Besluit 2015/1198 - Standpunt in het Gemengd Comité EU-Andorra, wat betreft de vervanging van het aanhangsel bij die overeenkomst betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en de methoden van administratieve samenwerking

1.

Wettekst

22.7.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 194/1

 

BESLUIT (EU) 2015/1198 VAN DE RAAD

van 13 juli 2015

betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Gemengd Comité dat is ingesteld bij de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Prinsdom Andorra, wat betreft de vervanging van het aanhangsel bij die overeenkomst betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en de methoden van administratieve samenwerking

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207 in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Het aanhangsel bij de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Prinsdom Andorra (1) (hierna „de overeenkomst” genoemd) betreft de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en de methoden van administratieve samenwerking (hierna „het aanhangsel” genoemd).

 

(2)

De Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels (2) (hierna „de conventie” genoemd) bevat de bepalingen over de oorsprong van goederen die op grond van de desbetreffende overeenkomsten tussen de partijen worden verhandeld.

 

(3)

Om de rechtszekerheid van de marktdeelnemers te verbeteren en een uniforme toepassing door beide partijen te garanderen, lijkt het noodzakelijk het aanhangsel te wijzigen, teneinde rekening te houden met de ontwikkeling van de oorsprongsregels in de regionale pan-Euro-mediterrane context naar aanleiding van de conventie.

 

(4)

Te dien einde dient het bij de overeenkomst ingestelde Gemengd Comité een besluit vast te stellen betreffende de vervanging van het aanhangsel door een nieuw aanhangsel dat is afgestemd op de bepalingen van de conventie waar dat nodig is.

 

(5)

De standpunt van de Unie in het Gemengd Comité moet derhalve gebaseerd zijn op het hieraan gehechte ontwerpbesluit,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het namens de Unie in te nemen standpunt in het Gemengd Comité dat is ingesteld bij de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Prinsdom Andorra, wat betreft de vervanging van het aanhangsel bij deze overeenkomst betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en de methoden van administratieve samenwerking door een nieuw aanhangsel dat is afgestemd op de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels waar dat nodig is, wordt gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Gemengd Comité.

Minder belangrijke wijzigingen van het ontwerpbesluit kunnen door de vertegenwoordigers van de Unie in het Gemengd Comité worden goedgekeurd zonder dat daarvoor een nieuw besluit van de Raad vereist is.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 13 juli 2015.

Voor de Raad

De voorzitter

  • F. 
    ETGEN
 

 

ONTWERP

BESLUIT Nr. … VAN HET GEMENGD COMITÉ EU-ANDORRA

van

tot vervanging van het aanhangsel bij de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Prinsdom Andorra betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en de methoden van administratieve samenwerking

Het Gemengd Comité,

Gezien de overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Prinsdom Andorra (1), en met name artikel 11,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

In artikel 11 van de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Prinsdom Andorra (hierna „de overeenkomst” genoemd) wordt verwezen naar het aanhangsel betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en de samenwerking tussen douanediensten (hierna „het aanhangsel” genoemd).

 

(2)

In artikel 17, lid 8, van de overeenkomst is bepaald dat het Gemengd Comité kan overgaan tot wijziging van de bepalingen van dit aanhangsel.

 

(3)

Om de rechtszekerheid van de marktdeelnemers te verbeteren en een uniforme toepassing door beide partijen te garanderen, lijkt het noodzakelijk het aanhangsel te wijzigen, teneinde rekening te houden met de ontwikkeling van de oorsprongsregels in de regionale pan-Euro-mediterrane context naar aanleiding van de regionale conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels (2) (hierna „de conventie” genoemd).

 

(4)

Voor de goede werking van de overeenkomst is het wenselijk dat het Gemengd Comité het aanhangsel integraal vervangt door een nieuwe versie die in één enkele tekst alle desbetreffende bepalingen bevat om het werk van de gebruikers en de douanediensten te vergemakkelijken,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het aanhangsel bij de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Prinsdom Andorra betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en de methoden van administratieve samenwerking wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Het is van toepassing met ingang van ….

Gedaan te … op …

Voor het Gemengd Comité

De voorzitter

 

BIJLAGE

Aanhangsel betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en de samenwerking tussen douanediensten

INHOUD

 

TITEL I

ALGEMENE BEPALINGEN

 
 

Artikel 1

Definities

 
 

TITEL II

DEFINITIE VAN HET BEGRIP „PRODUCTEN VAN OORSPRONG”

 
 

Artikel 2

Algemene eisen

 
 

Artikel 3

Bilaterale cumulatie van de oorsprong

 
 

Artikel 4

Geheel en al verkregen producten

 
 

Artikel 5

Toereikende be- of verwerking

 
 

Artikel 6

Ontoereikende be- of verwerking

 
 

Artikel 7

Determinerende eenheid

 
 

Artikel 8

Stellen en assortimenten

 
 

Artikel 9

Neutrale elementen

 
 

TITEL III

TERRITORIALE VOORWAARDEN

 
 

Artikel 10

Territorialiteitsbeginsel

 
 

Artikel 11

Rechtstreeks vervoer

 
 

Artikel 12

Tentoonstellingen

 
 

TITEL IV

TERUGGAVE OF VRIJSTELLING VAN RECHTEN

 
 

Artikel 13

Verbod op de teruggave of vrijstelling van douanerechten

 
 

TITEL V

BEWIJS VAN OORSPRONG

 
 

Artikel 14

Algemene eisen

 
 

Artikel 15

Procedure voor de afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1

 
 

Artikel 16

Afgifte achteraf van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1

 
 

Artikel 17

Afgifte van een duplicaat van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1

 
 

Artikel 18

Afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 op basis van een eerder afgegeven of opgesteld bewijs van oorsprong

 
 

Artikel 19

Gescheiden boekhouding

 
 

Artikel 20

Voorwaarden voor het opstellen van een oorsprongsverklaring

 
 

Artikel 21

Toegelaten exporteur

 
 

Artikel 22

Geldigheid van het bewijs van oorsprong

 
 

Artikel 23

Overlegging van het bewijs van oorsprong

 
 

Artikel 24

Vrijstelling van bewijs van oorsprong

 
 

Artikel 25

Bewijsstukken

 
 

Artikel 26

Bewaring van de bewijzen van oorsprong en andere bewijsstukken

 
 

Artikel 27

Verschillen en vormfouten

 
 

Artikel 28

Bedragen in euro

 
 

TITEL VI

SAMENWERKING TUSSEN DOUANEDIENSTEN

 
 

Artikel 29

Samenwerking tussen douanediensten

 
 

Artikel 30

Controle van bewijzen van oorsprong

 
 

Artikel 31

Geschillenregeling

 
 

Artikel 32

Sancties

 
 

Artikel 33

Vrije zones

 
 

TITEL VI

CEUTA EN MELILLA

 
 

Artikel 34

Toepassing van het aanhangsel

 
 

Artikel 35

Bijzondere voorwaarden

 
 

TITEL VIII

SLOTBEPALINGEN

 
 

Artikel 36

Wijzigingen van het aanhangsel

 

Lijst van bijlagen

 

Bijlage I:

Inleidende aantekeningen bij de lijst in bijlage II

 
 

Bijlage II:

Lijst van oorsprongverlenende be- of verwerkingen

 
 

Bijlage III:

Model van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 en van de aanvraag om een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1

 
 

Bijlage IV:

Tekst van de oorsprongsverklaring

 

Gemeenschappelijke verklaringen

Gemeenschappelijke verklaring betreffende de Republiek San Marino

Gemeenschappelijke verklaring betreffende de herziening van de regels van oorsprong in het aanhangsel betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en samenwerking tussen douanediensten

TITEL I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Definities

In dit aanhangsel wordt verstaan onder:

  • a) 
    „vervaardiging”: elke soort be- of verwerking, met inbegrip van assemblage of speciale behandelingen;
  • b) 
    „materiaal”: alle ingrediënten, grondstoffen, componenten, delen, enz., die bij de vervaardiging van het product worden gebruikt;
  • c) 
    „product”: het verkregen product, zelfs indien dit bestemd is om later bij de vervaardiging van een ander product te worden gebruikt;
  • d) 
    „goederen”: zowel materialen als producten;
  • e) 
    „douanewaarde”: de waarde zoals bepaald volgens de Overeenkomst inzake de toepassing van artikel VII van de Algemene Overeenkomst betreffende tarieven en handel van 1994;
  • f) 
    „prijs af fabriek”: de prijs die voor het product af fabriek is betaald aan de fabrikant in de partij in wiens bedrijf de laatste be- of verwerking is verricht, voor zover in die prijs de waarde is begrepen van alle gebruikte materialen, verminderd met alle binnenlandse belastingen die worden of kunnen worden terugbetaald wanneer het verkregen product wordt uitgevoerd;
  • g) 
    „waarde van de materialen”: de douanewaarde ten tijde van de invoer van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn, of, indien deze niet bekend is of niet kan worden vastgesteld, de eerste controleerbare prijs die voor de materialen in de partij van uitvoer is betaald;
  • h) 
    „waarde van de materialen van oorsprong”: de waarde van deze materialen als omschreven onder g), welke omschrijving van dienovereenkomstige toepassing is;
  • i) 
    „toegevoegde waarde”: de prijs af fabriek verminderd met de douanewaarde van alle gebruikte materialen van oorsprong uit de andere partij waarmee cumulatie van toepassing is of, indien de douanewaarde niet bekend is of niet kan worden vastgesteld, de eerste controleerbare prijs die voor de materialen in de partij van uitvoer is betaald;
  • j) 
    „hoofdstukken” en „posten”: de hoofdstukken en posten (viercijfercodes) van de nomenclatuur die het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en codering van goederen vormt, in dit aanhangsel „het geharmoniseerde systeem” of „GS” genoemd;
  • k) 
    „ingedeeld”: de indeling van een product of materiaal onder een bepaalde post;
  • l) 
    „zending”: producten die gelijktijdig van een exporteur naar een geadresseerde worden verzonden of vergezeld gaan van een enkel vervoersdocument dat de verzending van de exporteur naar de geadresseerde dekt, of bij gebreke daarvan, een enkele factuur;
  • m) 
    „gebieden”: ook de territoriale wateren;
  • n) 
    „partij”: één, meerdere of alle lidstaten van de Europese Unie, de Europese Unie of Andorra;
  • o) 
    „douaneautoriteiten”: voor de Europese Unie, een douaneautoriteit van een lidstaat van de Europese Unie.

TITEL II

DEFINITIE VAN HET BEGRIP „PRODUCTEN VAN OORSPRONG”

Artikel 2

Algemene eisen

Voor de toepassing van artikel 11, lid 1, van de overeenkomst worden de volgende producten beschouwd van oorsprong te zijn uit een partij:

 

a)

geheel en al in een partij verkregen producten in de zin van artikel 4;

 

b)

in een partij verkregen producten, waarin materialen zijn verwerkt die daar niet geheel en al zijn verkregen, mits deze materialen in die partij een be- of verwerking hebben ondergaan die toereikend is in de zin van artikel 5.

Artikel 3

Bilaterale cumulatie van de oorsprong

Niettegenstaande artikel 2 worden materialen van oorsprong uit een partij beschouwd als materialen van oorsprong uit de andere partij wanneer zij in een daar verkregen product zijn verwerkt. Deze materialen behoeven daar geen toereikende be- of verwerking te hebben ondergaan mits zij een be- of verwerking hebben ondergaan die meer inhoudt dan die welke in artikel 6 zijn genoemd.

Artikel 4

Geheel en al verkregen producten

  • 1. 
    De volgende producten worden beschouwd als geheel en al verkregen te zijn in een partij:
 

a)

aldaar uit de bodem of uit de zee- of oceaanbodem gewonnen producten;

 

b)

aldaar geoogste producten van het plantenrijk;

 

c)

aldaar geboren en gehouden levende dieren;

 

d)

producten afkomstig van aldaar gehouden levende dieren;

 

e)

producten van de aldaar bedreven jacht en visserij;

 

f)

producten van de zeevisserij en andere buiten de territoriale wateren van de partij van uitvoer door haar schepen uit de zee gewonnen producten;

 

g)

producten uitsluitend uit de onder f) bedoelde producten aan boord van haar fabrieksschepen vervaardigd;

 

h)

aldaar verzamelde gebruikte artikelen die slechts voor de terugwinning van grondstoffen kunnen dienen;

 

i)

afval en schroot afkomstig van aldaar verrichte fabrieksbewerkingen;

 

j)

producten gewonnen uit de buiten de territoriale wateren gelegen zeebodem of de ondergrond daarvan, voor zover zij exclusieve rechten heeft op de exploitatie van deze zeebodem en de ondergrond daarvan;

 

k)

goederen die aldaar uitsluitend uit de onder a) tot en met j) bedoelde producten zijn vervaardigd.

  • 2. 
    De termen „haar schepen” en „haar fabrieksschepen” in lid 1, onder f) en g), zijn slechts van toepassing op schepen en fabrieksschepen:
 

a)

die geregistreerd of ingeschreven zijn in een lidstaat van de Europese Unie of in Andorra;

 

b)

die onder de vlag van een lidstaat van de Europese Unie of van Andorra varen;

 

c)

die voor ten minste 50 % toebehoren aan onderdanen van een lidstaat van de Europese Unie of van Andorra, of aan een vennootschap die haar hoofdkantoor in een lidstaat van de Europese Unie of van Andorra heeft en waarvan de bedrijfsvoerder(s), de voorzitter van de raad van bestuur of van toezicht en de meerderheid van de leden van deze raden onderdanen zijn van een lidstaat van de Europese Unie of van Andorra en waarvan bovendien, in het geval van personenvennootschappen of vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, ten minste de helft van het kapitaal toebehoort aan een lidstaat van de Europese Unie of aan Andorra of aan openbare lichamen of onderdanen daarvan;

 

d)

waarvan de kapitein en de officieren allen onderdanen zijn van een lidstaat van de Europese Unie of van Andorra

en

 

e)

waarvan de bemanning voor ten minste 75 % bestaat uit onderdanen van een lidstaat van de Europese Unie of van Andorra.

Artikel 5

Toereikende be- of verwerking

  • 1. 
    Voor de toepassing van artikel 2 worden niet geheel en al verkregen producten geacht een toereikende be- of verwerking te hebben ondergaan, indien aan de voorwaarden van de lijst in bijlage II bij dit aanhangsel is voldaan.

Die voorwaarden geven aan welke be- of verwerkingen bij de vervaardiging van die producten gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen moeten ondergaan, en zij zijn slechts op die materialen van toepassing. Dit betekent dat indien een product, dat de oorsprong heeft verkregen doordat het aan de voorwaarden in die lijst voldoet, als materiaal wordt gebruikt bij de vervaardiging van een ander product, de voorwaarden die van toepassing zijn op het product waarin het wordt verwerkt daarvoor niet gelden. Er wordt dan geen rekening gehouden met de niet van oorsprong zijnde materialen die bij de vervaardiging ervan kunnen zijn gebruikt.

  • 2. 
    Niettegenstaande lid 1 kunnen niet van oorsprong zijnde materialen die volgens de voorwaarden in de lijst in bijlage II bij dit aanhangsel bij de vervaardiging van het product niet mogen worden gebruikt, in de volgende gevallen toch worden gebruikt:
 

a)

wanneer de totale waarde ervan niet hoger is dan 10 % van de prijs af fabriek van het product;

 

b)

wanneer geen van de in de lijst vermelde percentages wat betreft de maximumwaarde voor niet van oorsprong zijnde materialen door de toepassing van dit lid wordt overschreden.

  • 3. 
    De leden 1 en 2 zijn van toepassing onder voorbehoud van het bepaalde in artikel 6.

Artikel 6

Ontoereikende be- of verwerking

  • 1. 
    Onverminderd lid 2 worden de volgende behandelingen beschouwd als ontoereikend om de oorsprong te verlenen, ongeacht of aan de voorwaarden van artikel 5 wordt voldaan:
 

a)

behandelingen om de producten tijdens vervoer en opslag in goede staat te bewaren;

 

b)

splitsen en samenvoegen van colli;

 

c)

wassen, schoonmaken; stofvrij maken, verwijderen van roest, olie, verf of dergelijke;

 

d)

strijken of persen van textiel;

 

e)

eenvoudig schilderen of polijsten;

 

f)

ontvliezen of doppen, geheel of gedeeltelijk bleken, polijsten of glanzen van granen of rijst;

 

g)

kleuren van suiker of vormen van suikerklonten;

 

h)

pellen, ontpitten of schillen van noten, vruchten of groenten;

 

i)

aanscherpen, eenvoudig vermalen of versnijden;

 

j)

zeven, sorteren, classificeren, assorteren; (daaronder begrepen het samenstellen van sets van artikelen);

 

k)

eenvoudig plaatsen in flessen, flacons, blikken, zakken, kratten of dozen, bevestigen op kaarten of platen en alle andere eenvoudige handelingen in verband met de opmaak;

 

l)

aanbrengen of opdrukken van merken, etiketten, beeldmerken of andere soortgelijke onderscheidingstekens op de producten zelf of op de verpakking;

 

m)

eenvoudig mengen van producten, ook van verschillende soorten;

 

n)

mengen van suiker met enige stof;

 

o)

eenvoudig samenvoegen van delen van artikelen tot een volledig artikel dan wel uit elkaar nemen van artikelen in onderdelen;

 

p)

twee of meer van de onder a) tot en met o) vermelde behandelingen tezamen;

 

q)

slachten van dieren.

  • 2. 
    Om te bepalen of de be- of verwerkingen die een bepaald product heeft ondergaan ontoereikend zijn in de zin van lid 1, worden alle behandelingen die dit product in een partij heeft ondergaan tezamen genomen.

Artikel 7

Determinerende eenheid

  • 1. 
    De determinerende eenheid voor de toepassing van de bepalingen van dit aanhangsel is het product dat bij de bepaling van de indeling volgens het geharmoniseerde systeem als de basiseenheid wordt beschouwd.

Hieruit volgt dat:

 

a)

wanneer een product, bestaande uit een groep of verzameling van artikelen, onder één enkele post van het geharmoniseerde systeem wordt ingedeeld, het geheel de determinerende eenheid vormt;

 

b)

wanneer een zending bestaat uit een aantal identieke producten die onder dezelfde post van het geharmoniseerde systeem worden ingedeeld, elk product voor de toepassing van de bepalingen van dit aanhangsel afzonderlijk moet worden genomen.

  • 2. 
    Wanneer volgens algemene regel 5 voor de interpretatie van het geharmoniseerde systeem de verpakking meetelt voor het vaststellen van de indeling, telt deze ook mee voor het vaststellen van de oorsprong.

Artikel 8

Stellen en assortimenten

Stellen of assortimenten in de zin van algemene regel 3 voor de interpretatie van het geharmoniseerde systeem, worden als van oorsprong beschouwd indien alle samenstellende delen van oorsprong zijn. Een stel of assortiment bestaande uit producten van oorsprong en producten die niet van oorsprong zijn, wordt evenwel als van oorsprong beschouwd indien de waarde van de producten die niet van oorsprong zijn niet hoger is dan 15 % van de prijs af fabriek van het stel of assortiment.

Artikel 9

Neutrale elementen

Om te bepalen of een product een product van oorsprong is, behoeft niet te worden nagegaan wat de oorsprong is van bij de vervaardiging van dat product gebruikte:

 

a)

energie en brandstof,

 

b)

fabrieksuitrusting,

 

c)

machines en werktuigen,

 

d)

goederen die in de uiteindelijke samenstelling van het product niet voorkomen en ook niet bedoeld waren daarin voor te komen.

TITEL III

TERRITORIALE VOORWAARDEN

Artikel 10

Territorialiteitsbeginsel

  • 1. 
    Onverminderd artikel 3 en lid 3 van dit artikel moet aan de voorwaarden in titel II voor het verkrijgen van de oorsprong zonder onderbreking in een partij zijn voldaan.
  • 2. 
    Onverminderd artikel 3 moeten producten van oorsprong die uit een partij naar een ander land zijn uitgevoerd en vervolgens terugkeren, als niet van oorsprong worden beschouwd, tenzij ten genoegen van de douane wordt aangetoond dat:
 

a)

de terugkerende goederen dezelfde zijn als de eerder uitgevoerde goederen; en

 

b)

de terugkerende goederen tijdens de periode dat zij in dat land waren of waren uitgevoerd geen andere behandelingen hebben ondergaan dan die welke noodzakelijk waren om ze in goede staat te bewaren.

  • 3. 
    Een buiten een partij verrichte be- of verwerking van uit die partij uitgevoerde en later weer ingevoerde materialen ontneemt niet de oorsprong die overeenkomstig titel II is verkregen indien:
 

a)

de uitgevoerde materialen geheel en al in de partij zijn verkregen dan wel, voorafgaand aan de uitvoer, aldaar be- of verwerkingen hebben ondergaan die meer inhouden dan die welke in artikel 6 zijn genoemd; en

 

b)

ten genoegen van de douane kan worden aangetoond dat:

 

i)

de wederingevoerde goederen het resultaat zijn van de be- of verwerking van de uitgevoerde materialen; en

 

ii)

de totale, door de toepassing van dit artikel buiten de partij toegevoegde waarde niet meer dan 10 % bedraagt van de prijs af fabriek van het als product van oorsprong aangemerkte eindproduct.

  • 4. 
    Voor de toepassing van lid 3 zijn de voorwaarden in titel II voor het verwerven van de oorsprong niet van toepassing op buiten een partij verrichte be- of verwerkingen. Wanneer evenwel de lijst in bijlage II bij dit aanhangsel de regel bevat volgens welke de gebruikte niet van oorsprong zijnde materialen een bepaalde waarde niet mogen overschrijden, mag de totale waarde van de niet van oorsprong zijnde materialen die in het gebied van de betrokken partij zijn be- of verwerkt, tezamen met de totale, door de toepassing van dit artikel buiten die partij toegevoegde waarde, het vermelde percentage niet overschrijden.
  • 5. 
    Voor de toepassing van de leden 3 en 4 wordt onder „totale toegevoegde waarde” verstaan alle buiten een partij gemaakte kosten, met inbegrip van de waarde van de aldaar toegevoegde materialen.
  • 6. 
    De bepalingen van de leden 3 en 4 zijn niet van toepassing op producten die niet aan de voorwaarden van de lijst in bijlage II bij dit aanhangsel voldoen of die slechts kunnen worden aangemerkt als toereikend te zijn be- of verwerkt door toepassing van de algemene tolerantieregel van artikel 5, lid 2.
  • 7. 
    De buiten een partij verrichte be- of verwerkingen als bedoeld in dit artikel vinden plaats in het kader van de regeling passieve veredeling of een soortgelijke regeling.

Artikel 11

Rechtstreeks vervoer

  • 1. 
    De bij de overeenkomst vastgestelde preferentiële regeling is uitsluitend van toepassing op producten die aan de eisen van dit aanhangsel voldoen en die rechtstreeks tussen de partijen zijn vervoerd. Goederen die één enkele zending vormen, kunnen via een ander grondgebied worden vervoerd, eventueel met overlading of tijdelijke opslag op dit grondgebied, voor zover ze in het land van doorvoer of opslag onder toezicht van de douane blijven en aldaar geen andere behandelingen ondergaan dan lossen en opnieuw laden of behandelingen om ze in goede staat te bewaren.
  • 2. 
    Het bewijs dat aan de in lid 1 bedoelde voorwaarden is voldaan, wordt geleverd door overlegging van de volgende stukken aan de douane van de partij van invoer:
 

a)

een enkel vervoerdocument dat het vervoer dekt vanuit de partij van uitvoer door het land van doorvoer; of

 

b)

een door de douane van het land van doorvoer afgegeven certificaat:

 

i)

met een nauwkeurige omschrijving van de goederen;

 

ii)

met de data waarop de producten gelost en opnieuw geladen zijn, in voorkomend geval onder vermelding van de gebruikte schepen of andere vervoermiddelen;

en

 

iii)

met een verklaring over de voorwaarden waarop de goederen in het land van doorvoer verbleven; of

 

c)

bij gebreke van bovengenoemde stukken, enig ander bewijsstuk.

Artikel 12

Tentoonstellingen

  • 1. 
    De overeenkomst is van toepassing op producten van oorsprong die naar een tentoonstelling zijn gezonden in een ander land dan een van de partijen en die na de tentoonstelling zijn verkocht voor invoer in een van de partijen, mits ten genoegen van de douane wordt aangetoond dat:
 

a)

een exporteur deze producten vanuit een van de partijen naar het land van de tentoonstelling heeft verzonden en deze daar heeft tentoongesteld;

 

b)

de exporteur de producten heeft verkocht of op andere wijze afgestaan aan een geadresseerde in een van de partijen;

 

c)

de producten tijdens of onmiddellijk na de tentoonstelling in dezelfde staat als waarin zij naar de tentoonstelling zijn gegaan, zijn verzonden; en

 

d)

de goederen vanaf het moment dat zij naar de tentoonstelling werden verzonden, niet voor andere doeleinden zijn gebruikt dan om op die tentoonstelling te worden vertoond.

  • 2. 
    Een bewijs van oorsprong moet overeenkomstig titel V worden afgegeven of opgesteld en op de normale wijze bij de douane van de partij van invoer worden ingediend. Op dit bewijs moeten de naam en het adres van de tentoonstelling zijn vermeld. Indien nodig kunnen aanvullende bewijsstukken worden verlangd ten aanzien van de voorwaarden waarop de producten waren tentoongesteld.
  • 3. 
    Lid 1 is van toepassing op alle tentoonstellingen, beurzen of soortgelijke openbare evenementen met een commercieel, industrieel, agrarisch of ambachtelijk karakter die niet voor particuliere doeleinden in winkels of bedrijfsruimten met het oog op de verkoop van buitenlandse producten worden gehouden, en gedurende welke de producten onder douanetoezicht zijn gebleven.

TITEL IV

TERUGGAVE OF VRIJSTELLING VAN RECHTEN

Artikel 13

Verbod op de teruggave of vrijstelling van douanerechten

  • 1. 
    Niet van oorsprong zijnde materialen die gebruikt zijn bij de vervaardiging van producten van oorsprong uit een van de partijen waarvoor overeenkomstig titel V een bewijs van oorsprong is afgegeven of opgesteld, komen in de partijen niet in aanmerking voor teruggave of vrijstelling van douanerechten in welke vorm dan ook.
  • 2. 
    Het verbod in lid 1 is van toepassing op elke regeling voor algehele of gedeeltelijke terugbetaling of vrijstelling van douanerechten of heffingen van gelijke werking die in een van de partijen van toepassing is op materialen die bij de vervaardiging zijn gebruikt, indien een dergelijke terugbetaling of vrijstelling uitdrukkelijk of feitelijk wordt toegekend indien de producten die uit die materialen zijn verkregen, worden uitgevoerd, doch niet indien deze producten voor binnenlands gebruik zijn bestemd.
  • 3. 
    De exporteur van door een bewijs van oorsprong gedekte producten dient op verzoek van de douane steeds bereid te zijn alle stukken over te leggen waaruit blijkt dat geen teruggave of vrijstelling van rechten is verkregen ten aanzien van de bij de vervaardiging van die producten gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn en dat alle douanerechten en heffingen van gelijke werking die op deze materialen van toepassing zijn, inderdaad zijn betaald.
  • 4. 
    De bepalingen van de leden 1, 2 en 3 zijn ook van toepassing op de verpakking in de zin van artikel 7, lid 2, en op artikelen die deel uitmaken van een stel of assortiment in de zin van artikel 8, wanneer dergelijke artikelen niet van oorsprong zijn.
  • 5. 
    De bepalingen van de leden 1 tot en met 4 zijn uitsluitend van toepassing op materialen van de soort waarop dit aanhangsel van toepassing is.

TITEL V

BEWIJS VAN OORSPRONG

Artikel 14

Algemene eisen

  • 1. 
    Producten van oorsprong uit een van de partijen vallen bij invoer in de andere partij onder de bepalingen van deze overeenkomst wanneer een van de volgende oorsprongsbewijzen wordt overgelegd:
 

a)

een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1, waarvan het model in bijlage III bij dit aanhangsel is opgenomen;

 

b)

in de in artikel 20, lid 1, bedoelde gevallen, een verklaring van de exporteur („oorsprongsverklaring”) op een factuur, pakbon of ander handelsdocument waarin de producten duidelijk genoeg zijn omschreven om geïdentificeerd te kunnen worden. De tekst van de oorsprongsverklaring is opgenomen in bijlage IV bij dit aanhangsel.

  • 2. 
    Niettegenstaande lid 1 vallen producten van oorsprong in de zin van dit aanhangsel in de in artikel 24 bedoelde gevallen onder de toepassing van de bepalingen van deze overeenkomst zonder dat een van de in lid 1 van dit artikel bedoelde oorsprongsbewijzen behoeft te worden overgelegd.

Artikel 15

Procedure voor de afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1

  • 1. 
    Het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt afgegeven door de douane van de partij van uitvoer op schriftelijke aanvraag van de exporteur of, onder diens verantwoordelijkheid, van zijn gemachtigde vertegenwoordiger.
  • 2. 
    Hiertoe vult de exporteur of diens gemachtigde vertegenwoordiger het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 en het aanvraagformulier in, waarvan de modellen in bijlage III bij dit aanhangsel zijn opgenomen. De formulieren worden ingevuld in een van de talen waarin deze overeenkomst is opgesteld, overeenkomstig de bepalingen van het nationale recht van het land van uitvoer. Indien de formulieren met de hand worden ingevuld, dient dit met inkt en in blokletters te gebeuren. De producten moeten worden omschreven in het daartoe bestemde vak en er mogen geen regels worden opengelaten. Indien dit vak niet volledig is ingevuld, wordt onder de laatste regel een horizontale lijn getrokken en het niet-ingevulde gedeelte doorgekruist.
  • 3. 
    De exporteur die om de afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 verzoekt, dient steeds in staat te zijn op verzoek van de douane van de partij van uitvoer waar het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 is afgegeven, de nodige documenten over te leggen waaruit de oorsprong van de betrokken producten blijkt en waaruit ook blijkt dat aan de andere eisen van dit aanhangsel is voldaan.
  • 4. 
    Onverminderd lid 5 wordt een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 afgegeven door de douane van een lidstaat van de Europese Unie of van Andorra indien de betrokken producten als producten van oorsprong uit de Europese Unie of Andorra kunnen worden beschouwd en aan de andere eisen van dit aanhangsel voldoen.
  • 5. 
    De met de afgifte van certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 belaste douanediensten nemen alle nodige maatregelen om de oorsprong van de producten te controleren en om na te gaan of aan alle andere eisen van dit aanhangsel is voldaan. Met het oog hierop zijn zij gerechtigd bewijsstukken op te vragen, de administratie van de exporteur in te zien en alle andere controles te verrichten die zij dienstig achten. Zij zien er ook op toe dat de in lid 2 bedoelde formulieren correct zijn ingevuld. In het bijzonder gaan zij na of de voor de omschrijving van de goederen bestemde ruimte op zodanige wijze is ingevuld dat frauduleuze toevoegingen onmogelijk zijn.
  • 6. 
    De datum van afgifte van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt vermeld in vak 11 van het certificaat.
  • 7. 
    Een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt door de douane afgegeven en ter beschikking van de exporteur gesteld zodra de goederen daadwerkelijk worden uitgevoerd of wanneer het zeker is dat ze zullen worden uitgevoerd.

Artikel 16

Afgifte achteraf van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1

  • 1. 
    Niettegenstaande artikel 15, lid 7, kan een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 bij wijze van uitzondering worden afgegeven na de uitvoer van de goederen waarop het betrekking heeft, indien:
 

a)

dit door een vergissing, onopzettelijk verzuim of bijzondere omstandigheden niet bij de uitvoer is gebeurd; of

 

b)

ten genoegen van de douane wordt aangetoond dat het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wel was afgegeven, maar bij invoer om technische redenen niet is aanvaard.

  • 2. 
    Met het oog op de toepassing van lid 1 dient de exporteur in zijn aanvraag de plaats en de datum van uitvoer te vermelden van de producten waarop het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 betrekking heeft, onder opgave van de redenen van zijn aanvraag.
  • 3. 
    Vóór de douane tot afgifte achteraf van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 overgaat, dient zij te hebben vastgesteld dat de gegevens in de aanvraag van de exporteur overeenstemmen met die in het desbetreffende dossier.
  • 4. 
    Op achteraf afgegeven certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 moeten de volgende Engelse woorden worden aangebracht:

„ISSUED RETROSPECTIVELY”.

  • 5. 
    De in lid 4 bedoelde aantekening wordt aangebracht in vak 7 van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1.

Artikel 17

Afgifte van een duplicaat van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1

  • 1. 
    In geval van diefstal, verlies of vernietiging van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 kan de exporteur de douaneautoriteiten die dit certificaat hebben afgegeven, verzoeken een duplicaat op te maken aan de hand van de uitvoerdocumenten die in hun bezit zijn.
  • 2. 
    Op het aldus afgegeven duplicaat wordt in de Engelse taal de volgende aantekening aangebracht:

„DUPLICATE”.

  • 3. 
    De in lid 2 bedoelde aantekening wordt aangebracht in vak 7 van het duplicaat van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1.
  • 4. 
    Het duplicaat, dat dezelfde datum van afgifte draagt als het oorspronkelijke certificaat inzake goederenverkeer EUR.1, is vanaf die datum geldig.

Artikel 18

Afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 op basis van een eerder afgegeven of opgesteld bewijs van oorsprong

Voor producten van oorsprong die in een van de partijen onder toezicht van een douanekantoor zijn geplaatst, kan het oorspronkelijke bewijs van oorsprong door een of meer certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 worden vervangen bij verzending van deze producten of een gedeelte daarvan naar een andere plaats in een van de partijen. Dit vervangingscertificaat of deze vervangingscertificaten inzake goederenverkeer EUR.1 wordt of worden afgegeven door het douanekantoor dat op de producten toezicht houdt.

Artikel 19

Gescheiden boekhouding

  • 1. 
    Wanneer het aanzienlijke kosten of materiële moeilijkheden met zich brengt om afzonderlijke voorraden aan te houden van identieke en onderling verwisselbare materialen die van oorsprong en die niet van oorsprong zijn, kan de douane op schriftelijk verzoek van de betrokkene toestaan dat voor het beheer van deze voorraden de methode van de gescheiden boekhouding („de methode”) wordt gebruikt.
  • 2. 
    Met behulp van de methode moet het mogelijk zijn dat in een bepaalde referentieperiode hetzelfde aantal producten wordt verkregen dat als „van oorsprong” kan worden beschouwd als verkregen zou zijn indien de voorraden fysiek waren gescheiden.
  • 3. 
    De douane kan aan de in lid 1 bedoelde vergunning voor het gebruik van deze methode de door haar passend geachte voorwaarden verbinden.
  • 4. 
    De methode wordt toegepast en de toepassing ervan wordt ter kennis gebracht overeenkomstig de algemeen aanvaarde boekhoudbeginselen die van toepassing zijn in het land waar het product is vervaardigd.
  • 5. 
    Het bedrijf dat de methode toepast, kan bewijzen van oorsprong afgeven of aanvragen, al naar gelang van het geval, voor de hoeveelheid producten die als van oorsprong kunnen worden beschouwd. De vergunninghouder geeft op verzoek van de douane een verklaring af over de wijze waarop de hoeveelheden zijn beheerd.
  • 6. 
    De douane houdt toezicht op het gebruik van de vergunning en kan deze intrekken wanneer de vergunninghouder deze niet correct gebruikt of niet aan een van de andere eisen van dit aanhangsel voldoet.

Artikel 20

Voorwaarden voor het opstellen van een oorsprongsverklaring

  • 1. 
    De oorsprongsverklaring als bedoeld in artikel 14, lid 1, onder b), kan worden opgesteld door:
 

a)

toegelaten exporteurs in de zin van artikel 21, of

 

b)

andere exporteurs, voor zendingen bestaande uit één of meer colli met producten van oorsprong waarvan de totale waarde niet meer dan 6 000 EUR bedraagt.

  • 2. 
    Onverminderd lid 3 kan een oorsprongsverklaring worden opgesteld indien de betrokken producten beschouwd kunnen worden als producten van oorsprong uit de Europese Unie of Andorra en aan de andere eisen van dit aanhangsel is voldaan.
  • 3. 
    De exporteur die een oorsprongsverklaring opstelt, moet op verzoek van de douane van de partij van uitvoer steeds de nodige documenten kunnen overleggen waaruit de oorsprong van de betrokken producten blijkt en waaruit blijkt dat aan de andere eisen van dit aanhangsel is voldaan.
  • 4. 
    De oorsprongsverklaring, waarvan de tekst in bijlage IV bij dit aanhangsel is opgenomen, wordt door de exporteur op de factuur, de pakbon of een ander handelsdocument getypt, gestempeld of gedrukt in een van de in die bijlage opgenomen talenversies, overeenkomstig de bepalingen van het nationale recht van het land van uitvoer. Indien de verklaring met de hand wordt geschreven, moet dit met inkt en in blokletters geschieden.
  • 5. 
    De oorsprongsverklaringen worden door de exporteur eigenhandig ondertekend. Een toegelaten exporteur in de zin van artikel 21 behoeft deze verklaringen echter niet te ondertekenen, mits hij de douane van de partij van uitvoer een schriftelijke verklaring doet toekomen waarin hij de verantwoordelijkheid op zich neemt voor alle oorsprongsverklaringen waaruit zijn identiteit blijkt alsof hij deze eigenhandig had ondertekend.
  • 6. 
    Een oorsprongsverklaring kan door de exporteur worden opgesteld bij of na de uitvoer van de producten waarop zij betrekking heeft, doch dient binnen twee jaar na de invoer van deze producten in het land van invoer te worden aangeboden.

Artikel 21

Toegelaten exporteur

  • 1. 
    De douane van de partij van uitvoer kan een exporteur (hierna „toegelaten exporteur” genoemd) die veelvuldig producten verzendt in overeenstemming met de bepalingen van dit aanhangsel, vergunning verlenen oorsprongsverklaringen op te stellen ongeacht de waarde van de betrokken producten. Om voor een dergelijke vergunning in aanmerking te komen, moet de exporteur naar het oordeel van de douane de nodige waarborgen bieden met betrekking tot de controle op de oorsprong van de producten en de naleving van alle andere eisen van dit aanhangsel.
  • 2. 
    De douane kan het verlenen van de status van toegelaten exporteur afhankelijk stellen van de voorwaarden die zij dienstig acht.
  • 3. 
    De douane kent de toegelaten exporteur een nummer toe dat in de oorsprongsverklaring wordt vermeld.
  • 4. 
    De douane houdt toezicht op het gebruik van de vergunning door de toegelaten exporteur.
  • 5. 
    De douane kan de vergunning te allen tijde intrekken. Zij is verplicht dit te doen wanneer de toegelaten exporteur niet meer de in lid 1 bedoelde garanties biedt, niet meer aan de in lid 2 bedoelde voorwaarden voldoet, of de vergunning oneigenlijk gebruikt.

Artikel 22

Geldigheid van het bewijs van oorsprong

  • 1. 
    Een bewijs van oorsprong is vier maanden geldig vanaf de datum van afgifte in de partij van uitvoer. Het moet binnen deze periode bij de douane van de partij van invoer worden ingediend.
  • 2. 
    Bewijzen van oorsprong die na het verstrijken van de in lid 1 genoemde termijn bij de douane van de partij van invoer worden ingediend, kunnen met het oog op de toepassing van de preferentiële behandeling worden aanvaard wanneer de verlate indiening het gevolg is van overmacht of buitengewone omstandigheden.
  • 3. 
    In andere gevallen van verlate indiening kan de douane van de partij van invoer de bewijzen van oorsprong aanvaarden indien de producten vóór het verstrijken van genoemde termijn bij haar zijn aangebracht.

Artikel 23

Overlegging van het bewijs van oorsprong

Bewijzen van oorsprong worden bij de douane van de partij van invoer ingediend overeenkomstig de aldaar geldende procedures. Deze kan om een vertaling van dit bewijs vragen. Zij kan voorts eisen dat de aangifte ten invoer vergezeld gaat van een verklaring van de importeur dat de producten aan de voorwaarden voor de toepassing van de overeenkomst voldoen.

Artikel 24

Vrijstelling van bewijs van oorsprong

  • 1. 
    Producten die in kleine colli door particulieren aan particulieren worden verzonden of die deel uitmaken van de persoonlijke bagage van reizigers, worden als producten van oorsprong toegelaten zonder dat een bewijs van oorsprong behoeft te worden overgelegd, voor zover deze producten niet als handelsgoederen worden ingevoerd en bij hun aangifte verklaard is dat zij aan de voorwaarden van dit aanhangsel voldoen en er over de juistheid van deze verklaring geen twijfel bestaat. Voor postzendingen kan deze verklaring op het douaneaangifteformulier CN22/CN23 of op een daaraan gehecht blad worden gesteld.
  • 2. 
    Invoer van incidentele aard van goederen die uitsluitend bestemd zijn voor het persoonlijk gebruik van de geadresseerde, de reiziger of de leden van zijn gezin, wordt niet beschouwd als invoer van handelsgoederen, mits noch de aard, noch de hoeveelheid van de goederen op commerciële doeleinden wijzen.
  • 3. 
    Voorts mag de totale waarde van deze producten niet meer bedragen dan 500 EUR voor kleine zendingen of 1 200 EUR voor producten die deel uitmaken van de persoonlijke bagage van reizigers.

Artikel 25

Bewijsstukken

De in artikel 15, lid 3, en artikel 20, lid 3, bedoelde documenten aan de hand waarvan wordt aangetoond dat producten die door een EUR.1-certificaat of een oorsprongsverklaring worden gedekt, als producten van oorsprong uit een van de partijen kunnen worden beschouwd en aan de andere eisen van dit aanhangsel voldoen, kunnen onder meer de volgende zijn:

 

a)

een rechtstreeks bewijs, bijvoorbeeld aan de hand van de boekhouding of de interne administratie van de exporteur of leverancier, van de door deze uitgevoerde be- of verwerkingen om de betrokken goederen te verkrijgen;

 

b)

in een van de betrokken partijen afgegeven of opgestelde en volgens het nationale recht gebruikte documenten waaruit de oorsprong van de gebruikte materialen blijkt;

 

c)

in een van de betrokken partijen afgegeven of opgestelde en volgens het nationale recht gebruikte documenten waaruit de be- of verwerking van materialen in die betrokken partij blijkt;

 

d)

certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 of oorsprongsverklaringen waaruit de oorsprong van de gebruikte materialen blijkt en die in overeenstemming met dit aanhangsel in een van de betrokken partijen zijn afgegeven of opgesteld;

 

e)

passende bewijsstukken inzake be- of verwerking buiten de betrokken partij overeenkomstig artikel 11, waaruit blijkt dat aan de eisen van dat artikel is voldaan.

Artikel 26

Bewaring van de bewijzen van oorsprong en andere bewijsstukken

  • 1. 
    De exporteur die om de afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 verzoekt, moet de in artikel 15, lid 3, bedoelde bewijsstukken ten minste drie jaar bewaren.
  • 2. 
    Exporteurs die een oorsprongsverklaring opstellen, moeten een kopie van deze oorsprongsverklaring en van de in artikel 20, lid 3, bedoelde documenten ten minste drie jaar bewaren.
  • 3. 
    De douane van de partij van uitvoer die een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 afgeeft, moet het in artikel 15, lid 2, bedoelde aanvraagformulier ten minste drie jaar bewaren.
  • 4. 
    De douane van de partij van invoer moet de certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 en de oorsprongsverklaringen die bij haar werden ingediend, ten minste drie jaar bewaren.

Artikel 27

Verschillen en vormfouten

  • 1. 
    Geringe verschillen tussen de gegevens op een bewijs van oorsprong en de gegevens op het document dat voor het vervullen van de invoerformaliteiten bij het douanekantoor wordt ingediend, maken het bewijs van oorsprong niet automatisch nietig en ongeldig indien blijkt dat dit document wel degelijk met het aangebrachte product overeenstemt.
  • 2. 
    Kennelijke vormfouten, zoals typefouten, op een bewijs van oorsprong leiden niet tot weigering van dit document indien deze fouten niet van dien aard zijn dat zij twijfel doen rijzen over de juistheid van de daarin vermelde gegevens.

Artikel 28

Bedragen in euro

  • 1. 
    Voor de toepassing van artikel 20, lid 1, onder b), en artikel 24, lid 3, wordt, wanneer de producten gefactureerd zijn in een andere valuta dan de euro, de tegenwaarde in de nationale valuta van de partijen die overeenstemt met de in euro uitgedrukte bedragen, jaarlijks door elk van de betrokken landen vastgesteld.
  • 2. 
    Artikel 20, lid 1, onder b), en artikel 24, lid 3, zijn van toepassing op zendingen op basis van de valuta waarin de factuur is opgesteld, overeenkomstig het bedrag dat door het betrokken land is vastgesteld.
  • 3. 
    De in een bepaalde nationale valuta te gebruiken bedragen zijn de tegenwaarde in die valuta van de in euro uitgedrukte bedragen op de eerste werkdag van oktober. De tegenwaarde wordt de Europese Commissie vóór 15 oktober medegedeeld en is van toepassing vanaf 1 januari van het daaropvolgende jaar. De Europese Commissie stelt alle betrokken landen in kennis van de desbetreffende bedragen.
  • 4. 
    Een land mag het bedrag dat is verkregen door omrekening van een in euro uitgedrukt bedrag in de nationale valuta, naar boven of naar beneden afronden. Het afgeronde bedrag mag niet meer dan 5 % afwijken van het bedrag dat het resultaat is van de omrekening. Een land kan de tegenwaarde in nationale valuta van een in euro uitgedrukt bedrag handhaven, indien de omrekening van dat bedrag, bij de in lid 3 bedoelde jaarlijkse aanpassing, vóór het afronden, leidt tot een stijging van minder dan 15 % van de tegenwaarde in nationale valuta. De tegenwaarde in nationale valuta kan ongewijzigd blijven, indien de omrekening tot een daling van de tegenwaarde leidt.
  • 5. 
    De in euro uitgedrukte bedragen worden op verzoek van een partij door het Gemengd Comité herzien. Bij deze herziening onderzoekt het Gemengd Comité of het wenselijk is de betreffende limieten in reële termen te handhaven. Het kan te dien einde besluiten de bedragen in euro te wijzigen.

TITEL VI

SAMENWERKING TUSSEN DOUANEDIENSTEN

Artikel 29

Samenwerking tussen douanediensten

  • 1. 
    De douanediensten van de partijen doen elkaar, via de Europese Commissie, de afdrukken toekomen van de stempels die in hun douanekantoren worden gebruikt bij de afgifte van certificaten inzake goederenverkeer EUR.1, alsmede de adressen van de douaneautoriteiten die belast zijn met de controle van deze certificaten en van oorsprongsverklaringen.
  • 2. 
    Ten behoeve van de correcte toepassing van dit aanhangsel verlenen de partijen elkaar, via de bevoegde douaneautoriteiten, bijstand bij de controle op de echtheid van de certificaten inzake goederenverkeer EUR.1 of de oorsprongsverklaringen en de juistheid van de daarin vermelde gegevens.

Artikel 30

Controle van bewijzen van oorsprong

  • 1. 
    Bewijzen van oorsprong worden achteraf steekproefsgewijs gecontroleerd en wanneer de douane van de partij van invoer gegronde redenen heeft om te twijfelen aan de echtheid van deze documenten, de oorsprong van de betrokken producten of de inachtneming van de andere eisen van dit aanhangsel.
  • 2. 
    Met het oog op de tenuitvoerlegging van lid 1 zendt de douane van de partij van invoer het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 en de factuur, indien deze werd voorgelegd, en de oorsprongsverklaring, of een kopie van deze documenten, terug aan de douane van de partij van uitvoer, in voorkomend geval, onder vermelding van de redenen waarom de controle wordt aangevraagd. Zij verstrekt bij deze aanvraag om controle achteraf alle documenten en gegevens die het vermoeden hebben doen rijzen dat de gegevens op het bewijs van oorsprong onjuist zijn.
  • 3. 
    De controle wordt verricht door de douane van de partij van uitvoer. Met het oog hierop is zij gerechtigd bewijsstukken op te vragen, de administratie van de exporteur in te zien en alle andere controles te verrichten die zij dienstig acht.
  • 4. 
    Indien de douane van de partij van invoer besluit de preferentiële behandeling niet toe te kennen zolang de uitslag van de controle niet bekend is, doet zij de importeur het voorstel de goederen vrij te geven onder voorbehoud van de noodzakelijk geachte conservatoire maatregelen.
  • 5. 
    De resultaten van de controle worden zo spoedig mogelijk meegedeeld aan de douanedienst die de controle heeft aangevraagd. In deze mededeling moet duidelijk worden aangegeven of de documenten echt zijn, of de betrokken goederen als producten van oorsprong uit een van de partijen beschouwd kunnen worden en of aan de andere eisen van dit aanhangsel is voldaan.
  • 6. 
    Indien bij gegronde twijfel binnen tien maanden na het verzoek om controle geen antwoord is ontvangen of indien het antwoord niet voldoende gegevens bevat om de echtheid van het betrokken document of de werkelijke oorsprong van de producten vast te stellen, kent de aanvragende douanedienst de preferentiële behandeling niet toe, behoudens buitengewone omstandigheden.

Artikel 31

Geschillenregeling

Indien er een geschil rijst in verband met de in artikel 30 beschreven controleprocedures die niet geregeld kunnen worden tussen de douanedienst die de controle heeft aangevraagd en de douanedienst die de controle moet uitvoeren, wordt dit voorgelegd aan het Gemengd Comité. Wanneer er over andere kwesties dan in verband met de in artikel 30 beschreven controleprocedures geschillen rijzen over de interpretatie van dit aanhangsel, worden deze aan het Gemengd Comité voorgelegd.

In alle gevallen is de wetgeving van de partij van invoer van toepassing op de regeling van geschillen tussen een importeur en de douane van het land van invoer.

Artikel 32

Sancties

Sancties worden getroffen tegen eenieder die een document met onjuiste gegevens opstelt of doet opstellen met het doel producten onder de preferentiële regeling te doen vallen.

Artikel 33

Vrije zones

  • 1. 
    De partijen nemen alle nodige maatregelen om te garanderen dat producten die onder geleide van een bewijs van oorsprong worden verhandeld en die tijdens het vervoer in een op hun grondgebied gelegen vrije zone verblijven, niet door andere goederen worden vervangen of geen andere behandelingen ondergaan dan die welke gebruikelijk zijn om ze in goede staat te bewaren.
  • 2. 
    In afwijking van lid 1 van dit artikel geven de bevoegde autoriteiten, wanneer producten van oorsprong uit een van de partijen onder dekking van een bewijs van oorsprong in een vrije zone zijn ingevoerd en een be- of verwerking ondergaan, op verzoek van de exporteur een nieuw certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 af, mits deze be- of verwerking in overeenstemming is met de bepalingen van dit aanhangsel.

TITEL VII

CEUTA EN MELILLA

Artikel 34

Toepassing van het aanhangsel

  • 1. 
    De term „Europese Unie” heeft geen betrekking op Ceuta en Melilla.
  • 2. 
    Producten van oorsprong uit Andorra die in Ceuta en Melilla worden ingevoerd, vallen in elk opzicht onder dezelfde douaneregeling als de regeling die op grond van Protocol 2 bij de Akte van toetreding van het Koninkrijk Spanje en de Republiek Portugal tot de Europese Gemeenschappen van toepassing is op producten van oorsprong uit het douanegebied van de Europese Unie. Andorra past bij de invoer van onder de overeenkomst vallende producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla dezelfde douaneregeling toe als op producten ingevoerd uit en van oorsprong uit de Europese Unie.
  • 3. 
    Bij de toepassing van lid 2 van dit artikel op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla is dit aanhangsel van overeenkomstige toepassing met inachtneming van de bijzondere voorwaarden van artikel 35.

Artikel 35

Bijzondere voorwaarden

  • 1. 
    Mits zij rechtstreeks zijn vervoerd overeenkomstig artikel 11 worden beschouwd als:
 

1.

producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla:

 

a)

geheel en al in Ceuta en Melilla verkregen producten;

 

b)

in Ceuta en Melilla verkregen producten bij de vervaardiging waarvan andere dan de onder a) bedoelde producten zijn gebruikt, voor zover:

 

i)

deze producten een be- of verwerking hebben ondergaan die toereikend is in de zin van artikel 5, of

 

ii)

deze producten van oorsprong zijn uit een van de partijen, mits zij een be- of verwerking hebben ondergaan die meer inhoudt dan de in artikel 6 genoemde behandelingen;

 

2.

producten van oorsprong uit Andorra:

 

a)

geheel en al in Andorra verkregen producten;

 

b)

in Andorra verkregen producten bij de vervaardiging waarvan andere dan de onder a) van dit artikel bedoelde producten zijn gebruikt, voor zover:

 

i)

deze producten een be- of verwerking hebben ondergaan die toereikend is in de zin van artikel 5, of

 

ii)

deze producten van oorsprong zijn uit Ceuta en Melilla of de Europese Unie, mits zij een be- of verwerking hebben ondergaan die meer inhoudt dan de in artikel 6 genoemde behandelingen.

  • 2. 
    Ceuta en Melilla worden als een enkel grondgebied beschouwd.
  • 3. 
    De exporteur of zijn gemachtigde vertegenwoordiger dient de vermeldingen „Andorra” en „Ceuta en Melilla” aan te brengen in vak 2 van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of op zijn factuurverklaring. Voor producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla moet de oorsprong bovendien worden vermeld in vak 4 van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of op de oorsprongsverklaring.
  • 4. 
    De Spaanse douane is belast met de toepassing van dit aanhangsel in Ceuta en Melilla.

TITEL VIII

SLOTBEPALINGEN

Artikel 36

Wijzigingen van het aanhangsel

Het Gemengd Comité kan besluiten om de bepalingen van dit aanhangsel te wijzigen.

BIJLAGE I

INLEIDENDE AANTEKENINGEN BIJ DE LIJST IN BIJLAGE II

Aantekening 1

In deze lijst zijn de voorwaarden omschreven waarop producten als voldoende be- of verwerkt worden beschouwd in de zin van artikel 5 van dit aanhangsel.

Aantekening 2

 

2.1.

De eerste twee kolommen van de lijst geven het verkregen product aan. In kolom 1 is het nummer van de post of het hoofdstuk volgens het geharmoniseerde systeem vermeld en kolom 2 bevat de omschrijving van de goederen die volgens dat systeem onder die post of dat hoofdstuk vallen. Voor iedere post of ieder hoofdstuk in de kolommen 1 en 2 wordt in kolom 3 of 4 een regel gegeven. Een nummer in kolom 1 voorafgegaan door „ex” betekent dat de regel in kolom 3 of 4 alleen geldt voor het gedeelte van de post dat in kolom 2 is omschreven.

 

2.2.

Wanneer in kolom 1 verscheidene postnummers zijn gegroepeerd of wanneer een hoofdstuknummer is vermeld en de omschrijving van het product in kolom 2 derhalve in algemene bewoordingen is gesteld, dan is de regel daarnaast in kolom 3 of 4 van toepassing op alle producten die volgens het geharmoniseerde systeem onder de posten van het hoofdstuk of onder elk van de in kolom 1 gegroepeerde posten zijn ingedeeld.

 

2.3.

Wanneer in de lijst verschillende regels worden gegeven voor verschillende producten die onder dezelfde post vallen, wordt na elk streepje dat deel van de post omschreven waarop de daarnaast, in kolom 3 of 4, vermelde voorwaarde van toepassing is.

 

2.4.

Wanneer zowel in kolom 3 als in kolom 4 een regel is gegeven voor het in de kolommen 1 en 2 omschreven product, kan de exporteur kiezen welke regel — die in kolom 3 of die in kolom 4 — hij toepast. Indien in kolom 4 geen oorsprongsregel is gegeven, moet de regel in kolom 3 worden toegepast.

Aantekening 3

 

3.1.

Op producten die de oorsprong hebben verkregen en die bij de vervaardiging van andere producten worden gebruikt, is artikel 5 van dit aanhangsel van toepassing ongeacht het feit of de oorsprong verkregen werd in de fabriek waar deze producten worden gebruikt of in een andere fabriek in een van de partijen.

 

3.2.

De regel in de lijst geeft de minimumbewerking of -verwerking aan die vereist is; meer be- of verwerking verleent eveneens de oorsprong; omgekeerd kan minder be- of verwerking geen oorsprong verlenen. Mag volgens een regel een niet van oorsprong zijnd materiaal in een bepaald productiestadium worden gebruikt, dan mag hetzelfde materiaal ook in een vroeger productiestadium worden gebruikt. Hetzelfde materiaal mag evenwel niet worden gebruikt in een later productiestadium.

 

3.3.

Onverminderd aantekening 3.2 geldt dat, wanneer in een regel de uitdrukking „materialen van om het even welke post” wordt gebezigd, materialen van alle posten (zelfs die welke onder dezelfde omschrijving en dezelfde post vallen als het product) mogen worden gebruikt, onder voorbehoud van de specifieke beperkingen die de regel kan bevatten.

Wanneer echter de uitdrukking „vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van andere materialen van post …” of „vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van andere materialen van dezelfde post als het product” wordt gebezigd, mogen materialen van alle posten worden gebruikt, met uitzondering van die welke onder dezelfde omschrijving in kolom 2 vallen als het product.

 

3.4.

Wanneer volgens een regel in de lijst een product van meer dan één materiaal mag worden vervaardigd, betekent dit dat één of meer van deze materialen kunnen worden gebruikt. Het is niet noodzakelijk dat zij alle worden gebruikt.

 

3.5.

Wanneer volgens een regel in de lijst een product van een bepaald materiaal moet worden vervaardigd, betekent dit niet dat geen andere materialen mogen worden gebruikt die vanwege hun aard niet aan de regel kunnen voldoen.

Voorbeeld:

De regel voor bereide levensmiddelen van post 19.04 sluit nadrukkelijk het gebruik van granen en graanderivaten uit, maar minerale zouten, chemicaliën en andere additieven die niet van granen zijn vervaardigd, mogen wel worden gebruikt.

Dit geldt evenwel niet voor producten die, hoewel zij niet kunnen worden vervaardigd van het in de lijst genoemde materiaal, vervaardigd kunnen worden uit een materiaal van dezelfde aard in een vroeger productiestadium.

 

3.6.

Indien in een regel in de lijst twee percentages worden gegeven als maximumwaarde van niet van oorsprong zijnde materialen die kunnen worden gebruikt, dan mogen deze percentages niet bij elkaar worden opgeteld. De maximumwaarde van alle gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn, mag het hoogste van de opgegeven percentages nooit overschrijden. Bovendien mogen de afzonderlijke percentages met betrekking tot bepaalde materialen niet worden overschreden.

BIJLAGE II

LIJST VAN OORSPRONGVERLENENDE BE- OF VERWERKINGEN

 

GS-post

Omschrijving

Oorsprongverlenende be- of verwerkingen

(1)

(2)

  • (3) 
    of (4)

Hoofdstuk 1

Levende dieren

Alle dieren van hoofdstuk 1 moeten geheel en al verkregen zijn

 

Hoofdstuk 2

Vlees en eetbare slachtafvallen

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 1 en 2 geheel en al verkregen zijn

 

Hoofdstuk 3

Vis, schaaldieren, weekdieren en andere ongewervelde waterdieren

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 3 geheel en al verkregen zijn

 

ex Hoofdstuk 4

Melk en zuivelproducten; vogeleieren; natuurhonig; eetbare producten van dierlijke oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen; met uitzondering van:

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 4 geheel en al verkregen zijn

 

0403

Karnemelk, gestremde melk en room, yoghurt, kefir en andere gegiste of aangezuurde melk en room, ook indien ingedikt, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao

Vervaardiging waarbij:

 

alle gebruikte materialen van hoofdstuk 4 geheel en al verkregen zijn

 

alle gebruikte vruchtensappen (met uitzondering van vruchtensappen van ananassen, lemmetjes, pompelmoezen of pomelo's) bedoeld bij post 2009 van oorsprong zijn, en

 

de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex Hoofdstuk 5

Andere producten van dierlijke oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen; met uitzondering van:

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 5 geheel en al verkregen zijn

 

ex ex 0502

Bereid haar van varkens of van wilde zwijnen

Reinigen, ontsmetten, sorteren en rechtstrijken van haar

 

Hoofdstuk 6

Levende planten en producten van de bloementeelt

Vervaardiging waarbij:

 

alle gebruikte materialen van hoofdstuk 6 geheel en al verkregen zijn, en

 

de waarde van alle gebruikte materialen niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

Hoofdstuk 7

Groenten, planten, wortels en knollen, voor voedingsdoeleinden

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 7 geheel en al verkregen zijn

 

Hoofdstuk 8

Fruit; schillen van citrusvruchten en van meloenen

Vervaardiging waarbij:

 

alle gebruikte vruchten geheel en al verkregen zijn, en

 

de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex Hoofdstuk 9

Koffie, thee, maté en specerijen; met uitzondering van:

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 9 geheel en al verkregen zijn

 

0901

Koffie, cafeïnevrije koffie daaronder begrepen, ook indien gebrand; bolsters en schillen, van koffie; koffiesurrogaten die koffie bevatten, ongeacht de mengverhouding

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post

 

0902

Thee, ook indien gearomatiseerd

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post

 

ex ex 0910

Kruidenmengsels

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post

 

Hoofdstuk 10

Granen

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 10 geheel en al verkregen zijn

 

ex Hoofdstuk 11

Producten van de meelindustrie; mout; zetmeel; inuline; tarwegluten; met uitzondering van:

Vervaardiging waarbij alle gebruikte granen, groenten en planten voor voedingsdoeleinden, knollen en wortels van post 0714 of vruchten geheel en al verkregen zijn

 

ex ex 1106

Meel, gries en poeder van gedroogde zaden van peulgroenten bedoeld bij post 0713

Drogen en malen van peulgroenten van post 0708

 

Hoofdstuk 12

Oliehoudende zaden en vruchten; allerlei zaden, zaaigoed en vruchten; planten voor industrieel en voor geneeskundig gebruik; stro en voeder

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 12 geheel en al verkregen zijn

 

1301

Gomlak (schellak); gommen, harsen, gomharsen en oleoharsen (bijvoorbeeld balsems) van natuurlijke oorsprong

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van post 1301 niet hoger is dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

1302

Plantensappen en plantenextracten; pectinestoffen, pectinaten en pectaten; agaragar en andere uit plantaardige producten verkregen plantenslijmen en bindmiddelen, ook indien gewijzigd:

   

plantenslijmen en bindmiddelen, gewijzigd, verkregen uit plantaardige producten

Vervaardiging uit niet gewijzigde plantenslijmen en bindmiddelen

 

andere

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product

 

Hoofdstuk 14

Plantaardige grondstoffen; plantaardige producten, elders genoemd noch elders onder begrepen

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 14 geheel en al verkregen zijn

 

ex Hoofdstuk 15

Vetten en oliën (dierlijke en plantaardige) en dissociatieproducten daarvan; bewerkt spijsvet; was van dierlijke of van plantaardige oorsprong; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

1501

Varkensvet (reuzel daaronder begrepen) en vet van gevogelte, ander dan dat bedoeld bij post 0209 of 1503:

   

beendervet of afvalvet

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van post 0201, 0203, 0206 of 0207 of van beenderen van post 0506

 

andere

Vervaardiging uit vlees of eetbare slachtafvallen van varkens bedoeld bij post 0203 of 0206 of uit vlees en eetbare slachtafvallen van pluimvee van post 0207

 

1502

Rund-, schapen- of geitenvet, ander dan dat bedoeld bij post 1503:

   

beendervet of afvalvet

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van post 0201, 0202, 0204 of 0206 of van beenderen van post 0506

 

andere

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 2 geheel en al verkregen zijn

 

1504

Vetten en oliën, van vis of van zeezoogdieren, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd:

   

vaste fracties

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van andere materialen van post 1504

 

andere

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 2 en 3 geheel en al verkregen zijn

 

ex ex 1505

Geraffineerde lanoline

Vervaardiging uit ruw wolvet van post 1505

 

1506

Andere dierlijke vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd:

   

vaste fracties

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van andere materialen van post 1506

 

andere

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 2 geheel en al verkregen zijn

 

1507 t/m 1515

Plantaardige vette oliën en fracties daarvan:

   

sojaolie, grondnotenolie, palmolie, kokosolie (kopraolie), palmpittenolie, babassunotenolie, tungolie, aleuritisolie, oiticicaolie, myricawas, japanwas, fracties van jojobaolie en oliën voor ander technisch of industrieel gebruik dan voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

vaste fracties, met uitzondering van die van jojobaolie

Vervaardiging uit andere materialen van de posten 1507 tot en met 1515

 

andere

Vervaardiging waarbij alle gebruikte plantaardige materialen geheel en al verkregen zijn

 

1516

Dierlijke en plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geëlaïdiniseerd, ook indien geraffineerd, doch niet verder bereid

Vervaardiging waarbij:

 

alle gebruikte materialen van hoofdstuk 2 geheel en al verkregen zijn, en

 

alle gebruikte plantaardige materialen geheel en al verkregen zijn. Wel mogen materialen van de posten 1507, 1508, 1511 en 1513 worden gebruikt.

 

1517

Margarine; mengsels en bereidingen, voor menselijke consumptie, van dierlijke of plantaardige vetten of oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën bedoeld bij dit hoofdstuk, andere dan de vetten en oliën of fracties daarvan, bedoeld bij post 1516

Vervaardiging waarbij:

 

alle gebruikte materialen van hoofdstukken 2 en 4 geheel en al verkregen zijn, en

 

alle gebruikte plantaardige materialen geheel en al verkregen zijn. Wel mogen materialen van de posten 1507, 1508, 1511 en 1513 worden gebruikt.

 

Hoofdstuk 16

Bereidingen van vlees, van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren

Vervaardiging:

 

uit dieren van hoofdstuk 1, en/of

 

waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 3 geheel en al verkregen zijn

 

ex Hoofdstuk 17

Suiker en suikerwerk; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex 1701

Rietsuiker en beetwortelsuiker, alsmede chemisch zuivere sacharose, in vaste vorm, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

1702

Andere suiker, chemisch zuivere lactose, maltose, glucose en fructose (levulose) daaronder begrepen, in vaste vorm; suikerstroop, niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen; kunsthoning, ook indien met natuurhoning vermengd; karamel:

   

chemisch zuivere maltose en chemisch zuivere fructose

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met inbegrip van andere materialen van post 1702

 

andere suiker, in vaste vorm, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

andere

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van oorsprong zijn

 

ex ex 1703

Melasse verkregen bij de extractie of de raffinage van suiker, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

1704

Suikerwerk zonder cacao (witte chocolade daaronder begrepen)

Vervaardiging:

 

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

 

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

Hoofdstuk 18

Cacao en bereidingen daarvan

Vervaardiging:

 

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

 

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

1901

Moutextract; bereidingen voor menselijke consumptie van meel, gries, griesmeel, zetmeel of moutextract, geen of minder dan 40 gewichtspercenten cacao bevattend, berekend op een geheel ontvette basis, elders genoemd noch elders onder begrepen; bereidingen voor menselijke consumptie van producten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404, geen of minder dan 5 gewichtspercenten cacao bevattend, berekend op een geheel ontvette basis, elders genoemd noch elders onder begrepen:

   

moutextract

Vervaardiging uit granen van hoofdstuk 10

 

andere

Vervaardiging:

 

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

 

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

1902

Deegwaren, ook indien gekookt of gevuld (met vlees of andere zelfstandigheden), dan wel op andere wijze bereid, zoals spaghetti, macaroni, noedels, lasagne, gnocchi, ravioli en cannelloni; couscous, ook indien bereid:

   

bevattende niet meer dan 20 gewichtspercenten vlees, eetbare slachtafvallen, vis, schaal- of weekdieren

Vervaardiging waarbij alle gebruikte granen en graanderivaten (met uitzondering van harde tarwe en derivaten daarvan) geheel en al verkregen zijn

 

bevattende meer dan 20 gewichtspercenten vlees, eetbare slachtafvallen, vis, schaal- of weekdieren

Vervaardiging waarbij:

 

alle gebruikte granen en graanderivaten (met uitzondering van harde tarwe en derivaten daarvan) geheel en al verkregen zijn, en

 

alle gebruikte materialen van hoofdstukken 2 en 3 geheel en al verkregen zijn.

 

1903

Tapioca en soortgelijke producten bereid uit zetmeel, in de vorm van vlokken, korrels, parels en dergelijke

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van aardappelzetmeel van post 1108

 

1904

Graanpreparaten verkregen door poffen of door roosteren (bijvoorbeeld cornflakes); granen (andere dan maïs) in de vorm van korrels of in de vorm van vlokken of van andere bewerkte korrels (met uitzondering van meel, gries en griesmeel), voorgekookt of op andere wijze bereid, elders genoemd noch elders onder begrepen

Vervaardiging:

 

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van post 1806

 

waarbij het gebruikte graan of meel (met uitzondering van harde tarwe en maïs van de soort Zea indurata, en derivaten daarvan) geheel en al verkregen zijn, en

 

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

1905

Brood, gebak, biscuits en andere bakkerswaren, ook indien deze producten cacao bevatten; ouwel in bladen, hosties, ouwels voor geneesmiddelen, plakouwels en dergelijke producten van meel of van zetmeel

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van hoofdstuk 11

 

ex Hoofdstuk 20

Bereidingen van groenten, van vruchten en van andere plantendelen; met uitzondering van:

Vervaardiging waarbij alle gebruikte groenten en vruchten geheel en al verkregen zijn

 

ex ex 2001

Broodwortelen, bataten (zoete aardappelen) en dergelijke eetbare plantendelen met een zetmeelgehalte van 5 of meer gewichtspercenten, bereid of verduurzaamd in azijn of azijnzuur

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex 2004 en ex ex 2005

Aardappelen in de vorm van meel, gries of vlokken, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

2006

Groenten, vruchten, vruchtenschillen en andere plantendelen, gekonfijt met suiker (uitgedropen, geglaceerd of uitgekristalliseerd)

Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

2007

Jam, vruchtengelei, marmelade, vruchtenmoes en vruchtenpasta, door koken of stoven verkregen, met of zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen

Vervaardiging:

 

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

 

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex ex 2008

noten, zonder toegevoegde suiker of alcohol

Vervaardiging waarbij de waarde van alle van oorsprong zijnde gebruikte noten en oliehoudende zaden, bedoeld bij de posten 0801, 0802 en 1202 tot en met 1207, hoger is dan 60 % van de prijs af fabriek van het product

 

pindakaas; mengsels op basis van graan; palmharten; mais

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

andere, met uitzondering van vruchten (noten daaronder begrepen), anders gekookt dan in water of stoom, zonder toegevoegde suiker, bevroren

Vervaardiging:

 

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

 

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

2009

Ongegiste vruchtensappen (druivenmost daaronder begrepen) en ongegiste groentesappen, zonder toegevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen

Vervaardiging:

 

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

 

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex Hoofdstuk 21

Diverse producten voor menselijke consumptie; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

2101

Extracten, essences en concentraten, van koffie, van thee of van maté, en preparaten op basis van deze producten of op basis van koffie, van thee of van maté; gebrande cichorei en andere gebrande koffiesurrogaten, alsmede extracten, essences en concentraten daarvan

Vervaardiging:

 

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

 

waarbij alle gebruikte cichorei geheel en al verkregen is

 

2103

Sausen en preparaten voor sausen; samengestelde kruiderijen en dergelijke producten; mosterdmeel en bereide mosterd:

   

sausen en preparaten voor sausen; samengestelde kruiderijen en dergelijke producten

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product Mosterdmeel en bereide mosterd mogen evenwel worden gebruikt.

 

mosterdmeel en bereide mosterd

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post

 

ex ex 2104

Preparaten voor soep of voor bouillon; bereide soep en bouillon

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van groenten, bereid of verduurzaamd, van de posten 2002 tot en met 2005

 

2106

Producten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen

Vervaardiging:

 

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

 

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product

 

ex Hoofdstuk 22

Dranken, alcoholhoudende vloeistoffen en azijn; met uitzondering van:

Vervaardiging:

 

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product, en

 

waarbij alle gebruikte druiven of van druiven afkomstige materialen geheel en al verkregen zijn

 

2202

Water, mineraalwater en spuitwater daaronder begrepen, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, dan wel gearomatiseerd, alsmede andere alcoholvrije dranken, andere dan de vruchten- en groentesappen bedoeld bij post 2009

Vervaardiging:

 

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product,

 

waarbij de waarde van alle gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet hoger is dan 30 % van de prijs af fabriek van het product, en

 

waarbij alle gebruikte vruchtensappen (met uitzondering van vruchtensappen van ananassen, lemmetjes, pompelmoezen of pomelo's) van oorsprong zijn

 

2207

Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van 80 % vol of meer; ethylalcohol en gedistilleerde dranken, gedenatureerd, ongeacht het gehalte

Vervaardiging:

 

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van de posten 2207 en 2208, en

 

waarbij alle druiven of van druiven afkomstige materialen geheel en al verkregen zijn of waarbij, indien alle andere gebruikte materialen reeds van oorsprong zijn, arak is gebruikt tot ten hoogste 5 % vol

 

2208

Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van minder dan 80 % vol; gedistilleerde dranken, likeuren en andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten

Vervaardiging:

 

uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van de posten 2207 en 2208, en

 

waarbij alle druiven of van druiven afkomstige materialen geheel en al verkregen zijn of waarbij, indien alle andere gebruikte materialen reeds van oorsprong zijn, arak is gebruikt tot ten hoogste 5 % vol

 

ex Hoofdstuk 23

Resten en afval van de voedselindustrie; bereid voedsel voor dieren; met uitzondering van:

Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van dezelfde post als het product

 

ex ex 2301

Walvismeel; meel, poeder en pellets, van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren, ongeschikt voor menselijke consumptie

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 2 en 3 geheel en al verkregen zijn

 

ex ex 2303

Afvallen van maiszetmeelfabrieken (met uitzondering van ingedikt zwelwater), met een gehalte aan proteïnen, berekend op de droge stof, van meer dan 40 gewichtspercenten

Vervaardiging waarbij alle gebruikte mais geheel en al verkregen is

 

ex ex 2306

Perskoeken en andere vaste afvallen, verkregen bij de winning van olijfolie, met een gehalte aan olijfolie van meer dan 3 %

Vervaardiging waarbij alle gebruikte olijven geheel en al verkregen zijn

 

2309

Bereidingen van de soort gebruikt voor het voederen van dieren

Vervaardiging waarbij:

 

alle gebruikte granen, suiker of melasse, vlees of melk van oorsprong zijn, en

 

alle gebruikte materialen van hoofdstuk 3 geheel en al verkregen zijn

 

ex Hoofdstuk 24

Tabak en tot verbruik bereide tabakssurrogaten; met uitzondering van:

Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 24 geheel en al verkregen zijn

 

2402

Sigaren, cigarillo's en sigaretten, van tabak of van tabakssurrogaten

Vervaardiging waarbij ten minste 70 gewichtspercenten van de ruwe en niet tot verbruik bereide tabak of afvallen van tabak van post 2401 van oorsprong zijn

 

ex ex 2403

Rooktabak

Vervaardiging waarbij ten minste 70 gewichtspercenten van de ruwe en niet tot verbruik bereide tabak of afvallen van tabak van post 2401 van oorsprong zijn

 

BIJLAGE III

MODEL VAN HET CERTIFICAAT INZAKE GOEDERENVERKEER EUR.1 EN VAN DE AANVRAAG OM EEN CERTIFICAAT INZAKE GOEDERENVERKEER EUR.1

Instructies voor de drukker

 
 

1.

Deze formulieren meten 210 × 297 mm, waarbij in de lengte een afwijking van 5 mm minder of 8 mm meer is toegestaan. Het te gebruiken papier is wit, goed beschrijfbaar, houtvrij, met een gewicht van ten minste 25 g/m2. Het is voorzien van een groene geguillocheerde onderdruk die vervalsingen met behulp van mechanische of chemische middelen zichtbaar maakt.

 
 

2.

De bevoegde autoriteiten van de partijen kunnen zich het recht voorbehouden de formulieren zelf te drukken of ze door erkende drukkers te laten drukken. In het laatste geval wordt op ieder formulier van deze erkenning melding gemaakt. Elk formulier wordt voorzien van de naam en het adres van de drukker of van een merkteken aan de hand waarvan deze geïdentificeerd kan worden. De certificaten worden tevens van een al dan niet gedrukt volgnummer voorzien.

Image

AANTEKENINGEN

 

1.

In het certificaat mogen geen raderingen of overschrijvingen voorkomen. Eventuele wijzigingen dienen te worden aangebracht door doorhaling van de onjuiste vermelding en, in voorkomend geval, door toevoeging van de juiste vermelding. Elke aldus aangebrachte wijziging dient te worden goedgekeurd door degene die het certificaat heeft opgesteld en te worden geviseerd door de douaneautoriteiten van het land of gebied van afgifte.

 

2.

Tussen de in het certificaat vermelde artikelen mag geen ruimte gelaten worden en deze artikelen dienen doorlopend genummerd te worden. Onmiddellijk onder het laatste artikel dient een horizontale lijn getrokken te worden. Onbeschreven gedeelten dienen te worden doorgehaald, zodat elke latere toevoeging onmogelijk wordt.

 

3.

De goederen worden met hun gebruikelijke handelsbenaming aangeduid onder opgaaf van de bijzonderheden, nodig voor de vaststelling van hun identiteit.

Image

VERKLARING VAN DE EXPORTEUR

Ondergetekende, exporteur van de op voorzijde omschreven goederen,

 

VERKLAART

dat deze goederen voldoen aan de voorwaarden voor de afgifte van het hierbij gevoegde certificaat;

GEEFT

de onderstaande toelichting inzake de omstandigheden waardoor deze goederen aan deze voorwaarden voldoen:

LEGT

de volgende bewijsstukken OVER (1):

VERPLICHT ZICH

ertoe op verzoek van de bevoegde autoriteiten alle verdere bewijsstukken over te leggen die deze voor de afgifte van het certificaat nodig achten, en in voorkomend geval toe te staan dat deze autoriteiten zijn boekhouding controleren en nagaan in welke omstandigheden de goederen zijn vervaardigd;

VERZOEKT

voor deze goederen om afgifte van het hierbij gevoegde certificaat.

Gedaan te …

op …

(Handtekening)

 

  • (1) 
    Bijvoorbeeld: invoerdocumenten, certificaten inzake goederenverkeer, facturen, verklaringen van de fabrikant enz., met betrekking tot de producten die bij de vervaardiging zijn gebruikt of met betrekking tot goederen die in ongewijzigde staat weer zijn uitgevoerd.

BIJLAGE IV

TEKST VAN DE OORSPRONGSVERKLARING

Bij het opstellen van de oorsprongsverklaring, waarvan de tekst hieronder is weergegeven, dient rekening te worden gehouden met de voetnoten. De tekst van de voetnoten behoeft echter niet te worden overgenomen.

Bulgaarse versie

Износителят на продуктите, обхванати от този документ (митническо разрешение № … (1)) декларира, че освен където ясно е отбелязано друго, тези продукти са с … преференциален произход (2).

Spaanse versie

El exportador de los productos incluidos en el presente documento (autorización aduanera no … (1)) declara que, salvo indicación en sentido contrario, estos productos gozan de un origen preferencial … (2).

Tsjechische versie

Vývozce výrobků uvedených v tomto dokumentu (číslo povolení … (1)) prohlašuje, že kromě zřetelně označených mají tyto výrobky preferenční původ v … (2).

Deense versie

Eksportøren af varer, der er omfattet af nærværende dokument, (toldmyndighedernes tilladelse nr. … (1)), erklærer, at varerne, medmindre andet tydeligt er angivet, har præferenceoprindelse i … (2).

Duitse versie

Der Ausführer (Ermächtigter Ausführer; Bewilligungs-Nr. … (1)) der Waren, auf die sich dieses Handelspapier bezieht, erklärt, dass diese Waren, soweit nicht anderes angegeben, präferenzbegünstigte … (2) Ursprungswaren sind.

Estse versie

Käesoleva dokumendiga hõlmatud toodete eksportija (tolli kinnitus nr. … (1)) deklareerib, et need tooted on … (2) sooduspäritoluga, välja arvatud juhul, kui on selgelt näidatud teisiti.

Griekse versie

Ο εξαγωγέας των προϊόντων που καλύπτονται από το παρόν έγγραφο (άδεια τελωνείου υπ' αριθ. … (1)) δηλώνει ότι, εκτός εάν δηλώνεται σαφώς άλλως, τα προϊόντα αυτά είναι προτιμησιακής καταγωγής … (2).

Engelse versie

The exporter of the products covered by this document (customs authorization No … (1)) declares that, except where otherwise clearly indicated, these products are of … (2) preferential origin.

Franse versie

L'exportateur des produits couverts par le présent document (autorisation douanière no … (1)) déclare que, sauf indication claire du contraire, ces produits ont l'origine préférentielle … (2).

Kroatische versie

Izvoznik proizvoda obuhvaćenih ovom ispravom (carinsko ovlaštenje br… (1)) izjavljuje da su, osim ako je drukčije izričito navedeno, ovi proizvodi… (2) preferencijalnog podrijetla.

Italiaanse versie

L'esportatore delle merci contemplate nel presente documento (autorizzazione doganale n. … (1)) dichiara che, salvo indicazione contraria, le merci sono di origine preferenziale … (2).

Letse versie

To productu eksportētājs, kuri ietverti šajā dokumentā (muitas atļauja Nr. … (1)), deklarē, ka, izņemot tur, kur ir citādi skaidri noteikts, šiem productiem ir preferenciāla izcelsme … (2).

Litouwse versie

Šiame dokumente išvardytų productų eksportuotojas (muitinės liudijimo Nr. … (1)) deklaruoja, kad, jeigu kitaip nenurodyta, tai yra … (2) preferencinės kilmės productai.

Hongaarse versie

A jelen okmányban szereplő áruk exportőre (vámfelhatalmazási szám: … (1)) kijelentem, hogy eltérő egyértelmű jelzés hiányában az áruk preferenciális … (2) származásúak.

Maltese versie

L-esportatur tal-prodotti koperti b'dan id-dokument (awtorizzazzjoni tad-dwana Nru. … (1)) jiddikjara li, ħlief fejn indikat b'mod ċar li mhux hekk, dawn il-prodotti huma ta' oriġini preferenzjali … (2).

Nederlandse versie

De exporteur van de goederen waarop dit document van toepassing is (douanevergunning nr. … (1)), verklaart dat, behoudens uitdrukkelijke andersluidende vermelding, deze goederen van preferentiële ... oorsprong zijn (2).

Poolse versie

Eksporter productów objętych tym dokumentem (upoważnienie władz celnych nr … (1)) deklaruje, że z wyjątkiem gdzie jest to wyraźnie określone, producty te mają … (2) preferencyjne pochodzenie.

Portugese versie

O abaixo-assinado, exportador dos produtos abrangidos pelo presente documento (autorização aduaneira no. … (1)), declara que, salvo indicação expressa em contrário, estes produtos são de origem preferencial … (2).

Roemeense versie

Exportatorul produselor ce fac obiectul acestui document (autorizația vamală nr. … (1)) declară că, exceptând cazul în care în mod expres este indicat altfel, aceste produse sunt de origine preferențială … (2).

Sloveense versie

Izvoznik blaga, zajetega s tem dokumentom (pooblastilo carinskih organov št … (1)) izjavlja, da, razen če ni drugače jasno navedeno, ima to blago preferencialno … (2) poreklo.

Slowaakse versie

Vývozca výrobkov uvedených v tomto dokumente (číslo povolenia … (1)) vyhlasuje, že okrem zreteľne označených, majú tieto výrobky preferenčný pôvod v … (2).

Finse versie

Tässä asiakirjassa mainittujen tuotteiden viejä (tullin lupa N:o … (1)) ilmoittaa, että nämä tuotteet ovat, ellei toisin ole selvästi merkitty, etuuskohteluun oikeutettuja … alkuperätuotteita (2).

Zweedse versie

Exportören av de varor som omfattas av detta dokument (tullmyndighetens tillstånd nr. … (1)) försäkrar att dessa varor, om inte annat tydligt markerats, har förmånsberättigande … ursprung (2).

Catalaanse versie

L'exportador dels productes determinats en el present document (Autorització duanera no… (1)) declara que, llevat que s'indiqui el contrari, aquests productes tenen l'origen preferencial… (2)

 (3)

(plaats en datum)

 (4)

(handtekening van de exporteur en diens naam in blokletters)

 

  • (1) 
    Indien de oorsprongsverklaring door een toegelaten exporteur wordt opgesteld, moet het nummer van de vergunning van die exporteur hier worden ingevuld. Indien de oorsprongsverklaring niet door een toegelaten exporteur wordt opgesteld, worden de woorden tussen haakjes weggelaten of wordt niets ingevuld.
  • (2) 
    Aanduiding van de oorsprong van de producten. Indien de oorsprongsverklaring geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla, moet de exporteur dit door middel van de letters „CM” duidelijk aangeven op het document waarop de verklaring wordt opgesteld.
  • (3) 
    Deze gegevens kunnen worden weggelaten indien ze in het document zelf al voorkomen.
  • (4) 
    Indien de exporteur niet behoeft te ondertekenen, dan behoeft ook diens naam niet te worden vermeld.

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE DE REPUBLIEK SAN MARINO

 

1.

Producten van oorsprong uit de Republiek San Marino worden door Andorra behandeld als van oorsprong uit de Europese Unie in de zin van de overeenkomst.

 

2.

Het aanhangsel betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en de samenwerking tussen douanediensten is van overeenkomstige toepassing om de oorsprong van de in lid 1 bedoelde producten te bepalen.

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE DE HERZIENING VAN DE REGELS VAN OORSPRONG IN HET AANHANGSEL BETREFFENDE DE DEFINITIE VAN HET BEGRIP „PRODUCTEN VAN OORSPRONG” EN SAMENWERKING TUSSEN DOUANEDIENSTEN

 

1.

De partijen komen overeen om de regels van oorsprong in het aanhangsel betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en samenwerking tussen douanediensten opnieuw te bekijken en de nodige aanpassingen te bespreken als een van beide partijen daarom verzoekt. Tijdens die besprekingen houden de partijen rekening met de ontwikkeling van de technologie en van productieprocessen, prijsschommelingen en alle andere factoren die de aanpassing van deze regels kunnen rechtvaardigen.

 

2.

Bijlage II bij het aanhangsel betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en samenwerking tussen douanediensten zal worden aangepast overeenkomstig de periodieke wijzigingen van het geharmoniseerd systeem.

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.