Verordening 2018/511 - Wijziging van Verordening (EU) 2018/120 wat bepaalde vangstmogelijkheden betreft

1.

Wettekst

28.3.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 84/1

 

VERORDENING (EU) 2018/511 VAN DE RAAD

van 23 maart 2018

tot wijziging van Verordening (EU) 2018/120 wat bepaalde vangstmogelijkheden betreft

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Bij Verordening (EU) 2018/120 van de Raad (1) zijn voor sommige visbestanden en groepen visbestanden de vangstmogelijkheden voor 2018 vastgesteld welke in de wateren van de Unie en, voor vaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn.

 

(2)

Bepaalde rapporteringscodes moeten worden gewijzigd zodat de vangsten correct kunnen worden gemeld. Bepaalde verwijzingen naar de voetnoten, en de formulering ervan, moeten worden gecorrigeerd.

 

(3)

In Verordening (EU) 2018/120 was de totale toegestane vangst (TAC) voor zandspieringen in de ICES-sectoren 2a en 3a en ICES-deelgebied 4 op nul vastgesteld. Zandspiering is een kortlevende soort waarvoor het desbetreffende wetenschappelijke advies in de tweede helft van februari beschikbaar komt, terwijl de visserijactiviteiten in april van start gaan.

 

(4)

De vangstbeperkingen voor zandspieringen in de ICES-sectoren 2a en 3a en ICES-deelgebied 4 moeten nu worden gewijzigd overeenkomstig het meest recente wetenschappelijke advies van de Internationale Raad voor het onderzoek van de zee (ICES), dat is gepubliceerd op 23 februari 2018.

 

(5)

Voor de visserij op zandspieringen zijn de ICES-sectoren 2a en 3a en ICES-deelgebied 4 op basis van wetenschappelijk advies verdeeld in beheersgebieden. Beheersgebied 3r bevindt zich voornamelijk in Noorse wateren. Een deel ervan is echter in de wateren van de Unie gelegen en enkele belangrijke visgronden zijn over de beheersgebieden 2r en 3r gespreid. Uit het ICES-advies blijkt dat gemiddeld 8 % van de vangsten in beheersgebied 3r in wateren van de Unie worden bovengehaald. Overeenkomstig dat advies dienen vangstbeperkingen voor de wateren van de Unie van beheersgebied 3r te worden vastgesteld.

 

(6)

De TAC's voor kabeljauw in ICES-deelgebied 1 en ICES-sector 2b dienen te worden gewijzigd, zodat de vangstmogelijkheden voor Unievaartuigen in die gebieden correct worden weergegeven.

 

(7)

Het maximumaantal vaartuigen voor de visserij met de beug voor Malta in het Iccat-verdragsgebied waaraan toestemming kan worden verleend voor het bevissen, aan boord hebben, overladen, vervoeren of aanlanden van blauwvintonijn in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee, dient te worden gewijzigd in het licht van het toegenomen aantal vaartuigen waaraan die toestemming wordt verleend.

 

(8)

Verordening (EU) 2018/120 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

 

(9)

De in Verordening (EU) 2018/120 vastgestelde vangstbeperkingen zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2018. De bij deze verordening ingevoerde bepalingen betreffende vangstbeperkingen moeten derhalve eveneens met ingang van die datum van toepassing zijn. Een dergelijke retroactieve toepassing doet geen afbreuk aan de beginselen van rechtszekerheid en bescherming van het gewettigd vertrouwen, aangezien de betrokken vangstmogelijkheden nog niet zijn opgebruikt,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlagen IA, IB en IV bij Verordening (EU) 2018/120 worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2018.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 maart 2018.

Voor de Raad

De voorzitter

  • E. 
    ZAHARIEVA
 

  • (1) 
    Verordening (EU) 2018/120 van de Raad van 23 januari 2018 tot vaststelling, voor 2018, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn, en tot wijziging van Verordening (EU) 2017/127 (PB L 27 van 31.1.2018, blz. 1).
 

BIJLAGE

 

1.

Bijlage IA wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

de tabel met de vangstmogelijkheden voor zandspieringen en bijvangsten in wateren van de Unie van 2a, 3a en 4 wordt vervangen door de volgende tabel:

 

„Soort:

Zandspieringen en bijvangsten

Ammodytes spp.

Gebied:

wateren van de Unie van 2a, 3a en 4 (1)

Denemarken

195 875  (2)

   

Verenigd Koninkrijk

4 282  (2)

   

Duitsland

300 (2)

   

Zweden

7 193  (2)

   

Unie

207 650

   

TAC

207 650

 

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

 
 

b)

de tabel met de vangstmogelijkheden voor grote zilvervis in wateren van de Unie van 3a en 4 wordt vervangen door de volgende tabel:

 

„Soort:

Grote zilvervis

Argentina silus

Gebied:

wateren van de Unie van 3a en 4

(ARU/3A4-C)

Denemarken

1 093

   

Duitsland

11

   

Frankrijk

8

   

Ierland

8

   

Nederland

51

   

Zweden

43

   

Verenigd Koninkrijk

20

   

Unie

1 234

   

TAC

1 234

 

Voorzorgs-TAC”

 

c)

de tabel met de vangstmogelijkheden voor lom in wateren van de Unie van 3a wordt vervangen door de volgende tabel:

 

„Soort:

Lom

Brosme brosme

Gebied:

3a

(USK/03A.)

Denemarken

15

   

Zweden

8

   

Duitsland

8

   

Unie

31

   

TAC

31

 

Voorzorgs-TAC

Artikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing.”

 

d)

de tabel met de vangstmogelijkheden voor lom in wateren van de Unie en internationale wateren van 5, 6 en 7 wordt vervangen door de volgende tabel:

 

„Soort:

Lom

Brosme brosme

Gebied:

wateren van de Unie en internationale wateren van 5, 6 en 7

(USK/567EI.)

Duitsland

17

   

Spanje

60

   

Frankrijk

705

   

Ierland

68

   

Verenigd Koninkrijk

340

   

Overige

17 (4)

   

Unie

1 207

   

Noorwegen

2 923  (5)  (6)  (7)  (8)

   

TAC

4 130

 

Voorzorgs-TAC

Artikel 12, lid 1, van deze verordening is van toepassing.

Artikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

 

e)

de tabel met de vangstmogelijkheden voor schelvis in 3a wordt vervangen door de volgende tabel:

 

„Soort:

Schelvis

Melanogrammus aeglefinus

Gebied:

3a

(HAD/03A.)

België

12

   

Denemarken

2 070

   

Duitsland

132

   

Nederland

2

   

Zweden

245

   

Unie

2 461

   

TAC

2 569

 

Analytische TAC”

 

f)

de tabel met de vangstmogelijkheden voor heek in 3a wordt vervangen door de volgende tabel:

 

„Soort:

Heek

Merluccius merluccius

Gebied:

3a

(HKE/03A.)

Denemarken

2 890  (9)

   

Zweden

246 (9)

   

Unie

3 136

   

TAC

3 136  (10)

 

Analytische TAC

Artikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

 

g)

de tabel met de vangstmogelijkheden voor blauwe wijting in wateren van de Unie en internationale wateren van 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8a, 8b, 8d, 8e, 12 en 14 wordt vervangen door de volgende tabel:

 

„Soort:

Blauwe wijting

Micromesistius poutassou

Gebied:

wateren van de Unie en internationale wateren van 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8a, 8b, 8d, 8e, 12 en 14

(WHB/1X14)

Denemarken

61 277  (11)

   

Duitsland

23 825  (11)

   

Spanje

51 949  (11)  (12)

   

Frankrijk

42 644  (11)

   

Ierland

47 451  (11)

   

Nederland

74 720  (11)

   

Portugal

4 826  (11)  (12)

   

Zweden

15 158  (11)

   

Verenigd Koninkrijk

79 513  (11)

   

Unie

401 363  (11)  (13)

   

Noorwegen

110 000

   

Faeröer

10 000

   

TAC

Niet relevant

 

Analytische TAC

Artikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing.

 

h)

de tabel met de vangstmogelijkheden voor blauwe leng in wateren van de Unie en internationale wateren van 3a wordt vervangen door de volgende tabel:

 

„Soort:

Blauwe leng

Molva dypterygia

Gebied:

wateren van de Unie en internationale wateren van 3a

(BLI/03A-)

Denemarken

3

   

Duitsland

2

   

Zweden

3

   

Unie

8

   

TAC

8

 

Voorzorgs-TAC”

 

i)

de tabel met de vangstmogelijkheden voor leng in wateren van de Unie van 3a wordt vervangen door de volgende tabel:

 

„Soort:

Leng

Molva molva

Gebied:

wateren van de Unie van 3a

(LIN/03A.)

België

6

   

Denemarken

50

   

Duitsland

6

   

Zweden

19

   

Verenigd Koninkrijk

6

   

Unie

87

   

TAC

87

 

Voorzorgs-TAC”

 

j)

de tabel met de vangstmogelijkheden voor leng in wateren van de Unie en internationale wateren van 6, 7, 8, 9, 10, 12 en 14 wordt vervangen door de volgende tabel:

 

„Soort:

Leng

Molva molva

Gebied:

wateren van de Unie en internationale wateren van 6, 7, 8, 9, 10, 12 en 14

(LIN/6X14.)

België

48 (14)

   

Denemarken

8 (14)

   

Duitsland

173 (14)

   

Spanje

3 498

   

Frankrijk

3 730  (14)

   

Ierland

935

   

Portugal

8

   

Verenigd Koninkrijk

4 296  (14)

   

Unie

12 696

   

Noorwegen

7 500  (15)  (16)  (17)

   

Faeröer

200 (18)  (19)

   

TAC

20 396

 

Voorzorgs-TAC

Artikel 12, lid 1, van deze verordening is van toepassing.

 

k)

de tabel met de vangstmogelijkheden voor langoustine in 3a wordt vervangen door de volgende tabel:

 

„Soort:

Langoustine

Nephrops norvegicus

Gebied:

3a

(NEP/03A.)

Denemarken

8 626

   

Duitsland

25

   

Zweden

3 087

   

Unie

11 738

   

TAC

11 738

 

Analytische TAC

Artikel 7, lid 2, van deze verordening is van toepassing.”

 

l)

(heeft geen betrekking op het Nederlands);

 

m)

de tabel met de vangstmogelijkheden voor tong in 3a en wateren van de Unie van deelsectoren 22-24 wordt vervangen door de volgende tabel:

 

„Soort:

Tong

Solea solea

Gebied:

3a; wateren van de Unie van de deelsectoren 22-24

(SOL/3ABC24)

Denemarken

376

   

Duitsland

22 (20)

   

Nederland

36 (20)

   

Zweden

14

   

Unie

448

   

TAC

448

 

Analytische TAC

 

n)

de tabel met de vangstmogelijkheden voor horsmakrelen en bijvangsten in wateren van de Unie van 4b, 4c en 7d wordt vervangen door de volgende tabel:

 

„Soort:

Horsmakrelen en bijvangsten

Trachurus spp.

Gebied:

wateren van de Unie van 4b, 4c en 7d

(JAX/4BC7D)

België

14 (21)

   

Denemarken

5 985  (21)

   

Duitsland

529 (21)  (22)

   

Spanje

111 (21)

   

Frankrijk

497 (21)  (22)

   

Ierland

376 (21)

   

Nederland

3 604  (21)  (22)

   

Portugal

13 (21)

   

Zweden

75 (21)

   

Verenigd Koninkrijk

1 425  (21)  (22)

   

Unie

12 629

   

Noorwegen

2 550  (23)

   

TAC

15 179

 

Voorzorgs-TAC

 

2.

Bijlage IB wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

de tabel met de vangstmogelijkheden voor kabeljauw in 1 en 2b wordt vervangen door de volgende tabel:

 

„Soort:

Cod

Gadus morhua

Gebied:

1 en 2b

(COD/1/2B.)

Duitsland

5 409  (26)

   

Spanje

12 047  (26)

   

Frankrijk

2 461  (26)

   

Polen

2 359  (26)

   

Portugal

2 472  (26)

   

Verenigd Koninkrijk

3 552  (26)

   

Andere lidstaten

390 (24)  (26)

   

Unie

28 690  (25)

   

TAC

Niet relevant

 

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

 

b)

de tabel met de vangstmogelijkheden voor roodbaarzen (pelagisch) in Groenlandse wateren van NAFO 1F en Groenlandse wateren van 5, 12 en 14 wordt vervangen door de volgende tabel:

 

„Soort:

Roodbaarzen (pelagisch)

Sebastes spp.

Gebied:

Groenlandse wateren van NAFO 1F en Groenlandse wateren van 5, 12 en 14

(RED/N1G14P)

Duitsland

858 (27)  (28)  (29)

   

Frankrijk

4 (27)  (28)  (29)

   

Verenigd Koninkrijk

6 (27)  (28)  (29)

   

Unie

868 (27)  (28)  (29)

   

Noorwegen

628 (27)  (28)

   

Faeröer

0 (27)  (28)  (30)

   

TAC

Niet relevant

 

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

 

3.

In bijlage IV, punt 4, wordt tabel A vervangen door:

„Tabel A

 

Aantal vissersvaartuigen (31)

 

Cyprus (32)

Griekenland (33)

Kroatië

Italië

Frankrijk

Spanje

Malta (34)

Vaartuigen voor de visserij met de ringzegen

1

1

16

12

20

6

1

Vaartuigen voor de visserij met de beug

20 (35)

0

0

30

8

31

54

Met de hengel vissende vaartuigen

0

0

0

0

37

60

0

Met de handlijn vissende vaartuigen

0

0

12

0

33 (36)

2

0

Trawlers

0

0

0

0

57

0

0

Vaartuigen voor andere ambachtelijke visserij (37)

0

42

0

0

118

184

0

 

  • (1) 
    Exclusief wateren binnen zes zeemijl van de basislijnen van het Verenigd Koninkrijk bij Shetland, Fair Isle en Foula.
  • (2) 
    Maximaal 2 % van het quotum mag bestaan uit bijvangsten van wijting en makreel (OT1/*2A3A4). Overeenkomstig deze bepaling op het quotum in mindering gebrachte bijvangsten van wijting en makreel en overeenkomstig artikel 15, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 op het quotum in mindering gebrachte bijvangsten van soorten mogen samen niet hoger zijn dan 9 % van het quotum.

Bijzondere voorwaarde:

binnen de limieten van de bovenstaande quota mag in de onderstaande beheersgebieden voor zandspieringen, als bepaald in bijlage IID, niet meer worden gevangen dan de hieronder opgegeven hoeveelheden:

 

Gebied

:

wateren van de Unie van de beheersgebieden voor zandspieringen

 

1r

2r (3)

3r

4

5r

6

7r

 

(SAN/234_1R)

(SAN/234_2R)

(SAN/234_3R)

(SAN/234_4)

(SAN/234_5R)

(SAN/234_6)

(SAN/234_7R)

Denemarken

126 837

4 717

8 177

55 979

0

165

0

Verenigd Koninkrijk

2 772

103

179

1 224

0

4

0

Duitsland

194

7

13

86

0

0

0

Zweden

4 658

173

300

2 056

0

6

0

Unie

134 461

5 000

8 669

59 345

0

175

0

Totaal

134 461

5 000

8 669

59 345

0

175

0

  • (3) 
    In beheersgebied 2r mag de TAC enkel worden gevangen als een monitoring-TAC met een bijbehorend bemonsteringsprotocol voor de visserij.”;
  • (4) 
    Uitsluitend voor bijvangsten. Uit hoofde van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.
  • (5) 
    Te vangen in de wateren van de Unie van 2a, 4, 5b, 6 en 7 (USK/*24X7C).
  • (6) 
    Bijzondere voorwaarde: waarvan een incidentele vangst van andere soorten tot 25 % per vaartuig in 5b, 6 en 7 is toegestaan. In de eerste 24 uur na het begin van de visserijactiviteiten op een bepaalde visgrond mag dit percentage evenwel worden overschreden. De totale incidentele vangst van andere soorten in 5b, 6 en 7 mag niet meer bedragen dan de volgende hoeveelheid in ton (OTH/*5B67-): 3 000. De bijvangst van kabeljauw uit hoofde van deze bepaling mag in 6a niet meer bedragen dan 5 %.
  • (7) 
    Met inbegrip van leng. De volgende quota voor Noorwegen mogen in 5b, 6 en 7 alleen met beuglijnen worden gevangen:
 

Leng (LIN/*5B67-)

7 500

Lom (USK/*5B67-)

2 923

  • (8) 
    De lom- en lengquota voor Noorwegen zijn uitwisselbaar tot de volgende maximumhoeveelheid in ton: 2 000.”;
  • (9) 
    Van dit quotum mogen overdrachten plaatsvinden naar wateren van de Unie van 2a en 4. Deze overdrachten worden evenwel vooraf aan de Commissie gemeld.
  • Binnen de volgende totale TAC voor het noordelijke heekbestand: 111 785.”;
  • Bijzondere voorwaarde: met inachtneming van een totale toegangshoeveelheid van 21 500 ton voor de Unie mogen lidstaten ten hoogste het volgende percentage van hun quota in de wateren van de Faeröer vangen (WHB/*05-F.): 9,2 %.
  • Van dit quotum mogen overdrachten plaatsvinden naar 8c, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1. Deze overdrachten worden evenwel vooraf aan de Commissie gemeld.
  • Bijzondere voorwaarde: van de EU-quota in wateren van de Unie en internationale wateren van 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8a, 8b, 8d, 8e, 12 en 14 (WHB/*NZJM1) en in 8c, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1 (WHB/*NZJM2), mag de volgende hoeveelheid worden gevangen in de Noorse exclusieve economische zone of in de visserijzone rond Jan Mayen: 227 975.”;
  • Bijzondere voorwaarde: maximaal 15 % van dit quotum mag in wateren van de Unie van 4 gevist worden (LIN/*04-C.).
  • Bijzondere voorwaarde: waarvan een incidentele vangst van andere soorten tot 25 % per vaartuig in 5b, 6 en 7 is toegestaan. In de eerste 24 uur na het begin van de visserijactiviteiten op een bepaalde visgrond mag dit percentage evenwel worden overschreden. De totale incidentele vangst van andere soorten in 5b, 6 en 7 mag niet meer bedragen dan de volgende hoeveelheid in ton (OTH/*6X14): 3 000. De bijvangst van kabeljauw uit hoofde van deze bepaling mag in 6a niet meer bedragen dan 5 %.
  • Inclusief lom. De quota voor Noorwegen mogen in 5b, 6 en 7 alleen met beuglijnen worden gevangen en bedragen:
 

Leng (LIN/*5B67-)

7 500

Lom (USK/*5B67-)

2 923

  • De leng- en lomquota voor Noorwegen zijn uitwisselbaar tot de volgende maximumhoeveelheid in ton: 2 000.
  • Inclusief lom. Te vangen in 6b en 6a ten noorden van 56° 30′ NB (LIN/*6BAN.).
  • Bijzondere voorwaarde: waarvan een incidentele vangst van andere soorten tot 20 % per vaartuig in 6a en 6b is toegestaan. In de eerste 24 uur na het begin van de visserijactiviteiten op een bepaalde visgrond mag dit percentage evenwel worden overschreden. De totale incidentele vangst van andere soorten in 6a en 6b mag niet meer bedragen dan de volgende hoeveelheid in ton (OTH/*6AB.): 75.”;
  • Dit quotum mag uitsluitend in de wateren van de Unie van 3a en van de deelsectoren 22-24 worden gevangen.”;
  • Maximaal 5 % van het quotum mag bestaan uit bijvangsten van evervissen, schelvis, wijting en makreel (OTH/*4BC7D). Overeenkomstig deze bepaling op het quotum in mindering gebrachte bijvangsten van evervissen, schelvis, wijting en makreel en overeenkomstig artikel 15, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 op het quotum in mindering gebrachte bijvangsten van soorten mogen samen niet hoger zijn dan 9 % van het quotum.
  • Bijzondere voorwaarde: tot 5 % van wat voor dit quotum in sector 7d wordt gevangen, mag worden verrekend met het quotum voor het volgende gebied: wateren van de Unie van 2a, 4a, 6, 7a-c, 7e-k, 8a, 8b, 8d en 8e; wateren van de Unie en internationale wateren van 5b; internationale wateren van 12 en 14 (JAX/*2A-14).
  • Mag worden gevangen in wateren van de Unie van 4a, maar mag niet worden gevangen in wateren van de Unie van 7d (JAX/*04-C.).”.
  • Met uitzondering van Duitsland, Spanje, Frankrijk, Polen, Portugal en het Verenigd Koninkrijk.
  • De toewijzing van het aandeel van het voor de Unie beschikbare kabeljauwbestand in de zone Spitsbergen en Bereneiland en de bijvangsten van schelvis laten de uit het Verdrag van Parijs van 1920 voortvloeiende rechten en verplichtingen geheel onverlet.
  • Bijvangsten van schelvis mogen per trek tot 14 % uitmaken. De bijvangsten van schelvis komen boven op het quotum voor kabeljauw.”;
  • Mag alleen worden gevangen van 10 mei tot en met 31 december.
  • Mag uitsluitend worden gevangen in Groenlandse wateren binnen het beschermingsgebied voor roodbaarzen dat wordt begrensd door de lijnen die de punten met de volgende coördinaten met elkaar verbinden:
 

Punt

Breedtegraad

Lengtegraad

1

64° 45′ NB

28° 30′ WL

2

62° 50′ NB

25° 45′ WL

3

61° 55′ NB

26° 45′ WL

4

61° 00′ NB

26° 30′ WL

5

59° 00′ NB

30° 00′ WL

6

59° 00′ NB

34° 00′ WL

7

61° 30′ NB

34° 00′ WL

8

62° 50′ NB

36° 00′ WL

9

64° 45′ NB

28° 30′ WL

  • Bijzondere voorwaarde: dit quotum mag ook worden gevangen in de internationale wateren van bovengenoemd beschermingsgebied voor roodbaarzen (RED/*5-14P).
  • Mag uitsluitend worden gevangen in Groenlandse wateren van 5 en 14 (RED/*514GN).”.
  • De in de punten 1, 2 en 3 vermelde aantallen kunnen naar beneden worden bijgesteld om aan de internationale verplichtingen van de Unie te voldoen.
  • Eén middelgroot vaartuig voor de visserij met de ringzegen mag door maximaal tien vaartuigen voor de visserij met de beug of door één klein vaartuig voor de visserij met de ringzegen en maximaal drie vaartuigen voor de visserij met de beug worden vervangen.
  • Eén middelgroot vaartuig voor de visserij met de ringzegen mag door maximaal tien vaartuigen voor de visserij met de beug of door één klein vaartuig voor de visserij met de ringzegen en drie vaartuigen voor andere ambachtelijke visserij worden vervangen.
  • Eén middelgroot vaartuig voor de visserij met de ringzegen mag door maximaal tien vaartuigen voor de visserij met de beug worden vervangen.
  • Polyvalente vaartuigen, die gebruikmaken van verschillende soorten vistuig.
  • Met de handlijn vissende vaartuigen die actief zijn in de Atlantische Oceaan.
  • Polyvalente vaartuigen, die gebruikmaken van verschillende soorten vistuig (beug, handlijn, sleeplijn).”.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.