectbeoordelingen.

25 01 07     Kwaliteit van de wetgeving

25 01 07 01   Codificatie van het Unierecht

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

930 000

1 200 000

1 500 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor codificatie en herschikking van handelingen van de Unie/Gemeenschap.

25 01 08     Juridisch advies, processen en inbreuken

25 01 08 01   Juridische kosten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

3 700 000

3 879 711

4 335 391,08

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten in verband met de precontentieuze fase en bemiddeling (mediation), en de bijstand van advocaten of andere deskundigen die optreden als raadslieden voor de Commissie.

Tevens dient het ter dekking van de uitgaven die door het Hof van Justitie van de Europese Unie of andere rechterlijke instanties ten laste van de Commissie worden gebracht.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 250 000 EUR.

25 01 09     Proefproject — Interinstitutioneel systeem voor de identificatie van langetermijntrends

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

1 000 000,—

0,—

Toelichting

Dit proefproject is bedoeld om een interinstitutioneel systeem te ontwikkelen voor de identificatie van langetermijntrends met betrekking tot belangrijke beleidskwesties waarmee de Unie wordt geconfronteerd. Zo kunnen gemeenschappelijke analysen van de waarschijnlijke gevolgen voor belangrijke kwesties worden gemaakt en ter beschikking van de beleidsmakers worden gesteld; een en ander moet worden gecoördineerd tussen het Parlement (met deelname van de beleidsondersteunende afdelingen), de Raad en de Commissie, waarbij het reeds gevestigde Instituut voor veiligheidsstudies van de Europese Unie (IVSEU) een centrale rol binnen het systeem krijgt. Dit systeem moet snel worden ingesteld, om volledig operationeel te kunnen zijn in 2012.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

25 01 10     Voorbereidende actie — Interinstitutioneel systeem voor de identificatie van langetermijntrends

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 000 000

1 000 000

       

Toelichting

Deze voorbereidende actie is bedoeld om een interinstitutioneel systeem te ontwikkelen voor de identificatie van langetermijntrends met betrekking tot belangrijke beleidskwesties waarmee de Unie wordt geconfronteerd. Er moeten gemeenschappelijke analysen van de waarschijnlijke gevolgen voor belangrijke kwesties worden gemaakt en ter beschikking van de beleidsmakers worden gesteld. Bovendien is het met het oog op deze doelstelling belangrijk nauwgezet te bestuderen hoe de specifieke mechanismen zijn opgezet voor het bevorderen van een nauwere samenwerking tussen de onderzoeksafdelingen van de verschillende instellingen en organen van de Unie die zich bezighouden met de analyse van middellange- en langetermijntrends op beleidsgebied.

Deze voorbereidende actie heeft tot doel om:

 

uiterlijk in 2014 een Europees systeem voor strategische en beleidsanalyse (ESPAS) voor alle instellingen van de Unie in te voeren op basis van een voorstel van de Europese Commissie (artikel 49 van het Financieel Reglement). Het Instituut voor veiligheidsstudies van de Europese Unie (IVSEU) kan faciliteiten en technische ondersteuning blijven bieden totdat het systeem operationeel wordt;

 

een dergelijk systeem zal interinstitutioneel zijn en gericht zijn op wereldwijde langetermijntrends, zowel binnenlands als buitenlands, in verband met de Unie;

 

het systeem moet regelmatige input leveren aan de instellingen van de Unie ten behoeve van de strategische planning op de lange en middellange termijn, en moet contacten leggen met academici en andere belanghebbenden, teneinde een zo breed mogelijk perspectief te kunnen verwerven:

 

deze input omvat een gedetailleerde evaluatie van de mondiale langetermijntrends en een verslag voor de nieuwe voorzitters van de instellingen van de Unie inzake de uitdagingen en mogelijkheden voor de periode 2014-2019.

 

daarnaast kunnen discussiestukken voor de instellingen van de Unie worden geleverd inzake toekomstige onderwerpen, om de samenwerking tussen de instellingen te stimuleren en te versterken;

 

het systeem moet contacten leggen met instellingen in andere landen die zich bezighouden met mondiale trends, om gebruik te maken van hun expertise en de eigen expertise door te geven aan andere landen die inzicht willen krijgen in strategische trends en veranderingen;

 

er moet een open website worden opgezet en onderhouden als mondiaal register voor alle relevante informatie, om de toegang voor de burgers gemakkelijker te maken, waarbij de site wordt gekoppeld aan andere websites inzake mondiale langetermijntrends.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

HOOFDSTUK 25 02 — BETREKKINGEN MET DE CIVIELE SAMENLEVING, OPENHEID EN INFORMATIEVERSTREKKING

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

25 02

BETREKKINGEN MET DE CIVIELE SAMENLEVING, OPENHEID EN INFORMATIEVERSTREKKING

25 02 01

Instellingen van Europees belang

25 02 01 01

Historische archieven van de Unie

5

2 215 000

2 215 000

2 176 000

2 176 000

2 020 000,—

1 926 515,94

 

Artikel 25 02 01 — Subtotaal

 

2 215 000

2 215 000

2 176 000

2 176 000

2 020 000,—

1 926 515,94

25 02 04

Voorlichting en publicaties

25 02 04 01

Documentaire gegevensbanken

5

760 000

760 000

800 000

800 000

693 962,78

685 611,38

25 02 04 02

Digitale publicaties

5

978 000

978 000

1 463 000

1 463 000

1 455 017,—

1 208 336,47

 

Artikel 25 02 04 — Subtotaal

 

1 738 000

1 738 000

2 263 000

2 263 000

2 148 979,78

1 893 947,85

 

Hoofdstuk 25 02 — Totaal

 

3 953 000

3 953 000

4 439 000

4 439 000

4 168 979,78

3 820 463,79

25 02 01     Instellingen van Europees belang

25 02 01 01   Historische archieven van de Unie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 215 000

2 215 000

2 176 000

2 176 000

2 020 000,—

1 926 515,94

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het beheer (personeel en werking) van de historische archieven van de Unie door het Europees Universitair Instituut.

Rechtsgronden

Verordening (EEG, Euratom) nr. 354/83 van de Raad van 1 februari 1983 inzake het voor het publiek toegankelijk maken van de historische archieven van de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PB L 43 van 15.2.1983, blz. 1).

Beschikking nr. 359/83/EGKS van de Commissie van 8 februari 1983 inzake het voor het publiek toegankelijk maken van de historische archieven van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (PB L 43 van 15.2.1983, blz. 14).

Taken die voortvloeien uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Referentiebesluiten

Overeenkomst tussen de Commissie en het Europees Universitair Instituut te Florence van 17 december 1984.

25 02 04     Voorlichting en publicaties

25 02 04 01   Documentaire gegevensbanken

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

760 000

760 000

800 000

800 000

693 962,78

685 611,38

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de documentaire gegevensbanken van de Commissie over de stand van zaken ten aanzien van de procedures en de officiële documenten, en met name de uitgaven voor:

 

de verzameling, de voorbereiding, de systematische analyse en het verwerken van teksten en procedures;

 

de ontwikkeling, het onderhoud en de exploitatie van een geïntegreerd systeem;

 

de verspreiding van de betrokken informatie langs verschillende elektronische kanalen.

Het krediet dient ter dekking van uitgaven gedaan op het grondgebied van de Unie.

Rechtsgronden

Taken die voortvloeien uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

25 02 04 02   Digitale publicaties

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

978 000

978 000

1 463 000

1 463 000

1 455 017,—

1 208 336,47

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgave, in alle mogelijke vormen, van in de Verdragen voorgeschreven publicaties en van andere institutionele publicaties of referentiewerken.

De kosten voor het uitgeven van deze publicaties omvatten met name de voorbereiding en de opstelling ervan (inclusief de auteurscontracten), de betaling van freelance journalisten, het gebruik van documentatie, de reproductie van documenten, de aankoop of het beheer van gegevens, de redactie, de vertaling, de revisie (inclusief de controle van de samenhang van de teksten), het drukken, het op internet of een andere elektronische drager zetten, de distributie, de opslag, de verspreiding op grote schaal en de promotie van deze publicaties.

Rechtsgronden

Taken die voortvloeien uit de prerogatieven van de Commissie op institutioneel vlak, zoals bedoeld in artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

 

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET SECRETARIAAT-GENERAAL

 

COÖRDINATIE BINNEN DE COMMISSIE

 

COÖRDINATIE EN BETREKKINGEN MET DE ANDERE INSTELLINGEN

 

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET BUREAU VAN EUROPESE BELEIDSADVISEURS

 

BELEIDSADVIES

 

KABINETTEN

 

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET BUREAU VAN EUROPESE BELEIDSADVISEURS

 

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET SECRETARIAAT-GENERAAL

 

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR DE JURIDISCHE DIENST

 

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR DE JURIDISCHE DIENST

 

LOGISTIEKE ONDERSTEUNING VOOR DE COMMISSIE EN PROTOCOL

TITEL 26

ADMINISTRATIE VAN DE COMMISSIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2012 en 2011) en van de uitvoering (2010)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

26 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ADMINISTRATIE VAN DE COMMISSIE”

975 069 713

975 069 713

979 508 134

979 508 134

1 029 132 642,94

1 029 132 642,94

Reserves (40 01 40)

1 502 275

1 502 275

78 381

78 381

   
 

976 571 988

976 571 988

979 586 515

979 586 515

1 029 132 642,94

1 029 132 642,94

26 02

MULTIMEDIAPRODUCTIE

14 800 000

12 157 164

14 400 000

13 711 378

15 030 295,10

13 352 297,24

26 03

DIENSTEN AAN OVERHEDEN, ONDERNEMINGEN EN BURGERS

26 100 000

12 094 264

24 800 000

23 933 815

26 281 833,—

25 443 845,82

 

Titel 26 — Totaal

1 015 969 713

999 321 141

1 018 708 134

1 017 153 327

1 070 444 771,04

1 067 928 786,—

Reserves (40 01 40)

1 502 275

1 502 275

78 381

78 381

   
 

1 017 471 988

1 000 823 416

1 018 786 515

1 017 231 708

1 070 444 771,04

1 067 928 786,—

HOOFDSTUK 26 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ADMINISTRATIE VAN DE COMMISSIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

26 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ADMINISTRATIE VAN DE COMMISSIE”

26 01 01

Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Administratie van de Commissie”

5

105 722 828

103 126 721

103 488 540,90

Reserves (40 01 40)

   

78 381

 
   

105 722 828

103 205 102

103 488 540,90

26 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Administratie van de Commissie”

26 01 02 01

Extern personeel

5

5 584 921

5 722 091

5 802 847,57

26 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5

17 676 594

18 948 565

21 079 404,94

Reserves (40 01 40)

 

2 275

   
   

17 678 869

18 948 565

21 079 404,94

 

Artikel 26 01 02 — Subtotaal

 

23 261 515

24 670 656

26 882 252,51

Reserves (40 01 40)

 

2 275

   
   

23 263 790

24 670 656

26 882 252,51

26 01 03

Uitgaven in verband met materieel, meubilair en diensten voor het beleidsterrein „Administratie van de Commissie”

5

7 110 860

7 472 572

8 034 960,22

26 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Administratie van de Commissie”

26 01 04 01

Interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten (Interoperability Solutions for European Public Administration — ISA) — Uitgaven voor administratief beheer

1.1

560 000

600 000

561 610,—

 

Artikel 26 01 04 — Subtotaal

 

560 000

600 000

561 610,—

26 01 09

Administratieve steun voor het Bureau voor publicaties

26 01 09 01

Bureau voor publicaties

5

83 077 750

84 373 000

90 087 978,66

 

Artikel 26 01 09 — Subtotaal

 

83 077 750

84 373 000

90 087 978,66

26 01 10

Consolidatie van het uniale recht

26 01 10 01

Consolidatie van het uniale recht

5

1 000 000

1 500 000

1 557 637,80

 

Artikel 26 01 10 — Subtotaal

 

1 000 000

1 500 000

1 557 637,80

26 01 11

Publicatieblad van de Europese Unie (L- en C-serie)

26 01 11 01

Publicatieblad van de Europese Unie

5

11 806 000

12 178 000

12 267 025,47

 

Artikel 26 01 11 — Subtotaal

 

11 806 000

12 178 000

12 267 025,47

26 01 20

Europees Bureau voor personeelsselectie

5

26 728 750

26 776 000

30 988 590,43

Reserves (40 01 40)

 

1 500 000

   
   

28 228 750

26 776 000

30 988 590,43

26 01 21

Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten

5

35 879 000

35 102 000

40 011 996,78

26 01 22

Bureau voor infrastructuur en logistiek (Brussel)

26 01 22 01

Bureau voor infrastructuur en logistiek in Brussel

5

69 711 000

68 880 000

69 585 783,46

26 01 22 02

Aankoop en huur van gebouwen in Brussel

5

207 983 000

206 758 532

217 617 718,09

26 01 22 03

Uitgaven voor gebouwen in Brussel

5

70 272 000

78 589 871

83 134 394,80

26 01 22 04

Uitgaven voor materieel in Brussel

5

6 987 000

7 087 432

7 772 604,07

26 01 22 05

Diensten en andere beleidsuitgaven in Brussel

5

5 826 000

5 868 045

7 188 608,12

 

Artikel 26 01 22 — Subtotaal

 

360 779 000

367 183 880

385 299 108,54

26 01 23

Bureau voor infrastructuur en logistiek (Luxemburg)

26 01 23 01

Bureau voor infrastructuur en logistiek in Luxemburg

5

25 266 000

25 072 000

24 058 541,79

26 01 23 02

Aankoop en huur van gebouwen in Luxemburg

5

40 319 000

41 108 000

46 155 251,86

26 01 23 03

Uitgaven voor gebouwen in Luxemburg

5

17 357 000

16 897 000

17 288 965,94

26 01 23 04

Uitgaven voor materieel in Luxemburg

5

629 000

657 000

510 791,56

26 01 23 05

Diensten en andere beleidsuitgaven in Luxemburg

5

645 000

718 000

748 000,—

26 01 23 06

Bewaking van gebouwen in Luxemburg

5

5 640 000

5 600 000

5 663 489,37

 

Artikel 26 01 23 — Subtotaal

 

89 856 000

90 052 000

94 425 040,52

26 01 40

Beveiliging

26 01 40 01

Beveiliging en toezicht

5

8 321 000

7 685 982

7 905 837,09

26 01 40 02

Bewaking van gebouwen in Brussel

5

32 788 000

31 276 369

41 570 815,02

 

Artikel 26 01 40 — Subtotaal

 

41 109 000

38 962 351

49 476 652,11

26 01 50

Personeelsbeleid en -beheer

26 01 50 01

Medische dienst

5

5 350 000

6 348 512

7 378 151,62

26 01 50 02

Uitgaven voor vergelijkende onderzoeken, selectie en aanwerving

5

1 850 000

1 950 379

2 127 984,28

26 01 50 04

Interinstitutionele samenwerking op sociaal gebied

5

7 537 000

8 078 518

13 208 094,74

26 01 50 06

Tijdelijk bij nationale overheidsdiensten, internationale organisaties of overheids- of particuliere instellingen of ondernemingen gedetacheerde ambtenaren van de instelling

5

264 000

400 000

236 500,—

26 01 50 07

Schadevergoedingen

5

150 000

150 000

5 885 240,72

26 01 50 08

Diverse verzekeringen

5

58 000

58 000

57 483,36

26 01 50 09

Taalcursussen

5

3 744 000

4 062 554

4 802 131,85

 

Artikel 26 01 50 — Subtotaal

 

18 953 000

21 047 963

33 695 586,57

26 01 51

Europese scholen

26 01 51 01

Bureau van de secretaris-generaal van de Europese scholen (Brussel)

5

7 627 207

8 632 000

7 754 389,—

26 01 51 02

Brussel I (Ukkel)

5

24 446 700

25 332 000

24 068 389,93

26 01 51 03

Brussel II (Woluwe)

5

22 758 847

22 729 000

21 763 767,—

26 01 51 04

Brussel III (Elsene)

5

22 759 039

23 358 000

21 389 422,—

26 01 51 05

Brussel IV (overgangsfase)

5

9 694 355

6 897 000

5 006 914,33

26 01 51 11

Luxemburg I

5

24 498 581

27 289 000

25 806 975,—

26 01 51 12

Luxemburg II

5

10 007 959

4 938 000

5 061 541,—

26 01 51 21

Mol (BE)

5

5 937 428

6 963 000

7 123 677,—

26 01 51 22

Frankfurt am Main (DE)

5

7 346 564

6 554 000

5 707 134,—

26 01 51 23

Karlsruhe (DE)

5

3 054 845

2 530 991

2 770 903,50

26 01 51 24

München (DE)

5

344 180

371 000

494 527,—

26 01 51 25

Alicante (ES)

5

8 097 123

7 762 000

6 171 604,—

26 01 51 26

Varese (IT)

5

9 670 615

11 128 000

9 936 233,—

26 01 51 27

Bergen (NL)

5

4 304 020

4 981 000

4 349 750,—

26 01 51 28

Culham (UK)

5

4 828 547

4 498 000

4 950 435,67

26 01 51 31

Bijdrage van de Unie voor Europese scholen van het type 2

5

3 850 000

2 500 000

 
 

Artikel 26 01 51 — Subtotaal

 

169 226 010

166 462 991

152 355 662,43

 

Hoofdstuk 26 01 — Totaal

 

975 069 713

979 508 134

1 029 132 642,94

Reserves (40 01 40)

 

1 502 275

78 381

 
   

976 571 988

979 586 515

1 029 132 642,94

26 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Administratie van de Commissie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

26 01 01

105 722 828

103 126 721

103 488 540,90

Reserves (40 01 40)

 

78 381

 

Totaal

105 722 828

103 205 102

103 488 540,90

26 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Administratie van de Commissie”

26 01 02 01   Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

5 584 921

5 722 091

5 802 847,57

26 01 02 11   Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

26 01 02 11

17 676 594

18 948 565

21 079 404,94

Reserves (40 01 40)

2 275

   

Totaal

17 678 869

18 948 565

21 079 404,94

26 01 03     Uitgaven in verband met materieel, meubilair en diensten voor het beleidsterrein „Administratie van de Commissie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

7 110 860

7 472 572

8 034 960,22

26 01 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Administratie van de Commissie”

26 01 04 01   Interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten (Interoperability Solutions for European Public Administration — ISA) — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

560 000

600 000

561 610,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze begrotingslijn vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc, aangezien de contracten met bureaus voor technische bijstand de komende jaren aflopen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma's en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie post 26 03 01 01.

26 01 09     Administratieve steun voor het Bureau voor publicaties

26 01 09 01   Bureau voor publicaties

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

83 077 750

84 373 000

90 087 978,66

Toelichting

Het opgevoerde bedrag stemt overeen met de kredieten voor het Bureau voor publicaties die in detail zijn opgenomen in een specifieke bijlage van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Op basis van de analytische boekhouding van het Bureau voor publicaties worden de kosten van de dienstverlening van dit Bureau aan de instellingen als volgt geraamd:

 

Europees Parlement

12 935 206

15,57 %

Raad

4 128 964

4,97 %

Commissie

53 659 919

64,59 %

Hof van Justitie

4 029 271

4,85 %

Rekenkamer

1 005 241

1,21 %

Europees Economisch en Sociaal Comité

623 083

0,75 %

Comité van de Regio's

390 465

0,47 %

Andere

6 305 601

7,59 %

Totaal

83 077 750

100,00 %

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 990 700 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1), met name de artikelen 171 tot en met 175.

Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

26 01 10     Consolidatie van het uniale recht

26 01 10 01   Consolidatie van het uniale recht

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

1 000 000

1 500 000

1 557 637,80

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de consolidatie van handelingen van de Unie en met het ter beschikking stellen aan het publiek van de geconsolideerde handelingen van de Unie in alle vormen en in alle officiële talen van de instellingen van de Unie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

Rechtsgronden

Conclusies van de Europese Raad van Edinburgh, december 1992 (SN/456/92), in het bijzonder bijlage 3 bij deel A, blz. 5.

Verklaring inzake de redactionele kwaliteit van de communautaire wetgeving, gehecht aan de Slotakte van het Verdrag van Amsterdam.

Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

26 01 11     Publicatieblad van de Europese Unie (L- en C-serie)

26 01 11 01   Publicatieblad van de Europese Unie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

11 806 000

12 178 000

12 267 025,47

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de uitgave in alle vormen — inclusief de verspreiding, catalogisering, indexering en het archiveren — van het Publicatieblad van de Europese Unie.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 428 000 EUR.

Rechtsgronden

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 297.

Verordening nr. 1 van de Raad van 15 april 1958 tot regeling van het taalgebruik in de Europese Economische Gemeenschap (PB 17 van 6.10.1958, blz. 385).

Besluit van de Raad van 15 september 1958 tot oprichting van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen (PB 17 van 6.10.1958, blz. 390).

Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

26 01 20     Europees Bureau voor personeelsselectie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

26 01 20

26 728 750

26 776 000

30 988 590,43

Reserves (40 01 40)

1 500 000

   

Totaal

28 228 750

26 776 000

30 988 590,43

Toelichting

Het opgevoerde bedrag stemt overeen met de kredieten voor het Europees Bureau voor personeelsselectie, die gedetailleerd zijn weergegeven in een specifieke bijlage bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 407 000 EUR.

Voorwaarden om de reserve vrij te maken

De reserve wordt door de begrotingsautoriteit vrijgemaakt zodra EPSO aan de volgende twee voorwaarden voldaan heeft:

 

EPSO legt de betrokken commissie van het Europees Parlement een grondige analyse en evaluatie voor van de werkelijke kosten van zijn activiteiten, waarin de bedragen en hun exacte aanwending worden omschreven, met inbegrip van de kosten van het plaatsen van afzonderlijke kandidaten op de reservelijsten, en een evaluatie van de voorziene kosten voor de komende drie jaar;

 

EPSO garandeert dat het volledig samenwerkt met het Europees Parlement, onder meer door met spoed gevolg te geven aan verzoeken van het Parlement, rekening houdend met zijn speciale behoeften bij de planning van open vergelijkende onderzoeken, alsook bij het opzetten van die onderzoeken en de verschillende etappen daarvan. Bovendien garandeert EPSO dat alle door het Europees Parlement aangewezen juryleden bij alle selectieprocedures volledig deelnemen aan alle etappen van de betrokken selectieprocedures. Daartoe behoort ook deelname aan het opstellen van alle relevante stukken voor de open selectieprocedure, toegang tot alle relevante documenten (met inbegrip van de CBT-vragen en -antwoorden, indien die leden daarom verzoeken), vrije toegang tot het gebouw van EPSO, vaste werkruimten (met inbegrip van PC-workstations) en informatie.

Rechtsgronden

Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53).

26 01 21     Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

35 879 000

35 102 000

40 011 996,78

Toelichting

Het opgevoerde bedrag stemt overeen met de kredieten voor het Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten, die gedetailleerd zijn weergegeven in een specifieke bijlage bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 4 200 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 2003/522/EG van de Commissie van 6 november 2002 houdende oprichting van het Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten (PB L 183 van 22.7.2003, blz. 30).

26 01 22     Bureau voor infrastructuur en logistiek (Brussel)

26 01 22 01   Bureau voor infrastructuur en logistiek in Brussel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

69 711 000

68 880 000

69 585 783,46

Toelichting

Het opgevoerde bedrag stemt overeen met de kredieten voor het Bureau voor infrastructuur en logistiek te Brussel, die gedetailleerd zijn weergegeven in een specifieke bijlage bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 5 990 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 2003/523/EG van de Commissie van 6 november 2002 houdende oprichting van het Bureau voor infrastructuur en logistiek in Brussel (PB L 183 van 22.7.2003, blz. 35).

26 01 22 02   Aankoop en huur van gebouwen in Brussel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

207 983 000

206 758 532

217 617 718,09

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

 

huur en erfpacht voor door de Commissie gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen, en huur van vergaderzalen, magazijnen, garages en parkeerruimten;

 

kosten voor aankoop of huurkoop van gebouwen;

 

kosten voor het oprichten van nieuwe gebouwen.

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Ontvangsten uit de bijdragen van de EVA-staten in de algemene kosten van de Unie krachtens de artikelen 76 en 82 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten bij de desbetreffende begrotingsonderdelen, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement. Het bedrag van deze ontvangsten wordt geraamd op 493 800 EUR.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 7 879 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

26 01 22 03   Uitgaven voor gebouwen in Brussel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

70 272 000

78 589 871

83 134 394,80

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

 

verzekeringspremies voor door de instelling gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

 

uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming;

 

uitgaven voor schoonmaken en onderhoud van lokalen, liften, centrale verwarming, installaties voor airconditioning enz., berekend op basis van de lopende contracten, en kosten die voortvloeien uit periodieke schoonmaakbeurten, aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, chemische reiniging enz. evenals schilderwerk, reparaties en noodzakelijke leveringen voor de onderhoudsploegen (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

uitgaven in verband met de gescheiden ophaling, opslag en verwijdering van afval;

 

kosten voor het inrichten van de gebouwen, zoals het aanbrengen en verwijderen van scheidingswanden, wijzigingen van technische installaties en andere gespecialiseerde werkzaamheden op het gebied van hang- en sluitwerk, elektriciteit, sanitair, verf, vloerbedekking enz.; kosten in verband met aanpassingen van het kabelnetwerk volgens de bestemming van het gebouw en kosten voor het materieel dat voor deze werkzaamheden nodig is (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

uitgaven met betrekking tot de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel en de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die lid zijn van de brandbestrijdingsploegen, alsmede ter dekking van de kosten van wettelijk voorgeschreven controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

uitgaven met betrekking tot de uitvoering van een audit naar de toegankelijkheid van gebouwen voor personen met een handicap en/of verminderde mobiliteit en het aanbrengen van de noodzakelijke aanpassingen naar aanleiding van een dergelijke audit, teneinde de gebouwen volledig toegankelijk te maken voor alle bezoekers;

 

kosten van juridische, technische en financiële expertises vóór de aankoop, de huur of de oprichting van gebouwen;

 

de overige lopende uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbarenutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst, enz.);

 

de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden.

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Ontvangsten uit de bijdragen van de EVA-staten in de algemene kosten van de Unie krachtens de artikelen 76 en 82 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten bij de desbetreffende begrotingsonderdelen, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement. Het bedrag van deze ontvangsten wordt geraamd op 166 841 EUR.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 6 851 000 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Besluit van de Europese Ombudsman van 4 juli 2007 over onderzoek op eigen initiatief (OI/3/2003/JMA) betreffende de Europese Commissie.

26 01 22 04   Uitgaven voor materieel in Brussel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

6 987 000

7 087 432

7 772 604,07

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

 

kosten voor aankoop, huur of leasing, onderhoud, herstelling, installatie en vervanging van uitrusting en technisch materieel, met name:

 

materieel (met inbegrip van kopieerapparaten) voor het produceren, reproduceren en archiveren van documenten in eender welke vorm (papier, elektronische drager, enz.);

 

audiovisueel materieel en materieel voor de bibliotheek en de tolkendienst (cabines, koptelefoons, luisterapparatuur voor simultaanvertaling);

 

uitrusting voor kantines en restaurants;

 

diverse outillage voor het onderhoud van de gebouwen;

 

de voor gehandicapte ambtenaren noodzakelijke uitrusting;

 

studies, documentatie en opleiding met betrekking tot de installaties (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

kosten voor aankoop, huur, onderhoud en herstelling van voertuigen, met name:

 

de aankoop van voertuigen; waaronder in ieder geval één voertuig dat is aangepast voor het vervoer van personen met verminderde mobiliteit;

 

de vervanging van de voertuigen die in de loop van het begrotingsjaar zo'n hoog aantal kilometers zullen hebben afgelegd dat vervanging gerechtvaardigd is;

 

de huur van auto's, op korte of op lange termijn, wanneer de capaciteit van het wagenpark onvoldoende is, of wanneer het wagenpark niet voorziet in de behoeften van personen met een verminderde mobiliteit;

 

de uitgaven voor onderhoud, reparatie en verzekering van dienstauto's (aankoop van brandstof, olie, binnen- en buitenbanden, diverse benodigdheden, onderdelen, gereedschap, enz.);

 

diverse verzekeringen (met name burgerrechtelijke aansprakelijkheid en diefstal) en de kosten van verzekeringen zoals bedoeld in artikel 75 van het Financieel Reglement;

 

aankoop van vervoersbewijzen (enkelereisbiljet en business pass), vrije toegang tot openbare vervoerstrajecten om de mobiliteit tussen de Commissiegebouwen of tussen de Commissiegebouwen en openbare gebouwen (bijvoorbeeld luchthaven) te vergemakkelijken, dienstfietsen en elk ander middel ter bevordering van het gebruik van het openbaar vervoer en van de mobiliteit van Commissiepersoneel, met uitzondering van dienstvoertuigen;

 

uitgaven voor de aankoop van grondstoffen voor ceremoniële restaurantdiensten.

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Ontvangsten uit de bijdragen van de EVA-staten in de algemene kosten van de Unie krachtens de artikelen 76 en 82 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten bij de desbetreffende begrotingsonderdelen, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement. Het bedrag van deze ontvangsten wordt geraamd op 16 589 EUR.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 2 045 000 EUR.

De invoering van een specifiek krediet voor de vergoeding van jaarkaarten voor het openbaar vervoer is een klein maar belangrijk middel om de wens van de instellingen van de Unie om hun CO2-emissies te verminderen kracht bij te zetten overeenkomstig hun EMAS-beleid en de overeengekomen doelstellingen inzake klimaatverandering.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten (PB L 134 van 30.4.2004, blz. 1).

Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (PB L 134 van 30.4.2004, blz. 114).

26 01 22 05   Diensten en andere beleidsuitgaven in Brussel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

5 826 000

5 868 045

7 188 608,12

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

 

verhuiskosten, kosten van hergroepering van diensten en behandelingskosten (ontvangst, opslag en plaatsing) van materieel, meubilair en kantoorbenodigdheden;

 

kosten van de frankering van de gewone correspondentie, verslagen en publicaties, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en van de interne post bij de Commissie;

 

uitgaven voor de levering van diensten in het kader van ceremoniële restaurantdiensten.

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Ontvangsten uit de bijdragen van de EVA-staten in de algemene kosten van de Unie krachtens de artikelen 76 en 82 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten bij de desbetreffende begrotingsonderdelen, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement. Het bedrag van deze ontvangsten wordt geraamd op 13 832 EUR.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 410 000 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

26 01 23     Bureau voor infrastructuur en logistiek (Luxemburg)

26 01 23 01   Bureau voor infrastructuur en logistiek in Luxemburg

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

25 266 000

25 072 000

24 058 541,79

Toelichting

Het opgevoerde bedrag stemt overeen met de kredieten voor het Bureau voor infrastructuur en logistiek in Luxemburg, die gedetailleerd zijn weergegeven in een specifieke bijlage bij dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling.

Rechtsgronden

Besluit 2003/524/EG van de Commissie van 6 november 2002 houdende oprichting van het Bureau voor infrastructuur en logistiek in Luxemburg (PB L 183 van 22.7.2003, blz. 40).

26 01 23 02   Aankoop en huur van gebouwen in Luxemburg

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

40 319 000

41 108 000

46 155 251,86

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

 

huur en erfpacht voor door de Commissie gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen, en huur van vergaderzalen, magazijnen, garages en parkeerruimten;

 

kosten voor aankoop of huurkoop van gebouwen;

 

kosten voor het oprichten van nieuwe gebouwen.

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Ontvangsten uit de bijdragen van de EVA-staten in de algemene kosten van de Unie krachtens de artikelen 76 en 82 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten bij de desbetreffende begrotingsonderdelen, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement. Het bedrag van deze ontvangsten wordt geraamd op 95 728 EUR.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 587 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

26 01 23 03   Uitgaven voor gebouwen in Luxemburg

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

17 357 000

16 897 000

17 288 965,94

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

 

verzekeringspremies voor door de instelling gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

 

uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming;

 

uitgaven voor schoonmaken en onderhoud van lokalen, liften, centrale verwarming, installaties voor airconditioning, enz., berekend op basis van de lopende contracten, en kosten die voortvloeien uit periodieke schoonmaakbeurten, aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, chemische reiniging, enz. evenals schilderwerk, reparaties en noodzakelijke leveringen voor de onderhoudsploegen (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

uitgaven in verband met de gescheiden ophaling, opslag en verwijdering van afval;

 

kosten voor het inrichten van de gebouwen, zoals het aanbrengen en verwijderen van scheidingswanden, wijzigingen van technische installaties en andere gespecialiseerde werkzaamheden op het gebied van hang- en sluitwerk, elektriciteit, sanitair, verf, vloerbedekking enz.; kosten in verband met aanpassingen van het kabelnetwerk volgens de bestemming van het gebouw en kosten voor het materieel dat voor deze werkzaamheden nodig is (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

uitgaven met betrekking tot de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel en de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die lid zijn van de brandbestrijdingsploegen, alsmede ter dekking van de kosten van de opleidingen en de wettelijk voorgeschreven controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

uitgaven met betrekking tot de uitvoering van een audit naar de toegankelijkheid van gebouwen voor personen met een handicap en/of verminderde mobiliteit en het aanbrengen van de noodzakelijke aanpassingen naar aanleiding van een dergelijke audit, teneinde de gebouwen volledig toegankelijk te maken voor alle bezoekers;

 

kosten van juridische, technische en financiële expertises vóór de aankoop, de huur of de oprichting van gebouwen;

 

de overige lopende uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbarenutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst, enz.);

 

de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden.

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Ontvangsten uit de bijdragen van de EVA-staten in de algemene kosten van de Unie krachtens de artikelen 76 en 82 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten bij de desbetreffende begrotingsonderdelen, overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement. Het bedrag van deze ontvangsten wordt geraamd op 41 210 EUR.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 260 000 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Besluit van de Europese Ombudsman van 4 juli 2007 inzake een onderzoek op eigen initiatief (OI/3/2003/JMA) betreffende de Europese Commissie.

26 01 23 04   Uitgaven voor materieel in Luxemburg

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

629 000

657 000

510 791,56

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

 

kosten voor aankoop, huur of leasing, onderhoud, herstelling, installatie en vervanging van uitrusting en technisch materieel, met name:

 

materieel (met inbegrip van kopieerapparaten) voor het produceren, reproduceren en archiveren van an documenten in eender welke vorm (papier, elektronische drager);

 

audiovisueel materieel en materieel voor de bibliotheek en de tolkendienst (cabines, koptelefoons, luisterapparatuur voor simultaanvertaling);

 

uitrusting voor kantines en restaurants;

 

diverse outillage voor het onderhoud van de gebouwen;

 

de voor gehandicapte ambtenaren noodzakelijke uitrusting;

 

studies, documentatie en opleiding met betrekking tot de installaties (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

kosten voor aankoop, huur, onderhoud en herstelling van voertuigen, met name:

 

de aankoop van voertuigen; waaronder in ieder geval één voertuig dat is aangepast voor het vervoer van personen met verminderde mobiliteit;

 

de vervanging van de voertuigen die in de loop van het begrotingsjaar zo'n hoog aantal kilometers zullen hebben afgelegd dat vervanging gerechtvaardigd is;

 

de huur van auto's, op korte of op lange termijn, wanneer de capaciteit van het wagenpark onvoldoende is, of wanneer het wagenpark niet voorziet in de behoeften van personen met een verminderde mobiliteit;

 

de uitgaven voor onderhoud, reparatie en verzekering van dienstauto's (aankoop van brandstof, olie, binnen- en buitenbanden, diverse benodigdheden, onderdelen, gereedschap, enz.);

 

diverse verzekeringen (met name burgerrechtelijke aansprakelijkheid en diefstal) en de kosten van verzekeringen zoals bedoeld in artikel 75 van het Financieel Reglement.

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 33 000 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten (PB L 134 van 30.4.2004, blz. 1).

Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (PB L 134 van 30.4.2004, blz. 114).

26 01 23 05   Diensten en andere beleidsuitgaven in Luxemburg

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

645 000

718 000

748 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

 

verhuiskosten, kosten van hergroepering van diensten en behandelingskosten (ontvangst, opslag en plaatsing) van materieel, meubilair en kantoorbenodigdheden;

 

uitgaven voor de frankering van de gewone correspondentie, verslagen en publicaties, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en van de interne post bij de Commissie.

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

26 01 23 06   Bewaking van gebouwen in Luxemburg

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

5 640 000

5 600 000

5 663 489,37

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven die binnen het grondgebied van de Unie zijn gedaan:

 

uitgaven met betrekking tot de fysieke en de materiële beveiliging van personen en goederen, met name de contracten voor toezicht op de gebouwen, de onderhoudscontracten voor beveiligingsinstallaties, de opleidingen en de aankoop van klein materieel (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

uitgaven met betrekking tot de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel en de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die lid zijn van de brandbestrijdingsploegen, alsmede ter dekking van de kosten van de opleidingen en de wettelijk voorgeschreven controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules)).

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

26 01 40     Beveiliging

26 01 40 01   Beveiliging en toezicht

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

8 321 000

7 685 982

7 905 837,09

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met:

 

de fysieke en materiële beveiliging van personen en goederen, en met name voor aankoop, huur of leasing, onderhoud, herstelling, installatie en vervanging van technische beveiligingsuitrusting en -materiaal;

 

de uitgaven met betrekking tot de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de kosten van wettelijk voorgeschreven controles (controles van technische installaties in de gebouwen, veiligheidscoördinator en gezondheidscontroles van levensmiddelen), de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de opleiding en uitrusting van de hoofdbewakers en de brandbestrijdingsploegen, waarvan de aanwezigheid in de gebouwen wettelijk verplicht is.

Alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert de instelling, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules).

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 612 000 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

26 01 40 02   Bewaking van gebouwen in Brussel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

32 788 000

31 276 369

41 570 815,02

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor bewaking, toezicht, toegangscontrole en andere aanverwante diensten in de gebouwen van de Commissie (voor de verlenging of sluiting van contracten voor een bedrag van meer dan 300 000 EUR informeert de instelling met het oog op rationalisatie van de uitgaven bij de andere instellingen naar de voorwaarden (prijzen, valuta, indexering, duur, andere bepalingen) die zij voor soortgelijke opdrachten hebben verkregen).

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 2 711 575 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

26 01 50     Personeelsbeleid en -beheer

26 01 50 01   Medische dienst

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

5 350 000

6 348 512

7 378 151,62

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten van jaarlijkse medische onderzoeken en onderzoeken bij indienstneming, materiaal en producten voor geneeskundige verzorging, aankoop van apparatuur en speciaal meubilair, alsmede huishoudelijke uitgaven van de invaliditeitscommissie;

 

de kosten voor medisch, paramedisch en psychosociaal personeel met een arbeidsovereenkomst naar plaatselijk recht of een overeenkomst voor tijdelijke vervanging alsook de uitgaven voor de diensten van externe specialisten die door de raadgevend geneesheren noodzakelijk worden geacht;

 

uitgaven met betrekking tot de kosten van medisch onderzoek bij aanwerving van personeel voor de kinderdagverblijven;

 

uitgaven voor de medische controle in het kader van de gezondheidsbescherming van personeelsleden die aan straling zijn blootgesteld;

 

aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 552 800 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, met name hoofdstuk III.

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Nationale wetgeving inzake „basisnormen”.

26 01 50 02   Uitgaven voor vergelijkende onderzoeken, selectie en aanwerving

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

1 850 000

1 950 379

2 127 984,28

Toelichting

Deze kredieten dienen ter dekking van:

 

de kosten voor aanwerving en selectie van leidinggevend personeel;

 

de kosten voor de oproeping van de geslaagde kandidaten voor een onderhoud;

 

de kosten voor de oproeping van ambtenaren en andere personeelsleden van de delegaties voor vergelijkende onderzoeken en selecties;

 

de uitgaven voor de organisatie van de vergelijkende onderzoeken en selecties van artikel 3 van Besluit 2002/620/EG.

Indien voldoende gemotiveerd op grond van de operationele behoeften en na overleg met het Europees Bureau voor personeelsselectie kunnen deze kredieten worden aangewend voor de organisatie van vergelijkende onderzoeken door de instelling zelf.

Opgemerkt wordt dat dit krediet niet dient ter dekking van de uitgaven voor personeel die worden gedekt door de kredieten van de artikelen 01 04 en 01 05 van de diverse titels.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 67 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Besluit 2002/620/EG van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de oprichting van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 53).

Besluit 2002/621/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio's, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 25 juli 2002 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor personeelsselectie van de Europese Gemeenschappen (PB L 197 van 26.7.2002, blz. 56).

26 01 50 04   Interinstitutionele samenwerking op sociaal gebied

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

7 537 000

8 078 518

13 208 094,74

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten voor de verwezenlijking en ontwikkeling van de website van de Commissie (IntraComm) en voor de uitgave van het weekblad „Commission en direct”;

 

andere uitgaven voor interne communicatie en voorlichting, inclusief promotiecampagnes;

 

uitgaven voor tijdelijk personeel voor opvang na schooltijd, vakantiecentra en openluchtcentra, beheerd door de diensten van de Commissie;

 

kosten van reproductiewerk voor documenten, dat niet door de eigen diensten van de Commissie kan worden verricht;

 

uitgaven die voortvloeien uit privaatrechtelijke contracten gesloten met personen die in het kinderdagverblijf kinderverzorgsters en verpleegsters in vaste dienst vervangen;

 

de uitgaven voor een gedeelte van de exploitatiekosten van de personeelsfoyer, acties van culturele aard, subsidies voor personeelsverenigingen, onderhoud van voorzieningen voor sportbeoefening en aanvulling van de sportartikelen;

 

initiatieven ter bevordering van de sociale betrekkingen tussen de personeelsleden van de verschillende nationaliteiten en de integratie van de personeelsleden en hun gezinnen, alsmede preventieprojecten die voorzien in de behoeften van het personeel in actieve dienst en hun gezinnen;

 

de deelneming in de kosten van personeelsleden voor activiteiten als gezinshulp, juridisch advies, openluchtcentra, talenstages en kunststages;

 

de uitgaven voor de ontvangst van nieuwe ambtenaren en andere personeelsleden en hun gezinnen en voor de huisvestingsinformatiedienst voor het personeel;

 

uitgaven in verband met schenkingen, leningen en voorschotten die kunnen worden toegekend aan ambtenaren, gewezen ambtenaren of aan de rechthebbenden van een overleden ambtenaar, die in zeer benarde omstandigheden verkeren;

 

bepaalde uitgaven voor de „Centres de la petite enfance” en andere crèches en opvangcentra; ontvangsten uit de ouderbijdragen kunnen opnieuw worden aangewend;

 

de uitgaven voor tekenen van erkentelijkheid jegens ambtenaren, met name de kosten van de medailles voor ambtenaren met 20 jaar dienst, alsook de cadeaus voor ambtenaren die met pensioen gaan;

 

de specifieke uitkeringen voor gepensioneerde ambtenaren van de Unie en hun rechthebbenden of andere overlevenden te hunnen laste, die zich in een bijzonder moeilijke situatie bevinden;

 

financiering van preventieprojecten die beantwoorden aan specifieke behoeften van voormalige ambtenaren in de verschillende lidstaten, en van de bijdrage voor de verenigingen van oud-ambtenaren.

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

In het kader van het gehandicaptenbeleid dient dit krediet ter dekking van uit de handicap voortvloeiende niet-medische kosten die als noodzakelijk zijn erkend en naar behoren zijn gemotiveerd, voor:

 

de ambtenaren en andere personeelsleden in actieve dienst, die door een handicap zijn gehinderd;

 

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst, die door een handicap zijn gehinderd;

 

op grond van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie ten laste komende kinderen met een handicap,

binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats zijn toegekend.

Voorts dient dit krediet gedeeltelijk ter dekking van de uitgaven voor het bezoeken van scholen door kinderen die om dwingende pedagogische redenen niet of niet meer tot de Europese scholen kunnen worden toegelaten of die wegens de plaats van tewerkstelling van hun vader of moeder die ambtenaar is (externe bureaus), geen onderwijs in een Europese school kunnen volgen.

Het krediet dient tevens ter dekking van de uitgaven op het grondgebied van de Unie, behalve van de vertegenwoordigingen van de Commissie in de Unie, waarvoor de uitgaven worden afgeboekt op post 16 01 03 03.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 4 714 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

26 01 50 06   Tijdelijk bij nationale overheidsdiensten, internationale organisaties of overheids- of particuliere instellingen of ondernemingen gedetacheerde ambtenaren van de instelling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

264 000

400 000

236 500,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de extra uitgaven die voortvloeien uit de terbeschikkingstelling van ambtenaren van de Unie en die overeenkomen met de vergoedingen en de terugbetaling van kosten waarop de ambtenaren recht hebben krachtens hun terbeschikkingstelling.

Het dient tevens ter dekking van de uitgaven in verband met opleidingsstages bij overheidsdiensten of organisaties van de lidstaten of derde landen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

26 01 50 07   Schadevergoedingen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

150 000

150 000

5 885 240,72

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

door de Commissie te betalen schadevergoedingen en kosten als gevolg van de beslechting van geschillen (wettelijke aansprakelijkheid), in verband met zaken die het personeel of de administratie van de instelling betreffen;

 

uitgaven voor bepaalde gevallen waarbij om redenen van billijkheid schadevergoeding dient te worden betaald, zonder dat daaraan juridische rechten kunnen worden ontleend.

26 01 50 08   Diverse verzekeringen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

58 000

58 000

57 483,36

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor met name de burgerlijke aansprakelijkheid exploitatie en andere contracten die door het Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten worden beheerd voor de Commissie, de organen, het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, de delegaties van de Unie en de vertegenwoordigingen van de Commissie, onderzoek onder contract.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

26 01 50 09   Taalcursussen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

3 744 000

4 062 554

4 802 131,85

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de kosten van het organiseren van taalcursussen voor ambtenaren en andere personeelsleden;

 

de kosten van het organiseren van taalcursussen voor echtgenoten van ambtenaren en andere personeelsleden in het kader van het integratiebeleid;

 

de aankoop van materiaal en documentatie;

 

de raadpleging van deskundigen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 700 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

26 01 51     Europese scholen

26 01 51 01   Bureau van de secretaris-generaal van de Europese scholen (Brussel)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

7 627 207

8 632 000

7 754 389,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld als bijdrage aan de financiering van het Bureau van de secretaris-generaal van de Europese scholen in Brussel.

De Europese scholen dienen de beginselen van niet-discriminatie en gelijke kansen te respecteren.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 51 02   Brussel I (Ukkel)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

24 446 700

25 332 000

24 068 389,93

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Brussel-Ukkel (Brussel I).

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 51 03   Brussel II (Woluwe)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

22 758 847

22 729 000

21 763 767,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Brussel-Woluwe (Brussel II).

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 51 04   Brussel III (Elsene)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

22 759 039

23 358 000

21 389 422,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Brussel-Elsene (Brussel III).

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 51 05   Brussel IV (overgangsfase)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

9 694 355

6 897 000

5 006 914,33

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School (Brussel IV) (overgangsmaatregel).

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 51 11   Luxemburg I

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

24 498 581

27 289 000

25 806 975,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School (Luxemburg I).

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 51 12   Luxemburg II

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

10 007 959

4 938 000

5 061 541,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School (Luxemburg II).

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 51 21   Mol (BE)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

5 937 428

6 963 000

7 123 677,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Mol.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 51 22   Frankfurt am Main (DE)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

7 346 564

6 554 000

5 707 134,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Frankfurt am Main.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 51 23   Karlsruhe (DE)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

3 054 845

2 530 991

2 770 903,50

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Karlsruhe.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 51 24   München (DE)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

344 180

371 000

494 527,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in München.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 51 25   Alicante (ES)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

8 097 123

7 762 000

6 171 604,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Alicante.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 51 26   Varese (IT)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

9 670 615

11 128 000

9 936 233,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Varese.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 51 27   Bergen (NL)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

4 304 020

4 981 000

4 349 750,—

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Bergen.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 51 28   Culham (UK)

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

4 828 547

4 498 000

4 950 435,67

Toelichting

Dit krediet is bedoeld om bij te dragen tot de begroting van de Europese School in Culham.

Referentiebesluiten

Verdrag houdende het Statuut van de Europese scholen (PB L 212 van 17.8.1994, blz. 3).

26 01 51 31   Bijdrage van de Unie voor Europese scholen van het type 2

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

3 850 000

2 500 000

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van de Commissie voor de Europese scholen van het type 2 die door de Raad van bestuur van de Europese scholen zijn geaccrediteerd en die de financiële overeenkomst met de Commissie hebben ondertekend.

Referentiebesluiten

Besluit C(2009) 7719 van de Commissie van 14 oktober 2009.

HOOFDSTUK 26 02 — MULTIMEDIAPRODUCTIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

26 02

MULTIMEDIAPRODUCTIE

26 02 01

Procedures voor de plaatsing en de bekendmaking van overheidsopdrachten voor leveringen, voor de uitvoering van werken en voor dienstverlening

1.1

14 800 000

12 157 164

14 400 000

13 711 378

15 030 295,10

13 352 297,24

 

Hoofdstuk 26 02 — Totaal

 

14 800 000

12 157 164

14 400 000

13 711 378

15 030 295,10

13 352 297,24

26 02 01     Procedures voor de plaatsing en de bekendmaking van overheidsopdrachten voor leveringen, voor de uitvoering van werken en voor dienstverlening

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

14 800 000

12 157 164

14 400 000

13 711 378

15 030 295,10

13 352 297,24

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met:

 

de verzameling, de verwerking, de publicatie en de verspreiding van kennisgevingen van overheidsopdrachten in de Unie en derde landen op verschillende dragers en de integratie daarvan in de diensten inzake eProcurement die door de instellingen aan de ondernemingen en de aanbestedende diensten worden aangeboden. Hieronder vallen ook de kosten van vertaling van de kennisgevingen van overheidsopdrachten die door de instellingen worden gepubliceerd;

 

de bevordering en het gebruik van nieuwe technieken inzake de verzameling en de verspreiding van kennisgevingen van overheidsopdrachten langs elektronische weg;

 

de ontwikkeling en de exploitatie van eProcurement-diensten in de diverse fasen van de plaatsing van overheidsopdrachten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 420 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening nr. 1 van de Raad van 15 april 1958 tot regeling van het taalgebruik in de Europese Economische Gemeenschap (PB 17 van 6.10.1958, blz. 385).

Besluit van de Raad van 15 september 1958 tot oprichting van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen (PB 17 van 6.10.1958, blz. 390/58).

Verordening (EEG) nr. 2137/85 van de Raad van 25 juli 1985 tot instelling van Europese economische samenwerkingsverbanden (EESV) (PB L 199 van 31.7.1985, blz. 1).

Richtlijn 89/665/EEG van de Raad van 21 december 1989 houdende de coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toepassing van de beroepsprocedures inzake het plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen en voor de uitvoering van werken (PB L 395 van 30.12.1989, blz. 33).

Richtlijn 92/13/EEG van de Raad van 25 februari 1992 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toepassing van de communautaire voorschriften inzake de procedures voor het plaatsen van opdrachten door diensten die werkzaam zijn in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en telecommunicatie (PB L 76 van 23.3.1992, blz. 14).

Besluit 94/1/EGKS, EG van de Raad en de Commissie van 13 december 1993 betreffende de sluiting van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte tussen de Europese Gemeenschappen, hun Lidstaten en de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland, de Republiek IJsland, het Vorstendom Liechtenstein, het Koninkrijk Noorwegen, het Koninkrijk Zweden en de Zwitserse Bondsstaat (PB L 1 van 3.1.1994, blz. 1).

Besluit 94/800/EG van de Raad van 22 december 1994 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, voor wat betreft de onder haar bevoegdheid vallende aangelegenheden, van de uit de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguayronde (1986-1994) voortvloeiende overeenkomsten (PB L 336 van 23.12.1994, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2157/2001 van de Raad van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE), (PB L 294 van 10.11.2001, blz. 1).

Besluit 2002/309/EG, Euratom van de Raad en, wat betreft de overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking, van de Commissie van 4 april 2002 betreffende de sluiting van zeven overeenkomsten met de Zwitserse Bondsstaat (PB L 114 van 30.4.2002, blz. 1), met name de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat betreffende sommige aspecten van overheidsopdrachten (PB L 114 van 30.4.2002, blz. 430).

Verordening (EG) nr. 2195/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 5 november 2002 betreffende de gemeenschappelijke woordenlijst overheidsopdrachten (CPV) (PB L 340 van 16.12.2002, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1435/2003 van de Raad van 22 juli 2003 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SCE), (PB L 207 van 18.8.2003, blz. 1).

Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten (PB L 134 van 30.4.2004, blz. 1).

Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (PB L 134 van 30.4.2004, blz. 114).

Beschikking 2005/15/EG van de Commissie van 7 januari 2005 betreffende de praktische regels voor de toepassing van de procedure van artikel 30 van Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten (PB L 7 van 11.1.2005, blz. 7).

Verordening (EG) nr. 1564/2005 van de Commissie van 7 september 2005 tot vaststelling van standaardformulieren voor de bekendmaking van aankondigingen op het gebied van overheidsopdrachten (PB L 257 van 1.10.2005, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2083/2005 van de Commissie van 19 december 2005 tot wijziging van de Richtlijnen 2004/17/EG en 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot hun toepassingsdrempels inzake procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten (PB L 333 van 20.12.2005, blz. 28).

Verordening (EG) nr. 1082/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende een Europese groepering voor territoriale samenwerking (EGTS) (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 19).

Besluit 2007/497/EG van de Europese Centrale Bank van 3 juli 2007 tot vaststelling van de regels inzake aanbesteding (ECB/2007/5) (PB L 184 van 14.7.2007, blz. 34).

Verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg (PB L 315 van 3.12.2007, blz. 1).

Richtlijn 2009/81/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen door aanbestedende diensten van bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied (PB L 216 van 20.8.2009, blz. 76).

Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) (PB L 335 van 17.12.2009, blz. 1).

HOOFDSTUK 26 03 — DIENSTEN AAN OVERHEDEN, ONDERNEMINGEN EN BURGERS

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

26 03

DIENSTEN AAN OVERHEDEN, ONDERNEMINGEN EN BURGERS

26 03 01

Netwerken voor uitwisseling van gegevens tussen overheidsdiensten

26 03 01 01

Interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten (Interoperability Solutions for European Public Administrations — ISA)

1.1

25 500 000

11 794 264

24 800 000

12 902 025

25 373 833,—

397 488,91

26 03 01 02

Voltooiing van vroegere IDA en IDABC-programma’s

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

9 521 790

0,—

24 511 231,12

 

Artikel 26 03 01 — Subtotaal

 

25 500 000

11 794 264

24 800 000

22 423 815

25 373 833,—

24 908 720,03

26 03 02

Proefproject — Programma Erasmus voor overheidsdiensten

5

p.m.

p.m.

510 000

0,—

535 125,79

26 03 03

Voorbereidende actie — Programma Erasmus voor overheidsdiensten

5

600 000

300 000

p.m.

1 000 000

908 000,—

0,—

 

Hoofdstuk 26 03 — Totaal

 

26 100 000

12 094 264

24 800 000

23 933 815

26 281 833,—

25 443 845,82

26 03 01     Netwerken voor uitwisseling van gegevens tussen overheidsdiensten

26 03 01 01   Interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten (Interoperability Solutions for European Public Administrations — ISA)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

25 500 000

11 794 264

24 800 000

12 902 025

25 373 833,—

397 488,91

Toelichting

Op 29 september 2008 heeft de Commissie een programma inzake interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten (ISA) voorgesteld, als opvolger van het IDABC-programma, dat eind december 2009 werd beëindigd.

De doelstelling van het ISA-programma is de bevordering van efficiënte en effectieve elektronische grens- en sectoroverschrijdende interactie tussen Europese overheidsdiensten om de levering van elektronische overheidsdiensten te ondersteunen.

Hiertoe moet het ISA-programma bijdragen aan de opbouw van een organisatorisch, financieel en operationeel kader door een gemeenschappelijk kader, gemeenschappelijke diensten en generieke instrumenten te bieden en de bewustmaking rond de ICT-aspecten van de uniale wetgeving te bevorderen.

Het ISA-programma zal dus bijdragen tot de versterking en de tenuitvoerlegging van beleidsmaatregelen en wetgeving van de Unie.

Het programma wordt ten uitvoer gelegd in nauwe samenwerking en overleg met de lidstaten en sectoren door middel van onderzoeken, projecten en begeleidende maatregelen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma's en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 922/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 inzake interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten (ISA) (PB L 260 van 3.10.2009, blz. 20).

26 03 01 02   Voltooiing van vroegere IDA en IDABC-programma’s

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

9 521 790

0,—

24 511 231,12

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de afwikkeling van de betalingsverplichtingen die in het kader van het vorige IDABC-programma zijn aangegaan.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit 2004/387/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende de interoperabele levering van pan-Europese e-overheidsdiensten aan overheidsdiensten, ondernemingen en burgers (IDABC) (PB L 181 van 18.5.2004, blz. 25).

26 03 02     Proefproject — Programma Erasmus voor overheidsdiensten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

510 000

0,—

535 125,79

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor de voltooiing van het proefproject „Programma Erasmus voor overheidsdiensten”.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

26 03 03     Voorbereidende actie — Programma Erasmus voor overheidsdiensten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

600 000

300 000

p.m.

1 000 000

908 000,—

0,—

Toelichting

Dit lredient heeft tot doel te zorgen voor continuïteit in de uitvoering van de in het kader van de voorbereidende actie „Programma Erasmus voor overheidsdiensten” gefinancierde maatregelen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

 

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET BUREAU VOOR PUBLICATIES

 

EU-BOOKSHOP

 

OPENBARE WEBSITES

 

ALGEMENE PUBLICATIES

 

VERSPREIDING

 

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET BUREAU VOOR INFRASTRUCTUUR EN LOGISTIEK IN LUXEMBURG

 

BEHEER VAN GEBOUWEN EN UITGAVEN (LUXEMBURG)

 

BEHEER VAN HET SOCIALE WELZIJN (INTERINSTITUTIONEEL, LUXEMBURG)

 

VERWERVING, HUUR EN ANDERE UITGAVEN IN VERBAND MET GEBOUWEN

 

MATERIEEL, MEUBILAIR, LEVERINGEN EN DIENSTEN

 

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING EN BEHEER VOOR HET BUREAU VOOR INFRASTRUCTUUR EN LOGISTIEK IN BRUSSEL

 

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING EN BEHEER VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL PERSONELE MIDDELEN EN VEILIGHEID

 

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL PERSONELE MIDDELEN EN VEILIGHEID

 

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL INFORMATICA

 

BEDRIJFSOPLOSSINGEN ICT-INFRASTRUCTUUR

 

INFORMATIESYSTEEMBEHEER — ICT-CONSULTING, ONTWIKKELING EN ONDERSTEUNING VAN INFORMATIESYSTEMEN

 

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL INFORMATICA

 

DIENSTPRESTATIES ICT-INFRASTRUCTUUR

 

EUROPESE BESTUURSSCHOOL

 

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET EUROPEES BUREAU VOOR PERSONEELSSELECTIE

 

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET BUREAU VOOR HET BEHEER EN DE AFWIKKELING VAN INDIVIDUELE RECHTEN

TITEL 27

BEGROTING

Algemene samenvatting van de kredieten (2012 en 2011) en van de uitvoering (2010)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

27 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BEGROTING”

68 585 186

68 585 186

69 440 094

69 440 094

63 459 972,57

63 459 972,57

Reserves (40 01 40)

100 293

100 293

30 939

30 939

   
 

68 685 479

68 685 479

69 471 033

69 471 033

63 459 972,57

63 459 972,57

27 02

UITVOERING, CONTROLE EN KWIJTING VAN DE BEGROTING

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

Titel 27 — Totaal

68 585 186

68 585 186

69 440 094

69 440 094

63 459 972,57

63 459 972,57

Reserves (40 01 40)

100 293

100 293

30 939

30 939

   
 

68 685 479

68 685 479

69 471 033

69 471 033

63 459 972,57

63 459 972,57

HOOFDSTUK 27 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BEGROTING”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

27 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „BEGROTING”

27 01 01

Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Begroting”

5

41 769 511

40 705 353

40 767 261,33

Reserves (40 01 40)

   

30 939

 
   

41 769 511

40 736 292

40 767 261,33

27 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Begroting”

27 01 02 01

Extern personeel van het directoraat-generaal Begroting

5

4 461 606

4 421 370

5 500 739,45

27 01 02 09

Extern personeel — Niet-gedecentraliseerd beheer

5

1 652 723

2 594 709

 

27 01 02 11

Overige beheersuitgaven van het directoraat-generaal Begroting

5

7 758 058

8 237 642

8 378 145,57

Reserves (40 01 40)

 

10 028

   
   

7 768 086

8 237 642

8 378 145,57

27 01 02 19

Overige beheersuitgaven — Niet-gedecentraliseerd beheer

5

9 309 894

9 519 506

 

Reserves (40 01 40)

 

90 265

   
   

9 400 159

9 519 506

 
 

Artikel 27 01 02 — Subtotaal

 

23 182 281

24 773 227

13 878 885,02

Reserves (40 01 40)

 

100 293

   
   

23 282 574

24 773 227

13 878 885,02

27 01 03

Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten voor het beleidsterrein „Begroting”

5

2 809 394

2 949 514

3 165 031,11

27 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Begroting”

5

204 000

227 000

214 744,—

27 01 11

Uitzonderlijke uitgaven bij crisissituaties

5

p.m.

p.m.

0,—

27 01 12

Accountancy

27 01 12 01

Financiële lasten

5

420 000

580 000

1 098 146,08

27 01 12 02

Tenlasteneming van uitgaven in verband met het beheer van kasmiddelen

5

p.m.

p.m.

4 173 171,87

27 01 12 03

Aankoop van financiële informatie over de solvabiliteit van de begunstigden van middelen uit de algemene begroting van de Europese Unie en van schuldenaren van de Commissie

5

200 000

205 000

162 733,16

 

Artikel 27 01 12 — Subtotaal

 

620 000

785 000

5 434 051,11

 

Hoofdstuk 27 01 — Totaal

 

68 585 186

69 440 094

63 459 972,57

Reserves (40 01 40)

 

100 293

30 939

 
   

68 685 479

69 471 033

63 459 972,57

27 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Begroting”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

27 01 01

41 769 511

40 705 353

40 767 261,33

Reserves (40 01 40)

 

30 939

 

Totaal

41 769 511

40 736 292

40 767 261,33

27 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Begroting”

27 01 02 01   Extern personeel van het directoraat-generaal Begroting

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

4 461 606

4 421 370

5 500 739,45

27 01 02 09   Extern personeel — Niet-gedecentraliseerd beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

1 652 723

2 594 709

 

Toelichting

Dit krediet is niet vanaf het begin van het begrotingsjaar aan een specifiek beleidsterrein toegewezen en kan gebruikt worden voor de behoeften van alle diensten van de Commissie. Het zal in de loop van het begrotingsjaar overeenkomstig de voorschriften van het Financieel Reglement worden overgeschreven naar de begrotingsposten van de beleidsterreinen die voor de uitvoering van dit onderdeel bedoeld zijn.

27 01 02 11   Overige beheersuitgaven van het directoraat-generaal Begroting

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

27 01 02 11

7 758 058

8 237 642

8 378 145,57

Reserves (40 01 40)

10 028

   

Totaal

7 768 086

8 237 642

8 378 145,57

27 01 02 19   Overige beheersuitgaven — Niet-gedecentraliseerd beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

27 01 02 19

9 309 894

9 519 506

 

Reserves (40 01 40)

90 265

   

Totaal

9 400 159

9 519 506

 

Toelichting

Dit krediet is niet vanaf het begin van het begrotingsjaar aan een specifiek beleidsterrein toegewezen en kan gebruikt worden voor de behoeften van alle diensten van de Commissie. Het krediet wordt niet vanuit deze post besteed, maar zal in de loop van het begrotingsjaar worden overgeschreven, overeenkomstig het Financieel Reglement, naar de begrotingsposten van de beleidsterreinen die voor de uitvoering van dit onderdeel bedoeld zijn.

27 01 03     Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten voor het beleidsterrein „Begroting”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

2 809 394

2 949 514

3 165 031,11

27 01 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Begroting”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

204 000

227 000

214 744,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten betreffende de uit te besteden reproductie van documenten in verband met de algemene begroting van de Europese Unie, met name de jaarlijkse brochure over de begroting, het financieel verslag over de uitvoering van de begroting van het vorige jaar, de synopsis van de jaarrekeningen en de eenmalige publicaties over verschillende aspecten van de tenuitvoerlegging van de begroting.

Het dient tevens ter dekking van de portokosten voor gewone briefwisseling, verslagen en publicaties, de verzendingskosten van postpakjes en andere pakjes via lucht, zee of spoorweg, alsmede de interne post van de Commissie.

De vergelijkbare kosten voor onderzoek worden gedekt door kredieten in artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

27 01 11     Uitzonderlijke uitgaven bij crisissituaties

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van uitgaven die werden verricht tijdens een afgekondigde crisissituatie die heeft geleid tot de inwerkingtreding van een of meerdere plannen voor de continuïteit van de werkzaamheden, waarbij het op grond van de aard en/of het bedrag van de uitgaven niet mogelijk was om deze ten laste te brengen van de andere administratieve begrotingsonderdelen van de Commissie.

Uiterlijk drie weken na het einde van de crisissituatie wordt de begrotingsautoriteit in kennis gesteld van de verrichte uitgaven.

Activiteiten zonder begrotingsonderdeel:

 

bevordering van goed financieel beheer;

 

administratieve ondersteuning en beheer van het directoraat-generaal Begroting;

 

financieel kader en begrotingsprocedure;

 

beleidsstrategie en -coördinatie voor het directoraat-generaal Begroting.

27 01 12     Accountancy

27 01 12 01   Financiële lasten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

420 000

580 000

1 098 146,08

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bankkosten (commissies, disconto en diverse kosten) en de kosten voor de verbinding met het netwerk van de Society for Worldwide Interbank Financial Telecommunication (SWIFT).

Daarnaast kan onder deze post eventueel een krediet worden opgenomen ter dekking van de verliezen als gevolg van de opheffing of de beëindiging van de activiteiten van banken waarbij de Commissie een rekening aanhoudt voor het beheer van gelden ter goede rekening.

27 01 12 02   Tenlasteneming van uitgaven in verband met het beheer van kasmiddelen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

4 173 171,87

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van begrotingsregularisaties:

 

van gelden ter goede rekening in gevallen waarin de ordonnateur alle naar omstandigheden dienstige maatregelen heeft getroffen en de regularisatie-uitgaven onmogelijk ten laste van een ander specifiek begrotingsonderdeel kunnen worden gebracht;

 

van situaties waarin een vordering geheel of gedeeltelijk oninbaar moet worden verklaard, terwijl zij reeds als ontvangst was geboekt (met name in geval van verrekening met een schuld);

 

van gevallen waarin btw niet kan worden teruggevorderd, voor zover de uitgave niet meer ten laste kan worden gebracht van het begrotingsonderdeel waaruit de oorspronkelijke uitgave is gedaan;

 

van eventueel daarmee verband houdende rente, voor zover deze niet ten laste van een ander specifiek begrotingsonderdeel kan worden gebracht.

Daarnaast kan onder deze post eventueel een krediet worden opgenomen ter dekking van de verliezen als gevolg van de opheffing of de beëindiging van de activiteiten van banken waarbij de Commissie een rekening aanhoudt voor het beheer van gelden ter goede rekening.

27 01 12 03   Aankoop van financiële informatie over de solvabiliteit van de begunstigden van middelen uit de algemene begroting van de Europese Unie en van schuldenaren van de Commissie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

200 000

205 000

162 733,16

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de uitgaven voor abonnementen op en het gebruik van elektronische informatiediensten en externe gegevensbanken over de solvabiliteit van de begunstigden van middelen uit de algemene begroting van de Europese Unie en van schuldenaren van de Commissie, om de financiële belangen van de Commissie in verscheidene fasen van de financiële en boekhoudingsprocedures te beschermen.

Het is ook bestemd voor de verificatie van gegevens met betrekking tot de groepsstructuur, zeggenschap en beheer van de begunstigden van middelen uit de algemene begroting van de Europese Unie en van schuldenaren van de Commissie.

HOOFDSTUK 27 02 — UITVOERING, CONTROLE EN KWIJTING VAN DE BEGROTING

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

27 02

UITVOERING, CONTROLE EN KWIJTING VAN DE BEGROTING

27 02 01

Van het vorige begrotingsjaar overgedragen tekort

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

27 02 02

Tijdelijke en forfaitaire compensatie voor de nieuwe lidstaten

6

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

 

Hoofdstuk 27 02 — Totaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

27 02 01     Van het vorige begrotingsjaar overgedragen tekort

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Overeenkomstig artikel 15 van het Financieel Reglement wordt het saldo van elk begrotingsjaar, naargelang het een overschot of een tekort betreft, in de begroting van het volgende begrotingsjaar als ontvangst of als betalingskrediet opgenomen.

De ramingen van deze ontvangsten of betalingskredieten worden in de begroting opgenomen tijdens de begrotingsprocedure en door middel van de procedure van een nota van wijzigingen, die wordt ingediend overeenkomstig artikel 34 van het Financieel Reglement. Zij worden vastgesteld overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000.

Na de sluiting van de rekeningen van elk begrotingsjaar wordt het verschil ten opzichte van de ramingen in de begroting van het volgende begrotingsjaar opgenomen door middel van een gewijzigde begroting.

Een overschot wordt in artikel 3 0 0 van de staat van ontvangsten opgenomen.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1).

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

27 02 02     Tijdelijke en forfaitaire compensatie voor de nieuwe lidstaten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de compensatie voor de nieuwe lidstaten met ingang van de datum van inwerkingtreding van enige Akte van toetreding waarin in een dergelijke compensatie wordt voorzien.

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

 

BEVORDERING VAN GOED FINANCIEEL BEHEER

 

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING EN BEHEER VAN HET DIRECTORAAT-GENERAAL BEGROTING

 

FINANCIEEL KADER EN BEGROTINGSPROCEDURE

 

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL BEGROTING

TITEL 28

AUDIT

Algemene samenvatting van de kredieten (2012 en 2011) en van de uitvoering (2010)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

28 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „AUDIT”

11 809 925

11 399 202

11 173 886,62

Reserves (40 01 40)

 

7 105

 
 

11 809 925

11 406 307

11 173 886,62

 

Titel 28 — Totaal

11 809 925

11 399 202

11 173 886,62

Reserves (40 01 40)

 

7 105

 
 

11 809 925

11 406 307

11 173 886,62

HOOFDSTUK 28 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „AUDIT”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

28 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „AUDIT”

28 01 01

Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Audit”

5

9 992 705

9 348 598

8 482 729,92

Reserves (40 01 40)

   

7 105

 
   

9 992 705

9 355 703

8 482 729,92

28 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Audit”

28 01 02 01

Extern personeel

5

638 226

886 134

1 352 080,55

28 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5

506 890

487 069

680 614,32

 

Artikel 28 01 02 — Subtotaal

 

1 145 116

1 373 203

2 032 694,87

28 01 03

Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten voor het beleidsterrein „Audit”

5

672 104

677 401

658 461,83

 

Hoofdstuk 28 01 — Totaal

 

11 809 925

11 399 202

11 173 886,62

Reserves (40 01 40)

   

7 105

 
   

11 809 925

11 406 307

11 173 886,62

28 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Audit”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

28 01 01

9 992 705

9 348 598

8 482 729,92

Reserves (40 01 40)

 

7 105

 

Totaal

9 992 705

9 355 703

8 482 729,92

28 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Audit”

28 01 02 01   Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

638 226

886 134

1 352 080,55

28 01 02 11   Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

506 890

487 069

680 614,32

28 01 03     Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten voor het beleidsterrein „Audit”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

672 104

677 401

658 461,83

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

 

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR DE DIENST INTERNE AUDIT

 

INTERNE AUDIT VAN DE COMMISSIE

 

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR DE DIENST INTERNE AUDIT

 

INTERNE AUDIT VAN DE REGELGEVENDE AGENTSCHAPPEN VAN DE UNIE EN ANDERE ORGANEN

TITEL 29

STATISTIEK

Algemene samenvatting van de kredieten (2012 en 2011) en van de uitvoering (2010)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

29 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „STATISTIEK”

80 886 280

80 886 280

80 573 085

80 573 085

80 483 458,39

80 483 458,39

Reserves (40 01 40)

29 933

29 933

47 443

47 443

   
 

80 916 213

80 916 213

80 620 528

80 620 528

80 483 458,39

80 483 458,39

29 02

PRODUCTIE VAN STATISTISCHE INFORMATIE

53 410 000

41 041 707

64 570 000

43 800 234

58 213 582,16

46 097 015,62

 

Titel 29 — Totaal

134 296 280

121 927 987

145 143 085

124 373 319

138 697 040,55

126 580 474,01

Reserves (40 01 40)

29 933

29 933

47 443

47 443

   
 

134 326 213

121 957 920

145 190 528

124 420 762

138 697 040,55

126 580 474,01

HOOFDSTUK 29 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „STATISTIEK”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

29 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „STATISTIEK”

29 01 01

Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Statistiek”

5

63 953 318

62 421 367

62 292 705,67

Reserves (40 01 40)

   

47 443

 
   

63 953 318

62 468 810

62 292 705,67

29 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Statistiek”

29 01 02 01

Extern personeel

5

5 552 910

5 525 464

5 573 682,90

29 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5

3 928 587

4 723 195

4 253 417,97

Reserves (40 01 40)

 

29 933

   
   

3 958 520

4 723 195

4 253 417,97

 

Artikel 29 01 02 — Subtotaal

 

9 481 497

10 248 659

9 827 100,87

Reserves (40 01 40)

 

29 933

   
   

9 511 430

10 248 659

9 827 100,87

29 01 03

Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten voor het beleidsterrein „Statistiek”

5

4 301 465

4 523 059

4 834 865,14

29 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Statistiek”

29 01 04 01

Statistisch programma van de Unie voor 2008-2012 — Uitgaven voor administratief beheer

1.1

2 900 000

2 900 000

3 294 786,71

29 01 04 04

Modernisering van de Europese ondernemings- en handelsstatistieken (MEETS) — Uitgaven voor administratief beheer

1.1

250 000

480 000

234 000,—

 

Artikel 29 01 04 — Subtotaal

 

3 150 000

3 380 000

3 528 786,71

 

Hoofdstuk 29 01 — Totaal

 

80 886 280

80 573 085

80 483 458,39

Reserves (40 01 40)

 

29 933

47 443

 
   

80 916 213

80 620 528

80 483 458,39

29 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Statistiek”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

29 01 01

63 953 318

62 421 367

62 292 705,67

Reserves (40 01 40)

 

47 443

 

Totaal

63 953 318

62 468 810

62 292 705,67

29 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein „Statistiek”

29 01 02 01   Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

5 552 910

5 525 464

5 573 682,90

29 01 02 11   Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

29 01 02 11

3 928 587

4 723 195

4 253 417,97

Reserves (40 01 40)

29 933

   

Totaal

3 958 520

4 723 195

4 253 417,97

29 01 03     Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten voor het beleidsterrein „Statistiek”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

4 301 465

4 523 059

4 834 865,14

29 01 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Statistiek”

29 01 04 01   Statistisch programma van de Unie voor 2008-2012 — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

2 900 000

2 900 000

3 294 786,71

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de uitgaven voor technische en/of administratieve bijstand in verband met de vaststelling, de voorbereiding, het beheer, de follow-up, de audit en de controle van het programma of de projecten;

 

de uitgaven voor extern personeel in de hoofdzetel (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen of personeel van de agentschappen), tot 2 300 000 EUR. Dit bedrag werd berekend op basis van de jaarlijkse kosten per eenheid per persoon/jaar, waarbij de bezoldiging van het desbetreffende personeel 97 % uitmaakt en de kosten van opleiding, vergaderingen, dienstreizen, informatietechnologie en telecommunicatie voor dit personeel 3 %;

 

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan uniale programma's en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van aanvullende kredieten, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie artikel 29 02 03.

29 01 04 04   Modernisering van de Europese ondernemings- en handelsstatistieken (MEETS) — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

250 000

480 000

234 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de uitgaven voor technische en/of administratieve bijstand in verband met de vaststelling, de voorbereiding, het beheer, de follow-up, de audit en de controle van het programma of de projecten;

 

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, dienstreizen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand waarbij geen sprake is van overheidstaken die door de Commissie zijn uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan uniale programma's en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het opvoeren van aanvullende kredieten, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie artikel 29 02 04.

HOOFDSTUK 29 02 — PRODUCTIE VAN STATISTISCHE INFORMATIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

29 02

PRODUCTIE VAN STATISTISCHE INFORMATIE

29 02 01

Voltooiing van het beleid inzake statistische informatie

1.1

p.m.

1 360 877

p.m.

2 856 537

0,—

5 880 756,11

29 02 02

Voltooiing van netwerken voor intracommunautaire statistieken (Edicom)

1.1

p.m.

p.m.

0,—

60 207,53

29 02 03

Statistisch programma van de Unie voor 2008-2012

1.1

45 000 000

34 176 556

54 000 000

38 087 160

51 293 578,43

38 392 648,20

29 02 04

Modernisering van de Europese ondernemings- en handelsstatistieken (MEETS)

1.1

8 410 000

5 504 274

10 570 000

2 856 537

6 920 003,73

1 763 403,78

 

Hoofdstuk 29 02 — Totaal

 

53 410 000

41 041 707

64 570 000

43 800 234

58 213 582,16

46 097 015,62

29 02 01     Voltooiing van het beleid inzake statistische informatie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 360 877

p.m.

2 856 537

0,—

5 880 756,11

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de voltooiing van lopende werkzaamheden onder de begrotingsonderdelen „Beleid inzake statistische informatie”.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van de Zwitserse Bondsstaat voor deelname aan uniale programma's en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad van 17 februari 1997 betreffende de communautaire statistiek (PB L 52 van 22.2.1997, blz. 1).

Beschikking nr. 2367/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende het communautair statistisch programma voor de periode 2003-2007 (PB L 358 van 31.12.2002, blz. 1).

29 02 02     Voltooiing van netwerken voor intracommunautaire statistieken (Edicom)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

0,—

60 207,53

Toelichting

Dit artikel dient ter dekking van de uitgaven voor de voltooiing van de maatregelen die in het kader van de begrotingsonderdelen voor „actie Edicom (Electronic data interchange on commerce)” worden gesteund.

Rechtsgronden

Beschikking nr. 507/2001/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 maart 2001 betreffende een aantal maatregelen met betrekking tot een trans-Europees netwerk voor het verzamelen, produceren en verspreiden van statistieken over het intra- en extracommunautaire goederenverkeer (Edicom) (PB L 76 van 16.3.2001, blz. 1).

29 02 03     Statistisch programma van de Unie voor 2008-2012

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

45 000 000

34 176 556

54 000 000

38 087 160

51 293 578,43

38 392 648,20

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de volgende uitgaven:

 

statistische enquêtes en studies en ontwikkeling van indicatoren/benchmarks;

 

kwaliteitsstudies en maatregelen ter verbetering van de kwaliteit van de statistieken;

 

subsidies voor nationale overheidsdiensten op het gebied van de statistiek;

 

verwerking, verspreiding, bevordering van de afname en verhandeling van statistische gegevens;

 

apparatuur, verwerkingsinfrastructuur en onderhoud dat noodzakelijk is voor statistische informatiesystemen;

 

statistische analyse en documentatie op magnetische dragers;

 

dienstverlening door externe deskundigen;

 

medefinanciering van de openbare en de privésector;

 

financiering van enquêtes door ondernemingen;

 

organisatie van opleidingscursussen inzake geavanceerde statistische technologieën voor statistici;

 

kosten van de aanschaf van documentatie;

 

subsidies voor het Internationaal Statistisch Instituut en aansluiting bij andere internationale organisaties op het gebied van de statistiek.

Het dient eveneens om ervoor te zorgen dat de nodige informatie beschikbaar is om jaarlijks een samenvattend verslag te kunnen opstellen over de economische en sociale toestand van de Unie, aan de hand van economische gegevens en structurele indicatoren en/of benchmarks.

Tevens dient het krediet ter dekking van de uitgaven in het kader van de opleiding van nationale statistici en van het beleid inzake de samenwerking met de ontwikkelingslanden, de landen van Midden- en Oost-Europa en de landen van het zuidelijke Middellandse Zeegebied, de uitgaven in verband met de uitwisseling van ambtenaren, de kosten van vergaderingen voor de uitwisseling van gegevens, subsidies en uitgaven ter vergoeding van in het kader van de aanpassing van de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden verleende diensten.

Op dit artikel worden eveneens de uitgaven afgeboekt in verband met de aankoop van gegevens en de toegang van de diensten van de Commissie tot externe gegevensbanken. Tevens moeten kredieten worden aangewend voor de ontwikkeling van nieuwe, modulematige methoden.

Bovendien dient dit krediet ter dekking van de uitgaven voor het verstrekken, op verzoek van de Commissie of van een van de andere instellingen van de Unie, van statistische gegevens die noodzakelijk zijn voor de raming, de controle en de evaluatie van de uitgaven van de Unie. Aldus wordt het mogelijk het financiële en begrotingsbeleid in betere omstandigheden te voeren (vaststelling van de begroting, periodieke herziening van de financiële vooruitzichten) en op middellange en lange termijn gegevens te verzamelen met het oog op de financiering van de Unie.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van de Zwitserse Bondsstaat aan uniale programma's en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1578/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2007 betreffende het communautair statistisch programma voor de periode 2008-2012 (PB L 344 van 28.12.2007, blz. 15).

Verordening (EG) nr. 223/2009 van de Raad en het Europees Parlement van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).

29 02 04     Modernisering van de Europese ondernemings- en handelsstatistieken (MEETS)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

8 410 000

5 504 274

10 570 000

2 856 537

6 920 003,73

1 763 403,78

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven met betrekking tot de uitvoering van het programma voor de modernisering van de Europese bedrijfs- en handelsstatistiek (MEETS), dat beoogt doelreeksen indicatoren te ontwikkelen, de prioriteiten te herzien, het kader van ondernemingsstatistieken te stroomlijnen, op een doeltreffender wijze gegevens te verzamelen en Intrastat te moderniseren en te vereenvoudigen.

Het programma bestrijkt de volgende acties:

 

prioritaire gebieden en doelreeksen indicatoren vaststellen;

 

minder belangrijke gebieden vaststellen;

 

concepten en methoden in het wettelijke kader integreren;

 

statistieken over ondernemingsgroepen ontwikkelen;

 

Europese enquêtes uitvoeren om de lasten voor de ondernemingen tot een minimum te beperken;

 

beter gebruikmaken van gegevens die in het statistische systeem reeds beschikbaar zijn, waaronder de mogelijkheid van ramingen;

 

beter gebruikmaken van gegevens die in de economie reeds beschikbaar zijn;

 

instrumenten ontwikkelen om gegevens doeltreffender te extraheren, door te sturen en te verwerken;

 

methoden harmoniseren om de kwaliteit te verbeteren in het kader van een vereenvoudigd Intrastat-systeem;

 

beter gebruikmaken van administratieve gegevens, en

 

de gegevensuitwisseling voor Intrastat verbeteren en bevorderen.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1297/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende een programma tot modernisering van de Europese bedrijfs- en handelsstatistiek (MEETS) (PB L 340 van 19.12.2008, blz. 76).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

 

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR EUROSTAT

 

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR EUROSTAT

TITEL 30

PENSIOENEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2012 en 2011) en van de uitvoering (2010)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

30 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „PENSIOENEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE UITGAVEN”

1 334 531 857

1 278 009 000

1 205 173 904,58

 

Titel 30 — Totaal

1 334 531 857

1 278 009 000

1 205 173 904,58

HOOFDSTUK 30 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „PENSIOENEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE UITGAVEN”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

30 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „PENSIOENEN EN DAARMEE SAMENHANGENDE UITGAVEN”

30 01 13

Vergoedingen en pensioenen van gewezen leden en overlevende personen ten laste

30 01 13 01

Tijdelijke vergoedingen

5

2 251 000

2 622 000

2 089 900,84

30 01 13 02

Pensioenen van gewezen leden en overlevende personen ten laste

5

4 703 000

4 760 000

4 498 112,29

30 01 13 03

Wegingen en aanpassingen van de pensioenen en de verschillende vergoedingen

5

350 000

455 000

211 232,72

 

Artikel 30 01 13 — Subtotaal

 

7 304 000

7 837 000

6 799 245,85

30 01 14

Vergoedingen bij terbeschikkingstelling, ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang en ontslag

30 01 14 01

Vergoedingen bij terbeschikkingstelling, ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang en ontslag

5

4 393 000

8 034 000

6 785 084,68

30 01 14 02

Ziektekostenverzekering

5

149 000

273 000

159 779,74

30 01 14 03

Wegingen en aanpassingen van de vergoedingen

5

172 000

251 000

172 871,64

 

Artikel 30 01 14 — Subtotaal

 

4 714 000

8 558 000

7 117 736,06

30 01 15

Pensioenen en vergoedingen

30 01 15 01

Pensioenen, invaliditeitsuitkeringen en uitkeringen bij vertrek

5

1 242 559 143

1 182 667 000

1 124 246 247,64

30 01 15 02

Ziektekostenverzekering

5

41 178 571

39 009 000

36 410 778,90

30 01 15 03

Wegingen en aanpassingen van de pensioenen en de verschillende vergoedingen

5

38 776 143

39 938 000

30 599 896,13

 

Artikel 30 01 15 — Subtotaal

 

1 322 513 857

1 261 614 000

1 191 256 922,67

 

Hoofdstuk 30 01 — Totaal

 

1 334 531 857

1 278 009 000

1 205 173 904,58

30 01 13     Vergoedingen en pensioenen van gewezen leden en overlevende personen ten laste

30 01 13 01   Tijdelijke vergoedingen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

2 251 000

2 622 000

2 089 900,84

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de tijdelijke vergoeding;

 

de gezinstoelage

voor de leden van de Commissie na beëindiging van hun functie.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht van eerste aanleg alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

30 01 13 02   Pensioenen van gewezen leden en overlevende personen ten laste

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

4 703 000

4 760 000

4 498 112,29

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de ouderdomspensioenen van de voormalige leden van de Commissie;

 

de invaliditeitspensioenen van de voormalige leden van de Commissie;

 

de overlevingspensioenen van de overlevende echtgenoten en/of wezen van de voormalige leden van de Commissie.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht van eerste aanleg alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

30 01 13 03   Wegingen en aanpassingen van de pensioenen en de verschillende vergoedingen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

350 000

455 000

211 232,72

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van aanpassingscoëfficiënten die worden toegepast op tijdelijke vergoedingen, ouder-doms-, invaliditeits- en overlevingspensioenen van voormalige leden van de Commissie en andere rechthebbenden.

Een deel van dit krediet is bestemd voor de gevolgen van eventuele aanpassingen van de pensioenen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar kan besluiten. Dit gedeelte van het krediet heeft het karakter van een voorziening en mag slechts na overschrijving ervan naar andere posten van dit hoofdstuk overeenkomstig het Financieel Reglement worden gebruikt.

Rechtsgronden

Verordening nr. 422/67/EEG, nr. 5/67/Euratom van de Raad van 25 juli 1967 tot vaststelling van de geldelijke regeling voor de voorzitter en de leden van de Commissie, de president, de rechters en de griffier van, alsmede de advocaten-generaal bij het Hof van Justitie, de president, de leden en de griffier van het Gerecht van eerste aanleg alsmede de president, de leden en de griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (PB 187 van 8.8.1967, blz. 1).

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

30 01 14     Vergoedingen bij terbeschikkingstelling, ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang en ontslag

30 01 14 01   Vergoedingen bij terbeschikkingstelling, ontheffing van het ambt om redenen van dienstbelang en ontslag

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

4 393 000

8 034 000

6 785 084,68

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de vergoedingen aan ambtenaren:

 

die ter beschikking zijn gesteld ingevolge een maatregel tot vermindering van het aantal ambten bij de instelling;

 

die een ambt bekleden in rang AD 16, AD 15 of AD 14 en van dit ambt worden ontheven om redenen van dienstbelang.

Tevens dient het ter dekking van de uitgaven in verband met de toepassing van de verordeningen van de Raad betreffende bijzondere en/of tijdelijke maatregelen inzake beëindiging van de dienst door ambtenaren en/of tijdelijke functionarissen.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Verordening (EG, Euratom) nr. 1746/2002 van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling, in het kader van de hervorming van de Commissie, van bijzondere maatregelen inzake beëindiging van de dienst door ambtenaren van de Europese Gemeenschappen die in vaste dienst zijn aangesteld bij de Commissie van de Europese Gemeenschappen (PB L 264 van 2.10.2002, blz. 1).

30 01 14 02   Ziektekostenverzekering

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

149 000

273 000

159 779,74

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van het werkgeversaandeel van de ziektekostenverzekering van gepensioneerden en ontvangers van vergoedingen bij terbeschikkingstelling, opheffing van het ambt en ontslag.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

30 01 14 03   Wegingen en aanpassingen van de vergoedingen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

172 000

251 000

172 871,64

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten welke gelden voor de vergoedingen bij terbeschikkingstelling, ontheffing van het ambt en ontslag.

Een deel van dit krediet is bestemd voor de gevolgen van eventuele aanpassingen van de diverse vergoedingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar kan besluiten. Dit gedeelte van het krediet heeft het karakter van een voorziening en mag slechts na overschrijving ervan naar andere posten van dit hoofdstuk overeenkomstig het Financieel Reglement worden gebruikt.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

30 01 15     Pensioenen en vergoedingen

30 01 15 01   Pensioenen, invaliditeitsuitkeringen en uitkeringen bij vertrek

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

1 242 559 143

1 182 667 000

1 124 246 247,64

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

ouderdomspensioenen van ambtenaren, tijdelijk personeel en contractanten van alle instellingen en agentschappen van de Unie, met inbegrip van die welke uit kredieten voor onderzoek en technologische ontwikkeling worden betaald;

 

invaliditeitspensioenen van ambtenaren, tijdelijk personeel en contractanten van alle instellingen en agentschappen van de Unie, met inbegrip van die welke uit kredieten voor onderzoek en technologische ontwikkeling worden betaald;

 

invaliditeitsuitkeringen van ambtenaren, tijdelijk personeel en contractanten van alle instellingen en agentschappen van de Unie, met inbegrip van die welke uit kredieten voor onderzoek en technologische ontwikkeling worden betaald;

 

overlevingspensioenen voor de rechthebbenden van gewezen ambtenaren, tijdelijk personeel en contractanten van alle instellingen en agentschappen van de Unie, met inbegrip van die welke uit kredieten voor onderzoek en technologische ontwikkeling worden betaald;

 

uitkeringen bij vertrek van ambtenaren, tijdelijk personeel en contractanten van alle instellingen en agentschappen van de Unie, met inbegrip van die welke uit kredieten voor onderzoek en technologische ontwikkeling worden betaald;

 

de betaling van de actuariële tegenwaarde van de pensioenrechten;

 

de uitkeringen (pensioenbonus) ten behoeve van ambtenaren die destijds als verzetsstrijder zijn gedeporteerd of geïnterneerd (of hun rechthebbenden);

 

de betaling van financiële steun aan een overlevende echtgenoot die ernstig of langdurig ziek of gehandicapt is, voor de duur van de ziekte of handicap op grond van een onderzoek van de sociale en medische omstandigheden van de betrokkene.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling die van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

30 01 15 02   Ziektekostenverzekering

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

41 178 571

39 009 000

36 410 778,90

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de werkgeversbijdrage aan de ziektekostenverzekering voor gepensioneerden.

Tevens dient het ter dekking van de uitkeringen (aanvullende terugbetaling van ziektekosten) ten behoeve van ambtenaren die destijds als verzetsstrijder zijn gedeporteerd of geïnterneerd.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

30 01 15 03   Wegingen en aanpassingen van de pensioenen en de verschillende vergoedingen

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

38 776 143

39 938 000

30 599 896,13

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten welke gelden voor de pensioenen.

Een deel van dit krediet is bestemd voor de gevolgen van eventuele aanpassingen van de pensioenen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar kan besluiten. Dit gedeelte van het krediet heeft het karakter van een voorziening en mag slechts na overschrijving ervan naar andere posten van dit hoofdstuk overeenkomstig het Financieel Reglement worden gebruikt.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

TITEL 31

TALENDIENSTEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2012 en 2011) en van de uitvoering (2010)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

31 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „TALENDIENSTEN”

399 036 112

392 908 762

431 219 547,52

Reserves (40 01 40)

 

236 399

 
 

399 036 112

393 145 161

431 219 547,52

 

Titel 31 — Totaal

399 036 112

392 908 762

431 219 547,52

Reserves (40 01 40)

 

236 399

 
 

399 036 112

393 145 161

431 219 547,52

HOOFDSTUK 31 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „TALENDIENSTEN”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

31 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „TALENDIENSTEN”

31 01 01

Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Talendiensten”

5

319 167 022

311 035 645

311 957 362,68

Reserves (40 01 40)

   

236 399

 
   

319 167 022

311 272 044

311 957 362,68

31 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Talendiensten”

31 01 02 01

Extern personeel

5

11 324 662

9 902 815

8 845 268,81

31 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5

5 240 431

5 545 630

7 623 781,36

 

Artikel 31 01 02 — Subtotaal

 

16 565 093

15 448 445

16 469 050,17

31 01 03

Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten en andere exploitatie-uitgaven voor het beleidsterrein „Talendiensten”

31 01 03 01

Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten voor het beleidsterrein „Talendiensten”

5

21 466 997

22 537 672

24 212 954,39

31 01 03 04

Technische uitrusting en diensten voor de conferentiezalen van de Commissie

5

1 283 000

1 350 000

2 157 495,82

 

Artikel 31 01 03 — Subtotaal

 

22 749 997

23 887 672

26 370 450,21

31 01 06

Uitgaven voor tolkendiensten

31 01 06 01

Uitgaven voor tolkendiensten

5

22 923 000

24 000 000

52 108 606,14

31 01 06 02

Opleiding en bijscholing van conferentietolken

5

457 000

508 000

1 261 468,73

31 01 06 03

Uitgaven voor informatietechnologie van het directoraat-generaal Tolken

5

1 242 000

1 308 000

3 164 976,63

 

Artikel 31 01 06 — Subtotaal

 

24 622 000

25 816 000

56 535 051,50

31 01 07

Uitgaven voor vertalingen

31 01 07 01

Kosten voor vertaling

5

13 538 000

14 250 000

17 464 760,31

31 01 07 02

Ondersteunende uitgaven voor de werking van het directoraat-generaal Vertaling

5

1 721 000

1 778 000

1 621 704,17

 

Artikel 31 01 07 — Subtotaal

 

15 259 000

16 028 000

19 086 464,48

31 01 08

Interinstitutionele samenwerkingsactiviteiten

31 01 08 01

Interinstitutionele samenwerking op taalgebied

5

673 000

693 000

801 168,48

 

Artikel 31 01 08 — Subtotaal

 

673 000

693 000

801 168,48

31 01 09

Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie

31 01 09 01

Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie — Bijdrage voor titels 1 en 2

5

p.m.

p.m.

0,—

31 01 09 02

Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie — Bijdrage voor titel 3

5

p.m.

p.m.

0,—

 

Artikel 31 01 09 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

0,—

 

Hoofdstuk 31 01 — Totaal

 

399 036 112

392 908 762

431 219 547,52

Reserves (40 01 40)

   

236 399

 
   

399 036 112

393 145 161

431 219 547,52

31 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Talendiensten”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

31 01 01

319 167 022

311 035 645

311 957 362,68

Reserves (40 01 40)

 

236 399

 

Totaal

319 167 022

311 272 044

311 957 362,68

31 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Talendiensten”

31 01 02 01   Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

11 324 662

9 902 815

8 845 268,81

31 01 02 11   Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

5 240 431

5 545 630

7 623 781,36

31 01 03     Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten en andere exploitatie-uitgaven voor het beleidsterrein „Talendiensten”

31 01 03 01   Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten voor het beleidsterrein „Talendiensten”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

21 466 997

22 537 672

24 212 954,39

31 01 03 04   Technische uitrusting en diensten voor de conferentiezalen van de Commissie

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

1 283 000

1 350 000

2 157 495,82

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor:

 

de apparatuur die nodig is voor de werking van de conferentiezalen van de Commissie met tolkencabines;

 

technische diensten in verband met het houden van vergaderingen en conferenties van de Commissie in Brussel.

De overeenkomstige uitgaven voor onderzoek zijn gedekt door de kredieten van artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven binnen de Unie, met uitzondering van de vertegenwoordigingen in de Unie.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

31 01 06     Uitgaven voor tolkendiensten

31 01 06 01   Uitgaven voor tolkendiensten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

22 923 000

24 000 000

52 108 606,14

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van:

 

de vergoeding van de freelancetolken (Auxiliary Conference Interpreters — ACI's) die het directoraat-generaal Tolken (SCIC) overeenkomstig artikel 90 van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie heeft aangeworven, om het SCIC in staat te stellen aan de instellingen waarvoor het de vertolking verzekert, voldoende gekwalificeerde conferentietolken ter beschikking te stellen;

 

naast de honoraria omvat de vergoeding de bijdragen voor een ouderdoms-, overlijdens-, ziekte- en ongevallenverzekering, en voor de tolken die hun kantoor niet op de standplaats hebben, de betaling van verplaatsingskosten en vaste reis- en verblijfskosten;

 

de kosten van de dienstprestaties die door de tolken van het Europees Parlement ten behoeve van de Commissie worden verricht (zowel ambtenaren als tijdelijk personeel);

 

de kosten van activiteiten van tolken met betrekking tot de voorbereiding van vergaderingen en opleiding;

 

door het SCIC via de vertegenwoordigingen van de Commissie gesloten dienstencontracten voor vertolking, in het kader van vergaderingen die de Commissie in derde landen organiseert.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 34 577 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

31 01 06 02   Opleiding en bijscholing van conferentietolken

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

457 000

508 000

1 261 468,73

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor acties die ervoor moeten zorgen dat het directoraat-generaal Tolken over voldoende gekwalificeerde conferentietolken kan beschikken, met name voor bepaalde talencombinaties, en voor de specifieke opleiding van conferentietolken.

Het betreft met name beurzen voor universiteiten, opleidingen voor opleiders en programma's voor pedagogische bijstand, alsook beurzen voor studenten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 846 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

31 01 06 03   Uitgaven voor informatietechnologie van het directoraat-generaal Tolken

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

1 242 000

1 308 000

3 164 976,63

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven voor informatietechnologie van het directoraat-generaal Tolken (SCIC), waaronder:

 

aankoop of huur van pc's, servers en microcomputers, de kosten van helpdesks, terminals, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, fotokopieerapparaten, faxtoestellen en alle elektronische apparatuur die in de kantoren of tolkencabines van het SCIC worden gebruikt, de voor hun werking benodigde programmatuur, installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden die met deze apparatuur verband houden;

 

ontwikkeling en beheer van informatiesystemen en systemen voor verspreiding van berichten die voor het SCIC van nut zijn, waaronder documentatie, opleiding voor deze systemen, studies en de verwerving van kennis en deskundigheid op informaticagebied: kwaliteit, veiligheid, technologie, internet, ontwikkelingsmethodologie, beheer met behulp van de computer;

 

technische en logistieke ondersteuning, opleiding en documentatie in verband met informatietechnologie-apparatuur en -programmatuur, opleiding en informaticaboeken van algemeen nut, extern personeel voor de exploitatie en het beheer van gegevensbanken, bureaudiensten en abonnementen;

 

aankoop of huur, onderhoud en ondersteuning van transmissie- en communicatieapparatuur en -programmatuur, alsook opleiding en de daaruit voortvloeiende kosten.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 814 000 EUR.

31 01 07     Uitgaven voor vertalingen

31 01 07 01   Kosten voor vertaling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

13 538 000

14 250 000

17 464 760,31

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de diensten van freelancevertalers en van de uitgaven voor de diensten van specialisten en computerlinguïsten en voor typewerk alsook andere werkzaamheden die door het directoraat-generaal Vertaling worden uitbesteed.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 800 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

31 01 07 02   Ondersteunende uitgaven voor de werking van het directoraat-generaal Vertaling

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

1 721 000

1 778 000

1 621 704,17

Toelichting

Wat betreft de meertalige terminologische en taalkundige gegevensbanken, de vertaalhulpmiddelen en de uitgaven in verband met documentatie en de bibliotheek van het directoraat-generaal Vertaling, dient dit krediet ter dekking van:

 

de uitgaven die verband houden met de aankoop, ontwikkeling en aanpassing van vertaalsoftware en andere meertalige hulpmiddelen of vertaalhulpmiddelen, alsook de aankoop, consolidering en uitbreiding van taalkundige en terminologische gegevensbanken, vertaalgeheugens en elektronische woordenboeken, waardoor er efficiënter kan worden omgegaan met meertaligheid en met het oog op een betere interinstitutionele samenwerking;

 

uitgaven in verband met documentatie en de bibliotheek die tegemoetkomen aan de behoeften van de vertalers, en met name voor:

 

het voorzien van de bibliotheken van eentalige boeken en abonnementen op een selectie van kranten en tijdschriften;

 

de toekenning van individuele dotaties voor de aankoop van een voorraad woordenboeken en talengidsen voor nieuwe vertalers;

 

de aankoop van woordenboeken, encyclopedieën en lexica in elektronische vorm of via webtoegang tot documentaire gegevensbanken;

 

het aanleggen en in stand houden van de basisuitrusting van meertalige bibliotheken door de aankoop van referentiewerken.

Het krediet dient ter dekking van de uitgaven binnen de Unie, met uitzondering van de vestigingen van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, waarvoor de uitgaven worden geboekt op artikel 01 05 van de desbetreffende titels.

31 01 08     Interinstitutionele samenwerkingsactiviteiten

31 01 08 01   Interinstitutionele samenwerking op taalgebied

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

673 000

693 000

801 168,48

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven met betrekking tot samenwerkingsactiviteiten die door het Interinstitutioneel Comité voor vertaling en vertolking (CITI) zijn georganiseerd en die de bevordering van de interinstitutionele samenwerking op taalgebied beogen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 279 000 EUR.

31 01 09     Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie

Toelichting

Dit artikel betreft het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie.

31 01 09 01   Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie — Bijdrage voor titels 1 en 2

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze post dient ter dekking van de huishoudelijke en de personeelsuitgaven van het Bureau (titels 1 en 2).

De begrotingsmiddelen voor het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie bestaan uit financiële bijdragen van de organen waarvoor het werkt, en van de instellingen en organen waarmee samenwerking is afgesproken, onverminderd andere ontvangsten.

Gedurende de begrotingsprocedure, en tevens in de loop van het begrotingsjaar, bij indiening van een nota van wijzigingen of een gewijzigde begroting, stelt de Commissie de begrotingsautoriteit vooraf in kennis van alle wijzigingen in de begroting van de agentschappen, met name wat de in de begroting opgenomen personeelsformaties betreft. Deze procedure is in overeenstemming met de voorschriften inzake transparantie die in de interinstitutionele verklaring van 17 november 1995 zijn opgenomen en die in praktijk worden gebracht in de vorm van een door het Europees Parlement, de Commissie en de agentschappen overeengekomen gedragscode.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72) worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van het Vertaalbureau is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2965/94 van de Raad van 28 november 1994 tot oprichting van een Vertaalbureau voor organen van de Europese Unie (PB L 314 van 7.12.1994, blz. 1).

Referentiebesluiten

Verklaring van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten op het niveau van staatshoofden en regeringsleiders, in vergadering bijeen op 29 oktober 1993 te Brussel.

31 01 09 02   Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie — Bijdrage voor titel 3

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze post dient ter dekking van de beleidsuitgaven van het Bureau (titel 3).

De begrotingsmiddelen voor het Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie bestaan uit financiële bijdragen van de organen waarvoor het werkt, en van de instellingen en organen waarmee samenwerking is afgesproken, onverminderd andere ontvangsten.

Gedurende de begrotingsprocedure, en tevens in de loop van het begrotingsjaar, bij indiening van een nota van wijzigingen of een gewijzigde begroting, stelt de Commissie de begrotingsautoriteit vooraf in kennis van alle wijzigingen in de begroting van de agentschappen, met name wat de in de begroting opgenomen personeelsformaties betreft. Deze procedure is in overeenstemming met de voorschriften inzake transparantie die in de interinstitutionele verklaring van 17 november 1995 zijn opgenomen en die in praktijk worden gebracht in de vorm van een door het Europees Parlement, de Commissie en de agentschappen overeengekomen gedragscode.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72) worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2965/94 van de Raad van 28 november 1994 tot oprichting van een Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie (PB L 314 van 7.12.1994, blz. 1).

Referentiebesluiten

Verklaring van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten op het niveau van staatshoofden en regeringsleiders, in vergadering bijeen op 29 oktober 1993 te Brussel.

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

 

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL TOLKEN

 

TOLKWERK EN DAARMEE SAMENHANGENDE ACTIVITEITEN

 

LOGISTIEKE ONDERSTEUNING VOOR DE EVENEMENTEN VAN DE COMMISSIE (LACE)

 

ORGANISATIE VAN CONFERENTIES EN ADVIES

 

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL TOLKEN

 

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL VERTALING

 

VERTALINGEN

 

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL VERTALING

TITEL 32

ENERGIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2012 en 2011) en van de uitvoering (2010)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

32 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ENERGIE”

78 101 468

78 101 468

77 046 009

77 046 009

74 945 990,58

74 945 990,58

Reserves (40 01 40)

23 947

23 947

41 299

41 299

   
 

78 125 415

78 125 415

77 087 308

77 087 308

74 945 990,58

74 945 990,58

32 03

TRANS-EUROPESE NETWERKEN

21 129 600

18 145 022

24 150 000

20 471 848

20 760 000,—

18 858 316,40

32 04

CONVENTIONELE EN DUURZAME ENERGIEBRONNEN

144 450 237

874 516 822

127 688 003

786 124 331

1 947 984 659,80

773 570 019,18

32 05

KERNENERGIE

282 496 400

227 357 119

280 578 000

209 479 379

276 526 269,22

237 478 373,84

32 06

ONDERZOEK IN VERBAND MET ENERGIE

192 088 457

140 407 198

192 155 000

147 130 699

148 564 902,25

136 099 979,18

 

Titel 32 — Totaal

718 266 162

1 338 527 629

701 617 012

1 240 252 266

2 468 781 821,85

1 240 952 679,18

Reserves (40 01 40)

23 947

23 947

41 299

41 299

   
 

718 290 109

1 338 551 576

701 658 311

1 240 293 565

2 468 781 821,85

1 240 952 679,18

HOOFDSTUK 32 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ENERGIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

32 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „ENERGIE”

32 01 01

Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Energie”

5

56 159 007

54 338 726

50 708 401,94

Reserves (40 01 40)

   

41 299

 
   

56 159 007

54 380 025

50 708 401,94

32 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Energie”

32 01 02 01

Extern personeel

5

3 119 918

2 427 638

2 826 314,83

32 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5

1 917 719

2 121 256

3 159 749,58

Reserves (40 01 40)

 

23 947

   
   

1 941 666

2 121 256

3 159 749,58

 

Artikel 32 01 02 — Subtotaal

 

5 037 637

4 548 894

5 986 064,41

Reserves (40 01 40)

 

23 947

   
   

5 061 584

4 548 894

5 986 064,41

32 01 03

Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten voor het beleidsterrein „Energie”

5

3 777 224

3 937 389

3 932 229,15

32 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Energie”

32 01 04 01

Conventionele energie — Uitgaven voor administratief beheer

1.1

700 000

900 000

486 111,12

32 01 04 02

Financiële steun aan projecten van gemeenschappelijk belang van het trans-Europese energienetwerk — Uitgaven voor administratief beheer

1.1

694 400

600 000

570 304,04

32 01 04 03

Kernenergie — Uitgaven voor administratief beheer

1.1

195 200

200 000

280 266,20

32 01 04 04

Beveiliging en bescherming van gebruikers van energie — Uitgaven voor administratief beheer

1.1

p.m.

10 000

15 848,—

32 01 04 05

Informatie en communicatie — Uitgaven voor administratief beheer

1.1

496 000

500 000

600 000,—

32 01 04 06

Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma „Intelligente energie — Europa” — Uitgaven voor administratief beheer

1.1

992 000

900 000

684 240,84

32 01 04 07

Energieprojecten ter ondersteuning van het economisch herstel — Uitgaven voor administratief beheer

1.1

p.m.

p.m.

279 444,68

32 01 04 30

Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie — Bijdrage van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma „Intelligente energie — Europa”

1.1

6 542 000

6 601 000

6 800 459,—

 

Artikel 32 01 04 — Subtotaal

 

9 619 600

9 711 000

9 716 673,88

32 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoekswerkzaamheden op het beleidsterrein „Energie”

32 01 05 01

Uitgaven voor onderzoekspersoneel

1.1

1 700 000

2 550 000

2 402 347,53

32 01 05 02

Extern personeel voor onderzoek

1.1

850 000

1 000 000

1 147 381,61

32 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoek

1.1

860 000

960 000

1 052 892,06

 

Artikel 32 01 05 — Subtotaal

 

3 410 000

4 510 000

4 602 621,20

32 01 06

Toelage van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor de werking van het Voorzieningsagentschap

5

98 000

0,—

 

Hoofdstuk 32 01 — Totaal

 

78 101 468

77 046 009

74 945 990,58

Reserves (40 01 40)

 

23 947

41 299

 
   

78 125 415

77 087 308

74 945 990,58

32 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Energie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

32 01 01

56 159 007

54 338 726

50 708 401,94

Reserves (40 01 40)

 

41 299

 

Totaal

56 159 007

54 380 025

50 708 401,94

32 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Energie”

32 01 02 01   Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

3 119 918

2 427 638

2 826 314,83

32 01 02 11   Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

32 01 02 11

1 917 719

2 121 256

3 159 749,58

Reserves (40 01 40)

23 947

   

Totaal

1 941 666

2 121 256

3 159 749,58

32 01 03     Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten voor het beleidsterrein „Energie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

3 777 224

3 937 389

3 932 229,15

32 01 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Energie”

32 01 04 01   Conventionele energie — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

700 000

900 000

486 111,12

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen die rechtstreeks samenhangen met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand (overheidstaken uitgezonderd) die door de Commissie wordt uitbesteed in het kader van ad-hocdienstverleningscontracten.

Rechtsgronden

Zie artikel 32 04 03.

32 01 04 02   Financiële steun aan projecten van gemeenschappelijk belang van het trans-Europese energienetwerk — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

694 400

600 000

570 304,04

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand (overheidstaken uitgezonderd) die door de Commissie wordt uitbesteed in het kader van ad-hocdienstverleningscontracten.

Rechtsgronden

Zie de artikelen 32 03 01 en 32 03 02.

32 01 04 03   Kernenergie — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

195 200

200 000

280 266,20

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen die rechtstreeks samenhangen met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand (overheidstaken uitgezonderd) die door de Commissie wordt uitbesteed in het kader van ad-hocdienstverleningscontracten.

Rechtsgronden

Zie de artikelen 32 05 01, 32 05 02 en 32 05 03.

32 01 04 04   Beveiliging en bescherming van gebruikers van energie — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

10 000

15 848,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen die rechtstreeks samenhangen met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand (overheidstaken uitgezonderd) die door de Commissie wordt uitbesteed in het kader van ad-hocdienstverleningscontracten.

Rechtsgronden

Zie artikel 32 04 16.

32 01 04 05   Informatie en communicatie — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

496 000

500 000

600 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor informatie en publicatie die rechtstreeks samenhangen met het verwezenlijken van de doelstelling van de beleidsterreinen vervoer, energie, kernenergie en beveiliging en bescherming van gebruikers van energie en vervoer.

Rechtsgronden

Zie de artikelen 32 04 03, 32 05 01, 32 05 02, 32 05 03 en 32 04 16.

32 01 04 06   Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma „Intelligente energie — Europa” — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

992 000

900 000

684 240,84

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand (overheidstaken uitgezonderd) die door de Commissie wordt uitbesteed in het kader van ad-hocdienstverleningscontracten.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en eventueel de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die op deze post dienen te worden geboekt, overeenkomstig het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie artikel 32 04 06.

32 01 04 07   Energieprojecten ter ondersteuning van het economisch herstel — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

279 444,68

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor evaluaties, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks samenhangen met energieprojecten ter ondersteuning van het economisch herstel of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand (overheidstaken uitgezonderd) die door de Commissie wordt uitbesteed in het kader van ad-hocdienstverleningscontracten.

Rechtsgronden

Zie artikel 32 04 14.

32 01 04 30   Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie — Bijdrage van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma „Intelligente energie — Europa”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

6 542 000

6 601 000

6 800 459,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke en de personeelsuitgaven van het Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie die voorvloeien uit de deelneming van het Agentschap aan het beheer van acties van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma „Intelligente energie — Europa”.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en eventueel de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die op deze post dienen te worden geboekt, overeenkomstig het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).

Beschikking nr. 1230/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 tot vaststelling van een meerjarenprogramma voor acties op energiegebied: „Intelligente energie — Europa” (2003-2006) (PB L 176 van 15.7.2003, blz. 29).

Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

Verordening (EG) nr. 651/2008 van de Commissie van 9 juli 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1653/2004 houdende een model voor het financieel reglement van de uitvoerende agentschappen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma’s worden gedelegeerd (PB L 181 van 10.7.2008, blz. 15).

Referentiebesluiten

Besluit 2004/20/EG van de Commissie van 23 december 2003 tot oprichting van een uitvoerend agentschap, genaamd het „Uitvoerend Agentschap voor intelligente energie”, voor het beheer van de communautaire maatregelen op het gebied van energie overeenkomstig Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad (PB L 5 van 9.1.2004, blz. 85).

Besluit 2007/372/EG van de Commissie van 31 mei 2007 tot wijziging van Besluit 2004/20/EG waarbij het Uitvoerend Agentschap voor intelligente energie wordt omgevormd tot het Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie (PB L 140 van 1.6.2007, blz. 52).

Besluit C(2007) 3198 van de Commissie van 9 juli 2007 waarbij bevoegdheden aan het Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie worden gedelegeerd met het oog op het verrichten van taken in verband met de tenuitvoerlegging van het programma Intelligente energie — Europa 2003-2006, het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie 2007-2013, het Marco Poloprogramma 2007-2013, met name wat betreft het beheer van de in de EU-begroting opgenomen kredieten.

32 01 05     Ondersteunende uitgaven voor onderzoekswerkzaamheden op het beleidsterrein „Energie”

32 01 05 01   Uitgaven voor onderzoekspersoneel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

1 700 000

2 550 000

2 402 347,53

32 01 05 02   Extern personeel voor onderzoek

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

850 000

1 000 000

1 147 381,61

32 01 05 03   Overige beheersuitgaven voor onderzoek

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

860 000

960 000

1 052 892,06

32 01 06     Toelage van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor de werking van het Voorzieningsagentschap

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

98 000

0,—

Toelichting

Aangezien de uitgaven voor personeel en gebouwen zijn opgenomen in de kredieten die zijn ingeschreven onder de posten XX 01 01 01, XX 01 03 01 en 26 01 23 is de bijdrage van de Commissie, samen met de eigen inkomsten van het Voorzieningsagentschap, bedoeld om de uitgaven van het Agentschap bij de uitvoering van zijn activiteiten te dekken.

Tijdens zijn 23e zitting van 1 en 2 februari 1960 stelde de Raad van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie met eenparigheid van stemmen voor dat de Commissie niet alleen de inning van de bijdragen — bestemd voor de beleidsuitgaven van het Voorzieningsagentschap van Euratom —, maar ook de invoering zelf ervan zou uitstellen. Sindsdien wordt in de begroting een subsidie opgenomen die ervoor bestemd is om de raming van ontvangsten en uitgaven van het Voorzieningsagentschap van Euratom in evenwicht te brengen.

Rechtsgronden

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, met name de artikelen 52, 53 en 54.

Referentiebesluiten

Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom, met name de artikelen 4, 6 en 7 (Besluit 2008/114/EG, Euratom van de Raad, PB L 41 van 15.2.2008, blz. 15).

HOOFDSTUK 32 03 — TRANS-EUROPESE NETWERKEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

32 03

TRANS-EUROPESE NETWERKEN

32 03 01

Voltooiing van de financiële steun aan projecten van gemeenschappelijk belang van het trans-Europese energienetwerk

1.1

5 897 132

9 997 879

0,—

3 987 229,92

32 03 02

Financiële steun aan projecten van gemeenschappelijk belang van het trans-Europese energienetwerk

1.1

21 129 600

12 247 890

24 150 000

10 473 969

20 760 000,—

14 871 086,48

 

Hoofdstuk 32 03 — Totaal

 

21 129 600

18 145 022

24 150 000

20 471 848

20 760 000,—

18 858 316,40

32 03 01     Voltooiing van de financiële steun aan projecten van gemeenschappelijk belang van het trans-Europese energienetwerk

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

5 897 132

9 997 879

0,—

3 987 229,92

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen voor het TEN-E-programma.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2236/95 van de Raad van 18 september 1995 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van trans-Europese netwerken (PB L 228 van 23.9.1995, blz. 1).

Beschikking nr. 1364/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 september 2006 tot opstelling van richtsnoeren voor trans-Europese netwerken in de energiesector (PB L 262 van 22.9.2006, blz. 1).

32 03 02     Financiële steun aan projecten van gemeenschappelijk belang van het trans-Europese energienetwerk

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 129 600

12 247 890

24 150 000

10 473 969

20 760 000,—

14 871 086,48

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van haalbaarheidsstudies op economisch en technisch gebied, voorbereidende studies en evaluaties, rentesubsidies, garanties op leningen of, in naar behoren gemotiveerde gevallen, directe subsidies, voor projecten van gemeenschappelijk belang die in het kader van de in Beschikking nr. 1364/2006/EG vastgestelde richtsnoeren zijn aangewezen.

Het doel van de actie is een bijdrage te leveren tot het concurrentiegericht functioneren van de interne energiemarkt en tot het versterken van de continuïteit van de energievoorziening door de totstandbrenging van de nodige netwerkinfrastructuren, meer bepaald door de realisatie en ontwikkeling van de trans-Europese energienetwerken door de koppeling en interoperabiliteit van de nationale netwerken, alsmede de toegang tot deze netwerken en de uitbreiding ervan tot buiten de Unie te bevorderen.

Rechtsgronden

Beschikking nr. 1364/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 september 2006 tot opstelling van richtsnoeren voor trans-Europese netwerken in de energiesector (PB L 262 van 22.9.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 680/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 tot vaststelling van de algemene regels voor het verlenen van financiële bijstand van de Gemeenschap op het gebied van de trans-Europese netwerken voor vervoer en energie (PB L 162 van 22.6.2007, blz. 1).

HOOFDSTUK 32 04 — CONVENTIONELE EN DUURZAME ENERGIEBRONNEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

32 04

CONVENTIONELE EN DUURZAME ENERGIEBRONNEN

32 04 01

Voltooiing van het programma „Intelligente energie — Europa” (2003-2006)

1.1

453 626

4 570 459

6 940,40

11 428 855,37

32 04 02

Voltooiing van het programma „Intelligente energie — Europa” (2003-2006), extern gedeelte — Coopener

4

p.m.

95 218

0,—

916 225,41

32 04 03

Ondersteunende activiteiten in het kader van het Europese energiebeleid en de interne energiemarkt

1.1

3 720 000

3 765 092

3 000 000

3 332 626

3 517 826,86

3 963 787,14

32 04 04

Beëindiging van het kaderprogramma „Energie” (1999-2002) — Conventionele en duurzame energie

1.1

p.m.

p.m.

0,—

29 980,23

32 04 05

Europees strategisch plan voor energietechnologie (SET-plan)

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

32 04 06

Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma „Intelligente energie — Europa”

1.1

129 813 600

71 854 285

114 499 000

39 039 339

106 171 455,—

49 496 691,26

32 04 07

Proefproject — Continuïteit van de energievoorziening — Biobrandstoffen

1.1

p.m.

p.m.

1 500 000

0,—

2 000 000,—

32 04 10

Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators

32 04 10 01

Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators — Bijdrage aan titels 1 en 2

1.1

6 864 725

6 864 725

4 017 000

4 017 000

1 885 355,48

150 716,74

32 04 10 02

Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators — Bijdrage aan titel 3

1.1

377 125

377 125

983 000

983 000

0,—

0,—

 

Artikel 32 04 10 — Subtotaal

 

7 241 850

7 241 850

5 000 000

5 000 000

1 885 355,48

150 716,74

32 04 11

Energiegemeenschap

4

2 724 787

2 600 970

2 939 003

2 798 457

3 188 250,—

3 188 250,—

32 04 12

Proefproject — Europees kaderprogramma voor de ontwikkeling en uitwisseling van ervaringen met duurzame stadsontwikkeling

1.1

p.m.

p.m.

300 000

0,—

450 000,—

32 04 13

Voorbereidende actie — Europese eilanden voor een gemeenschappelijk energiebeleid

1.1

2 000 000

p.m.

500 000

0,—

500 000,—

32 04 14

Energieprojecten ter ondersteuning van het economisch herstel

32 04 14 01

Energieprojecten ter ondersteuning van het economisch herstel — Energienetwerken

1.1

p.m.

544 350 645

p.m.

437 097 549

1 078 759 462,50

360 855 255,05

32 04 14 02

Energieprojecten ter ondersteuning van het economisch herstel — Koolstofvastlegging en -opslag (CCS)

1.1

p.m.

124 293 397

p.m.

247 566 539

473 415 000,—

193 746 614,74

32 04 14 03

Energieprojecten ter ondersteuning van het economisch herstel — Europees netwerk voor offshore-windenergie

1.1

p.m.

73 487 337

p.m.

42 848 055

280 890 893,—

146 307 027,84

32 04 14 04

Energieprojecten ter ondersteuning van het economisch herstel — Energie-efficiëntie en hernieuwbare energiebronnen

1.1

p.m.

43 548 052

p.m.

p.m.

   
 

Artikel 32 04 14 — Subtotaal

 

p.m.

785 679 431

p.m.

727 512 143

1 833 065 355,50

700 908 897,63

32 04 16

Veiligheid van energie-installaties en -infrastructuur

1.1

250 000

571 568

250 000

476 089

149 476,56

536 615,40

32 04 17

Proefproject — Ondersteuning van de instandhouding van de natuurlijke hulpbronnen en voor de bestrijding van de klimaatverandering door middel van een groter beroep op zonne-energie (zonnewarmte en fotovoltaïsch)

2

p.m.

p.m.

2 000 000

1 000 000

   

32 04 18

Proefproject — Energievoorziening — Schaliegas

1.1

200 000

100 000

       

32 04 19

Voorbereidende actie — Samenwerkingsmechanismen ter uitvoering van de richtlijn energie uit hernieuwbare bronnen

2

500 000

250 000

       
 

Hoofdstuk 32 04 — Totaal

 

144 450 237

874 516 822

127 688 003

786 124 331

1 947 984 659,80

773 570 019,18

32 04 01     Voltooiing van het programma „Intelligente energie — Europa” (2003-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

453 626

4 570 459

6 940,40

11 428 855,37

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen voor het programma „Intelligente energie — Europa” (2003-2006).

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Eventuele inkomsten uit bijdragen van kandidaat-lidstaten of eventuele potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan voor deelname aan uniale programma’s, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Beschikking nr. 1230/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 tot vaststelling van een meerjarenprogramma voor acties op energiegebied: „Intelligente energie — Europa” (2003-2006) (PB L 176 van 15.7.2003, blz. 29).

32 04 02     Voltooiing van het programma „Intelligente energie — Europa” (2003-2006), extern gedeelte — Coopener

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

95 218

0,—

916 225,41

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen voor Coopener, het externe gedeelte van het programma „Intelligente energie — Europa”.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Eventuele inkomsten uit bijdragen van kandidaat-lidstaten of eventuele potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan voor deelname aan uniale programma’s, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Beschikking nr. 1230/2003/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 tot vaststelling van een meerjarenprogramma voor acties op energiegebied: „Intelligente energie — Europa” (2003-2006) (PB L 176 van 15.7.2003, blz. 29).

Verordening (EG) nr. 1905/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 41).

32 04 03     Ondersteunende activiteiten in het kader van het Europese energiebeleid en de interne energiemarkt

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 720 000

3 765 092

3 000 000

3 332 626

3 517 826,86

3 963 787,14

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van de Commissie voor de verzameling en verwerking van alle mogelijke gegevens met het oog op de analyse, de vaststelling, de bevordering, de follow-up, de evaluatie en de tenuitvoerlegging van een concurrerend veilig en duurzaam Europees energiebeleid, van de interne energiemarkt en de uitbreiding daarvan met derde landen, van alle aspecten inzake de continuïteit van de energievoorziening vanuit een Europees en mondiaal perspectief alsmede de versterking en bescherming van de rechten van de energiegebruikers door het aanbieden van kwaliteitsdiensten tegen transparante en vergelijkbare prijzen.

De belangrijkste doelstellingen zijn de geleidelijke ontwikkeling van een gemeenschappelijk Europees beleid om de continuïteit van de energievoorziening te verzekeren en te zorgen voor de goede werking van de interne energiemarkt en toegang tot de netwerken voor het vervoer van energie, voor de monitoring van de energiemarkt, de analyse van modellen met scenario’s inzake de effecten van beleidsopties, de versterking van de rechten en de bescherming van energiegebruikers op basis van algemene en specifieke kennis van de mondiale en Europese markten voor de diverse soorten energie.

Dit krediet dient eveneens voor de financiering van de uitgaven van deskundigen die rechtstreeks verband houden met de verzameling, validering en analyse van de nodige informatie over de monitoring van de energiemarkt („peer review”).

Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 994/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende maatregelen tot veiligstelling van de gaslevering (PB L 295 van 12.11.2010, blz. 1).

Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 betreffende de financiering van de Europese normalisatie (PB L 315 van 15.11.2006, blz. 9).

Verordening (EG) nr. 714/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de voorwaarden voor toegang tot het net voor grensoverschrijdende handel in elektriciteit (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 15).

Verordening (EG) nr. 715/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 36).

Richtlijn 2009/72/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 55).

Richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 94).

Verordening (EU, Euratom) nr. 617/2010 van de Raad van 24 juni 2010 inzake mededeling aan de Commissie van investeringsprojecten met betrekking tot energie-infrastructuur binnen de Europese Unie (PB L 180 van 15.7.2010, blz. 7).

Verordening (EU, Euratom) nr. 833/2010 van de Commissie van 21 september 2010 betreffende de tenuitvoerlegging van Verordening (EU, Euratom) nr. 617/2010 van de Raad inzake mededeling aan de Commissie van investeringsprojecten met betrekking tot energie-infrastructuur binnen de Europese Unie (PB L 248 van 22.9.2010, blz. 36).

32 04 04     Beëindiging van het kaderprogramma „Energie” (1999-2002) — Conventionele en duurzame energie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

0,—

29 980,23

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de afwikkeling van de vastleggingen die overeenkomstig de vastgestelde verordeningen en beschikkingen zijn gedaan.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig het artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Beschikking 91/565/EEG van de Raad van 29 oktober 1991 betreffende de bevordering van energie-efficiëntie in de Gemeenschap (SAVE-programma) (PB L 307 van 8.11.1991, blz. 34).

Beschikking 1999/21/EG, Euratom van de Raad van 14 december 1998 tot vaststelling van een meerjarenkaderprogramma voor acties in de energiesector (1998-2002) en begeleidende maatregelen (PB L 7 van 13.1.1999, blz. 16).

Beschikking 1999/22/EG van de Raad van 14 december 1998 tot vaststelling van een meerjarenprogramma voor studies, analysen, prognoses en andere verwante werkzaamheden in de energiesector (1998-2002) (PB L 7 van 13.1.1999, blz. 20).

Beschikking 1999/23/EG van de Raad van 14 december 1998 tot vaststelling van een meerjarenprogramma ter bevordering van de internationale samenwerking in de energiesector (1998-2002) (PB L 7 van 13.1.1999, blz. 23).

Beschikking 1999/24/EG van de Raad van 14 december 1998 tot vaststelling van een meerjarenprogramma van technologische acties ter stimulering van een schoon en efficiënt gebruik van vaste brandstoffen (1998-2002) (PB L 7 van 13.1.1999, blz. 28).

Beschikking nr. 646/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 februari 2000 tot vaststelling van een meerjarenprogramma ter bevordering van duurzame energiebronnen in de Gemeenschap (Altener) (1998-2002) (PB L 79 van 30.3.2000, blz. 1).

Beschikking nr. 647/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 februari 2000 tot vaststelling van een meerjarenprogramma ter bevordering van de energie-efficiëntie (SAVE) (1998-2002) (PB L 79 van 30.3.2000, blz. 6).

Besluit 2001/353/EG van de Raad van 9 april 2001 tot vaststelling van de nieuwe richtsnoeren die gelden voor acties en maatregelen die genomen zullen worden krachtens het meerjarenprogramma ter bevordering van de internationale samenwerking in de energiesector (1998-2002), voortvloeiend uit het meerjarenkaderprogramma voor acties in de energiesector en begeleidende maatregelen (PB L 125 van 5.5.2001, blz. 24).

32 04 05     Europees strategisch plan voor energietechnologie (SET-plan)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van het Europees strategisch plan voor energietechnologie (SET-plan), zoals aangekondigd in de mededeling van de Commissie met als titel „Een Europees strategisch plan voor energietechnologie (SET-plan) — Naar een koolstofarme toekomst” (COM(2007) 723). Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van koolstofarme energietechnologieën in de onderzoeks-, ontwikkelings-, demonstratie- en commercialiseringsfase.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 22 november 2007 — Een Europees strategisch plan voor energietechnologie (SET-plan) — Naar een koolstofarme toekomst (COM(2007) 723).

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 7 oktober 2009 — Investeren in de ontwikkeling van koolstofarme technologieën (SET-Plan) (COM(2009) 519).

32 04 06     Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma „Intelligente energie — Europa”

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

129 813 600

71 854 285

114 499 000

39 039 339

106 171 455,—

49 496 691,26

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van de volgende acties of maatregelen:

 

stimulerings- en verspreidingsprojecten:

 

strategische studies op basis van gemeenschappelijke analyses en regelmatig toezicht op de marktontwikkelingen en energietrends met het oog op de opstelling van toekomstige wetgevingsmaatregelen of de herziening van bestaande wetgeving, ook ten aanzien van de werking van de interne energiemarkt, de uitvoering van de middellange- en langetermijnstrategie voor energie ter bevordering van duurzame ontwikkeling, de opstelling van langlopende vrijwillige overeenkomsten met het bedrijfsleven en andere belanghebbenden en de ontwikkeling van normen, etiketterings- en certificatiesystemen, in voorkomend geval ook in samenwerking met derde landen en internationale organisaties;

 

het opzetten, versterken of reorganiseren van structuren en instrumenten voor de ontwikkeling van duurzame energie, inclusief het energiebeheer en energiebezuinigingsmaatregelen op lokaal en regionaal niveau en de ontwikkeling van adequate financiële producten en marktinstrumenten; voortbouwen op de ervaringen met vroegere en huidige netwerken;

 

bevordering van systemen en apparatuur op het gebied van duurzame energie, teneinde de marktpenetratie ervan verder te versnellen en investeringen te stimuleren die de overgang van demonstratie naar commerciële exploitatie van beter presterende technologieën vergemakkelijken, bewustmakingsacties en het zorgen voor de nodige bevoegdheden van de instellingen;

 

ontwikkeling van informatie-, onderwijs- en opleidingsstructuren, benutting van resultaten, bevordering en verspreiding van knowhow en beste praktijken onder alle consumenten, verspreiding van de resultaten van acties en projecten en samenwerking met de lidstaten via operationele netwerken;

 

bewaking van de tenuitvoerlegging en het effect van de wetgevende en ondersteunende maatregelen van de Unie;

 

markttoepassingsprojecten:

 

steun voor projecten in verband met de eerste markttoepassing van voor de Unie relevante innovatieve technieken, procedés, producten of praktijken die reeds met succes technisch zijn gedemonstreerd. Deze projecten zijn erop gericht een grootschaliger gebruik daarvan in de deelnemende landen te bevorderen en de penetratie op de markt te vergemakkelijken.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Eventuele inkomsten uit bijdragen van kandidaat-lidstaten of eventuele potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan voor deelname aan uniale programma’s, die worden opgevoerd onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van derden en die zijn geboekt op post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opvoering van extra kredieten die op deze post dienen te worden geboekt, overeenkomstig het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1639/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (2007-2013) (PB L 310 van 9.11.2006, blz. 15).

32 04 07     Proefproject — Continuïteit van de energievoorziening — Biobrandstoffen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

1 500 000

0,—

2 000 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van acties of maatregelen op het gebied van de continuïteit van de energievoorziening ter bevordering van de zelfvoorziening van de Unie in hernieuwbare energiebronnen, onder meer biobrandstoffen uit afval en residuen.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

32 04 10     Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators

32 04 10 01   Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators — Bijdrage aan titels 1 en 2

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

6 864 725

6 864 725

4 017 000

4 017 000

1 885 355,48

150 716,74

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van het Agentschap (titels 1 en 2).

Het Agentschap moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van de financiële kaderregeling voor de in artikel 185 van het Financieel Reglement bedoelde organen worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 713/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot oprichting van een Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1227/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de integriteit en transparantie van de groothandelsmarkt voor energie (PB L 326 van 8.12.2011, blz. 1).

32 04 10 02   Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators — Bijdrage aan titel 3

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

377 125

377 125

983 000

983 000

0,—

0,—

Toelichting

Dit krediet dient enkel ter dekking van de beleidsuitgaven van het Agentschap met betrekking tot het werkprogramma (titel 3).

Het Agentschap moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van de financiële kaderregeling voor de in artikel 185 van het Financieel Reglement bedoelde organen worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2012 in totaal 7 241 850 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 713/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot oprichting van een Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 1).

Verordening (EU) nr. 1227/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de integriteit en transparantie van de groothandelsmarkt voor energie (PB L 326 van 8.12.2011, blz. 1).

32 04 11     Energiegemeenschap

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 724 787

2 600 970

2 939 003

2 798 457

3 188 250,—

3 188 250,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijdrage van de Unie aan de begroting van de Energiegemeenschap. Dit krediet heeft betrekking op personeels-, administratieve en beleidsuitgaven.

De bijdrage van de Unie voor 2012 bedraagt in het totaal 3 053 642 EUR. Aan het op de begroting opgevoerde bedrag van 2 724 788 EUR is een overschot van 328 854 EUR toegevoegd.

Rechtsgronden

Besluit nr. 2006/500/EG van de Raad van 29 mei 2006 betreffende de sluiting van het Verdrag tot oprichting van de Energiegemeenschap door de Europese Gemeenschap (PB L 198 van 20.7.2006, blz. 15).

32 04 12     Proefproject — Europees kaderprogramma voor de ontwikkeling en uitwisseling van ervaringen met duurzame stadsontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

300 000

0,—

450 000,—

Toelichting

Dit artikel dient ter verstrekking van medefinanciering voor onder meer:

 

het Europees Kennisplatform;

 

de uitwisseling van ervaringen en beste praktijken betreffende de planning van duurzaam stadsvervoer;

 

de ontwikkeling en uitwisseling van beste praktijken betreffende de planning van duurzaam stadsbeheer, waaronder maatregelen ter beperking van milieurisico's en ter bestrijding van klimaatverandering;

 

de uitwisseling van ervaringen en beste praktijken betreffende duurzame bouw, duurzame stedenbouwkundige ontwerpen en biodiversiteit;

 

bewustwordingsacties.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

32 04 13     Voorbereidende actie — Europese eilanden voor een gemeenschappelijk energiebeleid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 000 000

p.m.

500 000

0,—

500 000,—

Toelichting

Met het oog op het bereiken van de doelstelling van 20 % aan hernieuwbare bronnen in de totale energiemix van de Unie tegen 2020 (het huidige doel is 12 % voor 2010), gepresenteerd door de Commissie in haar mededeling van 10 januari 2007 over een energiebeleid voor Europa (COM(2007) 1), dient deze voorbereidende actie ter financiering van:

 

projecten voor de ontwikkeling van geïntegreerde energiesystemen (zee, wind, zon, biomassa en biogas), aangepast aan de klimatologische en specifieke socio-economische omstandigheden van eilandgemeenschappen, waaronder hybridesystemen en ontziltingssystemen;

 

projecten ter beoordeling van de sociale en economische effecten van verdergaande toepassing van hernieuwbare energiebronnen en maatregelen inzake energie-efficiëntie voor de lokale eilandgemeenschappen (wat betreft economische ontwikkeling, werkgelegenheid, aanwezigheid van jongeren in eilandgemeenschappen enz.);

 

initiatieven inzake energietechnologie die passen bij de eilandgemeenschappen, ter bevordering van onderzoeksprojecten betreffende hernieuwbare energie en energie-efficiënte technologieën, ter maximalisatie van het gebruik van hernieuwbare energie en ter aanpassing aan de lokale omstandigheden;

 

projecten ter ontwikkeling van efficiënte en milieuvriendelijke manieren om deze energie naar het vasteland te transporteren, inclusief de koppeling van elektriciteitsnetwerken van afgelegen eilanden aan de netwerken van het vasteland;

 

uitwisseling van beste praktijken tussen insulaire regio's in Europa.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

32 04 14     Energieprojecten ter ondersteuning van het economisch herstel

32 04 14 01   Energieprojecten ter ondersteuning van het economisch herstel — Energienetwerken

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

544 350 645

p.m.

437 097 549

1 078 759 462,50

360 855 255,05

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van gas- en elektriciteitsinfrastructuurprojecten met de hoogste toegevoegde waarde voor de Unie.

Het zal worden aangewend voor de aanpassing en ontwikkeling van de energienetten die van bijzonder belang zijn voor de Unie, om de werking van de interne energiemarkt te ondersteunen en, in het bijzonder, om de interconnectiecapaciteit, de continuïteit en de diversificatie van de energievoorziening te verbeteren en ecologische, technische en financiële hindernissen te overwinnen. Speciale steun van de Unie is nodig om energienetwerken intensiever te ontwikkelen en de totstandbrenging ervan te versnellen, met name in gebieden met een geringe diversiteit aan aanvoerroutes en voorzieningsbronnen.

Dit krediet zal tevens worden aangewend om de aansluiting en integratie van hernieuwbare energiebronnen te bevorderen en de economische en sociale cohesie met de minder ontwikkelde en insulaire gebieden in de Unie te versterken.

Het is bedoeld om de financiering te dekken van de tweede fase van het economisch herstelplan dat op 2 april 2009 door de twee takken van de begrotingsautoriteit is overeengekomen. De financiering hiervan is afhankelijk van een akkoord van de begrotingsautoriteit en moet worden verstrekt overeenkomstig de punten 21, 22 en 23 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1), waarbij de financiële enveloppen van de programma’s waarover via de medebeslissingsprocedure wordt beslist en de prioriteiten van het Europees Parlement onverlet moeten worden gelaten.

Indien het jaarverslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de uitvoering van het economisch herstelplan serieuze risico's aan het licht brengt voor de uitvoering van de prioritaire projecten, beveelt de Commissie maatregelen aan om deze risico's weg te nemen, en dient zij desgevallend, en in overeenstemming met het economisch herstelplan, aanvullende voorstellen in voor de projecten waar in Verordening (EG) nr. 663/2009 van het Europees Parlement en de Raad reeds naar wordt verwezen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 663/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 houdende vaststelling van een programma om het economisch herstel te bevorderen via financiële bijstand van de Gemeenschap aan projecten op het gebied van energie (PB L 200 van 31.7.2009, blz. 31).

32 04 14 02   Energieprojecten ter ondersteuning van het economisch herstel — Koolstofvastlegging en -opslag (CCS)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

124 293 397

p.m.

247 566 539

473 415 000,—

193 746 614,74

Toelichting

De kredieten hebben tot doel projecten te bevorderen voor het afvangen van de door industriële installaties uitgestoten kooldioxide (CO2), het transporteren ervan naar een opslaglocatie en het injecteren in een geschikte ondergrondse geologische formatie met het oog op permanente opslag.

Dit krediet is bedoeld om de financiering te dekken van de tweede fase van het economisch herstelplan dat op 2 april 2009 door de twee takken van de begrotingsautoriteit is overeengekomen. De financiering hiervan is afhankelijk van een akkoord van de begrotingsautoriteit en moet worden verstrekt overeenkomstig de punten 21, 22 en 23 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1), waarbij de financiële enveloppen van de programma’s waarover via de medebeslissingsprocedure wordt beslist en de prioriteiten van het Europees Parlement onverlet moeten worden gelaten.

Indien het jaarverslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de uitvoering van het economisch herstelplan serieuze risico's aan het licht brengt voor de uitvoering van de prioritaire projecten, beveelt de Commissie maatregelen aan om deze risico's weg te nemen, en dient zij desgevallend, en in overeenstemming met het economisch herstelplan, aanvullende voorstellen in voor de projecten waar in Verordening (EG) nr. 663/2009 van het Europees Parlement en de Raad reeds naar wordt verwezen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 663/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 houdende vaststelling van een programma om het economisch herstel te bevorderen via financiële bijstand van de Gemeenschap aan projecten op het gebied van energie (PB L 200 van 31.7.2009, blz. 31).

32 04 14 03   Energieprojecten ter ondersteuning van het economisch herstel — Europees netwerk voor offshore-windenergie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

73 487 337

p.m.

42 848 055

280 890 893,—

146 307 027,84

Toelichting

De kredieten hebben tot doel projecten te ondersteunen die gericht zijn op de ontwikkeling van het netwerk voor offshore-windenergie van de Unie, waarbij de aandacht in het bijzonder wordt toegespitst op:

 

het balanceren van de veranderlijkheid van windelektriciteit door integratiesystemen;

 

systemen voor opslag op grote schaal;

 

het beheer van windmolenparken als virtuele elektriciteitscentrales (meer dan 1 GW);

 

turbines die verder van de kust of in diepere wateren worden geplaatst (20 tot 50 m) dan momenteel gebruikelijk is;

 

nieuwe substructuurontwerpen,

 

de innovatieve kenmerken van het project en de mate waarin het aantoonbaar zal bijdragen tot de tenuitvoerlegging van die kenmerken;

 

processen voor de assemblage, de installatie, het gebruik en de buitengebruikstelling van windturbines en het testen van die processen in projecten op ware grootte.

Dit krediet is bedoeld om de financiering te dekken van de tweede fase van het economisch herstelplan dat op 2 april 2009 door de twee takken van de begrotingsautoriteit is overeengekomen. De financiering hiervan is afhankelijk van een akkoord van de begrotingsautoriteit en moet worden verstrekt overeenkomstig de punten 21, 22 en 23 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1), waarbij de financiële enveloppen van de programma’s waarover via de medebeslissingsprocedure wordt beslist en de prioriteiten van het Europees Parlement onverlet moeten worden gelaten.

Indien het jaarverslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de uitvoering van het economisch herstelplan serieuze risico's aan het licht brengt voor de uitvoering van de prioritaire projecten, beveelt de Commissie maatregelen aan om deze risico's weg te nemen, en dient zij desgevallend, en in overeenstemming met het economisch herstelplan, aanvullende voorstellen in voor de projecten waar in Verordening (EG) nr. 663/2009 reeds naar wordt verwezen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 663/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 houdende vaststelling van een programma om het economisch herstel te bevorderen via financiële bijstand van de Gemeenschap aan projecten op het gebied van energie (PB L 200 van 31.7.2009, blz. 31).

32 04 14 04   Energieprojecten ter ondersteuning van het economisch herstel — Energie-efficiëntie en hernieuwbare energiebronnen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

43 548 052

p.m.

p.m.

   

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 663/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 houdende vaststelling van een programma om het economisch herstel te bevorderen via financiële bijstand van de Gemeenschap aan projecten op het gebied van energie (PB L 200 van 31.7.2009, blz. 31).

32 04 16     Veiligheid van energie-installaties en -infrastructuur

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

250 000

571 568

250 000

476 089

149 476,56

536 615,40

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van de Commissie voor de verzameling en verwerking van alle mogelijke gegevens met het oog op de analyse, de vaststelling, de bevordering, de follow-up, de evaluatie en de tenuitvoerlegging van de maatregelen en regels die noodzakelijk zijn voor de verhoging van de continuïteit van de veiligheid in de energiesector, technische assistentie en specifieke opleiding.

De belangrijkste doelstellingen zijn de ontwikkeling en toepassing van veiligheidsregels in de energiesector en met name:

 

maatregelen ter voorkoming van kwaad opzet in de energiesector, met bijzondere aandacht voor de installaties en infrastructuur van het Europese systeem voor de energieproductie en -transport;

 

harmonisatie van de wetgevingen en de technische normen alsook van de administratieve controlepraktijken met het oog op het waarborgen van de continuïteit van de energievoorziening;

 

vaststelling van gemeenschappelijke indicatoren, methoden en doelstellingen met betrekking tot de veiligheidsdoelstellingen in de energiesector en de verzameling van de gegevens die daarvoor nodig zijn;

 

monitoring van de maatregelen inzake de continuïteit van de energievoorziening die worden genomen door de betrokken nationale autoriteiten, exploitanten en andere belangrijke actoren;

 

internationale coördinatie op het gebied van de continuïteit van de energievoorziening, ook met buurlanden waar energie wordt geproduceerd of die als doorvoerland fungeren, en andere partners op wereldschaal;

 

bevordering van technologische ontwikkelingen inzake de continuïteit van de energievoorziening.

Rechtsgronden

Taken voortvloeiend uit de institutionele prerogatieven van de Commissie, in de zin van artikel 49, lid 6, van het Financieel Reglement.

32 04 17     Proefproject — Ondersteuning van de instandhouding van de natuurlijke hulpbronnen en voor de bestrijding van de klimaatverandering door middel van een groter beroep op zonne-energie (zonnewarmte en fotovoltaïsch)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

2 000 000

1 000 000

   

Toelichting

Oud artikel 07 03 30

Dit project heeft als algemeen doel de uitwerking van voorstellen ter voorbereiding van toekomstige investeringsacties in lidstaten voor kleinschalige demonstratie-installaties van zonne-energie ten behoeve van verwarming, koeling en elektriciteitsopwekking. De specifieke doelstelling moet zijn om residentiële installaties op te zetten in de lidstaten en regio's waarin er geen of slechts zeer beperkte subsidies bestaan, teneinde voor een groot publiek diverse technologieën en mogelijkheden te presenteren voor de opwekking van warmte, koelvermogen en elektriciteit met zonne-energie. Aangezien dit nieuwe technologieën zijn en het grootste deel van de bevolking van de Unie niet goed is voorgelicht over de desbetreffende voordelen kunnen investeringen in zonne-energietoepassingen in particuliere woningen krachtig worden ondersteund door dergelijke demonstratie-installaties op te zetten dichtbij de woonplaats van mensen.

Het resultaat van dit project moet zijn dat in verscheidene huizen en residentiële gebouwen zonne-installaties zijn geïnstalleerd die functioneel zijn en kunnen worden bezocht.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

32 04 18     Proefproject — Energievoorziening — Schaliegas

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

200 000

100 000

       

Toelichting

Dit krediet is bedoeld ter financiering van proefprojecten of andere ondersteunende activiteiten gericht op het in kaart brengen van de acceptatie door het publiek van de exploratie en exploitatie van schaliegas, en op het starten van een dialoog daarover.

Er is in Europa een breed debat over schaliegas en de voor- en nadelen daarvan gestart, maar dit debat wordt niet altijd gevoerd op basis van concrete kennis en informatie. Het is daarom belangrijk een maatschappelijk debat en voorlichtingscampagnes te starten voordat de industriële productie op gang komt.

Dit krediet is bedoeld ter ondersteuning van dit maatschappelijk debat over de sociale, milieutechnische en economische effecten van dergelijke projecten op plaatselijk, nationaal en Europees niveau. Bij deze dialoog moeten ook de nationale autoriteiten, plaatselijke gemeenschappen, het grote publiek, het bedrijfsleven en ngo's worden betrokken. Tot de activiteiten kunnen daarnaast behoren openbare hoorzittingen, bemiddelingen en andere methoden voor publieke raadpleging ten aanzien van de ontwikkeling van schaliegasproductie, ook binnen nationale hoofdsteden.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

32 04 19     Voorbereidende actie — Samenwerkingsmechanismen ter uitvoering van de richtlijn energie uit hernieuwbare bronnen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000

250 000

       

Toelichting

In het kader van Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG (PB L 140 van 5.6.2009, blz. 16), waarin nationale streefcijfers zijn vastgelegd voor het aandeel aan energie uit hernieuwbare bronnen in het bruto eindverbruik, wordt een nieuw mechanisme voorgesteld om de nationale streefwaarden te bereiken, waarbij de lidstaten gebruik kunnen maken van nationale steunregelingen en van de samenwerkingsmechanismen die in het leven zijn geroepen in het kader van Richtlijn 2009/28/EG. Deze mechanismen, die zorgen voor flexibiliteit voor de lidstaten op basis van vrijwillige samenwerking, hebben betrekking op statistische overdrachten tussen de lidstaten (artikel 6), gezamenlijke projecten tussen lidstaten (artikel 7 en 8), gezamenlijke projecten tussen lidstaten en derden (artikel 9 en 10) en gezamenlijke steunregelingen tussen lidstaten (artikel 11).

Deze voorbereidende actie heeft tot doel de voorwaarden voor de succesvolle uitvoering van deze samenwerkingsmechanismen en hun interactie met andere mechanismen of nationale steunregelingen te onderzoeken. Ook wordt beoordeeld of het nodig is een specifiek kader te ontwikkelen voor het beheer van dit mechanisme. Er moet prioriteit worden gegeven aan de ontwikkeling van dit operationele kader in lidstaten met beperkte grensoverschrijdende netwerkcapaciteiten, alsook in gebieden met een hoog potentieel voor specifieke projecten op het vlak van hernieuwbare energiebronnen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

HOOFDSTUK 32 05 — KERNENERGIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

32 05

KERNENERGIE

32 05 01

Nucleaire veiligheidscontrole

1.1

20 410 000

17 237 770

20 378 000

17 139 222

19 942 357,22

17 139 866,05

32 05 02

Nucleaire veiligheid en bescherming tegen straling

1.1

2 182 400

1 451 602

2 200 000

1 904 358

1 583 912,—

1 230 682,14

32 05 03

Nucleaire veiligheid — Overgangsmaatregelen (ontmanteling)

1.1

259 904 000

208 667 747

258 000 000

190 435 799

255 000 000,—

219 107 825,65

 

Hoofdstuk 32 05 — Totaal

 

282 496 400

227 357 119

280 578 000

209 479 379

276 526 269,22

237 478 373,84

32 05 01     Nucleaire veiligheidscontrole

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

20 410 000

17 237 770

20 378 000

17 139 222

19 942 357,22

17 139 866,05

Toelichting

Dit krediet dient ter financiering van met name de volgende activiteiten:

 

uitgaven voor missies door inspecteurs, uitgevoerd in overeenstemming met overeengekomen zesmaandenprogramma’s, kortetermijninspecties (verblijfs- en reiskosten);

 

opleiding van inspecteurs en bijeenkomsten met lidstaten en nucleaire exploitanten;

 

aankoop van bij de inspecties te gebruiken apparatuur, meer bepaald aankoop van controleapparatuur, en met name digitale videosystemen, apparatuur voor gamma-, neutronen- en infraroodmeting, elektronische zegels en uitleesapparatuur;

 

aanschaf en vernieuwing van informaticamaterieel voor inspecties;

 

specifieke informaticaprojecten in verband met inspecties (ontwikkeling en onderhoud);

 

vervanging van afgedankte meet- en controleapparatuur;

 

onderhoud van apparatuur, inclusief verzekering van specifieke apparatuur op de locaties van Canberra, Ametek, Fork en GBNS;

 

technische infrastructuurwerkzaamheden, waaronder begrepen afvalbeheer en vervoer van monsters;

 

analysewerkzaamheden in situ (arbeids- en dienstreiskosten van analisten);

 

overeenkomsten over de werkruimte in situ (laboratoria, kantoren);

 

dagelijks beheer van installaties in situ en laboratoria van de centrale dienst (herstel, onderhoud, IT-apparatuur, aankoop klein materieel, verbruiksgoederen enz.);

 

IT-ondersteuning en -tests voor toepassingen in verband met inspecties.

Overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement geven eveneens aanleiding tot de opvoering van extra kredieten:

 

verzekeringsuitkeringen;

 

terugbetalingen van bedragen die ten onrechte zijn betaald voor de levering van goederen, werkzaamheden of diensten in opdracht van de Commissie.

Rechtsgronden

Verordening (Euratom) nr. 302/2005 van de Commissie van 8 februari 2005 betreffende de toepassing van de veiligheidscontrole van Euratom (PB L 54 van 28.2.2005, blz. 1).

Taak die voortvloeit uit de specifieke bevoegdheden die krachtens hoofdstuk 7 van titel II en artikel 174 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.

Referentiebesluiten

Tripartiete overeenkomst tussen de Gemeenschap, de lidstaten zonder kernwapens en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie.

Tripartiete overeenkomst tussen de Gemeenschap, het Verenigd Koninkrijk en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie.

Tripartiete overeenkomst tussen de Gemeenschap, Frankrijk en de Internationale Organisatie voor Atoomenergie.

Samenwerkingsovereenkomsten tussen de Gemeenschap en derde landen, zoals de Verenigde Staten van Amerika, Canada en Australië.

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 24 maart 1992 inzake een beschikking van de Commissie over de inrichting van in-situlaboratoria voor verificatieanalysen van controlemonsters (SEC(1992)0515).

32 05 02     Nucleaire veiligheid en bescherming tegen straling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 182 400

1 451 602

2 200 000

1 904 358

1 583 912,—

1 230 682,14

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de uitgaven van de Commissie voor de verzameling en verwerking van alle mogelijke gegevens met het oog op de analyse, de vaststelling, de bevordering, de follow-up, de evaluatie en de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijke beleid inzake nucleaire veiligheid en beveiliging, met name in de nieuwe lidstaten, en de maatregelen en regelgeving op het gebied van de stralingsbescherming;

 

de uitgaven in verband met maatregelen en acties voor bewaking van en bescherming tegen de effecten van ioniserende straling en met het oog op de bescherming van de volksgezondheid en het milieu tegen stralingsgevaar en de aan radioactieve stoffen verbonden risico's. Deze acties hebben betrekking op specifieke taken waarin het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voorziet;

 

de uitgaven in verband met de oprichting en functionering van een korps inspecteurs voor het toezicht op de bescherming tegen ioniserende straling in de lidstaten. Deze kosten omvatten, buiten de dagvergoedingen en reiskosten (dienstreizen), de kosten van opleidingen, voorbereidende vergaderingen en het voor de inspecties benodigde materieel.

Rechtsgronden

Taak die voortvloeit uit de specifieke bevoegdheden die krachtens hoofdstuk 3 van titel II en artikel 174 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, met name artikel 31(verzameling van gegevens en voorbereiding van nieuwe wetgeving ter aanvulling van de basisnormen).

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, met name artikel 33 (tenuitvoerlegging van richtlijnen, met name op medisch gebied (gebied C)): Richtlijn 96/29/Euratom van de Raad van 13 mei 1996 tot vaststelling van de basisnormen voor de bescherming van de gezondheid der bevolking en der werkers tegen de aan ioniserende straling verbonden gevaren (PB L 159 van 29.6.1996, blz. 1), Richtlijn 97/43/Euratom van de Raad van 30 juni 1997 betreffende de bescherming van personen tegen de gevaren van ioniserende straling in verband met medische blootstelling en tot intrekking van Richtlijn 84/466/Euratom (PB L 180 van 9.7.1997, blz. 22)), en Richtlijn 2003/122/Euratom van de Raad van 22 december 2003 inzake de controle op hoogactieve ingekapselde radioactieve bronnen en weesbronnen (PB L 346 van 31.12.2003, blz. 57).

Richtlijn 2009/71/Euratom van de Raad van 25 juni 2009 tot vaststelling van een communautair kader voor de nucleaire veiligheid van kerninstallaties (PB L 172 van 2.7.2009, blz. 18).

Uitvoering van de verplichtingen die de Commissie zijn opgelegd bij de volgende specifieke wetgeving:

 

Beschikking 87/600/Euratom van de Raad van 14 december 1987 inzake communautaire regelingen voor snelle uitwisseling van informatie in geval van stralingsgevaar (PB L 371 van 30.12.1987, blz. 76);

 

Verordening (EEG) nr. 733/2008 van de Raad van 15 juli 2008 betreffende de voorwaarden voor de invoer van landbouwproducten van oorsprong uit derde landen ingevolge het ongeluk in de kerncentrale van Tsjernobyl (PB L 201 van 30.7.2008, blz. 1);

 

tenuitvoerlegging van artikel 35, tweede alinea, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie: verificatie van de controle op de radioactiviteit in het milieu.

32 05 03     Nucleaire veiligheid — Overgangsmaatregelen (ontmanteling)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

259 904 000

208 667 747

258 000 000

190 435 799

255 000 000,—

219 107 825,65

Toelichting

Dit krediet is bestemd ter financiering van de fondsen voor de ontmanteling van de kerncentrales van Ignalina (Litouwen), Bohunice (Slowakije) en Kozloduy (Bulgarije), overeenkomstig de overeenkomsten die met de betrokken lidstaten zijn gesloten.

Deze uitgaven hebben betrekking op de uitgaven voor de verzameling en verwerking van alle mogelijke gegevens met het oog op de analyse, de vaststelling, de bevordering, het toezicht, de evaluatie en de tenuitvoerlegging van de maatregelen en regels inzake ontmanteling.

De Commissie legt ieder jaar een verslag voor over de uitvoering van de middelen die in dit artikel zijn vastgelegd, tezamen met bijgewerkte ramingen van de kosten en tijdschema’s voor de ontmanteling van de betrokken kernreactoren.

Rechtsgronden

Taken die voortvloeien uit specifieke bevoegdheden die rechtstreeks aan de Commissie zijn verleend krachtens het Toetredingsverdrag van 2003 (Protocol nr. 4 inzake de kerncentrale van Ignalina in Litouwen en Protocol nr. 9 inzake unit 1 en unit 2 van de V1-kernreactor van Bohunice in Slowakije, beide gehecht aan het Toetredingsverdrag van 2003).

Taken die voortvloeien uit specifieke bevoegdheden die rechtstreeks aan de Commissie zijn verleend krachtens artikel 203 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

Ook de taak betreffende Bulgarije is rechtstreeks aan de Commissie verleend krachtens artikel 30 van de Toetredingsakte van 2005.

Verordening (EG) nr. 1990/2006 van de Raad van 21 december 2006 inzake de uitvoering van Protocol nr. 4 bij de Akte van toetreding tot de Europese Unie van Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië met betrekking tot de kerncentrale van Ignalina in Litouwen „Ignalina-programma” (PB L 411 van 30.12.2006, blz. 10).

Verordening (EG) nr. 549/2007 van de Raad van 14 mei 2007 inzake de tenuitvoerlegging van Protocol nr. 9 bij de Akte betreffende de voorwaarden voor toetreding tot de Europese Unie van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije met betrekking tot reactor 1 en reactor 2 van de V1-kerncentrale van Bohunice in Slowakije (PB L 131 van 23.5.2007, blz. 1).

Verordening (Euratom) nr. 647/2010 van de Raad van 13 juli 2010 betreffende financiële bijstand van de Unie voor de ontmanteling van de eenheden 1 tot en met 4 van de kerncentrale van Kozloduy in Bulgarije (het Kozloduy-programma) (PB L 189 van 22.7.2010, blz. 9).

HOOFDSTUK 32 06 — ONDERZOEK IN VERBAND MET ENERGIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

32 06

ONDERZOEK IN VERBAND MET ENERGIE

32 06 01

Onderzoek in verband met energie

1.1

162 633 457

104 333 874

167 645 000

104 739 690

126 215 762,35

86 975 946,33

32 06 02

Onderzoek in verband met energie — Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof

1.1

29 455 000

13 392 047

24 510 000

10 969 102

19 683 840,—

11 810 304,—

32 06 03

Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

1.1

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

2 420 160,51

4 094 368,09

32 06 04

Voltooiing van voorgaande programma’s

32 06 04 01

Voltooiing van programma’s van vóór 2003

1.1

p.m.

p.m.

0,—

708 940,96

32 06 04 02

Voltooiing van het zesde kaderprogramma (2003-2006)

1.1

p.m.

22 681 277

p.m.

31 421 907

245 139,39

32 510 419,80

 

Artikel 32 06 04 — Subtotaal

 

p.m.

22 681 277

p.m.

31 421 907

245 139,39

33 219 360,76

 

Hoofdstuk 32 06 — Totaal

 

192 088 457

140 407 198

192 155 000

147 130 699

148 564 902,25

136 099 979,18

Toelichting

Deze toelichting is van toepassing op alle begrotingslijnen van dit hoofdstuk.

Deze kredieten zullen worden gebruikt voor het zevende kaderprogramma voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, dat de periode 2007-2013 bestrijkt.

Het kaderprogramma zal worden uitgevoerd met het oog op het bereiken van de algemene doelstellingen van artikel 179 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en is bedoeld als bijdrage tot de totstandbrenging van een kennissamenleving, op basis van de Europese onderzoeksruimte; daarbij zal grensoverschrijdende samenwerking op alle niveaus binnen de Unie worden ondersteund, zullen de dynamiek, de creativiteit en het niveau van het Europese onderzoek aan het front van de kennis worden opgevoerd, zal het menselijke kapitaal in de sector onderzoek en technologie in Europa kwantitatief en kwalitatief worden versterkt, zal de onderzoeks- en innovatiecapaciteit in heel Europa worden verhoogd en zal worden gezorgd voor een optimaal gebruik daarvan.

Onder deze artikelen en posten vallen tevens de uitgaven voor door de Commissie georganiseerde vergaderingen, conferenties, workshops en seminars op hoogwetenschappelijk en -technologisch niveau en van Europees belang, en voor de financiering van analysen en beoordelingen van hoogwetenschappelijk en -technologisch niveau die in opdracht van de Unie worden uitgevoerd om nieuwe onderzoeksgebieden waarop maatregelen van de Unie gewenst zijn, te verkennen, en met name in het kader van de Europese onderzoeksruimte, alsmede de activiteiten voor de follow-up en de verspreiding van de programmaresultaten, met inbegrip van de activiteiten uit hoofde van de voorgaande kaderprogramma’s.

Deze kredieten dekken tevens de administratieve uitgaven, waaronder de uitgaven voor personeel, de uitgaven voor voorlichting en publicaties, administratieve en technische werkzaamheden en bepaalde andere uitgaven voor interne infrastructuur in verband met de verwezenlijking van de doelstelling van de activiteit waarop zij betrekking hebben, inclusief de acties en initiatieven die nodig zijn om de strategie van de Unie inzake onderzoek en technologische ontwikkeling uit te werken en te bewaken.

Voor sommige van deze projecten bestaat de mogelijkheid dat derde landen of instituten uit derde landen deelnemen aan de Europese samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technisch onderzoek. Financiële bijdragen worden geboekt onder de posten 6 0 1 3 en 6 0 1 5 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 18 van het Financieel Reglement.

Ontvangsten van landen die zijn betrokken bij de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijke en technische onderzoek worden geboekt onder post 6 0 1 6 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 18 van het Financieel Reglement.

Eventuele ontvangsten uit bijdragen van kandidaat-lidstaten of eventuele potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan voor deelname aan uniale programma’s, die worden geboekt onder post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot het openen van extra kredieten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Eventuele ontvangsten uit bijdragen van externe instanties aan activiteiten van de Unie worden geboekt onder post 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten en kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten in overeenstemming met artikel 18 van het Financieel Reglement.

Extra kredieten zullen beschikbaar worden gesteld onder artikel 32 06 03.

32 06 01     Onderzoek in verband met energie

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

162 633 457

104 333 874

167 645 000

104 739 690

126 215 762,35

86 975 946,33

Toelichting

Dit krediet dient ter ondersteuning van de doelstellingen en initiatieven van het Europees strategisch plan voor energietechnologie (SET-plan). Deze betreffen voornamelijk: wind, zon, bio-energie, koolstofafvang en -opslag (CCS), en elektriciteitsnetten. In de onderkenning dat deze een belangrijke bijdrage aan toekomstige duurzame energiesystemen kunnen leveren, zullen vanaf 2012 twee derde van de kredieten besteed worden aan de beleidsterreinen voor hernieuwbare energiebronnen en energie-efficiëntie bij het eindgebruik.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig in artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

32 06 02     Onderzoek in verband met energie — Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

29 455 000

13 392 047

24 510 000

10 969 102

19 683 840,—

11 810 304,—

Toelichting

De Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof draagt bij tot de uitvoering van het zevende kaderprogramma (2007-2013) van de Europese Gemeenschap voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie en met name de specifieke thema’s „Energie”, „Nanowetenschappen, nanotechnologieën, materialen en nieuwe productietechnologieën”, „Milieu (met inbegrip van klimaatverandering)” en „Vervoer (met inbegrip van luchtvaart)” van het programma „Samenwerking”. Zij is belast met de volgende taken: ervoor zorgen dat Europa op wereldvlak een leiderspositie bekleedt om de marktdoorbraak van brandstofcel- en waterstoftechnologieën mogelijk te maken, waarbij men commerciële marktkrachten substantiële potentiële publieke voordelen laat aansturen; de gecoördineerde ondersteuning van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (OTO&D) in de lidstaten en met het zevende kaderprogramma geassocieerde landen om markttekortkomingen te ondervangen, richt zich op de ontwikkeling van markttoepassingen en vergemakkelijkt daardoor extra industriële inspanningen voor een snelle toepassing van brandstofcel- en waterstoftechnologieën; de ondersteuning van de uitvoering van de OTO&D prioriteiten van de Joint Technology Initiative over brandstofcellen en waterstof, met name door het toekennen van subsidies na vergelijkende uitnodigingen tot het indienen van voorstellen; en de stimulering van verhoogde publieke en private onderzoeksinvesteringen in brandstofcel- en waterstoftechnologieën in de lidstaten en met het zevende kaderprogramma.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1982/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 betreffende het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 412 van 30.12.2006, blz. 1).

Beschikking 2006/971/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma „Samenwerking” tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 86).

Verordening (EG) nr. 521/2008 van de Raad van 30 mei 2008 betreffende de oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof (PB L 153 van 12.6.2008, blz. 1).

32 06 03     Kredieten afkomstig van de bijdragen van derden (buiten de Europese Economische Ruimte) aan onderzoek en technologische ontwikkeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

2 420 160,51

4 094 368,09

Toelichting

Dit artikel dient ter dekking van de uitgaven in verband met de ontvangsten die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, afkomstig van derden of derde landen (buiten de Europese Economische Ruimte) die deelnemen aan de projecten op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling.

Overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement kunnen ontvangsten die zijn geboekt onder de posten 6 0 1 3, 6 0 1 5, 6 0 1 6, 6 0 3 1 en 6 0 3 3 van de staat van ontvangsten, aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten.

32 06 04     Voltooiing van voorgaande programma’s

32 06 04 01   Voltooiing van programma’s van vóór 2003

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

0,—

708 940,96

Toelichting

Dit artikel dient ter dekking van eerdere vastleggingen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit 87/516/Euratom, EEG van de Raad van 28 september 1987 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1987-1991) (PB L 302 van 24.10.1987, blz. 1).

Besluit 90/221/Euratom, EEG van de Raad van 23 april 1990 betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 117 van 8.5.1990, blz. 28).

Besluit 93/167/Euratom, EEG van de Raad van 15 maart 1993 tot aanpassing van Besluit 90/221/Euratom, EEG betreffende het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling (1990-1994) (PB L 69 van 20.3.1993, blz. 43).

Besluit nr. 1110/94/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 april 1994 betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998) (PB L 126 van 18.5.1994, blz. 1).

Besluit nr. 616/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 1996 tot aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1994-1998), in verband met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie (PB L 86 van 4.4.1996, blz. 69).

Besluit nr. 2535/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 1 december 1997 tot tweede aanpassing van Besluit nr. 1110/94/EG betreffende het vierde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling (1994-1998) (PB L 347 van 18.12.1997, blz. 1).

Besluit nr. 182/1999/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 december 1998 betreffende het vijfde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (1998-2002) (PB L 26 van 1.2.1999, blz. 1).

32 06 04 02   Voltooiing van het zesde kaderprogramma (2003-2006)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

22 681 277

p.m.

31 421 907

245 139,39

32 510 419,80

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering overeenkomstig de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1513/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, ter bevordering van de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte en van innovatie (2002-2006) (PB L 232 van 29.8.2002, blz. 1).

Beschikking 2002/834/EG van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling van een specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie: „Integratie en versterking van de Europese onderzoeksruimte” (2002-2006) (PB L 294 van 29.10.2002, blz. 1).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

 

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL ENERGIE

 

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL ENERGIE

TITEL 33

JUSTITIE

Algemene samenvatting van de kredieten (2012 en 2011) en van de uitvoering (2010)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

33 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „JUSTITIE”

38 705 814

38 705 814

38 360 585

38 360 585

1 094 342,19

1 094 342,19

Reserves (40 01 40)

6 413

6 413

21 723

21 723

   
 

38 712 227

38 712 227

38 382 308

38 382 308

1 094 342,19

1 094 342,19

33 02

GRONDRECHTEN EN BURGERSCHAP

54 996 000

48 118 826

55 800 000

48 603 101

52 350 126,01

51 123 264,54

33 03

JUSTITIE IN STRAFRECHTELIJKE EN BURGERLIJKE ZAKEN

78 220 000

61 771 157

72 975 740

56 746 316

72 661 639,92

54 481 173,72

33 04

DRUGSPREVENTIE EN -VOORLICHTING

3 000 000

2 830 016

4 000 000

3 113 625

3 075 600,—

2 158 904,13

33 05

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE

3 400 000

2 754 549

3 250 000

2 666 101

2 697 662,21

2 756 591,44

33 06

GELIJKHEID

39 358 800

32 964 707

39 457 500

35 503 012

45 532 716,75

34 347 901,70

 

Titel 33 — Totaal

217 680 614

187 145 069

213 843 825

184 992 740

177 412 087,08

145 962 177,72

Reserves (40 01 40)

6 413

6 413

21 723

21 723

   
 

217 687 027

187 151 482

213 865 548

185 014 463

177 412 087,08

145 962 177,72

HOOFDSTUK 33 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „JUSTITIE”

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

33 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „JUSTITIE”

33 01 01

Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Justitie”

5

29 278 629

28 580 414

 

Reserves (40 01 40)

   

21 723

 
   

29 278 629

28 602 137

 

33 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Justitie”

33 01 02 01

Extern personeel

5

3 133 125

2 977 726

 

33 01 02 11

Overige beheersuitgaven

5

1 441 795

1 898 505

 

Reserves (40 01 40)

 

6 413

   
   

1 448 208

1 898 505

 
 

Artikel 33 01 02 — Subtotaal

 

4 574 920

4 876 231

 

Reserves (40 01 40)

 

6 413

   
   

4 581 333

4 876 231

 

33 01 03

Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten voor het beleidsterrein „Justitie”

5

1 969 265

2 070 940

 

33 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Justitie”

33 01 04 01

Grondrechten en burgerschap — Uitgaven voor administratief beheer

3.1

300 000

300 000

197 943,39

33 01 04 02

Maatregelen ter bestrijding van geweld (Daphne) — Uitgaven voor administratief beheer

3.1

400 000

350 000

291 543,03

33 01 04 03

Strafrecht — Uitgaven voor administratief beheer

3.1

350 000

350 000

286 764,77

33 01 04 04

Civiel recht — Uitgaven voor administratief beheer

3.1

250 000

250 000

271 687,—

33 01 04 05

Drugspreventie en -voorlichting — Uitgaven voor administratief beheer

3.1

50 000

50 000

46 404,—

33 01 04 06

Progress programma — Uitgaven voor administratief beheer

1.1

1 533 000

1 533 000

0,—

 

Artikel 33 01 04 — Subtotaal

 

2 883 000

2 833 000

1 094 342,19

 

Hoofdstuk 33 01 — Totaal

 

38 705 814

38 360 585

1 094 342,19

Reserves (40 01 40)

 

6 413

21 723

 
   

38 712 227

38 382 308

1 094 342,19

33 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein „Justitie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

33 01 01

29 278 629

28 580 414

 

Reserves (40 01 40)

 

21 723

 

Totaal

29 278 629

28 602 137

 

Toelichting

Oud artikel 18 01 01 (ten dele)

33 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven voor het beleidsterrein „Justitie”

33 01 02 01   Extern personeel

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

3 133 125

2 977 726

 

Toelichting

Oud artikel 18 01 02 01 (ten dele)

33 01 02 11   Overige beheersuitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

33 01 02 11

1 441 795

1 898 505

 

Reserves (40 01 40)

6 413

   

Totaal

1 448 208

1 898 505

 

Toelichting

Oud artikel 18 01 02 11 (ten dele)

33 01 03     Uitgaven voor materieel, meubilair en diensten voor het beleidsterrein „Justitie”

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

1 969 265

2 070 940

 

Toelichting

Oud artikel 18 01 03 (ten dele)

33 01 04     Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Justitie”

33 01 04 01   Grondrechten en burgerschap — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

300 000

300 000

197 943,39

Toelichting

Oude post 18 01 04 11

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Rechtsgronden

Zie artikel 33 02 04.

33 01 04 02   Maatregelen ter bestrijding van geweld (Daphne) — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

400 000

350 000

291 543,03

Toelichting

Former item 18 01 04 12

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie artikel 33 02 05.

33 01 04 03   Strafrecht — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

350 000

350 000

286 764,77

Toelichting

Oude post 18 01 04 13

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Rechtsgronden

Zie artikel 33 03 04.

33 01 04 04   Civiel recht — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

250 000

250 000

271 687,—

Toelichting

Oude post 18 01 04 14

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Rechtsgronden

Zie artikel 33 03 05.

33 01 04 05   Drugspreventie en -voorlichting — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

50 000

50 000

46 404,—

Toelichting

Oude post 18 01 04 15

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze post vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Zie artikel 33 04 01.

33 01 04 06   Progress programma — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

1 533 000

1 533 000

0,—

Toelichting

Oude post 04 01 04 10 (ten dele)

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de uitgaven voor technische en administratieve bijstand voor de tenuitvoerlegging van acties ter bewerkstelliging van gelijkheid tussen mannen en vrouwen en het inspelen op de bijzondere behoeften van personen met een handicap;

 

de uitgaven voor studies, vergaderingen van deskundigen, voorlichting en publicaties die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstelling van het programma of de maatregelen die onder deze begrotingslijn vallen, en alle overige uitgaven voor technische en administratieve bijstand, waarbij geen sprake is van overheidstaken, die door de Commissie is uitbesteed op basis van dienstverleningscontracten ad hoc.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, volgens dezelfde verhouding als die tussen het voor het administratieve beheer toegestane bedrag en de totale kredieten voor het programma, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Zie artikel 33 06 01.

HOOFDSTUK 33 02 — GRONDRECHTEN EN BURGERSCHAP

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

33 02

GRONDRECHTEN EN BURGERSCHAP

33 02 01

Voltooiing van maatregelen ter bestrijding van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen

3.1

p.m.

p.m.

p.m.

476 089

0,—

1 262 137,01

33 02 02

Voltooiing van de voorbereidende actie ter ondersteuning van het maatschappelijk middenveld in de nieuwe lidstaten

3.1

p.m.

p.m.

6 171,20

35 589,74

33 02 03

Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten

33 02 03 01

Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten — Bijdrage voor titels 1 en 2

3.1

13 168 151

13 168 151

14 045 000

14 045 000

14 153 102,97

14 816 352,97

33 02 03 02

Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten — Bijdrage voor titel 3

3.1

7 027 849

7 027 849

5 955 000

5 955 000

5 936 907,03

7 273 657,03

 

Artikel 33 02 03 — Subtotaal

 

20 196 000

20 196 000

20 000 000

20 000 000

20 090 010,—

22 090 010,—

33 02 04

Grondrechten en burgerschap

3.1

15 300 000

12 263 403

13 800 000

11 426 148

13 800 344,81

12 388 493,56

33 02 05

Geweldbestrijding (Daphne)

3.1

19 500 000

14 716 084

20 000 000

15 234 864

18 453 600,—

13 806 962,48

33 02 06

Europese samenwerking tussen nationale en internationale autoriteiten verantwoordelijk voor rechten van het kind en het maatschappelijk middenveld ter bevordering en verdediging van de rechten van het kind

3.1

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

86 347,32

33 02 07

Invoering op Europees niveau van een snellewaarschuwingsmechanisme voor ontvoeringen en verdwijningen van kinderen

3.1

p.m.

p.m.

280 000

0,—

492 703,67

33 02 08

Voorbereidende actie — Standaardisering van nationale wetgeving op het gebied van geweld tegen vrouwen en tegen kinderen

3.1

p.m.

p.m.

186 000

0,—

961 020,76

33 02 09

Proefproject — Pan-Europese methodologie voor de ontwikkeling van op feiten gebaseerd beleid inzake kinderrechten

3.1

p.m.

943 339

2 000 000

1 000 000

   
 

Hoofdstuk 33 02 — Totaal

 

54 996 000

48 118 826

55 800 000

48 603 101

52 350 126,01

51 123 264,54

33 02 01     Voltooiing van maatregelen ter bestrijding van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

476 089

0,—

1 262 137,01

Toelichting

Oud artikel 18 04 01

Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 293/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 januari 2000 tot vaststelling van een communautair actieprogramma (het programma Daphne) (2000-2003) betreffende preventieve maatregelen ter bestrijding van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen (PB L 34 van 9.2.2000, blz. 1).

Besluit nr. 803/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 tot vaststelling van een communautair actieprogramma (2004-2008) ter voorkoming en bestrijding van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen en ter bescherming van slachtoffers en risicogroepen (Daphne II-programma) (PB L 143 van 30.4.2004, blz. 1).

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

33 02 02     Voltooiing van de voorbereidende actie ter ondersteuning van het maatschappelijk middenveld in de nieuwe lidstaten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

6 171,20

35 589,74

Toelichting

Oud artikel 18 04 04

Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

33 02 03     Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten

33 02 03 01   Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten — Bijdrage voor titels 1 en 2

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 168 151

13 168 151

14 045 000

14 045 000

14 153 102,97

14 816 352,97

Toelichting

Oude post 18 04 05 03

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en personeelsuitgaven van het Bureau (titels 1 en 2).

Het Bureau moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van de financiële kaderregeling voor de in artikel 185 van het Financieel Reglement bedoelde organen worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

De personeelsformatie van het Bureau is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).

Verordening (EG) nr. 168/2007 trad op 1 maart 2007 in werking. Op deze datum werd het Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat omgevormd tot het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten, dat de rechtsopvolger van het Waarnemingscentrum werd, waarbij het alle juridische rechten en verplichtingen en financiële verplichtingen en arbeidsovereenkomsten van het Waarnemingscentrum overnam, zoals in artikel 23, lid 4, van Verordening (EG) nr. 168/2007 werd vastgesteld.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1035/97 van de Raad van 2 juni 1997 houdende oprichting van een Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat (PB L 151 van 10.6.1997, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 168/2007 van de Raad van 15 februari 2007 tot oprichting van een Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (PB L 53 van 22.2.2007, blz. 1).

33 02 03 02   Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten — Bijdrage voor titel 3

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

7 027 849

7 027 849

5 955 000

5 955 000

5 936 907,03

7 273 657,03

Toelichting

Oude post 18 04 05 04

Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven (titel 3) van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten, dat ten doel heeft de betrokken instellingen van de Unie en de autoriteiten van de lidstaten wanneer zij het recht van de Unie ten uitvoer brengen, bijstand en expertise te verlenen op het gebied van de grondrechten, om hen te helpen de grondrechten volledig te eerbiedigen wanneer zij op hun respectieve bevoegdheidsgebieden maatregelen nemen of acties ontwerpen.

Van het Bureau kan worden verwacht dat het de volgende operationele doelstellingen nastreeft/taken uitvoert:

 

verlening van bijstand aan de instellingen van de Unie en aan de lidstaten;

 

bevordering van de netwerkvorming tussen de belanghebbenden en van de dialoog op Europees niveau;

 

bevordering en verspreiding van informatie en van bewustmakingsactiviteiten om meer bekendheid te geven aan de grondrechten;

 

doeltreffende werking van de beheersstructuur en uitvoering van acties.

Het Bureau moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke overdracht van kredieten tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van de financiële kaderregeling voor de in artikel 185 van het Financieel Reglement bedoelde organen worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement) die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Verordening (EG) nr. 168/2007 trad op 1 maart 2007 in werking. Op deze datum werd het Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat omgevormd tot het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten, dat de rechtsopvolger van het Waarnemingscentrum werd, waarbij het alle juridische rechten en verplichtingen en financiële verplichtingen en arbeidsovereenkomsten van het Waarnemingscentrum overnam, zoals in artikel 23, lid 4, van Verordening (EG) nr. 168/2007 werd vastgesteld.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2012 in totaal 20 196 000 EUR.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1035/97 van de Raad van 2 juni 1997 houdende oprichting van een Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat (PB L 151 van 10.6.1997, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 168/2007 van de Raad van 15 februari 2007 tot oprichting van een Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (PB L 53 van 22.2.2007, blz. 1).

33 02 04     Grondrechten en burgerschap

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

15 300 000

12 263 403

13 800 000

11 426 148

13 800 344,81

12 388 493,56

Toelichting

Oud artikel 18 04 06

Dit krediet dient ter ondersteuning van de volgende gebieden:

 

bevordering van de totstandbrenging van een Europese samenleving die is gegrondvest op eerbiediging van de grondrechten, welke zijn neergelegd in artikel 6 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, waaronder de rechten die uit het burgerschap van de Unie voortvloeien;

 

versterking van het maatschappelijk middenveld en aanmoediging van een open, transparante en regelmatige dialoog met het maatschappelijk middenveld over de grondrechten;

 

bestrijding van racisme, vreemdelingenhaat, Roma-haat en antisemitisme en bevordering van een beter interreligieus en intercultureel begrip en een grotere verdraagzaamheid in de gehele Unie;

 

de contacten, de uitwisseling van informatie en het netwerken tussen gerechtelijke en bestuurlijke autoriteiten en beoefenaars van juridische beroepen verbeteren, onder meer door steun te verlenen voor justitiële opleiding, met het oog op meer wederzijds begrip tussen deze autoriteiten en beroepsbeoefenaars.

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van de volgende maatregelen:

 

specifieke acties van de Commissie, zoals studies en onderzoek; opiniepeilingen en onderzoeken; de vaststelling van indicatoren en gemeenschappelijke methodologieën; verzameling, ontwikkeling en verspreiding van gegevens en statistieken; seminars, conferenties en vergaderingen van deskundigen; op het publiek gerichte campagnes en evenementen; ontwikkeling en onderhoud van websites; het opstellen en verspreiden van voorlichtingsmateriaal; ondersteuning en beheer van netwerken van nationale deskundigen; analyse, toezicht en evaluatie;

 

specifieke transnationale projecten in het belang van de Unie die door ten minste drie lidstaten worden ingediend volgens de in de jaarlijkse werkprogramma’s uiteengezette voorwaarden;

 

ondersteuning van de activiteiten van niet-gouvernementele organisaties of andere entiteiten die overeenkomstig de algemene doelstellingen van het programma een doel van algemeen belang nastreven, volgens de in de jaarlijkse programma’s uiteengezette voorwaarden, met inbegrip van netwerkactiviteiten van niet-gouvernementele organisaties ter bevordering van de rechten van kinderen;

 

exploitatiesubsidies voor de medefinanciering van uitgaven in verband met het permanente werkprogramma van de Conferentie van de Europese Constitutionele Hoven en van de Vereniging van de Raden van State en van de Hoge Administratieve Rechtscolleges van de Europese Unie, die gegevensbanken bijhoudt met een pan-Europese verzameling van nationale uitspraken die verband houden met de uitvoering van het uniale recht, voor zover met de uitgaven een doelstelling van algemeen Europees belang wordt nagestreefd middels een uitwisseling van ideeën en ervaringen over de rechtspraak, de organisatie en de werkwijze van de leden bij de uitoefening van hun justitiële en/of adviserende taken met betrekking tot het uniale recht.

Tevens dient dit krediet ter dekking van een bewustmakingscampagne over de uniale wetgeving ter bestrijding van discriminatie.

Dit krediet dient tevens ter bevordering en ondersteuning van uniale acties betreffende de omstandigheden van detentie, naar aanleiding van de vervallen staat van een groot aantal penitentiaire inrichtingen in de lidstaten en de zware omstandigheden waar gedetineerden in moeten leven, ten dele als gevolg van overbevolking.

Het dient bijgevolg eveneens ter financiering van:

 

de bundeling van beste praktijken van publieke, private en non-profitorganisaties in de lidstaten die in deze sector actief zijn;

 

ondersteunende maatregelen (zoals vergelijkende studies in de Unie) voor acties van de Unie in deze uiterst belangrijke sector, overeenkomstig de door de Commissie te nemen maatregelen (indiening op 14 juni 2011 van een Groenboek over de toepassing van EU-strafwetgeving op het gebied van detentie), zoals vastgesteld in het Actieplan van Stockholm.

Rechtsgronden

Besluit 2007/252/EG van de Raad van 19 april 2007 tot vaststelling van het specifieke programma Grondrechten en burgerschap voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Grondrechten en justitie (PB L 110 van 27.4.2007, blz. 33).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 6 april 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma met betrekking tot de grondrechten en justitie voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 122).

33 02 05     Geweldbestrijding (Daphne)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

19 500 000

14 716 084

20 000 000

15 234 864

18 453 600,—

13 806 962,48

Toelichting

Oud artikel 18 04 07

Dit krediet dient ter ondersteuning van de volgende gebieden:

 

bijdragen tot de bescherming van kinderen, jongeren en vrouwen tegen alle vormen van geweld, en een hoog niveau van gezondheidsbescherming, welzijn en sociale samenhang bereiken;

 

bijdragen, met name als het gaat om kinderen, jongeren en vrouwen, tot de ontwikkeling van uniale beleidsmaatregelen en meer in het bijzonder tot die welke verband houden met de volksgezondheid, mensenrechten en gelijkheid van mannen en vrouwen, de bescherming van de kinderrechten en de strijd tegen gedwongen abortus, gedwongen sterilisatie, abortus volgens het geslacht, genitale verminking bij vrouwen, gedwongen huwelijken, mensenhandel en seksuele uitbuiting.

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van de volgende maatregelen:

 

specifieke acties van de Commissie, zoals studies en onderzoek; opiniepeilingen en onderzoeken; de vaststelling van indicatoren en gemeenschappelijke methodologieën; verzameling, ontwikkeling en verspreiding van gegevens en statistieken; seminars, conferenties en vergaderingen van deskundigen; op het publiek gerichte campagnes en evenementen; ontwikkeling en onderhoud van websites; het opstellen en verspreiden van voorlichtingsmateriaal; ondersteuning en beheer van netwerken van nationale deskundigen; analyse, toezicht en evaluatie;

 

specifieke transnationale projecten in het belang van de Unie die door ten minste drie lidstaten worden ingediend, volgens de in de jaarlijkse werkprogramma’s uiteengezette voorwaarden, of

 

ondersteuning van de activiteiten van niet-gouvernementele organisaties of andere entiteiten die overeenkomstig de algemene doelstellingen van het programma een doel van algemeen Europees belang nastreven, volgens de in de jaarlijkse werkprogramma’s uiteengezette voorwaarden;

 

bescherming van kinderen, jongeren en vrouwen tegen, en voorkoming van alle vormen van geweld en commerciële seksuele uitbuiting, handel en andere vormen van misbruik, bijvoorbeeld genitale verminking van vrouwen, geweld op scholen en jeugdcriminaliteit, alsook de bevordering van de maatschappelijke herintegratie van slachtoffers van dergelijke vormen van misbruik;

 

opzetten van voorlichtingscampagnes ter bestrijding van pedofilie, mensenhandel, seksuele uitbuiting, gedwongen abortus, genitale verminking bij vrouwen, gedwongen sterilisatie en gedwongen huwelijken, en ter voorkoming van jeugdcriminaliteit;

 

bevordering van het creëren van instrumenten om in alle lidstaten volgens dezelfde procedures aangifte te kunnen doen van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen, alsmede vormen van vrouwenhandel met het oog op seksuele uitbuiting;

 

proefprojecten en subsidies voor organisaties die, als onderdeel van activiteiten ter bescherming van kinderen en ter bestrijding van pedofilie op het internet, betrokken zijn bij de ontwikkeling en/of uitvoering van maatregelen ter voorkoming van het op het internet plaatsen van materiaal of beeldmateriaal dat betrekking heeft op kinderporno of inbreuk maakt op de menselijke waardigheid;

 

uitwisseling van beste praktijken inzake acties naar aanleiding van geweld op scholen, maatregelen ter voorkoming en bestrijding van jeugdcriminaliteit, steun voor relevante initiatieven van ngo's en grensoverschrijdende samenwerking, proefprojecten op lokaal en regionaal niveau en netwerken van autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de behandeling van gevallen van jeugdcriminaliteit.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de deelneming van kandidaat-lidstaten en in voorkomend geval van potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan aan uniale programma’s en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit nr. 779/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 tot vaststelling van een specifiek programma ter voorkoming en bestrijding van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen en ter bescherming van slachtoffers en risicogroepen voor de periode 2007-2013 (het Daphne III-programma) als onderdeel van het algemene programma Grondrechten en justitie (PB L 173 van 3.7.2007, blz. 19).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 6 april 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma met betrekking tot de grondrechten en justitie voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 122).

33 02 06     Europese samenwerking tussen nationale en internationale autoriteiten verantwoordelijk voor rechten van het kind en het maatschappelijk middenveld ter bevordering en verdediging van de rechten van het kind

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

86 347,32

Toelichting

Oud artikel 18 04 08

Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen.

De voor deze actie bedoelde kredieten dienen voor de tenuitvoerlegging van de uniale strategie voor de rechten van het kind, overeenkomstig de mededeling van de Commissie „Naar een EU-strategie voor de rechten van het kind” (COM(2006) 367), zoals:

 

coördinatie van binnen de Unie genomen maatregelen ter bestrijding van kinderarmoede;

 

rechtstreekse maatregelen ter voorkoming van sociale uitsluiting van kinderen, smokkel van kinderen en kinderporno op het internet.

Deze kredieten kunnen tevens worden gebruikt voor voorbereidende acties met bovenstaande doelen.

Rechtsgronden

Mededeling van de Commissie van 4 juli 2006: „Naar een EU-strategie voor de rechten van het kind” (COM(2006) 367).

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

33 02 07     Invoering op Europees niveau van een snellewaarschuwingsmechanisme voor ontvoeringen en verdwijningen van kinderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

280 000

0,—

492 703,67

Toelichting

Oud artikel 18 04 09

Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen.

Dit artikel dient ter invoering in heel de Unie van een mechanisme bekend onder de naam „Amber Alert” (in gebruik in de Verenigde Staten van Amerika en in Griekenland) en „Alerte-Enlèvement” (in Frankrijk), daarbij de noodzaak van internationale koppeling benadrukkend.

Na het succesvolle gebruik, in Frankrijk en Griekenland (en tevens in de VS en Canada), van systemen om het publiek te waarschuwen in gevallen van ontvoering (en/of verdwijning) van kinderen en bij ernstige bedreigingen voor de gezondheid of het leven van kinderen, wil de Commissie de lidstaten helpen bij het invoeren van gelijksoortige mechanismen. Mits alle lidstaten dergelijke mechanismen invoeren en communicatiekanalen worden ingericht, zal het oplossen van grensoverschrijdende gevallen mogelijk en eenvoudiger worden.

Dit artikel dient ter financiering van de aanvullende kosten die verbonden kunnen zijn aan het invoeren van dit mechanisme. Typische kosten zijn bijvoorbeeld kosten voor het opzetten van altijd bereikbare contactpunten, gratis telefoonnummers en IT-netwerken.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

33 02 08     Voorbereidende actie — Standaardisering van nationale wetgeving op het gebied van geweld tegen vrouwen en tegen kinderen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

186 000

0,—

961 020,76

Toelichting

Oud artikel 18 04 10

Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen.

Dit krediet dient ter financiering van een voorbereidende actie van de Unie ter bevordering van preventieve maatregelen ter bestrijding van geweld tegen kinderen en jongeren van beide geslachten en tegen vrouwen, met het oog op het standaardiseren van nationale wetgeving op dit gebied. Doelen van de actie zijn:

 

analyse van de huidige nationale wetgeving op het gebied van geweld tegen vrouwen, met aandacht voor alle soorten geweld: huiselijk geweld, seksueel geweld, prostitutie en smokkel, genitale verminking bij vrouwen en eerwraak;

 

analyse van tekortkomingen bij de toepassing van wetgeving inzake geweld tegen vrouwen in elke lidstaat;

 

uitvoering van het proces van harmonisering van de wetgeving op Europees niveau inzake geweld tegen vrouwen door het voorstellen van bepalingen ter vermindering van het geweld tegen vrouwen binnen de Unie.

Rechtsgronden

Voorbereidende actie in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

33 02 09     Proefproject — Pan-Europese methodologie voor de ontwikkeling van op feiten gebaseerd beleid inzake kinderrechten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

943 339

2 000 000

1 000 000

   

Toelichting

Oud artikel 18 04 11

Op uniaal niveau bestaan er ernstige tekortkomingen en belemmeringen met betrekking tot het vergaren van betrouwbare en vergelijkbare statistieken inzake kinderen. Daarom moet een methodologie ontwikkeld worden voor het opstellen van indicatoren die specifiek betrekking hebben op kinderen.

Doel van het proefproject is:

 

bijeenbrengen van statistieken en beste praktijken met betrekking tot kinderen:

 

de uitwisseling van informatie bevorderen, beste praktijken vastleggen en een overzicht publiceren van de stand van zaken in de 27 lidstaten;

 

oprichting van een kennisbasis inzake kinderrechten, die instellingen van de Unie en lidstaten in staat moet stellen hun beleid aan te passen aan de hand van gedeelde knowhow;

 

analyseren van de huidige wetgeving van de lidstaten op het gebied van de bescherming van kinderrechten;

 

opstelling van indicatoren (kwantitatieve en kwalitatieve) en benchmarks, teneinde de vergelijkbaarheid, objectiviteit en betrouwbaarheid van gegevens inzake kinderen op Europees niveau te verbeteren, met name op het gebied van:

 

armoede en sociale uitsluiting van kinderen;

 

mishandeling en seksuele uitbuiting van kinderen en kinderporno;

 

huiselijk geweld;

 

sekstoerisme;

 

internationale ontvoering van kinderen ten gevolge van conflicten tussen ouders;

 

kinderen met een handicap: beleidsmaatregelen ter ondersteuning van handicaps en ernstige aandoeningen;

 

smokkel van kinderen;

 

discriminatie op grond van geslacht (genitale verminking bij vrouwen, eerwraak, gedwongen huwelijken);

 

eetstoornissen;

 

verslaving (alcohol, tabak, drugs, medicijnen);

 

vermiste kinderen;

 

niet-begeleide minderjarigen;

 

risico’s verbonden aan gedrags- en psychologische aspecten van het gebruik van nieuwe technologieën;

 

jeugdcriminaliteit;

 

betrekken en raadplegen van kinderen:

 

ontwikkeling van een methodologie voor betrokkenheid en raadpleging op Europees en nationaal niveau waarmee a) kinderen kunnen worden gehoord en b) een constructieve en doeltreffende betrokkenheid van kinderen bij besluiten die hen betreffen wordt gegarandeerd, zoals bepaald in artikel 12 van het Verdrag van de Verenigde Naties voor de rechten van het kind;

 

ontwikkeling van kindvriendelijke communicatie- en informatiesystemen voor de bekendmaking van uniale maatregelen op een wijze die is aangepast aan een jonger publiek.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

HOOFDSTUK 33 03 — JUSTITIE IN STRAFRECHTELIJKE EN BURGERLIJKE ZAKEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

33 03

JUSTITIE IN STRAFRECHTELIJKE EN BURGERLIJKE ZAKEN

33 03 01

Voltooiing van bestaande programma’s voor justitiële samenwerking in burgerlijke zaken

3.1

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

33 03 02

Eurojust

33 03 02 01

Eurojust — Bijdrage voor titels 1 en 2

3.1

23 447 325

23 447 325

21 998 698

21 998 698

21 869 637,—

21 869 637,—

33 03 02 02

Eurojust — Bijdrage voor titel 3

3.1

8 222 675

8 222 675

7 777 042

7 777 042

8 293 583,—

8 293 583,—

 

Artikel 33 03 02 — Subtotaal

 

31 670 000

31 670 000

29 775 740

29 775 740

30 163 220,—

30 163 220,—

33 03 04

Strafrecht

3.1

26 950 000

18 017 770

26 500 000

16 948 786

26 000 000,—

16 538 403,02

33 03 05

Civiel recht

3.1

16 100 000

9 433 387

15 700 000

9 521 790

15 498 419,92

7 704 712,70

33 03 06

Proefproject — Effectbeoordeling van wetgevingsmaatregelen in het verbintenissenrecht

3.1

p.m.

400 000

p.m.

p.m.

1 000 000,—

74 838,—

33 03 07

Proefproject — Snelle en doeltreffende inning van openstaande vorderingen ten behoeve van internationaal opererende kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s)

3.1

2 000 000

1 500 000

1 000 000

500 000

   

33 03 08

Proefproject — Europese justitiële opleiding

3.1

1 500 000

750 000

       
 

Hoofdstuk 33 03 — Totaal

 

78 220 000

61 771 157

72 975 740

56 746 316

72 661 639,92

54 481 173,72

33 03 01     Voltooiing van bestaande programma’s voor justitiële samenwerking in burgerlijke zaken

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Oud artikel 18 06 01

Dit krediet dient ter dekking van eerdere vastleggingen.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1496/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een actieprogramma ter verbetering van de bekendheid van de juridische beroepskringen met het Gemeenschapsrecht (Robert Schuman-actie) (PB L 196 van 14.7.1998, blz. 24).

Verordening (EG) nr. 290/2001 van de Raad van 12 februari 2001 tot verlenging van het stimulerings- en uitwisselingsprogramma voor beoefenaars van juridische beroepen op civielrechtelijk gebied (Grotius — civiel) (PB L 43 van 14.2.2001, blz. 1).

Beschikking 2001/470/EG van de Raad van 28 mei 2001 betreffende de oprichting van een Europees justitieel netwerk in burgerlijke en handelszaken (PB L 174 van 27.6.2001, blz. 25).

Verordening (EG) nr. 743/2002 van de Raad van 25 april 2002 tot vaststelling van een algemeen communautair kader voor activiteiten ter vergemakkelijking van de justitiële samenwerking in burgerlijke zaken (PB L 115 van 1.5.2002, blz. 1).

Besluit 2004/100/EG van de Raad van 26 januari 2004 tot instelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van actief Europees burgerschap („civic participation”) (PB L 30 van 4.2.2004, blz. 6).

33 03 02     Eurojust

33 03 02 01   Eurojust — Bijdrage voor titels 1 en 2

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

23 447 325

23 447 325

21 998 698

21 998 698

21 869 637,—

21 869 637,—

Toelichting

Oude post 18 06 04 01

Dit krediet dient ter dekking van de administratieve en de personeelsuitgaven van Eurojust (titels 1 en 2).

Eurojust moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van de financiële kaderregeling voor de in artikel 185 van het Financieel Reglement bedoelde organen worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

De personeelsformatie van Eurojust is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).

Rechtsgronden

Besluit 2002/187/JBZ van de Raad van 28 februari 2002 betreffende de oprichting van Eurojust teneinde de strijd tegen ernstige vormen van criminaliteit te versterken (PB L 63 van 6.3.2002, blz. 1).

33 03 02 02   Eurojust — Bijdrage voor titel 3

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

8 222 675

8 222 675

7 777 042

7 777 042

8 293 583,—

8 293 583,—

Toelichting

Oude post 18 06 04 02

Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van Eurojust met betrekking tot het werkprogramma (titel 3).

Eurojust moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen administratieve en beleidsuitgaven.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van de financiële kaderregeling voor de in artikel 185 van het Financieel Reglement bedoelde organen worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de staat van ontvangsten.

De bijdrage van de Unie bedraagt voor 2012 in totaal 32 967 000 EUR. Aan het in de begroting opgenomen bedrag van 31 670 000 EUR is een bedrag van 1 297 000 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten toegevoegd.

Rechtsgronden

Besluit 2002/187/JBZ van de Raad van 28 februari 2002 betreffende de oprichting van Eurojust teneinde de strijd tegen ernstige vormen van criminaliteit te versterken (PB L 63 van 6.3.2002, blz. 1).

33 03 04     Strafrecht

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

26 950 000

18 017 770

26 500 000

16 948 786

26 000 000,—

16 538 403,02

Toelichting

Oud artikel 18 06 06

Dit krediet dient ter ondersteuning van de volgende gebieden:

 

bevordering van de justitiële samenwerking, om bij te dragen aan de totstandbrenging van een ware Europese rechtsruimte in strafzaken die is gebaseerd op wederzijdse erkenning en wederzijds vertrouwen;

 

bevordering van de wederzijdse erkenning van gerechtelijke instrumenten in de lidstaten, in het bijzonder bevelen tot inbeslagneming en confiscatie van activa die het resultaat zijn van illegale activiteiten van de georganiseerde misdaad, rekening houdend met de aanbevelingen van het Europees Parlement;

 

bevordering van de aanpassing van de bestaande rechtsstelsels van de lidstaten aan de Unie, die een gebied zonder grenscontroles en met één munt is, waarin het vrije verkeer van personen, diensten, goederen en kapitaal is gewaarborgd;

 

verbetering van het dagelijkse leven van burgers en bedrijven door deze in staat te stellen hun rechten in de gehele Unie te doen gelden, met name door de toegang tot de rechter te vergemakkelijken;

 

verbetering van de contacten tussen justitiële en administratieve autoriteiten en beoefenaars van juridische beroepen en bevordering van de opleiding van de leden van de rechterlijke macht.

Dit krediet dient in het bijzonder ter financiering van de volgende maatregelen:

 

specifieke acties van de Commissie, zoals studies en onderzoek, de ontwikkeling en implementatie van specifieke projecten (bijv. het opzetten van een geautomatiseerd systeem voor de uitwisseling van informatie uit strafregisters); opiniepeilingen en onderzoeken; de vaststelling van indicatoren en gemeenschappelijke methodologieën; verzameling, ontwikkeling en verspreiding van gegevens en statistieken; seminars, conferenties en vergaderingen van deskundigen; op het publiek gerichte campagnes en evenementen; ontwikkeling en onderhoud van websites; het opstellen en verspreiden van voorlichtingsmateriaal; ondersteuning en beheer van netwerken van nationale deskundigen; analyse, toezicht en evaluatie;

 

specifieke transnationale projecten in het belang van de Unie die door ten minste drie lidstaten worden ingediend, volgens de in de jaarlijkse werkprogramma’s uiteengezette voorwaarden;

 

ondersteuning van de activiteiten van niet-gouvernementele organisaties of andere entiteiten die overeenkomstig de algemene doelstellingen van het programma een doel van algemeen belang nastreven, volgens de in de jaarlijkse programma’s uiteengezette voorwaarden;

 

exploitatiesubsidies ter medefinanciering van de uitgaven in verband met het permanente werkprogramma van het Europese netwerk voor justitiële opleiding, dat op het gebied van de opleiding van magistraten een doelstelling van algemeen Europees belang nastreeft.

Een deel van dit krediet dient tevens ter dekking van een project voor het oprichten van een orgaan van Europese strafpleiters (Eurorights). Het orgaan zou de functie van ombudsman moeten vervullen om de problemen te onderzoeken waarmee de verdediging wordt geconfronteerd in de context van de Europese politiële en justitiële samenwerking.

Rechtsgronden

Besluit 2007/126/JBZ van de Raad van 12 februari 2007 tot vaststelling van het specifieke programma Strafrecht voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Grondrechten en justitie (PB L 58 van 24.2.2007, blz. 13).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 6 april 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma met betrekking tot de grondrechten en justitie voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 122).

33 03 05     Civiel recht

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

16 100 000

9 433 387

15 700 000

9 521 790

15 498 419,92

7 704 712,70

Toelichting

Oud artikel 18 06 07

Dit krediet dient ter ondersteuning van de volgende gebieden:

 

bevordering van de justitiële samenwerking om bij te dragen aan de totstandbrenging van een ware Europese rechtsruimte in burgerlijke zaken, die is gebaseerd op wederzijdse erkenning en wederzijds vertrouwen;

 

bevordering van het wegnemen van de hinderpalen voor een goed verloop van grensoverschrijdende civielrechtelijke procedures in de lidstaten;

 

verbetering van het dagelijkse leven van burgers en bedrijven door deze in staat te stellen hun rechten in de gehele Unie te doen gelden, met name door de toegang tot de rechter te vergemakkelijken;

 

verbetering van de contacten, de uitwisseling van informatie en de netwerken tussen justitiële, gerechtelijke en bestuurlijke autoriteiten en beoefenaars van juridische beroepen, onder meer door steun te verlenen voor de justitiële opleiding, met het oog op meer wederzijds begrip onder deze autoriteiten en beroepsbeoefenaars.

Dit krediet dient in het bijzonder ter dekking van de volgende maatregelen:

 

specifieke acties van de Commissie, zoals studies en onderzoek; opiniepeilingen en onderzoeken; de vaststelling van indicatoren en gemeenschappelijke methodologieën; verzameling, ontwikkeling en verspreiding van gegevens en statistieken; seminars, conferenties en vergaderingen van deskundigen; op het publiek gerichte campagnes en evenementen; ontwikkeling en onderhoud van websites; het opstellen en verspreiden van voorlichtingsmateriaal; ondersteuning en beheer van netwerken van nationale deskundigen; analyse, toezicht en evaluatie;

 

specifieke transnationale projecten in het belang van de Unie die door ten minste drie lidstaten worden ingediend, volgens de in de jaarlijkse werkprogramma’s uiteengezette voorwaarden;

 

ondersteuning van de activiteiten van niet-gouvernementele organisaties of andere entiteiten die overeenkomstig de algemene doelstellingen van het programma een doel van algemeen belang nastreven, volgens de in de jaarlijkse programma’s uiteengezette voorwaarden;

 

exploitatiesubsidies ten behoeve van de medefinanciering van uitgaven in verband met het permanente werkprogramma van het Europees netwerk van de Raden voor de rechtspraak en van het netwerk van voorzitters van de Hoge Rechtscolleges van de Europese Unie, voor zover met die uitgaven een doelstelling van algemeen Europees belang wordt nagestreefd, door de uitwisseling te bevorderen van ideeën en ervaringen over de rechtspraak, de organisatie en de werkwijze van de leden bij de uitoefening van hun justitiële en/of adviserende taken, met name met betrekking tot het uniale recht;

 

maatregelen ter ondersteuning van het opzetten van online testamentenregisters voor de lidstaten die beschikken over een testamentenregister, of die hierover willen beschikken.

Rechtsgronden

Beschikking 2001/470/EG van de Raad van 28 mei 2001 betreffende de oprichting van een Europees justitieel netwerk in burgerlijke en handelszaken (PB L 174 van 27.6.2001, blz. 25).

Besluit nr. 1149/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 september 2007 tot vaststelling van het specifieke programma Civiel recht voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Grondrechten en justitie (PB L 257 van 3.10.2007, blz. 16).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 6 april 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma met betrekking tot de grondrechten en justitie voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 122).

33 03 06     Proefproject — Effectbeoordeling van wetgevingsmaatregelen in het verbintenissenrecht

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

400 000

p.m.

p.m.

1 000 000,—

74 838,—

Toelichting

Oud artikel 18 06 09

Dit krediet is bestemd voor de financiering van de volgende maatregelen:

 

uitvoering van een juridische en economische effectbeoordeling van wetgevingsmaatregelen in het verbintenissenrecht;

 

onderzoek en ontwikkeling van het gemeenschappelijk referentiekader (Common frame of Reference — CFR) en andere academische werkzaamheden op het gebied van Europees verbintenissenrecht.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

33 03 07     Proefproject — Snelle en doeltreffende inning van openstaande vorderingen ten behoeve van internationaal opererende kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 000 000

1 500 000

1 000 000

500 000

   

Toelichting

Oud artikel 18 06 10

Dit krediet is bestemd om de financiële situatie van kmo's die in hun lidstaat van vestiging en grensoverschrijdend actief zijn te verbeteren door hen te helpen bij het beheren en innen van uitstaande vorderingen. De kmo’s worden geholpen bij het optimaliseren van hun bedrijfsvoering door een verbeterde toegang tot en verspreiding van informatie op het gebied van instrumenten en opties voor krediet- en vorderingenbeheer. Tevens moeten het gebruik, het begrip en de bewustwording van de beschikbare rechtsinstrumenten worden verbeterd. In dit proefproject zullen door middel van meertalige op de praktijk gebaseerde richtsnoeren het onderwerp en de methodologie van krediet- en vorderingenbeheer worden geïntroduceerd en de toepassing worden uitgelegd van de bestaande rechtsinstrumenten op de nationale en grensoverschrijdende inning van schuldvorderingen (Verordening (EG) nr. 1896/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure (PB L 399 van 30.12.2006, blz. 1), Verordening (EG) nr. 861/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 tot vaststelling van een Europese procedure voor geringe vorderingen (PB L 199 van 31.7.2007, blz. 1), Verordening (EG) nr. 805/2004 van het Europees parlement en de Raad van 21 april 2004 tot invoering van een Europese executoriale titel voor niet-betwiste schuldvorderingen (PB L 143 van 30.4.2004, blz. 15), Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PB L 12 van 16.1.2001, blz. 1) enz.). Bovendien worden decentraal in heel Europa evenementen georganiseerd, bijvoorbeeld via de netwerken van kamers van koophandel en industrie, organisaties die kmo's vertegenwoordigen of andere faciliteiten voor handelsbevordering, om kmo’s informatie te bieden inzake het krediet- en vorderingenbeheer en de beschikbare rechtsinstrumenten.

In 2012 zullen de initiatieven om de kmo's te informeren over krediet- en vorderingenbeheer en de daarvoor beschikbare rechtsinstrumenten worden voortgezet en uitgebreid. Ook zullen er initiatieven worden genomen ten behoeve van studenten die beroepsopleidingsprogramma’s volgen en zullen er onderwijsmodules worden opgezet waarvan de inhoud geïntegreerd en gebruikt kan worden in voortgezette beroepsopleiding en voortgezette cursussen voor jonge ondernemers. Daarnaast worden er bewustmakingscampagnes gelanceerd om de aandacht te vestigen op het krediet- en vorderingenbeheer en om de kmo's vertrouwd te maken met nationale en uniale rechtsinstrumenten en de door het eJustice-portaal geboden mogelijkheden. Een en ander wordt ondersteund door de verspreiding van meertalige, op de praktijk gebaseerde richtsnoeren waarin het thema en de methoden van krediet- en vorderingenbeheer worden ingeleid en de toepassing van de bestaande rechtsinstrumenten voor het innen van vorderingen wordt uitgelegd. Bovendien wordt dit proefproject uitgebreid tot kmo's die in hun lidstaat van vestiging opereren.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

33 03 08     Proefproject — Europese justitiële opleiding

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 500 000

750 000

       

Toelichting

Een specifiek proefproject voor justitiële opleiding kan bijdragen aan het bereiken van de doelstelling van het ontwikkelen van een Europese justitiële cultuur, zoals aangegeven in het Stockholm-programma en een aantal resoluties van het Europees Parlement in 2009 en 2010. De middelen voor dit proefproject zullen dienen om een bijdrage te leveren aan:

 

de vaststelling van beste praktijken voor de opleiding van rechters, aanklagers en juristen op het gebied van nationale rechtssystemen en -tradities, alsmede van uniaal recht;

 

de vaststelling van beste praktijken om opleidingen op het gebied van uniaal recht en van nationale rechtsstelsels en -tradities toegankelijk te maken voor rechters, aanklagers en juristen op lokaal niveau, en de bevordering van de dialoog en coördinatie tussen rechters en aanklagers in de Unie;

 

de bevordering van de uitwisseling van deze beste praktijken tussen de aanbieders van justitiële opleiding in de Unie en de verspreiding ervan in de hele Unie;

 

de verbetering van de samenwerking tussen het Europees netwerk voor justitiële opleiding en de nationale instellingen voor justitiële opleiding met aanbieders van justitiële opleiding, zoals de Academie voor Europees recht, en met beroepsorganisaties op Europees niveau, zoals het Europees netwerk van de Raden voor de rechtspraak, het netwerk van voorzitters van de Hoge Rechtscolleges, de Vereniging van de Raden van State en van de Hoge Administratieve Rechtscolleges en het Eurojustitie-netwerk van Europese procureurs-generaal.

Het proefproject zou kunnen worden gecoördineerd door ten minste drie nationale justitiële opleidingsinstellingen, in samenwerking met ten minste één Europese justitiële opleidingsinstelling.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

HOOFDSTUK 33 04 — DRUGSPREVENTIE EN -VOORLICHTING

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

33 04

DRUGSPREVENTIE EN -VOORLICHTING

33 04 01

Drugspreventie en -voorlichting

3.1

3 000 000

2 830 016

4 000 000

3 113 625

3 075 600,—

2 158 904,13

 

Hoofdstuk 33 04 — Totaal

 

3 000 000

2 830 016

4 000 000

3 113 625

3 075 600,—

2 158 904,13

33 04 01     Drugspreventie en -voorlichting

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 000 000

2 830 016

4 000 000

3 113 625

3 075 600,—

2 158 904,13

Toelichting

Oud artikel 18 07 03

Dit krediet dient ter ondersteuning van de volgende gebieden:

 

voorkoming en beperking van drugsgebruik, verslaving en drugsgerelateerde schade;

 

bijdragen tot de verbetering van de voorlichting over drugsgebruik;

 

de uitvoering van de uniale drugsstrategie ondersteunen.

Dit krediet dient in het bijzonder ter dekking van de volgende maatregelen:

 

specifieke acties van de Commissie, zoals studies en onderzoek; opiniepeilingen en onderzoeken; de vaststelling van indicatoren en gemeenschappelijke methodologieën; verzameling, ontwikkeling en verspreiding van gegevens en statistieken; seminars, conferenties en vergaderingen van deskundigen; op het publiek gerichte campagnes en evenementen; ontwikkeling en onderhoud van websites; het opstellen en verspreiden van voorlichtingsmateriaal; ondersteuning en beheer van netwerken van nationale deskundigen; analyse, toezicht en evaluatie, of

 

specifieke transnationale projecten in het belang van de Unie die door ten minste twee lidstaten of ten minste een lidstaat en een andere staat, die een toetredings- of kandidaat-land is, worden ingediend, volgens de in het jaarlijkse werkprogramma uiteengezette voorwaarden, of

 

ondersteuning van de activiteiten van niet-gouvernementele organisaties of andere entiteiten die overeenkomstig de algemene doelstellingen van het programma een doel van algemeen belang nastreven, volgens de in de jaarlijkse programma’s uiteengezette voorwaarden;

 

initiatieven op het gebied van voorkoming en beperking van drugsgebruik en strategische activiteiten ter bestrijding van andere drugsgerelateerde verslavingen.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1150/2007/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 september 2007 tot vaststelling van het specifieke programma Drugspreventie en -voorlichting voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma Grondrechten en justitie (PB L 257 van 3.10.2007, blz. 23).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie van 6 april 2005 aan de Raad en het Europees Parlement tot vaststelling van een kaderprogramma met betrekking tot de grondrechten en justitie voor de periode 2007-2013 (COM(2005) 122 definitief).

HOOFDSTUK 33 05 — BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

33 05

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE

33 05 01

Prince — Ruimte van vrijheid, veiligheid en recht

3.1

2 800 000

2 377 214

2 700 000

2 285 230

2 133 098,43

2 113 263,46

33 05 02

Evaluatie en effectbeoordeling

3.1

600 000

377 335

550 000

380 871

564 563,78

643 327,98

 

Hoofdstuk 33 05 — Totaal

 

3 400 000

2 754 549

3 250 000

2 666 101

2 697 662,21

2 756 591,44

33 05 01     Prince — Ruimte van vrijheid, veiligheid en recht

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 800 000

2 377 214

2 700 000

2 285 230

2 133 098,43

2 113 263,46

Toelichting

Oud artikel 18 08 01 (ten dele)

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor prioritaire informatiemaatregelen op het gebied van justitie en binnenlandse zaken.

Het dient ter financiering van voorlichtingsacties en communicatiemaatregelen op het gebied van justitie en binnenlandse zaken met betrekking tot de totstandbrenging van een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht (interne websites, openbare evenementen, communicatieproducten, Eurobarometer-enquêtes enz.). Deze maatregelen zijn bedoeld als effectief kanaal voor communicatie en dialoog tussen de burgers van de Unie, de belanghebbenden en de instellingen van de Unie, waarbij, in nauwe samenwerking met de autoriteiten van de lidstaten, rekening wordt gehouden met specifieke nationale, regionale en plaatselijke kenmerken.

De Commissie heeft een reeks mededelingen aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's betreffende een nieuw kader voor praktische samenwerking in verband met het voorlichtings- en communicatiebeleid van de Europese Unie (COM(2001) 354 definitief en COM(2002) 350 definitief) vastgesteld. In deze mededelingen wordt een kader voorgesteld voor interinstitutionele samenwerking die uitgebreid wordt tot de lidstaten met het oog op de ontwikkeling van een voorlichtings- en communicatiestrategie van de Unie.

De Interinstitutionele Groep voor voorlichting (IGV), die gezamenlijk wordt voorgezeten door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie, stelt gezamenlijke richtsnoeren vast voor de onderwerpen die onder de interinstitutionele samenwerking op het gebied van het uniale voorlichtings- en communicatiebeleid vallen. De IGV coördineert de op het grote publiek gerichte gecentraliseerde en gedecentraliseerde voorlichtingsactiviteiten over Europese onderwerpen. De IGV stelt jaarlijks de prioriteiten voor de komende jaren vast, op basis van door de Commissie verstrekte informatie.

Dit krediet dient ter financiering van een bewustmakingscampagne van de Commissie, in samenwerking met het maatschappelijk middenveld, inzake rechten van de burgers van de Unie uit hoofde van de artikelen 18 tot en met 25 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Dit krediet dient tevens ter dekking van de uitgaven voor de informatiecampagnes in verband met de nieuwe transparantiemaatregelen op grond van artikel 15 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).

Rechtsgronden

Taken voortvloeiend uit de institutionele prerogatieven van de Commissie, in de zin van artikel 49, lid 6, van het Financieel Reglement.

33 05 02     Evaluatie en effectbeoordeling

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

600 000

377 335

550 000

380 871

564 563,78

643 327,98

Toelichting

Oud artikel 18 08 05 (ten dele)

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met:

 

het uitbreiden van evaluatie tot alle activiteiten (beleid en wetgeving);

 

het scheppen van meer ruimte voor evaluatie in de strategische planning en programmering;

 

het afronden van de methodologische werkzaamheden die nodig zijn voor het ontwikkelen van beleidsevaluatie;

 

het toepassen van het beleidsevaluatiekader op alle belangrijke beleidsterreinen van Tampere;

 

het voorbereiden van de uitvoering van proefprojecten en voorbereidende acties.

Rechtsgronden

Taken voortvloeiend uit de administratieve autonomie van de Commissie, in de zin van artikel 49, lid 6, van het Financieel Reglement.

HOOFDSTUK 33 06 — GELIJKHEID

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

33 06

GELIJKHEID

33 06 01

Discriminatiebestrijding en verscheidenheid

1.1

21 000 000

17 237 770

20 137 500

17 139 222

24 198 773,74

19 417 150,48

33 06 02

Gelijkheid van mannen en vrouwen

1.1

12 458 000

9 072 511

11 790 000

9 521 790

13 792 728,51

7 805 660,88

33 06 03

Europees Instituut voor gendergelijkheid

33 06 03 01

Europees Instituut voor gendergelijkheid — Bijdrage aan titels 1 en 2

1.1

2 318 277

2 318 277

3 390 000

3 390 000

3 440 000,—

3 439 885,06

33 06 03 02

Instituut voor gendergelijkheid — Bijdrage aan titel 3

1.1

3 582 523

3 582 523

4 140 000

4 140 000

3 085 000,—

3 085 000,—

 

Artikel 33 06 03 — Subtotaal

 

5 900 800

5 900 800

7 530 000

7 530 000

6 525 000,—

6 524 885,06

33 06 04

Europees Jaar van gelijke kansen voor iedereen (2007)

1.1

0,—

0,—

33 06 05

Afronding van voorgaande programma’s

1.1

453 626

612 000

16 214,50

466 214,59

33 06 06

Steun voor de huishoudelijke kosten van het Europees Platform van niet-gouvernementele organisaties uit de sociale sector

3.2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

133 990,69

33 06 07

Proefproject — Werkgelegenheid voor personen met een handicap in het autistisch spectrum

1.1

300 000

700 000

1 000 000,—

0,—

 

Hoofdstuk 33 06 — Totaal

 

39 358 800

32 964 707

39 457 500

35 503 012

45 532 716,75

34 347 901,70

33 06 01     Discriminatiebestrijding en verscheidenheid

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

21 000 000

17 237 770

20 137 500

17 139 222

24 198 773,74

19 417 150,48

Toelichting

Oude post 04 04 01 04

Dit krediet is bedoeld ter ondersteuning van de daadwerkelijke tenuitvoerlegging van het non-discriminatiebeginsel en de integratie daarvan in alle beleidsterreinen van de Unie door:

 

het inzicht in de situatie met betrekking tot de discriminatie ten aanzien van alle kwetsbare groepen te verbeteren, met name via analysen en studies en zo nodig de opstelling van statistieken en indicatoren, alsmede de beoordeling van de doeltreffendheid en de gevolgen van bestaande wetgeving, beleid en benaderingen;

 

de tenuitvoerlegging van de non-discriminatiewetgeving van de Unie te ondersteunen door doeltreffende monitoring, door seminars voor degenen die op dit gebied actief zijn en door netwerken tussen gespecialiseerde instanties die zich met discriminatiebestrijding bezighouden, alsmede door voorlichtingscampagnes over de non-discriminatierichtlijnen van de EU, namelijk de richtlijnen 2000/43/EG, 2000/78/EG en 2004/113/EG;

 

de bewustwording te vergroten, informatie te verspreiden en discussie te bevorderen — ook tussen de bij racismebestrijding betrokken niet-gouvernementele organisaties, regionale en lokale actoren, sociale partners en andere belanghebbende partijen — over de voornaamste problemen en beleidskwesties in verband met discriminatie en de integratie van de bestrijding van racisme in alle beleidsterreinen van de Unie;

 

de capaciteit van de belangrijkste Unienetwerken te vergroten om de strategieën en beleidsdoelstellingen van de Europese Unie te bevorderen en verder te ontwikkelen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Overeenkomstig de verklaring van de Commissie betreffende Besluit nr. 283/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 2010 tot instelling van een Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale insluiting (PB L 87 van 7.4.2010, blz. 1) is een toereikende niet toegewezen marge in het kader van het uitgavenplafond van rubriek 1a gelaten, waarbij de begrotingsautoriteit, d.w.z. het Europees Parlement en de Raad, kan besluiten om het bedrag van het Progress-programma in de periode 2011-2013 met maximaal 20 000 000 EUR te verhogen overeenkomstig punt 37 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1).

Rechtsgronden

Besluit nr. 1672/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een communautair programma voor werkgelegenheid en maatschappelijke solidariteit — Progress (PB L 315 van 15.11.2006, blz. 1).

33 06 02     Gelijkheid van mannen en vrouwen

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

12 458 000

9 072 511

11 790 000

9 521 790

13 792 728,51

7 805 660,88

Toelichting

Oude post 04 04 01 05

Dit krediet is bedoeld ter ondersteuning van de daadwerkelijke tenuitvoerlegging van het beginsel van gelijkheid van mannen en vrouwen en ter bevordering van de integratie van de genderdimensie in alle beleidsterreinen van de Unie door:

 

het inzicht in de situatie met betrekking tot gendervraagstukken en de integratie van de genderdimensie in het beleid te verbeteren, met name via analysen en studies, de uitwisseling van goede werkwijzen en zo nodig de opstelling van statistieken en indicatoren, onder meer met het oog op de herwaardering van werk ter bevordering van de gelijkheid, met als doel het bevorderen van gelijke betaling voor mannen en vrouwen, alsmede de beoordeling van de doeltreffendheid en de gevolgen van bestaande wetgeving, maatregelen en werkwijzen;

 

de tenuitvoerlegging van de wetgeving van de Unie inzake de gelijkheid van mannen en vrouwen te ondersteunen via doeltreffend toezicht, het organiseren van seminars voor in de sector werkzame personen en de totstandbrenging van netwerken tussen gespecialiseerde instanties die actief zijn op het gebied van de gelijkheid van mannen en vrouwen;

 

de bewustwording te vergroten, informatie te verspreiden, de communicatie te verbeteren en de discussie over de belangrijkste uitdagingen en beleidskwesties in verband met de gelijkheid van mannen en vrouwen, waaronder het belang van de combinatie van beroeps- en gezinsleven (bijvoorbeeld voor mantelzorgers), de integratie van de genderdimensie in het beleid en genderbewust budgetteren te bevorderen als goed beheersinstrument om doeltreffendheid en eerlijkheid te verbeteren;

 

de capaciteit van de belangrijkste Unienetwerken te vergroten om de strategieën en beleidsdoelstellingen van de Unie ter bevordering van de gelijkheid van mannen en vrouwen te ondersteunen en verder te ontwikkelen.

Bij de onder deze post opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Overeenkomstig de verklaring van de Commissie bij Besluit nr. 283/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 maart 2010 tot instelling van een Europese Progress-microfinancieringsfaciliteit voor werkgelegenheid en sociale insluiting (PB L 87 van 7.4.2010, blz. 1) is een toereikende niet toegewezen marge in het kader van het uitgavenplafond van rubriek 1a gelaten, waarbij de begrotingsautoriteit, d.w.z. het Europees Parlement en de Raad, kan besluiten om het bedrag van het Progress-programma in de periode 2011-2013 met maximaal 20 000 000 EUR te verhogen overeenkomstig punt 37 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1).

Rechtsgronden

Besluit nr. 1672/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 tot vaststelling van een communautair programma voor werkgelegenheid en maatschappelijke solidariteit — Progress (PB L 315 van 15.11.2006, blz. 1).

33 06 03     Europees Instituut voor gendergelijkheid

33 06 03 01   Europees Instituut voor gendergelijkheid — Bijdrage aan titels 1 en 2

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

2 318 277

2 318 277

3 390 000

3 390 000

3 440 000,—

3 439 885,06

Toelichting

Oude post 04 04 02 01

Dit krediet dient ter dekking van de personeels- en administratieve uitgaven van het Instituut (titels 1 en 2).

Het Instituut moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen beleids- en administratieve uitgaven.

De personeelsformatie van het Instituut is opgenomen in het deel „Lijst van het aantal ambten” van afdeling III — Commissie (volume 3).

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van de financiële kaderregeling voor de in artikel 185 van het Financieel Reglement bedoelde organen worden terugbetaald, vormen bestemmingsontvangsten (artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement), die ten laste moeten worden gebracht van post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten. Overeenkomstig Besluit 2006/996/EG in onderlinge overeenstemming genomen door de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van 11 december 2006 betreffende de plaats van vestiging van het Europees Instituut voor gendergelijkheid (PB L 403 van 30.12.2006, blz. 61) is het Instituut gevestigd in Vilnius.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1922/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees Instituut voor gendergelijkheid (PB L 403 van 30.12.2006, blz. 9).

33 06 03 02   Instituut voor gendergelijkheid — Bijdrage aan titel 3

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 582 523

3 582 523

4 140 000

4 140 000

3 085 000,—

3 085 000,—

Toelichting

Oude post 04 04 02 02

Dit krediet dient ter dekking van de beleidsuitgaven van het Instituut (titel 3).

Het Instituut moet de begrotingsautoriteit in kennis stellen van elke kredietoverschrijving tussen beleids- en administratieve uitgaven.

De bedragen die overeenkomstig artikel 16 van de financiële kaderregeling voor de organen, bedoeld in artikel 185 van het Financieel Reglement, worden terugbetaald, worden beschouwd als bestemmingsontvangsten (artikel 18, lid 1, onder f) van het Financieel Reglement), die moeten worden geboekt bij post 6 6 0 0 van de algemene staat van ontvangsten.

De bijdrage van de Europese Unie voor 2012 bedraagt in totaal 7 741 800 EUR. Aan het in de begroting opgenomen bedrag van 5 900 800 EUR is een bedrag van 1 841 000 EUR afkomstig van de terugvordering van overschotten toegevoegd.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1922/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees Instituut voor gendergelijkheid (PB L 403 van 30.12.2006, blz. 9).

33 06 04     Europees Jaar van gelijke kansen voor iedereen (2007)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

0,—

0,—

Toelichting

Oud artikel 04 04 06

Het Europees Jaar van gelijke kansen voor iedereen steunde maatregelen die gericht waren op de bewustmaking dat moet worden gewerkt aan een hechtere samenleving die verschillen toejuicht en dat het aanzienlijke acquis van de Unie inzake gelijkheid en non-discriminatie moet worden geëerbiedigd, alsmede op het stimuleren van het debat en de dialoog over kwesties die essentieel zijn voor de verwezenlijking van een rechtvaardige samenleving.

In overeenstemming met Besluit nr. 771/2006/EG is dit artikel bestemd voor de ondersteuning van de nationale activiteiten die de lidstaten overeenkomstig hun nationale strategie en prioriteiten voor het Europees Jaar zouden uitvoeren en ter dekking van de kosten in verband met de organisatie van de afsluitende Unieconferentie door het zittende voorzitterschap. Een deel van het krediet dient ook ter dekking van de kosten in verband met de organisatie van een Eurobarometerenquête om de trends en de vorderingen die met het Europees Jaar zijn bereikt, te meten.

Rechtsgronden

Besluit nr. 771/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 betreffende het Europees Jaar van gelijke kansen voor iedereen (2007) — Naar een rechtvaardige samenleving (PB L 146 van 31.5.2006, blz. 1).

33 06 05     Afronding van voorgaande programma’s

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

453 626

612 000

16 214,50

466 214,59

Toelichting

Oud artikel 04 04 07 (ten dele)

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van nog af te wikkelen vastleggingen van vorige jaren in het kader van oude artikelen en posten.

Bij de onder dit artikel opgevoerde kredieten komen nog, krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name artikel 82 en Protocol nr. 32 daarbij, de bijdragen van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA). Ter informatie: deze bedragen vloeien voort uit de onder artikel 6 3 0 van de staat van ontvangsten geboekte bijdragen van de lidstaten van de EVA, die overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement bestemmingsontvangsten vormen; zij geven aanleiding tot opvoering van de betrokken kredieten en tot uitvoering in het kader van de bijlage „Europese Economische Ruimte” van dit deel van de staat van uitgaven van deze afdeling, die een integrerend deel van de algemene begroting uitmaakt.

De kandidaat-lidstaten kunnen een beroep doen op het pretoetredingsinstrument Phare ter dekking van de uitgaven voor hun deelname aan het programma’s.

Ontvangsten die voortvloeien uit de bijdragen van kandidaat-lidstaten, en indien van toepassing van de potentiële kandidaat-lidstaten van de westelijke Balkan, voor deelname aan uniale programma’s, en die zijn geboekt op post 6 0 3 1 van de staat van ontvangsten, kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder d), van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Besluit van de Raad van 9 juli 1957 betreffende het mandaat en het reglement van orde van het Permanent Orgaan voor de veiligheid in de steenkolenmijnen (PB 28 van 31.8.1957, blz. 487).

Besluit 74/325/EEG van de Raad van 27 juni 1974 betreffende de oprichting van een Raadgevend Comité voor de veiligheid, de hygiëne en de gezondheidsbescherming op de arbeidsplaats (PB L 185 van 9.7.1974, blz. 15).

Besluit 74/326/EEG van de Raad van 27 juni 1974 houdende uitbreiding van de bevoegdheden van het Permanent Orgaan voor de veiligheid en de gezondheidsvoorwaarden in de steenkolenmijnen tot alle winningsindustrieën (PB L 185 van 9.7.1974, blz. 18).

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1), en de bijzondere richtlijnen in de zin van deze richtlijn.

Richtlijn 92/29/EEG van de Raad van 31 maart 1992 betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid ter bevordering van een betere medische hulpverlening aan boord van schepen (PB L 113 van 30.4.1992, blz. 19).

Besluit 98/171/EG van de Raad van 23 februari 1998 betreffende communautaire activiteiten ter zake van analyse, onderzoek en samenwerking op het gebied van de werkgelegenheid en de arbeidsmarkt (PB L 63 van 4.3.1998, blz. 26).

Besluit 2000/750/EG van de Raad van 27 november 2000 tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bestrijding van discriminatie (2001-2006) (PB L 303 van 2.12.2000, blz. 23).

Besluit nr. 50/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 december 2001 tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter aanmoediging van samenwerking tussen lidstaten bij de bestrijding van sociale uitsluiting (PB L 10 van 12.1.2002, blz. 1).

Besluit nr. 1145/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 10 juni 2002 inzake communautaire stimuleringsmaatregelen op het gebied van de werkgelegenheid (PB L 170 van 29.6.2002, blz. 1).

Besluit van de Raad van 22 juli 2003 tot oprichting van een Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats (PB C 218 van 13.9.2003, blz. 1).

Beschikking nr. 1554/2005/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 tot wijziging van Beschikking 2001/51/EG van de Raad betreffende het programma in verband met de communautaire strategie inzake de gelijkheid van mannen en vrouwen en Besluit nr. 848/2004/EG tot vaststelling van een communautair actieprogramma ter bevordering van organisaties die op Europees niveau op het gebied van de gelijkheid van mannen en vrouwen actief zijn (PB L 255 van 30.9.2005, blz. 9).

Referentiebesluiten

Overeenkomst gesloten in 1959 tussen de Hoge Autoriteit van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en het Internationaal Centrum voor informatie betreffende arbeidsveiligheid en -hygiëne van het Internationaal Arbeidsbureau.

Taak die voortvloeit uit de specifieke bevoegdheden die krachtens de artikelen 136, 137 en 140 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (artikelen 151, 152 en 156 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie) rechtstreeks aan de Commissie worden toegekend.

33 06 06     Steun voor de huishoudelijke kosten van het Europees Platform van niet-gouvernementele organisaties uit de sociale sector

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,—

133 990,69

Toelichting

Oud artikel 04 04 09

Dit krediet dient ter dekking van de huishoudelijke uitgaven van het platform van de sociale niet-gouvernementele organisaties in Europa.

Het sociale platform versterkt de participatieve democratie in de Unie door niet-gouvernementele organisaties uit de sociale sector consequent te betrekken bij een gestructureerde maatschappelijke dialoog met de instellingen van de Unie. Het levert ook een meerwaarde voor de sociale beleidsvorming in de Unie op en versterkt het maatschappelijk middenveld in de nieuwe lidstaten.

Rechtsgronden

Besluit nr. 1904/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot vaststelling voor de periode 2007-2013 van het programma „Europa voor de burger” ter bevordering van een actief Europees burgerschap (PB L 378 van 27.12.2006, blz. 32).

33 06 07     Proefproject — Werkgelegenheid voor personen met een handicap in het autistisch spectrum

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

300 000

700 000

1 000 000,—

0,—

Toelichting

Oud artikel 04 04 13

Dit proefproject is bedoeld om initiatieven te financieren ter ondersteuning van beleid met het oog op werkgelegenheid voor en maatschappelijke integratie van personen die aan autisme lijden. Het proefproject moet daarom innoverende, geïntegreerde projecten ondersteunen ter bestrijding van de meervoudige nadelen waarmee personen met een handicap in het autistisch spectrum te maken hebben, door rekening te houden met hun sterke kanten en hun integratie in de arbeidsmarkt en in sociale en economische activiteiten te bevorderen.

De te financieren maatregelen zullen met name gericht zijn op:

 

het verwerven van meer inzicht in autisme en in de problemen en hinderpalen waarop mensen met autisme stuiten bij de toegang tot de arbeidsmarkt;

 

het vaststellen welke tastbare arbeidsmarktmaatregelen zouden moeten worden genomen om werkloosheid te voorkomen en het percentage werkende mensen met autisme te vergroten (volgende sommige bronnen heeft 62 % van de volwassenen die aan autisme lijden in het geheel geen werk, volgens andere heeft slechts 6 % van de volwassenen met een handicap in het autistisch spectrum een betaalde voltijdbaan);

 

het in kaart brengen van bestaand beleid in de lidstaten en van de soorten maatregelen om de banenkansen van personen die aan autisme lijden te vergroten en om hen te helpen een baan te vinden en te behouden;

 

het beoordelen van de doeltreffendheid van de getroffen maatregelen;

 

het bevorderen van de uitwisseling van beste praktijken.

Rechtsgronden

Proefproject in de zin van artikel 49, lid 6, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

ACTIVITEITEN ZONDER BEGROTINGSONDERDEEL

 

ADMINISTRATIEVE STEUN VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL JUSTITIE

TITEL 40

RESERVES

Algemene samenvatting van de kredieten (2012 en 2011) en van de uitvoering (2010)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

40 01

RESERVES VOOR ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

3 600 000

3 600 000

p.m.

p.m.

   

40 02

RESERVES VOOR FINANCIËLE INTERVENTIES

1 448 526 925

358 395 154

881 845 000

217 427 543

0,—

0,—

40 03

NEGATIEVE RESERVE

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

   
 

Titel 40 — Totaal

1 452 126 925

361 995 154

881 845 000

217 427 543

0,—

0,—

HOOFDSTUK 40 01 — RESERVES VOOR ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

De artikelen 1, 2, 3 en 5 zijn in detail weergegeven in hoofdstuk XX 01

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

40 01

RESERVES VOOR ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

40 01 40

Administratieve reserve

 

3 600 000

p.m.

 

40 01 42

Reserve voor onvoorziene uitgaven

5

p.m.

p.m.

 
 

Hoofdstuk 40 01 — Totaal

 

3 600 000

p.m.

 

40 01 40     Administratieve reserve

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

3 600 000

p.m.

 

Toelichting

Het krediet van dit artikel heeft uitsluitend het karakter van een voorziening en mag slechts na overschrijving naar de desbetreffende begrotingsonderdelen worden gebruikt, overeenkomstig het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

40 01 42     Reserve voor onvoorziene uitgaven

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

 

HOOFDSTUK 40 02 — RESERVES VOOR FINANCIËLE INTERVENTIES

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

40 02

RESERVES VOOR FINANCIËLE INTERVENTIES

40 02 40

Niet-gesplitste kredieten

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

   

40 02 41

Gesplitste kredieten

 

689 589 925

268 395 154

127 985 000

117 427 543

   

40 02 42

Reserve voor noodhulp

4

258 937 000

90 000 000

253 860 000

100 000 000

0,—

0,—

40 02 43

Reserve voor het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering

1.1

500 000 000

p.m.

500 000 000

p.m.

0,—

0,—

 

Hoofdstuk 40 02 — Totaal

 

1 448 526 925

358 395 154

881 845 000

217 427 543

0,—

0,—

40 02 40     Niet-gesplitste kredieten

Cijfers (Niet-gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

 

Toelichting

De kredieten van de titel „Reserves” zijn uitsluitend bedoeld voor twee situaties: a) het ontbreken van een basishandeling voor de betrokken actie op het ogenblik van de vaststelling van de begroting; b) als er gerede twijfel is over de toereikendheid van de kredieten of over de mogelijkheid om de op de betrokken begrotingsonderdelen opgenomen kredieten overeenkomstig de vereisten van goed financieel beheer te besteden. De kredieten van dit artikel kunnen pas worden gebruikt na een overschrijving overeenkomstig de procedure van artikel 24 van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

40 02 41     Gesplitste kredieten

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

689 589 925

268 395 154

127 985 000

117 427 543

   

Toelichting

De kredieten van de titel „Reserves” zijn uitsluitend bedoeld voor twee situaties: a) het ontbreken van een basishandeling voor de betrokken actie op het ogenblik van de vaststelling van de begroting; b) als er gerede twijfel is over de toereikendheid van de kredieten of over de mogelijkheid om de kredieten op die begrotingsonderdelen conform de vereisten van goed financieel beheer te besteden. De kredieten van dit artikel kunnen pas worden gebruikt na een overschrijving overeenkomstig de procedure van artikel 24 van het Financieel Reglement.

Het gaat om de volgende kredieten (vastleggingskredieten, betalingskredieten):

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

40 02 42     Reserve voor noodhulp

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

258 937 000

90 000 000

253 860 000

100 000 000

0,—

0,—

Toelichting

Deze reserve is, overeenkomstig punt 25 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer, bedoeld om een snelle reactie mogelijk te maken op specifieke hulpbehoeften van derde landen ingevolge gebeurtenissen die bij de opstelling van de begroting niet te voorzien waren. Het gaat hierbij in de eerste plaats om humanitaire acties, maar ook om door de omstandigheden gerechtvaardigde acties op het gebied van civiele crisisbeheersing en civiele bescherming. Het jaarlijkse bedrag van de reserve wordt voor de duur van het financiële kader vastgesteld op 221 000 000 EUR, in constante prijzen.

De reserve wordt als voorziening opgenomen in de algemene begroting. De bijbehorende kredieten voor vastleggingen worden op de begroting opgevoerd, zo nodig boven de maxima.

Wanneer de Commissie van oordeel is dat de reserve moet worden aangesproken, legt zij de twee takken van de begrotingsautoriteit een voorstel tot overschrijving uit de reserve naar de desbetreffende begrotingsonderdelen voor.

Tegelijk met haar overschrijvingsvoorstel leidt de Commissie een trialoogprocedure in, zo nodig in vereenvoudigde vorm, om van de twee takken van de begrotingsautoriteit de instemming te verkrijgen betreffende de noodzaak om van de reserve gebruik te maken en betreffende het vereiste bedrag.

Referentiebesluiten

Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1).

40 02 43     Reserve voor het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

500 000 000

p.m.

500 000 000

p.m.

0,—

0,—

Toelichting

Deze reserve is, overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer, bedoeld om extra steun te geven aan werknemers die de gevolgen van grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ondervinden, teneinde hen te helpen bij hun terugkeer op de arbeidsmarkt.

De werkwijze voor de opvoering van de kredieten in deze reserve en de beschikbaarstelling van middelen uit het fonds is vastgesteld in punt 28 van het hogervermelde Interinstitutioneel Akkoord en in artikel 12 van Verordening (EG) nr. 1927/2006.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot oprichting van een Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering (PB L 406 van 30.12.2006, blz. 1).

Referentiebesluiten

Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1).

HOOFDSTUK 40 03 — NEGATIEVE RESERVE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FK

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

40 03

NEGATIEVE RESERVE

40 03 01

Negatieve reserve (Rubriek 3b — Burgerschap)

3.2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

   

40 03 02

Negatieve reserve (Rubriek 4 — De EU als mondiale partner)

4

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

   
 

Hoofdstuk 40 03 — Totaal

 

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

   

40 03 01     Negatieve reserve (Rubriek 3b — Burgerschap)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

   

Toelichting

Het beginsel van een negatieve reserve is vastgesteld bij artikel 44, van het Financieel Reglement. Het gebruik van deze reserve moet vóór het einde van het begrotingsjaar plaatsvinden door middel van overschrijvingen volgens de procedure van de artikelen 23 en 24 van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van 25 juni 2002 van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

40 03 02     Negatieve reserve (Rubriek 4 — De EU als mondiale partner)

Cijfers (Gesplitste kredieten)

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

   

Toelichting

Het beginsel van een negatieve reserve is vastgesteld bij artikel 44, van het Financieel Reglement. Het gebruik van deze reserve moet vóór het einde van het begrotingsjaar plaatsvinden door middel van overschrijvingen volgens de procedure van de artikelen 23 en 24 van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van 25 juni 2002 van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

BIJLAGEN

EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE

Krachtens de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte nemen de staten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) (met uitzondering van Zwitserland) deel aan een groot aantal uniale beleidsmaatregelen die onder de rubrieken 1a, 3a, 3b, 4 en 5 van het financiële kader vallen, in ruil voor een financiële bijdrage in de beleidskredieten die wordt berekend op grond van een „evenredigheidsfactor”. Deze evenredigheidsfactor is gelijk aan de som van de ratio's die verkregen worden door het bruto binnenlands product tegen marktprijzen van elke EVA-staat te delen door het bruto binnenlands product tegen marktprijzen van alle lidstaten plus dat van de betrokken EVA-staat.

Voor 2012 wordt de evenredigheidsfactor geraamd op 2,60 % (op basis van de cijfers van 2010).

Deze financiële bijdragen zullen niet formeel worden opgevoerd in de begroting; bij elk begrotingsonderdeel dat betrekking heeft op activiteiten waaraan EVA-landen deelnemen, zal de EVA-bijdrage worden aangegeven als p.m-post. De overzichtstabel van de betrokken begrotingsonderdelen en de bedragen van de EVA-bijdrage per begrotingsonderdeel is als bijlage opgenomen in de algemene begroting van de Unie. De totale EVA-bijdrage aan de beleidskredieten voor 2012 wordt geraamd op ongeveer 312 060 230 EUR aan vastleggingskredieten. De EVA-landen dragen eveneens bij in de huishoudelijke uitgaven die rechtstreeks verband houden met de tenuitvoerlegging van deze beleidsmaatregelen. De cijfers en begrotingsonderdelen betreffende de bijdragen van de EVA-landen worden nog met deze landen besproken en moeten om die reden als voorlopig worden beschouwd.

 
 

Omschrijving

Begroting 2012

EVA-bijdrage

Vastleggingen (5)

Betalingen (5)

Vastleggingen

Betalingen

XX 01 02 01

Extern personeel bij de instelling

130 394 808

130 394 808

194 868

194 868

XX 01 02 11

Overige beheersuitgaven van de instelling

147 015 000

147 015 000

1 039 500

1 039 500

26 01 22 02

Aankoop en huur van gebouwen in Brussel

207 983 000

207 983 000

507 516

507 516

26 01 22 03

Uitgaven voor gebouwen in Brussel

70 272 000

70 272 000

171 476

171 476

26 01 22 04

Uitgaven voor materieel in Brussel

6 987 000

6 987 000

17 050

17 050

26 01 22 05

Diensten en andere huishoudelijke uitgaven in Brussel

5 826 000

5 826 000

14 217

14 217

26 01 23 02

Aankoop en huur van gebouwen in Luxemburg

40 319 000

40 319 000

98 387

98 387

26 01 23 03

Uitgaven voor gebouwen in Luxemburg

17 357 000

17 357 000

42 354

42 354

 

SUBTOTAAL ADMINISTRATIEF GEDEELTE

626 153 808

626 153 808

2 085 368

2 085 368

01 04 04

Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma voor ondernemerschap en innovatie

173 010 000

90 725 107

4 498 260

2 358 853

01 04 05

Voltooiing van het programma voor ondernemingen: verbetering van het financiële klimaat voor het midden- en kleinbedrijf (mkb)

p.m.

p.m

p.m.

p.m

01 04 06

Voltooiing van het initiatief „Werkgelegenheid” (1998-2000)

p.m.

p.m

p.m.

p.m

02 01 04 01

Werking en ontwikkeling van de interne markt, met name op de gebieden van kennisgeving, certificering en sectorale harmonisatie — Uitgaven voor administratief beheer (6)

1 000 000

1 000 000

p.m.

p.m.

02 01 04 04

Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma voor ondernemerschap en innovatie — Uitgaven voor administratief beheer

6 000 000

6 000 000

156 000

156 000

02 01 04 05

Europese programma's voor navigatie per satelliet (Egnos en Galileo) — Uitgaven voor administratief beheer (7)

4 000 000

4 000 000

99 600

99 600

02 01 04 06

Europees programma voor aardobservatie (GMES) — Uitgaven voor administratief beheer (6)

1 000 000

1 000 000

p.m.

p.m.

02 01 04 30

Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie — Bijdrage uit het Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma voor ondernemerschap en innovatie

7 583 000

7 583 000

197 158

197 158

02 01 05 01

Uitgaven voor onderzoekspersoneel

11 730 000

11 730 000

304 980

304 980

02 01 05 02

Extern personeel voor onderzoek

3 650 000

3 650 000

94 900

94 900

02 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoek

4 625 000

4 625 000

120 250

120 250

02 02 01

Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma voor ondernemerschap en innovatie

156 100 000

73 215 162

4 058 600

1 903 594

02 02 02 02

Voltooiing en aanvulling van de werkzaamheden betreffende het programma voor ondernemingen en ondernemerschap, dat voornamelijk gericht is op het midden- en kleinbedrijf

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

02 02 15

Europees programma voor aardobservatie (GMES) (6)

39 000 000

32 207 413

p.m.

p.m.

02 03 01

Werking en ontwikkeling van de interne markt, met name op de gebieden van kennisgeving, certificering en sectorale harmonisatie (6)

18 550 000

14 334 567

p.m.

p.m.

02 03 03 01

Europees Agentschap voor Chemische Stoffen — Bijdrage aan titels 1 en 2

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

02 03 03 02

Europees Agentschap voor Chemische Stoffen — Bijdrage aan titel 3

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

02 04 01 01

Ruimtevaartonderzoek

251 267 503

235 885 279

6 532 955

6 133 017

02 04 01 02

Veiligheidsonderzoek

242 951 017

136 087 661

6 316 726

3 538 279

02 04 01 03

Onderzoek in verband met vervoer (Galileo)

105 300 000

54 435 064

2 737 800

1 415 312

02 04 02

Voorbereidende activiteiten — Versterking van het Europese veiligheidsonderzoek

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

02 04 04 01

Voltooiing van programma's (vóór 2003)

p.m.

p.m.

02 04 04 02

Voltooiing van het zesde kaderprogramma van de EG (2003 tot 2006)

2 721 753

70 766

02 05 01

Europese programma's voor navigatie per satelliet (Egnos en Galileo) (7)

167 000 000

324 942 827

4 158 300

18 148 076

02 05 02 01

Europees GNSS-Agentschap (GSA) — Bijdrage aan titels 1 en 2 (7)

7 920 676

7 920 676

197 225

197 225

02 05 02 02

Europees GNSS-Agentschap (GSA) — Bijdrage aan titel 3 (7)

1 919 324

1 919 324

47 791

47 791

04 01 04 04

Eures (European Employment Services) — Uitgaven voor administratief beheer

470 000

470 000

12 220

12 220

04 01 04 08

Vrij verkeer van werknemers, coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en acties ten behoeve van migranten, met inbegrip van migranten uit derde landen — Uitgaven voor administratief beheer (6)

400 000

400 000

p.m.

p.m.

04 01 04 10

Progress — Uitgaven voor administratief beheer

2 847 000

2 847 000

74 022

74 022

04 03 04

Eures (European Employment Services)

20 600 000

14 969 643

535 600

389 211

04 03 05

Vrij verkeer van werknemers, coördinatie van sociale zekerheidsstelsels en maatregelen voor personen met een handicap en migranten, m.i.v. migranten uit derde landen (6)

6 270 000

4 989 881

p.m.

p.m.

04 03 15

Europees Jaar voor actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties (2012)

2 700 000

2 400 000

70 200

62 400

04 04 01 01

Werkgelegenheid

20 558 000

16 330 519

534 508

424 593

04 04 01 02

Sociale bescherming en integratie

28 485 000

24 042 153

740 610

625 096

04 04 01 03

Arbeidsomstandigheden

8 525 000

7 711 634

221 650

200 502

04 04 01 06

Steun voor de uitvoering

1 354 000

907 251

35 204

23 589

04 04 04 02

Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk — Bijdrage titels 1 and 2

6 978 964

6 978 964

181 453

181 453

04 04 04 03

Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk — Bijdrage titel 3

7 590 736

7 590 736

197 359

197 359

04 04 07

Voltooiing van vroegere programma's

453 626

11 794

04 04 12

Europees Jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting 2010

p.m.

408 263

p.m.

10 615

06 01 04 01

Marco Polo II-programma — Uitgaven voor administratief beheer

109 800

109 800

2 855

2 855

06 01 04 32

Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie — Bijdrage uit het Marco Polo II-programma

1 555 000

1 555 000

40 430

40 430

06 01 05 01

Uitgaven voor onderzoekspersoneel

6 000 000

6 000 000

156 000

156 000

06 01 05 02

Extern personeel voor onderzoek

2 900 000

2 900 000

75 400

75 400

06 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoek

1 445 000

1 445 000

37 570

37 570

06 02 01 01

Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart — Bijdrage titels 1 en 2

26 435 440

26 435 440

687 321

687 321

06 02 01 02

Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart — Bijdrage titel 3

6 861 336

6 861 336

178 395

178 395

06 02 02 01

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid — Bijdrage aan titels 1 en 2

26 167 678

26 167 678

680 360

680 360

06 02 02 02

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid — Bijdrage aan titel 3

7 061 416

8 870 489

183 597

230 633

06 02 02 03

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid — Maatregelen tegen verontreiniging

20 000 000

20 500 000

520 000

533 000

06 02 06

Marco Polo II-programma

62 844 000

24 187 314

1 633 944

628 870

06 02 07

Voltooiing van het Marco Polo-programma

p.m.

453 626

p.m.

11 794

06 02 08 01

Europees Spoorwegbureau — Bijdrage aan titels 1 en 2

17 459 892

17 459 892

453 957

453 957

06 02 08 02

Europees Spoorwegbureau — Bijdrage aan titel 3

7 027 508

7 027 508

182 715

182 715

06 06 02 01

Onderzoek in verband met energie en vervoer (inclusief luchtvaart)

p.m.

13 608 766

p.m.

353 828

06 06 02 02

Onderzoek in verband met vervoer (inclusief luchtvaart) — Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof

2 980 000

1 680 794

77 480

43 701

06 06 02 03

Gemeenschappelijke Onderneming SESAR

58 600 000

40 826 298

1 523 600

1 061 484

06 06 05 01

Voltooiing van programma's (vóór 2003)

p.m.

p.m.

06 06 05 02

Voltooiing van het zesde kaderprogramma van de EG (2003-2006)

6 668 295

173 376

07 03 09 01

Europees Milieuagentschap — Bijdrage aan titels 1 en 2

22 598 731

22 598 731

587 567

587 567

07 03 09 02

Europees Milieuagentschap — Bijdrage aan titel 3

13 128 165

13 128 165

341 332

341 332

08 01 04 30

Uitvoerend Agentschap Europese onderzoeksraad (ERCEA)

39 000 000

39 000 000

1 014 000

1 014 000

08 01 04 31

Uitvoerend Agentschap onderzoek (REA)

47 339 000

47 339 000

1 230 814

1 230 814

08 01 05 01

Uitgaven voor onderzoekspersoneel

100 763 000

100 763 000

2 619 838

2 619 838

08 01 05 02

Extern personeel voor onderzoek

24 650 000

24 650 000

640 900

640 900

08 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoek

45 039 000

45 039 000

1 171 014

1 171 014

08 02 01

Samenwerking — Gezondheid

639 533 855

398 334 028

16 627 880

10 356 685

08 02 02

Samenwerking — Gezondheid — Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen

294 300 000

90 725 107

7 651 800

2 358 853

08 02 03

Samenwerking — Gezondheid — Ondersteunende uitgaven voor de Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen

5 700 000

4 875 567

148 200

126 765

08 03 01

Samenwerking — Voeding, landbouw en visserij, en biotechnologie

312 784 295

181 450 215

8 132 392

4 717 706

08 04 01

Samenwerking — Nanowetenschappen, nanotechnologieën, materialen en nieuwe productietechnologieën

501 040 344

362 900 430

13 027 049

9 435 411

08 04 02

Samenwerking — Nanowetenschappen, nanotechnologieën, materialen en nieuwe productietechnologieën — Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof

9 866 000

5 766 488

256 516

149 929

08 05 01

Samenwerking — Energie

178 319 521

112 930 985

4 636 308

2 936 206

08 05 02

Samenwerking — Energie — Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof

10 374 000

30 756 719

269 724

799 675

08 05 03

Ondersteunende uitgaven voor de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof

1 239 000

1 124 084

32 214

29 226

08 06 01

Samenwerking — Milieu (inclusief klimaatverandering)

280 840 359

211 873 065

7 301 849

5 508 700

08 06 02

Samenwerking — Milieu — Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof

4 433 000

2 153 814

115 258

55 999

08 07 01

Samenwerking — Vervoer (inclusief luchtvaart)

323 818 270

289 945 649

8 419 275

7 538 587

08 07 02

Samenwerking — Vervoer — Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky

137 460 000

131 555 035

3 573 960

3 420 431

08 07 03

Samenwerking — Vervoer — Ondersteunende uitgaven voor de Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky

2 540 000

2 304 418

66 040

59 915

08 07 04

Samenwerking — Vervoer — Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof

19 666 000

7 129 179

511 316

185 359

08 08 01

Samenwerking — Sociaaleconomische wetenschappen en geesteswetenschappen

92 395 240

54 274 481

2 402 276

1 411 137

08 09 01

Samenwerking — Risicodelende financieringsfaciliteit (RDFF)

198 004 478

181 450 215

5 148 116

4 717 706

08 10 01

Ideeën

1 564 948 330

818 082 810

40 688 657

21 270 153

08 12 01

Capaciteiten — Onderzoeksinfrastructuren

50 228 387

126 769 285

1 305 938

3 296 001

08 13 01

Capaciteiten — Onderzoek ten behoeve van kleine en middelgrote ondernemingen

251 176 486

182 498 997

6 530 589

4 744 974

08 14 01

Capaciteiten — Kennisregio's

20 078 078

18 229 254

522 030

475 781

08 15 01

Capaciteiten — Onderzoekspotentieel

66 609 035

56 521 742

1 731 835

1 469 565

08 16 01

Capaciteiten — Wetenschap in de maatschappij

44 828 259

27 650 291

1 165 535

718 908

08 17 01

Capaciteiten — Internationale samenwerkingsactiviteiten

32 102 471

31 917 093

834 664

829 844

08 18 01

Capaciteiten — Risicodelende financieringsfaciliteit (RDFF)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

08 19 01

Capaciteiten — Ondersteuning van de coherente ontwikkeling van het onderzoeksbeleid

13 101 602

9 434 504

340 642

245 297

08 22 01

Voltooiing van programma's van vóór 1999

08 22 02 01

Voltooiing van het vijfde kaderprogramma van de EG (1998-2002)

08 22 03 01

Voltooiing van het zesde kaderprogramma van de EG (2003-2006)

108 870 129

2 830 623

09 01 04 03

Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Ondersteuning van het beleid op het gebied van informatie- en communicatietechnologie — Uitgaven voor administratief beheer

1 480 000

1 480 000

38 480

38 480

09 01 04 04

Safer Internet programma — Uitgaven voor administratief beheer

200 000

200 000

5 200

5 200

09 01 05 01

Uitgaven voor onderzoekspersoneel

48 100 000

48 100 000

1 250 600

1 250 600

09 01 05 02

Extern personeel voor onderzoek

12 875 000

12 875 000

334 750

334 750

09 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoek

17 955 000

17 955 000

466 830

466 830

09 02 02 01

Safer Internet programma

14 700 000

13 294 857

382 200

345 666

09 02 02 02

Afwikkeling van Safer Internet plus — Bevordering van een veiliger gebruik van het internet en nieuwe onlinetechnologieën

75 302

1 958

09 02 03 01

Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging — Bijdrage titels 1 en 2

5 894 233

5 894 233

153 250

153 250

09 02 03 02

Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging — Bureau — Bijdrage titel 3

2 349 885

2 349 885

61 097

61 097

09 02 04 01

Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (BEREC) — Bureau — Bijdrage aan titels 1 en 2 (6)

3 620 881

3 620 881

p.m.

p.m.

09 02 04 02

Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (BEREC) — Bureau — Bijdrage aan titel 3 (6)

672 056

672 056

p.m.

p.m.

09 03 01

Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Ondersteuning van het beleid op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT-PSP)

132 850 000

108 870 129

3 454 100

2 830 623

09 03 02

Afwikkeling van e-Inhoud plus — Promotie van de Europese digitale inhoud

8 029 172

208 758

09 03 04 01

Voltooiing van trans-Europese netwerken op het gebied van telecommunicatie (eTEN)

1 949 683

50 692

09 03 04 02

Voltooiing van het Modinis-programma

p.m.

p.m.

09 04 01 01

Ondersteuning van samenwerking bij onderzoek op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie (ICT — Samenwerking)

1 244 472 420

949 891 875

32 356 283

24 697 189

09 04 01 02

Samenwerking — Informatie en communicatietechnologie — Gemeenschappelijke Onderneming Artemis

53 721 430

27 217 532

1 396 757

707 656

09 04 01 03

Samenwerking — Informatie en communicatietechnologie — Uitgaven ter ondersteuning van de Gemeenschappelijke Onderneming Artemis

1 758 156

1 595 089

45 712

41 472

09 04 01 04

Samenwerking — Informatie en communicatietechnologie — Gemeenschappelijke Onderneming ENIAC

53 721 430

36 290 043

1 396 757

943 541

09 04 01 05

Samenwerking — Informatie en communicatietechnologie — Uitgaven ter ondersteuning van de Gemeenschappelijke Onderneming ENIAC

1 298 789

1 178 328

33 769

30 637

09 04 03

Voltooiing van voorafgaande kaderprogramma's van de EG (van vóór 2007)

10 633 890

276 481

09 05 01

Capaciteiten — Onderzoeksinfrastructuren

31 349 262

54 435 064

815 081

1 415 312

10 01 05 01

Uitgaven voor onderzoekspersoneel

141 697 000

141 697 000

3 684 122

3 684 122

10 01 05 02

Extern personeel voor onderzoek

32 400 000

32 400 000

842 400

842 400

10 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoek

61 319 000

61 319 000

1 594 294

1 594 294

10 02 01

Niet-nucleaire activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (GCO)

31 531 064

29 032 034

819 808

754 833

10 04 01 01

Voltooiing van vroeger gemeenschappelijke programma's — EG

6 351

165

11 01 04 07

Programma ter ondersteuning van de verdere ontwikkeling van een geïntegreerd maritiem beleid — Uitgaven voor administratief beheer (6)

100 000

100 000

p.m.

p.m.

11 09 05

Programma ter ondersteuning van de verdere ontwikkeling van een geïntegreerd maritiem beleid (6)

16 560 000

2 370 532

p.m.

p.m.

12 01 04 01

Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt — Uitgaven voor administratief beheer (6)

700 000

700 000

p.m.

p.m.

12 02 01

Tenuitvoerlegging en ontwikkeling van de interne markt (6)

8 800 000

7 167 283

p.m.

p.m.

12 04 02 01

Europese Bankautoriteit — Bijdrage aan titels 1 en 2 (6)

7 099 000

7 099 000

p.m.

p.m.

12 04 02 02

Europese Bankautoriteit — Bijdrage aan titel 3 (6)

1 200 000

1 200 000

p.m.

p.m.

12 04 03 01

Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen — Bijdrage aan titels 1 en 2

5 070 000

5 070 000

p.m.

p.m.

12 04 03 02

Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen — Bijdrage aan titel 3

1 192 000

1 192 000

p.m.

p.m.

12 04 04 01

Europese Autoriteit voor effecten en markten — Bijdrage aan titels 1 en 2 (6)

5 838 477

5 838 477

p.m.

p.m.

12 04 04 02

Europese autoriteit voor effecten en markten — Bijdrage aan titel 3 (6)

1 281 523

1 281 523

p.m.

p.m.

15 01 04 14

Erasmus Mundus — Uitgaven voor administratief beheer

914 000

914 000

23 764

23 764

15 01 04 22

Een leven lang leren — Uitgaven voor administratief beheer

8 750 000

8 750 000

227 500

227 500

15 01 04 30

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van programma's onder rubriek 1a

21 444 000

21 444 000

557 544

557 544

15 01 04 31

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur — Bijdrage van programma's onder rubriek 3b

15 572 000

15 572 000

404 872

404 872

15 01 04 44

Cultuur (2007-2013) — Uitgaven voor administratief beheer

550 000

550 000

14 300

14 300

15 01 04 55

Jeugd in actie — Uitgaven voor administratief beheer

780 000

780 000

20 280

20 280

15 01 04 60

MEDIA 2007 — Programma ter ondersteuning van de Europese audiovisuele sector — Uitgaven voor administratief beheer

725 000

725 000

18 850

18 850

15 01 04 68

MEDIA Mundus — Uitgaven voor administratief beheer (6)

75 000

75 000

1 950

1 950

15 01 05 01

Uitgaven voor onderzoekspersoneel

1 952 000

1 952 000

50 752

50 752

15 01 05 02

Extern personeel voor onderzoek

700 000

700 000

18 200

18 200

15 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoek

348 000

348 000

9 048

9 048

15 02 02

Erasmus Mundis

105 654 000

86 188 852

2 747 004

2 240 910

15 02 09

Voltooiing van vorige programma's op het gebied van onderwijs en opleiding

p.m.

p.m.

15 02 11 01

Europees Instituut voor innovatie en technologie — Beheersstructuur

4 493 000

3 169 028

116 818

82 395

15 02 11 02

Europees Instituut voor innovatie en technologie — Kennis- en innovatiegemeenschappen (KIG)

74 831 000

65 512 600

1 945 606

1 703 328

15 02 22

Programma „Een leven lang leren”

1 110 476 000

907 251 074

28 872 376

23 588 528

15 04 09 01

Voltooiing van vorige programma's/acties op het gebied van cultuur en taal

p.m.

p.m.

15 04 09 02

Voltooiing van voorgaande MEDIA-programma's

p.m.

p.m.

15 04 44

Programma „Cultuur” (2007-2013)

58 503 000

50 500 000

1 521 078

1 313 000

15 04 66 01

MEDIA 2007 — Programma ter ondersteuning van de Europese audiovisuele sector

106 752 000

100 000 000

2 775 552

2 600 000

15 04 68

MEDIA Mundus (6)

4 925 000

4 760 000

128 050

123 760

15 05 09

Voltooiing van vorige programma's/acties op het gebied van jeugd

p.m.

p.m.

15 05 55

Jeugd in actie

139 608 000

123 000 000

3 629 808

3 198 000

15 07 77

Mensen

905 662 068

588 805 947

23 547 214

15 308 955

17 01 04 02

Maatregelen van de Unie op het gebied van gezondheid — Uitgaven voor administratief beheer

1 400 000

1 400 000

36 400

36 400

17 01 04 03

Maatregelen van de Unie op het gebied van consumentenbescherming — Uitgaven voor administratief beheer

950 000

950 000

24 700

24 700

17 01 04 30

Uitvoerend Agentschap voor gezondheid en consumenten — Bijdrage van programma's onder rubriek 3b

5 900 000

5 900 000

153 400

153 400

17 02 01

Voltooiing van Unieactiviteiten ten behoeve van de consumenten

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

17 02 02

Unieactie op het gebied van consumentenbescherming

21 090 000

19 000 000

548 340

494 000

17 03 01 01

Voltooiing van het programma op het gebied van de volksgezondheid (2003-2008))

p.m.

10 500 000

p.m.

273 000

17 03 03 01

Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding — Bijdrage aan titels 1 en 2

36 936 900

36 936 900

960 359

960 359

17 03 03 02

Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding — Bijdrage aan titel 3

19 790 100

19 790 100

514 543

514 543

17 03 06

Actie van de Unie op het gebied van gezondheid

48 300 000

37 000 000

1 255 800

962 000

17 03 07 01

Europese Autoriteit voor voedselveiligheid — Bijdrage aan titels 1 en 2 (8)

48 266 209

48 266 209

1 240 442

1 240 442

17 03 07 02

Europese Autoriteit voor voedselveiligheid — Bijdrage aan titel 3 (8)

26 813 571

23 992 571

689 109

616 609

17 03 10 01

Europees Geneesmiddelenbureau — Bijdrage aan titels 1 en 2

7 655 333

7 655 333

199 039

199 039

17 03 10 02

Europees Geneesmiddelenbureau — Bijdrage aan titel 3

15 310 667

15 310 667

398 077

398 077

17 03 10 03

Speciale bijdrage voor weesgeneesmiddelen

6 000 000

6 000 000

156 000

156 000

23 01 04 02

Civiele bescherming — Uitgaven voor administratief beheer

250 000

250 000

6 500

6 500

23 03 01

Civiele bescherming binnen de Unie

18 000 000

14 000 000

468 000

364 000

23 03 03

Voltooiing van eerdere programma's en acties op het gebied van civiele bescherming en verontreiniging van de zee

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

23 03 06

Interventies in het kader van de civiele bescherming in derde landen

4 000 000

3 818 236

104 000

99 274

26 01 04 01

Interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten (ISA) — Uitgaven voor administratief beheer

560 000

560 000

14 560

14 560

26 03 01 01

Interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten (ISA)

25 500 000

11 794 264

663 000

306 651

26 03 01 02

Voltooiing van eerdere IDA- en IDABC-programma's

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

29 01 04 01

Uniaal Statistisch Programma 2008 tot en met / 2012 — Uitgaven voor administratief beheer (9)

2 900 000

2 900 000

56 550

56 550

29 01 04 04

Modernisering van de Europese ondernemings- en handelsstatistieken (MEETS) — Uitgaven voor administratief beheer (9)

250 000

250 000

4 875

4 875

29 02 01

Voltooiing van het beleid inzake statistische informatie (9)

p.m.

1 360 877

p.m.

26 537

29 02 03

Statistisch Programma van de Unie 2008 tot en met 2012 (9)

45 000 000

34 176 556

877 500

666 443

29 02 04

Modernisering van de Europese ondernemings- en handelsstatistieken (MEETS) (9)

8 410 000

5 504 274

163 995

107 333

32 01 04 06

Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma „Intelligente energie — Europa” — Uitgaven voor administratief beheer

992 000

992 000

25 792

25 792

32 01 04 30

Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie — Bijdrage uit het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma „Intelligente energie — Europa”

6 542 000

6 542 000

170 092

170 092

32 01 05 01

Uitgaven voor onderzoekspersoneel

1 700 000

1 700 000

44 200

44 200

32 01 05 02

Extern personeel voor onderzoek

850 000

850 000

22 100

22 100

32 01 05 03

Overige beheersuitgaven voor onderzoek

860 000

860 000

22 360

22 360

32 04 01

Voltooiing van het programma „Intelligente energie — Europa” (2003-2006)

453 626

11 794

32 04 02

Voltooiing van het programma „Intelligente energie — Europa” (2003-2006) extern gedeelte — Coopener

p.m.

p.m.

32 04 04

Voltooiing van het kaderprogramma Energie (1999-2002) — Conventionele en duurzame energie

p.m.

p.m.

32 04 06

Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma „Intelligente energie — Europa”

129 813 600

71 854 285

3 375 154

1 868 211

32 04 10 01

Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators — Bijdrage aan titels 1 en 2 (6)

6 864 725

6 864 725

p.m.

p.m.

32 04 10 02

Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators — Bijdrage aan titel 3 (6)

377 125

377 125

p.m.

p.m.

32 06 01

Onderzoek in verband met energie

162 633 457

104 333 874

4 228 470

2 712 681

32 06 02

Onderzoek in verband met energie — Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof

29 455 000

13 392 047

765 830

348 193

32 06 04 01

Voltooiing van programma's (vóór 2003)

p.m.

p.m.

32 06 04 02

Voltooiing van het zesde kaderprogramma van de EG (2003-2006)

p.m.

22 681 277

p.m.

589 713

33 01 04 02

Maatregelen ter bestrijding van geweld (Daphne) — Uitgaven voor administratief beheer

400 000

400 000

10 400

10 400

33 01 04 05

Drugspreventie en -voorlichting — Uitgaven voor administratief beheer

50 000

50 000

1 300

1 300

33 01 04 06

Programma Progress — Uitgaven voor administratief beheer

1 533 000

1 533 000

39 858

39 858

33 02

Grondrechten en burgerschap

       

33 02 01

Voltooiing van maatregelen ter bestrijding van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

33 02 05

Geweldbestrijding (Daphne)

19 500 000

14 716 084

507 000

382 618

33 04 01

Drugspreventie en -voorlichting

3 000 000

2 830 016

78 000

73 580

33 06 01

Discriminatiebestrijding en verscheidenheid

21 000 000

17 237 770

546 000

448 182

33 06 02

Gelijkheid mannen en vrouwen

12 458 000

9 072 511

323 908

235 885

33 06 05

Voltooiing van vroegere programma's

453 626

11 794

 

SUBTOTAAL OPERATIONEEL GEDEELTE

12 150 569 557

9 227 939 892

312 060 230

246 767 230

 

TOTAAL

12 776 723 365

9 854 093 700

314 145 598

248 852 598

LIJST VAN VOOR KANDIDAAT-LIDSTATEN OPENGESTELDE BEGROTINGSONDERDELEN EN IN VOORKOMEND GEVAL VAN POTENTIËLE KANDIDAAT-LIDSTATEN VAN DE WESTELIJKE BALKAN

(AL = Albanië; BA = Bosnië en Herzegovina; HR = Kroatië; MK = voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (voorlopige code die geen invloed op de definitieve naam van het land heeft, die aan het einde van de lopende onderhandelingen in het kader van de Verenigde Naties zal worden vastgesteld); ME = Montenegro; RS = Republiek Servië; TR = Turkije; Kosovo* = Kosovo onder internationaal bestuur op basis van Resolutie 1244 van de VN-Veiligheidsraad)

Totale bijdrage van de derde landen

 

(in miljoen EUR)

 

Begunstigde staten

HR

MK

TR

AL

BA

ME

RS

Kosovo*

Totaal

01 04 04

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma voor ondernemerschap en innovatie

02 02 01, 02 01 04 04 en 02 01 04 30

0,544

0,076

2,786

0,066

p.m.

0,034

0,377

p.m.

3,883

Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma voor ondernemerschap en innovatie

04 04 01 en 04 01 04 10

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Progress

06 02 06, 06 01 04 01 en 06 01 04 32

0,206

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,206

Programma Marco Polo II

07 03 07 en 07 01 04 01

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

LIFE + — Financieringsinstrument voor het milieu — 2007-2013

07 03 09 01 en 07 03 09 02

p.m.

p.m.

3,127

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

3,127

Europees Milieuagentschap

09 02 02 01 en 09 01 04 04

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,160

p.m.

0,160

Programma Safer Internet

09 03 01 en 09 01 04 03

0,441

p.m.

2,425

p.m.

p.m.

0,022

0,347

p.m.

3,235

Kaderprogramma Concurrentievermogen en Innovatie

14 04 02 en 14 01 04 02 (gedeeltelijk)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Douane 2013

14 05 03 en 14 01 04 02 (gedeeltelijk)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Fiscalis 2013

15 02 22, 15 01 04 22 en 15 01 04 30 (gedeeltelijk)

7,925

p.m.

77,925

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

85,850

Programma „Een leven lang leren”

15 04 44, 15 01 04 44 en 15 01 04 31 (gedeeltelijk)

0,161

0,023

1,481

p.m.

0,041

0,011

0,098

p.m.

1,815

Programma „Cultuur” (2007-2013)

15 04 66 01, 15 01 04 60 en 15 01 04 31 (gedeeltelijk)

0,137

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,137

MEDIA 2007

15 05 55, 15 01 04 55 en 15 01 04 31 (gedeeltelijk)

1,980

p.m.

10,280

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

12,260

Jeugd in actie

16 05 01, 16 01 04 03 en 16 01 04 30 (gedeeltelijk)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Europa voor de burger

17 02 02, 17 01 04 03 en 17 01 04 30 (gedeeltelijk)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Actie van de Unie op het gebied van consumentenbeleid

17 03 06, 17 01 04 02 en 17 01 04 30 (gedeeltelijk)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Actie van de Unie op het gebied van volksgezondheid

33 02 05 en 33 01 04 02

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Geweldbestrijding (Daphne)

33 02 03 01 en 33 02 03 02

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten

23 03 01, 23 03 06 en 23 01 04 02

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Civiele bescherming

24 02 01

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Fraudebestrijding

26 01 04 01 en 26 03 01 01

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten (ISA)

32 04 06, 32 01 04 06 en 32 01 04 30

0,73472

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

0,73472

Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie — Programma „Intelligente energie — Europa”

Zevende kaderprogramma Onderzoek — EG (niet-nucleair)  (10)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Zevende kaderprogramma Onderzoek — Euratom (nucleair)  (11)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN — DOOR DE ALGEMENE BEGROTING GEGARANDEERDE OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN (TER INDICATIE)

  • A. 
    INLEIDING

Deze bijlage is opgesteld overeenkomstig artikel 30, lid 1, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Zij bevat gegevens over de bedragen van de door de algemene begroting gegarandeerde opgenomen en verstrekte leningen: verstrekte „betalingsbalans”-leningen en opgenomen leningen om macrofinanciële bijstand te verlenen aan derde landen, Euratom-leningen om aldus een bijdrage te leveren aan de financiering van de verbetering van de doelmatigheid en de veiligheid van kerncentrales in bepaalde derde landen en door de Europese Investeringsbank in bepaalde derde landen verstrekte leningen.

Op 31 december 2010 bedroegen de door de algemene begroting gedekte uitstaande leningen 31 899 000 000 EUR, waarvan 12 504 000 000 EUR binnen de Unie en 19 395 000 000 EUR daarbuiten (afgeronde cijfers en op 31 december 2010 geldende wisselkoers van de euro).

  • B. 
    BEKNOPTE BESCHRIJVING VAN DE VERSCHILLENDE CATEGORIEËN DOOR DE ALGEMENE BEGROTING GEGARANDEERDE LENINGEN
  • I. 
    GEÏNTEGREERD MECHANISME VOOR FINANCIËLE ONDERSTEUNING OP MIDDELLANGE TERMIJN VAN DE BETALINGSBALANSEN VAN DE LIDSTATEN
  • 1. 
    Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 332/2002 van de Raad van 18 februari 2002 houdende instelling van een mechanisme voor financiële ondersteuning op middellange termijn van de betalingsbalansen van de lidstaten (PB L 53 van 23.2.2002, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1360/2008 van de Raad van 2 december 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 332/2002 (PB L 352 van 31.12.2008, blz. 11).

Besluit 2009/102/EG van de Raad van 4 november 2008 betreffende de toekenning van financiële bijstand op middellange termijn aan Hongarije (PB L 37 van 6.2.2009, blz. 5).

Besluit 2009/290/EG van de Raad van 20 januari 2009 betreffende de toekenning van financiële bijstand op middellange termijn aan Letland (PB L 79 van 25.3.2009, blz. 39).

Beschikking 2009/459/EG van de Raad van 6 mei 2009 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Roemenië (PB L 150 van 13.6.2009, blz. 8).

Verordening (EG) nr. 431/2009 van de Raad van 18 mei 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 332/2002 (PB L 128 van 27.5.2009, blz. 1).

  • 2. 
    Omschrijving

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 332/2002 kan de Europese Unie leningen toekennen aan lidstaten die zich voor feitelijke of ernstig dreigende moeilijkheden met betrekking tot de lopende rekening van de betalingsbalans of het kapitaalverkeer gesteld zien. Alleen lidstaten die niet deelnemen aan de euro kunnen van dit mechanisme genieten. Het aan hoofdsom uitstaande bedrag van de leningen is beperkt tot 12 000 000 000 EUR.

Op 2 december 2008 heeft de Raad besloten het mechanisme uit te breiden tot 25 000 000 000 EUR.

De Raad heeft op 4 november 2008 besloten financiële communautaire bijstand op middellange termijn te verlenen aan Hongarije. Het gaat om een lening op middellange termijn van maximaal 6 500 000 000 EUR in hoofdsom met een maximale gemiddelde looptijd van vijf jaar.

De Raad heeft op 20 januari 2009 besloten financiële communautaire bijstand op middellange termijn te verlenen aan Letland. Het gaat om een lening op middellange termijn van maximaal 3 100 000 000 EUR in hoofdsom met een maximale gemiddelde looptijd van zeven jaar.

De Raad heeft op 6 mei 2009 besloten financiële communautaire bijstand op middellange termijn te verlenen aan Roemenië. Het gaat om een lening op middellange termijn van maximaal 5 000 000 000 EUR in hoofdsom met een maximale gemiddelde looptijd van vijf jaar.

Op 18 mei 2009 heeft de Raad besloten het mechanisme uit te breiden tot 50 000 000 000 EUR.

  • 3. 
    Begrotingseffect

Aangezien de voorwaarden van de opgenomen leningen dezelfde zijn als die van de verstrekte leningen, is het begrotingseffect beperkt tot het honoreren van de garantie bij wanbetaling. Op 31 december 2010 was het in het kader van dit instrument uitstaande bedrag 12 050 000 000 EUR.

II.   GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DOOR DE UNIE OPGENOMEN LENINGEN VOOR FINANCIËLE BIJSTAND IN HET KADER VAN HET EUROPEES FINANCIEEL STABILISATIEMECHANISME

  • 1. 
    Rechtsgronden

Verordening (EU) nr. 407/2010 van de Raad van 11 mei 2010 houdende instelling van een Europees financieel stabilisatiemechanisme (PB L 118 van 12.5.2010, blz. 1).

Artikel 122, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU van de Raad van 7 december 2010 tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Ierland (PB L 30 van 4.2.2011, blz. 34).

Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU van de Raad van 30 mei 2011 tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Portugal (PB L 159 van 17.6.2011, blz. 88).

Uitvoeringsbesluit 2011/682/EU van de Raad van 11 oktober 2011 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Ierland (PB L 269 van 14.10.2011, blz. 31).

Uitvoeringsbesluit 2011/683/EU van de Raad van 11 oktober 2011 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Portugal (PB L 269 van 14.10.2011, blz. 32).

  • 2. 
    Omschrijving

Artikel 122, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie voorziet in de mogelijkheid dat de Unie financiële bijstand verleent aan een lidstaat in geval van moeilijkheden of ernstige dreiging van grote moeilijkheden die onder andere worden veroorzaakt door buitengewone gebeurtenissen die deze lidstaat niet kan beheersen.

De door de Unie verstrekte garantie betreft leningen betrokken op de kapitaalmarkten of van financiële instellingen.

Overeenkomstig artikel 2, lid 2, van Verordening (EU) nr. 407/2010 van de Raad van 11 mei 2010 wordt het uitstaande bedrag van de leningen of kredietlijnen die in het kader van het Europees financieel stabilisatiemechanisme aan lidstaten worden verstrekt, beperkt tot de voor de betalingskredieten beschikbare marge onder het plafond van de eigen middelen.

Deze post dient voor de opname in de begroting van de door de Unie verstrekte garantie. Aldus kan de Commissie de schuldendienst betalen wanneer debiteuren in gebreke blijven.

Om aan haar verplichtingen te voldoen, kan de Commissie de schuldendienst tijdelijk uit haar eigen kasmiddelen bekostigen. Artikel 12 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1), is van toepassing.

Op 7 december 2010 heeft de Unie besloten Ierland een lening ter beschikking te stellen van maximaal 22 500 000 000 EUR met een maximale gemiddelde looptijd van 7,5 jaar (PB L 30 van 4.2.2011, blz. 34).

Op 30 mei 2011 heeft de Unie besloten Portugal een lening ter beschikking te stellen van maximaal 26 000 000 000 EUR (PB L 159 van 17.6.2011, blz. 88).

Op 11 oktober 2011 heeft de Raad besloten Uitvoeringsbesluiten 2011/77/EU en 2011/344/EU te wijzigen door de looptijden te verlengen en het verlagen van de rentemarge te laten gelden voor alle tranches die al zijn uitbetaald (PB L 269 van 14.10.2011, blz. 31 voor Ierland (2011/682/EU) en blz. 32 voor Portugal (2011/683/EU)).

Op 31 oktober 2011 bedroeg het uit hoofde van dit instrument uitstaande bedrag 28 000 000 000 EUR (Ierland 13 900 000 000 EUR en Portugal 14 100 000 000 EUR).

  • 3. 
    Begrotingseffect

Aan de uitgavenzijde is het begrotingseffect beperkt tot het ten uitvoer brengen van de garantie in geval van in gebreke blijven van een debiteur.

Aan de ontvangstenzijde werd het intrestinkomen dat voortvloeit uit het renteverschil tussen de lening en door de begunstigde betaalde leentransacties, zoals oorspronkelijk was voorzien in het artikel 5, lid 1, van de besluiten van de Raad die van toepassing waren op elk begunstigd land afzonderlijk, ingetrokken bij de besluiten van de Raad van 11 oktober 2011.

III.   GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE PROGRAMMA’S VAN DOOR DE UNIE OPGENOMEN LENINGEN VOOR DE TOEKENNING VAN FINANCIËLE BIJSTAND AAN DERDE LANDEN IN HET MIDDELLANDSE ZEEGEBIED

  • 1. 
    Rechtsgronden

Besluit 2007/860/EG van de Raad van 10 december 2007 tot toekenning van macro-financiële bijstand aan Libanon (PB L 337 van 21.12.2007, blz. 111).

  • 2. 
    Omschrijving

Op 10 december 2007 heeft de Raad besloten een garantie van de Europese Unie te verstrekken voor een leningsoperatie voor Libanon in de vorm van een langlopende lening met een hoofdsom van ten hoogste 50 000 000 EUR voor een looptijd van ten hoogste 10 jaar. De eerste tranche van 25 000 000 EUR werd in 2009 uitbetaald.

  • 3. 
    Begrotingseffect

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1) voor extern optreden, komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het Garantiefonds.

Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

 

één betaling per jaar aan of, eerder uitzonderlijk, uit het fonds om het streefbedrag van 9 % van de gegarandeerde operaties te handhaven;

 

eventuele interventie van de garantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

IV.   GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE PROGRAMMA’S VAN DOOR DE UNIE OPGENOMEN LENINGEN VOOR DE TOEKENNING VAN FINANCIËLE BIJSTAND AAN DERDE LANDEN VAN MIDDEN- EN OOST-EUROPA

  • 1. 
    Rechtsgronden

Besluit 1999/732/EG van de Raad van 8 november 1999 tot toekenning van aanvullende macro-financiële bijstand aan Roemenië (PB L 294 van 16.11.1999, blz. 29).

  • 2. 
    Omschrijving

De Raad heeft op 8 november 1999 besloten macro-financiële steun te verlenen aan Roemenië. Het gaat om een langlopende lening van maximaal 200 000 000 EUR in hoofdsom voor een periode van maximaal tien jaar (Roemenië IV). De eerste tranche van 100 000 000 EUR is op 29 juni 2000 uitgekeerd en de tweede tranche van 50 000 000 EUR op 17 juli 2003.

  • 3. 
    Begrotingseffect

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1) voor extern optreden, komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het fonds.

Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

 

een jaarlijkse betaling aan of, eerder uitzonderlijk, uit het fonds, om het streefbedrag van 9 % van de gegarandeerde operaties te handhaven;

 

eventuele interventie van de garantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

Vanaf 1 januari 2007 zijn leningen aan Bulgarije en Roemenië geen externe acties meer (zie Verordening (EG, Euratom) nr. 2273/2004 (PB L 396 van 31.12.2004, blz. 28)) en worden zij derhalve rechtstreeks door de algemene begroting gedragen en niet meer door het fonds.

  • V. 
    GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE PROGRAMMA’S VAN DOOR DE UNIE OPGENOMEN LENINGEN VOOR DE TOEKENNING VAN FINANCIËLE BIJSTAND AAN DE LANDEN VAN HET GEMENEBEST VAN ONAFHANKELIJKE STATEN EN MONGOLIË
  • 1. 
    Rechtsgronden

Besluit 97/787/EG van de Raad van 17 november 1997 tot toekenning van buitengewone financiële bijstand aan Armenië en Georgië (PB L 322 van 25.11.1997, blz. 37).

Besluit 98/592/EG van de Raad van 15 oktober 1998 tot toekenning van aanvullende macro-financiële bijstand aan Oekraïne (PB L 284 van 22.10.1998, blz. 45).

Besluit 2000/244/EG van de Raad van 20 maart 2000 tot wijziging van Besluit 97/787/EG tot toekenning van buitengewone financiële bijstand aan Armenië en Georgië, met het oog op de uitbreiding ervan tot Tadzjikistan (PB L 77 van 28.3.2000, blz. 11).

Besluit 2009/890/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Armenië (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 3).

  • 2. 
    Omschrijving

De Raad heeft op 17 november 1997 besloten een garantie van de Europese Unie te verlenen voor een bijzondere leningsoperatie ten behoeve van Armenië en Georgië. Het gaat om een lening aan Georgië met een hoofdsom van ten hoogste 142 000 000 EUR en een lening van 28 000 000 EUR aan Armenië, met een looptijd van maximaal 15 jaar.

De eerste tranche van 110 000 000 EUR is op 24 juli 1998 aan Georgië verstrekt. Er hoeft geen tweede tranche meer te worden uitbetaald.

De Raad heeft op 15 oktober 1998 besloten een garantie van de Europese Unie te verlenen voor een derde leningsoperatie ten behoeve van Oekraïne (Oekraïne III). Het ging oorspronkelijk om een lening met een hoofdsom van ten hoogste 150 000 000 EUR en een looptijd van ten hoogste tien jaar. De eerste tranche van 58 000 000 EUR is op 30 juli 1999 uitgekeerd. Er is geen planning meer vastgesteld voor de uitbetaling van het resterende bedrag van 110 000 000 EUR in het kader van Besluit 2002/639/EG van de Raad van 12 juli 2002 tot toekenning van aanvullende macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 209 van 6.8.2002, blz. 22).

De Raad heeft op 20 maart 2000 besloten een garantie van de Europese Unie te verlenen voor een leningsoperatie ten behoeve van Tadzjikistan. Het gaat om een lening met een hoofdsom van ten hoogste 75 000 000 EUR en een looptijd van ten hoogste 15 jaar. In 2001 is een lening van 60 000 000 EUR verstrekt. Er hoeft geen tweede tranche meer te worden uitbetaald.

Op 30 november 2009 heeft de Raad besloten een garantie van de Europese Unie te verstrekken voor een leningsoperatie voor Armenië in de vorm van een langlopende lening met een hoofdsom van ten hoogste 65 000 000 EUR voor een looptijd van ten hoogste 15 jaar. De eerste tranche van 26 000 000 EUR werd in 2011 uitbetaald.

  • 3. 
    Begrotingseffect

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1) voor extern optreden, komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het fonds.

Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

 

een jaarlijkse betaling aan of, eerder uitzonderlijk, uit het fonds, om het streefbedrag van 9 % van de gegarandeerde operaties te handhaven;

 

eventuele interventie van de garantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

VI.   GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE PROGRAMMA’S VAN DOOR DE UNIE OPGENOMEN LENINGEN VOOR DE TOEKENNING VAN FINANCIËLE BIJSTAND AAN DE WESTELIJKE BALKANLANDEN

  • 1. 
    Rechtsgronden

Besluit 97/471/EG van de Raad van 22 juli 1997 tot toekenning van macro-financiële bijstand aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (PB L 200 van 29.7.1997, blz. 59).

Besluit 1999/325/EG van de Raad van 10 mei 1999 tot toekenning van macro-financiële bijstand aan Bosnië en Herzegovina (PB L 123 van 13.5.1999, blz. 57).

Besluit 1999/733/EG van de Raad van 8 november 1999 tot toekenning van aanvullende macro-financiële bijstand aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (PB L 294 van 16.11.1999, blz. 31).

Besluit 2001/549/EG van de Raad van 16 juli 2001 tot toekenning van macro-financiële bijstand aan de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 197 van 21.7.2001, blz. 38).

Besluit 2002/882/EG van de Raad van 5 november 2002 tot toekenning van macro-financiële bijstand aan de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 308 van 9.11.2002, blz. 25).

Besluit 2002/883/EG van de Raad van 5 november 2002 tot toekenning van macro-financiële bijstand aan Bosnië en Herzegovina (PB L 308 van 9.11.2002, blz. 28).

Besluit 2004/580/EG van de Raad van 29 april 2004 tot toekenning van macro-financiële bijstand aan Albanië (PB L 261 van 6.8.2004, blz. 116).

Besluit 2008/784/EC van de Raad van 2 oktober 2008 tot vaststelling van een eigen aansprakelijkheid van Montenegro voor de langlopende leningen die de Gemeenschap uit hoofde van de Besluiten 2001/549/EG en 2002/882/EG aan de Statenunie van Servië en Montenegro (voorheen de Federale Republiek Joegoslavië) heeft toegekend, en tot evenredige beperking van de aansprakelijkheid van Servië voor deze leningen (PB L 269 van 10.10.2008, blz. 8).

Besluit 2009/891/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Bosnië en Herzegovina (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 6).

Besluit 2009/892/EG van de Raad van 30 november 2009 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan Servië (PB L 320 van 5.12.2009, blz. 9).

  • 2. 
    Omschrijving

De Raad heeft op 22 juli 1997 besloten een garantie van de Europese Unie te verlenen voor een leningsoperatie ten behoeve van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (VJRM I).

Het gaat om een langetermijnlening met een hoofdsom van ten hoogste 40 000 000 EUR en een looptijd van 15 jaar.

De eerste tranche van 25 000 000 EUR, met een maximale looptijd van 15 jaar, is op 30 september 1997 aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië uitbetaald. Deze tranche moet vanaf het elfde jaar in vijf gelijke jaarlijkse aflossingen worden terugbetaald.

De tweede tranche van 15 000 000 EUR is op 13 februari 1998 uitbetaald. Deze tranche moet vanaf het elfde jaar in vijf gelijke annuïteiten worden terugbetaald.

De Raad heeft op 10 mei 1999 besloten een garantie van de Europese Unie te verlenen voor een leningsoperatie ten behoeve van Bosnië en Herzegovina. Het gaat om een langlopende lening met een hoofdsom van ten hoogste 20 000 000 EUR en een looptijd van ten hoogste 15 jaar (Bosnië I).

De eerste tranche van 10 000 000 EUR met een looptijd van ten hoogste 15 jaar is op 21 december 1999 aan Bosnië en Herzegovina uitbetaald. De tweede tranche van 10 000 000 EUR is in 2001 uitbetaald.

De Raad heeft op 8 november 1999 opnieuw besloten een garantie van de Europese Unie te verlenen voor een leningsoperatie ten behoeve van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. Het gaat om een langlopende lening met een hoofdsom van ten hoogste 50 000 000 EUR en een looptijd van maximaal 15 jaar (VJRM II).

In januari 2001 is de eerste tranche van 10 000 000 EUR met een looptijd van ten hoogste 15 jaar uitbetaald aan de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, in januari 2002 de tweede tranche van 12 000 000 EUR, in juni 2003 de derde tranche van 10 000 000 EUR en in december 2003 de vierde tranche van 18 000 000 EUR.

De Raad heeft op 16 juli 2001 besloten een garantie van de Europese Unie te verlenen voor een leningsoperatie ten behoeve van de Federale Republiek Joegoslavië (Servië en Montenegro I). Het gaat om een langlopende lening met een hoofdsom van ten hoogste 225 000 000 EUR en een looptijd van ten hoogste 15 jaar. De lening is in oktober 2001 in één tranche uitbetaald.

De Raad heeft op 5 november 2002 besloten een garantie van de Europese Unie te verlenen voor een leningsoperatie ten behoeve van Bosnië en Herzegovina. Het gaat om een langlopende lening met een hoofdsom van ten hoogste 20 000 000 EUR en een looptijd van ten hoogste 15 jaar (Bosnië II).

De eerste tranche van 10 000 000 EUR, met een looptijd van ten hoogste 15 jaar, is in 2003 aan Bosnië en Herzegovina uitbetaald. De tweede tranche van 10 000 000 EUR is in 2006 uitbetaald.

De Raad heeft op 5 november 2002 besloten een garantie van de Europese Unie te verlenen voor een leningsoperatie ten behoeve van Servië en Montenegro (Servië en Montenegro II). Het gaat om een langlopende lening met een hoofdsom van ten hoogste 55 000 000 EUR en een looptijd van ten hoogste 15 jaar.

De eerste tranche van 10 000 000 EUR en de tweede tranche van 30 000 000 EUR, beide met een looptijd van ten hoogste 15 jaar, zijn in 2003 aan Servië en Montenegro uitbetaald, en de derde tranche van 15 000 000 EUR is in 2005 uitbetaald.

De lening aan Albanië IV van 9 000 000 EUR, met een looptijd van ten hoogste 15 jaar, werd volledig uitbetaald in 2006.

De Raad heeft op 30 november 2009 besloten een garantie van de Europese Unie te verlenen voor een leningsoperatie ten behoeve van Servië in de vorm van een langlopende lening met een hoofdsom van ten hoogste 200 000 000 EUR en een looptijd van maximaal 8 jaar. De eerste tranche van 100 000 000 EUR werd in 2011 uitbetaald.

  • 3. 
    Begrotingseffect

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1) voor extern optreden, komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het fonds.

Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

 

een jaarlijkse betaling aan of, eerder uitzonderlijk, uit het fonds, om het streefbedrag van 9 % van de gegarandeerde operaties te handhaven;

 

eventuele interventie van de garantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

VII.   GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE EURATOM-LENINGEN DIE BESTEMD ZIJN VOOR DE FINANCIERING VAN DE VERBETERING VAN DE EFFICIËNTIE EN DE VEILIGHEID VAN KERNCENTRALES VAN DE LANDEN VAN MIDDEN- EN OOST-EUROPA, ALSMEDE VAN DIE VAN HET GEMENEBEST VAN ONAFHANKELIJKE STATEN

  • 1. 
    Rechtsgronden

Besluit 77/270/Euratom van de Raad van 29 maart 1977 waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen ten einde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6.4.1977, blz. 9).

  • 2. 
    Omschrijving

Overeenkomstig Besluit 94/179/Euratom (PB L 84 van 29.3.1994, blz. 41) breidt de Europese Unie krachtens Besluit 77/270/Euratom de Euratom-leningen uit tot de verbetering van het rendement en de veiligheid van de kerninstallaties van de landen in Midden- en Oost-Europa en het Gemenebest van onafhankelijke staten.

Het totale maximumbedrag aan Euratom-leningen voor de lidstaten en de derde landen blijft vastgesteld op 4 000 000 000 EUR.

In 2000 heeft de Commissie besloten tot een lening aan Kozloduy in Bulgarije (212 500 000 EUR) en de laatste tranche is in 2006 uitbetaald. In 2000 heeft de Commissie een lening aan K2R4 in Oekraïne toegekend, maar het bedrag ervan in 2004 teruggebracht tot de tegenwaarde van 83 000 000 USD in EUR. Aan K2R4 is een lening toegekend van 39 000 000 EUR (eerste tranche) in 2007, van 22 000 000 USD in 2008 en van 10 335 000 USD in 2009 uit hoofde van het besluit van de Commissie van 2004. In 2004 heeft de Commissie besloten tot een lening aan Cernavodă in Roemenië (223 500 000 EUR). Een eerste tranche van 100 000 000 EUR en een tweede van 90 000 000 EUR zijn in 2005 uitgekeerd en de laatste, van 33 500 000 EUR, in 2006.

  • 3. 
    Begrotingseffect

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1) voor extern optreden, komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het fonds.

Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

 

een jaarlijkse betaling aan of, eerder uitzonderlijk, uit het fonds, om het streefbedrag van 9 % van de gegarandeerde operaties te handhaven;

 

eventuele interventie van de garantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

Vanaf 1 januari 2007 zijn leningen aan Bulgarije en Roemenië geen externe acties meer (zie Verordening (EG, Euratom) nr. 2273/2004 (PB L 396 van 31.12.2004, blz. 28)) en worden zij derhalve rechtstreeks door de algemene begroting gedragen en niet meer door het fonds.

VIII.   GARANTIE VAN DE UNIE VOOR DE LENINGEN VAN DE EUROPESE INVESTERINGSBANK VERSTREKT AAN MEDITERRANE LANDEN

  • 1. 
    Rechtsgronden

Een aantal in de onderstaande rechtsgronden opgenomen landen zijn inmiddels lidstaten of worden als pretoetredingslanden beschouwd. Voorts kan het zijn dat de namen van de landen sinds de goedkeuring van de betrokken rechtsgronden veranderd zijn.

Besluit van de Raad van 8 maart 1977 (protocollen met de mediterrane landen).

Verordening (EEG) nr. 1273/80 van de Raad van 23 mei 1980 houdende sluiting van het Interim-protocol tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië betreffende de vervroegde tenuitvoerlegging van Protocol nr. 2 van de Samenwerkingsovereenkomst (PB L 130 van 27.5.1980, blz. 98).

Besluit van de Raad van 19 juli 1982 (aanvullende uitzonderlijke hulp voor de wederopbouw van Libanon).

Verordening (EEG) nr. 3183/82 van de Raad van 22 november 1982 betreffende de sluiting van het Protocol inzake de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 337 van 29.11.1982, blz. 43).

Besluit van de Raad van 9 oktober 1984 (lening aan Joegoslavië buiten het protocol om).

Besluit 87/604/EEG van de Raad van 21 december 1987 betreffende de sluiting van het Tweede Protocol betreffende de financiële samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië (PB L 389 van 31.12.1987, blz. 65).

Besluit 88/33/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 25).

Besluit 88/34/EEG van de Raad van 21 december 1987 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 22 van 27.1.1988, blz. 33).

Besluit 88/453/EEG van de Raad van 30 juni 1988 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 224 van 13.8.1988, blz. 32).

Besluit 92/44/EEG van de Raad van 19 december 1991 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië (PB L 18 van 25.1.1992, blz. 34).

Besluit 92/207/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Arabische Republiek Egypte (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 21).

Besluit 92/208/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Hasjemitische Koninkrijk Jordanië (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 29).

Besluit 92/209/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Libanese Republiek (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 37).

Besluit 92/210/EEG van de Raad van 16 maart 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Staat Israël (PB L 94 van 8.4.1992, blz. 45).

Verordening (EEG) nr. 1763/92 van de Raad van 29 juni 1992 betreffende de financiële samenwerking met de mediterrane derde landen (PB L 181 van 1.7.1992, blz. 5), ingetrokken bij Verordening (EG) nr. 1488/96 (PB L 189 van 30.7.1996, blz. 1).

Besluit 92/548/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 13).

Besluit 92/549/EEG van de Raad van 16 november 1992 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 352 van 2.12.1992, blz. 21).

Besluit 93/408/EEG van de Raad van 19 juli 1993 inzake de sluiting van het Protocol betreffende de financiële samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Slovenië (PB L 189 van 29.7.1993, blz. 152).

Besluit 94/67/EG van de Raad van 24 januari 1994 houdende sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Syrische Arabische Republiek (PB L 32 van 5.2.1994, blz. 44).

Besluit 95/484/EG van de Raad van 30 oktober 1995 betreffende de sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Malta (PB L 278 van 21.11.1995, blz. 14).

Besluit 95/485/EG van de Raad van 30 oktober 1995 betreffende de sluiting van het Protocol betreffende de financiële en technische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Cyprus (PB L 278 van 21.11.1995, blz. 22).

Besluit 97/256/EG van de Raad van 14 april 1997 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Bosnië-Herzegovina) (PB L 102 van 19.4.1997, blz. 33).

Besluit 1999/786/EG van de Raad van 29 november 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank (EIB) voor verliezen uit leningen voor projecten voor de wederopbouw van de door de aardbeving getroffen gebieden van Turkije (PB L 308 van 3.12.1999, blz. 35).

Besluit 2000/24/EG van de Raad van 22 december 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (Midden- en Oost-Europa, Middellandse Zeegebied, Latijns-Amerika, Azië en de Republiek Zuid-Afrika) (PB L 9 van 13.1.2000, blz. 24).

Besluit 2000/788/EG van de Raad van 4 december 2000 houdende wijziging van Besluit 2000/24/EG tot vaststelling van een speciaal actieprogramma van de Europese Investeringsbank ter ondersteuning van de consolidatie en verdieping van de douane-unie tussen de EG en Turkije (PB L 314 van 14.12.2000, blz. 27).

Besluit 2005/47/EG van de Raad van 22 december 2004 houdende wijziging van Besluit 2000/24/EG teneinde rekening te houden met de uitbreiding van de Europese Unie en het Europese nabuurschapsbeleid (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 9).

Besluit 2006/1016/EG van de Raad van 19 december 2006 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 414 van 30.12.2006, blz. 95), vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 190 van 22.7.2009, blz. 1).

Besluit 1080/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Unie en houdende intrekking van Besluit nr. 633/2009/EG (PB L 280 van 27.10.2011, blz. 1).

  • 2. 
    Garantie van de algemene begroting

Volgens het voormelde besluit van de Raad van 8 maart 1977 garandeert de Europese Unie de in het kader van de financiële verplichtingen van de Europese Unie jegens de mediterrane landen door de Europese Investeringsbank toe te kennen leningen.

Dit besluit ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst die op 30 oktober 1978 te Brussel en op 10 november 1978 te Luxemburg is ondertekend en waarbij een totale garantie wordt ingevoerd voor 75 % van het totaal van de uitstaande kredieten voor leningen die worden verstrekt in de volgende landen: Malta, Tunesië, Algerije, Marokko, Portugal (financieel protocol, spoedhulp), Turkije, Cyprus, Egypte, Jordanië, Syrië, Israël, Griekenland, het voormalige Joegoslavië en Libanon.

Voor elk nieuw financieel protocol wordt een nieuwe akte tot verlenging van de garantieovereenkomst opgesteld.

Besluit 97/256/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 25 juli 1997 te Brussel en op 29 juli 1997 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 70 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit 1999/786/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 18 april 2000 te Brussel en op 23 mei 2000 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit 2000/24/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 19 juli 2000 te Brussel en op 24 juli 2000 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit 2005/47/EG ligt ten grondslag aan een geherformuleerde en gewijzigde garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 30 augustus 2005 te Brussel en op 2 september 2005 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit 2006/1016/EG lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 1 augustus 2007 te Luxemburg en op 29 augustus 2007 in Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Bij Besluit nr. 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

  • 3. 
    Omschrijving

In het kader van de financiële protocollen die zijn gesloten met de derde landen van het Middellandse Zeegebied worden totaalbedragen vastgesteld voor de door de Europese Investeringsbank uit haar eigen middelen te verstrekken leningen. De Europese Investeringsbank kent de leningen toe in sectoren die kunnen bijdragen tot de economische ontwikkeling van de betrokken landen: vervoersinfrastructuur, havens, watervoorziening, productie en transport van energie, landbouwprojecten, bevordering van het midden- en kleinbedrijf.

De Raad heeft op 14 april 1997, op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement, besloten de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank te verlengen voor leningen voor projecten in de volgende mediterrane landen: Algerije, Cyprus, Egypte, Israël, Jordanië, Libanon, Malta, Marokko, Syrië, Tunesië, Turkije, Gaza en de Westelijke Jordaanoever. De garantie blijft beperkt tot 70 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit totale bedrag beloopt maximaal 7 105 000 000 EUR, waarvan 2 310 000 000 EUR voor de bovengenoemde mediterrane landen, over een periode van drie jaar, te rekenen vanaf 31 januari 1997 (met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden).

De Europese Investeringsbank wordt verzocht ernaar te streven het commerciële risico van haar kredietverlening voor 25 % te dekken met andere dan staatsgaranties.

De Raad heeft op 29 november 1999 besloten aan de Europese Investeringsbank een garantie van de Gemeenschap te verlenen voor verliezen op leningen voor wederopbouwprojecten in de door aardbevingen getroffen gebieden in Turkije. De garantie blijft beperkt tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit totale bedrag beloopt maximaal 600 000 000 EUR, over een periode van drie jaar, te rekenen vanaf 29 november 1999 (met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden).

De Europese Investeringsbank wordt verzocht ernaar te streven het commerciële risico van haar kredietverlening voor 30 % te dekken met andere dan staatsgaranties. Dit percentage moet indien mogelijk worden verhoogd, voor zover de markt dat mogelijk maakt.

Op 22 december 1999 heeft de Raad op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement opnieuw besloten aan de Europese Investeringsbank een garantie van de Gemeenschap te verlenen voor verliezen op leningen voor projecten in de volgende mediterrane landen: Algerije, Cyprus, Egypte, Israël, Jordanië, Libanon, Malta, Marokko, Syrië, Tunesië, Turkije, Gaza en de Westelijke Jordaanoever. Het totaalbedrag van de uitstaande kredieten uit hoofde van Besluit 2000/24/EG bedraagt voor alle landen samen maximaal 19 460 000 000 EUR. De garantie blijft beperkt tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten, en geldt voor een periode van zeven jaar, van 1 februari 2000 tot en met 31 januari 2007. Daar bij het verstrijken van deze periode het bedrag aan door de Europese Investeringsbank verstrekte leningen niet de bovengenoemde totale bedragen bereikt had, werd die periode automatisch één keer met zes maanden verlengd.

Op 4 december 2000 heeft de Raad besloten een speciaal actieprogramma van de Europese Investeringsbank vast te stellen voor consolidatie en verdieping van de douane-unie EG-Turkije. Het bedrag van deze leningen is beperkt tot een maximum van 450 000 000 EUR.

Bij Besluit 2005/47/EG is het mediterrane regionale mandaat aangepast teneinde Cyprus, Malta en Turkije daarvan uit te sluiten; deze werden opgenomen in het mandaat voor de zuidoostelijke buurlanden.

Bij Besluit 2006/1016/EG wordt een garantie van de Gemeenschap verleend voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap voor leningen in de volgende mediterrane landen: Algerije, Egypte, Westelijke Jordaanoever en Gaza, Israël, Jordanië, Libanon, Libië (subsidiabiliteit vast te stellen door de Raad), Marokko, Syrië, Tunesië. Het uit hoofde van Besluit 2006/1016/EG voor alle landen beschikbaar gestelde totaalbedrag beloopt 27 800 000 000 EUR, voor de periode van 1 februari 2007 tot en met 31 december 2013, met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden. De garantie van de Gemeenschap is beperkt tot 65 %.

Besluit 2006/1016/EG werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Bij Besluit nr. 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

  • 4. 
    Begrotingseffect

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1) voor extern optreden, komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het fonds.

Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

 

een jaarlijkse betaling aan of, eerder uitzonderlijk, uit het fonds, om het streefbedrag van 9 % van de gegarandeerde operaties te handhaven;

 

eventuele interventie van de garantie bij in gebreke blijven van de debiteuren;

 

de toekenning van, in een aantal gevallen, de rentesubsidies van 2 % die worden betaald als niet terug te betalen steun binnen de grenzen van de in de financiële protocollen vastgestelde maxima.

Leningen aan nieuwe lidstaten zijn geen externe acties meer (zie Verordening (EG, Euratom) nr. 2273/2004 (PB L 396 van 31.12.2004, blz. 28)) en worden derhalve rechtstreeks door de algemene begroting gedragen en niet meer door het Garantiefonds.

Bij Besluit nr. 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

IX.   GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR LENINGEN VAN DE EUROPESE INVESTERINGSBANK AAN DERDE LANDEN IN MIDDEN- EN OOST-EUROPA EN DE WESTELIJKE BALKAN

  • 1. 
    Rechtsgronden

Een aantal in de onderstaande rechtsgronden opgenomen landen zijn inmiddels lidstaten of worden als pretoetredingslanden beschouwd. Voorts kan het zijn dat de namen van de landen sinds de goedkeuring van de betrokken rechtsgrond veranderd zijn.

Besluit van de raad van gouverneurs van de Europese Investeringsbank van 29 november 1989 betreffende de transacties van de Bank in Hongarije en Polen.

Besluit 90/62/EEG van de Raad van 12 februari 1990 waarbij de Gemeenschap zich jegens de Europese Investeringsbank garant stelt voor verliezen op leningen voor projecten in Hongarije en Polen (PB L 42 van 16.2.1990, blz. 68).

Besluit 91/252/EEG van de Raad van 14 mei 1991 houdende uitbreiding tot Tsjechoslowakije, Bulgarije en Roemenië van Besluit 90/62/EEG waarbij de Gemeenschap zich jegens de Europese Investeringsbank garant stelt voor verliezen op leningen voor projecten in Hongarije en Polen (PB L 123 van 18.5.1991, blz. 44).

Besluit 93/166/EEG van de Raad van 15 maart 1993 tot toekenning van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor investeringsprojecten in Estland, Letland en Litouwen (PB L 69 van 20.3.1993, blz. 42).

Besluit 93/696/EG van de Raad van 13 december 1993 tot toekenning van de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor projecten in de Midden- en Oost-Europese landen (Polen, Hongarije, Tsjechische Republiek, Slowaakse Republiek, Roemenië, Bulgarije, Estland, Letland, Litouwen en Albanië) (PB L 321 van 23.12.1993, blz. 27).

Besluit 97/256/EG van de Raad van 14 april 1997 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Bosnië-Herzegovina) (PB L 102 van 19.4.1997, blz. 33).

Besluit 98/348/EG van de Raad van 19 mei 1998 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (PB L 155 van 29.5.1998, blz. 53).

Besluit 98/729/EG van de Raad van 14 december 1998 tot wijziging van Besluit 97/256/EG om de aan de Europese Investeringsbank verleende garantie van de Gemeenschap uit te breiden tot leningen voor projecten in Bosnië-Herzegovina (PB L 346 van 22.12.1998, blz. 54).

Besluit 2000/24/EG van de Raad van 22 december 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (Midden- en Oost-Europa, Middellandse Zeegebied, Latijns-Amerika, Azië en de Republiek Zuid-Afrika) (PB L 9 van 13.1.2000, blz. 24).

Besluit 2000/688/EG van de Raad van 7 november 2000 houdende wijziging van Besluit 2000/24/EG tot uitbreiding van de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank tot leningen voor projecten in Kroatië (PB L 285 van 10.11.2000, blz. 20).

Besluit 2001/778/EG van de Raad van 6 november 2001 tot wijziging van Besluit 2000/24/EG met het oog op de uitbreiding van de aan de Europese Investeringsbank verleende garantie van de Gemeenschap tot leningen voor projecten in de Federale Republiek Joegoslavië (PB L 292 van 9.11.2001, blz. 43).

Besluit 2005/47/EG van de Raad van 22 december 2004 tot wijziging van Besluit 2000/24/EG in het licht van de uitbreiding van de Europese Unie en het Europese nabuurschapsbeleid (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 9).

Besluit 2006/1016/EG van de Raad van 19 december 2006 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 414 van 30.12.2006, blz. 95). Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 190 van 22.7.2009, blz. 1).

Besluit 1080/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Unie en houdende intrekking van Besluit nr. 633/2009/EG (PB L 280 van 27.10.2011, blz. 1).

  • 2. 
    Garantie van de algemene begroting

Besluit 90/62/EEG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst betreffende de in Hongarije en Polen verstrekte leningen, die op 24 april 1990 te Brussel en op 14 mei 1990 te Luxemburg door de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Investeringsbank werd ondertekend, alsmede aan een uitbreiding van deze overeenkomst tot leningen in Tsjecho-Slowakije en in Bulgarije, die op 31 juli 1991 te Brussel en te Luxemburg werd ondertekend.

Deze garantieovereenkomst maakte het voorwerp uit van een op 19 januari 1993 te Brussel en op 4 februari 1993 te Luxemburg ondertekende akte, waarbij met ingang van 1 januari 1993 de Tsjechische Republiek en de Slowaakse Republiek in de plaats komen van de Tsjechische en Slowaakse Federatieve Republiek.

Besluit 93/696/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst ondertekend tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank op 22 juli 1994 te Brussel en op 12 augustus 1994 te Luxemburg.

Besluit 97/256/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank, die op 25 juli 1997 te Brussel en op 29 juli 1997 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 98/348/EG en Besluit 98/729/EG liggen ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank, die op 25 juli 1997 te Brussel en op 29 juli 1997 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 2000/24/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank, die op 19 juli 2000 te Brussel en op 24 juli 2000 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 2005/47/EG ligt ten grondslag aan een geherformuleerde en gewijzigde garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 30 augustus 2005 te Brussel en op 2 september 2005 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit 2006/1016/EG lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 1 augustus 2007 te Luxemburg en op 29 augustus 2007 te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Bij Besluit nr. 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

  • 3. 
    Omschrijving

Ingevolge een verzoek van de Raad van 9 oktober 1989 besloot de raad van gouverneurs van de Europese Investeringsbank op 29 november 1989 de Bank te machtigen om leningen uit haar eigen middelen toe te staan voor het financieren van investeringsprojecten in Polen en Hongarije, en wel voor een totaalbedrag dat 1 000 000 000 EUR mocht belopen. Deze leningen worden verstrekt voor het financieren van investeringsprojecten die voldoen aan de criteria die normaal door de Bank worden toegepast bij toekenning van leningen uit eigen middelen.

De Raad besloot op 14 mei 1991 en op 15 maart 1993, op voorstel van de Commissie en na inwinning van het advies van het Europees Parlement, deze garantie uit te breiden tot leningen die de Europese Investeringsbank zou kunnen verstrekken in de andere landen van Midden- en Oost-Europa (Tsjecho-Slowakije, Bulgarije, Roemenië) in een tijdvak van twee jaar en ten bedrage van 700 000 000 EUR.

De Raad heeft op 13 december 1993, op voorstel van de Commissie en na advies van het Europees Parlement, besloten opnieuw een garantie van de Gemeenschap te verlenen aan de Europese Investeringsbank voor de verstrekte leningen voor projecten in Polen, Hongarije, Tsjechië, Slowakije, Roemenië, Bulgarije, Estland, Letland, Litouwen en Albanië voor een bedrag van 3 000 000 000 EUR gedurende een periode van drie jaar.

De begrotingsgarantie dekt de totale schuldendienst (aflossing, renten, met de transactie samenhangende kosten) die met deze leningen samenhangt.

De Raad heeft op 14 april 1997, op voorstel van de Commissie en na advies van het Europees Parlement, besloten de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank te verlengen voor leningen voor projecten in Albanië, Bulgarije, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Roemenië, Slovenië, Slowakije en Tsjechië. De garantie blijft beperkt tot 70 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit totale bedrag beloopt maximaal 7 105 000 000 EUR, waarvan 3 520 000 000 EUR voor de bovengenoemde landen van Midden- en Oost-Europa.. De overeenkomst geldt voor een periode van drie jaar, te rekenen vanaf 31 januari 1997. Daar aan het einde van die periode het bedrag aan door de Europese Investeringsbank verstrekte leningen niet de bovengenoemde totale bedragen bereikt had, werd die periode automatisch één keer met zes maanden verlengd.

De Raad heeft op 19 mei 1998 besloten een garantie van de Gemeenschap te verlenen voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië. De garantie blijft beperkt tot 70 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit totale bedrag beloopt maximaal 150 000 000 EUR voor een periode van twee jaar, te rekenen vanaf 1 januari 1998. Daar aan het einde van die periode het bedrag aan door de Europese Investeringsbank verstrekte leningen niet de bovengenoemde totale bedragen bereikt had, werd die periode automatisch één keer met zes maanden verlengd.

De Raad heeft op 14 december 1998 besloten de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor leningen voor projecten in Bosnië-Herzegovina uit te breiden. De garantie blijft beperkt tot 70 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit totale bedrag beloopt maximaal 100 000 000 EUR voor een periode van twee jaar, te rekenen vanaf 22 december 1998. Daar aan het einde van die periode het bedrag aan door de Europese Investeringsbank verstrekte leningen niet de bovengenoemde totale bedragen bereikt had, werd die periode automatisch één keer met zes maanden verlengd.

De Europese Investeringsbank wordt verzocht ernaar te streven het commerciële risico van haar kredietverlening voor 25 % te dekken met andere dan staatsgaranties.

De Raad heeft op 22 december 1999, op voorstel van de Commissie en na advies van het Europees Parlement, besloten de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank te verlengen voor leningen voor projecten in Albanië, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Bosnië en Herzegovina, Bulgarije, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Roemenië, Slovenië, Slowakije en Tsjechië. Het totale bedrag aan uitstaande kredieten van alle landen waarvoor Besluit 2000/24/EG geldt, beloopt maximaal 19 460 000 000 EUR. De garantie blijft beperkt tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. De overeenkomst geldt voor een periode van zeven jaar, van 1 februari 2000 tot en met 31 januari 2007. Daar aan het einde van die periode het bedrag aan door de Europese Investeringsbank verstrekte leningen niet de bovengenoemde totale bedragen bereikt had, werd die periode automatisch één keer met zes maanden verlengd.

De Europese Investeringsbank wordt verzocht ernaar te streven het commerciële risico van haar kredietverlening voor 30 % te dekken met andere dan staatsgaranties. Dit percentage moet, wanneer de marktomstandigheden dat toelaten, worden opgevoerd.

De Raad heeft op 7 november 2000 besloten tot verlenging van de door de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank verleende garantie voor leningen voor projecten in Kroatië.

De Raad heeft op 6 november 2000 besloten tot verlenging van de door de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank verleende garantie voor leningen voor projecten in Kroatië.

Bij Besluit 2005/47/EG is het mediterrane regionale mandaat zodanig aangepast dat Cyprus, Malta en Turkije niet meer daaronder vallen; deze vallen nu onder het mandaat voor de zuidoostelijke buurlanden.

Bij Besluit 2006/1016/EG wordt een garantie van de Gemeenschap verstrekt voor verliezen van de EIB op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap voor leningen in de volgende kandidaat-lidstaten: Kroatië, Turkije en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, en de volgende potentiële kandidaat-lidstaten: Albanië, Bosnië en Herzegovina, Montenegro, Servië en Kosovo. Het totale bedrag aan uitstaande kredieten van alle landen waarvoor Besluit 2006/1016/EG geldt, beloopt maximaal 27 800 000 000 EUR en geldt voor de periode van 1 februari 2007 tot en met 31 december 2013, met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden. De garantie van de Gemeenschap is beperkt tot 65 %. Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Bij Besluit nr. 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

  • 4. 
    Begrotingseffect

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1) voor extern optreden, komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het fonds.

Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

 

één betaling per jaar aan of eerder uitzonderlijk uit het Garantiefonds om het streefbedrag van 9 % van de gegarandeerde operaties te handhaven;

 

eventuele interventie van de begrotingsgarantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

Leningen aan nieuwe lidstaten zijn geen externe acties meer (zie Verordening (EG, Euratom) nr. 2273/2004 (PB L 396 van 31.12.2004, blz. 28)) en worden derhalve rechtstreeks door de algemene begroting gedragen en niet meer door het fonds.

Bij Besluit nr. 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

  • X. 
    GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE AAN DE EUROPESE INVESTERINGSBANK VOOR VERLIEZEN OP LENINGEN VOOR PROJECTEN IN BEPAALDE AZIATISCHE EN LATIJNS-AMERIKAANSE LANDEN
  • 1. 
    Rechtsgronden

Besluit 93/115/EEG van de Raad van 15 februari 1993 waarbij aan de Europese Investeringsbank een garantie wordt verleend voor verliezen uit hoofde van leningen voor projecten van gemeenschappelijk belang in bepaalde derde landen (PB L 45 van 23.2.1993, blz. 27).

Besluit 96/723/EG van de Raad van 12 december 1996 waarbij aan de Europese Investeringsbank een garantie van de Gemeenschap wordt verleend voor verliezen op leningen voor projecten van gemeenschappelijk belang in landen in Latijns-Amerika en Azië waarmee de Gemeenschap samenwerkingsovereenkomsten gesloten heeft (Argentinië, Bolivië, Brazilië, Chili, Colombia, Costa Rica, Ecuador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Paraguay, Peru, El Salvador, Uruguay en Venezuela; Bangladesh, Brunei, China, India, Indonesië, Macao, Maleisië, Pakistan, de Filipijnen, Singapore, Sri Lanka, Thailand en Viëtnam (PB L 329 van 19.12.1996, blz. 45).

Besluit 97/256/EG van de Raad van 14 april 1997 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Bosnië-Herzegovina) (PB L 102 van 19.4.1997, blz. 33).

Besluit 2000/24/EG van de Raad van 22 december 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (Midden- en Oost-Europa, Middellandse Zeegebied, Latijns-Amerika, Azië en de Republiek Zuid-Afrika) (PB L 9 van 13.1.2000, blz. 24).

Besluit 2005/47/EG van de Raad van 22 december 2004 houdende wijziging van Besluit 2000/24/EG teneinde rekening te houden met de uitbreiding van de Europese Unie en het Europese nabuurschapsbeleid (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 9).

Besluit 2006/1016/EG van de Raad van 19 december 2006 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 414 van 30.12.2006, blz. 95). Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Besluit 1080/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Unie en houdende intrekking van Besluit nr. 633/2009/EG (PB L 280 van 27.10.2011, blz. 1).

  • 2. 
    Garantie van de algemene begroting

Besluit 93/115/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank, die op 4 november 1993 te Brussel en op 17 november 1993 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 96/723/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank, die op 18 maart 1997 te Brussel en op 26 maart 1997 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 97/256/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank, die op 25 juli 1997 te Brussel en op 29 juli 1997 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 2000/24/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank, die op 19 juli 2000 te Brussel en op 24 juli 2000 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 2005/47/EG ligt ten grondslag aan een geherformuleerde en gewijzigde garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 30 augustus 2005 te Brussel en op 2 september 2005 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit 2006/1016/EG lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 1 augustus 2007 te Luxemburg en op 29 augustus 2007 te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Bij Besluit nr. 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

  • 3. 
    Omschrijving

Overeenkomstig het bepaalde in Besluit 93/115/EEG stelt de Europese Unie zich garant voor de leningen die geval per geval worden toegekend door de Europese Investeringsbank in derde landen waarmee de Europese Unie samenwerkingsovereenkomsten heeft gesloten.

Er is een algemeen maximum van 250 000 000 EUR per jaar voor een periode van drie jaar vastgesteld bij Besluit 93/115/EEG.

Op 12 december 1996 heeft de Raad aan de Europese Investeringsbank een garantie van de Europese Gemeenschap van 100 % verleend voor leningen voor projecten van wederzijds belang in een aantal derde landen (ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika en Azië) waarmee de Gemeenschap samenwerkingsovereenkomsten heeft gesloten. Deze garantie blijft beperkt tot een totaal bedrag van maximaal 275 000 000 EUR in 1996 (met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden).

De Raad heeft op 14 april 1997, op voorstel van de Commissie en na advies van het Europees Parlement, besloten de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank te verlengen voor de leningen voor projecten in de volgende landen in Latijns-Amerika en Azië: Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Colombia, Costa Rica, Ecuador, El Salvador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Paraguay, Peru, Uruguay, Venezuela, Bangladesh, Brunei, China, de Filipijnen, India, Indonesië, Macau, Maleisië, Mongolië, Pakistan, Singapore, Sri Lanka, Thailand en Vietnam. De garantie blijft beperkt tot 70 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit totale bedrag beloopt maximaal 7 105 000 000 EUR, waarvan 900 000 000 EUR voor de bovengenoemde landen van Azië en Latijns-Amerika, over een periode van drie jaar, te rekenen vanaf 31 januari 1997 (met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden).

De Europese Investeringsbank wordt verzocht ernaar te streven het commerciële risico van haar kredietverlening voor 25 % te dekken met andere dan staatsgaranties.

De Raad heeft op 22 december 1999, op voorstel van de Commissie en na advies van het Europees Parlement, besloten de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank te verlengen voor de leningen voor projecten in de volgende landen in Latijns-Amerika en Azië: Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Colombia, Costa Rica, Ecuador, El Salvador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Paraguay, Peru, Uruguay, Venezuela, Bangladesh, Brunei, China, de Filipijnen, India, Indonesië, Jemen, Laos, Macau, Maleisië, Mongolië, Nepal, Pakistan, Singapore, Sri Lanka, Thailand, Vietnam en Zuid-Korea. De garantie blijft beperkt tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Het totale bedrag aan uitstaande kredieten van alle landen waarvoor Besluit 2000/24/EG geldt tezamen, beloopt maximaal 19 460 000 000 EUR. De overeenkomst geldt voor een periode van zeven jaar, van 1 februari 2000 tot en met 31 januari 2007. Daar aan het einde van die periode het bedrag aan door de Europese Investeringsbank verstrekte leningen niet de bovengenoemde totale bedragen bereikt had, werd die periode automatisch één keer met zes maanden verlengd.

De Europese Investeringsbank wordt verzocht ernaar te streven het commerciële risico van haar kredietverlening voor 30 % te dekken met andere dan staatsgaranties. Dit percentage moet, wanneer de marktomstandigheden dat toelaten, worden opgevoerd.

Besluit 2005/47/EG ligt ten grondslag aan een geherformuleerde en gewijzigde garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 30 augustus 2005 te Brussel en op 2 september 2005 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten.

Besluit 2006/1016/EG verstrekt een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de EIB op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap voor leningen in de volgende Latijns-Amerikaanse landen: Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Colombia, Costa Rica, Ecuador, El Salvador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Paraguay, Peru, Uruguay en Venezuela, en de volgende Aziatische landen: Afghanistan*, Bangladesh, Bhutan*, Brunei, Cambodja*, China, de Filipijnen, India, Indonesië, Irak*, Jemen, Laos, Maleisië, Maldiven, Mongolië, Nepal, Pakistan, Singapore, Sri Lanka, Taiwan*, Thailand, Vietnam, Zuid-Korea, en de volgende Centraal-Aziatische landen: Kazachstan*, Kirgizië*, Turkmenistan*, Oezbekistan* (* subsidiabiliteit door de Raad vast te stellen). Het totale bedrag aan uitstaande kredieten van alle landen waarvoor Besluit 2006/1016/EG geldt, beloopt maximaal 27 800 000 000 EUR en geldt voor de periode van 1 februari 2007 tot en met 31 december 2013, met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden. De garantie van de Gemeenschap is beperkt tot 65 %. Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Bij Besluit nr. 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

  • 4. 
    Begrotingseffect

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1) voor extern optreden, komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het Garantiefonds.

Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

 

één betaling per jaar aan of eerder uitzonderlijk uit het fonds om het streefbedrag van 9 % van de gegarandeerde operaties te handhaven;

 

eventuele interventie van de begrotingsgarantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

Bij Besluit nr. 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

XI.   GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE AAN DE EUROPESE INVESTERINGSBANK VOOR VERLIEZEN OP LENINGEN VOOR PROJECTEN IN DE ZUIDELIJKE KAUKASUS, RUSLAND, WIT-RUSLAND, DE REPUBLIEK MOLDAVIË EN OEKRAÏNE

  • 1. 
    Rechtsgronden

Besluit 2001/777/EG van de Raad van 6 november 2001 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op buitengewone leningen, in het kader van de Noordelijke Dimensie verstrekt voor concrete milieuprojecten in het gebied rond de Oostzee in Rusland (PB L 292 van 9.11.2001, blz. 41).

Besluit 2005/48/EG van de Raad van 22 december 2004 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor bepaalde projecten in Rusland, Oekraïne, de Republiek Moldavië en Wit-Rusland (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 11). Ingevolge Besluit C(2005) 1499 van de Commissie geldt Besluit 2005/48/EG vanaf 31 december 2006 alleen nog voor Rusland en Oekraïne.

Besluit 2006/1016/EG van de Raad van 19 december 2006 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 414 van 30.12.2006, blz. 95). Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 190 van 22.7.2009, blz. 1).

Besluit 1080/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Unie en houdende intrekking van Besluit nr. 633/2009/EG (PB L 280 van 27.10.2011, blz. 1).

  • 2. 
    Garantie van de algemene begroting

Besluit 2001/777/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank, die op 6 mei 2002 te Brussel en op 7 mei 2002 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 2005/48/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank, die op 9 december 2005 te Luxemburg en op 21 december 2005 te Brussel is ondertekend.

Besluit 2006/1016/EG lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 1 augustus 2007 te Luxemburg en op 29 augustus 2007 te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Bij Besluit nr. 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

  • 3. 
    Omschrijving

De Raad heeft op 6 november 2001 besloten aan de Europese Investeringsbank een garantie van de Gemeenschap te verlenen voor verliezen op leningen die in het kader van de Noordelijke Dimensie worden verstrekt voor bepaalde milieuprojecten in het Russische gebied rond de Oostzee. Het totale bedrag beloopt maximaal 100 000 000 EUR. Aan de Europese Investeringsbank is een uitzonderlijke garantie van de Gemeenschap van 100 % verleend.

De Raad heeft op 22 december 2004 besloten om een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor bepaalde projecten in Rusland, Oekraïne, de Republiek Moldavië en Wit-Rusland te verlenen. Het totale bedrag beloopt maximaal 500 000 000 EUR. Aan de Europese Investeringsbank is een uitzonderlijke garantie van de Gemeenschap van 100 % verleend.

Besluit 2005/48/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 21 december 2005 te Brussel en op 9 december 2005 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke een volledige garantie wordt verleend.

Bij Besluit 2006/1016/EG wordt een garantie van de Gemeenschap verstrekt voor verliezen van de EIB op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap voor leningen in de volgende Oost-Europese landen: Moldavië, Oekraïne, Belarus (subsidiabiliteit door de Raad vast te stellen); in de volgende landen van de zuidelijke Kaukasus: Armenië, Azerbeidzjan, Georgië, en Rusland. Het totale bedrag aan uitstaande kredieten van alle landen waarvoor Besluit 2006/1016/EG geldt, beloopt maximaal 27 800 000 000 EUR en geldt voor de periode van 1 februari 2007 tot en met 31 december 2013, met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden. De garantie van de Gemeenschap is beperkt tot 65 %. Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Bij Besluit nr. 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

  • 4. 
    Begrotingseffect

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1) voor extern optreden, komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het Garantiefonds.

Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

 

één betaling per jaar aan of eerder uitzonderlijk uit het fonds om het streefbedrag van 9 % van de gegarandeerde operaties te handhaven;

 

eventuele interventie van de begrotingsgarantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

XII.   GARANTIE VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE DOOR DE EUROPESE INVESTERINGSBANK AAN ZUID-AFRIKA VERSTREKTE LENINGEN

  • 1. 
    Rechtsgronden

Besluit 95/207/EG van de Raad van 1 juni 1995 tot toekenning van een garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank voor verliezen op leningen voor projecten in Zuid-Afrika (PB L 131 van 15.6.1995, blz. 31).

Besluit 97/256/EG van de Raad van 14 april 1997 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (landen in Midden- en Oost-Europa, mediterrane landen, landen in Azië en Latijns-Amerika, Zuid-Afrika, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Bosnië-Herzegovina) (PB L 102 van 19.4.1997, blz. 33).

Besluit 2000/24/EG van de Raad van 22 december 1999 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen voor projecten buiten de Gemeenschap (Midden- en Oost-Europa, Middellandse Zeegebied, Latijns-Amerika, Azië en de Republiek Zuid-Afrika) (PB L 9 van 13.1.2000, blz. 24).

Besluit 2005/47/EG van de Raad van 22 december 2004 houdende wijziging van Besluit 2000/24/EG teneinde rekening te houden met de uitbreiding van de Europese Unie en het Europese nabuurschapsbeleid (PB L 21 van 25.1.2005, blz. 9).

Besluit 2006/1016/EG van de Raad van 19 december 2006 tot verlening van een garantie van de Gemeenschap voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap (PB L 414 van 30.12.2006, blz. 95). Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 190 van 22.7.2009, blz. 1).

Besluit 1080/2011/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op leningen en leninggaranties voor projecten buiten de Unie en houdende intrekking van Besluit nr. 633/2009/EG (PB L 280 van 27.10.2011, blz. 1).

  • 2. 
    Garantie van de algemene begroting

Besluit 95/207/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank, die op 4 oktober 1995 te Brussel en op 16 oktober 1995 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 97/256/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank, die op 25 juli 1997 te Brussel en op 29 juli 1997 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 2000/24/EG ligt ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank, die op 19 juli 2000 te Brussel en op 24 juli 2000 te Luxemburg is ondertekend.

Besluit 2006/1016/EG lag ten grondslag aan een garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 1 augustus 2007 te Luxemburg en op 29 augustus 2007 te Brussel is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag van de in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB uitbetaalde kredieten en verleende garanties, verminderd met de terugbetaalde bedragen en verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Bij Besluit nr. 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

  • 3. 
    Omschrijving

Overeenkomstig het bepaalde in Besluit 95/207/EG neemt de Europese Unie de garantie op de door de Europese Investeringsbank aan Zuid-Afrika toegekende leningen voor haar rekening voor een totaalbedrag van ten hoogste 300 000 000 EUR.

De begrotingsgarantie dekt de gehele schuldendienst (aflossing van de hoofdsom, rente en bijkomende kosten) in verband met deze leningen.

De Raad heeft op 14 april 1997, op voorstel van de Commissie en na advies van het Europees Parlement, besloten de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank te verlengen voor de leningen voor projecten in de Republiek Zuid-Afrika. De garantie blijft beperkt tot 70 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Dit totale bedrag beloopt maximaal 7 105 000 000 EUR, waarvan 375 000 000 EUR voor de Republiek Zuid-Afrika, over een periode van drie jaar, te rekenen vanaf 1 juli 1997 (met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden).

De Europese Investeringsbank wordt verzocht ernaar te streven het commerciële risico van haar kredietverlening voor 25 % te dekken met andere dan staatsgaranties.

De Raad heeft op 22 december 1999, op voorstel van de Commissie en na advies van het Europees Parlement, besloten de garantie van de Gemeenschap aan de Europese Investeringsbank te verlengen voor de leningen voor projecten in de Republiek Zuid-Afrika. De garantie blijft beperkt tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten. Het totale bedrag aan uitstaande kredieten van alle landen waarvoor Besluit 2000/24/EG geldt tezamen, beloopt maximaal 19 460 000 000 EUR. De overeenkomst geldt voor een periode van 1 juli 2000 tot en met 31 januari 2007. Daar aan het einde van die periode het bedrag aan door de Europese Investeringsbank verstrekte leningen niet de bovengenoemde totale bedragen bereikt had, werd die periode automatisch één keer met zes maanden verlengd.

De Europese Investeringsbank wordt verzocht ernaar te streven het commerciële risico van haar kredietverlening voor 30 % te dekken met andere dan staatsgaranties. Dit percentage moet, wanneer de marktomstandigheden dat toelaten, worden opgevoerd.

Besluit 2005/47/EG ligt ten grondslag aan een geherformuleerde en gewijzigde garantieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Europese Investeringsbank die op 30 augustus 2005 te Brussel en op 2 september 2005 te Luxemburg is ondertekend en volgens welke de garantie beperkt blijft tot 65 % van het totale bedrag aan uitstaande kredieten, verhoogd met alle bijkomende kosten.

Bij Besluit 2006/1016/EG wordt een garantie van de Gemeenschap verstrekt voor verliezen van de EIB op leningen en garanties voor projecten buiten de Gemeenschap voor leningen. Het totale bedrag aan uitstaande kredieten van alle landen waarvoor Besluit 2006/1016/EG geldt tezamen, beloopt maximaal 27 800 000 000 EUR en geldt voor de periode van 1 februari 2007 tot en met 31 december 2013, met de mogelijkheid tot verlenging met zes maanden. De garantie van de Gemeenschap is beperkt tot 65 %. Dit besluit werd vervangen door Besluit nr. 633/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad.

Bij Besluit nr. 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

  • 4. 
    Begrotingseffect

Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1) voor extern optreden, komen eventuele wanbetalingen, binnen de grenzen van de beschikbare middelen, ten laste van het fonds.

Het begrotingseffect blijft derhalve beperkt tot:

 

één betaling per jaar aan of eerder uitzonderlijk uit het fonds om het streefbedrag van 9 % van de gegarandeerde operaties te handhaven;

 

eventuele interventie van de begrotingsgarantie bij in gebreke blijven van de debiteuren.

Bij Besluit nr. 1080/2011/EU, dat in werking trad op 30 oktober 2011, werd het in het kader van EIB-financieringsverrichtingen geaggregeerde bedrag van uitbetaalde kredieten en verstrekte garanties verhoogd van 25 800 000 000 EUR naar 29 484 000 000 EUR (2 000 000 000 EUR voor financieringsverrichtingen inzake klimaatverandering en 1 684 000 000 EUR voor het versterken van de risicoverrichtingen van de EIB).

  • C. 
    PLANNING VOOR NIEUWE OP TE NEMEN OF TE VERSTREKKEN LENINGEN IN 2012 EN 2013

De onderstaande tabel geeft een ruwe indicatie van de leningen die in 2012 en 2013 mogelijkerwijs worden opgenomen, en van de leningen die in deze periode worden verstrekt (en door de algemene begroting worden gegarandeerd).

Op te nemen en te verstrekken leningen in 2012 en in 2013

 

(miljoen EUR)

Instrument

2012

2013

  • A. 
    Door de algemene begroting gegarandeerde uniale en Euratom-leningen

1.

Macrofinanciële bijstand van de Unie aan derde landen

 

Geen planning voor 2013

Goedgekeurde of geplande operaties:

   

Armenië

39

 

Bosnië en Herzegovina

   

Georgië

23

 

Kirgizië

15

 

Servië

100

 

Oekraïne

100

 

Subtotaal MFA

277

 

2.

Euratom-leningen

0

0

3.

Betalingsbalans (12)

200

 

4.   

Europees financieel stabilisatiemechanisme (EFSM) (13)

Ierland

5 750

2 500

Portugal

7 000

3 200

Subtotaal EFSM

12 750

5 700

Subtotaal A

13 227

5 700

  • B. 
    Door de Europese Investeringsbank verstrekte en door de algemene begroting gegarandeerde leningen

1.

Pretoetredingslanden

1 125

1 115

2.

Middellandse Zeegebied

910

1 210

3.

Oost-Europa, zuidelijke Kaukasus en Rusland

852

1 048

4.

Azië en Latijns-Amerika

475

453

5.

Republiek Zuid-Afrika

110

100

Subtotaal B

3 472

3 926

Totaal-generaal

16 699

9 626

  • D. 
    KAPITAALVERRICHTINGEN EN BEHEER VAN DE SCHULD

TABEL 1 — VERSTREKTE LENINGEN

Kapitaalverrichtingen en beheer van de opgenomen middelen

 

(miljoen EUR)

Instrument en jaar van ondertekening

Tegenwaarde op de datum van ondertekening

Tot en met 31 december 2011 geïncasseerd oorspronkelijk bedrag

Stand op 31 december 2011

Aflossingen

Stand op 31 december

Rente

2012

2013

2012

2013

2012

2013

2014

  • 1. 
    Euratom

1977

95,3

23,2

               

1978

70,8

45,3

               

1979

151,6

43,6

               

1980

183,5

74,3

               

1981

360,4

245,3

               

1982

354,6

249,5

               

1983

366,9

369,8

               

1984

183,7

207,1

               

1985

208,3

179,3

               

1986

575,0

445,8

               

1987

209,6

329,8

               

1988

                   

1989

                   

1990

                   

1991

                   

1992

                   

1993

                   

1994

                   

1995

                   

1996

                   

1997

                   

1998

                   

1999

                   

2000

                   

2001

40,0

40,0

40,0

4,0

4,0

36,0

32,0

2,3

2,0

1,8

2002

40,0

40,0

28,3

4,0

4,0

24,3

20,3

0,5

0,4

0,4

2003

25,0

25,0

16,2

2,5

2,5

13,7

11,2

0,3

0,2

0,2

2004

65,0

65,0

53,2

6,5

6,5

46,7

40,2

1,0

0,8

0,7

2005

215,0

215,0

215,0

 

11,6

215,0

203,4

4,0

3,8

3,6

2006

51,0

51,0

51,0

 

1,3

51,0

49,7

0,9

0,9

0,9

2007

39,0

39,0

25,4

3,9

3,9

21,5

17,6

0,5

0,4

0,3

2008

15,8

15,8

10,7

1,7

1,7

9,0

7,3

0,1

0,1

0,1

2009

6,9

6,9

5,1

1,0

1,0

4,1

3,1

0,1

0,1

0,1

2010

                   

2011

                   

Totaal

3 257,4

2 710,7

444,9

23,6

36,5

421,3

384,8

9,7

8,7

8,1

  • 2. 
    Betalingsbalans

2008

2 000,0

2 000,0

0

             

2009

7 200,0

7 200,0

7 200,0

   

7 200,0

7 200,0

235,0

235,0

235

2010

2 850,0

2 850,0

2 850,0

   

2 850,0

2 850,0

83,7

83,7

83,7

2011

1 350,0

1 350,0

1 350,0

   

1 350,0

1 350,0

46,2

43,7

43,7

Totaal

13 400,0

13 400,0

11 400,0

   

11 400,0

11 400,0

364,9

362,4

362,4

  • 3. 
    Macrofinanciële bijstand aan derde landen en voedselhulp aan de voormalige Sovjet-Unie

1990

350,0

350,0

               

1991

945,0

945,0

               

1992

1 671,0

1 671,0

               

1993

659,0

659,0

               

1994

400,0

400,0

               

1995

410,0

410,0

               

1996

155,0

155,0

               

1997

445,0

445,0

5,0

5,0

 

0

 

0,1

0

0

1998

153,0

153,0

6,0

3,0

3,0

3,0

0

0,1

0,1

0

1999

108,0

108,0

6,0

2,0

2,0

4,0

2,0

0,1

0,1

0,1

2000

160,0

160,0

               

2001

80,0

80,0

48,0

16,0

16,0

32,0

16

0,7

0,4

0,2

2002

12,0

12,0

12,0

 

2,4

12,0

9,6

0,2

0,2

0,1

2003

78,0

78,0

53,0

12,5

12,5

40,5

28,0

0,9

0,7

0,5

2004

10,0

10,0

10,0

   

10,0

10,0

0,2

0,2

0,2

2005

                   

2006

19,0

19,0

19,0

   

19,0

19,0

0,3

0,3

0,3

2009

25,0

25,0

25,0

   

25,0

25,0

0,8

0,8

0,8

2010

                   

2011

406,0

406,0

406,0

45,0

45,0

360,9

315,9

10,4

9,6

8,8

Totaal

5 960,0

5 960,0

590,0

83,5

80,9

506,5

425,6

13,8

12,2

10,9

  • 4. 
    EFSM

2011

28 000,0

28 000,0

28 000,0

   

28 000,0

28 000,0

813,6

816,0

816,0

Totaal

28 000,0

28 000,0

28 000,0

   

28 000,0

28 000,0

813,6

816,0

816,0

TABEL 2 — VERSTREKTE LENINGEN

Kapitaalverrichtingen en beheer van de opgenomen middelen

 

(miljoen EUR)

Instrument en jaar van ondertekening

Tegenwaarde op de datum van ondertekening

Tot en met 31 december 2011 betaald oorspronkelijk bedrag

Stand op 31 december 2011

Aflossingen

Stand op 31 december

Rente

2012

2013

2012

2013

2012

2013

2014

  • 1. 
    Euratom

1977

98,3

119,4

               

1978

72,7

95,9

               

1979

152,9

170,2

               

1980

183,5

200,7

               

1981

362,3

430,9

               

1982

355,4

438,5

               

1983

369,1

400,1

               

1984

205,0

248,7

               

1985

337,8

389,5

               

1986

594,4

500,9

               

1987

674,6

900,9

               

1988

88,0

70,2

               

1989

                   

1990

                   

1991

                   

1992

                   

1993

                   

1994

48,5

47,4

               

1995

                   

1996

                   

1997

                   

1998

                   

1999

                   

2000

                   

2001

40,0

40,0

40,0

4,0

4,0

36,0

32,0

2,3

2,0

1,8

2002

40,0

40,0

28,3

4,0

4,0

24,3

20,3

0,5

0,4

0,3

2003

25,0

25,0

16,2

2,5

2,5

13,7

11,2

0,3

0,2

0,2

2004

65,0

65,0

53,2

6,5

6,5

46,7

40,2

0,9

0,8

0,7

2005

215,0

215,0

215,0

 

11,6

215,0

203,4

3,8

3,7

3,5

2006

51,0

51,0

51,0

 

1,3

51,0

49,7

0,9

0,9

0,9

2007

39,0

39,0

25,4

3,9

3,9

21,5

17,6

0,4

0,3

0,3

2008

15,8

15,8

10,7

1,7

1,7

9,0

7,3

1,0

1,0

1,0

2009

6,9

6,9

5,1

1,0

1,0

4,1

3,1

0,1

0,1

0,1

2010

                   

2011

                   

Totaal

4 040,2

4 511,0

444,9

23,6

36,5

421,3

384,8

10,2

9,4

8,8

  • 2. 
    Betalingsbalans

2008

2 000,0

2 000,0

0

     

0

     

2009

7 200,0

7 200,0

7 200,0

   

7 200,0

7 200,0

235,0

235,0

235,0

2010

2 850,0

2 850,0

2 850,0

   

2 850,0

2 850,0

83,7

83,7

83,7

2011

1 350,0

1 350,0

1 350,0

   

1 350,0

1 350,0

46,2

43,7

43,7

Totaal

13 400,0

13 400,0

11 400,0

   

11 400,0

11 400,0

364,9

362,4

362,4

  • 3. 
    Macrofinanciële bijstand aan derde landen en voedselhulp aan de voormalige Sovjet-Unie

1990

350,0

350,0

               

1991

945,0

945,0

               

1992

1 671,0

1 671,0

               

1993

659,0

659,0

               

1994

400,0

400,0

               

1995

410,0

410,0

               

1996

155,0

155,0

               

1997

445,0

195,0

5,0

5,0

0

0

 

0,1

0

0

1998

153,0

403,0

6,0

3,0

3,0

3,0

0

0,1

0,1

0

1999

108,0

108,0

6,0

2,0

2,0

4,0

2,0

0,1

0,1

0,1

2000

160,0

160,0

               

2001

305,0

305,0

273,0

61,0

61,0

212,0

151,0

4,7

3,5

2,5

2002

12,0

12,0

12,0

0

2,4

12,0

9,6

0,2

0,2

0,1

2003

118,0

118,0

93,0

12,5

12,5

80,5

68,0

2,5

2,2

2,0

2004

10,0

10,0

10,0

   

10,0

10,0

0,2

0,2

0,2

2005

15,0

15,0

15,0

   

15,0

15,0

0,6

0,6

0,6

2006

19,0

19,0

19,0

   

19,0

19,0

0,3

0,3

0,3

2009

25,0

25,0

25,0

   

25,0

25,0

0,8

0,8

0,8

2010

                   

2011

126,0

126,0

126,0

   

126,0

126,0

4,3

4.3

4,3

Totaal

5 960,0

5 960,0

590,0

83,5

80,9

506,5

425,6

13,8

12,2

10,9

  • 4. 
    EFSM

2011

28 000,0

28 000,0

28 000,0

   

28 000,0

28 000,0

813,6

816,0

816,0

Totaal

28 000,0

28 000,0

28 000,0

   

28 000,0

28 000,0

813,6

816,0

816,0

Technische aantekeningen bij de tabellen

Wisselkoers: de bedragen in de tweede kolom „Tegenwaarde op de datum van ondertekening” zijn omgerekend tegen de koersen van de dag van ondertekening. In geval van herfinanciering wordt in tabel 1 zowel de oorspronkelijke transactie (bijvoorbeeld in 1979) als de vervangende transactie (bijvoorbeeld in 1986) vermeld, waarbij de vervangende transactie is omgerekend tegen de koers van de oorspronkelijke. De dubbeltelling die daaruit voortvloeit, wordt voor het totaal geëlimineerd.

Alle andere bedragen zijn omgerekend tegen de koers van 31 december 2011.

Derde kolom „Tot en met 31 december 2011 geïncasseerd oorspronkelijk bedrag”. Voorbeeld: op de regel „1986” wordt het gecumuleerde totaal vermeld van alle tot en met 31 december 2011 geïnde bedragen van de in 1986 gesloten leningen (tabel 1) met inbegrip van de herfinancieringen (vandaar een zekere overlapping).

Vierde kolom „Stand op 31 december 2011”: nettobedrag, zonder dubbeltellingen als gevolg van herfinancieringen, verkregen door op het bedrag van de derde kolom het gecumuleerde totaal in mindering te brengen van de reeds tot en met 31 december 2011 plaatsgevonden hebbende aflossingen, met inbegrip van de aflossingen in verband met de herfinancieringen (totaal wordt niet vermeld in de tabellen).

Zevende kolom = vierde kolom – vijfde kolom.

Macrofinanciële bijstand 2011: ingevolge de leningsovereenkomst die op 9 februari 2010 werd ondertekend door Montenegro overeenkomstig het Besluit 2008/784/EG van de Raad van 2 oktober 2008 waarbij een afzonderlijke aansprakelijkheid voor Montenegro werd ingesteld, werden de leningen die oorspronkelijk aan Servië-Montenegro werden verstrekt, heropgestart met een virtuele startdatum in 2011 om uitvoering te geven aan de scheiding van de landen; dit verklaart de verschillende bedragen tussen de verstrekte en opgenomen leningen, aangezien het contract met de uitlenende bank niet wijzigde.

BUREAU VOOR PUBLICATIES

ONTVANGSTEN

TITEL 4

DIVERSE BELASTINGEN, HEFFINGEN EN BIJDRAGEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

3 102 000

3 109 000

3 067 000,—

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

0,—

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

576 000

555 000

498 000,—

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 0

3 678 000

3 664 000

3 565 000,—

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

4 679 000

4 542 678

4 282 000,—

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 1

4 679 000

4 542 678

4 282 000,—

 

Totaal van titel 4

8 357 000

8 206 678

7 847 000,—

HOOFDSTUK 4 0 —

INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 — INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

4 0 0     Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

3 102 000

3 109 000

3 067 000,—

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit de totale opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden, die maandelijks op de salarissen van het personeel van het Bureau wordt ingehouden.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Referentiebesluiten

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

4 0 3     Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit de totale opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst, die maandelijks op de salarissen van het personeel van het Bureau wordt ingehouden.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

4 0 4     Opbrengst van de speciale heffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

576 000

555 000

498 000,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 4 1 — BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0     Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

4 679 000

4 542 678

4 282 000,—

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit de totale opbrengst van de bijdragen van het personeel van het Bureau aan de financiering van de pensioenregeling, die overeenkomstig artikel 83, lid 2, van het Statuut maandelijks op hun salarissen wordt ingehouden.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

TITEL 6

BIJDRAGEN AAN PROGRAMMA’S VAN DE UNIE, VERGOEDING VAN UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 6 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

p.m.

p.m.

0,—

 

Totaal van artikel 6 6 0

p.m.

p.m.

0,—

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK 6 6

p.m.

p.m.

0,—

 

Totaal van titel 6

p.m.

p.m.

0,—

 

TOTAAL-GENERAAL

8 357 000

8 206 678

7 847 000,—

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

HOOFDSTUK 6 6 — OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0     Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 6 0   Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Op deze post worden, overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement, de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien bij de andere onderdelen van titel 6 en die gebruikt worden voor de opvoering van extra kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2012 en 2011) en van de uitvoering (2010)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

A2

BUREAU VOOR PUBLICATIES

A2 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

74 087 250

74 383 000

72 725 956,46

A2 02

SPECIFIEKE ACTIVITEITEN

8 990 500

9 990 000

17 362 022,20

A2 10

RESERVES

p.m.

p.m.

0,—

 

Totaal van titel A2

83 077 750

84 373 000

90 087 978,66

 

TOTAAL-GENERAAL

83 077 750

84 373 000

90 087 978,66

TITEL A2

BUREAU VOOR PUBLICATIES

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

HOOFDSTUK A2 01

A2 01 01

Uitgaven voor personeel in actieve dienst

     

Niet-gesplitste kredieten

53 240 000

53 929 000

51 363 900,—

A2 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven

A2 01 02 01

Extern personeel

     

Niet-gesplitste kredieten

3 268 000

2 749 000

2 964 000,—

A2 01 02 11

Overige beheersuitgaven

     

Niet-gesplitste kredieten

766 250

824 000

879 981,45

 

Totaal van artikel A2 01 02

4 034 250

3 573 000

3 843 981,45

A2 01 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

     

Niet-gesplitste kredieten

16 514 000

16 600 000

16 967 116,72

A2 01 50

Personeelsbeleid en -beheer

     

Niet-gesplitste kredieten

270 000

247 000

524 974,76

A2 01 51

Beleid en beheer van infrastructuur

     

Niet-gesplitste kredieten

19 000

19 000

17 983,53

A2 01 60

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

     

Niet-gesplitste kredieten

10 000

15 000

8 000,—

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK A2 01

74 087 250

74 383 000

72 725 956,46

HOOFDSTUK A2 02

A2 02 01

Productie

     

Niet-gesplitste kredieten

1 035 000

1 150 000

2 431 213,17

A2 02 02

Catalogisering en archivering

     

Niet-gesplitste kredieten

2 578 000

1 865 000

1 920 931,99

A2 02 03

Materiële distributie en promotie

     

Niet-gesplitste kredieten

3 600 000

5 000 000

8 964 545,09

A2 02 04

Publieke websites

     

Niet-gesplitste kredieten

1 777 500

1 975 000

4 045 331,95

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK A2 02

8 990 500

9 990 000

17 362 022,20

HOOFDSTUK A2 10

A2 10 01

Voorzieningen

     

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

A2 10 02

Reserve voor onvoorziene omstandigheden

     

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK A2 10

p.m.

p.m.

0,—

 

Totaal van titel A2

83 077 750

84 373 000

90 087 978,66

 

TOTAAL-GENERAAL

83 077 750

84 373 000

90 087 978,66

HOOFDSTUK A2 01 —

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK A2 02 —

SPECIFIEKE ACTIVITEITEN

 

HOOFDSTUK A2 10 —

RESERVES

HOOFDSTUK A2 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

A2 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

53 240 000

53 929 000

51 363 900,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden op de lijst van het aantal ambten, van:

 

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

 

de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen en de door het Bureau voor publicaties te verrichten betalingen voor tijdelijke functionarissen met het oog op vorming of behoud van pensioenrechten in hun land van herkomst;

 

de overige toelagen en vergoedingen;

 

de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, alsmede de aanpassingscoëfficiënten op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van tewerkstelling wordt overgeboekt;

 

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

 

inrichtingsvergoedingen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding, verandering van standplaats of beëindiging van de dienst van woonplaats (moeten) veranderen;

 

de kosten van verhuizing die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling naar een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

 

de gevolgen van de eventuele aanpassingen van de bezoldigingen en vergoedingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

A2 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven

A2 01 02 01   Extern personeel

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

3 268 000

2 749 000

2 964 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de bezoldiging van arbeidscontractanten (in de zin van titel IV van de Regeling van toepassing op de andere personeelsleden), het stelsel van sociale verzekering voor arbeidscontractanten van de instelling zoals beschreven in titel IV en de kosten voor aanpassingscoëfficiënten die op de bezoldiging van dergelijke personeelsleden van toepassing zijn;

 

de uitgaven (bezoldigingen, verzekeringen enz.) die voortvloeien uit privaatrechtelijke contracten van externe personeelsleden, en het gebruikmaken van uitzendkrachten;

 

de uitgaven in verband met de detachering of tijdelijke aanstelling bij de diensten van het Bureau voor publicaties van ambtenaren van de lidstaten en andere deskundigen, alsmede de extra uitgaven die voortvloeien uit de terbeschikkingstelling van ambtenaren aan nationale overheidsdiensten of internationale organisaties;

 

de gevolgen van de eventuele aanpassingen van de bezoldigingen en vergoedingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit;

 

de prestaties ad hoc inzake tekstcorrectie, de uitgaven in verband met freelance en interim-personeel, alsmede de hiermee gepaard gaande administratieve uitgaven.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

A2 01 02 11   Overige beheersuitgaven

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

766 250

824 000

879 981,45

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor het onder het statuut vallende personeel, alsmede voor de nationale of internationale gedetacheerde deskundigen of ambtenaren;

 

de kosten die in verband met representatieverplichtingen namens het Bureau voor publicaties, in het belang van de dienst, zijn gemaakt en die worden vergoed (niet bij representatieverplichtingen jegens ambtenaren of andere personeelsleden van de Commissie of van andere instellingen van de Unie);

 

de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van de deskundigen die in de studie- en werkgroepen samenkomen, alsmede de kosten welke vergaderingen met zich brengen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur in de zetel van de instellingen of in externe bureaus (de kosten van de deskundigen worden vergoed op basis van een besluit van de Commissie);

 

de kosten voor verfrissingen, en incidenteel voor lichte maaltijden, die tijdens interne vergaderingen worden verstrekt;

 

de uitgaven voor conferenties, congressen en vergaderingen waaraan het Bureau voor publicaties deelneemt of die het organiseert;

 

de uitgaven voor opleiding met als doel de vaardigheden van het personeel te verbeteren zodat het qua prestaties en efficiëntie in de specifieke behoeften van het Bureau voor publicaties kan voorzien;

 

het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften en voor het ontwerp, het opstellen, de realisatie, de evaluatie van en het toezicht op de opleiding;

 

het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer;

 

de kosten van deelname aan externe opleidingen en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

 

uitgaven in verband met de praktische organisatie van cursussen en de uitgaven voor de leslokalen, het vervoer, de maaltijden en het verblijf van deelnemers aan cursussen met verblijf;

 

de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende internetsites, aankoop van pedagogisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia;

 

de financiering van didactisch materiaal;

 

de uitgaven voor studies en gespecialiseerde raadplegingen, die bij contract worden toegewezen aan hoog gekwalificeerde deskundigen voor zover het personeel waarover het Bureau voor publicaties beschikt, deze niet zelf kan uitvoeren, met inbegrip van de aankoop van reeds uitgevoerde studies;

 

de kosten voor de deelname van het Bureau voor publicaties aan de Bridge Forum Dialogue.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

A2 01 03     Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

16 514 000

16 600 000

16 967 116,72

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de gebouwen van het Bureau en andere daarmee samenhangende uitgaven, waaronder:

 

de uitgaven voor de aankoop, de huurkoop of de bouw van gebouwen;

 

de huur en de erfpacht, de diverse belastingen en heffingen op koopopties met betrekking tot gebouwen of gedeelten van gebouwen, alsmede de huur van conferentieruimten, magazijnen, opslagplaatsen, garages en parkeerplaatsen;

 

de verzekeringspremies voor door het Bureau voor publicaties gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

 

de uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming voor de gebouwen of gedeelten van gebouwen die door het Bureau voor publicaties worden gebruikt;

 

de kosten voor onderhoud van de lokalen, de liften, de centrale verwarming, de installaties voor airconditioning enz.; de kosten vloeien voort uit bepaalde periodieke schoonmaakbeurten, de aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, chemische reiniging enz. evenals schilderwerk, reparaties en noodzakelijke leveringen voor de onderhoudsploegen;

 

de uitgaven voor selectieve verwerking, opslag en verwijdering van afval;

 

de uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in de gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz., alsmede van de kosten in verband met wijzigingen in het kabelnetwerk en de kosten van het materieel dat hierbij nodig is (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de uitgaven inzake de fysieke en materiële veiligheid van de personen en goederen, met name de contracten inzake het toezicht op de gebouwen, de onderhoudscontracten voor de beveiligingsinstallaties en de aankoop van klein materieel (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de uitgaven inzake de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die deel uitmaken van eerstehulpdiensten en de kosten van wettelijke controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de kosten voor juridische, technische en financiële expertises vóór de aankoop, de huur of de bouw van gebouwen;

 

de overige uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbare nutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst enz.);

 

de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden;

 

de aankoop, de huur of leasing, het onderhoud, de reparatie, de installatie en de vervanging van uitrusting en technisch materieel;

 

de aankoop, de huur of leasing, het onderhoud en de reparatie van meubilair;

 

de aankoop, de huur of leasing, het onderhoud en de reparatie van vervoersmiddelen;

 

diverse verzekeringen (met name voor wettelijke aansprakelijkheid en tegen diefstal);

 

de kosten voor werkuitrusting, met name:

 

de aankoop van werkkleding (met name voor portiers, chauffeurs en restaurantmedewerkers);

 

de aankoop en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en personeel dat werk moet verrichten waarbij een bescherming tegen slecht weer en koude of ook tegen abnormale slijtage en vuil worden van eigen kleding noodzakelijk is;

 

de aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG;

 

de kosten van de verhuizing en hergroepering van diensten en de behandelingskosten (ontvangst, opslag, plaatsing) van kantooruitrusting, -meubilair en -benodigdheden;

 

de uitgaven in verband met de uitrusting van gebouwen op het gebied van telecommunicatie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van telefooncentrales en -lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercominstallaties en mobilofoons, alsmede de uitgaven voor de informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en de bijbehorende diensten (beheer, ondersteuning, documentatie, installatie en verhuizing);

 

aankoop, huur of leasing en onderhoud van computerapparatuur, zoals computers, terminals, servers, microcomputers, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, alsmede de voor hun werking benodigde programmatuur;

 

aankoop, huur of leasing van apparatuur voor de weergave van de informatie op papier, zoals printers, faxtoestellen, kopieerapparaten, scanners en microkopieerapparaten;

 

aankoop, huur of leasing van schrijfmachines, tekstverwerkers en alle in kantoren gebruikte elektronische apparatuur;

 

installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur;

 

de kosten van de aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden enz. …;

 

de frankering van de correspondentie, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en van de interne post bij het Bureau voor publicaties;

 

de abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, internet, televisie, teleconferentie, videoconferentie), alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica enz., en de aankoop van abonneelijsten;

 

de kosten voor telefoongesprekken en computerverbindingen tussen de verschillende gebouwen en voor de internationale telecommunicatie tussen de verschillende vestigingsplaatsen van de Unie;

 

technische en logistieke ondersteuning, opleiding en andere activiteiten van algemeen belang in verband met computerapparatuur en -programmatuur, algemene informaticaopleidingen, abonnementen op technische documentatie (op papier of in elektronische vorm) enz., het externe bedieningspersoneel, servicebureaus, abonnementen bij internationale organisaties enz., veiligheidsonderzoeken en kwaliteitscontrole van computerapparatuur en -programmatuur, de kosten van gebruik, onderhoud en ontwikkeling van programmatuur en de uitvoering van IT-projecten;

 

de overige huishoudelijke uitgaven waarin hierboven niet specifiek is voorzien.

Dit krediet dekt niet de uitgaven die verband houden met de industriële activiteiten van de drukkerij en het distributiecentrum.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 50 000 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

A2 01 50     Personeelsbeleid en -beheer

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

270 000

247 000

524 974,76

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de bijdrage van het Bureau aan de exploitatiekosten van de personeelsfoyer en andere culturele en sportieve activiteiten en initiatieven ter bevordering van sociale contacten tussen personeelsleden van verschillende nationaliteiten;

 

de bijdrage van het Bureau in de kosten van kinderdagverblijven en schoolvervoer;

 

in het kader van het gehandicaptenbeleid, voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

 

ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Het betreft hier de dekking, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

A2 01 51     Beleid en beheer van infrastructuur

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

19 000

19 000

17 983,53

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor de werking en de aanpassing van de installaties en het materieel van de restaurants, kantines en cafetaria's;

 

de door het Bureau voor publicaties te betalen schadevergoedingen, alsmede uitgaven die het Bureau voor publicaties uit hoofde van zijn wettelijke aansprakelijkheid moet verrichten, en de eventuele uitgaven voor bepaalde gevallen waarbij om redenen van billijkheid schadeloosstelling dient te worden betaald, zonder dat daaraan rechten kunnen worden ontleend.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

A2 01 60     Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

10 000

15 000

8 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de abonnementskosten voor diensten voor snelle informatie via beeldscherm, de abonnementskosten voor kranten en vakbladen, de aanschaf van publicaties en van technische werken die verband houden met de activiteiten van het Bureau voor publicaties;

 

de kosten van abonnementen bij persagentschappen via telexapparaten of pers- en voorlichtingsbulletins.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

HOOFDSTUK A2 02 — SPECIFIEKE ACTIVITEITEN

A2 02 01     Productie

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

1 035 000

1 150 000

2 431 213,17

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven die bestemd zijn voor „productie-”activiteiten, met name:

 

de productie van publicaties in alle vormen (papier, elektronische media), inclusief copublicatie;

 

nieuwe oplagen van publicaties en correctie van fouten waarvoor het Bureau voor publicaties verantwoordelijk is;

 

de aankoop van of de huurkosten voor uitrusting en infrastructuur voor de reproductie van documenten in alle vormen, inclusief de kosten van papier en andere verbruiksgoederen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 1 340 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

A2 02 02     Catalogisering en archivering

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

2 578 000

1 865 000

1 920 931,99

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven die bestemd zijn voor de activiteit „Catalogisering en archivering”, met name:

 

catalogisering, waaronder de kosten van documentaire en judiciële analyse, indexering, specificatie en redactie, en input en onderhoud;

 

de kosten van jaarabonnementen bij internationale organisaties op het gebied van catalogisering;

 

elektronische opslag;

 

langdurige bewaring van elektronische documenten en diensten in verband daarmee, digitalisering.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 100 EUR.

Rechtsgronden

Resolutie van de Raad van 26 november 1974 betreffende de automatisering van de juridische documentatie (PB C 20 van 28.1.1975, blz. 2).

Resolutie van de Raad van 13 november 1991 over de herziening van het Celex-systeem (geautomatiseerde documentatie inzake het Gemeenschapsrecht) (PB C 308 van 28.11.1991, blz. 2).

Resolutie van de Raad van 20 juni 1994 over de elektronische verspreiding van het Gemeenschapsrecht en het uitvoeringsrecht van de lidstaten alsmede over de verbetering van de toegangsvoorwaarden (PB C 179 van 1.7.1994, blz. 3).

Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

A2 02 03     Materiële distributie en promotie

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

3 600 000

5 000 000

8 964 545,09

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven die bestemd zijn voor de activiteit „Materiële distributie en promotie”, met name:

 

opslagactiviteiten voor publicaties: opslag, registratie van inkomende/uitgaande publicaties enz.;

 

verpakking en adressering (machines, apparatuur, verbruiksartikelen, onderhoud enz.);

 

verzendkosten: frankeerkosten, vervoer, pendeldiensten enz.;

 

acquisitie en beheer van adressenlijsten: opstellen, invoeren/coderen, updaten enz.;

 

promotie en marketing: beurzen, catalogi, prospectussen, advertenties, marktonderzoek enz.;

 

voorlichting van en bijstand aan het publiek;

 

materieel voor bibliotheken: kaartsystemen, rekken, meubelen, cataloguskasten enz.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 4 300 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

A2 02 04     Publieke websites

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

1 777 500

1 975 000

4 045 331,95

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven met betrekking tot activiteiten op het gebied van „Publieke websites” (hoofdzakelijk de websites EUR-Lex, EU-bookshop en Whoiswho), met name:

 

onderhoud en ontwikkeling van publieke websites;

 

helpdesk voor de gebruikers van de websites.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 300 000 EUR.

Rechtsgronden

Besluit 2009/496/EG, Euratom van het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 juni 2009 betreffende de organisatie en de werking van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie (PB L 168 van 30.6.2009, blz. 41).

HOOFDSTUK A2 10 — RESERVES

A2 10 01     Voorzieningen

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

De kredieten van dit artikel hebben uitsluitend het karakter van een voorziening en mogen slechts na overschrijving naar de desbetreffende begrotingsonderdelen overeenkomstig het Financieel Reglement worden gebruikt.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

A2 10 02     Reserve voor onvoorziene omstandigheden

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

0,—

EUROPEES BUREAU VOOR FRAUDEBESTRIJDING

ONTVANGSTEN

TITEL 4

DIVERSE BELASTINGEN, HEFFINGEN EN BIJDRAGEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

2 828 000

2 761 000

2 754 000,—

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

0,—

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

530 000

521 000

473 000,—

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 0

3 358 000

3 282 000

3 227 000,—

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

3 392 000

3 268 319

3 067 000,—

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 1

3 392 000

3 268 319

3 067 000,—

 

Totaal van titel 4

6 750 000

6 550 319

6 294 000,—

HOOFDSTUK 4 0 —

INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 — INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

4 0 0     Opbrengst van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

2 828 000

2 761 000

2 754 000,—

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit alle opbrengsten van de belasting op de salarissen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden, die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van het personeel van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

4 0 3     Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit de opbrengst van de tijdelijke bijdrage die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

4 0 4     Opbrengst van de speciale heffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

530 000

521 000

473 000,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 4 1 — BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0     Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

3 392 000

3 268 319

3 067 000,—

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit het totaal van de bijdragen van het personeel van het Bureau in de financiering van de pensioenregeling, die overeenkomstig het bepaalde in artikel 83, lid 2, van het Statuut maandelijks op de salarissen worden ingehouden.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

TITEL 6

BIJDRAGEN AAN PROGRAMMA'S VAN DE UNIE, VERGOEDING VAN UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

p.m.

p.m.

0,—

 

Totaal van artikel 6 6 0

p.m.

p.m.

0,—

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK 6 6

p.m.

p.m.

0,—

 

Totaal van titel 6

p.m.

p.m.

0,—

 

TOTAAL-GENERAAL

6 750 000

6 550 319

6 294 000,—

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

HOOFDSTUK 6 6 — OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0     Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0   Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Op deze post worden, overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement, de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien bij de andere onderdelen van titel 6 en die gebruikt worden voor de opvoering van extra kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2012 en 2011) en van de uitvoering (2010)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

A3

EUROPEES BUREAU VOOR FRAUDEBESTRIJDING

A3 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

55 626 000

56 399 000

54 776 751,95

A3 02

FINANCIERING VAN FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN

1 566 000

1 650 000

1 382 003,03

A3 03

UITGAVEN VOORTVLOEIENDE UIT HET MANDAAT VAN DE LEDEN VAN HET COMITÉ VAN TOEZICHT

200 000

200 000

200 000,—

A3 10

RESERVES

p.m.

p.m.

0,—

 

Totaal van titel A3

57 392 000

58 249 000

56 358 754,98

 

TOTAAL-GENERAAL

57 392 000

58 249 000

56 358 754,98

TITEL A3

EUROPEES BUREAU VOOR FRAUDEBESTRIJDING

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

HOOFDSTUK A3 01

A3 01 01

Uitgaven voor personeel in actieve dienst

     

Niet-gesplitste kredieten

38 543 000

38 162 000

36 484 170,81

A3 01 02

Extern personeel en andere beheersuitgaven

A3 01 02 01

Extern personeel

     

Niet-gesplitste kredieten

2 586 000

2 508 000

2 963 357,42

A3 01 02 11

Andere beheersuitgaven

     

Niet-gesplitste kredieten

3 184 000

3 362 000

3 364 879,71

 

Totaal van artikel A3 01 02

5 770 000

5 870 000

6 328 237,13

A3 01 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

     

Niet-gesplitste kredieten

11 295 000

12 349 000

11 953 184,93

A3 01 50

Personeelsbeleid en -beheer

     

Niet-gesplitste kredieten

3 000

3 000

0,—

A3 01 51

Beleid en beheer van infrastructuur

     

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

A3 01 60

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

     

Niet-gesplitste kredieten

15 000

15 000

11 159,08

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK A3 01

55 626 000

56 399 000

54 776 751,95

HOOFDSTUK A3 02

A3 02 01

Controles, studies, analyses en specifieke werkzaamheden van het Europees Bureau voor fraudebestrijding

     

Niet-gesplitste kredieten

1 176 000

1 200 000

1 073 045,01

A3 02 02

Maatregelen ter bescherming van de euro tegen valsemunterij

     

Niet-gesplitste kredieten

50 000

50 000

52 457,52

A3 02 03

Voorlichting en communicatie

     

Niet-gesplitste kredieten

340 000

400 000

256 500,50

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK A3 02

1 566 000

1 650 000

1 382 003,03

HOOFDSTUK A3 03

A3 03 01

Uitgaven voortvloeiende uit het mandaat van de leden van het Comité van toezicht

     

Niet-gesplitste kredieten

200 000

200 000

200 000,—

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK A3 03

200 000

200 000

200 000,—

HOOFDSTUK A3 10

A3 10 01

Voorzieningen

     

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

A3 10 02

Reserve voor onvoorziene omstandigheden

     

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK A3 10

p.m.

p.m.

0,—

 

Totaal van titel A3

57 392 000

58 249 000

56 358 754,98

 

TOTAAL-GENERAAL

57 392 000

58 249 000

56 358 754,98

HOOFDSTUK A3 01 —

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK A3 02 —

FINANCIERING VAN FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN

 

HOOFDSTUK A3 03 —

UITGAVEN VOORTVLOEIENDE UIT HET MANDAAT VAN DE LEDEN VAN HET COMITÉ VAN TOEZICHT

 

HOOFDSTUK A3 10 —

RESERVES

HOOFDSTUK A3 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

A3 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

38 543 000

38 162 000

36 484 170,81

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden van de personeelsformatie, van:

 

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

 

de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen en de door het Bureau te verrichten betalingen voor tijdelijke functionarissen met het oog op vorming of behoud van pensioenrechten in hun land van herkomst;

 

de overige toelagen en vergoedingen;

 

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling op een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

 

de kosten van verhuizing die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling op een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

 

de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, alsmede de aanpassingscoëfficiënten op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van tewerkstelling wordt overgeboekt;

 

de gevolgen van de eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van 25 juni 2002 van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

A3 01 02     Extern personeel en andere beheersuitgaven

A3 01 02 01   Extern personeel

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

2 586 000

2 508 000

2 963 357,42

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de bezoldiging van arbeidscontractanten (in de zin van titel IV van de Regeling van toepassing op de andere personeelsleden), het stelsel van sociale verzekering voor arbeidscontractanten van de instelling zoals beschreven in titel IV en de kosten voor aanpassingscoëfficiënten die op de bezoldiging van dergelijke personeelsleden van toepassing zijn;

 

de uitgaven (bezoldigingen, verzekeringen enz.) die voortvloeien uit privaatrechtelijke contracten met de externe personeelsleden en het inschakelen van uitzendkrachten;

 

de uitgaven voor het personeel voor de aannemingscontracten voor toelevering van technische en administratieve diensten;

 

de uitgaven in verband met de detachering of tijdelijke aanstelling bij de diensten van het Bureau van ambtenaren van de lidstaten en andere deskundigen, alsmede de extra uitgaven die voortvloeien uit de terbeschikkingstelling van ambtenaren aan nationale overheidsdiensten of internationale organisaties;

 

de gevolgen van eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

A3 01 02 11   Andere beheersuitgaven

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

3 184 000

3 362 000

3 364 879,71

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de vervoerskosten, met inbegrip van de kosten die verband houden met het opstellen van plaatsbewijzen en reserveringen, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor het onder het statuut vallende personeel van de Commissie, alsmede voor de nationale of internationale deskundigen of ambtenaren welke bij de diensten van de Commissie zijn gedetacheerd;

 

de kosten die in verband met representatieverplichtingen namens de Commissie in het belang van de dienst zijn gemaakt en die worden vergoed (niet bij representatieverplichtingen jegens ambtenaren of andere personeelsleden van de Commissie of van andere instellingen van de Unie);

 

de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van de deskundigen die in de studie- en werkgroepen samenkomen, alsmede de kosten welke vergaderingen met zich brengen, voorzover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur in de zetel van de instellingen of in externe bureaus, voorzover het niet gaat om vergaderingen in het kader van fraudeonderzoeken of fraudebestrijdingsmaatregelen (de kosten van de deskundigen worden vergoed op basis van een besluit van de Commissie);

 

de kosten voor verfrissingen, en incidenteel voor lichte maaltijden, die tijdens interne vergaderingen worden verstrekt;

 

diverse kosten van conferenties, congressen en bijeenkomsten waaraan het Bureau deelneemt of die door het Bureau worden georganiseerd;

 

kosten voor deelneming aan externe opleiding en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

 

de uitgaven voor opleiding met als doel de vaardigheden van het personeel en de prestaties en de efficiëntie van het Bureau te verbeteren:

 

het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften en voor het ontwerp, het opstellen, de realisatie, de evaluatie van en het toezicht op de opleiding;

 

het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer;

 

kosten voor deelneming aan externe opleiding en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

 

uitgaven in verband met de praktische organisatie van de cursussen en uitgaven voor de leslokalen, het vervoer, de maaltijden en het verblijf van deelnemers aan cursussen met verblijf;

 

de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende websites, aankoop van pedagogisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia;

 

de financiering van didactisch materiaal.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 65 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

A3 01 03     Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

11 295 000

12 349 000

11 953 184,93

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven die verband houden met de gebouwen van het Bureau, met name:

 

de kosten van de aankoop, de huurkoop of de bouw van gebouwen;

 

de huur en de erfpacht, de diverse belastingen en koopoptieheffingen die verband houden met de gebouwen of gedeelten van gebouwen waarin het Bureau is gevestigd, alsmede de huur van conferentieruimten, magazijnen, opslag- en archiefruimten, garages en parkeerplaatsen;

 

de verzekeringspremies voor door het Bureau gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

 

de uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming voor de gebouwen of gedeelten van gebouwen die door het Bureau worden gebruikt;

 

de uitgaven voor schoonmaken en onderhoud van lokalen, liften, centrale verwarming, installaties voor airconditioning enz. Het betreft hier periodieke schoonmaakbeurten, de aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, stomen enz., alsmede verven en repareren van en benodigdheden voor de onderhoudswerkplaatsen;

 

de uitgaven voor selectieve verwerking, opslag en verwijdering van afval;

 

de uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in de gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz., alsmede van de kosten in verband met wijzigingen in het kabelnetwerk, evenals de kosten van het materieel dat hierbij nodig is (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de uitgaven inzake de fysieke en materiële veiligheid van de personen en goederen, met name de contracten inzake het toezicht op de gebouwen, de onderhoudscontracten voor de beveiligingsinstallaties en de aankoop van klein materieel (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de uitgaven inzake de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die deel uitmaken van eerstehulpdiensten en de kosten van wettelijke controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de kosten van technische en financiële expertises vóór de aankoop of de bouw van gebouwen;

 

de overige uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbare nutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst enz.);

 

de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden;

 

aankoop, huur of leasing en onderhoud, reparatie, installatie en vervanging van technische uitrusting en technisch materieel:

 

de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van meubilair;

 

de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van vervoermiddelen;

 

diverse verzekeringen (met name voor wettelijke aansprakelijkheid en tegen diefstal);

 

de kosten voor werkuitrusting, en met name:

 

de aanschaf van dienstkleding voor bodes en chauffeurs;

 

de aankoop en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en personeel dat werk moet verrichten waarbij een bescherming tegen slecht weer en koude of ook tegen abnormale slijtage en vuil worden van eigen kleding noodzakelijk is;

 

de aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG;

 

verhuiskosten, kosten van hergroepering van diensten, alsmede van behandelingskosten (ontvangst, opslag en plaatsing) van materieel, meubilair en kantoorbenodigdheden;

 

uitgaven in verband met de uitrusting van gebouwen op het gebied van telecommunicatie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van de telefooncentrales en de lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercominstallaties en mobilofoons, alsmede de uitgaven voor de informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en voor de daarmee samenhangende diensten (ondersteuning, documentatie, installatie, verhuizing);

 

aankoop, huur of leasing van computers, terminals, microcomputers, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, alsmede de voor hun werking benodigde programmatuur;

 

aankoop, huur of leasing van apparatuur voor de weergave van de informatie op papier, zoals printers, faxtoestellen, fotokopieerapparaten, scanners en microkopieerapparaten;

 

aankoop, huur of leasing van schrijfmachines, tekstverwerkers en alle in kantoren gebruikte elektronische apparatuur;

 

de installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur;

 

de kosten van de aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden en benodigdheden voor de reproductiewerkplaatsen, alsmede voor de uitbesteding van bepaald drukwerk;

 

de frankering van de gewone correspondentie, verslagen en publicaties, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en de kosten van de interne post;

 

de abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, televisie, teleconferentie, videoconferentie) alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica enz., en de aankoop van abonneelijsten;

 

de kosten voor telefoongesprekken en computerverbindingen tussen de verschillende gebouwen en voor de internationale telecommunicatie tussen de verschillende vestigingsplaatsen van de Unie;

 

technische en logistieke ondersteuning, opleiding en andere activiteiten van algemeen belang in verband met computerapparatuur en -programmatuur, algemene informaticaopleidingen, abonnementen op technische documentatie (op papier of in elektronische vorm) enz., het externe bedieningspersoneel, servicebureaus, abonnementen bij internationale organisaties enz., veiligheidsonderzoeken en kwaliteitscontrole van computerapparatuur en -programmatuur, de kosten van gebruik, onderhoud en ontwikkeling van programmatuur en de uitvoering van IT-projecten;

 

andere huishoudelijke uitgaven die hier niet expliciet zijn voorzien.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van 25 juni 2002 van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

A3 01 50     Personeelsbeleid en -beheer

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

3 000

3 000

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de bijdrage van het Bureau aan de exploitatiekosten van de personeelsfoyer en andere culturele en sportieve activiteiten in Brussel en de initiatieven ter bevordering van de sociale contacten tussen de personeelsleden van verschillende nationaliteiten in het Bureau;

 

de bijdrage van het Bureau aan de uitgaven van de kinderdagverblijven en het schoolbusvervoer en in het kader van het gehandicaptenbeleid ten behoeve van:

 

ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut.

Het betreft hier de dekking, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

A3 01 51     Beleid en beheer van infrastructuur

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de werking en de aanpassing van de installaties en het materieel van de restaurants, kantines en cafetaria's.

A3 01 60     Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

15 000

15 000

11 159,08

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de realisatie en ontwikkeling van het intranet van de Commissie (IntraComm), abonnementen op diensten voor snelle informatie via beeldscherm, de kosten van het inbinden en andere kosten van instandhouding die noodzakelijk zijn voor het behoud van naslagwerken en periodieken, de kosten van abonnementen op kranten en gespecialiseerde tijdschriften, de aankoop van publicaties en technische werken die verband houden met de activiteiten van het Bureau.

HOOFDSTUK A3 02 — FINANCIERING VAN FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN

A3 02 01     Controles, studies, analyses en specifieke werkzaamheden van het Europees Bureau voor fraudebestrijding

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

1 176 000

1 200 000

1 073 045,01

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven in verband met fraudebestrijdingsmaatregelen die niet voortvloeien uit de administratieve werking van het Europees Bureau voor fraudebestrijding.

Het is met name bedoeld voor:

 

het ontwerpen, ontwikkelen, verbeteren en beheren van gegevensuitwisselingssystemen en van gemeenschappelijke voorzieningen, rekening houdend met de eisen inzake vertrouwelijkheid en beveiliging;

 

het opsporen, het verzamelen, het bestuderen en het gebruiken van alle informatie die van nut is voor het opsporen en vervolgen van fraude (bijvoorbeeld met behulp van databanken), en het rapporteren hierover aan de nationale onderzoeksdiensten;

 

het ondersteunen van de inspanningen van de lidstaten, met name bij grensoverschrijdende fraudegevallen, waar op Unieniveau moet worden opgetreden;

 

de financiering van de maatregelen ter verhoging van de doeltreffendheid van preventieve maatregelen, controles en onderzoeken;

 

de verbetering van de samenwerking met de nationale instanties, met name bij de bestrijding van sigarettensmokkel;

 

het organiseren van en deelnemen aan controles ter plaatse;

 

de financiering van reis- en verblijfkosten van nationale onderzoekers en magistraten die zich in verband met controles, coördinatievergaderingen en andere gelegenheden die in het kader van een onderzoek nodig zijn, buiten hun eigen lidstaat moeten begeven;

 

de financiering van reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van deskundigen die door het Bureau worden uitgenodigd in het kader van een onderzoek of om een gericht deskundig advies te geven;

 

de financiering van de kosten van conferenties, congressen en vergaderingen die het Europees Bureau voor fraudebestrijding in het kader van de fraudebestrijding organiseert.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 4045/89 van de Raad van 21 december 1989 inzake de door de lidstaten uit te voeren controles op de verrichtingen in het kader van de financieringsregeling van de afdeling Garantie van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (PB L 388 van 30.12.1989, blz. 18).

Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 1).

Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad van 25 mei 1999 betreffende de door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) verrichte onderzoeken (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 8).

Referentiebesluiten

Artikel 325 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

A3 02 02     Maatregelen ter bescherming van de euro tegen valsemunterij

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

50 000

50 000

52 457,52

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor initiatieven en specifieke maatregelen om de euro te beschermen tegen valsemunterij.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 1).

Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad van 25 mei 1999 betreffende de door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) verrichte onderzoeken (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 8).

A3 02 03     Voorlichting en communicatie

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

340 000

400 000

256 500,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven van het Bureau voor voorlichting en communicatie.

De externe voorlichtings- en communicatiestrategie is van wezenlijk belang voor de werkzaamheden van het Bureau. Het Bureau is opgericht als onafhankelijk onderzoeksorgaan en moet daarom een eigen communicatiestrategie voeren. De werkzaamheden van het Bureau zijn vaak te technisch van aard om begrijpelijk te zijn voor het grote publiek. Het moet zijn gesprekspartners en het publiek in het algemeen informeren over zijn rol en zijn taken. Het is immers van het grootste belang dat het publiek een goed inzicht heeft in wat het Bureau doet.

Als dienst van de Commissie moet het Bureau ook rekening houden met het democratische tekort tussen de instellingen van de Unie en de Europese burgers. De Commissie, die zich bewust is van dit tekort, heeft een actieplan op dit gebied ontwikkeld.

De communicatiestrategie die het Bureau heeft ontwikkeld en die het blijft voeren, moet getuigen van zijn onafhankelijkheid.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 1).

Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad van 25 mei 1999 betreffende de door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) verrichte onderzoeken (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 8).

HOOFDSTUK A3 03 — UITGAVEN VOORTVLOEIENDE UIT HET MANDAAT VAN DE LEDEN VAN HET COMITÉ VAN TOEZICHT

A3 03 01     Uitgaven voortvloeiende uit het mandaat van de leden van het Comité van toezicht

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

200 000

200 000

200 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van alle uitgaven die voortvloeien uit het mandaat van de leden van het Comité van toezicht, zoals:

 

de vergoedingen die aan de leden van het Comité van toezicht worden toegekend voor de tijd die zij aan de uitoefening van hun taken besteden, alsmede de kosten van dienstreizen, verplaatsingen en andere bijkomende kosten;

 

de representatiekosten die in naam van het Comité van toezicht worden gemaakt door de leden van het comité;

 

alle huishoudelijke uitgaven zoals de aanschaf van uitrusting, papier en kantoorbenodigdheden, communicatie- en telecommunicatiekosten (porto, telefoon-, telex- en telegramkosten), kosten van documentatie en bibliotheek, de aankoop van boeken en abonnementen op informatiebronnen, inschrijvingskosten voor conferenties enz.;

 

de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van deskundigen die door de leden van het Comité van toezicht worden uitgenodigd om deel te nemen aan studiegroepen en werkgroepen, en de overige kosten van dergelijke vergaderingen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur (in de plaatsen van vestiging van de instellingen of in de externe bureaus);

 

de kosten van gespecialiseerde studies en deskundig advies door hooggekwalificeerde deskundigen (natuurlijke of rechtspersonen) in gevallen waarin de leden van het Comité van toezicht niet over het nodige personeel van het Europees Bureau voor fraudebestrijding kunnen beschikken om deze rechtstreeks uit te voeren.

Rechtsgronden

Besluit 1999/352/EG, EGKS, Euratom van de Commissie van 28 april 1999 houdende oprichting van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 20), met name artikel 4 en artikel 6, lid 3.

Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 1), met name artikel 11.

Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad van 25 mei 1999 betreffende de door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) verrichte onderzoeken (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 8), met name artikel 11.

HOOFDSTUK A3 10 — RESERVES

A3 10 01     Voorzieningen

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

De kredieten van dit artikel hebben uitsluitend het karakter van een voorziening en mogen slechts na overschrijving naar de desbetreffende begrotingsonderdelen overeenkomstig het Financieel Reglement worden gebruikt.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

A3 10 02     Reserve voor onvoorziene omstandigheden

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

0,—

EUROPEES BUREAU VOOR PERSONEELSSELECTIE

ONTVANGSTEN

TITEL 4

DIVERSE BELASTINGEN, HEFFINGEN EN BIJDRAGEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

606 000

579 000

588 000,—

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

0,—

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

115 000

110 000

100 000,—

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 0

721 000

689 000

688 000,—

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

1 262 000

996 587

1 142 000,—

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 1

1 262 000

996 587

1 142 000,—

 

Totaal van titel 4

1 983 000

1 685 587

1 830 000,—

HOOFDSTUK 4 0 —

INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 — INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

4 0 0     Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

606 000

579 000

588 000,—

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit alle opbrengsten van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden, die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van het personeel van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Referentiebesluiten

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

4 0 3     Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instellingen, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit de opbrengst van de tijdelijke bijdrage die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 20, lid 3, in de versie die van kracht was tot 30 april 2004.

4 0 4     Opbrengst van de speciale heffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de leden van de instelling, de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

115 000

110 000

100 000,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, met name artikel 20, lid 3.

HOOFDSTUK 4 1 — BIJDRAGEN AAN PENSIOENREGELING

4 1 0     Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

1 262 000

996 587

1 142 000,—

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit alle bijdragen in de financiering van de pensioenregeling, die overeenkomstig artikel 83, lid 2, van het Statuut maandelijks worden ingehouden op de bezoldigingen van het personeel van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

TITEL 6

BIJDRAGEN AAN UNIALE PROGRAMMA’S, VERGOEDING VAN UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

p.m.

p.m.

0,—

 

Totaal van artikel 6 6 0

p.m.

p.m.

0,—

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK 6 6

p.m.

p.m.

0,—

 

Totaal van titel 6

p.m.

p.m.

0,—

 

TOTAAL-GENERAAL

1 983 000

1 685 587

1 830 000,—

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

HOOFDSTUK 6 6 — OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0     Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0   Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Op deze post worden, overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement, de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien bij de andere onderdelen van titel 6 en die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2012 en 2011) en van de uitvoering (2010)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

A4

EUROPEES BUREAU VOOR PERSONEELSSELECTIE

A4 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

17 043 950

15 322 000

18 003 583,74

Reserves (A4 10 01)

500 000

   
 

17 543 950

15 322 000

18 003 583,74

A4 02

INTERINSTITUTIONELE SAMENWERKING EN INTERINSTITUTIONELE DIENSTEN EN ACTIVITEITEN

6 147 800

7 524 000

8 970 107,58

Reserves (A4 10 01)

1 000 000

   
 

7 147 800

7 524 000

8 970 107,58

A4 03

INTERINSTITUTINELE SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN OPLEIDING

3 537 000

3 930 000

4 014 899,11

A4 10

RESERVES

1 500 000

p.m.

0,—

 

Totaal van titel A4

28 228 750

26 776 000

30 988 590,43

Reserves (A4 10 01)

1 500 000

   
 

29 728 750

26 776 000

30 988 590,43

 

TOTAAL-GENERAAL

28 228 750

26 776 000

30 988 590,43

TITEL A4

EUROPEES BUREAU VOOR PERSONEELSSELECTIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

HOOFDSTUK A4 01

A4 01 01

Uitgaven voor personeel in actieve dienst

     

Niet-gesplitste kredieten

10 048 000

10 014 000

9 913 400,—

Reserves (A4 10 01)

500 000

   
 

10 548 000

10 014 000

9 913 400,—

A4 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven

A4 01 02 01

Extern personeel

     

Niet-gesplitste kredieten

1 560 000

1 563 000

1 517 300,—

A4 01 02 11

Overige beheersuitgaven

     

Niet-gesplitste kredieten

674 950

729 000

1 050 722,43

 

Totaal van artikel A4 01 02

2 234 950

2 292 000

2 568 022,43

A4 01 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

     

Niet-gesplitste kredieten

4 754 000

3 001 000

5 517 288,30

A4 01 50

Personeelsbeleid en -beheer

     

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

A4 01 51

Beleid met betrekking tot en beheer van infrastructuur

     

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

A4 01 60

Bibliotheekvoorraden, aankoop van boeken

     

Niet-gesplitste kredieten

7 000

15 000

4 873,01

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK A4 01

17 043 950

15 322 000

18 003 583,74

Reserves (A4 10 01)

500 000

   
 

17 543 950

15 322 000

18 003 583,74

HOOFDSTUK A4 02

A4 02 01

Interinstitutionele samenwerking en interinstitutionele diensten en activiteiten

A4 02 01 01

Interinstitutionele vergelijkende onderzoeken

     

Niet-gesplitste kredieten

6 038 550

7 409 000

8 911 586,58

Reserves (A4 10 01)

1 000 000

   
 

7 038 550

7 409 000

8 911 586,58

A4 02 01 02

Beperkte studies, enquêtes en adviezen

     

Niet-gesplitste kredieten

95 000

100 000

30 521,—

A4 02 01 03

Diverse kosten van interne vergaderingen

     

Niet-gesplitste kredieten

14 250

15 000

28 000,—

 

Totaal van artikel A4 02 01

6 147 800

7 524 000

8 970 107,58

Reserves (A4 10 01)

1 000 000

   
 

7 147 800

7 524 000

8 970 107,58

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK A4 02

6 147 800

7 524 000

8 970 107,58

Reserves (A4 10 01)

1 000 000

   
 

7 147 800

7 524 000

8 970 107,58

HOOFDSTUK A4 03

A4 03 01

Europese Bestuursschool (EAS)

A4 03 01 01

Managementopleiding

     

Niet-gesplitste kredieten

1 360 000

1 460 000

1 445 941,79

A4 03 01 02

Opleiding bij indiensttreding

     

Niet-gesplitste kredieten

1 127 000

1 264 000

1 358 158,43

A4 03 01 03

Opleiding voor het behalen van een certificaat

     

Niet-gesplitste kredieten

1 050 000

1 206 000

1 210 798,89

 

Totaal van artikel A4 03 01

3 537 000

3 930 000

4 014 899,11

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK A4 03

3 537 000

3 930 000

4 014 899,11

HOOFDSTUK A4 10

A4 10 01

Voorzieningen

     

Niet-gesplitste kredieten

1 500 000

p.m.

0,—

A4 10 02

Reserves voor onvoorziene omstandigheden

     

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK A4 10

1 500 000

p.m.

0,—

 

Totaal van titel A4

28 228 750

26 776 000

30 988 590,43

Reserves (A4 10 01)

1 500 000

   
 

29 728 750

26 776 000

30 988 590,43

 

TOTAAL-GENERAAL

28 228 750

26 776 000

30 988 590,43

HOOFDSTUK A4 01 —

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK A4 02 —

INTERINSTITUTIONELE SAMENWERKING EN INTERINSTITUTIONELE DIENSTEN EN ACTIVITEITEN

 

HOOFDSTUK A4 03 —

INTERINSTITUTINELE SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN OPLEIDING

 

HOOFDSTUK A4 10 —

RESERVES

HOOFDSTUK A4 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

A4 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

A4 01 01

10 048 000

10 014 000

9 913 400,—

Reserves (A4 10 01)

500 000

   

Totaal

10 548 000

10 014 000

9 913 400,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden dat deel uitmaakt van de personeelsformatie, van:

 

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

 

de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen en de door de instelling te verrichten betalingen voor tijdelijke functionarissen met het oog op vorming of behoud van pensioenrechten in hun land van herkomst;

 

de overige toelagen en vergoedingen;

 

de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, alsmede de aanpassingscoëfficiënten op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van tewerkstelling wordt overgeboekt;

 

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling op een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

 

de kosten van verhuizing die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling op een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

 

de gevolgen van de eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit;

 

de vaste vergoedingen en de vergoedingen volgens uurtarief voor overuren van de ambtenaren van de categorie AST en de plaatselijke functionarissen, die niet volgens de desbetreffende regeling met vrije tijd konden worden gecompenseerd;

 

de tijdelijke dagvergoedingen aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die aantonen dat zij bij indiensttreding of verandering van standplaats van woonplaats moeten veranderen;

 

de extra uitgaven die voortvloeien uit de terbeschikkingstelling van ambtenaren van de Unie en die overeenkomen met de vergoedingen en de terugbetaling van kosten waarop de ambtenaren recht hebben krachtens hun terbeschikkingstelling, en de uitgaven in verband met opleidingsstages bij overheidsdiensten of organisaties van de lidstaten of derde landen.

Voorwaarden om de reserve vrij te maken

De reserve wordt door de begrotingsautoriteit vrijgegeven zodra het Bureau aan de volgende twee voorwaarden voldoet:

 

het Bureau legt de betrokken commissie van het Europees Parlement een grondige analyse en evaluatie voor van de werkelijke kosten van zijn activiteiten, waarin de bedragen en hun exacte aanwending worden omschreven, met inbegrip van de kosten van het plaatsen van afzonderlijke kandidaten op de reservelijsten, en een evaluatie van de geraamde kosten voor de komende drie jaar;

 

het Bureau garandeert dat het volledig samenwerkt met het Europees Parlement, onder meer door met spoed gevolg te geven aan verzoeken van het Parlement, rekening houdend met zijn speciale behoeften bij de planning van open vergelijkende onderzoeken, alsook bij het opzetten van die onderzoeken en de verschillende etappen daarvan. Bovendien garandeert het Bureau dat alle door het Europees Parlement aangewezen juryleden bij alle selectieprocedures volledig deelnemen aan alle etappen van de betrokken selectieprocedures. Daartoe behoort ook deelname aan het opstellen van alle relevante stukken voor de open vergelijkende onderzoeken, toegang tot alle relevante documenten (met inbegrip van de CBT-vragen en -antwoorden, indien zij daarom verzoeken), vrije toegang tot het gebouw van het Bureau, vaste werkruimten (met inbegrip van PC-workstations) en informatie.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

A4 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven

A4 01 02 01   Extern personeel

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

1 560 000

1 563 000

1 517 300,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de bezoldiging van arbeidscontractanten (in de zin van titel IV van de Regeling van toepassing op de andere personeelsleden), het stelsel van sociale verzekering voor arbeidscontractanten van de instelling zoals beschreven in titel IV en de kosten voor aanpassingscoëfficiënten die op de bezoldiging van dergelijke personeelsleden van toepassing zijn;

 

de eventuele uitgaven (salarissen, verzekeringen enz.) in verband met het inhuren van extern personeel op contractbasis en van uitzendkrachten;

 

de uitgaven voor het personeel voor de aannemingscontracten voor toelevering van technische en administratieve diensten, tijdelijke bijstand en voor dienstverlening van intellectuele aard;

 

de uitgaven in verband met de detachering of tijdelijke aanstelling bij de diensten van het Bureau van ambtenaren van de lidstaten en andere deskundigen, alsmede de extra uitgaven die voortvloeien uit de terbeschikkingstelling van ambtenaren aan nationale overheidsdiensten of internationale organisaties;

 

de gevolgen van de eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit;

 

de uitgaven voor de diensten van freelance vertalers en linguïsten of voor typewerk en andere werkzaamheden die door de vertaaldienst worden uitbesteed.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

A4 01 02 11   Overige beheersuitgaven

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

674 950

729 000

1 050 722,43

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor het onder het statuut vallende personeel, alsmede voor de nationale of internationale gedetacheerde deskundigen of ambtenaren;

 

de kosten die in verband met representatieverplichtingen namens het Bureau in het belang van de dienst zijn gemaakt en die worden vergoed (niet bij representatieverplichtingen jegens ambtenaren of andere personeelsleden van de Commissie of van andere instellingen van de Unie);

 

de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van de deskundigen die in de studie- en werkgroepen samenkomen, alsmede de kosten welke vergaderingen met zich brengen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur in de zetel van de instellingen of in externe bureaus (de kosten van de deskundigen worden vergoed op basis van een besluit van de Commissie);

 

de diverse kosten van conferenties, congressen en vergaderingen waaraan het Bureau deelneemt;

 

de uitgaven voor algemene opleiding met als doel de vaardigheden van het personeel en de prestaties en de efficiëntie van het Bureau te verbeteren:

 

het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften en voor het ontwerp, het opstellen, de realisatie, de evaluatie van en het toezicht op de opleiding;

 

het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer;

 

kosten voor deelneming aan externe opleiding en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

 

uitgaven in verband met de praktische organisatie van de cursussen en uitgaven voor de leslokalen, het vervoer, de maaltijden en het verblijf van deelnemers aan cursussen met verblijf;

 

de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende internetsites, aankoop van pedagogisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia;

 

de financiering van didactisch materiaal;

 

de sociale bijdragen en de reis- en verblijfkostenvergoedingen van de freelance tolken en andere niet-vaste tolken die door het directoraat-generaal Tolken worden opgeroepen voor vergaderingen van het Bureau, waarvoor de benodigde diensten niet kunnen worden geleverd door de tolken die als ambtenaar of als tijdelijk of hulpfunctionaris bij de Commissie werkzaam zijn.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

A4 01 03     Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

4 754 000

3 001 000

5 517 288,30

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven die verband houden met de gebouwen van het Bureau en daarmee samenhangende uitgaven, namelijk:

 

de huur en de erfpacht van de gebouwen of gedeelten van de in gebruik zijnde gebouwen, alsmede de huur van conferentieruimten, magazijnen, garages en parkeerplaatsen;

 

de verzekeringspremies voor door het Bureau gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

 

de uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming voor de gebouwen of gedeelten van gebouwen die door het Bureau worden gebruikt;

 

de uitgaven voor schoonmaken en onderhoud van lokalen, liften, centrale verwarming, installaties voor airconditioning enz., berekend op basis van de lopende contracten. Het betreft hier periodieke schoonmaakbeurten, de aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, stomen enz., alsmede verven en repareren van en benodigdheden voor de onderhoudswerkplaatsen;

 

de uitgaven voor selectieve verwerking, opslag en verwijdering van afval;

 

de uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in de gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz., alsmede van de kosten in verband met wijzigingen in het kabelnetwerk, alsmede de kosten van het materieel dat hierbij nodig is (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de uitgaven inzake de fysieke en materiële veiligheid van de personen en goederen, met name de contracten inzake het toezicht op de gebouwen, de onderhoudscontracten voor de beveiligingsinstallaties en de aankoop van klein materieel (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de uitgaven inzake de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die deel uitmaken van eerstehulpdiensten en de kosten van wettelijke controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de kosten voor juridische, technische en financiële expertises vóór de aankoop, de huur of de bouw van gebouwen;

 

de overige uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbare nutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst enz.);

 

de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden;

 

aankoop, huur of leasing en onderhoud, reparatie, installatie en vervanging van technische uitrusting en technisch materieel, met name:

 

materieel (met inbegrip van kopieerapparaten) voor het produceren, reproduceren en archiveren van publicaties en van documenten in eender welke vorm (papier, elektronische drager);

 

audiovisueel materieel en materieel voor de bibliotheek en de tolkendienst (hokjes, koptelefoons, luisterapparatuur voor simultaanvertaling enz.);

 

uitrusting voor kantines en restaurants;

 

diverse outillage voor het onderhoud van de gebouwen;

 

de voor gehandicapte ambtenaren noodzakelijke uitrusting;

alsook de uitgaven voor studies, documentatie en opleiding met betrekking tot deze uitrusting;

 

de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van meubilair, en met name:

 

de uitgaven voor de aankoop van kantoormeubilair en speciaal meubilair, met name ergonomisch meubilair, rekken voor de archieven enz.;

 

de vervanging van verouderd en afgedankt meubilair;

 

de uitrusting met speciaal materieel voor bibliotheken (kaartsystemen, rekken, cataloguskasten enz.);

 

de specifieke uitrusting van cafetaria's en restaurants;

 

de huur van meubilair;

 

de kosten van onderhoud en herstel van meubilair;

 

de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van vervoermiddelen, en met name:

 

de aankoop van vervoermiddelen;

 

de vervanging van de voertuigen die in de loop van het begrotingsjaar zo'n hoog aantal kilometers zullen hebben afgelegd dat vervanging gerechtvaardigd is;

 

de huur van auto's, op korte of op lange termijn, wanneer de capaciteit van het wagenpark onvoldoende is;

 

de uitgaven voor onderhoud, reparatie en verzekering van dienstauto's (aankoop van brandstof, olie, binnen- en buitenbanden, diverse benodigdheden, onderdelen, gereedschap enz.);

 

diverse verzekeringen (met name wettelijke aansprakelijkheid en diefstalverzekering);

 

de kosten voor werkuitrusting, en met name:

 

de aanschaf van uniformen voor bodes en chauffeurs;

 

de aankoop en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en personeel dat werk moet verrichten waarbij een bescherming tegen slecht weer en koude of ook tegen abnormale slijtage en vuil worden van eigen kleding noodzakelijk is;

 

de aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG;

 

de kosten van de verhuizing en hergroepering van diensten en de behandelingskosten (ontvangst, opslag, plaatsing) van kantooruitrusting, -meubilair en -benodigdheden;

 

de uitgaven in verband met de uitrusting van gebouwen op het gebied van telecommunicatie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van telefooncentrales en -lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercominstallaties en mobilofoons, alsmede de uitgaven voor de informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en de bijbehorende diensten (beheer, ondersteuning, documentatie, installatie en verhuizing);

 

aankoop, huur of leasing en onderhoud van computers, terminals, microcomputers, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, alsmede de voor hun werking benodigde programmatuur;

 

aankoop, huur of leasing en onderhoud van apparatuur voor de weergave van de informatie op papier, zoals printers, faxtoestellen, fotokopieerapparaten, scanners en microkopieerapparaten;

 

aankoop, huur of leasing van schrijfmachines, tekstverwerkers en alle in kantoren gebruikte elektronische apparatuur;

 

installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur;

 

de kosten van de aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden en benodigdheden voor de reproductiewerkplaatsen, alsmede voor de uitbesteding van bepaald drukwerk;

 

de frankering van de correspondentie, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en van de interne post bij het Bureau;

 

de abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, televisie, teleconferentie, videoconferentie) alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica enz., en de aankoop van abonneelijsten;

 

de kosten voor telefoongesprekken en computerverbindingen tussen de verschillende gebouwen en voor de internationale telecommunicatie tussen de verschillende vestigingsplaatsen;

 

technische en logistieke ondersteuning, opleiding en andere activiteiten van algemeen belang in verband met computerapparatuur en -programmatuur, algemene informaticaopleidingen, abonnementen op technische documentatie (op papier of in elektronische vorm) enz., het externe bedieningspersoneel, servicebureaus, abonnementen bij internationale organisaties enz., veiligheidsonderzoeken en kwaliteitscontrole van computerapparatuur en -programmatuur, de kosten van gebruik, onderhoud en ontwikkeling van programmatuur en de uitvoering van informaticaprojecten;

Dit krediet dient ook ter dekking van andere beleidsuitgaven die hierboven niet speciaal zijn voorzien, zoals inschrijvingskosten voor conferenties (met uitzondering van opleidingskosten), kosten voor deelname aan beroepsorganisaties en wetenschappelijke organisaties, kosten van abonnementen op telefoongidsen.

Alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules).

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

A4 01 50     Personeelsbeleid en -beheer

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de geldelijke steun die wordt toegekend aan een ambtenaar, een gewezen ambtenaar of aan rechtverkrijgenden van een overleden ambtenaar die in zeer benarde omstandigheden verkeren;

 

de deelneming van het Bureau in de exploitatiekosten van de personeelsfoyer en andere culturele en sportieve activiteiten ter bevordering van de sociale contacten tussen de personeelsleden van verschillende nationaliteiten;

 

de bijdrage van het Bureau aan de uitgaven voor de kinderdagverblijven en bewaarplaatsen, en aan het schoolbusvervoer;

 

uitgaven in het kader van het gehandicaptenbeleid, voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

 

ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Het betreft hier de dekking, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

A4 01 51     Beleid met betrekking tot en beheer van infrastructuur

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor de werking en de aanpassing van de installaties en het materieel van de restaurants, kantines en cafetaria's;

 

de door het Bureau te betalen schadevergoedingen, alsmede uitgaven die het Bureau uit hoofde van zijn wettelijke aansprakelijkheid moet verrichten en de eventuele uitgaven voor bepaalde gevallen waarbij om redenen van billijkheid schadeloosstelling dient te worden betaald, zonder dat daaraan rechten kunnen worden ontleend.

A4 01 60     Bibliotheekvoorraden, aankoop van boeken

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

7 000

15 000

4 873,01

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de realisatie en ontwikkeling van het intranet van het Bureau als onderdeel van het intranet van de Commissie (IntraComm), abonnementen op diensten voor snelle informatie via beeldscherm, de kosten van het inbinden en andere kosten van instandhouding die noodzakelijk zijn voor het behoud van naslagwerken en periodieken, de kosten van abonnementen op kranten en gespecialiseerde tijdschriften, de aankoop van publicaties en technische werken die verband houden met de activiteiten van het Bureau.

HOOFDSTUK A4 02 — INTERINSTITUTIONELE SAMENWERKING EN INTERINSTITUTIONELE DIENSTEN EN ACTIVITEITEN

A4 02 01     Interinstitutionele samenwerking en interinstitutionele diensten en activiteiten

Toelichting

Het Bureau heeft in het kader van het EPSO-ontwikkelingsprogramma zijn selectiemethoden gemoderniseerd om op een meer kosteneffectieve en doeltreffende manier aan de huidige en toekomstige behoeften van de instellingen te voldoen, door middel van:

 

een betere planning van de vergelijkende onderzoeken om op het juiste moment de meest geschikte medewerkers te selecteren en een de reservelijsten optimaal te gebruiken;

 

kortere selectieprocedures;

 

een aanzienlijke kwaliteitsverbetering van de selectieprocedure door kandidaten te kiezen op basis van de vereiste functiecompetenties en instellingen de beschikking te geven over de beste medewerkers die hun hele loopbaan lang blijven, en een professionalisering van het werk van de selectiecomités;

 

een positief, modern imago voor de instellingen, als werkgever die op een steeds concurrerender wordende arbeidsmarkt de beste krachten kan aantrekken;

 

alle mogelijke voorzieningen om kandidaten met een beperking in staat te stellen deel te nemen.

Rechtsgronden

Richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep (PB L 303 van 2.12.2000, blz. 16).

A4 02 01 01   Interinstitutionele vergelijkende onderzoeken

 
 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

A4 02 01 01

6 038 550

7 409 000

8 911 586,58

Reserves (A4 10 01)

1 000 000

   

Totaal

7 038 550

7 409 000

8 911 586,58

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven die voortvloeien uit de procedures voor het organiseren van verschillende vergelijkende onderzoeken.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 250 000 EUR.

Voorwaarden om de reserve vrij te maken

De reserve wordt door de begrotingsautoriteit vrijgegegeven zodra het Bureau aan de volgende twee voorwaarden voldoet:

 

het Bureau legt de betrokken commissie van het Europees Parlement een grondige analyse en evaluatie voor van de werkelijke kosten van zijn activiteiten, waarin de bedragen en hun exacte aanwending worden omschreven, met inbegrip van de kosten van het plaatsen van afzonderlijke kandidaten op de reservelijsten, en een evaluatie van de geraamde kosten voor de komende drie jaar;

 

het Bureau garandeert dat het volledig samenwerkt met het Europees Parlement, onder meer door met spoed gevolg te geven aan verzoeken van het Parlement, rekening houdend met zijn speciale behoeften bij de planning van open vergelijkende onderzoeken, alsook bij het opzetten van die onderzoeken en de verschillende etappen daarvan. Bovendien garandeert het Bureau dat alle door het Europees Parlement aangewezen juryleden bij alle selectieprocedures volledig deelnemen aan alle etappen van de betrokken selectieprocedures. Daartoe behoort ook deelname aan het opstellen van alle relevante stukken voor de open vergelijkende onderzoeken, toegang tot alle relevante documenten (met inbegrip van de CBT-vragen en -antwoorden, indien zij daarom verzoeken), vrije toegang tot het gebouw van het Bureau, vaste werkruimten (met inbegrip van PC-workstations) en informatie.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name de artikelen 27 tot en met 31 en 33, en bijlage III.

A4 02 01 02   Beperkte studies, enquêtes en adviezen

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

95 000

100 000

30 521,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor het verrichten van gespecialiseerde studies en het verstrekken van advies onder contract door hooggekwalificeerde deskundigen (natuurlijke of rechtspersonen) in gevallen waarin het Bureau niet over het nodige personeel beschikt om deze rechtstreeks uit te voeren, en voor de aankoop van reeds verrichte studies of voor abonnementen bij gespecialiseerde onderzoeksinstituten.

A4 02 01 03   Diverse kosten van interne vergaderingen

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

14 250

15 000

28 000,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten voor verfrissingen, en incidenteel voor lichte maaltijden, die tijdens interne vergaderingen worden verstrekt met name tijdens vergaderingen van de jury van vergelijkende onderzoeken en vertalers.

HOOFDSTUK A4 03 — INTERINSTITUTINELE SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN OPLEIDING

A4 03 01     Europese Bestuursschool (EAS)

Toelichting

Dit krediet dekt de uitgaven voor de algemene opleiding die wordt verstrekt door de Europese Bestuursschool met als doel de vergroting van het bekwaamheidsniveau van de personeelsleden en van de prestaties en de efficiëntie van de deelnemende instellingen:

 

kosten voor het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften en voor het ontwerp, het opstellen, de realisatie, de evaluatie van en het toezicht op de opleiding;

 

kosten voor het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer;

 

kosten voor het ontwerpen, de realisatie en de evaluatie van de door de Bestuursschool georganiseerde opleiding in de vorm van cursussen, seminars of conferenties (instructeurs, reis- en verblijfkosten en didactisch materiaal);

 

kosten voor deelneming aan externe opleiding en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

 

kosten voor het tot stand brengen van een netwerk, op Europees niveau, tussen de Bestuursschool en de nationale scholen voor bestuurskunde en universitaire instituten die actief zijn op dit terrein, met als doel uitwisseling van ervaringen, overbrenging van beproefde praktijken en samenwerking bij de ontwikkeling van de na- en bijscholing van het personeel van de Europese overheidsdienst;

 

uitgaven in verband met de praktische organisatie van de cursussen en uitgaven voor de leslokalen, het vervoer, de maaltijden en het verblijf van deelnemers aan cursussen met verblijf;

 

de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende websites, aankoop van pedagogisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia;

 

de financiering van didactisch materiaal.

Rechtsgronden

Besluit 2005/119/EG van de secretarissen-generaal van het Europees Parlement, van de Raad en van de Commissie, de griffier van het Hof van Justitie, de secretarissen-generaal van de Rekenkamer, van het Europees Economisch en Sociaal Comité en van het Comité van de Regio's, en de vertegenwoordiger van de Europese Ombudsman van 26 januari 2005 betreffende de organisatie en de werking van de Europese Bestuursschool (PB L 37 van 10.2.2005, blz. 17).

A4 03 01 01   Managementopleiding

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

1 360 000

1 460 000

1 445 941,79

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de opleiding van ambtenaren en ander personeel op het gebied van managementtechnieken (kwaliteits- en personeelsmanagement, strategie).

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 90 000 EUR.

A4 03 01 02   Opleiding bij indiensttreding

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

1 127 000

1 264 000

1 358 158,43

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de opleiding van nieuwe ambtenaren en ander nieuw personeel op het gebied van de werkomstandigheden bij de instellingen.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 38 000 EUR.

A4 03 01 03   Opleiding voor het behalen van een certificaat

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

1 050 000

1 206 000

1 210 798,89

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven in verband met de opleiding van ambtenaren om hen voor te bereiden op het behalen van een certificaat op grond waarvan hun bekwaamheid blijkt voor het vervullen van de functie van administrateur, met het oog op een eventuele overgang naar de hogere functiegroep.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 29 000 EUR.

HOOFDSTUK A4 10 — RESERVES

A4 10 01     Voorzieningen

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

1 500 000

p.m.

0,—

Toelichting

De kredieten van dit artikel hebben uitsluitend het karakter van een voorziening en mogen slechts na overschrijving naar andere hoofdstukken worden gebruikt, overeenkomstig de daartoe in het Financieel Reglement voorgeschreven procedure.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

A4 10 02     Reserves voor onvoorziene omstandigheden

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

0,—

BUREAU VOOR HET BEHEER EN DE AFWIKKELING VAN DE INDIVIDUELE RECHTEN

ONTVANGSTEN

TITEL 4

DIVERSE BELASTINGEN, HEFFINGEN EN BIJDRAGEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

1 191 000

1 157 000

1 134 000,—

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

0,—

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

223 000

215 000

191 000,—

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 0

1 414 000

1 372 000

1 325 000,—

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

2 544 000

2 591 181

2 073 000,—

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 1

2 544 000

2 591 181

2 073 000,—

 

Totaal van titel 4

3 958 000

3 963 181

3 398 000,—

HOOFDSTUK 4 0 —

INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 — INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

4 0 0     Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

1 191 000

1 157 000

1 134 000,—

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit alle opbrengsten van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden, die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van het personeel van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Referentiebesluiten

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

4 0 3     Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit de opbrengst van de tijdelijke bijdrage die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

4 0 4     Opbrengst van de speciale heffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

223 000

215 000

191 000,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 4 1 — BIJDRAGEN AAN DE PENSOENREGELING

4 1 0     Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

2 544 000

2 591 181

2 073 000,—

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit het totaal van de bijdragen van het personeel van het Bureau in de financiering van de pensioenregeling, die overeenkomstig artikel 83, lid 2, van het Statuut maandelijks op de salarissen worden ingehouden.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

TITEL 6

BIJDRAGEN AAN UNIALE PROGRAMMA’S, VERGOEDING VAN UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

p.m.

p.m.

0,—

 

Totaal van artikel 6 6 0

p.m.

p.m.

0,—

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK 6 6

p.m.

p.m.

0,—

 

Totaal van titel 6

p.m.

p.m.

0,—

 

TOTAAL-GENERAAL

3 958 000

3 963 181

3 398 000,—

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

HOOFDSTUK 6 6 — OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0     Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0   Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Op deze post worden, overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement, de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien bij de andere onderdelen van titel 6 en die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2012 en 2011) en van de uitvoering (2010)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

A5

BUREAU VOOR BEHEER EN AFWIKKELING VAN DE INDIVIDUELE RECHTEN

A5 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

35 879 000

35 102 000

40 011 996,78

A5 10

RESERVES

p.m.

p.m.

0,—

 

Totaal van titel A5

35 879 000

35 102 000

40 011 996,78

 

TOTAAL-GENERAAL

35 879 000

35 102 000

40 011 996,78

TITEL A5

BUREAU VOOR BEHEER EN AFWIKKELING VAN DE INDIVIDUELE RECHTEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

HOOFDSTUK A5 01

A5 01 01

Uitgaven voor personeel in actieve dienst

     

Niet-gesplitste kredieten

16 678 000

16 800 000

16 217 746,27

A5 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven

A5 01 02 01

Extern personeel

     

Niet-gesplitste kredieten

9 592 000

8 478 000

13 287 443,28

A5 01 02 11

Overige beheersuitgaven

     

Niet-gesplitste kredieten

214 000

231 000

146 404,10

 

Totaal van artikel A5 01 02

9 806 000

8 709 000

13 433 847,38

A5 01 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

     

Niet-gesplitste kredieten

9 395 000

9 593 000

10 360 403,13

A5 01 50

Personeelsbeleid en -beheer

     

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

A5 01 51

Beleid en beheer van infrastructuur

     

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

A5 01 60

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

     

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK A5 01

35 879 000

35 102 000

40 011 996,78

HOOFDSTUK A5 10

A5 10 01

Voorzieningen

     

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

A5 10 02

Reserve voor onvoorziene omstandigheden

     

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK A5 10

p.m.

p.m.

0,—

 

Totaal van titel A5

35 879 000

35 102 000

40 011 996,78

 

TOTAAL-GENERAAL

35 879 000

35 102 000

40 011 996,78

HOOFDSTUK A5 01 —

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK A5 10 —

RESERVES

HOOFDSTUK A5 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

A5 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

16 678 000

16 800 000

16 217 746,27

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden op de lijst van het aantal ambten, van:

 

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

 

de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen en de door het Bureau te verrichten betalingen voor tijdelijke functionarissen met het oog op vorming of behoud van pensioenrechten in hun land van herkomst;

 

de overige toelagen en vergoedingen;

 

de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, alsmede de aanpassingscoëfficiënten op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van tewerkstelling wordt overgeboekt;

 

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling op een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

 

de kosten van verhuizing die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling op een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

 

de gevolgen van de eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

A5 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven

A5 01 02 01   Extern personeel

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

9 592 000

8 478 000

13 287 443,28

Toelichting

Deze post dient ter dekking van:

 

de bezoldiging van arbeidscontractanten (in de zin van titel IV van de Regeling van toepassing op de andere personeelsleden), het stelsel van sociale verzekering voor arbeidscontractanten van de instelling zoals beschreven in titel IV en de kosten voor aanpassingscoëfficiënten die op de bezoldiging van dergelijke personeelsleden van toepassing zijn;

 

de eventuele uitgaven (salarissen, verzekeringen enz.) in verband met het inhuren van extern personeel op contractbasis en van uitzendkrachten;

 

de uitgaven voor het personeel voor de aannemingscontracten voor toelevering van technische en administratieve diensten, tijdelijke bijstand en voor dienstverlening van intellectuele aard;

 

de uitgaven in verband met de detachering of tijdelijke aanstelling bij de diensten van het Bureau van ambtenaren van de lidstaten en andere deskundigen, alsmede de extra uitgaven die voortvloeien uit de terbeschikkingstelling van ambtenaren aan nationale overheidsdiensten of internationale organisaties;

 

de gevolgen van de eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 4 200 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

A5 01 02 11   Overige beheersuitgaven

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

214 000

231 000

146 404,10

Toelichting

Deze post dient ter dekking van:

 

de vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor het onder het statuut vallende personeel, alsmede voor de nationale of internationale gedetacheerde deskundigen of ambtenaren;

 

de kosten die in verband met representatieverplichtingen namens het Bureau, in het belang van de dienst, zijn gemaakt en die worden vergoed (niet bij representatieverplichtingen jegens ambtenaren of andere personeelsleden van de Commissie of van andere instellingen van de Unie);

 

de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van de deskundigen die in de studie- en werkgroepen samenkomen, alsmede de kosten welke vergaderingen met zich brengen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur in de zetel van de instellingen of in externe bureaus (de kosten van de deskundigen worden vergoed op basis van een besluit van de Commissie);

 

de kosten voor verfrissingen, en incidenteel voor lichte maaltijden, die tijdens interne vergaderingen worden verstrekt;

 

de diverse kosten van conferenties, congressen en vergaderingen waaraan het Bureau deelneemt of die het Bureau moet organiseren;

 

de uitgaven voor het verrichten van gespecialiseerde studies en het verstrekken van advies op contractbasis door deskundigen (natuurlijke of rechtspersonen) in gevallen waarin het Bureau niet over het nodige personeel beschikt om deze rechtstreeks uit te voeren, inclusief de verwerving van reeds bestaande studies;

 

de uitgaven voor opleiding met als doel de vaardigheden van het personeel en de prestaties en de efficiëntie van het Bureau te verbeteren:

 

het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften en voor het ontwerp, het opstellen, de realisatie, de evaluatie van en het toezicht op de opleiding;

 

het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer;

 

kosten voor deelneming aan externe opleiding en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

 

uitgaven in verband met de praktische organisatie van de cursussen en uitgaven voor de leslokalen, het vervoer, de maaltijden en het verblijf van deelnemers aan cursussen met verblijf;

 

de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende internetsites, aankoop van didactisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia;

 

de financiering van didactisch materiaal.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

A5 01 03     Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

9 395 000

9 593 000

10 360 403,13

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de gebouwen van het Bureau en van de uitgaven die daarmee verband houden, met name:

 

de kosten voor koop of huurkoop of bouw van gebouwen;

 

de huur en de erfpacht van gebouwen, diverse belastingen en de uitoefening van aankoopopties op in gebruik zijnde gebouwen of gedeelten van gebouwen, alsmede de huur van conferentieruimten, magazijnen, opslag- en archiefruimten, garages en parkeerplaatsen;

 

de verzekeringspremies voor door het Bureau gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

 

de uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming voor de gebouwen of gedeelten van gebouwen die door het Bureau worden gebruikt;

 

de uitgaven voor het onderhoud van de lokalen, de liften, het centraleverwarmingssysteem, de airconditioninginstallatie enz. Het betreft hier periodieke schoonmaakbeurten, de aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, stomen enz., alsmede verven en repareren van en benodigdheden voor de onderhoudswerkplaatsen;

 

de uitgaven voor selectieve verwerking, opslag en verwijdering van afval;

 

de uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in de gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz., alsmede van de kosten in verband met wijzigingen in het kabelnetwerk, alsmede de kosten van het materieel dat hierbij nodig is (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de uitgaven inzake de fysieke en materiële veiligheid van de personen en goederen, met name de contracten inzake het toezicht op de gebouwen, de onderhoudscontracten voor de beveiligingsinstallaties en de aankoop van klein materieel (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de uitgaven inzake de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die deel uitmaken van eerstehulpdiensten en de kosten van wettelijke controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de kosten voor juridische, technische en financiële expertises vóór de aankoop, de huur of de bouw van gebouwen;

 

de overige uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbare nutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst enz.);

 

de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden;

 

aankoop, huur of leasing en onderhoud, reparatie, installatie en vervanging van technische uitrusting en technisch materieel;

 

de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van meubilair;

 

de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van vervoermiddelen;

 

diverse verzekeringen (met name voor wettelijke aansprakelijkheid en tegen diefstal);

 

uitgaven voor werkuitrusting, met name:

 

de aankoop van werkkleding (hoofdzakelijk voor bodes, chauffeurs en personeel van restaurants en cafetaria’s);

 

de aankoop en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en personeel dat werk moet verrichten waarbij een bescherming tegen slecht weer en koude of ook tegen abnormale slijtage en vuil worden van eigen kleding noodzakelijk is;

 

de aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG;

 

de kosten van de verhuizing en hergroepering van diensten en de behandelingskosten (ontvangst, opslag, plaatsing) van kantooruitrusting, -meubilair en -benodigdheden;

 

de uitgaven in verband met de uitrusting van gebouwen op het gebied van telecommunicatie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van telefooncentrales en -lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercominstallaties en mobilofoons, alsmede de uitgaven voor de informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en de bijbehorende diensten (beheer, ondersteuning, documentatie, installatie en verhuizing);

 

aankoop, huur of leasing en onderhoud van computers, terminals, microcomputers, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, alsmede de voor hun werking benodigde programmatuur;

 

aankoop, huur of leasing en onderhoud van apparatuur voor de weergave van de informatie op papier, zoals printers, faxtoestellen, fotokopieerapparaten, scanners en microkopieerapparaten;

 

aankoop, huur of leasing van schrijfmachines, tekstverwerkers en alle in kantoren gebruikte elektronische apparatuur;

 

de installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur;

 

de kosten van de aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden en benodigdheden voor de reproductiewerkplaatsen, alsmede voor de uitbesteding van bepaald drukwerk;

 

de uitgaven voor de frankering van de correspondentie, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en van de interne post bij het Bureau;

 

de abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, televisie, teleconferentie, videoconferentie) alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica enz., en de aankoop van abonneelijsten;

 

de kosten voor telefoongesprekken en computerverbindingen tussen de verschillende gebouwen en voor de internationale telecommunicatie tussen de verschillende EU-vestigingen;

 

technische en logistieke ondersteuning, opleiding en andere activiteiten van algemeen belang in verband met computerapparatuur en -programmatuur, algemene informaticaopleidingen, abonnementen op technische documentatie (op papier of in elektronische vorm) enz., het externe bedieningspersoneel, servicebureaus, abonnementen bij internationale organisaties enz., veiligheidsonderzoeken en kwaliteitscontrole van computerapparatuur en -programmatuur, de kosten van gebruik, onderhoud en ontwikkeling van programmatuur en de uitvoering van informaticaprojecten;

 

de overige huishoudelijke uitgaven waarin hierboven niet specifiek is voorzien.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

A5 01 50     Personeelsbeleid en -beheer

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de deelneming van het Bureau in de exploitatiekosten van de personeelsfoyer en andere culturele en sportieve activiteiten of initiatieven ter bevordering van de sociale contacten tussen de personeelsleden van verschillende nationaliteiten;

 

de bijdrage van het Bureau in de kosten van de kinderopvangcentra en andere kinderbewaarplaatsen;

 

uitgaven in het kader van het gehandicaptenbeleid, voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

 

ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut.

Het betreft hier de dekking, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

A5 01 51     Beleid en beheer van infrastructuur

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor de werking en de aanpassing van de installaties en het materieel van de restaurants, kantines en cafetaria's;

 

de door het Bureau te betalen schadevergoedingen, alsmede uitgaven die het Bureau uit hoofde van zijn wettelijke aansprakelijkheid moet verrichten en de eventuele uitgaven voor bepaalde gevallen waarbij om redenen van billijkheid schadeloosstelling dient te worden betaald, zonder dat daaraan rechten kunnen worden ontleend.

A5 01 60     Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de realisatie en ontwikkeling van het intranet van de Commissie (IntraComm), abonnementen op diensten voor snelle informatie via beeldscherm, de kosten van het inbinden en andere kosten van instandhouding die noodzakelijk zijn voor het behoud van naslagwerken en periodieken, de kosten van abonnementen op kranten en gespecialiseerde tijdschriften, de aankoop van publicaties en technische werken die verband houden met de activiteiten van het Bureau.

HOOFDSTUK A5 10 — RESERVES

A5 10 01     Voorzieningen

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

De kredieten van dit artikel hebben uitsluitend het karakter van een voorziening en mogen slechts na overschrijving naar de andere hoofdstukken worden gebruikt, overeenkomstig de daartoe in het Financieel Reglement voorgeschreven procedure.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

A5 10 02     Reserve voor onvoorziene omstandigheden

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

0,—

BUREAU VOOR INFRASTRUCTUUR EN LOGISTIEK — BRUSSEL

ONTVANGSTEN

TITEL 4

DIVERSE BELASTINGEN, HEFFINGEN EN BIJDRAGEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

2 482 000

2 438 000

1 831 000,—

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

0,—

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

423 000

410 000

278 000,—

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 0

2 905 000

2 848 000

2 109 000,—

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

5 224 000

5 052 000

3 422 000,—

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 1

5 224 000

5 052 000

3 422 000,—

 

Totaal van titel 4

8 129 000

7 900 000

5 531 000,—

HOOFDSTUK 4 0 —

INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN TOT DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 — INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

4 0 0     Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

2 482 000

2 438 000

1 831 000,—

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit alle opbrengsten van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden, die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van het personeel van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Referentiebesluiten

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

4 0 3     Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit de opbrengst van de tijdelijke bijdrage die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

4 0 4     Opbrengst van de speciale heffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

423 000

410 000

278 000,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 4 1 — BIJDRAGEN TOT DE PENSIOENREGELING

4 1 0     Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

5 224 000

5 052 000

3 422 000,—

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit het totaal van de bijdragen van het personeel van het Bureau in de financiering van de pensioenregeling, die overeenkomstig het bepaalde in artikel 83, lid 2, van het Statuut maandelijks op de salarissen worden ingehouden.

Referentiebesluiten

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

TITEL 6

BIJDRAGEN AAN UNIALE PROGRAMMA’S, VERGOEDING VAN UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

p.m.

p.m.

0,—

 

Totaal van artikel 6 6 0

p.m.

p.m.

0,—

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK 6 6

p.m.

p.m.

0,—

 

Totaal van titel 6

p.m.

p.m.

0,—

 

TOTAAL-GENERAAL

8 129 000

7 900 000

5 531 000,—

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

HOOFDSTUK 6 6 — OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0     Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0   Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Op deze post worden, overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement, de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien bij de andere onderdelen van titel 6 en die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2012 en 2011) en van de uitvoering (2010)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

A6

BUREAU VOOR INFRASTRUCTUUR EN LOGISTIEK — BRUSSEL

A6 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

69 711 000

68 880 000

69 585 783,46

A6 10

RESERVES

p.m.

p.m.

0,—

 

Totaal van titel A6

69 711 000

68 880 000

69 585 783,46

 

TOTAAL-GENERAAL

69 711 000

68 880 000

69 585 783,46

TITEL A6

BUREAU VOOR INFRASTRUCTUUR EN LOGISTIEK — BRUSSEL

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

HOOFDSTUK A6 01

A6 01 01

Uitgaven voor personeel in actieve dienst

     

Niet-gesplitste kredieten

34 486 000

34 339 000

33 576 888,91

A6 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven

A6 01 02 01

Extern personeel

     

Niet-gesplitste kredieten

22 401 000

21 519 000

22 260 186,63

A6 01 02 11

Overige beheersuitgaven

     

Niet-gesplitste kredieten

431 000

466 000

459 026,—

 

Totaal van artikel A6 01 02

22 832 000

21 985 000

22 719 212,63

A6 01 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

     

Niet-gesplitste kredieten

12 393 000

12 556 000

13 289 681,92

A6 01 50

Personeelsbeleid en -beheer

     

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

A6 01 51

Beleid in verband met en beheer van infrastructuur

     

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

A6 01 60

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

     

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK A6 01

69 711 000

68 880 000

69 585 783,46

HOOFDSTUK A6 10

A6 10 01

Voorzieningen

     

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

A6 10 02

Reserve voor onvoorziene omstandigheden

     

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK A6 10

p.m.

p.m.

0,—

 

Totaal van titel A6

69 711 000

68 880 000

69 585 783,46

 

TOTAAL-GENERAAL

69 711 000

68 880 000

69 585 783,46

HOOFDSTUK A6 01 —

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK A6 10 —

RESERVES

HOOFDSTUK A6 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

A6 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

34 486 000

34 339 000

33 576 888,91

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden op de lijst van het aantal ambten, van:

 

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

 

de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen en de door het Bureau te verrichten betalingen voor tijdelijke functionarissen met het oog op vorming of behoud van pensioenrechten in hun land van herkomst;

 

de overige toelagen en vergoedingen;

 

de aanpassingscoëfficiënten die van toepassing zijn op de bezoldigingen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, alsmede de aanpassingscoëfficiënten op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van tewerkstelling wordt overgeboekt;

 

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

 

de inrichtings- en herinrichtingsvergoedingen die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling op een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

 

de kosten van verhuizing die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling op een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

 

de gevolgen van de eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 750 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

A6 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven

A6 01 02 01   Extern personeel

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

22 401 000

21 519 000

22 260 186,63

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de bezoldiging van arbeidscontractanten (in de zin van titel IV van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden), het stelsel van sociale verzekering voor arbeidscontractanten van de instelling zoals beschreven in titel IV en de kosten voor aanpassingscoëfficiënten die op de bezoldiging van dergelijke personeelsleden van toepassing zijn;

 

de eventuele uitgaven (salarissen, verzekeringen, enz.) in verband met het inhuren van extern personeel op contractbasis en van uitzendkrachten;

 

de uitgaven voor het personeel voor de aannemingscontracten voor toelevering van technische en administratieve diensten, tijdelijke bijstand en voor dienstverlening van intellectuele aard;

 

de uitgaven in verband met de detachering of tijdelijke aanstelling bij de diensten van het Bureau van ambtenaren van de lidstaten en andere deskundigen, alsmede de extra uitgaven die voortvloeien uit de terbeschikkingstelling van ambtenaren aan nationale overheidsdiensten of internationale organisaties;

 

de gevolgen van de eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 4 950 000 EUR.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

A6 01 02 11   Overige beheersuitgaven

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

431 000

466 000

459 026,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor het onder het statuut vallende personeel, alsmede voor de nationale of internationale gedetacheerde deskundigen of ambtenaren;

 

de kosten die in verband met representatieverplichtingen namens het Bureau in het belang van de dienst zijn gemaakt en die worden vergoed (niet de representatieverplichtingen jegens ambtenaren of andere personeelsleden van de Commissie of van andere instellingen van de Unie);

 

de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van de deskundigen die in de studie- en werkgroepen samenkomen, alsmede de kosten welke vergaderingen met zich brengen, voorzover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur in de zetel van de instellingen of in externe bureaus (de kosten van de deskundigen worden vergoed op basis van een besluit van de Commissie);

 

de kosten voor verfrissingen, en incidenteel voor lichte maaltijden, die tijdens interne vergaderingen worden verstrekt;

 

de diverse kosten van conferenties, congressen en vergaderingen waaraan het Bureau deelneemt;

 

de uitgaven voor het verrichten van gespecialiseerde studies en het verstrekken van advies onder contract door hooggekwalificeerde deskundigen (natuurlijke of rechtspersonen) in gevallen waarin het Bureau niet over het nodige personeel beschikt om deze rechtstreeks uit te voeren;

 

de uitgaven voor algemene opleiding met als doel de vaardigheden van het personeel en de prestaties en de efficiëntie van het Bureau te verbeteren:

 

het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften en voor het ontwerp, het opstellen, de realisatie, de evaluatie van en het toezicht op de opleiding;

 

het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer;

 

kosten voor deelneming aan externe opleiding en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

 

uitgaven in verband met de praktische organisatie van de cursussen en uitgaven voor de leslokalen, het vervoer, de maaltijden en het verblijf van deelnemers aan cursussen met verblijf;

 

de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende websites, aankoop van pedagogisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia;

 

de financiering van didactisch materiaal.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

A6 01 03     Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

12 393 000

12 556 000

13 289 681,92

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de gebouwen van het Bureau en van de uitgaven die daarmee verband houden, met name:

 

de kosten voor koop of huurkoop of bouw van gebouwen;

 

de huur en de erfpacht alsmede de huur van conferentieruimten, magazijnen, opslagruimten, garages en parkeerplaatsen;

 

de verzekeringspremies voor door het Bureau gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

 

de uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming voor de gebouwen of gedeelten van gebouwen die door het Bureau worden gebruikt;

 

de uitgaven voor het onderhoud van de lokalen, de liften, het centraleverwarmingssysteem, de airconditioninginstallatie enz. Het betreft hier periodieke schoonmaakbeurten, de aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, stomen enz., alsmede verven en repareren van en benodigdheden voor de onderhoudswerkplaatsen;

 

de uitgaven voor selectieve verwerking, opslag en verwijdering van afval;

 

de uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in de gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz., alsmede van de kosten in verband met wijzigingen in het kabelnetwerk en de kosten van het materieel dat hierbij nodig is (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de uitgaven inzake de fysieke en materiële veiligheid van de personen en goederen, met name de contracten inzake het toezicht op de gebouwen, de onderhoudscontracten voor de beveiligingsinstallaties en de aankoop van klein materieel (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de uitgaven inzake de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die deel uitmaken van eerstehulpdiensten en de kosten van wettelijke controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de kosten voor juridische, technische en financiële expertises vóór de aankoop, de huur of de bouw van gebouwen;

 

de overige uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbare nutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst, enz.);

 

de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden;

 

de aankoop, de huur of leasing, het onderhoud, de herstellingen, de installatie en de vervanging van uitrusting en technisch materieel;

 

de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van meubilair;

 

de aankoop, de huur, het onderhoud en de reparatie van vervoermiddelen;

 

diverse verzekeringen;

 

uitgaven voor werkuitrusting, met name:

 

de aankoop van werkkleding (hoofdzakelijk voor bodes, chauffeurs en personeel van restaurants en cafetaria’s);

 

de aankoop en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en personeel dat werk moet verrichten waarbij een bescherming tegen slecht weer en koude of ook tegen abnormale slijtage en vuil worden van eigen kleding noodzakelijk is;

 

de aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG;

 

verhuiskosten, kosten van hergroepering van diensten, alsmede van behandelingskosten (ontvangst, opslag en plaatsing) van materieel, meubilair en kantoorbenodigdheden;

 

de uitgaven in verband met de uitrusting van gebouwen op het gebied van telecommunicatie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van telefooncentrales en -lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercominstallaties en mobilofoons, alsmede de uitgaven voor de informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en de bijbehorende diensten (beheer, ondersteuning, documentatie, installatie en verhuizing);

 

aankoop, huur of leasing en onderhoud van computers, terminals, microcomputers, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, alsmede de voor hun werking benodigde programmatuur;

 

aankoop, huur of leasing en onderhoud van apparatuur voor de weergave van de informatie op papier, zoals printers, faxtoestellen, fotokopieerapparaten, scanners en microkopieerapparaten;

 

aankoop, huur of leasing van schrijfmachines, tekstverwerkers en alle in kantoren gebruikte elektronische apparatuur;

 

de installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur;

 

de kosten van de aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden en benodigdheden voor de reproductiewerkplaatsen, alsmede voor de uitbesteding van bepaald drukwerk;

 

de frankering van de correspondentie, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en van de interne post bij het Bureau;

 

de abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, televisie, teleconferentie, videoconferentie) alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica, enz., en de aankoop van abonneelijsten;

 

de kosten voor telefoongesprekken en computerverbindingen tussen de verschillende gebouwen en voor de internationale telecommunicatie tussen de verschillende vestigingen;

 

technische en logistieke ondersteuning, opleiding en andere activiteiten van algemeen belang in verband met computerapparatuur en -programmatuur, algemene informaticaopleidingen, abonnementen op technische documentatie (op papier of in elektronische vorm), enz., het externe bedieningspersoneel, servicebureaus, abonnementen bij internationale organisaties, enz., veiligheidsonderzoeken en kwaliteitscontrole van computerapparatuur en -programmatuur, de kosten van gebruik, onderhoud en ontwikkeling van programmatuur en de uitvoering van informaticaprojecten;

 

andere administratieve kosten die hier niet uitdrukkelijk worden genoemd.

Het bedrag van de bestemmingsontvangsten bedoeld in artikel 18, lid 1, onder e) tot en met j), van het Financieel Reglement wordt geraamd op 290 000 EUR.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

A6 01 50     Personeelsbeleid en -beheer

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de deelneming van het Bureau in de exploitatiekosten van de personeelsfoyer en andere culturele en sportieve activiteiten of initiatieven ter bevordering van de sociale contacten tussen de personeelsleden van verschillende nationaliteiten;

 

de bijdrage van het Bureau in de kosten van de kinderopvangcentra en andere kinderbewaarplaatsen;

 

uitgaven in het kader van het gehandicaptenbeleid, voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

 

ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut.

Het betreft hier de dekking, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

A6 01 51     Beleid in verband met en beheer van infrastructuur

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor de werking en de aanpassing van de installaties en het materieel van de restaurants, kantines en cafetaria's;

 

de door het Bureau te betalen schadevergoedingen, alsmede uitgaven die het Bureau uit hoofde van zijn wettelijke aansprakelijkheid moet verrichten en de eventuele uitgaven voor bepaalde gevallen waarbij om redenen van billijkheid schadeloosstelling dient te worden betaald, zonder dat daaraan rechten kunnen worden ontleend.

A6 01 60     Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de uitgaven voor de realisatie en ontwikkeling van het intranet van de Commissie (Intracomm), de realisatie van het weekblad „Commission en Direct”, abonnementen op diensten voor snelle informatie via beeldscherm, de kosten van het inbinden en andere kosten van instandhouding die noodzakelijk zijn voor het behoud van naslagwerken en periodieken, de kosten van abonnementen op dagbladen, gespecialiseerde tijdschriften, staatsbladen, parlementaire stukken, statistieken van de buitenlandse handel, verschillende bulletins en andere gespecialiseerde publicaties, de aankoop van publicaties en technische werken die verband houden met de activiteiten van het Bureau.

HOOFDSTUK A6 10 — RESERVES

A6 10 01     Voorzieningen

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

De kredieten van dit artikel hebben uitsluitend het karakter van een voorziening en mogen slechts na overschrijving naar de andere begrotingsonderdelen, overeenkomstig het Financieel Reglement worden gebruikt.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

A6 10 02     Reserve voor onvoorziene omstandigheden

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

0,—

BUREAU VOOR INFRASTRUCTUUR EN LOGISTIEK — LUXEMBURG

ONTVANGSTEN

TITEL 4

DIVERSE BELASTINGEN, HEFFINGEN EN BIJDRAGEN VAN DE UNIE

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

HOOFDSTUK 4 0

4 0 0

Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

887 000

859 000

819 000,—

4 0 3

Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

p.m.

p.m.

0,—

4 0 4

Opbrengst van de speciale heffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

145 000

139 000

120 000,—

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 0

1 032 000

998 000

939 000,—

HOOFDSTUK 4 1

4 1 0

Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

1 587 000

1 516 000

1 392 000,—

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK 4 1

1 587 000

1 516 000

1 392 000,—

 

Totaal van titel 4

2 619 000

2 514 000

2 331 000,—

HOOFDSTUK 4 0 —

INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

 

HOOFDSTUK 4 1 —

BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

HOOFDSTUK 4 0 — INHOUDINGEN OP DE BEZOLDIGINGEN

4 0 0     Opbrengst van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

887 000

859 000

819 000,—

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit alle opbrengsten van de belasting op de bezoldigingen, lonen en vergoedingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden, die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van het personeel van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 van de Raad van 29 februari 1968 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van heffing van de belasting ten bate van de Europese Gemeenschappen (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8).

Referentiebesluiten

Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, met name artikel 12.

4 0 3     Opbrengst van de tijdelijke bijdrage die van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit de opbrengst van de tijdelijke bijdrage die maandelijks wordt ingehouden op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst van het Bureau.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, met name artikel 66 bis in de versie die van kracht was tot 15 december 2003.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

4 0 4     Opbrengst van de speciale heffing die van toepassing is op de bezoldigingen van de ambtenaren en de andere personeelsleden in actieve dienst

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

145 000

139 000

120 000,—

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, met name artikel 66 bis.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

HOOFDSTUK 4 1 — BIJDRAGEN AAN DE PENSIOENREGELING

4 1 0     Bijdragen van het personeel aan de pensioenregeling

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

1 587 000

1 516 000

1 392 000,—

Toelichting

Deze ontvangsten bestaan uit het totaal van de bijdragen van het personeel van het Bureau in de financiering van de pensioenregeling, die overeenkomstig artikel 83, lid 2, van het Statuut maandelijks op de salarissen worden ingehouden.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

TITEL 6

BIJDRAGEN AAN UNIALE PROGRAMMA'S, VERGOEDING VAN UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

 

Artikel

Post

Omschrijving

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

HOOFDSTUK 6 6

6 6 0

Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0

Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

p.m.

p.m.

0,—

 

Totaal van artikel 6 6 0

p.m.

p.m.

0,—

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK 6 6

p.m.

p.m.

0,—

 

Totaal van titel 6

p.m.

p.m.

0,—

 

TOTAAL-GENERAAL

2 619 000

2 514 000

2 331 000,—

HOOFDSTUK 6 6 —

OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

HOOFDSTUK 6 6 — OVERIGE BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN

6 6 0     Overige bijdragen en terugbetalingen

6 6 0 0   Overige bestemmingsbijdragen en -terugbetalingen

 

Begrotingsjaar 2012

Begrotingsjaar 2011

Begrotingsjaar 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Op deze post worden, overeenkomstig artikel 18 van het Financieel Reglement, de eventuele ontvangsten geboekt die niet zijn voorzien bij de andere onderdelen van titel 6 en die aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten ter financiering van de uitgaven waarvoor deze ontvangsten zijn bestemd.

UITGAVEN

Algemene samenvatting van de kredieten (2012 en 2011) en van de uitvoering (2010)

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

A7

BUREAU VOOR INFRASTRUCTUUR EN LOGISTIEK — LUXEMBURG

A7 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

25 266 000

25 072 000

24 058 541,79

A7 10

RESERVES

p.m.

p.m.

0,—

 

Totaal van titel A7

25 266 000

25 072 000

24 058 541,79

 

TOTAAL-GENERAAL

25 266 000

25 072 000

24 058 541,79

TITEL A7

BUREAU VOOR INFRASTRUCTUUR EN LOGISTIEK — LUXEMBURG

 

Artikel

Post

Omschrijving

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

HOOFDSTUK A7 01

A7 01 01

Uitgaven voor personeel in actieve dienst

     

Niet-gesplitste kredieten

12 618 000

12 779 000

11 989 041,03

A7 01 02

Extern personeel en overige beheersuitgaven

A7 01 02 01

Extern personeel

     

Niet-gesplitste kredieten

6 629 000

6 099 000

5 743 989,71

A7 01 02 11

Overige beheersuitgaven

     

Niet-gesplitste kredieten

385 000

445 000

427 891,50

 

Totaal van artikel A7 01 02

7 014 000

6 544 000

6 171 881,21

A7 01 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

     

Niet-gesplitste kredieten

5 634 000

5 749 000

5 897 619,55

A7 01 50

Personeelsbeleid en -beheer

     

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

A7 01 51

Beleid in verband met en beheer van infrastructuur

     

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

A7 01 60

Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

     

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK A7 01

25 266 000

25 072 000

24 058 541,79

HOOFDSTUK A7 10

A7 10 01

Voorzieningen

     

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

A7 10 02

Reserve voor onvoorziene omstandigheden

     

Niet-gesplitste kredieten

p.m.

p.m.

0,—

 

TOTAAL VAN HOOFDSTUK A7 10

p.m.

p.m.

0,—

 

Totaal van titel A7

25 266 000

25 072 000

24 058 541,79

 

TOTAAL-GENERAAL

25 266 000

25 072 000

24 058 541,79

HOOFDSTUK A7 01 —

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

 

HOOFDSTUK A7 10 —

RESERVES

HOOFDSTUK A7 01 — ADMINISTRATIEVE UITGAVEN

A7 01 01     Uitgaven voor personeel in actieve dienst

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

12 618 000

12 779 000

11 989 041,03

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking, voor de ambtenaren en tijdelijke functionarissen die een ambt bekleden op de lijst van het aantal ambten, van:

 

de salarissen, vergoedingen en aan de salarissen gekoppelde toelagen;

 

de ongevallen- en ziektekostenverzekering en andere sociale lasten;

 

de werkloosheidsverzekering voor tijdelijke functionarissen en de door de instelling te verrichten betalingen voor tijdelijke functionarissen met het oog op vorming of behoud van pensioenrechten in hun land van herkomst;

 

de overige toelagen en vergoedingen;

 

de gevolgen van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënten op de bezoldigingen van de ambtenaren en tijdelijke functionarissen, alsmede de aanpassingscoëfficiënten op het gedeelte van de emolumenten dat naar een ander land dan dat van tewerkstelling wordt overgeboekt;

 

de reiskosten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen (inclusief gezinsleden) bij indiensttreding, beëindiging van de dienst of overplaatsing met verandering van standplaats;

 

inrichtingsvergoedingen van ambtenaren en tijdelijke functionarissen die bij indiensttreding, verandering van standplaats of beëindiging van de dienst van woonplaats (moeten) veranderen;

 

de kosten van verhuizing die verschuldigd zijn aan ambtenaren en tijdelijke functionarissen die, na hun indiensttreding of ingevolge hun aanstelling naar een andere plaats van tewerkstelling, moeten verhuizen, alsmede bij de definitieve stopzetting van hun beroepsbezigheden gevolgd door een herinrichting op een andere plaats;

 

de gevolgen van de eventuele aanpassingen van de bezoldigingen en vergoedingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

A7 01 02     Extern personeel en overige beheersuitgaven

A7 01 02 01   Extern personeel

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

6 629 000

6 099 000

5 743 989,71

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de bezoldiging van arbeidscontractanten (in de zin van titel IV van de Regeling van toepassing op de andere personeelsleden), het stelsel van sociale verzekering voor arbeidscontractanten van de instelling zoals beschreven in titel IV en de kosten voor aanpassingscoëfficiënten die op de bezoldiging van dergelijke personeelsleden van toepassing zijn;

 

de uitgaven (bezoldigingen, verzekeringen, enz.) die voortvloeien uit privaatrechtelijke contracten van externe personeelsleden en het gebruikmaken van uitzendkrachten;

 

de uitgaven voor het personeel voor de aannemingscontracten voor toelevering van technische en administratieve diensten, aanvullende diensten en voor dienstverlening van intellectuele aard;

 

de uitgaven in verband met de detachering of tijdelijke aanstelling bij de diensten van het Bureau van ambtenaren van de lidstaten en andere deskundigen, alsmede de extra uitgaven die voortvloeien uit de terbeschikkingstelling van ambtenaren aan nationale overheidsdiensten of internationale organisaties;

 

de gevolgen van de eventuele aanpassingen van de bezoldigingen waartoe de Raad in de loop van het begrotingsjaar besluit.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

A7 01 02 11   Overige beheersuitgaven

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

385 000

445 000

427 891,50

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de vervoerskosten, dagvergoedingen en bijkomende of bijzondere kosten bij dienstreizen voor het onder het statuut vallende personeel, alsmede voor de nationale of internationale gedetacheerde deskundigen of ambtenaren;

 

de kosten die in verband met representatieverplichtingen namens het Bureau in het belang van de dienst zijn gemaakt en die worden vergoed (niet de representatieverplichtingen jegens ambtenaren of andere personeelsleden van de Commissie of van andere instellingen van de Unie);

 

de reis- en verblijfkosten en bijkomende kosten van de deskundigen die in de studie- en werkgroepen samenkomen, alsmede de kosten welke vergaderingen met zich brengen, voor zover deze niet worden gedekt door de bestaande infrastructuur in de zetel van de instellingen of in externe bureaus (de kosten van de deskundigen worden vergoed op basis van een besluit van de Commissie);

 

de kosten voor verfrissingen, en incidenteel voor lichte maaltijden, die tijdens interne vergaderingen worden verstrekt;

 

de diverse kosten van conferenties, congressen en vergaderingen waaraan het Bureau deelneemt;

 

de uitgaven voor studies en gespecialiseerde raadplegingen, die bij contracten zijn toegewezen aan hoog gekwalificeerde deskundigen (natuurlijke of rechtspersonen) voor zover het personeel waarover het Bureau beschikt deze niet zelf kan uitvoeren, met inbegrip van de aankoop van bestaande studies;

 

de uitgaven voor algemene opleiding met als doel de vaardigheden van het personeel en de prestaties en de efficiëntie van het Bureau te verbeteren:

 

het inschakelen van deskundigen voor de identificatie van de behoeften en voor het ontwerp, het opstellen, de realisatie, de evaluatie en de follow-up van opleidingen;

 

het inschakelen van consultants op verschillende terreinen, met name inzake organisatiemethodiek, management, strategie, kwaliteit en personeelsbeheer;

 

kosten voor deelneming aan externe opleiding en voor lidmaatschap van relevante beroepsorganisaties;

 

uitgaven in verband met de praktische organisatie van de cursussen en uitgaven voor de leslokalen, het vervoer, de maaltijden en het verblijf van deelnemers aan cursussen met verblijf;

 

de opleidingsuitgaven met betrekking tot publicaties, informatie, desbetreffende websites, aankoop van pedagogisch materiaal, abonnementen en licenties voor afstandsonderwijs, boeken, perspublicaties en multimedia;

 

de financiering van didactisch materiaal.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

Modaliteiten in verband met de aanstelling en de bezoldiging en andere financiële voorwaarden vastgesteld door de Commissie.

A7 01 03     Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

5 634 000

5 749 000

5 897 619,55

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de gebouwen van het Bureau en van de uitgaven die daarmee verband houden, met name:

 

de uitgaven voor de aankoop, de huurkoop of de bouw van gebouwen;

 

de huur en de erfpacht, de diverse belastingen en heffingen op koopopties met betrekking tot gebouwen of gedeelten van gebouwen, alsmede de huur van conferentieruimten, magazijnen, opslagplaatsen, garages en parkeerplaatsen;

 

de verzekeringspremies voor door het Bureau gebruikte gebouwen of gedeelten van gebouwen;

 

de uitgaven voor water, gas, elektriciteit en verwarming voor de gebouwen of gedeelten van gebouwen die door het Bureau worden gebruikt;

 

de kosten voor onderhoud van de lokalen, de liften, de centrale verwarming, de installaties voor airconditioning enz.; de kosten vloeien voort uit bepaalde periodieke schoonmaakbeurten, de aankoop van onderhoudsproducten, wassen, bleken, stomen enz., evenals schilderwerk, reparaties en noodzakelijke leveringen voor de onderhoudsploegen;

 

de uitgaven voor selectieve verwerking, opslag en verwijdering van afval;

 

de uitgaven voor inrichtingswerkzaamheden zoals het verplaatsen van tussenschotten in de gebouwen, het aanbrengen van veranderingen aan technische installaties en andere gespecialiseerde verrichtingen met betrekking tot sloten, elektriciteit, sanitair, schilderwerk, vloerbedekking enz., alsmede van de kosten in verband met wijzigingen in het kabelnetwerk en de kosten van het materieel dat hierbij nodig is (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de uitgaven inzake de fysieke en materiële veiligheid van de personen en goederen, met name de contracten inzake het toezicht op de gebouwen, de onderhoudscontracten voor de beveiligingsinstallaties, opleidingen en de aankoop van klein materieel (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de uitgaven inzake de hygiëne en de bescherming van personen op de werkplek, met name de aankoop, de huur en het onderhoud van brandbestrijdingsmaterieel, de vervanging van de uitrusting van de ambtenaren die deel uitmaken van eerstehulpdiensten, opleidingen en de kosten van wettelijke controles (alvorens contracten ten belope van meer dan 300 000 EUR te verlengen of te sluiten, informeert het Bureau, met het oog op een rationalisering van de uitgaven, bij de andere instellingen naar de door elk van hen voor gelijksoortige opdrachten verkregen voorwaarden (prijs, gekozen valuta, indexering, looptijd, andere clausules));

 

de kosten voor juridische, technische en financiële expertises vóór de aankoop, de huur of de bouw van gebouwen;

 

de overige uitgaven in verband met gebouwen, met name de kosten voor het beheren van de gebouwen met meerdere huurders, de kosten in verband met het opmaken van de boedelbeschrijving, de belastingen ter vergoeding van de openbare nutsvoorzieningen (straatbelasting, vuilnisophaaldienst, enz.);

 

de uitgaven voor technische bijstand in verband met belangrijke inrichtingswerkzaamheden;

 

de aankoop, de huur of leasing, het onderhoud, de reparatie, de installatie en de vervanging van uitrusting en technisch materieel;

 

de aankoop, de huur of leasing, het onderhoud en de reparatie van meubilair;

 

de aankoop, de huur of leasing, het onderhoud en de reparatie van vervoermiddelen;

 

diverse verzekeringen (met name wettelijke aansprakelijkheid en diefstalverzekering);

 

de kosten voor werkuitrusting, en met name:

 

de aankoop van werkkleding (met name voor portiers, chauffeurs en restaurantmedewerkers);

 

de aankoop en reiniging van werkkleding voor het personeel van de werkplaatsen en personeel dat werk moet verrichten waarbij een bescherming tegen slecht weer en koude of ook tegen abnormale slijtage en vuil worden van eigen kleding noodzakelijk is;

 

de aankoop of vergoeding van al het materieel dat nodig is in het kader van de toepassing van de Richtlijnen 89/391/EEG en 90/270/EEG;

 

de kosten van de verhuizing en hergroepering van diensten en de behandelingskosten (ontvangst, opslag, plaatsing) van kantooruitrusting, -meubilair en -benodigdheden;

 

de uitgaven in verband met de uitrusting van gebouwen op het gebied van telecommunicatie, met name de aankoop, de huur, de installatie en het onderhoud van telefooncentrales en -lijnen, de geluidssystemen en videoconferentie-installaties, intercominstallaties en mobilofoons, alsmede de uitgaven voor de informatienetwerken (uitrusting en onderhoud) en de bijbehorende diensten (beheer, ondersteuning, documentatie, installatie en verhuizing);

 

aankoop, huur of leasing en onderhoud van computers, terminals, microcomputers, randapparatuur, aansluitingsapparatuur, alsmede de voor hun werking benodigde programmatuur;

 

aankoop, huur of leasing van apparatuur voor de weergave van de informatie op papier, zoals printers, faxtoestellen, kopieerapparaten, scanners en microkopieerapparaten;

 

aankoop, huur of leasing van schrijfmachines, tekstverwerkers en alle in kantoren gebruikte elektronische apparatuur;

 

installatie, configuratie, onderhoud, studies, documentatie en benodigdheden in verband met deze apparatuur;

 

de kosten van de aankoop van papier, enveloppen, kantoorbenodigdheden en benodigdheden voor de reproductiewerkplaatsen, alsmede voor de uitbesteding van bepaald drukwerk;

 

de frankering van de correspondentie, de verzendkosten van postpakketten en andere colli per vliegtuig, per boot of per spoor en van de interne post bij het Bureau;

 

de abonnementskosten en de kosten van gesprekken via kabel of radiogolflengte (vaste en mobiele telefoon, televisie, teleconferentie, videoconferentie), alsmede de kosten in verband met de netwerken voor gegevenstransmissie, telematica, enz., en de aankoop van abonneelijsten;

 

de kosten voor telefoongesprekken en computerverbindingen tussen de verschillende gebouwen en voor de internationale telecommunicatie tussen de verschillende vestigingsplaatsen;

 

technische en logistieke ondersteuning, opleiding en andere activiteiten van algemeen belang in verband met computerapparatuur en -programmatuur, algemene informaticaopleidingen, abonnementen op technische documentatie (op papier of in elektronische vorm), enz., het externe bedieningspersoneel, servicebureaus, abonnementen bij internationale organisaties, enz., veiligheidsonderzoeken en kwaliteitscontrole van computerapparatuur en -programmatuur, de kosten van gebruik, onderhoud en ontwikkeling van programmatuur en de uitvoering van informaticaprojecten;

 

de overige huishoudelijke uitgaven waarin hierboven niet specifiek is voorzien.

Rechtsgronden

Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk (PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1).

Richtlijn 90/270/EEG van de Raad van 29 mei 1990 betreffende minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid met betrekking tot het werken met beeldschermapparatuur (vijfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 156 van 21.6.1990, blz. 14).

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

A7 01 50     Personeelsbeleid en -beheer

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

de uitgaven van het Bureau voor een gedeelte van de exploitatiekosten van de personeelsfoyer en andere culturele en sportieve activiteiten en initiatieven ter bevordering van sociale contacten tussen personeelsleden van verschillende nationaliteiten;

 

de bijdrage van het Bureau in de kosten van kinderdagverblijven;

 

uitgaven in het kader van het gehandicaptenbeleid, voor gehandicapten die behoren tot een van de volgende groepen:

 

ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

echtgenoten van ambtenaren en tijdelijke functionarissen in actieve dienst;

 

alle kinderen ten laste in de zin van het Statuut.

Het betreft hier de dekking, binnen de grenzen van de budgettaire mogelijkheden en na uitputting van de eventuele rechten die door het land van herkomst of woonplaats worden toegekend, van de als noodzakelijk erkende en naar behoren aangetoonde niet-medische kosten die op grond van de handicap zijn gemaakt.

Rechtsgronden

Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie.

Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

A7 01 51     Beleid in verband met en beheer van infrastructuur

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van:

 

uitgaven voor de werking en de aanpassing van de installaties en het materieel van de restaurants, kantines en cafetaria's;

 

de door het Bureau te betalen schadevergoedingen, alsmede uitgaven die het Bureau uit hoofde van zijn wettelijke aansprakelijkheid moet verrichten en de eventuele uitgaven voor bepaalde gevallen waarbij om redenen van billijkheid schadeloosstelling dient te worden betaald, zonder dat daaraan rechten kunnen worden ontleend.

A7 01 60     Uitgaven voor documentatie en bibliotheek

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de kosten van de realisatie en ontwikkeling van het intranet van de Commissie (Intracomm), abonnementen op diensten voor snelle informatie via beeldscherm, de kosten van het inbinden en andere kosten van instandhouding die noodzakelijk zijn voor het behoud van naslagwerken en periodieken, de kosten van abonnementen op kranten en gespecialiseerde tijdschriften, de aankoop van publicaties en technische werken die verband houden met de activiteiten van het Bureau.

HOOFDSTUK A7 10 — RESERVES

A7 10 01     Voorzieningen

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

0,—

Toelichting

De kredieten van dit artikel hebben uitsluitend het karakter van een voorziening en mogen slechts na overschrijving naar de andere begrotingsonderdelen overeenkomstig het Financieel Reglement worden gebruikt.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

A7 10 02     Reserve voor onvoorziene omstandigheden

 

Kredieten 2012

Kredieten 2011

Uitvoering 2010

p.m.

p.m.

0,—

PERSONEEL

Commissie

Administratie

 

Functiegroep en rang (14)  (15)

2012

2011

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

24

 

24

 

AD 15

190

22

190

22

AD 14

542

31

484

32

AD 13

1 844

 

1 452

 

AD 12

1 648

53

2 042

54

AD 11

442

62

456

62

AD 10

1 166

11

1 055

11

AD 9

514

 

624

 

AD 8

888

2

724

2

AD 7

1 025

 

913

 

AD 6

1 144

 

905

 

AD 5

1 575

 

1 886

 

Totaal AD

11 002

181

10 755

183

AST 11

181

 

156

 

AST 10

208

20

143

20

AST 9

612

 

570

 

AST 8

599

12

510

12

AST 7

1 018

28

1 129

28

AST 6

1 014

39

939

39

AST 5

1 228

42

1 198

42

AST 4

647

20

807

20

AST 3

1 121

9

950

9

AST 2

495

13

495

13

AST 1

801

 

1 238

 

Totaal AST

7 924

183

8 135

183

Algemeen totaal

18 926

364

18 890

366

Totaal personeelsformatie

19 290

19 256

Onderzoek en technologische ontwikkelingen — Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek

 

Functiegroep en rang

2012

2011

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16 (16)

2

 

2

 

AD 15

10

 

10

 

AD 14

45

 

38

 

AD 13

223

 

129

 

AD 12

222

 

306

 

AD 11

21

 

34

 

AD 10

54

 

54

 

AD 9

50

 

50

 

AD 8

86

 

86

 

AD 7

93

 

59

 

AD 6

53

 

91

 

AD 5

53

 

28

 

Totaal AD

912

 

887

 

AST 11

35

 

35

 

AST 10

66

 

48

 

AST 9

129

 

129

 

AST 8

117

 

117

 

AST 7

127

 

143

 

AST 6

94

 

119

 

AST 5

127

 

120

 

AST 4

91

 

79

 

AST 3

155

 

176

 

AST 2

45

 

35

 

AST 1

58

 

68

 

Totaal AST

1 044

 

1 069

 

Algemeen totaal

1 956

 

1 956

 

Totaal personeelsformatie

1 956

1 956

Onderzoek en technologische ontwikkelingen — Werkzaamheden onder contract

 

Functiegroep en rang

2012

2011

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

1

 

1

 

AD 15

19

 

19

 

AD 14

74

 

54

 

AD 13

250

 

131

 

AD 12

279

 

322

 

AD 11

45

 

202

 

AD 10

61

 

63

 

AD 9

41

 

51

 

AD 8

88

 

48

 

AD 7

54

 

38

 

AD 6

114

 

119

 

AD 5

79

 

41

 

Totaal AD

1 105

 

1 089

 

AST 11

12

 

6

 

AST 10

11

 

32

 

AST 9

42

 

27

 

AST 8

79

 

79

 

AST 7

83

 

98

 

AST 6

92

 

108

 

AST 5

105

 

90

 

AST 4

163

 

163

 

AST 3

115

 

115

 

AST 2

29

 

29

 

AST 1

35

 

35

 

Totaal AST

766

 

782

 

Algemeen totaal

1 871

 

1 871

 

Totaal personeelsformatie  (17)

1 871

1 871

Bureaus

Bureau voor publicaties (OP)

 

Functiegroep en rang

Bureau voor publicaties

2012

2011

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

1

 

1

 

AD 15

3

 

3

 

AD 14

8

 

8

 

AD 13

1

 

1

 

AD 12

16

 

14

 

AD 11

9

 

11

 

AD 10

8

 

8

 

AD 9

5

 

5

 

AD 8

19

 

19

 

AD 7

4

 

4

 

AD 6

7

 

3

 

AD 5

29

 

29

 

Totaal AD

110

 

106

 

AST 11

10

 

7

 

AST 10

37

 

40

 

AST 9

24

 

16

 

AST 8

44

 

47

 

AST 7

51

 

56

 

AST 6

79

 

83

 

AST 5

72

 

72

 

AST 4

120

 

83

 

AST 3

91

 

128

 

AST 2

32

 

32

 

AST 1

2

 

2

 

Totaal AST

562

 

566

 

Algemeen totaal

672

 

672

 

Totaal personeelsformatie

672

672

Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

 

Functiegroep en rang

Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)

2012

2011

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

1

 

1

 

AD 15

2

1

2

1

AD 14

5

 

5

 

AD 13

11

 

6

 

AD 12

20

18

22

20

AD 11

18

 

23

 

AD 10

29

1

35

1

AD 9

9

19

10

19

AD 8

17

3

14

1

AD 7

10

 

10

 

AD 6

14

 

11

 

AD 5

18

 

15

 

Totaal AD

154

42

154

42

AST 11

4

5

1

 

AST 10

5

11

8

16

AST 9

14

3

14

3

AST 8

16

14

18

14

AST 7

10

1

19

1

AST 6

14

4

14

4

AST 5

18

1

18

1

AST 4

19

 

22

 

AST 3

18

 

10

 

AST 2

23

 

17

 

AST 1

8

 

8

 

Totaal AST

149

39

149

39

Algemeen totaal

303

81

303

81

Totaal personeelsformatie

384

384

Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO)

 

Functiegroep en rang

Europees Bureau voor personeelsselectie

2012

2011

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

       

AD 15

 

1

 

1

AD 14

1

 

1

 

AD 13

3

1

   

AD 12

6

 

6

 

AD 11

2

 

7

 

AD 10

2

     

AD 9

4

 

2

 

AD 8

2

1

4

 

AD 7

1

 

1

 

AD 6

2

 

1

 

AD 5

1

 

4

 

Totaal AD

24

3

26

1

AST 11

1

 

1

 

AST 10

3

 

2

 

AST 9

8

 

5

 

AST 8

5

 

9

 

AST 7

10

 

7

 

AST 6

7

 

9

 

AST 5

19

 

17

 

AST 4

16

 

11

 

AST 3

7

 

19

 

AST 2

12

 

7

 

AST 1

10

 

13

 

Totaal AST

98

 

100

 

Algemeen totaal

122

3

126

1

Totaal personeelsformatie

125  (18)

127  (19)

Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten (PMO)

 

Functiegroep en rang

Bureau voor het beheer en de afwikkeling van de individuele rechten

2012

2011

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

       

AD 15

1

 

1

 

AD 14

4

 

4

 

AD 13

1

 

1

 

AD 12

11

 

8

 

AD 11

4

 

4

 

AD 10

3

 

3

 

AD 9

2

 

2

 

AD 8

1

 

1

 

AD 7

2

 

2

 

AD 6

2

 

2

 

AD 5

1

 

4

 

Totaal AD

32

 

32

 

AST 11

3

 

3

 

AST 10

18

 

18

 

AST 9

3

 

3

 

AST 8

22

 

22

 

AST 7

15

 

15

 

AST 6

46

 

51

 

AST 5

30

 

31

 

AST 4

7

 

8

 

AST 3

9

 

5

 

AST 2

3

 

3

 

AST 1

       

Totaal AST

156

 

159

 

Algemeen totaal

188

 

191

 

Totaal personeelsformatie

188

191

Bureau voor infrastructuur en logistiek in Brussel (OIB)

 

Functiegroep en rang

Bureau voor infrastructuur en logistiek in Brussel

2012

2011

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

       

AD 15

1

 

1

 

AD 14

8

 

8

 

AD 13

2

 

1

 

AD 12

12

 

12

 

AD 11

11

 

12

 

AD 10

4

 

2

 

AD 9

7

 

9

 

AD 8

5

 

3

 

AD 7

3

 

5

 

AD 6

3

 

2

 

AD 5

15

 

10

 

Totaal AD

71

 

65

 

AST 11

4

 

2

 

AST 10

13

 

16

 

AST 9

9

 

7

 

AST 8

7

 

14

 

AST 7

30

 

22

 

AST 6

53

 

57

 

AST 5

76

 

75

 

AST 4

123

 

134

 

AST 3

39

 

49

 

AST 2

1

 

1

 

AST 1

       

Totaal AST

355

 

377

 

Algemeen totaal

426

 

442

 

Totaal personeelsformatie

426

442

Bureau voor infrastructuur en logistiek in Luxemburg (OIL)

 

Functiegroep en rang

Bureau voor infrastructuur en logistiek in Brussel

2012

2011

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

Vaste ambten

Tijdelijke ambten

AD 16

       

AD 15

1

 

1

 

AD 14

3

 

3

 

AD 13

4

 

2

 

AD 12

5

 

5

 

AD 11

4

 

4

 

AD 10

4

 

4

 

AD 9

       

AD 8

       

AD 7

1

 

1

 

AD 6

3

 

3

 

AD 5

4

 

4

 

Totaal AD

29

 

27

 

AST 11

2

 

2

 

AST 10

6

 

6

 

AST 9

       

AST 8

7

 

7

 

AST 7

4

 

4

 

AST 6

14

 

17

 

AST 5

30

 

32

 

AST 4

38

 

43

 

AST 3

22

 

23

 

AST 2

1

 

1

 

AST 1

       

Totaal AST

124

 

135

 

Algemeen totaal

153

 

162

 

Totaal personeelsformatie

153

162

Door de Europese Unie opgerichte organen met rechtspersoonlijkheid

Gedecentraliseerde agentschappen

Gedecentraliseerde agentschappen — Ondernemingen

Europees Chemicaliënagentschap

 

Functiegroep en rang

Ambten

2012

2011

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk bezet op 31 december 2010

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

 

1

 

1

 

1

AD 14

 

1

 

1

 

1

AD 13

 

9

 

6

 

9

AD 12

 

22

 

14

 

21

AD 11

 

26

 

19

 

26

AD 10

 

28

 

21

 

28

AD 9

 

36

 

31

 

36

AD 8

 

47

 

30

 

36

AD 7

 

51

 

42

 

51

AD 6

 

50

 

39

 

50

AD 5

 

52

 

56

 

52

Totaal AD

 

323

 

260

 

311

AST 11

           

AST 10

 

1

     

1

AST 9

 

5

 

1

 

4

AST 8

 

7

 

7

 

7

AST 7

 

12

 

10

 

12

AST 6

 

19

 

15

 

19

AST 5

 

22

 

17

 

22

AST 4

 

29

 

26

 

28

AST 3

 

25

 

23

 

25

AST 2

 

15

 

13

 

15

AST 1

 

12

 

11

 

12

Totaal AST

 

147

 

123

 

145

Algemeen totaal

 

470

 

383

 

456

Totaal personeelsformatie

470

383

456

Europees GNSS-Agentschap

 

Functiegroep en rang

Ambten

2012

2011

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk bezet op 31 december 2010

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

           

AD 14

 

1

 

1

 

1

AD 13

           

AD 12

           

AD 11

 

3

 

2

 

2

AD 10

 

3

 

1

 

3

AD 9

 

4

 

1

 

3

AD 8

 

6

 

4

 

6

AD 7

 

17

 

9

 

7

AD 6

 

4

 

3

 

2

AD 5

 

1

 

1

   

Totaal AD

 

39

 

22

 

24

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

           

AST 8

           

AST 7

           

AST 6

           

AST 5

 

2

 

1

 

2

AST 4

 

1

 

1

 

1

AST 3

 

2

     

2

AST 2

     

2

   

AST 1

           

Totaal AST

 

5

 

4

 

5

Algemeen totaal

 

44

 

26

 

29

Totaal personeelsformatie

44

26

29

Gedecentraliseerde agentschappen — Werkgelegenheid en sociale zaken

Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden

 

Functiegroep en rang

Ambten

2012

2011

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk bezet op 31 december 2010

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

         

1

AD 14

 

2

 

1

 

1

AD 13

 

2

 

3

 

2

AD 12

1

5

 

3

1

5

AD 11

1

5

1

6

1

5

AD 10

2

4

2

3

2

4

AD 9

 

3

1

1

 

3

AD 8

1

5

 

1

1

5

AD 7

2

7

1

7

2

7

AD 6

1

4

 

2

 

3

AD 5

 

5

 

10

1

6

Totaal AD

8

42

5

37

8

42

AST 11

           

AST 10

 

2

     

2

AST 9

 

4

 

4

 

3

AST 8

 

4

 

2

 

4

AST 7

 

7

 

5

 

5

AST 6

1

8

 

11

1

9

AST 5

2

4

2

4

2

5

AST 4

4

6

3

5

2

7

AST 3

2

4

3

6

4

3

AST 2

 

1

1

   

2

AST 1

2

   

3

2

 

Totaal AST

11

40

9

40

11

40

Algemeen totaal

19

82

14

77

19

82

Totaal personeelsformatie

101

91

101

Europees Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk

 

Functiegroep en rang

Ambten

2012

2011

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk bezet op 31 december 2010

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

           

AD 14

 

1

 

1

 

1

AD 13

 

1

     

1

AD 12

 

1

 

2

 

2

AD 11

 

1

 

1

 

1

AD 10

 

3

 

2

 

3

AD 9

 

1

 

2

   

AD 8

 

3

 

1

 

5

AD 7

 

6

 

6

 

10

AD 6

 

7

 

6

 

1

AD 5

           

Totaal AD

 

24

 

21

 

24

AST 11

           

AST 10

         

1

AST 9

 

1

 

1

   

AST 8

           

AST 7

 

1

 

1

 

2

AST 6

 

1

     

1

AST 5

 

1

 

2

 

3

AST 4

 

5

 

2

 

8

AST 3

 

7

 

10

 

5

AST 2

 

2

 

1

   

AST 1

 

2

 

3

   

Totaal AST

 

20

 

20

 

20

Algemeen totaal

 

44

 

41

 

44

Totaal personeelsformatie

44

41

44

Gedecentraliseerde agentschappen — Vervoer

Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart

 

Functiegroep en rang

Ambten

2012

2011

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk bezet op 31 december 2010

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

 

1

     

1

AD 15

 

1

 

2

 

1

AD 14

 

11

 

3

 

8

AD 13

 

19

 

3

 

14

AD 12

 

35

 

27

 

30

AD 11

 

53

 

15

 

51

AD 10

 

72

 

28

 

64

AD 9

 

102

 

93

 

84

AD 8

 

91

 

71

 

94

AD 7

 

65

 

75

 

58

AD 6

 

45

 

68

 

38

AD 5

 

4

 

19

 

5

Totaal AD

 

499

 

404

 

448

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

           

AST 8

 

1

       

AST 7

 

6

     

5

AST 6

 

15

     

11

AST 5

 

31

 

8

 

27

AST 4

 

32

 

16

 

31

AST 3

 

27

 

45

 

28

AST 2

 

18

 

33

 

17

AST 1

 

5

 

17

 

7

Totaal AST

 

135

 

119

 

126

Algemeen totaal

 

634

 

523

 

574

Totaal personeelsformatie

634  (20)

523

574

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid

 

Functiegroep en rang

Ambten

2012

2011

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk bezet op 31 december 2010

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

 

1

 

1

 

1

AD 14

 

1

     

1

AD 13

1

3

 

3

1

3

AD 12

1

9

 

5

1

9

AD 11

 

11

2

3

 

11

AD 10

1

17

 

9

1

17

AD 9

 

25

1

15

 

22

AD 8

1

23

 

26

 

22

AD 7

 

24

 

25

 

22

AD 6

 

19

 

21

 

19

AD 5

 

9

 

21

 

10

Totaal AD

4

142

3

129

3

137

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

 

1

 

1

 

1

AST 8

 

1

   

1

1

AST 7

 

1

     

1

AST 6

 

3

 

1

 

3

AST 5

 

11

1

3

 

9

AST 4

 

20

 

17

 

17

AST 3

 

19

 

23

 

20

AST 2

 

9

 

12

 

11

AST 1

 

2

 

6

 

4

Totaal AST

 

67

1

63

1

67

Algemeen totaal

4

209

4

192

4

204

Totaal personeelsformatie

213

196

208

Europees Spoorwegbureau

 

Functiegroep en rang

Ambten

2012

2011

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk bezet op 31 december 2010

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

 

1

     

1

AD 14

     

1

   

AD 13

           

AD 12

           

AD 11

 

4

     

2

AD 10

 

12

 

6

 

14

AD 9

 

28

 

28

 

25

AD 8

 

16

 

23

 

19

AD 7

 

11

     

9

AD 6

 

27

 

29

 

27

AD 5

 

2

 

5

 

4

Totaal AD

 

101

 

92

 

101

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

 

1

       

AST 8

 

2

 

2

 

2

AST 7

 

2

 

1

 

2

AST 6

 

2

 

1

 

1

AST 5

 

5

 

4

 

7

AST 4

 

6

 

5

 

6

AST 3

 

8

 

7

 

6

AST 2

 

10

 

10

 

10

AST 1

 

7

 

11

 

9

Totaal AST

 

43

 

41

 

43

Algemeen totaal

 

144

 

133

 

144

Totaal personeelsformatie

144

133

144

Gedecentraliseerde agentschappen — Milieu

Europees Milieuagentschap

 

Functiegroep en rang

Ambten

2012

2011

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk bezet op 31 december 2010

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

 

1

     

1

AD 14

 

2

     

2

AD 13

 

2

     

2

AD 12

1

9

   

1

9

AD 11

 

11

     

11

AD 10

 

9

     

9

AD 9

 

8

     

8

AD 8

 

8

     

7

AD 7

 

8

     

6

AD 6

 

6

     

7

AD 5

           

Totaal AD

1

64

   

1

62

AST 11

 

1

   

1

1

AST 10

1

3

     

3

AST 9

1

2

   

1

2

AST 8

1

8

   

1

8

AST 7

 

6

     

6

AST 6

 

10

     

8

AST 5

 

10

     

4

AST 4

 

10

     

14

AST 3

 

9

     

13

AST 2

 

4

     

4

AST 1

 

5

     

5

Totaal AST

3

68

   

3

68

Algemeen totaal

4

132

   

4

130

Totaal personeelsformatie

136

 

134

Europees Chemicaliënagentschap — Activiteiten op het gebied van de biocidewetgeving

Europees Chemicaliënagentschap — Activiteiten op het gebied van de wetgeving betreffende de in- en uitvoer van gevaarlijke chemische stoffen

Gedecentraliseerde agentschappen — Informatiemaatschappij en media

Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging

 

Functiegroep en rang

Ambten

2012

2011

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk bezet op 31 december 2010

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

 

1

     

1

AD 14

     

1

   

AD 13

           

AD 12

 

3

     

3

AD 11

     

2

   

AD 10

 

5

 

1

 

4

AD 9

 

8

 

4

 

7

AD 8

 

5

 

4

 

5

AD 7

 

9

 

6

 

9

AD 6

     

6

   

AD 5

     

1

   

Totaal AD

 

31

 

25

 

29

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

           

AST 8

           

AST 7

           

AST 6

 

2

       

AST 5

 

6

 

1

 

7

AST 4

 

1

 

4

 

1

AST 3

 

2

 

5

 

2

AST 2

 

5

 

2

 

3

AST 1

     

3

 

2

Totaal AST

 

16

 

15

 

15

Algemeen totaal

 

47

 

40

 

44

Totaal personeelsformatie

47

40

44

Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie (BEREC) — Bureau

 

Functiegroep en rang

Ambten

2012

2011

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk bezet op 31 december 2010

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

           

AD 14

 

1

 

1

 

1

AD 13

           

AD 12

           

AD 11

           

AD 10

           

AD 9

 

2

     

2

AD 8

           

AD 7

 

3

     

2

AD 6

           

AD 5

 

5

     

4

Totaal AD

 

11

 

1

 

9

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

           

AST 8

           

AST 7

           

AST 6

           

AST 5

           

AST 4

           

AST 3

 

4

     

2

AST 2

           

AST 1

 

1

     

1

Totaal AST

 

5

     

3

Algemeen totaal

 

16

 

1

 

12

Totaal personeelsformatie

16

1

12

Gedecentraliseerde agentschappen — Maritieme zaken en visserij

Communautair Bureau voor visserijcontrole (CBVC)

 

Functiegroep en rang

Ambten

2012

2011

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk bezet op 31 december 2010

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

 

1

       

AD 14

         

1

AD 13

 

2

     

1

AD 12

 

2

   

1

2

AD 11

           

AD 10

 

3

     

1

AD 9

 

6

   

2

6

AD 8

 

5

   

1

2

AD 7

 

1

     

1

AD 6

 

1

     

1

AD 5

         

1

Totaal AD

 

21

   

4

16

AST 11

         

1

AST 10

 

7

     

6

AST 9

 

3

     

3

AST 8

 

3

     

3

AST 7

 

8

     

8

AST 6

 

3

     

3

AST 5

 

6

     

6

AST 4

           

AST 3

 

2

     

1

AST 2

 

1

     

2

AST 1

           

Totaal AST

 

33

     

33

Algemeen totaal

 

54

   

4

49

Totaal personeelsformatie

54

 

53

Gedecentraliseerde agentschappen — Interne markt

Europese Autoriteit voor effecten en markten

 

Functiegroep en rang

Ambten

2012

2011

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk bezet op 31 december 2010

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

 

1

     

1

AD 14

 

1

     

1

AD 13

 

1

       

AD 12

 

4

     

3

AD 11

 

4

     

4

AD 10

 

5

     

4

AD 9

 

5

     

3

AD 8

 

11

     

7

AD 7

 

11

     

9

AD 6

 

11

     

9

AD 5

 

9

     

8

Totaal AD

 

63

     

49

AST 11

 

1

     

1

AST 10

 

1

     

1

AST 9

 

2

     

2

AST 8

 

1

       

AST 7

 

1

     

1

AST 6

           

AST 5

           

AST 4

 

1

       

AST 3

 

2

     

2

AST 2

 

1

     

1

AST 1

 

2

     

1

Totaal AST

 

12

     

9

Algemeen totaal

 

75

     

58

Totaal personeelsformatie

75

 

58

Europese Bankautoriteit

 

Functiegroep en rang

Ambten

2012

2011

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk bezet op 31 december 2010

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

 

1

     

1

AD 14

 

1

     

1

AD 13

 

2

     

1

AD 12

 

4

     

2

AD 11

 

6

     

4

AD 10

 

7

     

4

AD 9

 

8

     

6

AD 8

 

10

     

8

AD 7

 

6

     

4

AD 6

 

7

     

4

AD 5

 

5

     

3

Totaal AD

 

57

     

38

AST 11

           

AST 10

 

1

     

1

AST 9

           

AST 8

           

AST 7

 

1

       

AST 6

           

AST 5

 

2

     

2

AST 4

 

2

     

2

AST 3

 

2

     

1

AST 2

 

2

     

1

AST 1

 

1

     

1

Totaal AST

 

11

     

8

Algemeen totaal

 

68

     

46

Totaal personeelsformatie

68

 

46

Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen

 

Functiegroep en rang

Ambten

2012

2011

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk bezet op 31 december 2010

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

 

1

     

1

AD 14

 

1

     

1

AD 13

 

2

     

1

AD 12

 

4

     

2

AD 11

 

7

     

4

AD 10

 

8

     

5

AD 9

 

8

     

5

AD 8

 

6

     

4

AD 7

 

8

     

5

AD 6

 

5

     

4

AD 5

 

7

     

6

Totaal AD

 

57

     

38

AST 11

           

AST 10

         

1

AST 9

         

1

AST 8

 

1

     

1

AST 7

 

1

     

1

AST 6

 

3

       

AST 5

 

2

       

AST 4

         

1

AST 3

 

2

     

1

AST 2

 

3

     

1

AST 1

         

1

Totaal AST

 

12

     

8

Algemeen totaal

 

69

     

46

Totaal personeelsformatie

69

 

46

Gedecentraliseerde agentschappen — Onderwijs en cultuur

Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding

 

Functiegroep en rang

Ambten

2012

2011

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk bezet op 31 december 2010

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

 

1

     

1

AD 14

 

1

 

1

 

1

AD 13

 

2

 

1

 

1

AD 12

6

4

7

5

7

5

AD 11

1

7

5

3

5

3

AD 10

 

9

2

6

3

6

AD 9

 

2

 

2

 

2

AD 8

 

2

 

2

 

2

AD 7

 

7

 

2

 

5

AD 6

 

7

 

6

 

6

AD 5

 

1

 

4

 

3

Totaal AD

7

43

14

32

15

35

AST 11

           

AST 10

3

1

3

1

3

1

AST 9

 

1

   

2

 

AST 8

3

 

2

1

1

1

AST 7

 

7

1

4

6

6

AST 6

5

 

6

2

4

 

AST 5

4

10

4

5

4

7

AST 4

1

11

3

9

 

9

AST 3

 

3

 

6

 

5

AST 2

 

2

 

3

 

2

AST 1

           

Totaal AST

16

35

19

31

20

31

Algemeen totaal

23

78

33

63

35

66

Totaal personeelsformatie

101

96

101

Europese Stichting voor opleiding

 

Functiegroep en rang

Ambten

2012

2011

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk bezet op 31 december 2010

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

           

AD 14

 

1

     

1

AD 13

 

4

     

4

AD 12

 

9

     

4

AD 11

 

9

     

12

AD 10

 

4

     

4

AD 9

 

11

     

11

AD 8

 

4

     

5

AD 7

 

17

     

18

AD 6

           

AD 5

 

2

       

Totaal AD

 

61

     

59

AST 11

           

AST 10

 

4

     

4

AST 9

 

6

     

6

AST 8

 

5

     

1

AST 7

 

6

     

6

AST 6

 

4

     

7

AST 5

 

3

     

3

AST 4

 

5

     

5

AST 3

 

2

     

2

AST 2

         

3

AST 1

           

Totaal AST

 

35

     

37

Algemeen totaal

 

96

     

96

Totaal personeelsformatie

96

 

96

Gedecentraliseerde agentschappen — Gezondheid en consumentenbescherming

Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding

 

Functiegroep en rang

Ambten

2012

2011

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk bezet op 31 december 2010

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

 

1

     

1

AD 14

 

3

 

2

 

2

AD 13

 

2

     

1

AD 12

 

5

 

2

 

5

AD 11

 

9

 

4

 

8

AD 10

 

15

 

3

 

12

AD 9

 

26

 

8

 

22

AD 8

 

22

 

43

 

29

AD 7

 

12

     

7

AD 6

 

24

 

4

 

23

AD 5

 

17

 

47

 

26

Totaal AD

 

136

 

113

 

136

AST 11

           

AST 10

 

1

       

AST 9

 

1

     

1

AST 8

 

3

     

2

AST 7

 

6

 

2

 

5

AST 6

 

11

 

4

 

9

AST 5

 

20

 

6

 

17

AST 4

 

15

 

34

 

22

AST 3

 

2

     

1

AST 2

 

3

 

4

 

4

AST 1

 

2

 

12

 

3

Totaal AST

 

64

 

62

 

64

Algemeen totaal

 

200

 

175

 

200

Totaal personeelsformatie

200

175

200

Europese Autoriteit voor voedselveiligheid

 

Functiegroep en rang

Ambten

2012

2011

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk bezet op 31 december 2010

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

 

1

 

1

 

1

AD 14

 

2

     

2

AD 13

 

1

       

AD 12

1

14

 

4

1

14

AD 11

 

10

 

11

 

11

AD 10

1

8

 

7

1

7

AD 9

1

32

 

32

1

31

AD 8

 

41

 

42

 

36

AD 7

1

57

 

35

1

52

AD 6

1

25

4

39

1

27

AD 5

 

17

1

24

 

21

Totaal AD

5

208

5

195

5

202

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

           

AST 8

 

1

     

1

AST 7

 

5

 

3

 

5

AST 6

 

5

     

5

AST 5

 

22

 

8

 

22

AST 4

 

38

 

41

 

38

AST 3

 

25

 

22

 

25

AST 2

 

26

 

45

 

29

AST 1

 

20

 

26

 

23

Totaal AST

 

142

 

145

 

148

Algemeen totaal

5

350

5

340

5

350

Totaal personeelsformatie

355

345

355

Europees Geneesmiddelenbureau

 

Functiegroep en rang

Ambten

2012

2011

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk bezet op 31 december 2010

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

 

1

 

1

 

1

AD 15

 

4

 

4

 

4

AD 14

 

6

 

5

 

5

AD 13

 

7

 

6

 

7

AD 12

 

36

 

35

 

37

AD 11

 

36

 

34

 

36

AD 10

 

32

 

32

 

32

AD 9

 

38

 

32

 

38

AD 8

 

46

 

42

 

43

AD 7

 

49

 

36

 

42

AD 6

 

36

 

35

 

32

AD 5

 

35

 

34

 

33

Totaal AD

 

326

 

296

 

310

AST 11

 

2

 

2

 

2

AST 10

 

5

 

4

 

4

AST 9

 

7

 

8

 

8

AST 8

 

13

 

13

 

13

AST 7

 

20

 

18

 

19

AST 6

 

34

 

33

 

35

AST 5

 

35

 

35

 

35

AST 4

 

51

 

45

 

49

AST 3

 

39

 

34

 

36

AST 2

 

40

 

38

 

40

AST 1

 

18

 

20

 

16

Totaal AST

 

264

 

250

 

257

Algemeen totaal

 

590

 

546

 

567

Totaal personeelsformatie

590

546

567

Gedecentraliseerde agentschappen — Binnenlandse zaken

Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen (Frontex)

 

Functiegroep en rang

Ambten

2012

2011

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk bezet op 31 december 2010

Toegestaan in de begroting van de Unie (21)

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

 

1

 

1

 

1

AD 14

 

1

 

1

 

2

AD 13

 

3

 

3

 

6

AD 12

 

8

 

8

 

5

AD 11

 

9

 

8

 

12

AD 10

 

8

 

7

 

4

AD 9

 

1

 

1

 

18

AD 8

 

45

 

43

 

29

AD 7

 

2

 

2

 

3

AD 6

 

6

 

6

 

5

AD 5

 

3

 

3

 

2

Totaal AD

 

87

 

83

 

87

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

         

1

AST 8

 

5

 

5

 

8

AST 7

 

12

 

12

 

11

AST 6

 

10

 

10

 

14

AST 5

 

20

 

20

 

14

AST 4

 

5

 

5

 

5

AST 3

 

4

 

4

 

3

AST 2

           

AST 1

           

Totaal AST

 

56

 

56

 

56

Algemeen totaal

 

143

 

139

 

143

Totaal personeelsformatie

143

139

143

Agentschap voor het operationele beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht

 

Functiegroep en rang

Ambten

2012

2011

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk bezet op 31 december 2010

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

           

AD 14

 

1

     

1

AD 13

           

AD 12

 

3

     

3

AD 11

 

1

     

1

AD 10

 

2

     

2

AD 9

 

6

     

6

AD 8

           

AD 7

 

17

     

17

AD 6

           

AD 5

 

19

     

19

Totaal AD

 

49

     

49

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

           

AST 8

           

AST 7

 

2

     

2

AST 6

           

AST 5

 

10

     

10

AST 4

           

AST 3

 

14

     

14

AST 2

           

AST 1

           

Totaal AST

 

26

     

26

Algemeen totaal

 

75

     

75

Totaal personeelsformatie

75

 

75

Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO)

 

Functiegroep en rang

Ambten

2012

2011

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk bezet op 31 december 2010

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

           

AD 14

 

1

     

1

AD 13

           

AD 12

           

AD 11

           

AD 10

 

1

     

1

AD 9

 

5

     

5

AD 8

           

AD 7

 

11

     

11

AD 6

           

AD 5

 

7

     

7

Totaal AD

 

25

     

25

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

           

AST 8

           

AST 7

           

AST 6

           

AST 5

           

AST 4

           

AST 3

 

4

     

4

AST 2

 

1

     

1

AST 1

 

8

     

8

Totaal AST

 

13

     

13

Algemeen totaal

 

38

     

38

Totaal personeelsformatie

38

 

38

Europese Politiedienst (Europol)

 

Functiegroep en rang

Ambten

2012

2011

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk bezet op 31 december 2010

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

           

AD 14

 

1

 

1

 

1

AD 13

 

3

 

3

 

3

AD 12

 

3

 

3

 

3

AD 11

 

23

 

22

 

23

AD 10

           

AD 9

 

71

 

62

 

71

AD 8

 

80

 

83

 

80

AD 7

 

125

 

105

 

125

AD 6

 

53

 

62

 

53

AD 5

 

36

 

36

 

36

Totaal AD

 

395

 

377

 

395

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

           

AST 8

           

AST 7

 

4

 

2

 

4

AST 6

 

13

 

15

 

13

AST 5

 

3

 

4

 

3

AST 4

 

40

 

38

 

40

AST 3

 

2

     

2

AST 2

           

AST 1

           

Totaal AST

 

62

 

59

 

62

Algemeen totaal

 

457

 

436

 

457

Totaal personeelsformatie

457

436

457

Europese Politieacademie

 

Functiegroep en rang

Ambten

2012

2011

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk bezet op 31 december 2010

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

           

AD 14

           

AD 13

 

1

 

1

 

1

AD 12

           

AD 11

           

AD 10

 

2

 

2

 

2

AD 9

 

3

       

AD 8

           

AD 7

 

1

 

2

 

2

AD 6

           

AD 5

 

9

 

8

 

9

Totaal AD

 

16

 

13

 

14

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

           

AST 8

           

AST 7

           

AST 6

           

AST 5

 

2

 

2

 

2

AST 4

 

2

 

1

 

2

AST 3

 

8

 

5

 

8

AST 2

           

AST 1

           

Totaal AST

 

12

 

8

 

12

Algemeen totaal

 

28

 

21

 

26

Totaal personeelsformatie

28

21

26

Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving

 

Functiegroep en rang

Ambten

2012

2011

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk bezet op 31 december 2010

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

 

1

 

1

 

1

AD 14

1

 

3

 

1

 

AD 13

1

2

2

2

1

2

AD 12

4

10

 

5

1

8

AD 11

3

8

1

5

3

8

AD 10

1

13

 

5

2

15

AD 9

 

7

 

5

 

7

AD 8

 

4

 

2

2

4

AD 7

     

5

   

AD 6

     

12

   

AD 5

           

Totaal AD

10

45

6

42

10

45

AST 11

1

 

1

 

1

 

AST 10

 

2

     

2

AST 9

 

5

 

1

 

4

AST 8

2

5

1

3

2

3

AST 7

1

5

1

1

1

6

AST 6

1

4

2

2

1

4

AST 5

 

1

 

2

 

3

AST 4

2

 

2

10

2

 

AST 3

     

4

   

AST 2

           

AST 1

           

Totaal AST

7

22

7

23

7

22

Algemeen totaal

17

67

13

65

17

67

Totaal personeelsformatie

84

78

84

Gedecentraliseerde agentschappen — Taaldiensten

Vertaalbureau voor de organen van de Europese Unie

 

Functiegroep en rang

Ambten

2012

2011

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk bezet op 31 december 2010

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

 

1

     

1

AD 14

1

 

1

1

1

 

AD 13

1

1

   

1

2

AD 12

6

6

5

5

10

5

AD 11

9

8

9

9

7

12

AD 10

10

5

9

5

11

7

AD 9

5

8

4

8

3

11

AD 8

3

9

3

6

 

9

AD 7

8

23

8

15

9

25

AD 6

3

17

2

23

2

17

AD 5

1

13

1

15

1

4

Totaal AD

47

91

42

87

45

93

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

 

1

 

1

 

1

AST 8

5

 

4

 

6

1

AST 7

2

5

3

3

3

4

AST 6

3

3

3

4

3

7

AST 5

1

6

1

6

4

6

AST 4

5

17

3

11

3

19

AST 3

2

22

5

18

 

18

AST 2

 

10

 

7

 

11

AST 1

     

17

 

1

Totaal AST

18

64

19

67

19

68

Algemeen totaal

65

155

61

154

64

161

Totaal personeelsformatie

220

215

225

Gedecentraliseerde agentschappen — Energie

Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators

 

Functiegroep en rang

Ambten

2012

2011

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk bezet op 31 december 2010

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

           

AD 14

 

1

 

1

 

1

AD 13

           

AD 12

           

AD 11

 

4

 

1

 

3

AD 10

           

AD 9

 

2

     

2

AD 8

 

5

     

5

AD 7

 

4

     

4

AD 6

 

4

     

3

AD 5

 

10

 

4

 

9

Totaal AD

 

30

 

6

 

27

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

           

AST 8

           

AST 7

           

AST 6

           

AST 5

 

1

     

1

AST 4

           

AST 3

 

12

 

1

 

12

AST 2

           

AST 1

           

Totaal AST

 

13

 

1

 

13

Algemeen totaal

 

43

 

7

 

40

Totaal personeelsformatie

43

7

40

Gedecentraliseerde agentschappen — Justitie

Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten

 

Functiegroep en rang

Ambten

2012

2011

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk bezet op 31 december 2010

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

 

1

 

1

 

1

AD 14

           

AD 13

 

3

     

3

AD 12

 

11

 

2

 

11

AD 11

     

3

   

AD 10

 

15

 

4

 

12

AD 9

 

11

 

5

 

11

AD 8

 

1

 

4

 

1

AD 7

 

5

 

12

 

5

AD 6

     

6

   

AD 5

           

Totaal AD

 

47

 

37

 

44

AST 11

           

AST 10

 

1

     

1

AST 9

           

AST 8

 

3

     

3

AST 7

 

9

 

6

 

9

AST 6

 

4

 

2

 

4

AST 5

 

1

 

8

 

1

AST 4

 

9

 

2

 

9

AST 3

     

3

   

AST 2

 

1

 

1

 

1

AST 1

           

Totaal AST

 

28

 

22

 

28

Algemeen totaal

 

75

 

59

 

72

Totaal personeelsformatie

75

59

72

Eurojust

 

Functiegroep en rang

Ambten

2012

2011

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk bezet op 31 december 2010

Toegestaan in de begroting van de Unie (22)

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

           

AD 14

 

1

 

1

 

1

AD 13

 

1

     

1

AD 12

 

1

     

1

AD 11

           

AD 10

 

6

     

1

AD 9

 

3

 

6

 

6

AD 8

 

16

 

4

 

13

AD 7

 

16

 

4

 

16

AD 6

 

30

 

19

 

20

AD 5

 

5

 

6

 

5

Totaal AD

 

79

 

40

 

64

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

 

1

     

1

AST 8

     

1

   

AST 7

           

AST 6

           

AST 5

 

2

     

1

AST 4

 

32

 

4

 

27

AST 3

 

56

 

58

 

52

AST 2

 

38

 

14

 

28

AST 1

 

5

 

46

 

13

Totaal AST

 

134

 

123

 

122

Algemeen totaal

 

213

 

163

 

186

Totaal personeelsformatie

213

163

186

Europees Genderinstituut

 

Functiegroep en rang

Ambten

2012

2011

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk bezet op 31 december 2010

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

           

AD 14

           

AD 13

 

1

 

1

 

1

AD 12

           

AD 11

 

1

 

1

 

1

AD 10

 

1

 

1

 

1

AD 9

 

1

     

1

AD 8

 

6

 

4

 

4

AD 7

 

4

 

2

 

3

AD 6

 

1

     

1

AD 5

 

8

 

7

 

8

Totaal AD

 

23

 

16

 

20

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

           

AST 8

           

AST 7

           

AST 6

 

2

 

2

 

2

AST 5

 

3

     

3

AST 4

 

2

 

5

 

2

AST 3

           

AST 2

           

AST 1

           

Totaal AST

 

7

 

7

 

7

Algemeen totaal

 

30

 

23

 

27

Totaal personeelsformatie

30

23

27

Gemeenschappelijke ondernemingen

Gemeenschappelijke Onderneming Fusion for Energy (F4E)

 

Functiegroep en rang

Ambten

2012

2011

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk bezet op 31 december 2010

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

 

1

     

1

AD 14

     

1

   

AD 13

9

2

   

4

1

AD 12

15

10

15

2

17

8

AD 11

5

7

8

 

5

 

AD 10

6

26

1

 

5

27

AD 9

5

26

4

35

7

21

AD 8

3

15

1

 

4

 

AD 7

1

45

1

1

 

43

AD 6

 

40

 

82

2

50

AD 5

 

2

3

2

 

3

Totaal AD

44

174

33

123

44

154

AST 11

4

     

3

 

AST 10

2

 

1

 

2

 

AST 9

3

 

2

 

3

 

AST 8

1

 

1

 

2

 

AST 7

   

1

     

AST 6

1

 

3

     

AST 5

4

4

   

4

 

AST 4

1

11

1

 

1

11

AST 3

2

11

2

17

3

12

AST 2

           

AST 1

   

1

     

Totaal AST

18

26

12

17

18

23

Algemeen totaal

62

200

45

140

62

177

Totaal personeelsformatie

262

185

239

Samenwerking — Gezondheid — Gemeenschappelijke Onderneming voor het initiatief inzake innovatieve geneesmiddelen (IMI)

 

Functiegroep en rang

Ambten

2012

2011

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk bezet op 31 december 2010

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

           

AD 14

 

1

 

1

 

1

AD 13

           

AD 12

 

1

       

AD 11

 

4

 

4

 

4

AD 10

           

AD 9

 

5

     

7

AD 8

 

11

 

8

 

11

AD 7

 

1

       

AD 6

           

AD 5

           

Totaal AD

 

23

 

13

 

23

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

           

AST 8

 

1

 

1

 

1

AST 7

           

AST 6

           

AST 5

           

AST 4

           

AST 3

 

5

 

4

 

5

AST 2

           

AST 1

           

Totaal AST

 

6

 

5

 

6

Algemeen totaal

 

29

 

18

 

29

Totaal personeelsformatie

29

18

29

Samenwerking — Vervoer — Gemeenschappelijke Onderneming Clean Sky

 

Functiegroep en rang

Ambten

2012

2011

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk bezet op 31 december 2010

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

           

AD 14

 

1

 

1

 

1

AD 13

           

AD 12

           

AD 11

           

AD 10

 

3

 

3

 

3

AD 9

 

7

 

6

 

7

AD 8

 

1

 

1

 

1

AD 7

 

2

 

2

 

2

AD 6

 

3

 

3

 

3

AD 5

           

Totaal AD

 

17

 

16

 

17

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

           

AST 8

           

AST 7

           

AST 6

 

1

 

1

 

1

AST 5

           

AST 4

           

AST 3

           

AST 2

           

AST 1

           

Totaal AST

 

1

 

1

 

1

Algemeen totaal

 

18

 

17

 

18

Totaal personeelsformatie

18

17

18

Samenwerking — Informatie- en communicatietechnologie — Gemeenschappelijke Onderneming Artemis

 

Functiegroep en rang

Ambten

2012

2011

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk bezet op 31 december 2010

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

           

AD 14

 

1

 

1

 

1

AD 13

           

AD 12

           

AD 11

 

2

 

2

 

2

AD 10

           

AD 9

           

AD 8

 

5

 

4

 

5

AD 7

           

AD 6

           

AD 5

           

Totaal AD

 

8

 

7

 

8

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

           

AST 8

           

AST 7

           

AST 6

           

AST 5

           

AST 4

           

AST 3

           

AST 2

           

AST 1

           

Totaal AST

           

Algemeen totaal

 

8

 

7

 

8

Totaal personeelsformatie

8

7

8

Informatie- en communicatietechnologie — Gemeenschappelijke Onderneming ENIAC

 

Functiegroep en rang

Ambten

2012

2011

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk bezet op 31 december 2010

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

           

AD 14

 

1

 

1

 

1

AD 13

           

AD 12

           

AD 11

 

2

 

2

 

2

AD 10

           

AD 9

           

AD 8

 

5

 

2

 

3

AD 7

           

AD 6

           

AD 5

           

Totaal AD

 

8

 

5

 

6

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

           

AST 8

           

AST 7

           

AST 6

           

AST 5

           

AST 4

           

AST 3

           

AST 2

           

AST 1

           

Totaal AST

           

Algemeen totaal

 

8

 

5

 

6

Totaal personeelsformatie

8

5

6

Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof (FCH)

 

Functiegroep en rang

Ambten

2012

2011

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk bezet op 31 december 2010

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

           

AD 14

 

1

 

1

 

1

AD 13

           

AD 12

           

AD 11

 

3

 

1

 

3

AD 10

           

AD 9

 

1

 

1

 

1

AD 8

 

4

 

4

 

4

AD 7

 

2

 

1

 

2

AD 6

           

AD 5

           

Totaal AD

 

11

 

8

 

11

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

           

AST 8

 

1

 

1

 

1

AST 7

 

3

 

3

 

3

AST 6

           

AST 5

           

AST 4

 

1

 

1

 

1

AST 3

 

2

 

1

 

2

AST 2

           

AST 1

           

Totaal AST

 

7

 

6

 

7

Algemeen totaal

 

18

 

14

 

18

Totaal personeelsformatie

18

14

18

Gemeenschappelijke Onderneming SESAR (SJU)

 

Functiegroep en rang

Ambten

2012

2011

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk bezet op 31 december 2010

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

           

AD 14

 

1

 

1

 

1

AD 13

           

AD 12

 

4

 

4

 

4

AD 11

 

1

 

1

 

1

AD 10

 

3

 

3

 

3

AD 9

           

AD 8

 

6

 

2

 

6

AD 7

 

4

 

4

 

4

AD 6

 

4

     

4

AD 5

 

10

 

3

 

10

Totaal AD

 

33

 

18

 

33

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

           

AST 8

           

AST 7

 

1

 

1

 

1

AST 6

           

AST 5

 

1

 

1

 

1

AST 4

           

AST 3

 

2

 

1

 

2

AST 2

           

AST 1

 

2

 

2

 

2

Totaal AST

 

6

 

5

 

6

Algemeen totaal

 

39

 

23

 

39

Totaal personeelsformatie

39

23

39

Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT)

 

Functiegroep en rang

Ambten

2012

2011

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk bezet op 31 december 2010

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

           

AD 14

 

1

     

1

AD 13

           

AD 12

 

1

       

AD 11

     

1

 

1

AD 10

 

1

       

AD 9

 

3

 

2

 

3

AD 8

 

8

 

4

 

8

AD 7

 

2

 

1

 

2

AD 6

 

4

 

4

 

5

AD 5

 

1

 

1

 

1

Totaal AD

 

21

 

13

 

21

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

           

AST 8

           

AST 7

           

AST 6

           

AST 5

 

1

       

AST 4

 

3

 

1

 

4

AST 3

 

3

 

1

 

3

AST 2

           

AST 1

           

Totaal AST

 

7

 

2

 

7

Algemeen totaal

 

28

 

15

 

28

Totaal personeelsformatie

28

15

28

Uitvoerende agentschappen

Uitvoerend Agentschap voor concurrentievermogen en innovatie

 

Functiegroep en rang

Ambten

2012

2011

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk bezet op 31 december 2010

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

           

AD 14

 

1

 

1

 

1

AD 13

           

AD 12

           

AD 11

 

5

     

5

AD 10

 

5

 

7

 

5

AD 9

 

1

 

1

 

1

AD 8

 

9

 

1

 

7

AD 7

 

5

 

13

 

7

AD 6

 

4

 

2

 

4

AD 5

 

3

 

5

 

3

Totaal AD

 

33

 

30

 

33

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

           

AST 8

           

AST 7

 

2

     

2

AST 6

           

AST 5

 

1

     

1

AST 4

     

1

   

AST 3

 

1

 

1

   

AST 2

     

1

 

1

AST 1

           

Totaal AST

 

4

 

3

 

4

Algemeen totaal

 

37

 

33

 

37

Totaal personeelsformatie

37

33

37

Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur

 

Functiegroep en rang

Ambten

2012

2011

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk bezet op 31 december 2010

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

           

AD 14

 

1

 

1

 

1

AD 13

 

3

 

2

 

3

AD 12

 

6

 

5

 

8

AD 11

 

4

 

4

 

3

AD 10

 

11

 

7

 

14

AD 9

 

16

 

15

 

10

AD 8

 

17

 

19

 

17

AD 7

 

5

 

3

 

5

AD 6

 

5

 

3

 

6

AD 5

 

8

 

11

 

6

Totaal AD

 

76

 

70

 

73

AST 11

         

1

AST 10

     

1

   

AST 9

 

1

       

AST 8

 

1

 

1

 

2

AST 7

 

2

 

2

 

1

AST 6

 

2

 

2

 

1

AST 5

 

3

 

1

 

4

AST 4

 

11

 

13

 

16

AST 3

 

7

 

7

 

4

AST 2

           

AST 1

           

Totaal AST

 

27

 

27

 

29

Algemeen totaal

 

103

 

97

 

102

Totaal personeelsformatie

103

97

102

Uitvoerend Agentschap voor gezondheid en consumenten

 

Functiegroep en rang

Ambten

2012

2011

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk bezet op 31 december 2010

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

           

AD 14

 

1

 

1

 

1

AD 13

           

AD 12

           

AD 11

 

2

 

1

 

1

AD 10

           

AD 9

 

1

 

2

 

2

AD 8

 

1

     

1

AD 7

 

1

     

1

AD 6

 

1

 

1

 

1

AD 5

 

2

 

3

 

2

Totaal AD

 

9

 

8

 

9

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

           

AST 8

           

AST 7

 

1

 

1

 

1

AST 6

 

1

     

1

AST 5

 

1

 

1

 

1

AST 4

           

AST 3

           

AST 2

           

AST 1

           

Totaal AST

 

3

 

2

 

3

Algemeen totaal

 

12

 

10

 

12

Totaal personeelsformatie

12

10

12

Uitvoerend Agentschap voor het trans-Europees vervoersnetwerk

 

Functiegroep en rang

Ambten

2012

2011

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk bezet op 31 december 2010

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

           

AD 14

 

1

 

1

 

1

AD 13

           

AD 12

 

1

       

AD 11

 

2

 

2

 

2

AD 10

 

2

 

1

 

1

AD 9

 

4

 

3

 

4

AD 8

 

4

 

2

 

2

AD 7

 

7

 

7

 

7

AD 6

 

7

 

5

 

9

AD 5

     

5

 

2

Totaal AD

 

28

 

26

 

28

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

           

AST 8

           

AST 7

           

AST 6

           

AST 5

 

2

     

2

AST 4

 

1

 

1

 

1

AST 3

 

2

 

4

 

2

AST 2

           

AST 1

           

Totaal AST

 

5

 

5

 

5

Algemeen totaal

 

33

 

31

 

33

Totaal personeelsformatie

33

31

33

Uitvoerend Agentschap Europese onderzoeksraad

 

Functiegroep en rang

Ambten

2012

2011

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk bezet op 31 december 2010

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

           

AD 14

 

1

     

1

AD 13

 

3

 

2

 

3

AD 12

 

5

 

5

 

5

AD 11

 

2

 

2

 

2

AD 10

 

3

 

3

 

3

AD 9

 

3

 

3

 

3

AD 8

 

27

 

25

 

27

AD 7

 

40

 

39

 

40

AD 6

 

10

 

10

 

10

AD 5

 

6

 

5

 

6

Totaal AD

 

100

 

94

 

100

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

           

AST 8

           

AST 7

           

AST 6

           

AST 5

           

AST 4

           

AST 3

           

AST 2

           

AST 1

           

Totaal AST

           

Algemeen totaal

 

100

 

100

 

100

Totaal personeelsformatie

100

100

100

Uitvoerend Agentschap onderzoek

 

Functiegroep en rang

Ambten

2012

2011

Toegestaan in de begroting van de Unie

Werkelijk bezet op 31 december 2010

Toegestaan in de begroting van de Unie

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

Vast

Tijdelijk

AD 16

           

AD 15

           

AD 14

 

1

 

1

 

1

AD 13

 

1

 

1

 

1

AD 12

 

3

 

1

 

3

AD 11

 

4

 

2

 

5

AD 10

 

10

 

12

 

9

AD 9

 

12

 

7

 

12

AD 8

 

8

 

3

 

4

AD 7

 

19

 

13

 

16

AD 6

 

32

 

22

 

26

AD 5

 

27

 

28

 

29

Totaal AD

 

117

 

90

 

106

AST 11

           

AST 10

           

AST 9

 

1

     

1

AST 8

 

2

     

1

AST 7

     

1

 

2

AST 6

 

1

 

1

 

1

AST 5

 

3

 

3

 

2

AST 4

 

3

 

2

 

2

AST 3

 

1

 

2

 

2

AST 2

           

AST 1

           

Totaal AST

 

11

 

9

 

11

Algemeen totaal

 

128

 

99

 

117

Totaal personeelsformatie

128

99

117

 

  • (1) 
    Met uitzondering van Zwitserland.
  • (2) 
    Voorbeelden van dergelijke netwerken in Silicon Valley zijn de German-American Business Association (GABA), Interfrench, Business Association Italy-America (BAIA) en de Silicon Vikings.
  • (3) 
    Het protocol bij de overeenkomst met Marokko gold aanvankelijk voor de periode van 1 maart 2006 tot en met 28 februari 2010. Door een vertraging in het ratificatieproces is het op 27 februari 2007 in werking getreden en bleef het geldig voor vier jaar vanaf die datum.
  • (4) 
    Dit gebied omvat zeventien landen, waarvan er zeven (Armenië, Azerbeidzjan, Belarus, Georgië, Moldavië, de Russische Federatie en Oekraïne) ten oosten van de Unie zijn gelegen en tien (Algerije, Egypte, Jordanië, Israël, Libanon, Libië, Marokko, de Palestijnse Autoriteit, Syrië en Tunesië) ten zuiden van de Unie zijn gelegen.
  • (5) 
    Inclusief in de reserve opgenomen kredieten.
  • (6) 
    Onder voorbehoud van overeenstemming inzake de deelname van de EVA-landen.
  • (7) 
    Zonder deelname van Liechtenstein en IJsland (proportionaliteitsfactor 2,49 %).
  • (8) 
    Zonder deelname van Liechtenstein (proportionaliteitsfactor 2,57 %).
  • (9) 
    Berekend op basis van deelneming van de EVA-landen ten bedrage van 75 % van de kredieten.
  • Betrokken begrotingsonderdelen: zie de artikelen 08 22 04, 09 04 02, 02 04 01 03, 02 04 01 01, 02 04 01 02, 06 06 04, 10 02 02, 15 07 78 en 32 06 03.
  • Betrokken begrotingsonderdelen: zie de artikelen 08 22 04 en 10 03 02.
  • Onder meer voor Hongarije, Letland en Roemenië.

Met inbegrip van Ierland.

  • Overeenkomstig artikel 53 van het Euratom-Verdrag omvat de personeelsformatie de volgende permanente posten voor het Voorzieningsagentschap: 1 ad personam AD 15 voor de directeur-generaal van het Agentschap, 2 AD 14 (waarvan één voor de adjunct-directeur-generaal van het Agentschap), 3 AD 12, 1 AD 11, 2 AD 10, 1 AST 10, 2 AST 8, 1 AST 7, 9 AST 6, 1 AST 5 en 2 AST 3.
  • Volgens de personeelsformatie worden de volgende aanstellingen ad personam aanvaard: maximaal 25 AD 15 kunnen AD 16 worden; maximaal 21 AD 14 kunnen AD 15 worden; maximaal 13 AD 11 kunnen AD 14 worden en 1 AST 8 kan AST 10 worden.
  • Waarvan één ambtenaar aan wie de in artikel 93 van het Statuut bedoelde voordelen zijn toegekend.
  • Volgens de personeelsformatie worden de volgende aanstellingen ad personam aanvaard: twee AD 15 tot AD 16; één AD 14 tot AD 15.
  • Waarvan permanente posten in de EDEO: drie AD 12, één AD 11, twee AD 8, één AST 10, twee AST 9, één AST 8, één AST 7, één AST 5, één AST 4, twee AST 3.
  • Waarvan permanente posten in de EDEO: twee AD 12, drie AD 11, één AD 8, twee AST 9, één AST 8, één AST 7, één AST 4, één AST 3 en drie AST 1.
  • Van de 634 posten worden er 229 door de Unie gefinancierd, dat wil zeggen een stijging met 2 posten ten opzichte van 2011.
  • Met uitsluiting van de wijziging van de personeelsformatie 2010 die is goedgekeurd door de raad van bestuur van Frontex.
  • Wijziging van de personeelsformatie goedgekeurd door collegebesluit Eurojust.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.