Besluit 2009/550 - Goedkeuring van wijzigingen van het Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan die de instelling van procedures voor de regeling van geschillen, de uitbreiding van de werkingssfeer van het verdrag en een herziening van de doelstellingen van het verdrag mogelijk maken

1.

Wettekst

16.7.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 184/12

 

BESLUIT VAN DE RAAD

van 5 maart 2009

betreffende de goedkeuring van wijzigingen van het Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan die de instelling van procedures voor de regeling van geschillen, de uitbreiding van de werkingssfeer van het verdrag en een herziening van de doelstellingen van het verdrag mogelijk maken

(2009/550/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37 in samenhang met artikel 300, lid 2, en artikel 300, lid 3, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Het Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan (het verdrag) is op 18 november 1980 in Londen ondertekend en op 17 maart 1982 in werking getreden.

 

(2)

De Gemeenschap is op 13 juli 1981 tot het verdrag toegetreden. (2)

 

(3)

Volgens artikel 19, lid 2, van het verdrag vereist een wijziging van het verdrag dat driekwart van de verdragsluitende partijen de wijziging aanneemt. Overeenkomstig artikel 19, lid 3, van het verdrag wordt een wijziging van kracht 120 dagen na de datum van kennisgeving door de depositaris van de ontvangst van schriftelijke kennisgeving van goedkeuring door driekwart van alle verdragsluitende partijen.

 

(4)

De partijen bij het verdrag hebben in november 2004 tijdens de 23e jaarvergadering van de Visserijcommissie voor het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan (NEAFC) een wijziging van het verdrag aangenomen waardoor de NEAFC aanbevelingen kan aannemen tot instelling van procedures voor de regeling van geschillen die uit het verdrag voortkomen.

 

(5)

Bij stemming per brief op 11 augustus 2006 hebben de verdragsluitende partijen een wijziging van het verdrag aangenomen waarbij het toepassingsgebied van het verdrag werd uitgebreid tot sedentaire soorten en de doelstellingen van het verdrag worden verbreed. Het verdrag is ook in die zin gewijzigd dat ontwikkelingen worden vermeld in andere internationale fora voor visserijbeheer die gevolgen hebben voor de visserij in het gebied van het NEAFC-Verdrag, en er zijn een aantal nieuwe definities in opgenomen.

 

(6)

De werkingssfeer van het verdrag is uitgebreid tot sedentaire soorten, omdat deze door de visserij worden geoogst of getroffen.

 

(7)

In het verdrag is bepaald dat de NEAFC haar taken moet vervullen in het belang van de instandhouding en het optimale gebruik van de visbestanden. Naast deze doelstellingen is het belangrijk te wijzen op het belang van beheer op lange termijn en op het feit dat het beheer van de visbestanden moet leiden tot duurzame economische, milieu- en sociale voordelen. Bijgevolg dienen deze elementen als doelstelling in het verdrag te worden opgenomen.

 

(8)

Volgens het verdrag dient de NEAFC bij de uitvoering van haar taken rekening te houden met de beste wetenschappelijke aanwijzingen waarover zij beschikt. Bij de vervulling van de doelstellingen is het eveneens belangrijk rekening te houden met de voorzorgsbenadering, de ecosysteembenadering en de noodzaak om de mariene biologische diversiteit in stand te houden. Bijgevolg dient de NEAFC bij de uitvoering van haar taken eveneens met deze elementen rekening te houden.

 

(9)

Een op grond van het verdrag ingestelde procedure voor de regeling van geschillen moet de snelle regeling van geschillen mogelijk kunnen maken, hetgeen in het belang van de Gemeenschap zou zijn.

 

(10)

Voorts zou een dergelijke procedure de regionale organisaties voor visserijbeheer, met name de NEAFC, helpen versterken en moderniseren en daardoor de duurzaamheid op lange termijn van de visserij in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan verzekeren.

 

(11)

In het licht van de vangstmogelijkheden die krachtens het verdrag aan de Gemeenschap toekomen, is het bijgevolg in het belang van de Gemeenschap om de voorgestelde wijzigingen goed te keuren,

BESLUIT:

Artikel 1

De in de bijlage bij dit besluit opgenomen wijzigingen van het Verdrag worden namens de Europese Gemeenschap goedgekeurd.

De tekst van de wijzigingen van het Verdrag zijn aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon/personen aan te wijzen die bevoegd is/zijn om aan de depotregering kennisgeving te doen van de goedkeuring door de Gemeenschap overeenkomstig artikel 19, lid 3, van het Verdrag.

Gedaan te Brussel, 5 maart 2009.

Voor de Raad

De voorzitter

  • M. 
    ŘÍMAN
 

  • (1) 
    Advies van 19 februari 2009 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
 

BIJLAGE

Het Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan wordt gewijzigd als volgt:

 

1)

In de preambule wordt een nieuwe tweede alinea ingevoegd die als volgt luidt:

„ERKENNENDE de relevante bepalingen van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 10 december 1982; de Overeenkomst over de toepassing van de bepalingen van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 10 december 1982 die betrekking hebben op de instandhouding en het beheer van de grensoverschrijdende en de over grote afstanden trekkende visbestanden van 1995; de Overeenkomst ter bevordering van de naleving van de internationale maatregelen tot instandhouding en beheer door vissersvaartuigen op volle zee van 1993 en rekening houdende met de Gedragscode voor een verantwoorde visserij, in oktober 1995 goedgekeurd door de 28e vergadering van de Conferentie van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties,”.

 

2)

In de preambule wordt de derde alinea vervangen door:

„WENSENDE de instandhouding op lange termijn en het optimale gebruik van de visbestanden in het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan te bevorderen en zodoende de mariene ecosystemen waarin de bestanden voorkomen te beschermen, en dienovereenkomstig de internationale samenwerking en het internationale overleg ten aanzien van die bestanden aan te moedigen.”.

 

3)

Artikel 1 wordt vervangen door:

„Artikel 1

Voor de toepassing van dit verdrag wordt verstaan onder:

  • 1. 
    „Het verdragsgebied”: de gebieden

a)in die delen van de Atlantische Oceaan en de Noordelijke IJszee en de daarmee in verbinding staande zeeën, die gelegen zijn ten noorden van 36° noorderbreedte en tussen 42° westerlengte en 51° oosterlengte, met uitzondering van:

de gedeelten van de Oostzee en de Belten die zijn gelegen ten zuiden en ten oosten van de lijnen die kunnen worden getrokken van Hasenore Head naar Gniben Point, van Korshage naar Spodsbjerg en van Gilbjerg Head naar de Kullen, en

 

de gedeelten van de Middellandse Zee en de daarmede in verbinding staande zeeën tot aan het snijpunt van de parallel van 36° noorderbreedte en de meridiaan van 5°36′ westerlengte;

b)in dat deel van de Atlantische Oceaan dat gelegen is ten noorden van 59° noorderbreedte en tussen 44° westerlengte en 42° westerlengte;

  • 2. 
    „Visbestanden”: bestanden van vis, weekdieren, schaaldieren en sedentaire soorten, met uitzondering van, in zover deze onder andere internationale overeenkomsten vallen, de over grote afstanden trekkende visbestanden die zijn opgenomen in bijlage I bij de Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 10 december 1982, en anadrome visbestanden;
  • 3. 
    „Levende mariene rijkdommen”: alle levende wezens die deel uitmaken van mariene ecosystemen;
  • 4. 
    „Mariene biologische diversiteit”: de variabiliteit van mariene levende organismen en de ecologische complexen waarvan zij deel uitmaken; ook de verscheidenheid binnen soorten, tussen soorten en van ecosystemen.”.
 

4)

Artikel 2 wordt vervangen door:

„Artikel 2

Dit verdrag heeft tot doel de instandhouding op lange termijn en het optimale gebruik van de visbestanden in het verdragsgebied te waarborgen en te zorgen voor duurzame economische, milieu- en sociale voordelen.”.

 

5)

Artikel 4 wordt vervangen door:

„Artikel 4

  • 1. 
    De Commissie voert haar taken uit om de in artikel 2 vastgestelde doelstelling te vervullen.
  • 2. 
    Wanneer de Commissie aanbevelingen doet overeenkomstig artikel 5 of 6 van dit verdrag dient zij met name:
 

a)

ervoor te zorgen dat die aanbevelingen op de beste beschikbare wetenschappelijke aanwijzingen gebaseerd zijn;

 

b)

de voorzorgsbenadering toe te passen;

 

c)

ten volle rekening te houden met het effect van de visserij op andere soorten en mariene ecosystemen en zodoende waar nodig instandhoudings- en beheersmaatregelen te nemen die voorzien in de noodzaak om de schadelijke effecten op levende mariene rijkdommen en mariene ecosystemen te minimaliseren, en

 

d)

ten volle rekening te houden met de noodzaak om de mariene biologische diversiteit in stand te houden.

  • 3. 
    De Commissie zorgt voor een forum voor overleg en uitwisseling van informatie over de toestand van de visbestanden in het verdragsgebied en over de beheersbeleidslijnen, inclusief onderzoek van de algemene effecten van deze beleidslijnen op de visbestanden en, in voorkomend geval, andere levende mariene rijkdommen en mariene ecosystemen.”.
 

6)

In de artikelen 5, 6, 8, 9, 12, 13, 15, 18 en 20 wordt „rechtsmacht op het gebied van visgronden” vervangen door „rechtsmacht”.

 

7)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 18 bis

De Commissie doet aanbevelingen tot instelling van procedures voor de regeling van geschillen die in het kader van dit verdrag ontstaan.”.

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.