Besluit 2019/394 - Ondertekening van het protocol tussen de EU, IJsland en Noorwegen bij de Overeenkomst tussen de EG, IJsland en Noorwegen betreffende de criteria en de mechanismen voor de vaststelling van Die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend, wat betreft de toegang tot Eurodac voor rechtshandhavingsdoeleinden

1.

Wettekst

13.3.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 71/7

 

BESLUIT (EU) 2019/394 VAN DE RAAD

van 7 maart 2019

betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van het protocol tussen de Europese Unie, IJsland en het Koninkrijk Noorwegen bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en de mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend, wat betreft de toegang tot Eurodac voor rechtshandhavingsdoeleinden

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 87, lid 2, onder a), en artikel 88, lid 2, eerste alinea, onder a), in samenhang met artikel 218, lid 5,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Raad heeft de Commissie op 14 december 2015 gemachtigd onderhandelingen te openen met IJsland en Noorwegen over de regelingen voor de deelname van IJsland en Noorwegen aan de procedure voor de vergelijking en verzending van gegevens voor rechtshandhavingsdoeleinden, bedoeld in hoofdstuk VI van Verordening (EU) nr. 603/2013 van het Europees Parlement en van de Raad (1).

 

(2)

De onderhandelingen zijn afgerond en het protocol bij de overeenkomst van 19 januari 2001 tussen de Europese Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en de mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend, wat betreft de toegang tot Eurodac voor rechtshandhavingsdoeleinden („het protocol”) is op 21 december 2017 geparafeerd.

 

(3)

Het protocol moet worden ondertekend.

 

(4)

Het Verenigd Koninkrijk en Ierland zijn gebonden door Verordening (EU) nr. 603/2013 en nemen bijgevolg deel aan de vaststelling van dit besluit.

 

(5)

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van dit besluit en is dit niet bindend voor, noch van toepassing op die lidstaat,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Er wordt machtiging verleend voor de ondertekening namens de Unie van het protocol tussen de Europese Unie, IJsland en het Koninkrijk Noorwegen bij de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en de mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend, wat betreft de toegang tot Eurodac voor rechtshandhavingsdoeleinden, onder voorbehoud van de sluiting van het protocol (2).

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) het protocol namens de Unie te ondertekenen.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 7 maart 2019.

Voor de Raad

De voorzitter

C.D. DAN

 

  • (1) 
    Verordening (EU) nr. 603/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 26 juni 2013 betreffende de instelling van „Eurodac” voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van Verordening (EU) nr. 604/2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend en betreffende verzoeken van rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten en Europol om vergelijkingen van Eurodac-gegevens ten behoeve van rechtshandhaving, en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1077/2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (PB L 180 van 29.6.2013, blz. 1).
  • (2) 
    De tekst van het protocol zal samen met het besluit betreffende de sluiting ervan worden bekendgemaakt.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.