Verordening 2011/102 - Wijziging van Verordening (EU) nr. 1089/2010 ter uitvoering van Richtlijn 2007/2/EG betreffende de interoperabiliteit van verzamelingen ruimtelijke gegevens en van diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens - Hoofdinhoud

De faciliteit wordt niet gebruikt.

De faciliteit is functioneel.

De faciliteit wordt ontworpen. De bouwwerkzaamheden zijn nog niet begonnen.

De faciliteit wordt gebouwd en is nog niet functioneel. Dit is uitsluitend van toepassing op de initiële bouw van de faciliteit en niet op het onderhoud ervan.

Verbinding tussen twee netwerkelementen in verschillende netwerken van hetzelfde type, maar in aan elkaar grenzende gebieden. De netwerkelementen waarnaar wordt verwezen, vertegenwoordigen de verschillende, maar toch ruimtelijk met elkaar verbonden werkelijke fenomenen.

Verbinding tussen twee netwerkelementen in verschillende netwerken van hetzelfde type, maar in aan elkaar grenzende gebieden. De netwerkelementen waarnaar wordt verwezen, vertegenwoordigen dezelfde werkelijke fenomenen.

Verbinding tussen twee netwerkelementen van verschillende vervoersnetwerken die gebruik maken van een verschillende vervoerswijze. De verbinding biedt de mogelijkheid om de vervoerde media (mensen, goederen, enz.) van de ene vervoerswijze naar de andere te veranderen.

In beide richtingen.

In de richting van de link.

In de tegengestelde richting van de link.

Gemeenslachtig (zowel „mannelijk” als „vrouwelijk” grammaticaal geslacht).

Vrouwelijk grammaticaal geslacht.

Mannelijk grammaticaal geslacht.

Onzijdig grammaticaal geslacht.

Dualis.

Meervoudig grammaticaal getal.

Enkelvoudig grammaticaal getal.

Historische naam die niet meer gebruikt wordt.

Naam die momenteel gebruikt wordt en officieel bij wet is goedgekeurd of vastgesteld.

Naam die momenteel gebruikt wordt, maar die noch officieel, noch goedgekeurd is.

Naam die momenteel gebruikt wordt en aanvaard of aanbevolen wordt door een instantie met een adviserende functie en/of beslissingsbevoegdheid op het gebied van toponymie.

Bestuurlijke eenheden die in het kader van lokaal, regionaal of nationaal bestuur gebieden afbakenen waarover de lidstaten rechtsbevoegdheid hebben en/of uitoefenen en die door bestuurlijke grenzen van elkaar zijn gescheiden.

De geografische locatie van gebouwen.

Hydrografische elementen, waaronder mariene gebieden en alle andere waterlichamen en daarmee verband houdende elementen, met inbegrip van bekkens en deelbekkens.

Fysieke en biologische bedekking van het aardoppervlak, met inbegrip van artificiële oppervlakken, landbouwgebieden, bossen, (semi-)natuurgebieden en watergebieden.

Geomorfologisch kenmerk van het landschap.

Een ruimtelijk object dat niet in de andere types van de codelijst is opgenomen.

Een plaats die door mensen bewoond wordt.

Een gebied dat wordt aangeduid of beheerd in het kader van internationale en EU-wetgeving en wetgeving van de lidstaten om specifieke doelstellingen op het vlak van milieubescherming te verwezenlijken.

Netwerken voor vervoer over de weg, het spoor, de lucht, het water en per kabel en de daarmee verband houdende infrastructuur, met inbegrip van links tussen verschillende netwerken.

Naam van een geografisch kenmerk in een officiële of goed ingeburgerde taal in het gebied waar het kenmerk zich bevindt.

Naam die in een specifieke taal gebruikt wordt voor een geografisch kenmerk dat zich buiten het gebied bevindt waarin de taal overwegend wordt gesproken en die naar vorm verschilt van de respectieve endoniem(en) in het gebied waar het geografische kenmerk zich bevindt.

Hoogste niveau in de nationale bestuurshiërarchie (nationaal niveau)

2e niveau in de nationale bestuurshiërarchie.

3e niveau in de nationale bestuurshiërarchie.

4e niveau in de nationale bestuurshiërarchie.

5e niveau in de nationale bestuurshiërarchie.

6e niveau in de nationale bestuurshiërarchie.

Besloten en handmatig vastgelegd door de officiële instantie die verantwoordelijk is voor de toewijzing van adressen of door de beheerder van de gegevensverzameling.

Besloten en handmatig vastgelegd door een andere partij.

Automatisch afgeleid van een ander ruimtelijk object van INSPIRE dat verband houdt met het adres of de adrescomponent.

Positie afgeleid van het betrokken adresgebied.

Positie afgeleid van de betrokken bestuurseenheid op het 1e (nationale) niveau.

Positie afgeleid van de betrokken bestuurseenheid op het 2e niveau.

Positie afgeleid van de betrokken bestuurseenheid op het 3e niveau.

Positie afgeleid van de betrokken bestuurseenheid op het 4e niveau.

Positie afgeleid van de betrokken bestuurseenheid op het 5e niveau.

Positie afgeleid van de betrokken bestuurseenheid op het 6e niveau.

Positie ter identificatie van het betrokken gebouw.

Positie ter identificatie van de toegangsdeur of -poort.

Positie ter identificatie van het betrokken grondperceel.

Positie ter identificatie van een postbezorgingspunt.

Positie afgeleid van het betrokken postcodegebied.

Positie afgeleid van het betrokken segment van een verkeersweg.

Positie ter identificatie van het toegangspunt vanaf de verkeersweg.

Positie ter identificatie van een nutsdienstenpunt.

Identifier van een adres die bestaat uit cijfers en/of tekens.

Identifier van een adres die uitsluitend bestaat uit cijfers.

Tweede extensie van het adresnummer.

Extensie van het adresnummer.

Identifier van een gebouw die bestaat uit cijfers en/of tekens.

Voorvoegsel van het gebouwnummer.

Identifier van een adres die verwijst naar de primaire verkeerswegnaam in een op een hoek gelegen adres.

Identifier van een adres die verwijst naar de secundaire verkeerswegnaam in een op een hoek gelegen adres.

Identifier van een toegangsdeur, een toegangshek of een overdekte toegangspoort.

Identifier van een verdieping of een niveau in een gebouw.

Markering op een weg waarvan het cijfer de afstand tussen het beginpunt van de weg en de markering aangeeft, gemeten langs de weg.

Identifier van een postpunt.

Identifier van een trap, doorgaans in een gebouw.

Identifier van een deur, woonruimte, suite of kamer in een gebouw.

De locator identificeert een bepaalde toegang tot een stuk land, gebouw of soortgelijk eigendom met behulp van een toegangsnummer of soortgelijke identifier.

De locator identificeert een postbezorgingspunt.

De locator identificeert een specifiek stuk land, gebouw of soortgelijk eigendom met behulp van een adresnummer, een gebouwnummer of de naam van het gebouw of het eigendom.

De locator identificeert een bepaald deel van een gebouw.

Naam van een gebouw of deel van een gebouw.

Verhalende, tekstuele beschrijving van de locatie of het adresseerbare object.

Identifier van een woonruimte, suite of kamer in een gebouw.

Naam van een onroerend goed, gebouwencomplex of site.

Het deel van de naam dat de kern of de basis van een verkeerswegnaam vormt.

Het deel van de naam dat wordt gebruikt om opeenvolgende woorden waarvan de volgorde geen belang heeft, van de kern van de verkeerswegnaam te scheiden.

Het deel van de naam dat de verkeerswegnaam kwalificeert.

Het deel van de naam dat verwijst naar de categorie of het type verkeersweg.

Een adres dat of een adrescomponent die veel gebruikt wordt, maar afwijkt van het standaardadres of de standaardadrescomponent als bepaald door de officiële instantie die verantwoordelijk is voor de toewijzing van adressen of door de beheerder van de gegevensverzameling.

Adres dat of adrescomponent die actueel en geldig is volgens de officiële instantie die verantwoordelijk is voor de toewijzing van adressen of adres dat of adrescomponent die volgens de beheerder van de gegevensverzameling het meest geschikt is en het meest gebruikt wordt.

Een adres dat of een adrescomponent die nog moet worden goedgekeurd door de beheerder van de gegevensverzameling of de officiële instantie die verantwoordelijk is voor de toewijzing van adressen.

Een adres dat of een adrescomponent die is goedgekeurd door de officiële instantie die verantwoordelijk is voor de toewijzing van adressen of door de beheerder van de gegevensverzameling, maar nog niet in gebruik is genomen.

Een adres dat of een adrescomponent die niet langer gangbaar is of door de officiële instantie die verantwoordelijk is voor de toewijzing van adressen of door de beheerder van de gegevensverzameling is afgeschaft.

Hoogste niveau (grootste gebieden) in de hiërarchie van de kadastrale zoneringen dat overeenkomt of gelijkwaardig is met gemeenten.

Tweede niveau in de hiërarchie van de kadastrale zoneringen.

Derde niveau in de hiërarchie van de kadastrale zoneringen.

Toegang tot het vervoerselement is bij wet verboden.

Toegang tot het vervoerselement is fysiek onmogelijk ten gevolge van barrières of andere materiële obstakels.

Toegang tot het vervoerselement is beperkt omdat het particulier bezit is.

Het vervoerselement is toegankelijk voor het publiek.

Toegang tot het vervoerselement hangt af van het seizoen.

Er wordt tol geheven op de toegang tot het vervoerselement.

Het maximumgewicht dat per dubbele as van een voertuig is toegestaan op een vervoerselement.

De maximale diepgang die voor een voertuig op een vervoerselement is toegestaan.

Het maximale vliegniveau dat voor een voertuig op een vervoerselement is toegestaan.

De maximale hoogte die is toegestaan voor een voertuig dat onder een ander object door kan.

De maximale voertuiglengte die op een vervoerselement is toegestaan.

Het maximumgewicht dat per enkele as van een voertuig op een vervoerselement is toegestaan.

Het maximale totale gewicht van een voertuig dat op een vervoerselement is toegestaan.

Het maximumgewicht dat per drievoudige as van een voertuig op een vervoerselement is toegestaan.

De maximale voertuigbreedte die op een vervoerselement is toegestaan.

Het minimale vliegniveau dat voor een voertuig op een vervoerselement is toegestaan.

Luchthaven vanaf welke binnenlandse nationale luchtverkeersdiensten worden aangeboden.

Luchthaven vanaf welke binnenlandse regionale luchtverkeersdiensten worden aangeboden.

Luchthaven vanaf welke internationale luchtverkeersdiensten worden aangeboden.

Luchthaven met helihaven.

Enkel luchthaven.

Enkel helihaven.

Landingsplaats.

Conventionele navigatieroute: een luchtvaartroute die voor de luchtverkeersdiensten regionale navigatie noch TACAN-navigatie gebruikt.

Regionale navigatieroute: een luchtvaartroute die voor de luchtverkeersdiensten gebruikt maakt van regionale navigatie (RNAV).

TACAN-route: een luchtvaartroute die voor de luchtverkeersdiensten gebruikt maakt van TACAN-navigatie.

ATS-route als beschreven in bijlage 11 van de ICAO.

North Atlantic Track (deel van het Organized Track System).

Het luchtvervoersnetwerkobject is uitsluitend bestemd voor militair gebruik.

De tijdsbeperkingen gelden voor het gebruik van het luchtvervoersnetwerkobject.

Airport Traffic Zone (Luchthavenverkeersgebied). Deel van het luchtruim met bepaalde afmetingen dat rond een luchthaven is ingesteld ter bescherming van het luchthavenverkeer.

Control Area (Algemeen luchtverkeersleidingsgebied). Een deel van het luchtruim met verkeersleiding dat zich vanaf een bepaalde hoogte boven de aarde opwaarts uitstrekt.

Control Zone (Plaatselijk luchtverkeersleidingsgebied). Een deel van het luchtruim met verkeersleiding dat zich tussen het aardoppervlak en een bepaalde hoogte bevindt.

Danger Area (Gevaarlijk gebied). Deel van het luchtruim met bepaalde afmetingen waarin op vastgestelde tijdstippen voor de vluchtoperaties gevaarlijke activiteiten kunnen plaatsvinden.

Flight Information Region (Vluchtinformatiegebied). Deel van het luchtruim met bepaalde afmetingen waarin vluchtinformatie- en alarmeringsdiensten worden verleend. Kan bijvoorbeeld worden gebruikt indien de diensten door meer dan één eenheid worden verleend.

Prohibited Area (Verboden gebied). Deel van het luchtruim met bepaalde afmetingen, boven het grondgebied of de territoriale wateren van een staat, waarin door luchtvaartuigen uitgevoerde vluchten verboden zijn.

Restricted Area (Gereglementeerd gebied). Deel van het luchtruim met bepaalde afmetingen, boven het grondgebied of de territoriale wateren van een staat, waarin door luchtvaartuigen uitgevoerde vluchten zijn beperkt in overeenstemming met bepaalde voorwaarden

Terminal Control Area (Naderingsluchtverkeersleidingsgebied). Verkeersleidingsgebied dat gewoonlijk wordt ingesteld op het snijpunt van ATS-routes in de buurt van een of meer grote luchthavens. Wordt vooral in Europa gebruikt in het kader van het concept „Flexible Use of Airspace” (flexibel gebruik van het luchtruim).

Upper Flight Information Region (Vluchtinformatiegebied voor het hogere luchtruim). Een hoger gedeelte van het luchtruim met specifieke afmetingen waarin vluchtinformatie- en alarmeringsdiensten worden verleend. Elke staat stelt zijn eigen definitie van het hogere luchtruim vast.

Distance Measuring Equipment (Instrument voor het aangeven van afstand - DME).

Instrument Landing System (Instrumentlandingssysteem - ILS).

ILS in combinatie met DME.

Localizer (Koerslijnbaken - LOC).

Combinatie van LOC en DME.

Marker Beacon (Merkbaken).

Microwave Landing System (Microgolflandingssysteem - MLS).

MLS in combinatie met DME.

Non-Directional Radio Beacon (Ongericht radiobaken - NDB).

Combinatie van NDB en DME.

Non-Directional Radio Beacon and Marker Beacon (Ongericht radiobaken en merkbaken).

Tactical Air Navigation Beacon (TACAN-baken).

Transponder Landing System (Transponderlandingssysteem - TLS).

VHF Omnidirectional Radio Range (Alzijdig gericht radiobaken op zeer hoge frequentie - VOR).

Combinatie van VOR en DME.

Combinatie van VOR en TACAN.

Fysiek eindpunt van een start-landingsbaanrichting.

Het middelpunt van een start-landingsbaan.

Fysiek beginpunt van een start-landingsbaanrichting.

Het begin van het deel van de start-landingsbaan dat gebruikt kan worden om te landen.

Final Approach and Take Off Area voor helikopters (Gebied voor de eindnadering en het opstijgen van helikopters).

Start-landingsbaan voor vliegtuigen.

Oppervlak bestaat uit een laag asfalt.

Oppervlak bestaat uit een laag beton.

Oppervlak bestaat uit een laag gras.

Een kabelbaaninstallatie waarvan de voertuigen hangende cabines zijn waarin groepen mensen en/of goederen van de ene plaats naar de andere worden vervoerd.

Een kabelbaaninstallatie waarvan de voertuigen hangende stoeltjes zijn die personen of groepen personen van de ene plaats naar de andere brengen en die bevestigd zijn aan een stalen kabel of koord die rond twee punten loopt.

Een kabelbaaninstallatie die bestemd is om skiërs en snowboarders een helling op te trekken.

Een spoorwegknooppunt ter hoogte waar het spoorwegnetwerk voorzien is van een mechanisme dat bestaat uit een treinspoor met twee beweegbare rails en verbindingen die noodzakelijk zijn om voertuigen van het ene spoor naar het andere te laten overgaan.

Een spoorwegknooppunt waarhet spoorwegnetwerk gekruist wordt door een weg die zich op hetzelfde niveau bevindt.

Een spoorwegknooppunt dat een punt vormt waarop de waarde van een of meer attributen van de ermee verbonden spoorweglinks verandert of een punt dat noodzakelijk is voor de beschrijving van de geometrie van het netwerk.

Het spoorwegknooppunt is met slechts één spoorweglink verbonden. Dit betekent het einde van een spoorlijn.

Een plaats in het spoorwegnetwerk waar treinen stoppen om vracht te laden of te lossen of om passagiers in en uit te laten stappen.

Spoorvervoerinstallatie waarmee voertuigen op steile hellingen kunnen rijden. Deze installatie bestaat uit een spoor met een tandheugel (gewoonlijk tussen de rijrails) waar de voertuigen zijn uitgerust met een of meer tandwielen of rondsels die vasthaken in deze tandheugel.

Een spoorvervoerinstallatie die bestaat uit een aan een spoorvoertuig vastgemaakte kabel die het voertuig een zeer steile helling optrekt of laat afdalen. Waar mogelijk vormen de klimmende en dalende voertuigen elkaars tegengewicht.

Een spoorvervoerinstallatie met één enkele rail die de geleidebaan van een voertuig vormt en dat voertuig met een magneetzweefmechanisme ondersteunt.

Een stedelijk spoorvervoersysteem dat gebruikt wordt in grote stedelijke gebieden. Het beschikt over een eigen traject dat gescheiden is van dat van andere vervoersystemen, wordt gewoonlijk elektrisch aangedreven en ligt in sommige gevallen onder de grond.

Een spoorvervoerinstallatie op basis van één enkele rail die tegelijkertijd als steun en als geleidebaan dienst doet.

Een spoorvervoerinstallatie op basis van één enkele rail, die tegelijkertijd als steun en als geleidebaan dienst doet en waaraan een voertuig hangt dat langs de rail beweegt.

Een spoorvervoerinstallatie die gewoonlijk uit twee evenwijdige rails bestaat waarop een aangedreven treinstel of locomotief een reeks aan elkaar koppelde voertuigen langs het treinspoor trekt om vracht of passagiers van de ene bestemming naar de andere te brengen.

Een spoorvervoerssysteem dat gebruikt wordt in stedelijke gebieden, dat zich vaak op straatniveau bevindt en de weg deelt met het gemotoriseerde verkeer en voetgangers. Trams worden gewoonlijk elektrisch aangedreven.

De spoorlijn wordt uitsluitend voor vrachtoperaties gebruikt.

De spoorlijn wordt uitsluitend gebruikt voor het vervoer van auto’s via pendeltreinen.

De spoorlijn wordt voor verschillende doeleinden gebruikt. Zij wordt gebruikt voor het vervoer van zowel passagiers als vracht.

De spoorlijn wordt uitsluitend voor het vervoer van passagiers gebruikt.

Snelheidsbeperking in een nationaal park.

Snelheidsbeperking in steden.

Snelheidsbeperking in de buurt van een spoorwegovergang.

Snelheidsbeperking in de buurt van een school.

Snelheidsbeperking buiten steden.

Snelheidsbeperking in een verkeersremmingsgebied.

Het wegknooppunt bevindt zich in en/of vormt een gesloten verkeersgebied. Een verkeersgebied is een gebied zonder interne structuur van wettelijk bepaalde rijrichtingen. Er zijn minstens twee wegen met het gebied verbonden.

Een wegknooppunt waar drie of meer weglinks elkaar kruisen.

Een wegknooppunt ter hoogte waarvan het wegennet gekruist wordt door een spoorweg die zich op hetzelfde niveau bevindt.

Er zijn precies twee weglinks met het wegknooppunt verbonden.

Er is slechts één weglink met het wegknooppunt verbonden. Dit betekent het einde van een weg.

Gebied dat verbonden is met een weg en bestemd is voor een specifieke dienstverlening.

Het wegknooppunt is een rotonde of maakt er deel van uit. Een rotonde is een ringvormige weg waarop het verkeer slechts in één richting is toegelaten.

Het wegknooppunt bevindt zich in en/of vormt een verkeersplein. Een verkeersplein is een gebied dat (gedeeltelijk) wordt ingesloten door wegen, dat voor andere dan verkeersdoeleinden wordt gebruikt en dat geen rotonde is.

Weg waarop fietsen de enige toegelaten voertuigen zijn.

Weg met fysiek van elkaar gescheiden rijbanen, ongeacht het aantal rijstroken, die geen autoweg of autosnelweg is.

Gebied zonder interne structuur van wettelijk bepaalde rijrichtingen. Er zijn minstens twee wegen met het gebied verbonden.

Weg die speciaal is ontworpen om een parkeerterrein op of af te rijden.

Weg die uitsluitend gebruikt wordt om een dienstverlening te bereiken of ervan weg te rijden.

Weg die geen andere wegen kruist die op hetzelfde niveau liggen.

Weg waarop normaal gezien regelgeving van toepassing is met betrekking tot het oprijden en het gebruik ervan. Hij telt twee of meer grotendeels fysiek van elkaar gescheiden rijbanen en kruist geen andere wegen op hetzelfde niveau.

Gebied met een wegennetwerk dat speciaal is ontworpen voor gebruik door voetgangers.

Ringvormige weg waarop het verkeer slechts in één richting is toegelaten.

Weg die evenwijdig loopt aan en ontworpen is om een weg met een relatief belangrijke connectiviteitsfunctie te verbinden met wegen met een beperktere connectiviteitsfunctie.

Weg waarop het verkeer door geen enkel materieel voorwerp wordt gescheiden.

Weg die speciaal ontworpen is om een andere weg op te rijden of te verlaten.

Aangelegde weg die enkel kan worden gebruikt met een trekker (landbouwvoertuig of bosbouwmachine) of een terreinvoertuig (voertuig met een grotere vrije hoogte, grote wielen en vierwielaandrijving).

Gebied dat (gedeeltelijk) wordt ingesloten door wegen, dat voor andere dan verkeersdoeleinden wordt gebruikt en dat geen rotonde is.

Weg die voorbehouden is aan voetgangers en door een fysieke barrière afgesloten is voor normaal gebruik door voertuigen.

Het deel van een weg dat aan het verkeer is voorbehouden.

Het verharde deel van de weg.

De weginrichting is een bushalte.

De weginrichting is een parkeerterrein.

De weginrichting is een pleisterplaats.

Gebied waarin toldiensten worden aangeboden, zoals ticketautomaten of tolbetalingsdiensten.

Weg met een verhard wegdek.

Onverharde weg.

Er is drank beschikbaar.

Er is voedsel beschikbaar.

Er is brandstof beschikbaar.

Er is een picknickplaats aanwezig.

Er is een speeltuin aanwezig.

Er is een winkel aanwezig.

Er zijn toiletten aanwezig.

De bron is een vast verkeersbord (bestuurlijk gebod voor de locatie in kwestie, uitdrukkelijke snelheidsbeperking).

De bron is regelgeving (nationale regelgeving, regel of „impliciete snelheidsbeperking”).

De bron is een dynamisch verkeersbord.

Alle mogelijke voertuigen, met uitsluiting van voetgangers.

Een met pedalen aangedreven tweewielig voertuig.

Een personenauto met een aanhangwagen.

Een betrekkelijk kleine vrachtwagen die hoofdzakelijk bestemd is voor het leveren van goederen en materiaal.

Een voertuig dat naar aanleiding van noodoproepen gebruikt wordt door de politie, ambulancediensten, de brandweer, enz.

Een voertuig dat door een werknemer van een organisatie bediend wordt en dat overeenkomstig de procedures van die organisatie wordt gebruikt.

Een voertuig dat voor een bepaald gebruik op een particulier of beperkt toegankelijk terrein bestemd is.

Voertuig dat doorgaans voor landbouwactiviteiten gebruikt wordt.

Voertuig waarvan het aantal inzittenden overeenstemt met of meer bedraagt dan het vastgestelde minimumaantal.

Op een trein gelijkend vervoermiddel dat beperkt is tot een spoornetwerk binnen een bepaald gebied.

Een voertuig dat gebruikt wordt om post op te halen, te vervoeren of te bezorgen.

Door een militaire autoriteit toegestaan voertuig.

Voertuig met twee of drie wielen dat is uitgerust met een verbrandingsmotor van minder dan 50 cc en een topsnelheid van maximaal 45 km/u (28 mijl/u) haalt.

Voertuig met twee of drie wielen dat is uitgerust met een verbrandingsmotor van minder dan 50 cc en een topsnelheid van meer dan 45 km/u (28 mijl/u) haalt.

Een klein voertuig dat ontworpen is voor privévervoer van personen.

Een persoon die zich te voet verplaatst.

Een voertuig dat ontworpen is voor het vervoer van grote groepen mensen en dat privé-eigendom of gecharterd is.

Een voertuig dat ontworpen is voor het vervoer van grote groepen mensen en waarvan de routes en dienstregelingen over het algemeen worden gepubliceerd.

Een voertuig dat eigendom is van een bewoner (of een gast) van een bepaalde straat of van een bepaald stadsgebied.

Voertuig dat voor een school gebruikt wordt om leerlingen te vervoeren.

Een voertuig dat is uitgerust met sneeuwkettingen.

Een vrachtwagen met meer dan twee assen die gebruikt wordt om vloeistoffen of gas in bulk te vervoeren.

Een voertuig met een verhuurvergunning dat gewoonlijk is uitgerust met een meter.

Een vrachtwagen voor het vervoer van goederen over lange afstanden.

Een op een bus gelijkend voertuig voor het vervoer van grote groepen dat voor energietoevoer op een elektrisch netwerk is aangesloten.

Een voertuig met een identificatie die aangeeft dat het om een voertuig voor personen met een handicap gaat.

Voertuig dat een ontplofbare vracht vervoert.

Voertuig dat een andere gevaarlijke vracht dan ontplofbare of waterverontreinigende stoffen vervoert.

Voertuig dat een waterverontreinigende vracht vervoert.

Snelheidsbeperking van toepassing bij mist.

Snelheidsbeperking van toepassing bij ijzel.

Snelheidsbeperking van toepassing bij regen.

Snelheidsbeperking van toepassing bij een bepaalde hoeveelheid smog.

Snelheidsbeperking van toepassing bij sneeuw.

Veerboot vervoert auto’s.

Veerboot vervoert andere vervoersvormen dan passagiers, auto’s, vrachtwagens of treinen.

Veerboot vervoert passagiers.

Veerboot vervoert treinen.

Veerboot vervoert vrachtwagens.

Infrastructuurelementen waar een scheepvaartroute een andere scheepvaartroute kruist of punten waar scheepvaarroutes zich splitsen of samenkomen.

Sluis of groep sluizen, bedoeld om boten tussen delen van een rivier of kanaal met een hoogteverschil omhoog te brengen of te laten zakken.

Brug die kan worden opgehaald of gedraaid om schepen doorvaart te verlenen.

Een machine voor het vervoer van boten tussen waterlichamen op twee verschillende niveaus, die gebruikt wordt als alternatief voor kanaalsluizen.

De locatie waar goederen worden overgeladen.

Een plaats waar een kanaal of smalle waterweg verbreed is om boten te laten omkeren.

Knooppunt dat gebruikt wordt om verschillende netwerken met elkaar te verbinden.

Een netwerkknooppunt dat geen verband houdt met de netwerktopologie, maar wel met een nuttige hydrografische plaats, een hydrografische faciliteit of een door de mens gemaakt object waardoor de stroming van het netwerk wordt beïnvloed.

Een netwerkknooppunt dat geen verband houdt met de netwerktopologie, maar wel met een nuttige hydrografische plaats, een hydrografische faciliteit of een door de mens gemaakt object waardoor de stroming van het netwerk wordt geregeld.

Knooppunt met drie of meer links.

Eindknooppunt van een reeks onderling verbonden links.

Beginknooppunt van een reeks onderling verbonden links.

Een leiding of aangelegd kanaal dat ontworpen is om water van een afgelegen bron te vervoeren, gewoonlijk met behulp van de zwaartekracht, met het oog op de watervoorziening en/of de aanvoer van water voor gebruik in de landbouw en/of de industrie.

Een structuur die twee locaties met elkaar verbindt en ervoor zorgt dat een vervoersroute over een obstakel in het terrein heen loopt.

Een overwelfd kanaal dat een waterloop onder een route doorlaat.

Een leiding die gebruikt wordt om vloeistof van een bepaald niveau naar een lager niveau te brengen, waarbij het verschil in vloeistofdruk gebruikt wordt om een kolom van de vloeistof naar een hoger niveau te stuwen voordat de vloeistof in de afvoer stroomt.

Zelden gevuld en/of stromend, over het algemeen alleen tijdens en/of meteen na zware neerslag.

Gevuld en/of stromend tijdens en meteen na neerslag.

Gevuld en/of stromend gedurende een deel van het jaar.

Gevuld en/of stromend gedurende het hele jaar.

Een uitgestrekt gebied dat periodiek overstroomt als gevolg van de regeling van het waterpeil van een stuwmeer.

Een uitgestrekt gebied dat periodiek wordt overstroomd door wassend water, met uitzondering van getijdengebieden.

Grote door water of door het weer afgesleten stenen.

Stugge, kleverige, fijnkorrelige aarde die hoofdzakelijk bestaat uit gehydrateerde aluminosilicaten, die kneedbaarder worden wanneer water wordt toegevoegd, die een bepaalde vorm gegeven kunnen worden en gedroogd kunnen worden.

Kleine door water afgesleten of verweerde stenen.

Zachte natte grond, zand, stof en/of andere aardeachtige materie.

Stenen van alle mogelijke afmetingen.

Korrelig materiaal dat bestaat uit kleine geërodeerde stukjes (hoofdzakelijk kiezel) gesteente en dat kleiner is dan grind en groter dan een korrel grof silt.

Kleine, losse, geronde, door water afgesleten keitjes, met name zoals ze in grote hoeveelheden voorkomen op stranden.

Stukken van een gesteente of mineraal (anders dan metaal) met een bepaalde vorm en bepaalde afmetingen, die gewoonlijk door de mens zijn vormgegeven en voor een aantal bijzondere doeleinden worden gebruikt.

De laagwaterstand bij springtij kort voor of na een equinox.

De hoogste hoogwaterstand (of de hoogwaterstand) van eender welke getijdendag als gevolg van het A1-declinatie-effect van de zon en de maan.

Het gemiddelde van de hoogste hoogwaterstanden, berekend op basis van één jaarlijkse waarde over een waarnemingsperiode van 19 jaar.

Het hoogste getijdenniveau dat op basis van gemiddelde weersomstandigheden en van eender welke combinatie van astronomische omstandigheden kan worden voorspeld.

De hoogste waterstand die op een locatie is waargenomen.

Het hoogste niveau dat het wateroppervlak op een bepaalde locatie in één getijdencyclus bereikt.

Een willekeurig niveau dat min of meer overeenstemt met de gemiddelde hoogwaterstand bij springtij.

Een getijdennulpeil dat min of meer overeenstemt met het gemiddelde van de hogere hoogwaterstanden bij springtij.

Een getijdennulpeil dat min of meer overeenstemt met het gemiddelde van de lagere laagwaterstanden bij springtij.

Een willekeurig door een autoriteit of een lokale haven vastgesteld nulpeil ten opzichte waarvan niveaus en getijdenhoogten door die autoriteit gemeten worden.

De laagste laagwaterstand (of de laagwaterstand) van eender welke getijdendag als gevolg van het A1-declinatie-effect van de zon en de maan.

Het gemiddelde van de laagste laagwaterstanden, berekend op basis van één jaarlijkse waarde over een waarnemingsperiode van 19 jaar.

Het laagste getijdenniveau dat op basis van gemiddelde weersomstandigheden en van eender welke combinatie van astronomische omstandigheden kan worden voorspeld.

Een willekeurig niveau dat overeenstemt met het laagste getij dat op een bepaalde locatie is waargenomen of een iets lager niveau.

Een willekeurig niveau dat overeenstemt met de laagste waterstand die op een bepaalde locatie in een periode van minder dan 19 jaar bij springtij is waargenomen.

Stemt min of meer overeen met de gemiddelde laagwaterstand die in een bepaalde regio als referentieniveau wordt gebruikt, ongeacht nauwkeuriger bepalingen achteraf.

Stemt min of meer overeen met de gemiddelde laagwaterstand die voor een bepaald gebied als standaardreferentie werd aangenomen.

Een niveau dat min of meer overeenstemt met de gemiddelde laagwaterstand bij springtij.

Het gemiddelde van de hogere hoogwaterstanden op een locatie over een periode van 19 jaar.

De gemiddelde hoogte van de hogere hoogwaterstanden bij springtij op een locatie.

Het gemiddelde van de hogere laagwaterstanden van elke getijdendag die over een periode van 19 jaar worden waargenomen.

De gemiddelde hoogte van alle hoogwaterstanden op een locatie over een periode van 19 jaar.

De gemiddelde hoogte van de hoogwaterstanden bij doodtij.

De gemiddelde hoogte van de hoogwaterstanden bij springtij.

Het gemiddelde van de lagere hoogwaterstanden van elke getijdendag die gedurende een periode van 19 jaar worden waargenomen.

Het gemiddelde van de lagere laagwaterstanden op een locatie over een periode van 19 jaar.

De gemiddelde hoogte van de lagere laagwaterstanden bij springtij op een locatie.

De gemiddelde hoogte van alle laagwaterstanden op een locatie over een periode van 19 jaar.

De gemiddelde hoogte van de laagwaterstanden bij doodtij.

De gemiddelde hoogte van de laagwaterstanden bij springtij.

De gemiddelde hoogte van het zeeoppervlak ter hoogte van een getijdenstation, gemeten vanaf een vooraf bepaald vast referentieniveau.

Het rekenkundige gemiddelde van de gemiddelde hoogwaterstand en de gemiddelde laagwaterstand.

Het gemiddelde van de uurlijkse waterstanden in de periode waarin metingen zijn opgetekend.

Een willekeurig niveau dat min of meer overeenstemt met de hoogste waterstand die op een locatie is waargenomen. Is gewoonlijk gelijk aan de hoogwaterstand bij springtij.

Een niveau dat min of meer overeenstemt met de laagste waterstand die op een locatie is waargenomen. Is gewoonlijk gelijk aan het indisch spring-laagwater.

De hoogste van de hoogwaterstanden (of de hoogwaterstand) van de halfmaandelijkse getijden die zich voordoen wanneer het effect van de maximale declinatie van de maan het grootst is.

De laagste van de laagwaterstanden (of de laagwaterstand) van de halfmaandelijkse getijden die zich voordoen wanneer het effect van de maximale declinatie van de maan het grootst is.

Het beschermde gebied heeft een aanwijzing in het Emerald Network (Emerald-netwerk).

Het beschermde gebied is geclassificeerd op basis van het classificatiestelsel van de International Union for Conservation of Nature (Internationale unie voor het behoud van de natuur en de natuurlijke hulpbronnen).

Het beschermde gebied is geclassificeerd op basis van het classificatiestelsel van de National Monuments Record.

Het beschermde gebied heeft een aanwijzing op grond van de Habitatrichtlijn (92/43/EEG) of de Vogelrichtlijn (79/409/EEG).

Het beschermde gebied heeft een aanwijzing op grond van de Ramsar-conventie.

Het beschermde gebied heeft een aanwijzing op grond van het Man and Biosphere programme (programma „Mens en biosfeer”) van UNESCO.

Het beschermde gebied heeft een aanwijzing op grond van de World Heritage Convention (Werelderfgoedconventie) van UNESCO.

Het beschermde gebied is op grond van het IUCN-classificatiestelsel geclassificeerd als een habitat- en soortenbeheergebied (habitat species management area).

Het beschermde gebied is op grond van het IUCN-classificatiestelsel geclassificeerd als een duurzaam beheerd gebied (managed resource protected area).

Het beschermde gebied is op grond van het IUCN-classificatiestelsel geclassificeerd als een nationaal park (national park).

Het beschermde gebied is op grond van het IUCN-classificatiestelsel geclassificeerd als een natuurmonument (natural monument).

Het beschermde gebied is op grond van het IUCN-classificatiestelsel geclassificeerd als een beschermd landschap of zeelandschap (protected landscape or seascape).

Het beschermde gebied is op grond van het IUCN-classificatiestelsel geclassificeerd als een strikt natuurreservaat (strict nature reserve).

Het beschermde gebied is op grond van het IUCN-classificatiestelsel geclassificeerd als een wildernisgebied (wilderness area).

Het beschermde gebied is geclassificeerd als een landbouwmonument of monument van bestaansmiddelen (agricultural or subsistence monument) op grond van het classificatiestelsel van de National Monuments Record.

Het beschermde gebied is op grond van het classificatiestelsel van de National Monuments Record geclassificeerd als een burgerlijk monument (civil monument).

Het beschermde gebied is op grond van het classificatiestelsel van de National Monuments Record geclassificeerd als een herdenkingsmonument (commemorative monument).

Het beschermde gebied is op grond van het classificatiestelsel van de National Monuments Record geclassificeerd als een handelsmonument (commercial monument).

Het beschermde gebied is op grond van het classificatiestelsel van de National Monuments Record geclassificeerd als een communicatiemonument (communications monument).

Het beschermde gebied is op grond van het classificatiestelsel van de National Monuments Record geclassificeerd als een landsverdedigingsmonument (defence monument).

Het beschermde gebied is op grond van het classificatiestelsel van de National Monuments Record geclassificeerd als een woonmonument (domestic monument).

Het beschermde gebied is op grond van het classificatiestelsel van de National Monuments Record geclassificeerd als een onderwijsmonument (education monument).

Het beschermde gebied is op grond van het classificatiestelsel van de National Monuments Record geclassificeerd als een tuin-, park- of stedelijkeruimtemonument (garden, park or urban space monument).

Het beschermde gebied is op grond van het classificatiestelsel van de National Monuments Record geclassificeerd als een monument op het gebied van gezondheid en welzijn (health and welfare monument).

Het beschermde gebied is op grond van het classificatiestelsel van de National Monuments Record geclassificeerd als een industrieel monument (industrial monument).

Het beschermde gebied is op grond van het classificatiestelsel van de National Monuments Record geclassificeerd als een maritiem monument (maritime monument).

Het beschermde gebied is op grond van het classificatiestelsel van de National Monuments Record geclassificeerd als een niet nader gespecificeerd monument (monument with some unclassified form).

Het beschermde gebied is op grond van het classificatiestelsel van de National Monuments Record geclassificeerd als een recreatiemonument (recreational monument).

Het beschermde gebied is op grond van het classificatiestelsel van de National Monuments Record geclassificeerd als een godsdienstig, ritueel of grafmonument (religious, ritual or funerary monument).

Het beschermde gebied is op grond van het classificatiestelsel van de National Monuments Record geclassificeerd als een nederzetting (settlement).

Het beschermde gebied is op grond van het classificatiestelsel van de National Monuments Record geclassificeerd als een vervoersmonument (transport monument).

Het beschermde gebied is op grond van het classificatiestelsel van de National Monuments Record geclassificeerd als een monument op het gebied van watervoorziening en –afvoer (water supply and drainage monument).

Het beschermde gebied wordt in het kader van Natura 2000 voorgedragen als een gebied van communautair belang (GCB) (Site of Community Importance (SCI)).

Het beschermde gebied wordt in het kader van Natura 2000 voorgedragen als een speciale beschermingszone in de zin van de Vogelrichtlijn (Special Protection Area (SPA)).

Het beschermde gebied is in het kader van Natura 2000 aangewezen als een gebied van communautair belang (GCB) (Site of Community Importance (SCI)).

Het beschermde gebied is in het kader van Natura 2000 aangewezen als een speciale beschermingszone in de zin van de Habitatrichtlijn (Special Area of Conservation (SAC)).

Het beschermde gebied is in het kader van Natura 2000 aangewezen als een speciale beschermingszone in de zin van de Vogelrichtlijn (Special Protection Area (SPA)).

Het beschermde gebied is op grond van de Ramsar-conventie als dusdanig aangewezen.

Het beschermde gebied werd in het kader van het programma „Mens en Biosfeer” aangewezen als biosfeerreservaat (Biosphere Reserve).

Het beschermde gebied is aangewezen als cultureel werelderfgoed.

Het beschermde gebied is aangewezen als gemengd werelderfgoed.

Het beschermde gebied is aangewezen als natuurlijk werelderfgoed.