Verordening 2013/479 - Vrijstelling van de vereiste om summiere aangiften bij binnenkomst en uitgang in te dienen voor Uniegoederen die via de corridor van Neum worden vervoerd

1.

Wettekst

25.5.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 139/1

 

VERORDENING (EU) Nr. 479/2013 VAN DE RAAD

van 13 mei 2013

betreffende de vrijstelling van de vereiste om summiere aangiften bij binnenkomst en uitgang in te dienen voor Uniegoederen die via de corridor van Neum worden vervoerd

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien het Verdrag betreffende de toetreding van Kroatië, en met name artikel 3, lid 4,

Gezien de Akte betreffende de voorwaarden voor de toetreding van Kroatië, en met name artikel 43,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op 9 december 2011 hebben de lidstaten van de Unie en Kroatië het Verdrag betreffende de toetreding van Kroatië tot de Europese Unie („het Toetredingsverdrag”) ondertekend. Krachtens artikel 3, lid 3, van het Toetredingsverdrag treedt het Verdrag in werking op 1 juli 2013 mits alle akten van bekrachtiging vóór die datum zijn neergelegd.

 

(2)

Overeenkomstig artikel 2 van de Akte betreffende de voorwaarden voor de toetreding van Kroatië en de aanpassing van het Verdrag betreffende de Europese Unie, het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie („de Akte betreffende de voorwaarden voor de toetreding”) zijn, vanaf de toetreding, de oorspronkelijke Verdragen en de door de instellingen vóór de toetreding genomen besluiten verbindend voor Kroatië onder de voorwaarden voorzien in die Verdragen en in de Akte betreffende de voorwaarden voor de toetreding.

 

(3)

Het Neum-gebied („corridor van Neum”) is een plaats waar het grondgebied van Bosnië en Herzegovina tot aan de Adriatische kust reikt, waardoor het gebied rondom Dubrovnik van de rest van het Kroatische grondgebied wordt afgescheiden. Het toerisme is van groot belang voor de lokale economie, die vooral bestaat uit kleine en middelgrote ondernemingen die voor hun bevoorrading afhankelijk zijn van het andere deel van het Kroatische grondgebied. Het betreft hier goederen waarvan de waarde doorgaans niet meer dan 10 000 EUR per zending bedraagt en waarvan 89 % de status heeft van goederen die in het vrije verkeer zijn op het grondgebied van Kroatië.

 

(4)

Overeenkomstig artikel 43 van de Akte betreffende de voorwaarden voor de toetreding, bepaalt de Raad, op voorstel van de Commissie, met een gekwalificeerde meerderheid, de voorwaarden waaronder vrijstelling kan worden verleend van de vereisten inzake summiere aangifte bij uitgang en bij binnenkomst voor Uniegoederen die via de corridor van Neum worden vervoerd.

 

(5)

Overeenkomstig artikel 36 bis, 36 ter,182 bis, 182 ter, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (1) moeten goederen die het douanegebied van de Unie binnenkomen of verlaten, voorafgaandelijk daaraan, opgenomen zijn in een summiere aangifte die langs elektronische weg is ingediend en die de gegevens bevat die nodig zijn om een risicoanalyse te kunnen uitvoeren.

 

(6)

Gelet op de specifieke kenmerken van de lokale economie is het passend te voorzien in vrijstelling van de verplichting om summiere aangiften bij binnenkomst en bij uitgang in te dienen voor Uniegoederen die via de corridor van Neum worden vervoerd.

 

(7)

De douaneautoriteiten dienen doeltreffende risicoanalysen en douaneveiligheidscontroles te verrichten op basis van de gegevens die vermeld zijn op de factuur en de vervoersdocumenten bij de goederen.

 

(8)

Deze regeling wijkt af van het in het communautair douanewetboek neergelegde beginsel dat vóór het vertrek en de aankomst van de goederen, langs elektronische weg, veiligheidsgegevens moeten worden ingediend. Omwille van effectieve en efficiënte risicoanalysen en veiligheidscontroles moet Kroatië erop toezien dat de grensovergangen bij de corridor van Neum de noodzakelijke personele, materiële en controlemiddelen bezitten.

 

(9)

Wanneer wordt geconstateerd dat een zending niet voldoet aan de in deze verordening vastgelegde voorwaarden, mag deze zending niet opnieuw op het grondgebied van Kroatië worden toegelaten tenzij een evaluatie van het hiermee gepaard gaande risico is verricht en er doeltreffende en doelgerichte maatregelen, gebaseerd op een risicoanalyse, zijn vastgesteld.

 

(10)

Behalve de uitwisseling van inlichtingen voor veiligheidsdoeleinden overeenkomstig artikel 4 octies, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (2), moet Kroatië de Commissie op grond van de procedures van het gemeenschappelijke risicobeheerkader regelmatig informeren over geconstateerde onregelmatigheden en, waar van toepassing, over de vervolgens genomen maatregelen met betrekking tot het goederenvervoer via de corridor van Neum.

 

(11)

Uiterlijk twee jaar na de datum van toetreding van Kroatië, dient een evaluatie te worden verricht door de Commissie om na te gaan of deze verordening naar behoren wordt toegepast,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp en toepassingsgebied

Bij deze verordening worden de regels vastgesteld betreffende de voorwaarden waaronder:

 

a)

vrijstelling wordt verleend van de vereiste inzake een summiere aangifte voor Uniegoederen die het grondgebied van Kroatië verlaten voor doorreis over de corridor van Neum;

 

b)

vrijstelling wordt verleend van de vereiste inzake een summiere aangifte voor Uniegoederen die het grondgebied van Kroatië opnieuw binnenkomen na doorreis over de corridor van Neum.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1. 
    „Uniegoederen”: de in artikel 4, punt 7, van het communautair douanewetboek omschreven goederen;
  • 2. 
    „gebied Dubrovnik”: Dubrovnik en het gebied daarrond in het Kroatische grondgebied dat door de corridor van Neum wordt afgescheiden van de rest van het Kroatische hoofdgrondgebied;
  • 3. 
    „hoofdgrondgebied van Kroatië”: het grondgebied van Kroatië met uitzondering van het gebied Dubrovnik;
  • 4. 
    „corridor van Neum”: het gebied dat deel uitmaakt van het grondgebied van Bosnië en Herzegovina en het gebied Dubrovnik scheidt van het hoofdgrondgebied van Kroatië;
  • 5. 
    „douaneautoriteiten”: de douaneautoriteiten van Kroatië aan de grensovergangen van uitgang en wederbinnenkomst bij de corridor van Neum;
  • 6. 
    „uitgang”: de uitgang van goederen, ofwel van het gebied Dubrovnik naar het hoofdgrondgebied van Kroatië via de corridor van Neum, ofwel van het hoofdgrondgebied van Kroatië naar het gebied Dubrovnik via de corridor van Neum;
  • 7. 
    „wederbinnenkomst”: de binnenkomst van goederen in het gebied Dubrovnik vanuit het hoofdgrondgebied van Kroatië via de corridor van Neum, of in het hoofdgrondgebied van Kroatië vanuit het gebied Dubrovnik via de corridor van Neum.

Artikel 3

Vrijstelling van de vereiste om een summiere aangifte bij uitgang of bij binnenkomst in te dienen

  • 1. 
    Er wordt geen summiere aangifte bij uitgang vereist bij de uitgang van Uniegoederen.
  • 2. 
    Er wordt geen summiere aangifte bij binnenkomst vereist bij de wederbinnenkomst van Uniegoederen.

Artikel 4

Voorwaarden voor de vrijstelling

Artikel 3 is van toepassing als aan de volgende voorwaarden is voldaan:

 

a)

de totale waarde van Uniegoederen die via de corridor van Neum worden vervoerd, bedraagt per zending niet meer dan 10 000 EUR of de tegenwaarde daarvan in de lokale munteenheid;

 

b)

de onder a) van dit artikel bedoelde goederen gaan vergezeld van facturen of vervoersdocumenten die:

 

i)

ten minste de in artikel 317, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EEG) nr. 2454/93, bedoelde gegevens bevatten, alsook de totale waarde van de goederen;

 

ii)

bij uitgang van officiële merktekens zijn voorzien door de douaneautoriteiten;

 

iii)

bij wederbinnenkomst de douaneautoriteiten ter controle worden voorgelegd.

Artikel 5

Douanecontroles

  • 1. 
    De risicoanalyse in verband met de douanecontroles op Uniegoederen die via de corridor van Neum worden vervoerd, mag door de douaneautoriteiten met andere dan geautomatiseerde gegevensverwerkingstechnieken worden verricht.
  • 2. 
    Kroatië ziet erop toe dat de grensovergangen waar goederen die via de corridor van Neum worden vervoerd, zijn grondgebied verlaten of opnieuw binnenkomen, beschikken over alle noodzakelijke personele, materiële en controlemiddelen om de uitvoering van deze verordening op de datum van toetreding te garanderen.
  • 3. 
    Bij uitgang dienen de douaneautoriteiten:
 

a)

een maximale reisduur vast te stellen waarbinnen het vervoer van Uniegoederen via de corridor van Neum moet afgerond zijn;

 

b)

deze maximale reisduur te vermelden, alsook de datum waarop de factuur of het vervoersdocument als bedoeld in artikel 4, onder b), ii), van officiële merktekens is voorzien;

 

c)

wanneer zij dat nodig achten, de ruimte waarin de goederen zich bevinden die via de corridor van Neum zullen worden vervoerd, of alle afzonderlijke colli van dergelijke goederen te verzegelen.

  • 4. 
    Bij wederbinnenkomst dienen de douaneautoriteiten:
 

a)

een risicoanalyse te verrichten, hoofdzakelijk voor veiligheidsdoeleinden;

 

b)

de facturen of vervoersdocumenten bij de goederen te controleren;

 

c)

na te gaan of de in lid 3, onder a), van dit artikel, bedoelde maximale reisduur in acht is genomen;

 

d)

de goede staat van de verzegeling te controleren, wanneer deze overeenkomstig lid 3, onder c), van dit artikel, is aangebracht;

 

e)

in voorkomend geval de goederen aan een fysieke controle te onderwerpen;

 

f)

in voorkomend geval de verzegeling te verwijderen.

  • 5. 
    Wanneer de douaneautoriteiten constateren dat niet is voldaan aan de in artikel 4 vastgestelde voorwaarden, staan zij toe dat de desbetreffende goederen toch opnieuw worden binnengebracht indien:
 

a)

er een doeltreffende risicoanalyse is verricht;

 

b)

de douaneautoriteiten op basis van de resultaten uit de in punt a) bedoelde risicoanalyse effectieve maatregelen hebben genomen die er specifiek op gericht zijn om veiligheidsrisico’s te voorkomen.

Artikel 6

Kennisgeving

Kroatië stelt de Commissie op om het even welk tijdstip na de inwerkingtreding van deze verordening, doch ten laatste op 1 maart 2014, in kennis van eventuele onregelmatigheden die zijn vastgesteld met betrekking tot de toepassing van deze verordening alsook van de concrete maatregelen die zijn genomen om deze onregelmatigheden te verhelpen.

Artikel 7

Verslag

De Commissie legt de Raad uiterlijk twee jaar na de datum van toetreding van Kroatië een verslag voor met een evaluatie van de toepassing van deze verordening.

Artikel 8

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking onder voorbehoud van, en vanaf de datum van inwerkingtreding van het Toetredingsverdrag.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 13 mei 2013.

Voor de Raad

De voorzitter

  • S. 
    COVENEY
 

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.