Verordening 1980/3450 - Maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden welke, ten aanzien van vaartuigen die de vlag van bepaalde derde landen voeren, van toepassing zijn in de zone van 200 zeemijl voor de kust van het Franse departement Guyana - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
|
Verordening (EEG) nr. 3450/80 van de Raad van 22 december 1980 tot vaststelling van bepaalde maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden welke, ten aanzien van vaartuigen die de vlag van bepaalde derde landen voeren, van toepassing zijn in de zone van 200 zeemijl voor de kust van het Franse departement Guyana
Publicatieblad Nr. L 360 van 31/12/1980 blz. 0007 - 0012
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 04 Deel 2 blz. 0030
++++
VERORDENING ( EEG ) NR . 3450/80 VAN DE RAAD
VAN 22 DECEMBER 1980
TOT VASTSTELLING VAN BEPAALDE MAATREGELEN VOOR DE INSTANDHOUDING EN HET BEHEER VAN DE VISBESTANDEN WELKE , TEN AANZIEN VAN VAARTUIGEN DIE DE VLAG VAN BEPAALDE DERDE LANDEN VOEREN , VAN TOEPASSING ZIJN IN DE ZONE VAN 200 ZEEMIJL VOOR DE KUST VAN HET FRANSE DEPARTEMENT GUYANA
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,
GELET OP HET VERDRAG TOT OPRICHTING VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP , INZONDERHEID OP ARTIKEL 43 ,
GEZIEN HET VOORSTEL VAN DE COMMISSIE ( 1 ) ,
GEZIEN HET ADVIES VAN HET EUROPESE PARLEMENT ( 2 ) ,
OVERWEGENDE DAT EEN RATIONEEL BEHEER VAN DE VISBESTANDEN IN DE VISSERIJZONE VAN 200 ZEEMIJL VOOR DE KUST VAN HET FRANSE DEPARTEMENT GUYANA EEN PERMANENTE REGELING VEREIST ;
OVERWEGENDE DAT DE RAAD BIJ VERORDENING ( EEG ) NR . 3023/79 ( 3 ) VOOR 1980 BEPAALDE MAATREGELEN HEEFT VASTGESTELD VOOR DE INSTANDHOUDING EN HET BEHEER VAN DE VISBESTANDEN WELKE , TEN AANZIEN VAN VAARTUIGEN DIE DE VLAG VAN BEPAALDE DERDE LANDEN VOEREN , VAN TOEPASSING ZIJN IN DE VISSERIJZONE VAN 200 ZEEMIJL VOOR DE KUST VAN HET FRANSE DEPARTEMENT GUYANA ;
OVERWEGENDE DAT VERORDENING ( EEG ) NR . 3023/79 BIJ WIJZE VAN TIJDELIJKE MAATREGEL IS VASTGESTELD OP DE GRONDSLAG VAN ARTIKEL 103 VAN HET VERDRAG ; DAT ZIJ MOET WORDEN VERVANGEN DOOR EEN VERORDENING OP DE GRONDSLAG VAN ARTIKEL 43 VAN HET VERDRAG ;
OVERWEGENDE DAT DE VERWERKENDE INDUSTRIE IN HET FRANSE DEPARTEMENT GUYANA AFHANKELIJK IS VAN DE AANVOER DOOR BUITENLANDSE VAARTUIGEN DIE IN DE VISSERIJZONE VAN FRANS-GUYANA VISSEN ; DAT ER DERHALVE VOOR DIENT TE WORDEN GEZORGD DAT VAARTUIGEN DIE CONTRACTUEEL GEHOUDEN ZIJN TOT AANVOER VAN HUN VANGST IN FRANS-GUYANA , KUNNEN BLIJVEN VISSEN ,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :
ARTIKEL 1
1 . VAARTUIGEN DIE DE VLAG VAN EEN VAN DE IN DE BIJLAGE I VERMELDE LANDEN VOEREN , MOGEN ONDER DE BIJ DEZE VERORDENING VASTGESTELDE VOORWAARDEN VAN 1 JANUARI 1980 TOT EN MET 31 MAART 1981 OP DE IN PUNT 1 VAN DIE BIJLAGE GENOEMDE SOORTEN VISSEN EN DE IN DIE BIJLAGE VOOR DE RESPECTIEVE LANDEN VASTGESTELDE MAXIMUMHOEVEELHEDEN VANGEN IN DE VISSERIJZONE DIE ZICH UITSTREKT TOT 200 ZEEMIJL VOOR DE KUST VAN HET FRANSE DEPARTEMENT GUYANA .
2 . VOOR DE VANGSTEN VAN VAARTUIGEN DIE VISSEN MET EEN VERGUNNING ALS BEDOELD IN ARTIKEL 3 GELDEN ECHTER GEEN MAXIMA .
3 . BIJVANGSTEN ZIJN TOEGESTAAN VOOR ZOVER ZIJ HET RESULTAAT ZIJN VAN EEN VISSERIJACTIVITEIT WAARVOOR EEN VERGUNNING ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2 IS AFGEGEVEN .
ARTIKEL 2
1 . IN DE IN ARTIKEL 1 BEDOELDE ZONE MAG DE VISSERIJ SLECHTS WORDEN UITGEOEFEND INDIEN DAARTOE NAMENS DE GEMEENSCHAP DOOR DE COMMISSIE EEN VERGUNNING IS AFGEGEVEN DIE AAN BOORD AANWEZIG IS EN DE IN DIE VERGUNNING VERMELDE VOORWAARDEN ALSMEDE DE CONTROLEMAATREGELEN EN DE ANDERE VOORSCHRIFTEN INZAKE DE UITOEFENING VAN DE VISSERIJ IN DE GENOEMDE ZONE IN ACHT WORDEN GENOMEN .
2 . DE VERGUNNINGEN WORDEN AAN DE AUTORITEITEN VAN HET BETROKKEN DERDE LAND , OP HUN VERZOEK , AFGEGEVEN BINNEN DE IN DE ARTIKELEN 3 , 4 EN 5 BEDOELDE GRENZEN .
ARTIKEL 3
1 . VERGUNNINGEN VOOR DE GARNAALVISSERIJ KUNNEN WORDEN AFGEGEVEN VOOR VAARTUIGEN DIE CONTRACTUEEL VERPLICHT ZIJN HUN VANGSTEN AAN TE VOEREN IN HET FRANSE DEPARTEMENT GUYANA EN WAARVAN HET MAXIMUMAANTAL PER LAND IS VASTGESTELD IN PUNT 2 VAN BIJLAGE I .
2 . DEZE VERGUNNINGEN ZIJN SLECHTS GELDIG TOT HET TIJDSTIP WAAROP HET CONTRACT DAT VOORZIET IN DE VERPLICHTING TOT AANVOER VAN DE VANGSTEN AFLOOPT EN UITERLIJK TOT EN MET 31 MAART 1981 .
ARTIKEL 4
1 . VERGUNNINGEN VOOR DE GARNAALVISSERIJ KUNNEN WORDEN AFGEGEVEN VOOR ANDERE DAN DE IN ARTIKEL 3 BEDOELDE VAARTUIGEN WAARVAN HET MAXIMUMAANTAL PER LAND IS VASTGESTELD IN PUNT 3 VAN BIJLAGE I . HET AANTAL VAARTUIGEN DAT TEGELIJKERTIJD MAG VISSEN ALSMEDE HET MAXIMUMAANTAL DAGEN OP ZEE GEDURENDE WELKE DEZE VERGUNNINGEN GELDIG ZIJN , ZIJN ER EVENEENS VERMELD PER LAND .
2 . DE IN LID 1 BEDOELDE VERGUNNINGEN WORDEN VERLEEND OP GROND VAN EEN DOOR DE AUTORITEITEN VAN HET BETROKKEN LAND INGEDIEND VISSERIJPROGRAMMA DAT DOOR DE COMMISSIE IS GOEDGEKEURD EN DAT DE IN PUNT 3 VAN BIJLAGE I VOOR HET BETROKKEN LAND VASTGESTELDE MAXIMA NIET OVERSCHRIJDT .
3 . DE GELDIGHEIDSDUUR VAN ELK VAN DE IN LID 1 BEDOELDE VERGUNNINGEN IS BEPERKT TOT DE VISPERIODE DIE IS AANGEGEVEN IN HET VISSERIJPROGRAMMA OP GROND WAARVAN DE VERGUNNING IS VERLEEND .
ARTIKEL 5
VERGUNNINGEN VOOR HET VISSEN OP ANDERE SOORTEN DAN GARNAAL KUNNEN WORDEN VERLEEND VOOR VAARTUIGEN WAARVAN HET MAXIMUMAANTAL PER LAND IS VASTGESTELD IN PUNT 4 VAN BIJLAGE I .
ARTIKEL 6
1 . BIJ HET INDIENEN VAN EEN AANVRAAG VOOR EEN VERGUNNING BIJ DE COMMISSIE MOETEN DE VOLGENDE INLICHTINGEN WORDEN VERSTREKT :
A ) NAAM VAN HET VAARTUIG ,
B ) REGISTRATIENUMMER ,
C ) OP HET VAARTUIG AANGEBRACHTE IDENTIFICATIELETTERS EN -NUMMERS ,
D ) HAVEN VAN REGISTRATIE ,
E ) NAAM EN ADRES VAN DE EIGENAAR OF DE HUURDER ,
F ) BRUTOTONNAGE EN LENGTE OVER ALLES ,
G ) MOTORVERMOGEN ,
H ) OPROEPNUMMER EN RADIOFREQUENTIE ,
I ) VISMETHODE WAARVAN GEBRUIK ZAL WORDEN GEMAAKT ,
J ) ZONE WAARIN ZAL WORDEN GEVIST ,
K ) SOORTEN WAAROP ZAL WORDEN GEVIST ,
L ) PERIODE WAARVOOR DE VERGUNNING WORDT AANGEVRAAGD .
2 . VOOR HET VERKRIJGEN VAN EEN IN ARTIKEL 3 BEDOELDE VERGUNNING MOET VOOR ELK VAN DE BETROKKEN VAARTUIGEN HET BESTAAN WORDEN AANGETOOND VAN EEN GELDIG CONTRACT TUSSEN DE REDER DIE DE VERGUNNING AANVRAAGT EN EEN IN HET FRANSE DEPARTEMENT GUYANA GEVESTIGD GARNAALVERWERKEND BEDRIJF , DAT DE VERPLICHTING INHOUDT DE TOTALE GARNALENVANGST VAN HET BETROKKEN VAARTUIG IN DAT DEPARTEMENT AAN TE VOEREN MET HET OOG OP VERWERKING IN GENOEMD BEDRIJF .
3 . EEN VERGUNNING IS SLECHTS GELDIG VOOR EEN ENKEL VAARTUIG . WANNEER VERSCHILLENDE VAARTUIGEN TE ZAMEN VISSEN , MOET IEDER VAARTUIG IN HET BEZIT ZIJN VAN EEN VERGUNNING .
4 . DE VERGUNNING MOET ZICH AAN BOORD VAN HET VAARTUIG BEVINDEN .
ARTIKEL 7
1 . EEN VERGUNNING WORDT VAN KRACHT TEN VROEGSTE VIJFTIEN DAGEN NA DE DAG WAAROP DE AANVRAAG VOOR DEZE VERGUNNING IS INGEDIEND .
2 . ONVERMINDERD HET BEPAALDE IN ARTIKEL 4 , HOUDEN ALLE IN DE ARTIKELEN 4 EN 5 BEDOELDE VERGUNNINGEN DIE ZIJN AFGEGEVEN VOOR VAARTUIGEN DIE DE VLAG VAN EEN DERDE LAND VOEREN , OP VAN KRACHT TE ZIJN ZODRA IS VASTGESTELD DAT HET VOOR DAT LAND IN PUNT 1 VAN BIJLAGE I VASTGESTELDE QUOTUM VOLLEDIG IS BENUT .
DE COMMISSIE STELT DE AUTORITEITEN VAN HET BETROKKEN LAND HIERVAN IN KENNIS .
3 . VERGUNNINGEN KUNNEN WORDEN GEANNULEERD MET HET OOG OP DE AFGIFTE VAN NIEUWE VERGUNNINGEN . DE ANNULERING GAAT IN OP DE EERSTE DAG VAN DE MAAND VOLGENDE OP DIE WAARIN DE VERGUNNINGEN AAN DE COMMISSIE ZIJN BEZORGD .
DE NIEUWE VERGUNNINGEN WORDEN AFGEGEVEN OVEREENKOMSTIG HET BEPAALDE IN LID 1 .
ARTIKEL 8
1 . IN DE IN ARTIKEL 1 BEDOELDE VISSERIJZONE MAG VAN 1 MEI TOT EN MET 31 DECEMBER 1980 NIET OP GARNAAL WORDEN GEVIST IN WATER DAT MINDER DAN 30 M DIEP IS .
2 . BIJ HET VISSEN OP ANDERE SOORTEN DAN GARNAAL MAG UITSLUITEND GEBRUIK WORDEN GEMAAKT VAN BEUGLIJNEN .
ARTIKEL 9
1 . ER MOET EEN LOGBOEK WORDEN BIJGEHOUDEN WAARIN NA ELKE TREK MOETEN WORDEN GENOTEERD :
A ) DE GEVANGEN HOEVEELHEDEN VAN ELKE SOORT ( IN KG ) ;
B ) DE DATUM EN HET UUR VAN BEGIN EN EINDE VAN DE TREK ;
C ) DE PLAATS WAAR DE VANGST IS VERRICHT .
2 . EEN KOPIE VAN ELKE BLADZIJDE VAN HET LOGBOEK , DIE ALLE IN LID 1 BEPAALDE GEGEVENS BEVAT , MOET BINNEN 30 DAGEN TE REKENEN VANAF DE LAATSTE DAG VAN ELKE VISREIS AAN DE COMMISSIE WORDEN TOEGEZONDEN .
ARTIKEL 10
1 . DE KAPITEIN VAN ELK VAARTUIG WAARVOOR EEN VERGUNNING IS AFGEGEVEN DIENT DE IN BIJLAGE II VERMELDE BIJZONDERE VOORWAARDEN IN ACHT TE NEMEN . DEZE VOORWAARDEN MAKEN DEEL UIT VAN DE VERGUNNING .
2 . DE KAPITEIN VAN EEN VAARTUIG MET EEN VERGUNNING ALS BEDOELD IN DE ARTIKELEN 4 EN 5 DIENT DE IN DE VERGUNNING VERMELDE GEGEVENS AAN DE COMMISSIE MEDE TE DELEN VIA HET IN PUNT 2 VAN BIJLAGE II VERMELDE RADIOSTATION .
3 . DE KAPITEIN VAN EEN VAARTUIG MET EEN VERGUNNING ALS BEDOELD IN ARTIKEL 3 DIENT BIJ DE AANLANDING NA ELKE VISREIS EEN AANVOERAANGIFTE BIJ DE FRANSE AUTORITEITEN IN , VOOR DE JUISTHEID WAARVAN ALLEEN HIJ VERANTWOORDELIJK IS EN WAARIN DE HOEVEELHEDEN GARNAAL WORDEN OPGEGEVEN DIE HIJ SEDERT ZIJN LAATSTE AANGIFTE HEEFT GEVANGEN . VOOR DEZE AANVOERAANGIFTE DIENT GEBRUIK TE WORDEN GEMAAKT VAN EEN FORMULIER VOLGENS HET IN BIJLAGE III OPGENOMEN MODEL .
ARTIKEL 11
1 . DE FRANSE AUTORITEITEN NEMEN DE NODIGE MAATREGELEN OM DE JUISTHEID VAN DE IN ARTIKEL 10 , LID 3 , BEDOELDE AANGIFTEN TE CONTROLEREN EN VERGELIJKEN DEZE MET NAME MET DE GEGEVENS IN HET IN ARTIKEL 9 BEDOELDE LOGBOEK . NA VERIFICATIE WORDT DE AANGIFTE DOOR DE BEVOEGDE BEAMBTE ONDERTEKEND .
2 . DE FRANSE AUTORITEITEN ZIEN EROP TOE DAT VOOR ALLE GARNAAL DIE IN HET FRANSE DEPARTEMENT GUYANA WORDT AANGELAND DOOR VAARTUIGEN MET EEN VERGUNNING ALS BEDOELD IN ARTIKEL 3 , DE IN ARTIKEL 10 , LID 3 , BEDOELDE VERKLARING WORDT OPGESTELD .
3 . DE FRANSE AUTORITEITEN DELEN DE COMMISSIE VOOR DE VIJFTIENDE VAN ELKE MAAND DE HOEVEELHEDEN GARNALEN MEDE DIE IN DE VOORBIJE MAAND IN HET FRANSE DEPARTEMENT GUYANA ZIJN AANGELAND .
4 . DE FRANSE AUTORITEITEN VERSTREKKEN DE COMMISSIE PER TELEXBERICHT EEN WEEKOVERZICHT VAN DE AANGIFTEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 10 , LID 3 .
ARTIKEL 12
1 . DE FRANSE AUTORITEITEN NEMEN DE NODIGE MAATREGELEN , DIE ONDER MEER REGELMATIGE INSPECTIE VAN DE VAARTUIGEN OMVATTEN , OM DE TOEPASSING VAN DEZE VERORDENING TE WAARBORGEN .
2 . WANNEER NAAR BEHOREN IS VASTGESTELD DAT EEN OVERTREDING IS BEGAAN , DELEN DE FRANSE AUTORITEITEN DE COMMISSIE ONVERWIJLD DE NAAM VAN HET BETROKKEN VAARTUIG EN DE EVENTUEEL GETROFFEN MAATREGELEN MEDE .
ARTIKEL 13
1 . DE VERGUNNING VAN EEN VAARTUIG WAARVOOR DE VERPLICHTINGEN UIT HOOFDE VAN DEZE VERORDENING OF VAN EEN CONTRACT ALS BEDOELD IN ARTIKEL 3 NIET IN ACHT WORDEN GENOMEN , KAN WORDEN INGETROKKEN .
2 . WANNEER DEZE VERORDENING WORDT OVERTREDEN DOOR EEN VAARTUIG DAT ZONDER GELDIGE VERGUNNING DE VISSERIJ UITOEFENT IN DE IN ARTIKEL 1 BEDOELDE ZONE EN DAT EIGENDOM IS VAN EEN REDER DIE OF MEER ANDERE VAARTUIGEN BEZIT WAARVOOR VERGUNNINGEN ZIJN VERLEEND , KAN EEN VAN DEZE VERGUNNINGEN WORDEN INGETROKKEN .
3 . GEDURENDE EEN PERIODE VAN VIER TOT TWAALF MAANDEN TE REKENEN VANAF DE DATUM WAAROP EEN OVERTREDING IS BEGAAN , WORDT GEEN VERGUNNING VERLEEND VOOR EEN VAARTUIG WAARVOOR DE VERPLICHTINGEN UIT HOOFDE VAN DEZE VERORDENING , VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 3023/79 OF VAN EEN CONTRACT ALS BEDOELD IN ARTIKEL 3 , NIET IN ACHT ZIJN GENOMEN .
4 . TIJDENS DE IN LID 3 BEDOELDE PERIODE WORDT GEEN ENKELE VERGUNNING VERLEEND VOOR EEN VAARTUIG DAT EIGENDOM IS VAN EEN REDER DIE EEN VAARTUIG BEZIT WAARVAN DE VERGUNNING IS INGETROKKEN .
ARTIKEL 14
1 . INDIEN DE COMMISSIE GEDURENDE EEN PERIODE VAN EEN MAAND DE IN ARTIKEL 10 , LID 2 , BEDOELDE MEDEDELING VANWEGE EEN VAARTUIG MET EEN VERGUNNING ALS BEDOELD IN ARTIKEL 3 , NIET ONTVANGT , WORDT DE VERGUNNING VAN DIT VAARTUIG INGETROKKEN .
2 . INDIEN EEN VAARTUIG MET EEN VERGUNNING ALS BEDOELD IN ARTIKEL 3 , GEDURENDE EEN PERIODE VAN EEN MAAND VAN DEZE VERGUNNING GEEN GEBRUIK MAAKT , WORDT DE VERGUNNING VAN DIT VAARTUIG INGETROKKEN .
ARTIKEL 15
DE OP GROND VAN ARTIKEL 2 EN ARTIKEL 3 , LID 3 , SUB A ) , VAN VERORDENING ( EEG ) NR . 3023/79 AFGEGEVEN VERGUNNINGEN BLIJVEN GELDIG , NAAST DE OP GROND VAN DE ONDERHAVIGE VERORDENING AFGEGEVEN VERGUNNINGEN .
ARTIKEL 16
DEZE VERORDENING TREEDT IN WERKING OP DE DERDE DAG VOLGENDE OP DIE VAN HAAR BEKENDMAKING IN HET PUBLIKATIEBLAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN .
ZIJ IS VAN TOEPASSING TOT EN MET 31 MAART 1981 .
DEZE VERORDENING IS VERBINDEND IN AL HAAR ONDERDELEN EN IS RECHTSTREEKS TOEPASSELIJK IN ELKE LID-STAAT .
GEDAAN TE BRUSSEL , 22 DECEMBER 1980 .
VOOR DE RAAD
DE VOORZITTER
J . SANTER
( 1 ) PB NR . C 216 VAN 23 . 8 . 1980 , BLZ . 4 .
( 2 ) PB NR . C 327 VAN 15 . 12 . 1980 , BLZ . 93 .
( 3 ) PB NR . L 340 VAN 31 . 12 . 1979 , BLZ . 11 .
BIJLAGE I
1 . VISRECHTEN VAN 1 JANUARI 1980 TOT EN MET 31 MAART 1981 :
-
*( IN TON ) *
A ) SOORT : GARNAAL ( IN GEHELE STAAT ) **
LAND : **
BARBADOS*30*
GUYANA*30*
JAPAN*80*
KOREA*155*
SURINAME*140*
TRINIDAD EN TOBAGO*95*
VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA*90*
B ) SOORT : TONIJNACHTIGEN**
LAND : **
JAPAN*ONBEPERKT*
KOREA*ONBEPERKT*
C ) SOORT : ANDERE SOORTEN DAN TONIJNACHTIGEN**
LAND : **
VENEZUELA*ONBEPERKT*
BARBADOS*ONBEPERKT*
2 . AANTAL VAARTUIGEN BEDOELD IN ARTIKEL 3 , LID 1 :
VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA 61
JAPAN 22
3 . IN ARTIKEL 4 BEDOELDE MAXIMA :
LAND*MAXIMUMAANTAL VAARTUIGEN MET EEN VERGUNNING*AANTAL VAARTUIGEN DAT GELIJKTIJDIG MAG VISSEN*MAXIMUMAANTAL DAGEN OP ZEE*
BARBADOS*5*2*285*
GUYANA*5*2*285*
JAPAN*10*4*740*
KOREA*18*7*1 420*
SURINAME*15*6*1 250*
TRINIDAD EN TOBAGO*10*5*850*
VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA*10*4*795*
4 . AANTAL VAARTUIGEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 5 :
JAPAN 5
KOREA 10
VENEZUELA 6
BARBADOS 5
BIJLAGE II
BIJZONDERE VOORWAARDEN
1 . DE REGISTRATIELETTERS EN -NUMMERS VAN HET VAARTUIG WAARVOOR DE VERGUNNING IS AFGEGEVEN MOETEN DUIDELIJK AAN BEIDE KANTEN OP DE BOEG WORDEN GESCHILDERD EN AAN BEIDE KANTEN OP DE BOVENBOUW WAAR ZIJ HET BEST ZICHTBAAR ZIJN .
DE LETTERS EN NUMMERS MOETEN WORDEN GESCHILDERD IN EEN KLEUR DIE AFSTEEKT TEGEN DE KLEUR VAN DE ROMP OF VAN DE BOVENBOUW EN MOGEN NIET ZIJN VERBLEEKT , GEWIJZIGD , BEDEKT OF OP ENIGE ANDERE WIJZE ONHERKENBAAR ZIJN GEMAAKT .
2 . DE GEGEVENS MOETEN DOOR HET VAARTUIG WAARVOOR DE VERGUNNING IS AFGEGEVEN AAN DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN TE BRUSSEL ( TELEX-ADRES 24189 FISEU-B ) WORDEN MEDEGEDEELD VIA HET RADIOSTATION CAYENNE ( OPROEPLETTERS FFJ ) , EN WEL VOLGENS HET ONDERSTAANDE SCHEMA :
A ) BIJ HET BINNENVAREN VAN DE ZONE DIE ZICH UITSTREKT TOT 200 ZEEMIJL VOOR DE KUSTEN VAN HET FRANSE DEPARTEMENT GUYANA , HIERNA " DE ZONE " TE NOEMEN ;
B ) BIJ HET VERLATEN VAN DE ZONE ;
C ) BIJ HET BINNENVAREN VAN EEN HAVEN VAN EEN LID-STAAT ;
D ) BIJ HET VERLATEN VAN EEN HAVEN VAN EEN LID-STAAT ;
E ) OM DE ZEVEN DAGEN , TE BEGINNEN OP DE ZEVENDE DAG NADAT HET VAARTUIG VOOR HET EERST DE SUB P A ) BEDOELDE ZONE IS BINNENGEVAREN OF OP DE ZEVENDE DAG NADAT HET VAARTUIG EEN SUB P D ) BEDOELDE HAVEN HEEFT VERLATEN .
3 . IN DE BERICHTEN WELKE VOLGENS DE BEPALINGEN VAN DE VERGUNNING EN VOLGENS HET TIJDSCHEMA VAN PUNT 2 WORDEN DOORGEZONDEN , DIENEN DE VOLGENDE GEGEVENS , VOOR ZOVER VAN TOEPASSING , TE WORDEN VERMELD IN DE ONDERSTAANDE VOLGORDE :
-
-DE NAAM VAN HET VAARTUIG ;
-
-ROEPNAAM VAN HET VAARTUIG ;
-
-NUMMER VAN DE VERGUNNING ;
-
-VOLGNUMMER VAN HET BERICHT VOOR DE BETROKKEN VISREIS ;
-
-AANDUIDING VAN HET SOORT VAN BERICHT VOLGENS PUNT 2 ;
-
-DATUM ;
-
-TIJDSTIP ;
-
-GEOGRAFISCHE POSITIE ;
-
-GEWICHT ( IN KG ) VAN DE VANGST PER VISSOORT ;
-
-GEWICHT ( IN KG ) VAN DE VANGST , PER VISSOORT , SINDS HET VORIGE BERICHT ;
-
-GEOGRAFISCHE COORDINATEN VAN DE PLAATS WAAR DE VANGST IS VERRICHT ;
-
-GEWICHT ( IN KG ) VAN DE VANGST , PER VISSOORT , DIE SEDERT HET VORIGE BERICHT OP ANDERE VAARTUIGEN IS OVERGELADEN ;
-
-NAAM , ROEPNAAM EN EVENTUEEL NUMMER VAN DE VERGUNNING VAN HET VAARTUIG WAAROP DE VIS IS OVERGELADEN ;
-
-NAAM VAN DE KAPITEIN .
4 . CODES VOOR HET MEDEDELEN VAN DE IN PUNT 3 BEDOELDE SOORTEN AAN BOORD :
S : GARNAAL ( PENAEIDAE ) ;
Z : TONIJN ;
R : ANDERE .
5 . INDIEN HET BERICHT WEGENS OVERMACHT NIET DOOR HET VAARTUIG WAARVOOR DE VERGUNNING IS AFGEGEVEN , KAN WORDEN DOORGEZONDEN , MAG HET NAMENS DAT VAARTUIG DOOR EEN ANDER VAARTUIG WORDEN DOORGEZONDEN .
BIJLAGE III : ZIE P.B .
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.