Besluit 2011/853 - Ondertekening van het Europees Verdrag betreffende de rechtsbescherming van diensten gebaseerd op of bestaande uit voorwaardelijke toegang - Hoofdinhoud
20.12.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 336/1 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 29 november 2011
betreffende de ondertekening, namens de Unie, van het Europees Verdrag betreffende de rechtsbescherming van diensten gebaseerd op of bestaande uit voorwaardelijke toegang
(2011/853/EU)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114, juncto artikel 218, lid 5,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 16 juli 1999 heeft de Raad de Commissie gemachtigd om in het kader van de Raad van Europa namens de Europese Gemeenschap te onderhandelen over een Verdrag betreffende de rechtsbescherming van diensten gebaseerd op of bestaande uit voorwaardelijke toegang. |
(2) |
Het Europees Verdrag betreffende de rechtsbescherming van diensten gebaseerd op of bestaande uit voorwaardelijke toegang („het Verdrag”) is op 24 januari 2001 door de Raad van Europa aangenomen. |
(3) |
Het verdrag schept een regelgevingskader dat nagenoeg gelijk is aan Richtlijn 98/84/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 november 1998 betreffende de rechtsbescherming van diensten gebaseerd op of bestaande uit voorwaardelijke toegang (1). |
(4) |
Het verdrag is op 1 juli 2003 in werking getreden en staat open voor ondertekening door de Unie en haar lidstaten. |
(5) |
De ondertekening van het verdrag zou ertoe bijdragen dat soortgelijke bepalingen als die van Richtlijn 98/84/EG ook buiten de grenzen van de Unie van toepassing zijn en dat een voor het gehele Europese continent geldend recht inzake diensten gebaseerd op voorwaardelijke toegang wordt ingesteld. |
(6) |
Met de aanneming van Richtlijn 98/84/EG heeft de Unie haar interne bevoegdheid uitgeoefend op de onder het verdrag vallende gebieden, behalve wat betreft artikel 6 en artikel 8 in zoverre dit betrekking heeft op de krachtens artikel 6 te nemen maatregelen. Het verdrag dient derhalve zowel door de Unie als door haar lidstaten te worden ondertekend. |
(7) |
Dit verdrag dient namens de Unie te worden ondertekend, onder voorbehoud van de sluiting ervan, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Er wordt namens de Unie machtiging verleend voor de ondertekening van het Europees Verdrag betreffende de rechtsbescherming van diensten gebaseerd op of bestaande uit voorwaardelijke toegang, onder voorbehoud van de sluiting van het Verdrag.
De tekst van het Verdrag is aan dit besluit gehecht.
Artikel 2
De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) om namens de Unie het Verdrag te ondertekenen.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Brussel, 29 november 2011.
Voor de Raad
De voorzitster
-
K.SZUMILAS
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.