Besluit 2016/817 - Sluiting van het protocol bij de visserijovereenkomst met de regering van Denemarken en de autonome regering van Groenland tot vaststelling van vangstmogelijkheden en tegenprestatie

1.

Wettekst

25.5.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 136/1

 

BESLUIT (EU) 2016/817 VAN DE RAAD

van 17 mei 2016

betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van het protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de regering van Denemarken en de autonome regering van Groenland, anderzijds

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, in samenhang met artikel 218, lid 6, tweede alinea, onder a), en artikel 218, lid 7,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Gezien de goedkeuring door het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op 28 juni 2007 heeft de Raad Verordening (EG) nr. 753/2007 (2) betreffende de sluiting van de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de regering van Denemarken en de autonome regering van Groenland, anderzijds („de partnerschapsovereenkomst”) vastgesteld. Het huidige protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst verstrijkt op 31 december 2015.

 

(2)

De Unie heeft met de regering van Denemarken en de regering van Groenland onderhandeld over een nieuw protocol bij de partnerschapsovereenkomst („het protocol”), waarbij de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie worden vastgesteld.

 

(3)

Het protocol is ondertekend overeenkomstig Besluit (EU) 2015/2103 (3) en wordt sinds 1 januari 2016 voorlopig toegepast.

 

(4)

Bij artikel 10 van de partnerschapsovereenkomst is een Gemengde Commissie opgericht die is belast met het toezicht op de toepassing van de partnerschapsovereenkomst en het zorgen voor de uitvoering ervan. Voorts kan de Gemengde Commissie overeenkomstig het protocol bepaalde wijzigingen van het protocol goedkeuren. Om de goedkeuring van dergelijke wijzigingen vlotter te laten verlopen, dient de Commissie er, onder bepaalde voorwaarden, toe te worden gemachtigd deze wijzigingen volgens een vereenvoudigde procedure goed te keuren.

 

(5)

Het protocol moet namens de Unie worden goedgekeurd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de regering van Denemarken en de autonome regering van Groenland, anderzijds („het protocol”) wordt namens de Unie goedgekeurd (4)

Artikel 2

De voorzitter van de Raad verricht namens de Unie de in artikel 15 van het protocol bedoelde kennisgeving.

Artikel 3

Onder voorbehoud van de bepalingen en de voorwaarden die zijn opgenomen in de bijlage bij dit besluit, is de Commissie gemachtigd om, namens de Unie, wijzigingen van het protocol goed te keuren in de Gemengde Commissie.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 17 mei 2016.

Voor de Raad

De voorzitter

M.H.P. VAN DAM

 

  • (1) 
    Goedkeuring van 12 april 2016 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
  • (2) 
    Verordening (EG) nr. 753/2007 van de Raad van 28 juni 2007 betreffende de sluiting van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de regering van Denemarken en de autonome regering van Groenland, anderzijds (PB L 172 van 30.6.2007, blz. 1).
  • (3) 
    Besluit (EU) 2015/2103 van de Raad van 16 november 2015 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van het protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de regering van Denemarken en de autonome regering van Groenland, anderzijds (PB L 305 van 21.11.2015, blz. 1).
 

BIJLAGE

Reikwijdte van de machtiging en procedure voor de vaststelling van het Uniestandpunt in de Gemengde Commissie

 
 

1.

De Commissie is gemachtigd om met Groenland te onderhandelen en, waar passend en indien is voldaan aan de voorwaarden van punt 3 van deze bijlage, over te gaan tot de goedkeuring van wijzigingen van het protocol die betrekking hebben op de volgende aspecten:

 

a)

vaststelling van de vangstmogelijkheden overeenkomstig artikel 3, leden 2 en 3,en artikel 8 van het protocol, met inbegrip van het vastleggen van de referentieprijs en de visrechten uit hoofde van artikel 8;

 

b)

besluitvorming over de nadere bijzonderheden van de sectorale steun overeenkomstig artikel 5 van het protocol;

 

c)

vaststelling van maatregelen die gericht zijn op een duurzame exploitatie van de visbestanden overeenkomstig artikel 6 van het protocol.

 
 

2.

In de Gemengde Commissie:

 

a)

handelt de Unie in overeenstemming met de doelstellingen die zij in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid nastreeft;

 

b)

voegt de Unie zich naar de conclusies van de Raad van 19 maart 2012 over de mededeling inzake de externe dimensie van het gemeenschappelijk visserijbeleid;

 

c)

ijvert de Unie voor standpunten die in overeenstemming zijn met de desbetreffende voorschriften die door de regionale organisaties voor visserijbeheer zijn vastgesteld en die passen in de context van gezamenlijk beheer door de kuststaten.

 
 

3.

Als er in een vergadering van de Gemengde Commissie een besluit moet worden genomen over wijzigingen van het protocol als bedoeld in punt 1, worden de nodige stappen gezet om ervoor te zorgen dat het namens de Unie in te nemen standpunt rekening houdt met de meest recente statistische, biologische en andere relevante informatie die aan de Commissie is toegezonden.

Daartoe wordt op basis van die informatie, en tijdig vóór de betrokken vergadering van de Gemengde Commissie, een document met de nadere bijzonderheden van het voorgestelde Uniestandpunt toegezonden aan de Commissiediensten, aan de Raad of aan zijn voorbereidende instanties, met het oog op bespreking en goedkeuring.

Met betrekking tot de in punt 1, onder a), bedoelde aspecten is voor de goedkeuring van het beoogde Uniestandpunt door de Raad een gekwalificeerde meerderheid van stemmen vereist. In de andere gevallen wordt het beoogde Uniestandpunt in het voorbereidende document geacht te zijn goedgekeurd, tenzij een aantal lidstaten, die een blokkerende minderheid vormen, daartegen bezwaar maken tijdens een vergadering van de voorbereidende instantie van de Raad of binnen twintig dagen na ontvangst van het voorbereidende document, al naargelang hetgeen zich het eerst voordoet. Indien bezwaren worden gemaakt, wordt de zaak aan de Raad voorgelegd.

Indien tijdens latere vergaderingen, ook ter plaatse, geen overeenstemming kan worden bereikt over het verwerken van nieuwe elementen in het namens de Unie in te nemen standpunt, wordt de zaak voorgelegd aan de Raad of zijn voorbereidende instanties.

 
 

4.

De Commissie wordt verzocht te gelegener tijd stappen te zetten die noodzakelijk zijn voor de follow-up van het besluit van de Gemengde Commissie, met inbegrip van, waar passend, de bekendmaking van het betrokken besluit in het Publicatieblad van de Europese Unie, en de indiening van voorstellen die nodig zijn voor de uitvoering van dat besluit.

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.