Besluit 2014/948 - Ondertekening en voorlopige toepassing van het protocol bij de visserijovereenkomst met Kaapverdië tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie

1.

Wettekst

24.12.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 369/1

 

BESLUIT VAN DE RAAD

van 15 december 2014

betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van het protocol tussen de Europese Unie en de Republiek Kaapverdië tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kaapverdië

(2014/948/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, in samenhang met artikel 218, lid 5,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op 19 december 2006 heeft de Raad door de goedkeuring van Verordening (EG) nr. 2027/2006 (1) zijn goedkeuring gehecht aan de sluiting van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kaapverdië (hierna „de overeenkomst” genoemd).

 

(2)

Het tussen de Europese Unie en de Republiek Kaapverdië overeengekomen protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kaapverdië (2), is op 31 augustus 2014 verstreken.

 

(3)

De Raad heeft de Commissie gemachtigd om met de Republiek Kaapverdië te onderhandelen over een nieuw protocol (hierna „protocol” genoemd) waarbij aan de vaartuigen van de Unie vangstmogelijkheden worden toegekend in de visserijzone waarover de Republiek Kaapverdië op het gebied van de visserij soevereiniteit uitoefent of jurisdictie heeft.

 

(4)

Na afloop van de onderhandelingen is op 28 augustus 2014 een protocol geparafeerd.

 

(5)

Om te garanderen dat de vaartuigen van de Unie hun visserijactiviteiten kunnen hervatten, moet het protocol voorlopig worden toegepast met ingang van de datum van ondertekening, overeenkomstig artikel 15, ervan.

 

(6)

In afwachting van de afronding van de voor de sluiting van dit protocol vereiste procedures, dient dit protocol te worden ondertekend en voorlopig te worden toegepast,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Er wordt machtiging verleend voor de ondertekening van het protocol tussen de Europese Unie en de Republiek Kaapverdië tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kaapverdië, onder voorbehoud van de sluiting van dat protocol.

De tekst van het protocol is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die gemachtigd is (zijn) het protocol namens de Unie te ondertekenen.

Artikel 3

Het protocol wordt met ingang van de datum van ondertekening ervan voorlopig toegepast overeenkomstig artikel 15 van het protocol, in afwachting van de voltooiing van de voor de sluiting ervan noodzakelijke procedures.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 15 december 2014.

Voor de Raad

De voorzitter

  • M. 
    MARTINA
 

  • (1) 
    Verordening (EG) nr. 2027/2006 van de Raad van 19 december 2006 betreffende de sluiting van de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kaapverdië (PB L 414 van 30.12.2006, blz. 1).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.