Verordening 2019/529 - Wijziging van Verordening (EU) 2019/124 wat bepaalde vangstmogelijkheden betreft - Hoofdinhoud
29.3.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 88/3 |
VERORDENING (EU) 2019/529 VAN DE RAAD
van 28 maart 2019
tot wijziging van Verordening (EU) 2019/124 wat bepaalde vangstmogelijkheden betreft
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 3,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Verordening (EU) 2019/124 (1) van de Raad zijn voor 2019 voor sommige visbestanden en groepen visbestanden de vangstmogelijkheden vastgesteld welke in de wateren van de Unie en, voor vaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn. |
(2) |
De Commissie voor de visserij in de westelijke en centrale Stille Oceaan (Western and Central Pacific Fisheries Commission — WCPFC) heeft tijdens haar jaarvergadering 2018 instandhoudingsmaatregelen voor zwaardvis en tropische tonijn gehandhaafd. Die maatregelen moeten in Unierecht worden omgezet. |
(3) |
Tijdens haar jaarvergadering in 2019 heeft de Regionale Organisatie voor het visserijbeheer in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan (South Pacific Regional Fisheries Management Organisation — SPRFMO) nieuwe vangstbeperkingen vastgesteld voor Chileense horsmakreel (Trachurus murphyi) en haar goedkeuring gehecht aan experimentele visserij op ijsheken (Dissostichus spp.). Die geldende maatregelen moeten in Unierecht worden omgezet. |
(4) |
In Verordening (EU) 2019/124 was de totale toegestane vangst (TAC) voor zandspiering in de sectoren 2a en 3a van de Internationale Raad voor het Onderzoek van de Zee (ICES) en ICES-deelgebied 4 op nul vastgesteld. Zandspiering is een kortlevende soort waarvoor het desbetreffende wetenschappelijke advies in de tweede helft van februari beschikbaar zal zijn, terwijl de visserijactiviteiten in april van start gaan. |
(5) |
De vangstbeperkingen voor zandspiering in de ICES-sectoren 2a en 3a en ICES-deelgebied 4 moeten worden gewijzigd overeenkomstig het meest recente wetenschappelijke advies van de ICES, dat is gepubliceerd op 22 februari 2019, voor de aanpak van de maximale duurzame opbrengst en, voor bepaalde beheersgebieden, voor de voorzorgsbenadering. |
(6) |
De inspanningsbeperkingen voor vissersvaartuigen van de Unie in het verdragsgebied van de Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (ICCAT) zijn gebaseerd op informatie die in de plannen inzake de vangst, de capaciteit en de kweek met betrekking tot blauwvintonijn door de lidstaten aan de Commissie is verstrekt. Over die inspanningsbeperkingen werd verslag uitgebracht in het kader van het plan van de Unie dat door de Iccat is goedgekeurd tijdens de tussentijdse bijeenkomst van panel 2 van 4 en 5 maart 2019. Ze moeten als onderdeel van de vangstmogelijkheden worden vastgesteld. |
(7) |
Verordening (EU) 2019/124 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(8) |
De in Verordening (EU) 2019/124 vastgestelde vangstbeperkingen zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2019. De bij deze verordening ingevoerde bepalingen betreffende vangstbeperkingen moeten derhalve eveneens met ingang van die datum van toepassing zijn. Een dergelijke retroactieve toepassing doet geen afbreuk aan de beginselen van rechtszekerheid en bescherming van het gewettigd vertrouwen, aangezien de betrokken vangstmogelijkheden nog niet zijn opgebruikt, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EU) 2019/124 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 27, lid 2, wordt vervangen door: „2. De in lid 1 bedoelde lidstaten beperken de totale brutotonnage van de vaartuigen die hun vlag voeren en die in 2019 op pelagische bestanden vissen, tot de totale brutotonnage van de Unie van 36 102 in dat gebied.”. |
2) |
Het volgende artikel wordt ingevoegd: „Artikel 28 bis Experimentele visserij
|
3) |
De bijlagen IA, IB, IH, IJ, III, IV, VII en VIII bij Verordening (EU) 2019/124 worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige verordening. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2019.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 28 maart 2019.
Voor de Raad
De voorzitter
-
G.CIAMBA
-
Verordening (EU) 2019/124 van de Raad van 30 januari 2019 tot vaststelling, voor 2019, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn (PB L 29 van 31.1.2019, blz. 1).
BIJLAGE
1.
Bijlage IA wordt als volgt gewijzigd:
a) |
de tabel met de vangstmogelijkheden voor zandspiering en bijvangsten in de wateren van de Unie van de ICES-sectoren 2a en 3a en ICES-deelgebied 4 wordt vervangen door de volgende tabel:
|
b) |
de tabel met de vangstmogelijkheden voor blauwe wijting in wateren van de Unie en internationale wateren van 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8a, 8b, 8d, 8e, 12 en 14 wordt vervangen door de volgende tabel:
|
c) |
de tabel met de vangstmogelijkheden voor leng in wateren van de Unie van 4 wordt vervangen door de volgende tabel:
|
d) |
het aanhangsel wordt vervangen door: „Aanhangsel De in artikel 8, lid 4, genoemde TAC's zijn de volgende:
”. |
2.
Bijlage IB wordt als volgt gewijzigd:
a) |
De tabel met de vangstmogelijkheden voor haring in de wateren van de Unie, wateren van de Faeröer, Noorse wateren en internationale wateren van 1 en 2 wordt vervangen door de volgende tabel:
|
b) |
de tabel met de vangstmogelijkheden voor kabeljauw in Groenlandse wateren van NAFO 1F en Groenlandse wateren van 5, 12 en 14 wordt vervangen door de volgende tabel:
|
c) |
de tabel met de vangstmogelijkheden voor roodbaarzen (pelagisch) in Groenlandse wateren van NAFO 1F en Groenlandse wateren van 5, 12 en 14 wordt vervangen door de volgende tabel:
|
3.
Bijlage IH wordt vervangen door:
„BIJLAGE IH
WCPFC-VERDRAGSGEBIED
„Soort: |
Zwaardvis Xiphias gladius |
Gebied: |
WCPFC-verdragsgebied ten zuiden van 20° Z.B. (SWO/F7120S) |
|
Unie |
3 170,36 |
|||
TAC |
Niet relevant |
Voorzorgs-TAC |
”.
4.
Bijlage IJ wordt vervangen door:.
„BIJLAGE IJ
SPRFMO-VERDRAGSGEBIED
„Soort: |
Chileense horsmakreel Trachurus murphyi |
Gebied: |
SPRFMO-verdragsgebied (CJM/SPRFMO) |
|
Duitsland |
9 079,65 |
|||
Nederland |
9 841,41 |
|||
Litouwen |
6 317,86 |
|||
Polen |
10 863,08 |
|||
Unie |
36 102 |
|||
TAC |
Niet relevant |
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
Soort: |
IJsheken Dissostichus spp. |
Gebied: |
SPRFMO-verdragsgebied (TOP/SPRFMO) |
|
TAC |
45 (17) |
Voorzorgs-TAC |
”.
5.
Bijlage III wordt vervangen door:.
„BIJLAGE III
MAXIMUM AANTAL VISMACHTIGINGEN VOOR VISSERSVAARTUIGEN VAN DE UNIE IN WATEREN VAN DERDE LANDEN
„Visgebied |
Visserij |
Aantal vismachtigingen |
Verdeling van de vismachtigingen over de lidstaten |
Maximaal aantal vaartuigen dat op enig moment in het gebied aanwezig mag zijn |
|
Noorse wateren en visserijzone rond Jan Mayen |
Haring, ten noorden van 62° 00′ N.B. |
77 |
DK |
25 |
57 |
DE |
5 |
||||
FR |
1 |
||||
IE |
8 |
||||
NL |
9 |
||||
PL |
1 |
||||
SV |
10 |
||||
VK |
18 |
||||
Demersale soorten, ten noorden van 62° 00′ N.B. |
80 |
DE |
16 |
50 |
|
IE |
1 |
||||
ES |
20 |
||||
FR |
18 |
||||
PT |
9 |
||||
VK |
14 |
||||
Niet toegewezen |
2 |
||||
Makreel (18) |
Niet relevant |
Niet relevant |
70 |
||
Industriële soorten, ten zuiden van 62° 00′ N.B. |
480 |
DK |
450 |
150 |
|
VK |
30 |
||||
Wateren van de Faeröer |
Elke vorm van trawlvisserij met vaartuigen van ten hoogste 180 voet in de zone tussen 12 en 21 mijl van de basislijnen van de Faeröer |
26 |
BE |
0 |
13 |
DE |
4 |
||||
FR |
4 |
||||
VK |
18 |
||||
Gerichte visserij op kabeljauw en schelvis met netten met mazen niet kleiner dan 135 mm, beperkt tot het gebied ten zuiden van 62° 28′ N.B. en ten oosten van 6° 30′ W.L. |
8 (19) |
Niet relevant |
4 |
||
Trawlvisserijen buiten 21 mijl van de basislijnen van de Faeröer. In de perioden van 1 maart tot en met 31 mei en van 1 oktober tot en met 31 december kunnen die vaartuigen vissen in het gebied tussen 61° 20′ N.B. en 62° 00′ N.B. en tussen 12 en 21 mijl van de basislijnen. |
70 |
BE |
0 |
26 |
|
DE |
10 |
||||
FR |
40 |
||||
VK |
20 |
||||
Trawlvisserijen op blauwe leng met netten met mazen niet kleiner dan 100 mm in het gebied ten zuiden van 61° 30′ N.B. en ten westen van 9° 00′ W.L. en in het gebied tussen 7° 00′ W.L. en 9° 00′ W.L. ten zuiden van 60° 30′ N.B. en in het gebied ten zuidwesten van een lijn tussen 60° 30′ N.B., 7° 00′ W.L. en 60° 00′ N.B., 6° 00′ W.L. |
70 |
DE (20) |
8 |
20 (21) |
|
FR (20) |
12 |
||||
Gerichte trawlvisserij op zwarte koolvis met netten met mazen niet kleiner dan 120 mm, en waarbij verstevigingsstroppen rond de kuil mogen worden gebruikt |
70 |
Niet relevant |
22 (21) |
||
Visserijen op blauwe wijting. Het totale aantal vismachtigingen kan met vier vaartuigen worden verhoogd om in spannen te vissen indien de autoriteiten van de Faeröer zouden beslissen om bijzondere toegangsregels voor een gebied, „main fishing area of blue whiting” genaamd, in te stellen. |
34 |
DE |
2 |
20 |
|
DK |
5 |
||||
FR |
4 |
||||
NL |
6 |
||||
VK |
7 |
||||
SE |
1 |
||||
ES |
4 |
||||
IE |
4 |
||||
PT |
1 |
||||
Lijnvisserijen |
10 |
VK |
10 |
6 |
|
Makreel |
20 |
DK |
2 |
12 |
|
BE |
1 |
||||
DE |
2 |
||||
FR |
2 |
||||
IE |
3 |
||||
NL |
2 |
||||
SE |
2 |
||||
VK |
6 |
||||
Haring, ten noorden van 62° 00′ N.B. |
20 |
DK |
5 |
20 |
|
DE |
2 |
||||
IE |
2 |
||||
FR |
1 |
||||
NL |
2 |
||||
PL |
1 |
||||
SE |
3 |
||||
VK |
4 |
||||
1, 2 (22) |
Visserij op sneeuwkrabben met korven |
20 |
EE |
1 |
Niet van toepassing |
ES |
1 |
||||
LV |
11 |
||||
LT |
4 |
||||
PL |
3 |
”.
6.
Bijlage IV wordt vervangen door:
„BIJLAGE IV
ICCAT-VERDRAGSGEBIED (23)
1. |
Maximaal aantal met de hengel of de sleeplijn vissende vaartuigen van de Unie dat in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan actief op blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm mag vissen
|
2. |
Maximaal aantal vaartuigen van de Unie dat in het kader van de ambachtelijke kustvisserij in de Middellandse Zee actief op blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm mag vissen
|
3. |
Maximaal aantal vissersvaartuigen van de Unie dat in de Adriatische Zee actief op blauwvintonijn tussen 8 kg/75 cm en 30 kg/115 cm mag vissen voor kweekdoeleinden
|
4. |
Maximaal aantal en totale in brutoton uitgedrukte capaciteit van de vissersvaartuigen van elke lidstaat die blauwvintonijn mogen bevissen, aan boord houden, overladen, vervoeren of aanlanden in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee Tabel A
Tabel B
|
5. |
Maximaal aantal tonnara's dat elke lidstaat in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en in de Middellandse Zee mag toestaan voor de visserij op blauwvintonijn
|
6. |
Maximale capaciteit voor het kweken en mesten van blauwvintonijn voor elke lidstaat, en maximale hoeveelheid in het wild gevangen blauwvintonijn die elke lidstaat over zijn kweek- en mestbedrijven in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en in de Middellandse Zee kan verdelen Tabel A
|
7. |
Het maximale aantal onder de vlag van een lidstaat varende vissersvaartuigen die overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 520/2007 op Noord-Atlantische witte tonijn als doelsoort mogen vissen, wordt als volgt over de lidstaten verdeeld:
|
8. |
Het maximale aantal vissersvaartuigen van de Unie met een lengte van ten minste 20 meter die vissen op grootoogtonijn in het Iccat-verdragsgebied, bedraagt:
|
”.
7.
Bijlage VII wordt vervangen door:
„BIJLAGE VII
WCPFC-VERDRAGSGEBIED
Maximaal aantal vissersvaartuigen van de Unie dat in het WCPFC-verdragsgebied ten zuiden van 20° Z.B. op zwaardvis mag vissen
Spanje |
14 |
Unie |
14 |
”.
8.
Bijlage VIII wordt vervangen door:.
„BIJLAGE VIII
KWANTITATIEVE BEPERKINGEN INZAKE VISMACHTIGINGEN VOOR VAARTUIGEN VAN DERDE LANDEN DIE IN DE UNIEWATEREN VISSEN
Vlaggenstaat |
Visserij |
Aantal vismachtigingen |
Maximaal aantal vaartuigen dat op enig moment in het gebied aanwezig mag zijn |
Noorwegen |
Haring, ten noorden van 62° 00′ N.B. |
Nog vast te stellen |
Nog vast te stellen |
Faeröer |
Makreel, 6a (ten noorden van 56° 30′ N.B.), 2a, 4a (ten noorden van 59° N.B.) Horsmakreel, 4, 6a (ten noorden van 56° 30′ N.B.), 7e, 7f, 7h |
20 |
14 |
Haring, ten noorden van 62° 00′ N.B. |
20 |
Nog vast te stellen |
|
Haring, 3a |
4 |
4 |
|
Industriële visserij op kever, 4, 6a (ten noorden van 56° 30′ N.B.) (inclusief onvermijdbare bijvangsten van blauwe wijting) |
14 |
14 |
|
Leng en lom |
20 |
10 |
|
Blauwe wijting, 2, 4a, 5, 6a (ten noorden van 56° 30′ N.B.), 6b, 7 (ten westen van 12° 00′ W.L.) |
20 |
20 |
|
Blauwe leng |
16 |
16 |
|
Venezuela (37) |
Snapper (wateren van Frans-Guyana) |
45 |
45 |
”.
-
Exclusief wateren binnen zes zeemijl van de basislijnen van het Verenigd Koninkrijk bij Shetland, Fair Isle en Foula.
-
Maximaal 2 % van het quotum mag bestaan uit bijvangsten van wijting en makreel (OT1/*2A3A4). Overeenkomstig deze bepaling op het quotum in mindering gebrachte bijvangsten van wijting en makreel en overeenkomstig artikel 15, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 op het quotum in mindering gebrachte bijvangsten van soorten mogen samen niet hoger zijn dan 9 % van het quotum.
-
In beheersgebieden 2r en 4 mag de TAC enkel worden gevangen als een monitoring-TAC met een bijbehorend bemonsteringsprotocol voor de visserij.”;
-
Bijzondere voorwaarde: met inachtneming van een totale toegangshoeveelheid van 22 500 ton voor de Unie, mogen lidstaten ten hoogste het volgende percentage van hun quota in de wateren van de Faeröer vangen (WHB/*05-F.): 7 %.
-
Van deze quota mogen overdrachten plaatsvinden naar 8c, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1. Deze overdrachten worden evenwel vooraf aan de Commissie gemeld.
-
Bijzondere voorwaarde: van de EU-quota in de wateren van de Unie en internationale wateren van 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8a, 8b, 8d, 8e, 12 en 14 (WHB/*NZJM1) en in 8c, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1 (WHB/*NZJM2), mag de volgende hoeveelheid worden gevangen in de Noorse exclusieve economische zone of in de visserijzone rond Jan Mayen: 227 975.”;
-
Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 25 % maar niet meer dan 75 t worden gevist in: wateren van de Unie van 3a (LIN/*03A-C).”;
-
Bij het rapporteren van vangsten aan de Commissie worden tevens de in elk van de volgende gebieden gevangen hoeveelheden gerapporteerd: het gereglementeerde gebied van de NEAFC en de wateren van de Unie.
-
Mag worden gevangen in de wateren van de Unie ten noorden van 62° N.B.
-
Te verrekenen met de vangstbeperkingen van de Faeröer.
-
Te verrekenen met de vangstbeperkingen van Noorwegen.
-
Behalve voor bijvangsten gelden voor deze quota de volgende voorwaarden:
1. |
ze mogen niet worden gevangen van 1 april tot en met 31 mei 2019; |
2. |
EU-vaartuigen mogen ervoor kiezen om in een van de volgende gebieden of in beide gebieden te vissen:
|
-
Mag alleen worden gevangen van 10 mei tot en met 31 december.
-
Mag uitsluitend worden gevangen in Groenlandse wateren binnen het beschermingsgebied voor roodbaarzen dat wordt begrensd door de lijnen die de punten met de volgende coördinaten met elkaar verbinden:
Punt |
Breedtegraad |
Lengtegraad |
1 |
64° 45′ N.B. |
28° 30′ W.L. |
2 |
62° 50′ N.B. |
25° 45′ W.L. |
3 |
61° 55′ N.B. |
26° 45′ W.L. |
4 |
61° 00′ N.B. |
26° 30′ W.L. |
5 |
59° 00′ N.B. |
30° 00′ W.L. |
6 |
59° 00′ N.B. |
34° 00′ W.L. |
7 |
61° 30′ N.B. |
34° 00′ W.L. |
8 |
62° 50′ N.B. |
36° 00′ W.L. |
9 |
64° 45′ N.B. |
28° 30′ W.L. |
-
Bijzondere voorwaarde: dit quotum mag ook worden gevangen in de internationale wateren van bovengenoemd beschermingsgebied voor roodbaarzen (RED/*5-14P).
-
Mag uitsluitend worden gevangen in Groenlandse wateren van 5 en 14 (RED/*514GN).”.
-
Deze TAC is uitsluitend van toepassing op experimentele visserij. De visserijactiviteiten vinden uitsluitend plaats binnen de volgende onderzoeksonderdelen (A-E):
— |
onderzoeksonderdeel A: gebied begrensd door de breedtegraden 47 15 Z.B. en 48 15 Z.B. en de lengtegraden 146 30 O.L. en 147 30 O.L. |
— |
onderzoeksonderdeel B: gebied begrensd door de breedtegraden 47 15 Z.B. en 48 15 Z.B. en de lengtegraden 147 30 O.L. en 148 30 O.L. |
— |
onderzoeksonderdeel C: gebied begrensd door de breedtegraden 47 15 Z.B. en 48 15 Z.B. en de lengtegraden 148 30 O.L. en 150 00 O.L. |
— |
onderzoeksonderdeel D: gebied begrensd door de breedtegraden 48 15 Z.B. en 49 15 Z.B. en de lengtegraden 149 00 O.L. en 150 00 O.L. |
— |
onderzoeksonderdeel E: gebied begrensd door de breedtegraden 48 15 Z.B. en 49 30 Z.B. en de lengtegraden 150 00 O.L. en 151 00 O.L. |
-
Onverminderd de aanvullende vergunningen die naar vaste praktijk door Noorwegen aan Zweden worden toegekend.
-
Dat aantal is begrepen in het aantal voor alle trawlvisserijen met vaartuigen van ten hoogste 180 voet in de zone tussen 12 en 21 mijl van de basislijnen van de Faeröer.
-
Maximaal aantal vaartuigen dat op enig moment tegelijkertijd in het gebied aanwezig mag zijn.
-
Dat aantal is begrepen in het aantal voor „Trawlvisserij buiten 21 mijl van de basislijnen van de Faeröer”.
-
De toewijzing van vangstmogelijkheden voor de Unie in de zone rond Svalbard laat de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit het Verdrag van Parijs van 1920 onverlet.
-
De in de punten 1, 2 en 3 vermelde aantallen kunnen naar beneden worden bijgesteld om aan de internationale verplichtingen van de Unie te voldoen.
-
Dit aantal kan toenemen indien een ringzegenvaartuig wordt vervangen door tien beugvisserijvaartuigen overeenkomstig voetnoot 4 of voetnoot 6 van tabel A in punt 4 van deze bijlage.
-
De in tabel A van punt 4 vermelde aantallen kunnen naar boven worden bijgesteld mits aan de internationale verplichtingen van de Unie wordt voldaan.
-
Eén middelgroot ringzegenvaartuig kan worden vervangen door maximaal tien beugvisserijvaartuigen, of door één klein ringzegenvaartuig en maximaal drie beugvisserijvaartuigen.
-
Eén middelgroot ringzegenvaartuig kan worden vervangen door maximaal tien beugvisserijvaartuigen, of door één klein ringzegenvaartuig en drie vaartuigen voor andere ambachtelijke visserij.
-
Eén middelgroot ringzegenvaartuig kan door maximaal tien beugvisserijvaartuigen worden vervangen.
-
Dit vaartuig wordt niet gebruikt in 2019.
-
Polyvalente vaartuigen, die gebruikmaken van verschillende soorten vistuig.
-
Met de hengel vissende vaartuigen van de ultraperifere gebieden van de Azoren en Madeira.
-
Met de handlijn vissende vaartuigen die actief zijn in de Atlantische Oceaan,
-
Polyvalente vaartuigen, die gebruikmaken van verschillende soorten vistuig (beug, handlijn, sleeplijn).
-
Dit aantal kan naar boven worden bijgesteld mits aan de internationale verplichtingen van de Unie wordt voldaan.
-
De capaciteit van Portugal van 500 ton voor het kweken wordt gedekt door de onbenutte capaciteit van de Unie die is opgenomen in tabel A.
-
De inhoud van deze tabel wordt verder herzien mits aan de internationale verplichtingen van de Unie wordt voldaan. De herziene tabel bevat geen aantallen die lager zijn dan die in Verordening (EU) 2018/120.
-
Voordat deze vismachtigingen worden afgegeven, moet worden aangetoond dat er een geldig contract bestaat tussen de scheepseigenaar die de vismachtiging aanvraagt, en een in het departement Frans-Guyana gevestigd verwerkingsbedrijf, en dat in dat contract staat dat ten minste 75 % van de door het betrokken vaartuig gevangen snappers in dat departement moet worden aangeland voor verwerking in dat bedrijf. Dit contract moet worden geviseerd door de Franse autoriteiten, die zich ervan moeten vergewissen dat het in overeenstemming is met zowel de werkelijke capaciteit van het verwerkende bedrijf waarmee het is gesloten als met de doelstellingen voor de ontwikkeling van de economie in Frans-Guyana. Een afschrift van het naar behoren geviseerde contract moet bij de vismachtigingsaanvraag worden gevoegd. Wanneer bovenbedoelde bekrachtiging wordt geweigerd, maken de Franse autoriteiten deze weigering bekend en vermelden zij de redenen ervoor aan de betrokken partij en aan de Commissie.
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.