Verordening 1999/423 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 975/98 over de denominaties en technische specificaties van voor circulatie bestemde euromuntstukken

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31999R0423

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31999R0423

Verordening (EG) nr. 423/1999 van de Raad van 22 februari 1999 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 975/98 over de denominaties en technische specificaties van voor circulatie bestemde euromuntstukken

Publicatieblad Nr. L 052 van 27/02/1999 blz. 0002 - 0003

VERORDENING (EG) Nr. 423/1999 VAN DE RAAD van 22 februari 1999 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 975/98 over de denominaties en technische specificaties van voor circulatie bestemde euromuntstukken

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 105 A, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van de Europese Centrale Bank (2),

Volgens de procedure van artikel 189 C van het Verdrag (3),

Overwegende dat in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 975/98 (4) de technische specificaties voor de acht denominaties van de eerste serie euromuntstukken worden bepaald; dat de directeuren van de munten op grond van Verordening (EG) nr. 975/98 de meer gedetailleerde specificaties hebben vastgesteld die noodzakelijk zijn voor de productie;

Overwegende dat de verkoopautomatenindustrie na bestudering van bovengenoemde gedetailleerde specificaties om een verhoging van het gewicht van het muntstuk van 50 cent heeft verzocht teneinde dit muntstuk sterker van andere muntstukken te doen verschillen en fraude tegen te gaan; dat de Europese Blindenvereniging na het uittesten van bij de eerste productiegangen vervaardigde proefexemplaren bezwaar heeft gemaakt tegen het feit dat de randafwerking van de muntstukken van 50 cent en 10 cent verschilde van de randafwerking van de proefexemplaren waaraan zij tijdens het overleg met het oog op de vaststelling van Verordening (EG) nr. 975/98 haar goedkeuring had gehecht; dat het ter bevordering van de acceptatie van het nieuwe muntstelsel door de gebruikers wenselijk is dat zowel aan het verzoek van de verkoopautomatenindustrie als aan het verzoek van de Europese Blindenvereniging gevolg wordt gegeven; dat het noodzakelijk is het gewicht van het muntstuk van 50 cent te verhogen van 7 g tot 7,8 g om aan de wens van de verkoopautomatenindustrie te voldoen; dat het voor de inwilliging van het verzoek van de Europese Blindenvereniging en ter voorkoming van eventuele latere misverstanden wenselijk is de omschrijving van de rand van de muntstukken van 50 cent en 10 cent te wijzigen van "grove kartel" in "getand", hetgeen meer in overeenstemming is met de randafwerking waarmee de Europese Blindenvereniging oorspronkelijk had ingestemd;

Overwegende dat het van essentieel belang is de wijzigingen van de technische specificaties te beperken tot het gewicht van het muntstuk van 50 cent en de randafwerking van de muntstukken van 50 cent en 10 cent teneinde het tijdschema voor de productie van de euromuntstukken en de invoering ervan op 1 januari 2002 niet in gevaar te brengen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In artikel 1 van Verordening (EG) nr. 975/98 wordt de tabel als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    de vierde rij, betreffende het muntstuk van 50 cent, wordt als volgt gewijzigd:
  • a) 
    in de derde kolom wordt het cijfer "1,69" vervangen door "1,88";
  • b) 
    in de vierde kolom wordt het cijfer "7" vervangen door "7,8";
  • c) 
    in de achtste kolom worden de woorden "grove kartel" vervangen door "getand";
  • 2. 
    in de zesde rij, betreffende het muntstuk van 10 cent, in de achtste kolom, worden de woorden "grove kartel" vervangen door "getand".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1999.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat, overeenkomstig het Verdrag, behoudens artikel 109 K, lid 1, en de protocollen nrs. 11 en 12.

Gedaan te Luxemburg, 22 februari 1999.

Voor de Raad

De Voorzitter

H.-F. von PLOETZ

  • (1) 
    PB C 296 van 24. 9. 1998, blz. 10.
  • (2) 
    Advies uitgebracht op 16 november 1998 (nog niet verschenen in het Publicatieblad).
  • (3) 
    Advies van het Europees Parlement van 18 november 1998 (PB C 379 van 7. 12. 1998), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 21 december 1998 (nog niet verschenen in het Publicatieblad) en besluit van het Europees Parlement van 9 februari 1999 (nog niet verschenen in het Publicatieblad).
  • (4) 
    PB L 139 van 11. 5. 1998, blz. 6.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.