Besluit 2010/314 - 2010/314/: Besluit van de Raad van 10 mei 2010 betreffende de ondertekening en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst van Genève inzake de handel in bananen tussen de EU en Brazilië, Colombia, Costa Rica, Ecuador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Peru en Venezuela en de Overeenkomst inzake de handel in bananen tussen de EU en de VS

1.

Wettekst

9.6.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 141/1

 

BESLUIT VAN DE RAAD

van 10 mei 2010

betreffende de ondertekening en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst van Genève inzake de handel in bananen tussen de Europese Unie en Brazilië, Colombia, Costa Rica, Ecuador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Peru en Venezuela en de Overeenkomst inzake de handel in bananen tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika

(2010/314/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name op artikel 207, lid 4, eerste alinea, juncto artikel 218, lid 5,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op respectievelijk 11 april 2001 en 30 april 2001 heeft de Commissie een memorandum van overeenstemming gesloten met Ecuador en met de Verenigde Staten (de „memoranda van overeenstemming”) waarin de instrumenten worden aangewezen om tot een vergelijk te komen voor de door deze landen bij de Wereldhandelsorganisatie (WTO) aanhangig gemaakte geschillen over de tariefbehandeling van in de Unie ingevoerde bananen. In die memoranda van overeenstemming is de invoering van een uitsluitend op tarieven gebaseerde invoerregeling voor bananen gepland. Daarom heeft de Raad de Commissie op 12 juli 2004 gemachtigd om krachtens artikel XXVIII van de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel 1994 („GATT 1994”) te onderhandelen over de wijziging van het geconsolideerde recht met het oog op de invoering van een uitsluitend op tarieven gebaseerde regeling voor bananen in de EU-lijst.

 

(2)

Op 22 maart 2004 en op 29 januari 2007 heeft de Raad de Commissie gemachtigd tot het openen van onderhandelingen krachtens artikel XXIV, lid 6, van de GATT 1994 in het kader van de respectieve toetreding tot de Europese Unie van enerzijds de Tsjechische Republiek, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije en anderzijds Bulgarije en Roemenië.

 

(3)

De onderhandelingen werden op 15 december 2009 met succes afgerond met de parafering van de „Overeenkomst van Genève inzake de handel in bananen” met Brazilië, Colombia, Costa Rica, Ecuador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Peru en Venezuela („de Overeenkomst van Genève”) en de „Overeenkomst inzake de handel in bananen” met de Verenigde Staten van Amerika (de „EU/VS-overeenkomst”).

 

(4)

Met de door de Commissie bereikte overeenkomsten wordt tegemoetgekomen aan de door de betrokken landen krachtens artikel XXIV, lid 6, en artikel XXVIII, van de GATT 1994 gestelde eisen. Bovendien voeren deze overeenkomsten de memoranda van overeenstemming uit in zoverre zij voorzien in de vaststelling van een uitsluitend op tarieven gebaseerde regeling, en regelen zij op een adekwate manier alle hangende geschillen over de tariefbehandeling van bananen, die bijgevolg officieel moeten worden beslecht.

 

(5)

Deze twee overeenkomsten moeten namens de Europese Unie worden ondertekend, onder voorbehoud van hun sluiting op latere datum.

 

(6)

Gezien de noodzaak om de eerste tariefverlagingen spoedig toe te passen, om te voorkomen dat de hangende geschillen voortduren en om te verzekeren dat de definitieve verbintenissen van de Unie inzake markttoegang voor bananen in de volgende in het kader van de WTO met succes afgeronde multilaterale onderhandelingen over de markttoegang van landbouwproducten niet verder gaan dan de verbintenissen van de punten 3, 6 en 7 van de Overeenkomst van Genève en punt 2 en punt 3, onder a) en b), van de EU/VS-overeenkomst, moeten beide overeenkomsten overeenkomstig punt 8, onder b), van de Overeenkomst van Genève en punt 6 van de EU/VS-overeenkomst in afwachting van hun inwerkingtreding voorlopig worden toegepast vanaf de respectieve datum van ondertekening van elk van deze overeenkomsten,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd om de persoon (personen) aan te wijzen bevoegd om namens de Unie de volgende overeenkomsten te ondertekenen:

 

a)

de Overeenkomst van Genève inzake de handel in bananen tussen de Europese Unie en Brazilië, Colombia, Costa Rica, Ecuador, Guatemala, Honduras, Mexico, Nicaragua, Panama, Peru en Venezuela (de „Overeenkomst van Genève”);

 

b)

de Overeenkomst inzake de handel in bananen tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika (de „EU/VS-overeenkomst”).

De tekst van beide overeenkomsten is bij dit besluit gevoegd.

Artikel 2

  • 1. 
    De punten 3, 6 en 7 van de Overeenkomst van Genève worden, overeenkomstig punt 8, onder b), van die overeenkomst, voorlopig toegepast vanaf de datum van ondertekening van die overeenkomst, in afwachting van de inwerkingtreding ervan.
  • 2. 
    Punt 2 en punt 3, onder a) en b), van de EU/VS-overeenkomst worden, overeenkomstig punt 6 van die overeenkomst, voorlopig toegepast vanaf de datum van ondertekening van die overeenkomst, in afwachting van de inwerkingtreding ervan.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 10 mei 2010.

Voor de Raad

De voorzitster

  • C. 
    ASHTON
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.