Uitvoeringsbesluit 2017/319 - Wijziging van Uitvoeringsbesluit 2013/677/EU waarbij Luxemburg wordt gemachtigd af te wijken van artikel 285 van de btw-richtlijn

1.

Wettekst

24.2.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 47/7

 

UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2017/319 VAN DE RAAD

van 21 februari 2017

tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2013/677/EU waarbij Luxemburg wordt gemachtigd een bijzondere maatregel in te voeren die afwijkt van artikel 285 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1), en met name artikel 395,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Krachtens artikel 285 van Richtlijn 2006/112/EG kunnen lidstaten die geen gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid van artikel 14 van de Tweede Richtlijn 67/228/EEG van de Raad (2), vrijstelling van de belasting over de toegevoegde waarde („btw”) toekennen aan belastingplichtigen met een jaaromzet van niet meer dan 5 000 EUR of de tegenwaarde daarvan in de nationale munteenheid. Deze lidstaten kunnen ook een degressieve belastingvermindering verlenen aan belastingplichtigen van wie de jaaromzet hoger is dan het plafond dat zij voor de toepassing van de vrijstelling hebben vastgesteld.

 

(2)

Bij Uitvoeringsbesluit 2013/677/EU van de Raad (3) werd Luxemburg gemachtigd om bij wijze van maatregel die afwijkt van artikel 285 van Richtlijn 2006/112/EG („de derogatiemaatregel”) belastingplichtigen met een jaaromzet van niet meer dan 25 000 EUR tot 31 december 2016 van de btw vrij te stellen.

 

(3)

Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 26 september 2016, heeft Luxemburg verzocht om machtiging teneinde de derogatiemaatregel te verlengen met ingang van 1 januari 2017 en tegelijkertijd ook de drempel van 25 000 EUR tot 30 000 EUR te verhogen.

 

(4)

Bij brief van 4 oktober 2016 heeft de Commissie de overige lidstaten van het verzoek van Luxemburg in kennis gesteld. Bij brief van 5 oktober 2016 heeft de Commissie Luxemburg meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

 

(5)

Uit de door Luxemburg verstrekte gegevens blijkt dat 970 extra belastingplichtigen van deze derogatiemaatregel gebruik zouden kunnen maken om hun btw-verplichtingen zoals vastgesteld in de hoofdstukken 2 tot en met 6 van titel XI van Richtlijn 2006/112/EG te verlichten. Dit zou ook de lasten voor de belastingdienst verlichten, die dan immers bij minder kleine bedrijven de btw moet innen en controles moet verrichten.

 

(6)

Aangezien de derogatiemaatregel de btw-verplichtingen voor kleine bedrijven zal verlichten, terwijl deze overeenkomstig artikel 290 van Richtlijn 2006/112/EG nog altijd voor het normale btw-stelsel kunnen kiezen, dient Luxemburg te worden gemachtigd de verhoogde drempel tot en met 31 december 2019 toe te passen.

 

(7)

Derogaties worden doorgaans op tijdelijke basis toegestaan om te kunnen evalueren of ze passend en effectief zijn. Bovendien worden de artikelen 281 tot en met 294 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende een bijzondere regeling voor kleine ondernemingen momenteel geëvalueerd en bijgevolg is het mogelijk dat een richtlijn tot wijziging van deze bepalingen vóór 31 december 2019 in werking zal treden. De gevraagde derogatiemaatregel moet daarom in de tijd worden beperkt en een vervalbepaling krijgen.

 

(8)

Teneinde ervoor te zorgen dat de doelstellingen van de derogatiemaatregel, met name het voorkomende van verstorende gevolgen en het verzekeren van gelijke randvoorwaarden, worden bereikt, is het aangewezen dat dit besluit wordt toegepast met ingang van 1 januari 2017. Door te bepalen dat de derogatiemaatregel retroactief wordt toegepast, worden de legitieme verwachtingen van de betrokken personen gerespecteerd, aangezien de derogatiemaatregel geen afbreuk doet aan de rechten en verplichtingen van marktdeelnemers.

 

(9)

Uit door Luxemburg verstrekte gegevens blijkt dat de verhoogde drempel geen noemenswaardige invloed zal hebben op de totale opbrengst in het stadium van het eindverbruik.

 

(10)

De derogatiemaatregel is in overeenstemming met de doelstellingen van de mededeling van de Commissie „Denk eerst klein” — Een „Small Business Act” voor Europa” van 25 juni 2008.

 

(11)

De derogatiemaatregel heeft geen gevolgen voor de eigen middelen van de Unie uit de btw omdat Luxemburg een compensatieberekening zal verrichten overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 van de Raad (4).

 

(12)

Uitvoeringsbesluit 2013/677/EU moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De artikelen 1 en 2 van Uitvoeringsbesluit 2013/677/EU worden vervangen door:

„Artikel 1

In afwijking van artikel 285 van Richtlijn 2006/112/EG wordt Luxemburg gemachtigd om belastingplichtigen met een jaaromzet van niet meer dan 30 000 EUR van de btw vrij te stellen.

Artikel 2

Dit besluit wordt van kracht op de datum van kennisgeving ervan.

Dit besluit is van toepassing van 1 januari 2017 tot en met 31 december 2019 dan wel de datum van inwerkingtreding van een richtlijn tot wijziging van de artikelen 281 tot en met 294 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende de bijzondere regeling voor kleine ondernemingen, indien deze datum eerder valt.”.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot het Groothertogdom Luxemburg.

Gedaan te Brussel, 21 februari 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

  • E. 
    SCICLUNA
 

  • (2) 
    Tweede Richtlijn 67/228/EEG van de Raad van 11 april 1967 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Structuur en wijze van toepassing van het gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB 71 van 14.4.1967, blz. 1303/67).
  • (3) 
    Uitvoeringsbesluit 2013/677/EU van de Raad van 15 november 2013 waarbij Luxemburg wordt gemachtigd een bijzondere maatregel in te voeren die afwijkt van artikel 285 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 316 van 27.11.2013, blz. 33).
  • (4) 
    Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 van de Raad van 29 mei 1989 betreffende de definitieve uniforme regeling voor de inning van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (PB L 155 van 7.6.1989, blz. 9).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.