Besluit 2016/763 - Bepaling van het standpunt dat namens de EU in het Comité voor overheidsopdrachten moet worden ingenomen met betrekking tot het ontwerpbesluit inzake arbitrageprocedures overeenkomstig artikel XIX, lid 8, van de herziene Overeenkomst inzake overheidsopdrachten

1.

Wettekst

14.5.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 126/71

 

BESLUIT (EU) 2016/763 VAN DE RAAD

van 13 mei 2016

tot bepaling van het standpunt dat namens de Europese Unie in het Comité voor overheidsopdrachten moet worden ingenomen met betrekking tot het ontwerpbesluit inzake arbitrageprocedures overeenkomstig artikel XIX, lid 8, van de herziene Overeenkomst inzake overheidsopdrachten

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De herziene Overeenkomst inzake overheidsopdrachten („de herziene GPA”), die op 6 april 2014 in werking is getreden, voorziet in een vernieuwd rechtskader dat door de partijen bij deze overeenkomst moet worden toegepast op onder de overeenkomst vallende overheidsopdrachten. Ingevolge de herziene GPA kunnen de partijen bij de herziene GPA gebruikmaken van arbitrageprocedures in gevallen waarin bezwaren tegen voorstellen tot rectificatie, verplaatsingen van aanbestedende diensten van de ene bijlage naar de andere, het schrappen van een aanbestedende dienst of andere wijzigingen van de bijlagen van een partij bij Aanhangsel I zijn geformuleerd maar niet door overleg konden worden weggenomen.

 

(2)

Op grond van artikel XIX, lid 8, van de herziene GPA dient het Comité voor overheidsopdrachten arbitrageprocedures aan te nemen ter vergemakkelijking van het wegnemen van die bezwaren.

 

(3)

De partijen bij de herziene GPA hebben uitvoerig gediscussieerd over de mogelijke inhoud van dergelijke arbitrageprocedures wat verscheidene opties betreft die toepassing kunnen vinden ingeval van een voorgestelde wijziging van het toepassingsgebied van de overeenkomst ten aanzien van de overheidsopdrachten van een partij. De partijen bij de herziene GPA hebben een consensus gevonden over die aangelegenheid.

 

(4)

De arbitrageprocedures waarover overeenstemming is bereikt, zijn bepaald in een ontwerpbesluit betreffende arbitrageprocedures overeenkomstig artikel XIX, lid 8, van de herziene GPA.

 

(5)

In dat ontwerpbesluit inzake arbitrageprocedures zijn de voorwaarden neergelegd waaraan voor gebruikmaking van de arbitrageprocedures moet worden voldaan en het bevat regels voor de benoeming van arbiters, de deelname van derde partijen in arbitrageprocedures, het verloop van de procedures en de vaststelling door de arbiters.

 

(6)

De vaststelling van het ontwerpbesluit inzake arbitrageprocedures zal naar verwachting een positieve bijdrage leveren aan het bestaande rechtskader van de herziene GPA, nu het het wegnemen wil vergemakkelijken van bezwaren geformuleerd tegen voorstellen tot rectificatie, verplaatsingen van aanbestedende diensten van de ene bijlage naar de andere, het schrappen van een aanbestedende dienst of andere wijzigingen van de bijlagen van een partij bij aanhangsel I van de herziene GPA.

 

(7)

Bijgevolg is het passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie in het Comité voor overheidsopdrachten moet worden ingenomen met betrekking tot het ontwerpbesluit inzake arbitrageprocedures,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het standpunt dat namens de Unie in het Comité voor overheidsopdrachten moet worden ingenomen, bestaat erin in te stemmen met de vaststelling van het ontwerpbesluit inzake arbitrageprocedures overeenkomstig artikel XIX, lid 8, van de herziene Overeenkomst inzake overheidsopdrachten.

De tekst van het ontwerpbesluit inzake arbitrageprocedures is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 13 mei 2016.

Voor de Raad

De voorzitter

E.M.J. PLOUMEN

 

ONTWERPBESLUIT INZAKE ARBITRAGEPROCEDURES OVEREENKOMSTIG ARTIKEL XIX, LID 8, VAN DE HERZIENE GPA

Het Comité voor overheidsopdrachten („het Comité”),

Opmerkende dat artikel XIX, lid 8, van de herziene Overeenkomst inzake overheidsopdrachten („de Overeenkomst”) vereist dat het Comité arbitrageprocedures ontwikkelt ter vergemakkelijking van het wegnemen van bezwaren zoals bedoeld in artikel XIX, lid 2, van de Overeenkomst; en

Bevestigende het belang van artikel XIX, lid 8, onder b) en c), van de Overeenkomst voor deze arbitrageprocedures en herhalende de verbintenis van de partijen tot het vaststellen van besluiten overeenkomstig artikel XIX, lid 8, onder b) en c), van de Overeenkomst,

Neemt hierbij de volgende arbitrageprocedures aan ter vergemakkelijking van het wegnemen van bezwaren zoals bedoeld in artikel XIX, lid 2, van de Overeenkomst:

Inroepen van arbitrage

 
 

1.

Op grond van artikel XIX, lid 7, van de Overeenkomst geldt dat waar de wijzigende partij en een bezwaar makende partij niet in staat zijn het bezwaar tegen een voorgestelde wijziging zoals bedoeld in artikel XIX, lid 1, van de Overeenkomst weg te nemen, de wijzigende partij of een bezwaar makende partij ten aanzien van de voorgestelde wijziging arbitrage kan inroepen, onder vermelding van de redenen voor haar verzoek, door kennisgeving aan het Comité uiterlijk 45 dagen na de datum van toezending van de kennisgeving van de voorgestelde wijziging zoals bedoeld in artikel XIX, lid 1, van de Overeenkomst.

 
 

2.

Indien twee of meer partijen ten aanzien van dezelfde voorgestelde wijziging arbitrage inroepen voordat alle arbiters zijn benoemd, stemmen de wijzigende partij en alle bezwaar makende partijen in met één enkele arbitrage waarbij alle bezwaren tegen dezelfde voorgestelde wijziging worden behandeld. Indien ten aanzien van dezelfde voorgestelde wijziging aanvullende verzoeken om arbitrage worden gedaan nadat alle arbiters zijn benoemd, stemmen de wijzigende partij en alle bezwaar makende partijen in met één enkele arbitrage wanneer dat mogelijk is.

Benoeming van arbiters

 
 

3.

Arbitrage wordt gedaan door arbiters. Tenzij de partijen bij de arbitrage anders overeenkomen, zijn er drie arbiters. Arbiters moeten voldoen aan de eisen die voor panelleden zijn neergelegd in artikel 8, lid 1, lid 2, en lid 9, van het Memorandum van overeenstemming inzake de regels en procedures betreffende de beslechting van geschillen.

 
 

4.

Het secretariaat van het Comité draagt op verzoek van een partij bij de arbitrage kandidaten voor benoeming als arbiter voor. De partijen bij de arbitrage verzetten zich niet tegen deze voordrachten, tenzij er sprake is van dwingende redenen. Burgers van de partijen bij de arbitrage en overheidsambtenaren van de derde partijen worden niet als arbiter benoemd, tenzij de partijen bij de arbitrage anders zijn overeengekomen.

 
 

5.

Wanneer de partijen bij de arbitrage niet binnen 20 dagen nadat ten aanzien van de voorgestelde wijziging arbitrage is ingeroepen, overeenstemming kunnen bereiken over de vraag wie als arbiters moeten worden benoemd, benoemt de directeur-generaal, op verzoek van een partij bij de arbitrage, na overleg met de partijen bij de arbitrage en de voorzitter van het Comité binnen 10 dagen de arbiters.

Deelname van derde partijen

 
 

6.

Elke partij bij de Overeenkomst die een aanzienlijk belang heeft bij een voorgestelde wijziging ten aanzien waarvan arbitrage is ingeroepen, en die binnen 10 dagen na de voorgestelde wijziging haar belang aan het Comité ter kennis heeft gebracht (hierna „derde partij” genoemd), wordt uitgenodigd om schriftelijk opmerkingen in te dienen, deel te nemen aan inhoudelijke bijeenkomsten van de arbiters met de partijen bij de arbitrage en mondelinge verklaringen af te leggen; tevens mag zij antwoorden op vragen van de arbiters.

Procedures

 
 

7.

In de desbetreffende procedures passen de arbiters de relevante bepalingen van de Overeenkomst toe, geleid door het besluit van het Comité overeenkomstig artikel XIX, lid 8, onder b), van de Overeenkomst, zodra vastgesteld. Daarnaast zijn onderstaande werkprocedures van toepassing:

 

a.

Het secretariaat van het Comité geeft de arbiters onverwijld de desbetreffende kennisgeving en het desbetreffende bezwaar door zoals bedoeld in de leden 1 of 2 van artikel XIX van de Overeenkomst. De arbiters stellen binnen 10 dagen na hun benoeming en na overleg met de partijen bij de arbitrage een tijdschema vast voor het verloop van de arbitrageprocedure. Het tijdschema moet gebaseerd zijn op het tijdschema dat is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

 

b.

De arbiters houden een inhoudelijke bijeenkomst met de partijen bij de arbitrage, tenzij de partijen bij de arbitrage het erover eens zijn dat zulks onnodig is. Vóór de inhoudelijke bijeenkomst doen de partijen bij de arbitrage de arbiters schriftelijke opmerkingen toekomen waarin zij de feiten van de zaak en hun argumenten uiteenzetten.

 

c.

Indien een partij bij de arbitrage door haar als vertrouwelijk aangemerkte informatie bij de arbiters indient, behandelen de arbiters, de andere partijen bij de arbitrage en derde partijen die informatie als vertrouwelijk. Op verzoek van een partij bij de arbitrage stellen de arbiters de aanvullende procedures vast die noodzakelijk zijn ter bescherming van de vertrouwelijkheid van dergelijke informatie.

 

d.

Indien een partij bij de arbitrage informatie in haar schriftelijke opmerkingen als vertrouwelijk aanmerkt verstrekt zij, op verzoek van een andere partij bij de arbitrage of een derde partij, een niet-vertrouwelijke samenvatting van de in haar opmerkingen vervatte informatie die openbaar gemaakt zou kunnen worden.

 

e.

Tijdens de inhoudelijke bijeenkomst vragen de arbiters de partij die om arbitrage heeft verzocht, haar zaak mondeling uiteen te zetten. Vervolgens wordt de partij waartegen de arbitrage is ingesteld, verzocht haar standpunt mondeling uiteen te zetten.

 

f.

De inhoudelijke bijeenkomsten van de arbiters zijn toegankelijk voor het publiek, tenzij een partij bij de arbitrage verzoekt om de bijeenkomst achter gesloten deuren te houden met het oog op de bescherming van als vertrouwelijk aangemerkte informatie.

 

g.

De arbiters kunnen te allen tijde vragen stellen aan de partijen bij de arbitrage en derde partijen en hen om een toelichting vragen, hetzij in de loop van de bijeenkomst, hetzij schriftelijk.

 

h.

De schriftelijke stukken van de partijen bij de arbitrage, met inbegrip van de antwoorden op vragen van de arbiters, worden ter beschikking gesteld van de andere partij of partijen bij de arbitrage en aan de derde partijen. De partijen bij de arbitrage verstrekken de arbiters, de andere partij of partijen bij de arbitrage en de derde partijen een schriftelijke versie van de door hen op de bijeenkomst met de arbiters gegeven mondelinge uiteenzettingen.

 

i.

De schriftelijke opmerkingen, antwoorden op vragen en schriftelijke versies van mondelinge uiteenzettingen van de derde partijen worden ter beschikking gesteld van de arbiters, de partijen bij de arbitrage en andere derde partijen, en vinden hun weerslag in het verslag van de arbiters.

 

j.

De beraadslagingen van de arbiters zijn vertrouwelijk.

 

k.

De arbiters kunnen inlichtingen inwinnen uit elke daarvoor in aanmerking komende bron en kunnen deskundigen raadplegen. De arbiters verstrekken de partijen bij de arbitrage en derden alle informatie verstrekt aan of ontvangen van deskundigen. De partijen bij de arbitrage worden in de gelegenheid gesteld opmerkingen te maken over de van deskundigen ontvangen input.

 

l.

Eventuele aanvullende procedures die specifiek zijn voor de arbitrage worden door de arbiters in overleg met de partijen bij de arbitrage vastgesteld.

 

m.

Behoudens punt 7, onder c), belet niets in deze procedures een partij bij de arbitrage of een derde partij om haar eigen standpunten openbaar te maken.

 
 

8.

De gedragsregels voor het Memorandum van overeenstemming inzake de regels en procedures betreffende de beslechting van geschillen zijn van toepassing op eenieder die in het kader van deze procedures optreedt als arbiter, alsmede, zoals omschreven in de gedragsregels en de desbetreffende bepalingen van het personeelsstatuut, op de leden van het secretariaat die de arbiters moeten bijstaan.

 
 

9.

Wanneer de partijen bij de arbitrage tot een onderling overeengekomen oplossing komen voor bezwaren tegen de voorgestelde wijziging, geven zij de arbiters hiervan onverwijld kennis. Bij ontvangst van de kennisgeving beëindigen de arbiters de procedure voor die partijen. De bijzonderheden van de onderling overeengekomen oplossing worden aan het Comité meegedeeld, waarbij elke partij bij de Overeenkomst opmerkingen kan maken.

Vaststelling door arbiters

 
 

10.

Het mandaat van de arbiters verplicht deze ertoe vast te stellen:

 

a.

ingeval van een voorstel tot schrappen krachtens artikel XIX, lid 1, onder a), van de Overeenkomst, of de overheid feitelijk geen zeggenschap over of invloed meer heeft op de aanbesteding van de onder de Overeenkomst vallende overheidsopdracht van de dienst ten aanzien waarvan het voorstel tot schrappen bestaat; of

 

b.

ingeval van enige andere voorgestelde wijziging zoals bedoeld in artikel XIX, lid 1, onder b), of de voorgestelde wijziging een evenwicht tussen rechten en verplichtingen en een vergelijkbaar niveau van onderling overeengekomen dekking als bedoeld in de Overeenkomst handhaaft, alsmede in voorkomend geval, het niveau van compenserende aanpassingen.

 
 

11.

De arbiters brengen aan de partijen bij de arbitrage een verslag uit dat hun gemotiveerde vaststelling omvat, en zulks binnen 90 dagen of, ingeval van wijziging van het tijdschema door de arbiters, uiterlijk 120 dagen na:

 

a.

de benoeming van de arbiters wanneer arbitrage plaatsvindt overeenkomstig punt 1; of

 

b.

het verzoek wanneer arbitrage plaatsvindt overeenkomstig punt 12.

De in dit lid bedoelde termijn kan met wederzijdse instemming van de partijen bij de arbitrage worden verlengd. Het secretariaat van het Comité stuurt het rapport na vertaling onverwijld aan de partijen bij de Overeenkomst.

 
 

12.

Indien de arbiters in het kader van punt 10, onder a), een negatieve vaststelling doen en zij geen compenserende aanpassingen hebben vastgesteld overeenkomstig punt 10, onder b), kan een partij bij de arbitrage na 30 dagen doch uiterlijk 60 dagen na de toezending van het verslag van de arbiters verzoeken dat dezelfde arbiters indien beschikbaar het niveau van compenserende aanpassingen vaststellen waarmee een vergelijkbaar niveau van dekking en handhaving van het evenwicht tussen rechten en verplichtingen uit hoofde van de Overeenkomst zou worden bereikt. Hierbij worden de arbiters geleid door het door het Comité overeenkomstig artikel XIX, lid 8, onder c), van de Overeenkomst aangenomen besluit, zodra vastgesteld. Indien een of meer van de oorspronkelijke arbiters niet beschikbaar zijn, wordt een vervanger aangewezen overeenkomstig de punten 3 tot en met 5.

Tenuitvoerlegging

 
 

13.

De partijen bij de arbitrage aanvaarden de vaststelling van de arbiters als definitief.

 
 

14.

Voor de toepassing van artikel XIX, lid 7, onder b), i), van de Overeenkomst zijn de arbitrageprocedures afgerond:

 

a.

wanneer een verslag uit hoofde van punt 11 naar aanleiding waarvan geen recht op een vervolg van een procedure overeenkomstig punt 12 bestaat, wordt toegezonden aan de partijen bij de Overeenkomst; of

 

b.

wanneer partijen bij de arbitrage niet hun recht overeenkomstig punt 12 hebben uitgeoefend bij het verstrijken van de in dat punt genoemde termijn.

BIJLAGE

VOORGESTELD TIJDSCHEMA VOOR ARBITRAGE

De arbiters baseren het ingevolge punt 7, onder a., aangenomen tijdschema op het volgende:

 

a.

ontvangst van schriftelijke opmerkingen van de partijen bij de arbitrage:

 

1)

verzoekende partij:

  • - - - - - - - - - 2 weken

2)

antwoordende partij:

  • - - - - - - - - - 2 weken

b.

ontvangst van stukken van derden:

  • - - - - - - - - - 1 week

c.

inhoudelijke bijeenkomst met de arbiters:

  • - - - - - - - - - 1-2 weken

d.

antwoorden op vragen aan partijen en derde partijen bij de arbitrage:

  • - - - - - - - - - 1-2 weken

e.

afgifte en rondzenden van het verslag van de arbiters met hun vaststelling ervan:

  • - - - - - - - - - 4 weken

In overeenstemming met het bepaalde in punt 11 kunnen de arbiters voormeld tijdschema wijzigen en aanvullende bijeenkomsten met de partijen bij de arbitrage inroosteren na met hen te hebben overlegd.

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.