Uitvoeringsverordening 2013/447 - Procedure voor abi-beheerders die voor opt-in kiezen uit hoofde van Richtlijn 2011/61/EU

1.

Wettekst

16.5.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 132/1

 

UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 447/2013 VAN DE COMMISSIE

van 15 mei 2013

tot vaststelling van de procedure voor abi-beheerders die voor opt-in kiezen uit hoofde van Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010 (1), en met name artikel 3, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Uit hoofde van artikel 3, lid 4, van Richtlijn 2011/61/EU kunnen beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen (abi-beheerders) die aan de voorwaarden in artikel 3, lid 2, van die richtlijn voldoen, voor opt-in uit hoofde ervan kiezen teneinde de toegekende rechten te genieten. Door voor opt-in te kiezen, is een abi-beheerder onderworpen aan de toepassing van Richtlijn 2011/61/EU in haar geheel.

 

(2)

Richtlijn 2011/61/EU voorziet in een vergunningsprocedure voor abi-beheerders. De uit hoofde van die procedure te verstrekken documenten en informatie omvatten noodzakelijke bijzonderheden met betrekking tot de verzoekende abi-beheerder, en bijgevolg moeten bij opt-in dezelfde documenten en procedure worden gebruikt. Er zijn in verband met opting-in geen specifieke redenen die het gebruik van een andere procedure rechtvaardigen dan die welke geldt voor abi-beheerders met beheerde activa boven de drempel waarin artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2011/61/EU voorziet. Bijgevolg moeten abi-beheerders die uit hoofde van Richtlijn 2011/61/EU voor opt-in kiezen dezelfde procedure volgen als die welke is vastgesteld voor abi-beheerders die uit hoofde van Richtlijn 2011/61/EU verplicht zijn een vergunning aan te vragen.

 

(3)

Gerechtigd tot opt-in zijn de abi-beheerders die voorheen of geregistreerd waren in overeenstemming met artikel 3, lid 3, van Richtlijn 2011/61/EU of een vergunning hadden als beheermaatschappij van instellingen voor collectieve belegging in effecten in overeenstemming met Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) (2). Het is passend dubbele rapportage te vermijden en met de documenten en informatie rekening te houden die door abi-beheerders uit hoofde van de registratie- en vergunningsprocedures reeds bij bevoegde autoriteiten zijn ingediend, op voorwaarde dat die documenten en informatie actueel zijn.

 

(4)

De bevoegde autoriteiten moeten het verzoek tot opt-in onderzoeken en een vergunning in dat verband verlenen onder dezelfde voorwaarden en volgens dezelfde procedure als gelden voor abi’s met beheerde activa boven de relevante drempels waarin artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2011/61/EU voorziet.

 

(5)

Het is belangrijk het verband te verduidelijken tussen de procedure voor die abi-beheerders welke voor opt-in kiezen en de intrekking van een vergunning die aan abi-beheerders is verleend uit hoofde van Richtlijn 2011/61/EU. Een abi-beheerder aan wie uit hoofde van Richtlijn 2011/61/EU een vergunning is verleend en waarvan de beheerde activa vervolgens onder de drempels van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2011/61/EU vallen blijft zijn vergunning behouden en onder de toepassing van die richtlijn in haar geheel vallen zolang de vergunning niet is ingetrokken. De intrekking van de vergunning mag niet automatisch door een daling van de beheerde activa van een vergunninghoudende abi-beheerder onder de relevante drempel, maar alleen op verzoek van de abi-beheerder in werking worden gesteld. Derhalve mag een abi-beheerder niet om opt-in kunnen verzoeken zolang hij in het bezit is van een vergunning uit hoofde van Richtlijn 2011/61/EU, terwijl een abi-beheerder waarvan de vergunning op diens verzoek is ingetrokken steeds opnieuw om opt-in uit hoofde van Richtlijn 2011/61/EU moet kunnen vragen.

 

(6)

Richtlijn 2011/61/EU verplicht de lidstaten ertoe de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die deze richtlijn omzetten vanaf 22 juli 2013 toe te passen. De toepassing van deze verordening wordt derhalve eveneens tot die datum uitgesteld.

 

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Europees Comité voor het effectenbedrijf,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Procedure en voorwaarden voor opt-in

  • 1. 
    Een beheerder van een alternatief beleggingsfonds (abi-beheerder) die aan de voorwaarden van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2011/61/EU voldoet en voor opt-in uit hoofde van die richtlijn kiest, dient bij de bevoegde autoriteit van zijn lidstaat van herkomst een aanvraag voor een vergunning in.

Bij de aanvraag wordt dezelfde procedure gevolgd als die van de leden 1 tot en met 5 van artikel 7 van Richtlijn 2011/61/EU en van de ter uitvoering daarvan vastgestelde maatregelen.

  • 2. 
    De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst mag een abi-beheerder als bedoeld in lid 1 van het indienen van alle uit hoofde van artikel 7 van die richtlijn vereiste informatie en documenten ontheffen, op voorwaarde dat de betrokken informatie of documenten bij de bevoegde autoriteit reeds zijn ingediend voor registratiedoeleinden in overeenstemming met artikel 3, lid 3, van die richtlijn of als onderdeel van de vergunningsprocedures ingevolge artikel 5 van Richtlijn 2009/65/EG en op voorwaarde dat die informatie en documenten nog steeds actueel zijn, hetgeen door de abi-beheerder schriftelijk wordt bevestigd.
  • 3. 
    De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst verleent een vergunning volgens dezelfde procedure als die in de leden 1 tot en met 5 van artikel 8 van Richtlijn 2011/61/EU.

Artikel 2

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 22 juli 2013.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 15 mei 2013.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO

 

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.