Besluit nr. 1/1999 van de Associatieraad EG-Turkije van 5 januari 1999 over de instelling van een gemeenschappelijke regeling voor de passieve veredeling van textielproducten en kledingartikelen

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 21999D0209(12)

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

21999D0209(12)

Besluit nr. 1/1999 van de Associatieraad EG-Turkije van 5 januari 1999 over de instelling van een gemeenschappelijke regeling voor de passieve veredeling van textielproducten en kledingartikelen

Publicatieblad Nr. L 035 van 09/02/1999 blz. 0045 - 0046

BESLUIT Nr. 1/1999 VAN DE ASSOCIATIERAAD EG-TURKIJE van 5 januari 1999 over de instelling van een gemeenschappelijke regeling voor de passieve veredeling van textielproducten en kledingartikelen (1999/117/EG)

DE ASSOCIATIERAAD EG-TURKIJE,

Gelet op de overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije (1),

Gelet op Besluit nr. 1/95 van de Associatieraad EG/Turkije van 22 december 1995 inzake de tenuitvoerlegging van de slotfase van de douane-unie (2),

Overwegende dat Turkije, ter uitvoering van artikel 12, lid 8, achtste streepje, van voornoemd Besluit nr. 1/95, voorschriften heeft toegepast voor de instelling van een regeling voor de passieve veredeling van textielproducten en kledingartikelen, hierna "economische passieve veredeling" genoemd; dat de economische passieve veredeling door de Gemeenschap kan worden toegepast wanneer goederen van oorsprong uit de Gemeenschap die zich in de Gemeenschap in het vrije verkeer bevinden tijdelijk naar een derde land worden uitgevoerd om later, in de vorm van veredelingsproducten, weer in de Gemeenschap te worden ingevoerd, en door Turkije kan worden toegepast wanneer goederen van oorsprong uit Turkije die zich in Turkije in het vrije verkeer bevinden tijdelijk naar een derde land worden uitgevoerd om later, in de vorm van veredelingsproducten, weer in Turkije te worden ingevoerd;

Overwegende dat in het kader van de douane-unie de nodige maatregelen moeten worden genomen om ervoor te zorgen dat, enerzijds, veredelingsproducten kunnen worden wederingevoerd in de andere partij bij de douane-unie dan de partij bij de douane-unie van waaruit de goederen, in het kader van de regeling economische passieve veredeling, voor bewerking in een derde land waren uitgevoerd en dat, anderzijds, goederen van oorsprong uit een partij bij de douane-unie die zich daar in het vrije verkeer bevinden en die bestemd zijn om in een derde land te worden bewerkt, in de andere partij onder de regeling economische passieve veredeling kunnen worden geplaatst; dat die maatregelen op bepalingen inzake economische passieve veredeling dienen te berusten die in de beide partijen van de douane-unie reeds van kracht zijn;

Overwegende dat de werking van de bepalingen inzake de economische passieve veredeling twee jaar na de inwerkingtreding van dit besluit zal worden geëvalueerd; dat deze regeling gewijzigd dient te worden indien blijkt dat zij tot fraude of tot verstoring van de textielmarkt aanleiding geeft;

Overwegende dat de hierbedoelde maatregelen bij voorkeur vooruit dienen te lopen op eventuele toekomstige behoeften op het gebied van de economische passieve veredeling; dat zij dientengevolge van algemene aard dienen te zijn,

BESLUIT:

Artikel 1

  • 1. 
    Bij dit besluit worden de maatregelen vastgesteld op grond waarvan werkzaamheden in het kader van de regeling economische passieve veredeling kunnen worden uitgevoerd waarbij beide partijen bij de douane-unie zijn betrokken. Deze werkzaamheden worden uitgevoerd in het kader van regelingen economische passieve veredeling die op de volgende rechtsinstrumenten zijn gebaseerd:
  • wat de Gemeenschap betreft, Verordening (EEG) nr. 3030/93 van de Raad van 12 oktober 1993 betreffende een gemeenschappelijke regeling voor de invoer van bepaalde textielproducten uit derde landen (3), Verordening (EG) nr. 517/94 van de Raad van 7 maart 1994 betreffende een gemeenschappelijke regeling voor de invoer van textielproducten uit bepaalde derde landen, die niet vallen onder bilaterale overeenkomsten, protocollen of andere regelingen, noch onder een andere, bijzondere, communautaire regeling (4) en Verordening (EG) nr. 3036/94 van de Raad van 8 december 1994 houdende instelling van een regeling voor economische passieve veredeling die van toepassing is op bepaalde textielproducten en kledingartikelen die worden wederingevoerd in de Gemeenschap na bewerking of verwerking in bepaalde derde landen (5);
  • wat Turkije betreft, Decreet nr. 95/6815 van 30 april 1995 inzake toezichts- en vrijwaringsmaatregelen voor de invoer van bepaalde textielproducten, Decreet nr. 95/6816 van 30 april 1995 inzake toezichts- en vrijwaringsmaatregelen voor de invoer van textielproducten van oorsprong uit bepaalde landen die niet vallen onder bilaterale overeenkomsten, protocollen of andere regelingen, Decreet nr. 96/8703 van 27 september 1996 inzake economische passieve veredeling voor bepaalde textielproducten en kledingartikelen die worden wederingevoerd in Turkije na verwerking in bepaalde derde landen.
  • 2. 
    Voor de toepassing van dit besluit
  • wordt onder "partij bij de douane-unie" enerzijds de Europese Gemeenschap en anderzijds Turkije verstaan;
  • zijn de definities in de in het eerste lid genoemde rechtshandelingen van overeenkomstige toepassing op de andere termen.

Artikel 2

  • 1. 
    Wanneer gebruik van de regeling economische passieve veredeling, op grond van de in artikel 1 genoemde rechtshandelingen, in een partij van de douane-unie is toegestaan kunnen de veredlingsproducten in de andere partij bij de douane-unie op de voorwaarden van die regeling worden ingevoerd.
  • 2. 
    De goederen waarvoor gebruik van de regeling economische passieve veredeling, op grond van de in lid 1 genoemde rechtshandelingen, in een partij bij de regeling is toegestaan mogen van oorsprong zijn uit een ander deel van de douane-unie, onverminderd de uitzonderingen die zijn toegestaan op grond van Verordening (EG) nr. 3036/94 en de corresponderende Turkse wettekst.

Artikel 3

Op grond van een verslag van het bij Besluit nr. 2/69 van de Associatieraad EG-Turkije ingestelde Comité douanesamenwerking EG-Turkije, zal de Associatieraad EG-Turkije, elke twee jaar vanaf de inwerkingtreding van dit besluit, de bij dit besluit ingestelde bepalingen inzake economische passieve veredeling onderzoeken en in voorkomend geval de maatregelen nemen die nodig zijn om eventuele tekortkomingen te corrigeren.

Artikel 4

Het Comité douanesamenwerking EG-Turkije stelt de maatregelen vast die voor de toepassing van dit besluit nodig zijn.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1999.

Gedaan te Brussel, 5 januari 1999.

De Associatieraad EG-Turkije

De Voorzitter

  • J. 
    FISCHER
  • (1) 
    PB 217 van 29.12.1964, blz. 3687/64.
  • (2) 
    PB L 35 van 13.2.1996, blz. 1.
  • (3) 
    PB L 275 van 8.11.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1053/98 (PB L 151 van 21.5.1998, blz. 10).
  • (4) 
    PB L 67 van 10.3.1994, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1457/97 (PB L 199 van 26.7.1997, blz. 6).
  • (5) 
    PB L 322 van 15.12.1994, blz. 1.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.