Aanbeveling 2017/948 - Gebruik van de brandstofverbruiks- en CO2-emissiewaarden op basis waarvan typegoedkeuring is verleend en die volgens de wereldwijd geharmoniseerde testprocedure voor lichte voertuigen zijn gemeten, bij het beschikbaar maken van informatie voor de consument overeenkomstig Richtlijn 1999/94/EG

1.

Wettekst

2.6.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 142/100

 

AANBEVELING (EU) 2017/948 VAN DE COMMISSIE

van 31 mei 2017

betreffende het gebruik van de brandstofverbruiks- en CO2-emissiewaarden op basis waarvan typegoedkeuring is verleend en die volgens de wereldwijd geharmoniseerde testprocedure voor lichte voertuigen zijn gemeten, bij het beschikbaar maken van informatie voor de consument overeenkomstig Richtlijn 1999/94/EG van het Europees Parlement en de Raad

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2017) 3525)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 1999/94/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 1999 betreffende de beschikbaarheid van consumenteninformatie over het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot bij het op de markt brengen van nieuwe personenauto's (1), en met name artikel 9, lid 2, onder c),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Een nieuwe regelgevende testprocedure voor het meten van de CO2-emissies en het brandstofverbruik van lichte voertuigen, de „World Harmonised Light Vehicles Test Procedure” (wereldwijd geharmoniseerde testprocedure voor lichte voertuigen, WLTP), vastgesteld bij Verordening C(2017) 3521 van de Commissie (2), zal de „New European Driving Cycle” (nieuwe Europese rijcyclus, NEDC), die momenteel krachtens Verordening (EG) nr. 692/2008 van de Commissie (3) wordt toegepast, maar niet langer aan de hedendaagse rijomstandigheden of voertuigtechnologieën beantwoordt, binnenkort vervangen. De WLTP zal striktere testomstandigheden omvatten en realistischer brandstofverbruiks- en CO2-emissiewaarden opleveren, wat de consument ten goede zal komen. De voorschriften betreffende consumenteninformatie zouden ook moeten aangeven hoe de toegang tot die verbeterde informatie en de vergelijkbaarheid ervan zullen worden gewaarborgd.

 

(2)

Richtlijn 1999/94/EG moet ervoor zorgen dat informatie over het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot van nieuwe personenauto's die in de Unie te koop of voor leasing worden aangeboden, ter beschikking van de consument wordt gesteld, zodat hij bij de aankoop van een nieuwe auto met kennis van zaken een keuze kan maken. Volgens die richtlijn moet, wat nieuwe personenauto's betreft, de consument kunnen beschikken over informatie over zowel het officiële brandstofverbruik als de officiële specifieke CO2-uitstoot, zoals gedefinieerd in artikel 2, punten 5 en 6. De te hanteren waarden zijn die op basis waarvan typegoedkeuring is verleend en die door de typegoedkeuringsinstantie zijn gemeten overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG) nr. 715/2007 van het Europees Parlement en de Raad (4) en van Verordening (EG) nr. 692/2008, met name bijlage XII ervan, en die zijn opgenomen in bijlage VIII bij Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad (5). Die waarden moeten aan het EG-typegoedkeuringscertificaat van het voertuig worden gehecht en in het conformiteitscertificaat worden opgenomen.

 

(3)

De WLTP moet geleidelijk worden ingevoerd, eerst voor nieuwe typen personenauto's zoals beschreven in Richtlijn 2007/46/EG, bijlage II, deel B, vanaf 1 september 2017 en daarna voor nieuwe personenauto's vanaf 1 september 2018. Voertuigen uit restantvoorraden volgens de definitie in Richtlijn 2007/46/EG, artikel 3, punt 22, waarvoor typegoedkeuring is verleend en volgens de NEDC metingen zijn verricht, mogen gedurende een periode van twaalf maanden vanaf de datum waarop de geldigheid van de EG-typegoedkeuring is verstreken, d.w.z. tot en met 31 augustus 2019, in de handel worden gebracht. Bijgevolg moeten vanaf 1 september 2019 alle nieuwe personenauto's die in de Unie op de markt worden gebracht, worden getest volgens de WLTP.

 

(4)

Tijdens de geleidelijke invoering van de WLTP moeten op het EG-typegoedkeuringscertificaat en het conformiteitscertificaat van het voertuig de brandstofverbruiks- en CO2-emissiewaarden worden vermeld op basis waarvan typegoedkeuring is verleend en die volgens de NEDC en/of de WLTP zijn gemeten. Voor personenauto's met een typegoedkeuring volgens de WLTP zullen de brandstofverbruiks- en CO2-emissiewaarden volgens zowel de WLTP als de NEDC in het conformiteitscertificaat worden opgenomen.

 

(5)

Voor die overgangsperiode met geleidelijke invoering van de WLTP is het dus belangrijk duidelijk aan te geven welke waarden voor consumenteninformatie overeenkomstig Richtlijn 1999/94/EG moeten worden gebruikt om ervoor te zorgen dat die informatie voor alle nieuwe personenauto's in alle lidstaten vergelijkbaar blijft.

 

(6)

De volgens de WLTP gemeten brandstofverbruiks- en CO2-emissiewaarden zullen hoogstwaarschijnlijk verschillen van die welke volgens de NEDC zijn gemeten. Voor een en dezelfde auto zullen de WLTP-waarden in veel gevallen hoger zijn dan de NEDC-waarden. Voorts zal de WLTP, in tegenstelling tot de NEDC, voor elk individueel voertuig specifieke brandstofverbruiks- en CO2-emissiewaarden verstrekken die een weerspiegeling zijn van de voertuigspecificaties en de optionele uitrusting waardoor die waarden worden beïnvloed. Zo zou aan de consumenten nauwkeuriger en realistischer informatie over elke nieuwe personenauto of, voor een bepaald automodel, over de verschillende mogelijke brandstofverbruiks- en CO2-emissiewaarden moeten kunnen worden verstrekt.

 

(7)

De resultaten van de tests van de brandstofverbruiks- en CO2-emissiewaarden worden geregistreerd voor verschillende testfasen. Voor voertuigen met typegoedkeuring volgens de NEDC worden er waarden voor rijden „in de stad” en „buiten de stad”, alsook „gecombineerde” en „gewogen, gecombineerde” waarden verstrekt. Voor voertuigen met typegoedkeuring volgens de WLTP worden er „lage”, „gemiddelde”, „hoge” en „extrahoge” waarden, alsook „gecombineerde” en „gewogen, gecombineerde” waarden verstrekt. Om de vergelijkbaarheid te waarborgen zou de consument ten minste over de „gecombineerde” waarden van de toepasselijke testmethode moeten beschikken.

 

(8)

Indien fabrikanten, los van de etiketten, gidsen en affiches of het reclamemateriaal zoals voorgeschreven bij Richtlijn 1999/94/EG, de consument vrijwillig op niet-geharmoniseerde testprotocollen gebaseerde informatie over het brandstofverbruik of de CO2-uitstoot verstrekken, zou de consument er duidelijk op moeten worden geattendeerd dat die waarden op niet-geharmoniseerde testprotocollen zijn gebaseerd. De consument moet worden geadviseerd het brandstofverbruik of de CO2-uitstoot van nieuwe personenauto's met elkaar te vergelijken door waarden te gebruiken die volgens een geharmoniseerd EU-testprotocol zijn gemeten en op basis waarvan typegoedkeuring is verleend.

 

(9)

Bij de omzetting van Richtlijn 1999/94/EG hebben sommige lidstaten ervoor gekozen om, naast de gegevens over het brandstofverbruik en de specifieke CO2-uitstoot, ook informatie over luchtverontreinigende stoffen op de voertuigetiketten te vermelden. Met de invoering van de WLTP en van de RDE-procedure om de emissies in reële rijomstandigheden te meten, en met de nieuwe voorschriften om een maximumwaarde van de emissies in reële rijomstandigheden op het conformiteitscertificaat van nieuwe auto's te vermelden (6), zal er vanaf 1 september 2017 informatie over luchtverontreinigende stoffen voor alle nieuwe voertuigtypen en vanaf 1 september 2019 voor alle nieuwe voertuigen beschikbaar zijn. Overeenkomstig de aanbeveling van het Europees Parlement ingevolge het onderzoek naar emissiemetingen in de automobielsector (7) zouden de lidstaten moeten overwegen die informatie ter beschikking te stellen van de consument om hem daarvan bewust te maken en hem in staat te stellen bij de aankoop van een auto met kennis van zaken een keuze te maken.

 

(10)

Om ervoor te zorgen dat de consument volledig inzicht krijgt in de gevolgen van de overgang naar de WLTP, zouden alle betrokken partijen voorlichtingscampagnes moeten voeren of daaraan moeten bijdragen om de effecten van de nieuwe testprocedure op de brandstofverbruiks- en CO2-emissiewaarden toe te lichten. Bij die voorlichtingscampagnes zouden de overheden, consumentenverenigingen, milieuorganisaties, niet-gouvernementele organisaties, chauffeursverenigingen en de auto-industrie moeten worden betrokken.

 

(11)

Na overleg met de deskundigengroep voor de ontwikkeling en uitvoering van het beleid inzake de CO2-emissies van wegvoertuigen, met deskundigen uit de industrie, consumentenorganisaties en andere niet-gouvernementele organisaties en met de lidstaten, acht de Commissie het passend om aanbevelingen te doen over de wijze waarop het officiële brandstofverbruik en de officiële specifieke CO2-uitstoot van nieuwe personenauto's zouden moeten worden geformuleerd om de consument te informeren.

 

(12)

Er zou een aanbeveling moeten worden vastgesteld om de consumenten een weloverwogen keuze te kunnen laten maken en om een geharmoniseerde toepassing van Richtlijn 1999/94/EG in de hele Unie te bevorderen.

 

(13)

De in deze aanbeveling vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 10 van Richtlijn 1999/94/EG ingestelde comité,

HEEFT DE VOLGENDE AANBEVELING VASTGESTELD:

 

1.

De lidstaten zouden ervoor moeten zorgen dat de op de conformiteitscertificaten van nieuwe geregistreerde auto's vermelde NEDC-waarden worden gebruikt om tot en met 31 december 2018 het officiële brandstofverbruik en de officiële specifieke CO2-uitstoot zoals gedefinieerd in Richtlijn 1999/94/EG, artikel 2, punten 5 en 6, aan de consumenten mede te delen. Na die datum moeten de tests en de typegoedkeuring van alle nieuwe voertuigen die in de Unie op de markt worden gebracht, volgens de WLTP plaatsvinden.

 

2.

Vanaf 1 januari 2019 zouden de lidstaten ervoor moeten zorgen dat ter informatie van de consument alleen WLTP-brandstofverbruiks- en CO2-emissiewaarden worden gebruikt.

 

3.

De lidstaten zouden ervoor moeten zorgen dat na 1 januari 2019, wanneer voertuigen uit restantvoorraden mogelijk nog alleen maar NEDC-waarden hebben, die waarden vergezeld gaan van een disclaimer dat het voertuig een voertuig uit restantvoorraad is en dat de waarden niet vergelijkbaar zijn met waarden die op de WLTP zijn gebaseerd.

 

4.

De lidstaten zouden ervoor moeten zorgen dat het etiket dat op het verkooppunt op elke nieuwe personenauto is aangebracht of dicht bij de auto op een display wordt getoond, informatie bevat over het officiële brandstofverbruik en de officiële specifieke CO2-emissiewaarden van het voertuig waarop het betrekking heeft.

 

5.

De lidstaten zouden ervoor moeten zorgen dat de gids voor het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot, alsook de affiche of display op het verkooppunt informatie bevatten over het officiële brandstofverbruik en de officiële specifieke CO2-emissiewaarden van het voertuig waarop ze betrekking hebben. Wanneer verschillende varianten en/of uitvoeringen onder één model zijn gegroepeerd, zouden de op te geven waarden die van het individuele voertuig met de hoogste waarden binnen die groep moeten zijn.

 

6.

De lidstaten zouden ervoor moeten zorgen dat reclamemateriaal met verwijzing naar een specifiek nieuw model personenauto of een uitvoering of variant ervan, informatie bevat over het officiële brandstofverbruik en de officiële specifieke CO2-emissiewaarden van het voertuig waarop het betrekking heeft. Indien het om meer dan één model gaat, zouden de lidstaten ervoor moeten zorgen dat de informatie het officiële brandstofverbruik en de officiële specifieke CO2-emissiewaarden bevat van alle voertuigen waarop zij betrekking heeft, of het verschil aangeeft tussen de slechtste en de beste waarden van al die voertuigen. Voor voertuigen met typegoedkeuring volgens de WLTP zouden de slechtste en de beste waarden die van de op de markt beschikbare nieuwe personenauto's moeten zijn zoals aangegeven op het conformiteitscertificaat.

 

7.

De lidstaten zouden ervoor moeten zorgen dat langs elektronische weg verspreid reclamemateriaal waarmee consumenten een specifiek voertuig kunnen configureren, zoals online car configurators, de consumenten duidelijk aangeeft hoe verschillende specifieke uitrustingsstukken en eventuele opties van invloed zijn op de brandstofverbruiks- en CO2-emissiewaarden die volgens de WLTP zijn gemeten en op basis waarvan typegoedkeuring is verleend.

 

8.

Indien lidstaten toestaan dat WLTP-brandstofverbruiks- en CO2-emissiewaarden als aanvullende informatie vóór 1 januari 2019 worden verstrekt om de consument zo spoedig mogelijk toegang te geven tot brandstofverbruiks- en CO2-emissiewaarden die representatiever zijn voor reële rijomstandigheden, zouden ze ervoor moeten zorgen dat die aanvullende informatie duidelijk en los van de etiketten, gidsen en affiches of van het reclamemateriaal zoals voorgeschreven bij Richtlijn 1999/94/EG, wordt gepresenteerd en dat zij de volgende tekst bevat:

„Vanaf 1 september 2017 zal voor bepaalde nieuwe voertuigen typegoedkeuring worden verleend volgens de World Harmonised Light Vehicles Test Procedure (wereldwijd geharmoniseerde testprocedure voor lichte voertuigen, WLTP), een nieuwe, realistischer testprocedure om het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot te meten. Vanaf 1 september 2018 zal de WLTP de New European Driving Cycle (nieuwe Europese rijcyclus, NEDC), d.w.z. de huidige testprocedure, volledig vervangen. Door realistischer testomstandigheden liggen het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot, gemeten volgens de WLTP, in veel gevallen hoger dan die gemeten volgens de NEDC.”.

 

9.

De lidstaten zouden ervoor moeten zorgen dat de consument, voordat hij een besluit neemt over de aankoop van een auto, wordt geïnformeerd over de veranderingen in de brandstofverbruiks- en CO2-emissiewaarden als gevolg van de invoering van de WLTP en over de gevolgen die deze veranderingen kunnen hebben op het moment van registratie.

 

10.

De lidstaten zouden ervoor moeten zorgen dat het officiële brandstofverbruik en de officiële specifieke CO2-emissiewaarde ten minste de volgens de toegepaste testprocedure gemeten „gecombineerde” waarden omvatten.

 

11.

Indien fabrikanten, los van de etiketten, gidsen en affiches of het reclamemateriaal zoals voorgeschreven bij Richtlijn 1999/94/EG, de consument vrijwillig op niet-geharmoniseerde testprotocollen gebaseerde informatie over het brandstofverbruik of de CO2-uitstoot verstrekken, zouden de lidstaten ervoor moeten zorgen dat die informatie de volgende tekst bevat:

„De brandstofverbruiks- of CO2-emissiewaarden zijn op niet-geharmoniseerde testprotocollen gebaseerd. Ze worden alleen ter informatie meegedeeld. Om de volgens een geharmoniseerd EU-testprotocol gemeten brandstofverbruiks- of CO2-emissiewaarden van een nieuwe personenauto te vergelijken, moeten officiële brandstofverbruiks- of CO2-emissiewaarden worden gebruikt [hyperlink naar waar deze waarden beschikbaar zijn].”.

 

12.

De lidstaten zouden de mogelijkheid moeten overwegen om de informatie over de maximumwaarde van de luchtverontreinigende stoffen in reële rijomstandigheden die op het conformiteitscertificaat van elk voertuig is aangegeven, ook te vermelden op het etiket dat op het verkooppunt op elke nieuwe personenauto is aangebracht of dicht bij de auto op een display wordt getoond.

 

13.

De lidstaten zouden ervoor moeten zorgen dat specifieke voorlichtingscampagnes worden gevoerd om de consument de invoering van de WLTP en de gevolgen ervan voor de brandstofverbruiks- en CO2-emissiewaarden, met name de verhoging van die waarden vergeleken met die gemeten volgens de NEDC, en de betekenis van de waarden als gevolg van verschillende testfasen, uit te leggen.

 

14.

Deze aanbeveling is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 31 mei 2017.

Voor de Commissie

Miguel ARIAS CAÑETE

Lid van de Commissie

 

  • (2) 
    Verordening C(2017) 3521 van 1 juni 2017 van de Commissie tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 715/2007 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 5 en Euro 6) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie, tot wijziging van Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EG) nr. 692/2008 van de Commissie en Verordening (EU) nr. 1230/2012 van de Commissie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 692/2008 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
  • (3) 
    Verordening (EG) nr. 692/2008 van de Commissie van 18 juli 2008 tot uitvoering en wijziging van Verordening (EG) nr. 715/2007 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 5 en Euro 6) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie (PB L 199 van 28.7.2008, blz. 1).
  • (4) 
    Verordening (EG) nr. 715/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 5 en Euro 6) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie (PB L 171 van 29.6.2007, blz. 1).
  • (5) 
    Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007 tot vaststelling van een kader voor de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd (Kaderrichtlijn) (PB L 263 van 9.10.2007, blz. 1).
  • (6) 
    Verordening (EU) 2016/646 van de Commissie van 20 april 2016 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 692/2008 wat de emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 6) betreft (PB L 109 van 26.4.2016, blz. 1).
  • (7) 
    P8_TA(2017)0100.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.