Uitvoeringsbesluit 2018/1918 - 4 december 2018 Machtiging van het Verenigd Koninkrijk af te wijken van de artikelen 16 en 168 van de btw-richtlijn

1.

Wettekst

7.12.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 311/30

 

UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2018/1918 VAN DE RAAD

van 4 december 2018

waarbij het Verenigd Koninkrijk wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van de artikelen 16 en 168 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1), en met name artikel 395, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Bij Beschikking 2006/659/EG van de Raad (2) werd het Verenigd Koninkrijk gemachtigd om een bijzondere vereenvoudigingsmaatregel („de maatregel”) toe te passen waarbij het aandeel van de niet-aftrekbare belasting over de toegevoegde waarde (btw) ter zake van de brandstofuitgaven voor auto's van de zaak die niet uitsluitend voor bedrijfsdoeleinden worden gebruikt, op forfaitaire basis wordt vastgesteld. Dit systeem, dat facultatief is voor belastingplichtigen, neemt het CO2-emissieniveau van de auto als grondslag, omdat er een evenredige correlatie bestaat tussen emissies en brandstofverbruik en dus ook brandstofuitgaven.

 

(2)

Beschikking 2006/659/EG werd vervangen door Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/2109 van de Raad (3), dat op 31 december 2018 verstrijkt.

 

(3)

Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 27 april 2018, heeft het Verenigd Koninkrijk verzocht om de maatregel tot en met 31 december 2020 te mogen blijven toepassen.

 

(4)

De Commissie heeft bij brief van 11 juni 2018 het verzoek van het Verenigd Koninkrijk aan de andere lidstaten toegezonden. Bij brief van 12 juni 2018 heeft de Commissie het Verenigd Koninkrijk ervan in kennis gesteld dat zij over alle gegevens beschikt die zij nodig acht voor de beoordeling van het verzoek.

 

(5)

Zoals vereist uit hoofde van artikel 4 van Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/2109, heeft het Verenigd Koninkrijk een verslag ingediend over de werking van de bijzondere maatregel. Volgens het Verenigd Koninkrijk heeft de regeling geleid tot een vereenvoudiging van de procedure voor inning van de btw ter zake van de brandstofuitgaven voor auto's van de zaak, zowel voor de belastingplichtigen als voor de belastingdienst.

 

(6)

Het is daarom passend dat het Verenigd Koninkrijk wordt gemachtigd de maatregel toe te passen tot en met 31 december 2020.

 

(7)

De derogatiemaatregel zal geen negatieve gevolgen hebben voor de eigen middelen van de Unie uit de btw,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In afwijking van de artikelen 16 en 168 van Richtlijn 2006/112/EG wordt het Verenigd Koninkrijk van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2020 gemachtigd om de btw die is verschuldigd ter zake van de brandstofuitgaven voor auto's van de zaak die voor privédoeleinden worden gebruikt, op forfaitaire basis vast te stellen.

Artikel 2

De in artikel 1 bedoelde verschuldigde btw wordt uitgedrukt in vaste bedragen, die worden vastgesteld op basis van het CO2-emissieniveau van het voertuigtype, en die het brandstofverbruik weergeven. Het Verenigd Koninkrijk past die vaste bedragen jaarlijks aan aan de wijzigingen van de gemiddelde brandstofprijzen.

Artikel 3

De op basis van dit besluit opgezette regeling is facultatief voor belastingplichtigen.

Artikel 4

Dit besluit is gericht tot het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland.

Gedaan te Brussel, 4 december 2018.

Voor de Raad

De voorzitter

  • H. 
    LÖGER
 

  • (2) 
    Beschikking 2006/659/EG van de Raad van 25 september 2006 waarbij het Verenigd Koninkrijk wordt gemachtigd tot toepassing van een bijzondere maatregel die afwijkt van artikel 5, lid 6, en artikel 11, onder A, punt 1, onder b), van Richtlijn 77/388/EEG betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting (PB L 272 van 3.10.2006, blz. 15).
  • (3) 
    Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/2109 van de Raad van 17 november 2015 waarbij het Verenigd Koninkrijk wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 26, lid 1, onder a), en de artikelen 168 en 168 bis van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 305 van 21.11.2015, blz. 49).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.