Uitvoeringsverordening 2014/821 - Bepalingen ter uitvoering van Verordening 1303/2013 wat betreft gedetailleerde regelingen voor de overdracht en het beheer van programmabijdragen, de verslaglegging over financieringsinstrumenten, de technische kenmerken van voorlichtings- en communicatiemaatregelen voor concrete acties, en het systeem voor de vastlegging en opslag van gegevens - Hoofdinhoud
29.7.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 223/7 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 821/2014 VAN DE COMMISSIE
van 28 juli 2014
tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft gedetailleerde regelingen voor de overdracht en het beheer van programmabijdragen, de verslaglegging over financieringsinstrumenten, de technische kenmerken van voorlichtings- en communicatiemaatregelen voor concrete acties, en het systeem voor de vastlegging en opslag van gegevens
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (1), en met name artikel 38, lid 10, artikel 46, lid 3, artikel 115, lid 4, en artikel 125, lid 8, tweede alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 215/2014 van de Commissie (2) stelt de nodige bepalingen voor de opstelling van de programma's vast. Om de uitvoering te waarborgen van de programma's die door de Europese structuur- en investeringsfondsen (de „ESI-fondsen”) worden gefinancierd, moeten verdere bepalingen ter uitvoering van Verordening (EU) nr. 1303/2013 worden vastgesteld. Om een uitgebreid overzicht van die bepalingen te geven en ze beter toegankelijk te maken, moeten die bepalingen in één uitvoeringshandeling worden opgenomen. |
(2) |
Met het oog op een grotere flexibiliteit bij het vrijmaken van steun voor door de managementautoriteit beheerde financieringsinstrumenten uit verschillende bronnen op een van de wijzen die zijn vermeld in artikel 38, lid 4, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 1303/2013, moet worden verduidelijkt hoe de programmabijdragen worden overgedragen en beheerd. Met name moeten de omstandigheden worden verduidelijkt waaronder een financieringsinstrument bijdragen kan ontvangen uit meer dan één programma of uit meer dan één prioritaire as of maatregel van hetzelfde programma, en de voorwaarden waaronder nationale publieke of private bijdragen aan financieringsinstrumenten die op het niveau van de eindontvangers worden geleverd, als nationale medefinancieringsmiddelen in aanmerking kunnen worden genomen. |
(3) |
Er moet een model voor de verslaglegging over financieringsinstrumenten aan de Commissie worden vastgesteld om ervoor te zorgen dat de managementautoriteiten de in artikel 46, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 vereiste informatie op een consistente en vergelijkbare wijze verstrekken. Het model voor de verslaglegging over financieringsinstrumenten is ook nodig om de Commissie in staat te stellen samenvattingen te presenteren van de gegevens over de geboekte vooruitgang bij de financiering en de uitvoering van de financieringsinstrumenten. |
(4) |
Met het oog op een geharmoniseerde visuele identiteit voor voorlichtings- en communicatiemaatregelen voor concrete acties op het gebied van het cohesiebeleid van de Unie moeten de instructies voor het ontwerp van het embleem van de Unie en aanwijzingen voor de standaardkleuren worden vastgesteld, alsook de technische kenmerken voor de weergave van het embleem van de Unie en de verwijzing naar het fonds of de fondsen waaruit steun voor de concrete actie wordt verleend. |
(5) |
Met het oog op een geharmoniseerde visuele identiteit voor voorlichtings- en communicatiemaatregelen voor infrastructuur en bouwwerkzaamheden op het gebied van het cohesiebeleid van de Unie moeten de technische kenmerken worden vastgesteld van borden en permanente platen voor infrastructuur en bouwwerkzaamheden waarvoor de totale overheidssteun voor elke concrete actie meer dan 500 000 EUR bedraagt. |
(6) |
Voor de toepassing van artikel 125, lid 2, onder d), van Verordening (EU) nr. 1303/2013 moeten de technische specificaties worden vastgesteld van het systeem voor de vastlegging en opslag in gecomputeriseerde vorm van de voor toezicht, evaluatie, financieel beheer, verificatie en audit vereiste gegevens over elke concrete actie. |
(7) |
Voor de doeltreffende uitvoering van artikel 122, lid 3, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 moet ervoor worden gezorgd dat de technische specificaties van het systeem voor de vastlegging en opslag van gegevens op architecturaal, technisch en semantisch niveau volledige interoperabiliteit met het in artikel 122, lid 3, van die verordening bedoelde systeem garanderen. |
(8) |
De gedetailleerde technische specificaties van het systeem voor de vastlegging en opslag van gegevens moeten voldoende gedocumenteerd worden om het controlespoor van de naleving van de wettelijke voorschriften te waarborgen. |
(9) |
Het systeem voor de vastlegging en opslag van gegevens moet ook geschikte zoekinstrumenten en verslagleggingsfuncties omvatten om erin opgeslagen informatie gemakkelijk te kunnen opvragen en aggregeren ten behoeve van toezicht, evaluatie, financieel beheer, verificatie en audit. |
(10) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Coördinatiecomité voor de Europese structuur- en investeringsfondsen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
HOOFDSTUK I
GEDETAILLEERDE REGELINGEN VOOR DE OVERDRACHT EN HET BEHEER VAN PROGRAMMABIJDRAGEN EN VOOR DE VERSLAGLEGGING OVER FINANCIERINGSINSTRUMENTEN
Artikel 1
Overdracht en beheer van programmabijdragen
(artikel 38, lid 10, van Verordening (EU) nr. 1303/2013)
-
1.Wanneer uit meer dan één programma of uit meer dan één prioritaire as of maatregel van hetzelfde programma bijdragen aan een financieringsinstrument worden geleverd, houdt de instantie die het financieringsinstrument uitvoert, ten behoeve van verslaglegging en audit een afzonderlijke rekening bij of gebruikt zij een passende boekhoudkundige code voor de bijdrage uit elk programma en uit elke prioritaire as of maatregel.
-
2.Wanneer nationale publieke en private bijdragen overeenkomstig de fondsspecifieke voorschriften aan financieringsinstrumenten worden geleverd op het niveau van de eindontvangers, beheren de instanties die deze financieringsinstrumenten uitvoeren, nationale publieke of private bijdragen die nationale medefinanciering vormen en op het niveau van eindontvangers worden verstrekt overeenkomstig de leden 3 tot en met 6.
-
3.De instanties die financieringsinstrumenten uitvoeren, houden bewijsstukken bij van het volgende:
a) |
juridische overeenkomsten die met publieke of private entiteiten worden gesloten betreffende nationale publieke of private bijdragen die nationale medefinanciering vormen en die door deze entiteiten op het niveau van eindontvangers moeten worden geleverd; |
b) |
de effectieve overdracht van middelen die nationale medefinanciering vormen, door publieke of private entiteiten aan eindontvangers; |
c) |
nationale publieke of private bijdragen die nationale medefinanciering vormen en door publieke of private entiteiten worden geleverd, en waarvan de instantie die een financieringsinstrument uitvoert in kennis wordt gesteld. |
-
4.De instanties die financieringsinstrumenten uitvoeren, dragen de algemene verantwoordelijkheid voor de investering in eindontvangers, met inbegrip van het latere toezicht op de bijdragen uit programma's overeenkomstig de financieringsovereenkomsten.
-
5.De instanties die financieringsinstrumenten uitvoeren, vergewissen zich ervan dat de uitgaven waarop de nationale publieke of private bijdragen die nationale medefinanciering vormen betrekking hebben, subsidiabel zijn voordat zij aan de managementautoriteit worden gedeclareerd.
-
6.De instanties die financieringsinstrumenten uitvoeren, houden het controlespoor voor de nationale publieke of private bijdragen die nationale medefinanciering vormen, bij tot op het niveau van de eindontvanger.
Artikel 2
Model voor de verslaglegging over financieringsinstrumenten
(artikel 46, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1303/2013)
Voor het specifieke in artikel 46, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 bedoelde verslag gebruiken de managementautoriteiten het model in bijlage I bij deze verordening.
HOOFDSTUK II
TECHNISCHE KENMERKEN VAN VOORLICHTINGS- EN COMMUNICATIEMAATREGELEN VOOR CONCRETE ACTIES ALSMEDE INSTRUCTIES VOOR HET ONTWERP VAN HET EMBLEEM VAN DE UNIE EN AANWIJZINGEN VOOR DE STANDAARDKLEUREN
(artikel 115, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1303/2013)
Artikel 3
Instructies voor het ontwerp van het embleem van de Unie en aanwijzingen voor de standaardkleuren
Het embleem van de Unie wordt ontworpen overeenkomstig de grafische normen in bijlage II.
Artikel 4
Technische kenmerken voor de weergave van het embleem van de Unie en de verwijzing naar het fonds of de fondsen waaruit steun voor de concrete actie wordt verleend
-
1.Het in bijlage XII, deel 2.2, punt 1, onder a), bij Verordening (EU) nr. 1303/2013 bedoelde embleem van de Unie wordt op websites in kleur weergegeven. In alle andere media wordt waar mogelijk kleur gebruikt, en mag een monochrome versie alleen in gerechtvaardigde gevallen worden gebruikt.
-
2.Het embleem van de Unie is steeds duidelijk zichtbaar en wordt op een prominente plaats aangebracht. De plaats en de grootte ervan zijn passend met betrekking tot de omvang van het gebruikte materiaal of document. Voor klein promotiemateriaal is de verplichting om naar het fonds te verwijzen niet van toepassing.
-
3.Wanneer het embleem van de Unie en de verwijzing naar de Unie en het betrokken fonds worden weergegeven op een website:
a) |
zijn het embleem van de Unie en de verwijzing naar de Unie op het scherm van een digitaal apparaat zichtbaar zodra de gebruiker de website opent, zonder dat hij naar onder hoeft te scrollen; |
b) |
wordt de verwijzing naar het betrokken fonds op dezelfde website zichtbaar gemaakt. |
-
4.De naam „Europese Unie” wordt steeds voluit geschreven. Bij de naam van een financieringsinstrument wordt vermeld dat het door de ESI-fondsen worden gesteund. Voor de tekst bij het embleem van de Unie mogen de volgende lettertypes worden gebruikt: Arial, Auto, Calibri, Garamond, Trebuchet, Tahoma, Verdana, Ubuntu. Cursief lettertype, onderstreepte varianten of andere effecten mogen niet worden gebruikt. De plaatsing van de tekst ten opzichte van het embleem van de Unie mag op geen enkele wijze overlappen met het embleem van de Unie. De gebruikte lettergrootte staat in verhouding tot de grootte van het embleem. De kleur van het lettertype moet reflex blue, zwart of wit zijn, afhankelijk van de achtergrond.
-
5.Indien behalve het embleem van de Unie nog andere logo's worden afgebeeld, moet het embleem van de Unie ten minste even groot zijn, gemeten in de hoogte of de breedte, als het grootste van de andere logo's.
Artikel 5
Technische kenmerken van permanente platen en tijdelijke of permanente borden
-
1.De naam van de concrete actie, het hoofddoel van de concrete actie, het embleem van de Unie tezamen met de verwijzing naar de Unie en de verwijzing naar het fonds of de fondsen die moeten worden weergegeven op het in bijlage XII, deel 2.2, punt 4, bij Verordening (EU) nr. 1303/2013 bedoelde tijdelijke bord, beslaan ten minste 25 % van dat bord.
-
2.De naam van de concrete actie en het hoofddoel van de door de concrete actie ondersteunde activiteit, het embleem van de Unie tezamen met de verwijzing naar de Unie en de verwijzing naar het fonds of de fondsen die moeten worden weergegeven op de permanente plaat of het permanente bord als bedoeld in bijlage XII, deel 2.2, punt 5, bij Verordening (EU) nr. 1303/2013, beslaan ten minste 25 % van die plaat of dat bord.
HOOFDSTUK III
SYSTEEM VOOR DE VASTLEGGING EN OPSLAG VAN GEGEVENS
(artikel 125, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1303/2013)
Artikel 6
Algemene bepalingen
Het systeem voor de vastlegging en opslag van gegevens over concrete acties als bedoeld in artikel 125, lid 2, onder d), van Verordening (EU) nr. 1303/2013 voldoet aan de in de artikelen 7 tot en met 11 beschreven technische specificaties.
Artikel 7
Bescherming en bewaring van gegevens en documenten en de integriteit ervan
-
1.De toegang tot het systeem is gebaseerd op vooraf gedefinieerde rechten voor verschillende soorten gebruikers en wordt opgeheven wanneer hij niet meer nodig is.
-
2.Het systeem houdt het logboek bij van elke vastlegging, wijziging of verwijdering van documenten en gegevens.
-
3.Het systeem laat geen wijziging toe van de inhoud van documenten die voorzien zijn van een elektronische handtekening. Er wordt een tijdstempel gegenereerd als bewijs dat het van een elektronische handtekening voorziene document is gedeponeerd; het tijdstempel wordt met het document verbonden en kan niet worden gewijzigd. Als dergelijke documenten worden verwijderd, wordt dit overeenkomstig lid 2 geregistreerd.
-
4.De gegevens worden regelmatig geback-upt. De back-up met een kopie van de volledige inhoud van de databank is klaar voor gebruik in geval van nood.
-
5.De elektronische opslagfaciliteit is beschermd tegen elk gevaar van verlies of wijziging van de integriteit ervan. Deze bescherming omvat fysieke bescherming tegen te hoge of te lage temperatuur en vochtigheidsgraad, brand- en diefstaldetectiesystemen, en adequate systemen ter bescherming tegen virusaanvallen, hackers en elke andere niet-geautoriseerde toegang.
-
6.Het systeem voorziet in de migratie van gegevens, formaat en computeromgeving met voldoende regelmaat om de leesbaarheid en toegankelijkheid van documenten en gegevens te waarborgen tot het einde van de in artikel 140, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 vermelde toepasselijke periode.
Artikel 8
Interoperabiliteit
-
1.Het systeem is interoperabel met de systemen voor elektronische gegevensuitwisseling met begunstigden als bedoeld in artikel 122, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1303/2013.
Waar nodig vergemakkelijkt het systeem de verificatie van de waarachtigheid en de volledigheid van de door de begunstigden verstrekte gegevens voordat zij op een beveiligde wijze worden opgeslagen.
-
2.Het systeem is interoperabel met andere relevante computersystemen die vallen onder het nationale interoperabiliteitskader en het Europese interoperabiliteitskader (EIF) dat is ingesteld bij Besluit nr. 922/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad (3).
-
3.Het systeem is interoperabel op technisch en semantisch niveau. De specificaties ondersteunen standaardformaten voor gegevensuitwisseling en zorgen ervoor dat die formaten kunnen worden herkend en uitgewisseld tussen heterogene systemen.
Artikel 9
Zoek- en verslagleggingsfuncties
Het systeem omvat:
a) |
geschikte zoekinstrumenten waarmee documenten, gegevens en gerelateerde metagegevens gemakkelijk kunnen worden teruggevonden; |
b) |
een verslagleggingsfunctie waarmee op basis van vooraf bepaalde criteria verslagen kunnen worden gegenereerd, met name voor de in Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 van de Commissie (4) vermelde gegevens; |
c) |
een mogelijkheid om de onder b) bedoelde verslagen op te slaan, te exporteren of te printen, of een link naar een externe toepassing die in deze mogelijkheid voorziet. |
Artikel 10
Documentatie van het systeem
De managementautoriteit verstrekt gedetailleerde en geactualiseerde functionele en technische documentatie over de werking en de kenmerken van het systeem; de documentatie is op verzoek toegankelijk voor relevante entiteiten die verantwoordelijk zijn voor het beheer van het programma, alsmede voor de Commissie en de Europese Rekenkamer.
De in de eerste alinea bedoelde documentatie bevat bewijsmateriaal betreffende de tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 1303/2013 in de betrokken lidstaat.
Artikel 11
Beveiliging van de informatie-uitwisseling
Het gebruikte systeem wordt beschermd door middel van afdoende beveiligingsmaatregelen betreffende de classificatie van documenten, de bescherming van informatiesystemen en de bescherming van persoonsgegevens. Deze maatregelen voldoen aan internationale normen en nationale wettelijke voorschriften.
De in het eerste lid bedoelde beveiligingsmaatregelen beschermen netwerken en transmissievoorzieningen tijdens de interactie van het systeem met andere modules en systemen.
Artikel 12
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 28 juli 2014.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
-
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 215/2014 van de Commissie van 7 maart 2014 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij met betrekking tot methoden voor steun op het gebied van klimaatverandering, het vaststellen van mijlpalen en streefdoelen in het prestatiekader en de nomenclatuur van de categorieën steunverlening voor de Europese structuur- en investeringsfondsen (PB L 69 van 8.3.2014, blz. 65).
-
Besluit nr. 922/2009/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 inzake interoperabiliteitsoplossingen voor Europese overheidsdiensten (ISA) (PB L 260 van 3.10.2009, blz. 20).
-
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 van de Commissie van 3 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (PB L 138 van 13.5.2014, blz. 5).
BIJLAGE I
Model voor de verslaglegging over financieringsinstrumenten
Nr. |
Vereiste informatie voor elk financieringsinstrument |
|
|
1 |
Prioritaire assen of maatregelen ter ondersteuning van het financieringsinstrument, inclusief fonds van fondsen, in het kader van het ESI-fondsprogramma |
1.1 |
Referentie (nummer en titel) van elke prioritaire as of maatregel ter ondersteuning van het financieringsinstrument in het kader van het ESI-fondsprogramma |
2 |
Naam van het (de) ESI-fonds(en) ter ondersteuning van het financieringsinstrument in het kader van de prioritaire as of maatregel |
3 |
Thematische doelstelling, als bedoeld in artikel 9, eerste alinea, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 die door het financieringsinstrument wordt ondersteund |
4 |
Andere ESI-fondsprogramma's die bijdragen aan het financieringsinstrument leveren |
4.1 |
CCI-nummer van elk ander ESI-fondsprogramma dat bijdragen aan het financieringsinstrument levert |
II. Beschrijving van het financieringsinstrument en de uitvoeringsregelingen (artikel 46, lid 2, onder b), van Verordening (EU) nr. 1303/2013) |
|
5 |
Naam van het financieringsinstrument |
6 |
Officieel adres/vestigingsplaats van het financieringsinstrument (naam van het land en de stad) |
7 |
Uitvoeringsregelingen |
7.1 |
Op EU-niveau ingesteld financieringsinstrument onder direct of indirect beheer van de Commissie, als bedoeld in artikel 38, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 1303/2013, dat met bijdragen uit ESI-fondsprogramma's wordt ondersteund |
7.1.1 |
Naam van het financieringsinstrument op EU-niveau |
7.2 |
Op nationaal, regionaal, transnationaal of grensoverschrijdend niveau ingesteld financieringsinstrument, beheerd door of onder verantwoordelijkheid van de managementautoriteit, als bedoeld in artikel 38, lid 1, onder b), dat met bijdragen uit ESI-fondsprogramma's wordt ondersteund overeenkomstig artikel 38, lid 4, onder a), b) en c), van Verordening (EU) nr. 1303/2013 |
8 |
Soort financieringsinstrument |
8.1 |
Op de behoeften afgestemde of aan standaardvoorwaarden beantwoordende financieringsinstrumenten |
8.2 |
Financieringsinstrument georganiseerd via een fonds van fondsen of zonder fonds van fondsen |
8.2.1 |
Naam van het fonds van fondsen dat is opgericht om financieringsinstrumenten uit te voeren |
9 |
Soorten producten die door het financieringsinstrument worden geleverd: leningen, microleningen, garanties, investeringen in de vorm van aandelenkapitaal of quasiaandelenkapitaal, ander financieel product of andere steun in combinatie met het financieringsinstrument krachtens artikel 37, lid 7, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 |
9.1 |
Beschrijving van het andere financiële product |
9.2 |
Andere steun in combinatie met het financieringsinstrument: subsidie, rentesubsidie of subsidie voor garantievergoedingen krachtens artikel 37, lid 7, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 |
10 |
Rechtsvorm van het financieringsinstrument krachtens artikel 38, lid 6, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 (alleen voor de in artikel 38, lid 1, onder b), bedoelde financieringsinstrumenten): namens de managementautoriteit geopende fiduciaire rekening op naam van de uitvoerende instantie, of afzonderlijk financieel geheel binnen een financiële instelling |
III. Vermelding van de instantie die het in artikel 38, lid 1, onder a), en artikel 38, lid 4, onder a), b) en c), van Verordening (EU) nr. 1303/2013 bedoelde financieringsinstrument uitvoert, en van de in artikel 38, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 bedoelde financiële intermediairs (artikel 46, lid 2, onder c), van Verordening (EU) nr. 1303/2013) |
|
11 |
Instantie die het financieringsinstrument uitvoert |
11.1 |
Soort uitvoerende instantie krachtens artikel 38, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1303/2013: bestaande of nieuw opgerichte rechtspersoon die belast is met de uitvoering van financieringsinstrumenten; de Europese Investeringsbank; het Europees Investeringsfonds; internationale financiële instelling waarvan een lidstaat aandeelhouder is; in een lidstaat gevestigde financiële instelling die onder overheidstoezicht een openbaar belang nastreeft; een publiek- of privaatrechtelijke instantie; managementautoriteit die rechtstreeks uitvoeringstaken verricht (alleen voor leningen en garanties) |
11.1.1 |
Naam van de instantie die het financieringsinstrument uitvoert |
11.1.2 |
Officieel adres/vestigingsplaats (land en stad) van de instantie die het financieringsinstrument uitvoert |
12 |
Procedure voor de selectie van de instantie die het financieringsinstrument uitvoert: gunning van een overheidsopdracht; andere procedure |
12.1 |
Beschrijving van de andere procedure voor de selectie van de instantie die het financieringsinstrument uitvoert |
13 |
Datum van ondertekening van de financieringsovereenkomst met de instantie die het financieringsinstrument uitvoert |
IV. Naar prioriteit of maatregel uitgesplitst totaalbedrag aan programmabijdragen dat aan het financieringsinstrument is betaald, en gemaakte beheerskosten of betaalde beheersvergoedingen (artikel 46, lid 2, onder d) en e), van Verordening (EU) nr. 1303/2013) |
|
14 |
Totaalbedrag aan programmabijdragen dat in de financieringsovereenkomst is vastgelegd (in EUR) |
14.1 |
waarvan bijdragen uit ESI-fondsen (in EUR) |
15 |
Totaalbedrag aan programmabijdragen dat aan het financieringsinstrument is betaald (in EUR) |
15.1 |
waarvan bedragen aan bijdragen uit ESI-fondsen (in EUR) |
15.1.1 |
waarvan EFRO (in EUR) |
15.1.2 |
waarvan Cohesiefonds (in EUR) |
15.1.3 |
waarvan ESF (in EUR) |
15.1.4 |
waarvan Elfpo (in EUR) |
15.1.5 |
waarvan EFMZV (in EUR) |
15.2 |
waarvan totaalbedrag aan nationale medefinanciering (in EUR) |
15.2.1 |
waarvan totaalbedrag aan nationale overheidsfinanciering (in EUR) |
15.2.2 |
waarvan totaalbedrag aan nationale private financiering (in EUR) |
16 |
Totaalbedrag aan programmabijdragen dat in het kader van het Jongerenwerkgelegenheidsinitiatief (YEI — Youth Employment Initiative) (1) aan het financieringsinstrument is betaald (in EUR) |
17 |
Totaalbedrag aan beheerskosten en -vergoedingen dat is betaald uit programmabijdragen (in EUR) |
17.1 |
waarvan basisvergoeding (in EUR) |
17.2 |
waarvan prestatiegerelateerde vergoeding (in EUR) |
18 |
Gekapitaliseerde beheerskosten of -vergoedingen krachtens artikel 42, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 (alleen relevant voor het eindverslag) (in EUR) |
19 |
Gekapitaliseerde rentesubsidies of subsidies voor garantievergoedingen krachtens artikel 42, lid 1, onder c), van Verordening (EU) nr. 1303/2013 (alleen relevant voor het eindverslag) (in EUR) |
20 |
Bedrag aan programmabijdragen voor vervolginvesteringen in eindontvangers krachtens artikel 42, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 (alleen relevant voor het eindverslag) (in EUR) |
21 |
Bijdragen in de vorm van grond en/of onroerend goed aan het financieringsinstrument krachtens artikel 37, lid 10, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 (alleen relevant voor het eindverslag) (in EUR) |
|
|
22 |
Naam van elk door het financieringsinstrument aangeboden financieel product |
23 |
Datum van ondertekening van de financieringsovereenkomst voor het financiële product |
24 |
Totaalbedrag aan programmabijdragen dat is vastgelegd in leningen, garanties, aandelenkapitaal, quasiaandelenkapitaal of andere contracten betreffende financiële producten met eindontvangers (in EUR) |
24.1 |
waarvan totaalbedrag aan bijdragen uit ESI-fondsen (in EUR) |
25 |
Totaalbedrag aan programmabijdragen dat via leningen, microleningen, aandelenkapitaal of andere producten aan eindontvangers is betaald of dat, in het geval van garanties, voor leningen aan eindontvangers is vastgelegd, uitgesplitst naar product (in EUR) |
25.1 |
waarvan totaalbedrag aan bijdragen uit ESI-fondsen (in EUR) |
25.1.1 |
waarvan EFRO (in EUR) |
25.1.2 |
waarvan Cohesiefonds (in EUR) |
25.1.3 |
waarvan ESF (in EUR) |
25.1.4 |
waarvan Elfpo (in EUR) |
25.1.5 |
waarvan EFMZV (in EUR) |
25.2 |
waarvan totaalbedrag aan nationale publieke medefinanciering (in EUR) |
25.3 |
waarvan totaalbedrag aan nationale private medefinanciering (in EUR) |
26 |
Totaalbedrag aan leningen dat daadwerkelijk aan eindontvangers is betaald met betrekking tot ondertekende garantiecontracten (in EUR) |
27 |
Aantal met eindontvangers gesloten contracten betreffende leningen/garanties/aandelenkapitaal of quasiaandelenkapitaal/andere financiële producten, uitgesplitst naar product |
28 |
Aantal in eindontvangers gedane investeringen in de vorm van leningen/garanties/aandelenkapitaal of quasiaandelenkapitaal/andere financiële producten, uitgesplitst naar product |
29 |
Aantal door het financiële product ondersteunde eindontvangers |
29.1 |
waarvan grote ondernemingen |
29.2 |
waarvan kmo's |
29.2.1 |
waarvan micro-ondernemingen |
29.3 |
waarvan natuurlijke personen |
29.4 |
waarvan andere soort ondersteunde eindontvangers |
29.4.1 |
beschrijving van andere soort ondersteunde eindontvangers |
VI. De prestaties van het financieringsinstrument, met inbegrip van vooruitgang bij het opzetten daarvan en bij de selectie van de instanties voor de uitvoering van het financieringsinstrument (met inbegrip van de instantie die het fonds van fondsen uitvoert) (artikel 46, lid 2, onder f), van Verordening (EU) nr. 1303/2013) |
|
30 |
Datum van voltooiing van de ex-antebeoordeling |
31 |
Selectie van de instanties die financieringsinstrumenten uitvoeren |
31.1 |
aantal reeds ingeleide selectieprocedures |
31.2 |
aantal reeds ondertekende financieringsovereenkomsten |
32 |
Informatie over de vraag of het financieringsinstrument aan het eind van het verslagjaar nog steeds operationeel was |
32.1 |
Indien het financieringsinstrument niet operationeel was aan het eind van het verslagjaar, datum van de liquidatie |
33 |
Totaal aantal niet-terugbetaalde uitgekeerde leningen of totaal aantal verstrekte en als gevolg van de wanbetaling opgeëiste garanties |
34 |
Totaalbedrag aan niet-terugbetaalde uitgekeerde leningen (in EUR) of totaalbedrag dat is vastgelegd voor verstrekte en als gevolg van wanbetaling opgeëiste garanties (in EUR) |
VII. Rente en andere voordelen als gevolg van steun uit de ESI-fondsen aan het financieringsinstrument, programmamiddelen die zijn terugbetaald aan financieringsinstrumenten uit investeringen zoals bedoeld in de artikelen 43 en 44, en de waarde van beleggingen in aandelen met betrekking tot voorgaande jaren (artikel 46, lid 2, onder g) en i), van Verordening (EU) nr. 1303/2013) |
|
35 |
Rente en andere voordelen als gevolg van betalingen uit ESI-fondsen aan het financieringsinstrument (in EUR) |
36 |
Vóór het eind van het verslagjaar aan het financieringsinstrument terugbetaalde bedragen die toe te schrijven zijn aan steun uit ESI-fondsen (in EUR) |
36.1 |
waarvan terugbetalingen van kapitaal (in EUR) |
36.2 |
waarvan voordelen, andere inkomsten en opbrengsten (in EUR) |
37 |
Bedrag aan hergebruikte middelen die aan het financieringsinstrument zijn terugbetaald en aan ESI-fondsen toe te schrijven zijn |
37.1 |
waarvan bedragen die zijn betaald voor preferentiële beloning van private investeerders of publieke investeerders die volgens de regels van de markteconomie werken, en die corresponderende middelen stellen tegenover de steun uit de ESI-fondsen aan het financieringsinstrument of mede-investeren op het niveau van de eindontvanger (in EUR) |
37.2 |
waarvan bedragen die zijn betaald voor de vergoeding van gemaakte beheerskosten en de betaling van beheersvergoedingen van het financieringsinstrument (in EUR) |
VIII. Voortgang met het bewerkstelligen van het verwachte hefboomeffect van de door het financieringsinstrument gedane investeringen en waarde van de investeringen en deelnemingen (artikel 46, lid 2, onder h), van Verordening (EU) nr. 1303/2013) |
|
38 |
Totaalbedrag aan andere bijdragen, buiten de ESI-fondsen, dat door het financieringsinstrument is bijeengebracht (in EUR) |
38.1 |
Totaalbedrag aan andere bijdragen, buiten de ESI-fondsen, dat is vastgelegd in de financieringsovereenkomst met de instantie die het financieringsinstrument uitvoert (in EUR) |
38.2 |
Totaalbedrag aan andere bijdragen, buiten de ESI-fondsen, dat aan het financieringsinstrument is betaald (in EUR) |
38.2.1 |
waarvan publieke bijdragen (in EUR) |
38.2.2 |
waarvan private bijdragen (in EUR) |
38.3 |
Totaalbedrag aan andere bijdragen, buiten de ESI-fondsen, dat op het niveau van de eindontvangers beschikbaar is gesteld (in EUR) |
38.3.1 |
waarvan publieke bijdragen (in EUR) |
38.3.2 |
waarvan private bijdragen (in EUR) |
39 |
Verwacht en bewerkstelligd hefboomeffect, onder verwijzing naar de financieringsovereenkomst |
39.1 |
Verwacht hefboomeffect voor lening/garantie/investering in de vorm van aandelenkapitaal of quasiaandelenkapitaal/ander financieel product, onder verwijzing naar de financieringsovereenkomst, uitgesplitst naar product |
39.2 |
Bewerkstelligd hefboomeffect aan het eind van het verslagjaar voor lening/garantie/investering in de vorm van aandelenkapitaal of quasiaandelenkapitaal/ander financieel product, uitgesplitst naar product |
40 |
Waarde van investeringen en participaties met betrekking tot voorgaande jaren (in EUR) |
IX. Bijdrage van het financieringsinstrument tot de verwezenlijking van de indicatoren van de prioriteit of de maatregel (artikel 46, lid 2, onder j), van Verordening (EU) nr. 1303/2013) |
|
41 |
Outputindicator (codenummer en naam) waaraan het financieringsinstrument bijdraagt |
41.1 |
Streefwaarde van de outputindicator |
41.2 |
Door het financieringsinstrument bereikte waarde ten opzichte van de streefwaarde van de outputindicator |
-
6Dit omvat de specifieke toewijzing voor het YEI en de bijbehorende ESF-steun.
BIJLAGE II
Grafische normen voor het ontwerp van het embleem van de Unie en aanwijzingen voor de standaardkleuren
SYMBOOLBESCHRIJVING
Tegen een azuurblauwe achtergrond vormen twaalf gouden sterren een cirkel, die de eenheid van de Europese volkeren voorstelt. Het aantal sterren is onveranderlijk vastgesteld op twaalf, omdat dit getal het symbool is van volmaaktheid en volledigheid.
HERALDISCHE BESCHRIJVING
Een cirkel van twaalf vijfpuntige gouden sterren, waarvan de punten elkaar niet raken, tegen een azuurblauwe achtergrond.
GEOMETRISCHE BESCHRIJVING
Het embleem heeft de vorm van een rechthoek waarvan de lange zijde gelijk is aan anderhalve keer de korte zijde. Twaalf gouden sterren, op regelmatige afstanden geplaatst, vormen een onzichtbare cirkel waarvan het middelpunt op het snijpunt van de diagonalen van de rechthoek ligt. De straal van de cirkel is gelijk aan een derde van de korte zijde van de rechthoek. Elk van de vijfpuntige sterren is in een onzichtbare cirkel gevat, waarvan de straal gelijk is aan 1/18e van de korte zijde van de rechthoek. Alle sterren zijn verticaal geplaatst, d.w.z. dat één punt naar boven is gericht en de twee onderste punten op een onzichtbare lijn rusten die loodrecht op de korte zijde van de rechthoek staat. De sterren bevinden zich op de cirkel zoals de cijfers op de wijzerplaat van een klok. Het aantal sterren blijft onveranderlijk.
KLEURENREGEL
Het embleem is samengesteld uit de volgende kleuren:
— |
PANTONE REFLEX BLUE voor het oppervlak van de rechthoek; |
— |
PANTONE YELLOW voor de sterren. |
VIERKLEURENDRUK
Bij vierkleurendruk moeten de twee standaardkleuren op basis van de vier beschikbare kleuren worden aangemaakt.
Voor het PANTONE YELLOW kan 100 % „Process Yellow” worden gebruikt.
PANTONE REFLEX BLUE wordt verkregen door 100 % „Process Cyan” te mengen met 80 % „Process Magenta”.
INTERNET
PANTONE REFLEX BLUE komt in het webpalet overeen met de kleur RGB:0/51/153 (hexadecimaal: 003399) en PANTONE YELLOW met de kleur RGB: 255/204/0 (hexadecimaal: FFCC00).
AFDRUK IN ÉÉN KLEUR
Wanneer alleen met zwart kan worden gewerkt, worden zwarte sterren tegen een witte achtergrond in een zwart omlijnde rechthoek gezet.
Wanneer geen geel beschikbaar is, maar wel blauw (Reflex Blue), worden de sterren in negatief wit op een achtergrond van 100 % Reflex Blue geplaatst.
AFDRUK OP GEKLEURDE ACHTERGROND
Wanneer een gekleurde achtergrond onvermijdelijk is, moet de rechthoek met een WIT kader worden omgeven waarvan de breedte gelijk is aan 1/25e van de korte zijde van de rechthoek.
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.