Besluit 2016/1062 - Sluiting van de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij met Liberia en van het Protocol voor de tenuitvoerlegging daarvan

1.

Wettekst

1.7.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 177/1

 

BESLUIT (EU) 2016/1062 VAN DE RAAD

van 24 mei 2016

betreffende de sluiting namens de Europese Unie van de Partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Liberia en van het Protocol voor de tenuitvoerlegging daarvan

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, in samenhang met artikel 218, lid 6, tweede alinea, onder a), en artikel 218, lid 7,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Unie en de Republiek Liberia hebben onderhandeld over een Partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij (hierna „de overeenkomst” genoemd) en een Protocol voor de tenuitvoerlegging daarvan (hierna „het protocol” genoemd), waarbij aan Unievaartuigen vangstmogelijkheden worden toegekend in de wateren waarover de Republiek Liberia de soevereiniteit of de jurisdictie voor visserijaangelegenheden heeft.

 

(2)

De overeenkomst en het protocol zijn overeenkomstig Besluit (EU) 2015/2312 van de Raad (2) ondertekend en worden met ingang van 9 december 2015 voorlopig toegepast.

 

(3)

Bij de overeenkomst is een gemengde commissie opgericht die is belast met het toezicht op de tenuitvoerlegging, de uitlegging en de toepassing ervan. Voorts kan de gemengde commissie bepaalde wijzigingen van het protocol goedkeuren. Om de goedkeuring van dergelijke wijzigingen te vergemakkelijken dient de Commissie, onder bepaalde voorwaarden, te worden gemachtigd deze wijzigingen goed te keuren volgens een vereenvoudigde procedure.

 

(4)

De overeenkomst en het protocol moeten worden goedgekeurd.

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De Partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Liberia en het Protocol voor de tenuitvoerlegging daarvan worden namens de Unie goedgekeurd.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad verricht namens de Unie de in artikel 16 van de overeenkomst en artikel 13 van het protocol bedoelde kennisgevingen (3).

Artikel 3

De Europese Commissie wordt, met inachtneming van de bepalingen en voorwaarden van de bijlage bij dit besluit, gemachtigd om, namens de Unie, haar goedkeuring te hechten aan wijzigingen van het protocol binnen de gemengde commissie.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 24 mei 2016.

Voor de Raad

De voorzitter

A.G. KOENDERS

 

  • (1) 
    Goedkeuring verleend op 10 mei 2016 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad)/
  • (2) 
    Besluit (EU) 2015/2312 van de Raad van 30 november 2015 betreffende de ondertekening namens de Europese Unie van de Partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Liberia en van het protocol voor de tenuitvoerlegging daarvan (PB L 328 van 12.12.2015, blz. 1).
  • (3) 
    De datum van inwerkingtreding van de overeenkomst en van het protocol wordt door het secretariaat-generaal van de Raad bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
 

BIJLAGE

Reikwijdte van de verleende bevoegdheden en procedure voor de vaststelling van het Uniestandpunt in de gemengde commissie opgericht bij artikel 8 van de overeenkomst

 
 

1.

De Commissie is gemachtigd om met de Republiek Liberia te onderhandelen en, waar passend en indien is voldaan aan punt 3 van deze bijlage, overeenstemming te bereiken over wijzigingen van het protocol die betrekking hebben op de volgende aspecten:

 

a)

herziening van de vangstmogelijkheden overeenkomstig de artikelen 6 en 7 van het protocol;

 

b)

besluitvorming over de nadere bijzonderheden van de sectorale steun overeenkomstig artikel 4 van het protocol;

 

c)

besluitvorming over maatregelen voor het verzekeren van een duurzaam beheer van de visbestanden overeenkomstig artikel 5, lid 5, van het protocol;

 

d)

technische bepalingen van het protocol en de bijlage daarbij die onder de bevoegdheid van de gemengde commissie vallen overeenkomstig artikel 6, lid 2, van het protocol.

 
 

2.

In de gemengde commissie:

 

a)

handelt de Unie in overeenstemming met de doelstellingen die zij in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid nastreeft;

 

b)

voegt de Unie zich naar de conclusies van de Raad van 19 maart 2012 over de mededeling inzake de externe dimensie van het gemeenschappelijk visserijbeleid;

 

c)

ijvert de Unie voor standpunten die in overeenstemming zijn met de desbetreffende voorschriften van de regionale organisaties voor visserijbeheer en die passen in de context van gezamenlijk beheer door de kuststaten.

 
 

3.

Als er in een vergadering van de gemengde commissie een besluit moet worden genomen over wijzigingen van het protocol als bedoeld in punt 1, wordt het nodige gedaan om ervoor te zorgen dat het namens de Unie in te nemen standpunt rekening houdt met de meest recente statistische, biologische en andere relevante informatie die aan de Commissie is toegezonden.

Daartoe zenden de diensten van de Commissie op basis van die informatie, en lang genoeg vóór de betrokken vergadering van de gemengde commissie, een document met de nadere bijzonderheden van het voorgestelde standpunt van de Unie ter bespreking en goedkeuring toe aan de Raad of zijn voorbereidende instanties.

Met betrekking tot de in punt 1, onder a), bedoelde aspecten is voor de goedkeuring van het beoogde Uniestandpunt door de Raad een gekwalificeerde meerderheid van stemmen vereist. In de andere gevallen wordt het in het voorbereidende document vervatte Uniestandpunt geacht te zijn goedgekeurd, tenzij een aantal lidstaten, die een blokkerende minderheid vormen, daartegen bezwaar maken tijdens een vergadering van de voorbereidende instantie van de Raad of binnen 20 dagen na ontvangst van het voorbereidende document, al naargelang hetgeen zich het eerst voordoet. Indien bezwaren worden gemaakt, wordt de zaak aan de Raad voorgelegd.

Indien tijdens latere vergaderingen, ook ter plaatse, geen overeenstemming kan worden bereikt over het verwerken van nieuwe elementen in het namens de Unie in te nemen standpunt, wordt de zaak voorgelegd aan de Raad of zijn voorbereidende instanties.

 
 

4.

De Commissie wordt verzocht te gelegener tijd stappen te ondernemen die noodzakelijk zijn voor de follow-up van het besluit van de gemengde commissie, met inbegrip van, waar passend, de bekendmaking van het betrokken besluit in het Publicatieblad van de Europese Unie, en de indiening van voorstellen die nodig zijn voor de uitvoering van dat besluit.

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.