Verordening 2014/1118 - Toewijzing van vangstmogelijkheden in het kader van het Protocol voor de tenuitvoerlegging van de partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij met Senegal

1.

Wettekst

23.10.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 304/41

 

VERORDENING (EU) Nr. 1118/2014 VAN DE RAAD

van 8 oktober 2014

betreffende de toewijzing van vangstmogelijkheden in het kader van het Protocol voor de tenuitvoerlegging van de Partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Senegal

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Europese Unie en de Republiek Senegal hebben onderhandeld over een partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij (hierna „de overeenkomst” genoemd) en een protocol voor de tenuitvoerlegging van die partnerschapsovereenkomst geparafeerd (hierna „het protocol” genoemd), waarbij aan vaartuigen van de Unie vangstmogelijkheden worden toegekend in de wateren waarover de Republiek Senegal de soevereiniteit of de jurisdictie voor visserijaangelegenheden heeft.

 

(2)

Op 8 oktober 2014 heeft de Raad Besluit 2014/733/EU vastgesteld betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Senegal, en van het Protocol voor de tenuitvoerlegging daarvan (1).

 

(3)

De methode voor de verdeling van de vangstmogelijkheden over de lidstaten moet worden vastgesteld voor zowel de periode van de voorlopige toepassing als de volledige looptijd van het protocol.

 

(4)

Als blijkt dat de visvergunningen of de vangstmogelijkheden die krachtens het protocol aan de Unie zijn toegewezen, niet volledig worden benut, stelt de Commissie de betrokken lidstaten daarvan in kennis overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1006/2008 van de Raad (2). Indien binnen een door de Raad te bepalen termijn niet wordt geantwoord, wordt dit beschouwd als een bevestiging dat de vaartuigen van de betrokken lidstaat hun vangstmogelijkheden in de gegeven periode niet volledig benutten. Deze termijn dient te worden vastgesteld.

 

(5)

Om ervoor te zorgen dat de visserijactiviteiten van de vaartuigen van de Unie kunnen worden voortgezet, is in het protocol bepaald dat het met ingang van de datum van ondertekening ervan voorlopig kan worden toegepast door elk van de partijen. Onderhavige verordening dient dus van toepassing te zijn met ingang van de datum van ondertekening van het protocol,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    De vangstmogelijkheden die in het protocol zijn vastgesteld, worden als volgt over de lidstaten verdeeld:
 

a)

voor vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen:

 

Spanje

16 vaartuigen

Frankrijk

12 vaartuigen

 

b)

vaartuigen voor de hengelvisserij:

 

Spanje

7 vaartuigen

Frankrijk

1 vaartuig

 

c)

trawlers:

 

Spanje

2 vaartuigen

  • 2. 
    Verordening (EG) nr. 1006/2008 is van toepassing onverminderd de partnerschapsovereenkomst.
  • 3. 
    Als met de aanvragen voor vismachtigingen van de in lid 1 vermelde lidstaten niet alle in het protocol vastgestelde vangstmogelijkheden worden benut, neemt de Commissie overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1006/2008 vismachtigingsaanvragen van andere lidstaten in overweging.
  • 4. 
    De in artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1006/2008 bedoelde termijn waarbinnen de lidstaten moeten bevestigen dat zij de krachtens de overeenkomst toegewezen vangstmogelijkheden niet volledig benutten, bedraagt tien werkdagen vanaf de datum waarop de Commissie aan de lidstaten heeft gemeld dat de vangstmogelijkheden niet volledig zijn benut.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van de datum van ondertekening van het protocol.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Luxemburg, 8 oktober 2014.

Voor de Raad

De voorzitter

  • M. 
    LUPI
 

  • (1) 
    Zie bladzijde 1 van dit Publicatieblad.
  • (2) 
    Verordening (EG) nr. 1006/2008 van de Raad van 29 september 2008 betreffende machtigingen voor visserijactiviteiten van communautaire vissersvaartuigen buiten de communautaire wateren en de toegang van vaartuigen van derde landen tot de communautaire wateren, en houdende wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93 en (EG) nr. 1627/94 en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 3317/94 (PB L 286 van 29.10.2008, blz. 33).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.