Verordening 2013/680 - Wijziging van Verordening (EU) nr. 1259/2012 wat betreft de verdeling van de vangstmogelijkheden krachtens het protocol bij de visserijovereenkomst met Mauritanië voor een periode van twee jaar tot vaststelling van vangstmogelijkheden en tegenprestatie

1.

Wettekst

18.7.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 195/15

 

VERORDENING (EU) Nr. 680/2013 VAN DE RAAD

van 15 juli 2013

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1259/2012 wat betreft de verdeling van de vangstmogelijkheden krachtens het Protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Islamitische Republiek Mauritanië voor een periode van twee jaar

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op 30 november 2006 heeft de Raad Verordening (EG) nr. 1801/2006 betreffende de sluiting van de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Mauritanië (1) vastgesteld („de partnerschapsovereenkomst”).

 

(2)

In overeenstemming met Besluit 2012/827/EU van de Raad (2) is een nieuw Protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst („het nieuwe protocol”), voorlopig van toepassing sinds 16 december 2012, datum van de ondertekening ervan. Krachtens het nieuwe protocol worden aan EU-vaartuigen vangstmogelijkheden toegekend in de wateren waarover Mauritanië de soevereiniteit of de jurisdictie voor visserijaangelegenheden uitoefent. De vangstmogelijkheden die in het kader van het nieuwe protocol aan de Unie zijn toegekend, zijn omschreven bij Verordening (EU) nr. 1259/2012 (3).

 

(3)

In overeenstemming met artikel 4 van het nieuwe protocol heeft de gemengde commissie van de Europese Unie en Mauritanië („gemengde commissie”) die bij artikel 10 van de partnerschapsovereenkomst is opgericht, op 20 februari 2013 maatregelen vastgesteld die een herziening van de vangstmogelijkheden inhouden. Zij omvatten maatregelen die de verdeling van vangstmogelijkheden over de categorieën 5 (vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen) en 6 (vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel en met de drijvende beug) herdefiniëren.

 

(4)

Bijgevolg dient Verordening (EU) nr. 1259/2012 gewijzigd te worden. Aangezien het besluit van het gemengd comité van toepassing is met ingang van 20 februari 2013, moet deze verordening onmiddellijk na de bekendmaking ervan in werking treden en van toepassing zijn met ingang van 20 februari 2013,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In artikel 1, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1259/2012 worden de punten e) en f) vervangen door:

 

„e)

Categorie 5 — Vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen

 

Spanje

17 vergunningen

Frankrijk

8 vergunningen

 

f)

Categorie 6 — Vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel en met de drijvende beug

 

Spanje

18 vergunningen

Frankrijk

1 vergunning”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 20 februari 2013.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 15 juli 2013.

Voor de Raad

De voorzitter

  • V. 
    JUKNA
 

  • (2) 
    Besluit 2012/827/EU van de Raad van 18 december 2012 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van het Protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Islamitische Republiek Mauritanië voor een periode van twee jaar (PB L 361 van 31.12.2012, blz. 43).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.