Verordening 2014/24 - Vaststelling, voor 2014, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden in de Zwarte Zee

1.

Wettekst

14.1.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 9/1

 

VERORDENING (EU) Nr. 24/2014 VAN DE RAAD

van 10 januari 2014

tot vaststelling, voor 2014, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden in de Zwarte Zee

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Overeenkomstig artikel 43, lid 3, van het Verdrag stelt de Raad op voorstel van de Commissie maatregelen vast voor de vaststelling en verdeling van de vangstmogelijkheden.

 

(2)

Krachtens Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad (1) moeten, met inachtneming van de beschikbare wetenschappelijke, technische en economische adviezen waaronder, in voorkomend geval, verslagen van het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV), maatregelen tot behoud worden vastgesteld.

 

(3)

De Raad moet maatregelen vaststellen voor de vaststelling en de toewijzing van de vangstmogelijkheden in de Zwarte Zee per visserijtak of groep visserijtakken, inclusief, in voorkomend geval, bepaalde voorwaarden die er functioneel verband mee houden. De vangstmogelijkheden moeten op zodanige wijze aan de lidstaten worden toegewezen dat elke lidstaat verzekerd is van een relatieve stabiliteit van de visserijactiviteiten per visbestand of per visserijtak en dat hierbij de bij Verordening (EU) nr. 1380/2013 vastgestelde doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid in acht worden genomen.

 

(4)

De TAC's dienen te worden vastgesteld op basis van de beschikbare wetenschappelijke adviezen, met inachtneming van de biologische en sociaaleconomische aspecten, waarbij een gelijke behandeling van de verschillende visserijsectoren moet worden gegarandeerd, en in het licht van de standpunten die tijdens de raadpleging van de belanghebbende partijen naar voren zijn gebracht.

 

(5)

De bij deze verordening vastgestelde vangstmogelijkheden moeten worden gebruikt overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad (2), en met name de artikelen 33 en 34 van die verordening betreffende de registratie van de vangsten en de visserijinspanning, respectievelijk de melding van gegevens over de uitputting van de vangstmogelijkheden. Derhalve dient te worden gepreciseerd welke codes de lidstaten moeten gebruiken wanneer zij gegevens met betrekking tot de aanlandingen van onder deze verordening vallende bestanden aan de Commissie doen toekomen.

 

(6)

Overeenkomstig artikel 2 van Verordening (EG) nr. 847/96 van de Raad (3) moeten de bestanden waarop de daarin vervatte maatregelen van toepassing zijn, worden omschreven.

 

(7)

Om een onderbreking van de visserijactiviteiten te voorkomen en om het inkomen van de vissers in de Unie veilig te stellen, dienen de hier bedoelde visserijtakken op 1 januari 2014 met hun activiteiten in de Zwarte Zee van start te kunnen gaan. Wegens het dringende karakter ervan dient deze verordening onmiddellijk na de bekendmaking ervan in werking te treden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

TOEPASSINGSGEBIED EN DEFINITIES

Artikel 1

Onderwerp

Bij deze verordening worden voor het jaar 2014 de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden in de Zwarte Zee vastgesteld.

Artikel 2

Toepassingsgebied

Deze verordening is van toepassing op in de Zwarte Zee vissende EU-vaartuigen.

Artikel 3

Definities

In de zin van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a) 
    „GFCM”: de Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee;
  • b) 
    „Zwarte Zee”: het geografische deelgebied 29 als omschreven in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1343/2011 van het Europees Parlement en de Raad (4) en in de resolutie GFCM/33/2009/2;
  • c) 
    „EU-vaartuig”: een vissersvaartuig dat de vlag van een lidstaat voert en in de Unie is geregistreerd;
  • d) 
    „totaal toegestane vangst (TAC)”: de hoeveelheid die jaarlijks per bestand mag worden gevangen;
  • e) 
    „quotum”: een vast aandeel van de aan de Unie, een lidstaat of een derde land toegewezen TAC.

HOOFDSTUK II

VANGSTMOGELIJKHEDEN

Artikel 4

TAC's en toewijzing

De TAC's voor EU-vaartuigen, de toewijzing van van deze TAC's aan de lidstaten, en in voorkomend geval de voorwaarden die er functioneel verband mee houden, zijn opgenomen in de bijlage.

Artikel 5

Bijzondere bepalingen inzake toewijzingen

De vangstmogelijkheden worden overeenkomstig de onderhavige verordening aan de lidstaten toegewezen onverminderd:

 

a)

het ruilen van vangstmogelijkheden op grond van artikel 16, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013;

 

b)

de kortingen en nieuwe toewijzingen op grond van artikel 37 van Verordening (EG) nr. 1224/2009;

 

c)

de aanvoer van extra hoeveelheden op grond van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96;

 

d)

de op grond van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 naar het volgende jaar overgedragen hoeveelheden;

 

e)

de verlagingen op grond van de artikelen 105 en 107 van Verordening (EG) nr. 1224/2009.

Artikel 6

Voorwaarden voor het aanlanden van vangsten en bijvangsten

Vis van bestanden waarvoor bij deze verordening vangstmogelijkheden worden vastgesteld, mag slechts aan boord worden gehouden of aangeland mits:

 

a)

die vis is gevangen met vaartuigen van een lidstaat die een quotum heeft, en dat quotum nog niet is opgebruikt, of

 

b)

die vis deel uitmaakt van een quotum van de Unie dat niet in de vorm van quota over de lidstaten is verdeeld, en dat quotum van de Unie nog niet is opgebruikt.

HOOFDSTUK III

SLOTBEPALINGEN

Artikel 7

Toezending van gegevens

Wanneer de lidstaten overeenkomstig de artikelen 33 en 34 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 gegevens met betrekking tot de aanlanding van hoeveelheden gevangen vis aan de Commissie doen toekomen, gebruiken zij daarvoor de in de bijlage bij deze verordening vermelde bestandscodes.

Artikel 8

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2014.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 10 januari 2014.

Voor de Raad

De voorzitter

  • D. 
    KOURKOULAS
 

  • (1) 
    Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).
  • (2) 
    Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006 (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1).
  • (3) 
    Verordening (EG) nr. 847/96 van de Raad van 6 mei 1996 tot invoering van aanvullende voorwaarden voor het meerjarenbeheer van de TAC’s en quota (PB L 115 van 9.5.1996, blz. 3).
  • (4) 
    Verordening (EU) nr. 1343/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 tot vaststelling van een aantal bepalingen voor de visserij in het GFCM-overeenkomstgebied (General Fisheries Commission for the Mediterranean — Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee) en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1967/2006 van de Raad inzake beheersmaatregelen voor de duurzame exploitatie van visbestanden in de Middellandse Zee (PB L 347 van 30.12.2011, blz. 44).
 

BIJLAGE

NAAR SOORT EN GEBIED UITGESPLITSTE TAC’S VOOR EU-VAARTUIGEN IN GEBIEDEN WAAR TAC’S GELDEN

Onderstaande tabellen bevatten de TAC's en quota (in ton levend gewicht, tenzij anders vermeld) per bestand, en in voorkomend geval de voorwaarden die daar functioneel verband mee houden.

De visbestanden zijn vermeld in alfabetische volgorde volgens de Latijnse naam van de soort. Voor de toepassing van deze verordening geldt de volgende vergelijkende tabel van wetenschappelijke en gewone namen:

 

Wetenschappelijke naam

Drielettercode

Gewone naam

Psetta maxima

TUR

Tarbot

Sprattus sprattus

SPR

Sprot

 

Soort

:

Tarbot

Psetta maxima

Gebied

:

EU-wateren in de Zwarte Zee

TUR/F37.4.2.C

Bulgarije

43,2

 

Roemenië

43,2

Unie

86,4 (1)

TAC

Niet relevant

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

 

Soort

:

Sprot

Sprattus sprattus

Gebied

:

EU-wateren in de Zwarte Zee

SPR/F37.4.2.C

Bulgarije

8 032,5

 

Roemenië

3 442,5

Unie

11 475

TAC

Niet relevant

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

 

  • (1) 
    Van 15 april tot en met 15 juni 2014 mag niet worden gevist, noch vis worden overgeladen, aan boord genomen, aangeland of voor eerste verkoop aangeboden.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.