Verordening 2008/732 - Toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2011

1.

Wettekst

6.8.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 211/1

 

VERORDENING (EG) Nr. 732/2008 VAN DE RAAD

van 22 juli 2008

betreffende de toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2011 en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 552/97 en (EG) nr. 1933/2006 van de Raad en de Verordeningen (EG) nr. 1100/2006 en (EG) nr. 964/2007 van de Commissie

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 133,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Sinds 1971 verleent de Gemeenschap in het kader van haar schema van algemene tariefpreferenties handelspreferenties aan ontwikkelingslanden.

 

(2)

Het gemeenschappelijke handelsbeleid van de Gemeenschap moet stroken met de doelstellingen van het ontwikkelingsbeleid, met name uitroeiing van armoede en bevordering van een duurzame ontwikkeling en van goed bestuur in de ontwikkelingslanden, en moet deze doelstellingen consolideren. Het moet in overeenstemming zijn met de WTO-voorschriften en in het bijzonder de GATT-machtigingsclausule van 1979, die bepaalt dat WTO-leden een gedifferentieerde en gunstiger behandeling voor ontwikkelingslanden mogen toestaan.

 

(3)

De mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement en het Europees Economisch en Sociaal Comité van 7 juli 2004„Ontwikkelingslanden, internationale handel en duurzame ontwikkeling: de rol van het schema van algemene preferenties (SAP) van de Gemeenschap voor de periode 2006-2015”, bevat de richtsnoeren voor de toepassing van het schema van algemene tariefpreferenties voor de periode 2006-2015.

 

(4)

Verordening (EG) nr. 980/2005 (2) geeft uitvoering aan het schema van algemene tariefpreferenties voor de periode tot en met 31 december 2008. Na die datum moet het schema tot en met 31 december 2011 volgens de richtsnoeren van toepassing blijven.

 

(5)

Het schema van algemene tariefpreferenties (hierna „het schema” genoemd) moet een algemene regeling omvatten, die wordt toegekend aan alle begunstigde landen en gebieden, alsmede twee bijzondere regelingen waarbij rekening wordt gehouden met de verschillende ontwikkelingsbehoeften van landen die zich in vergelijkbare economische omstandigheden bevinden.

 

(6)

De algemene regeling moet worden toegekend aan alle begunstigde landen die door de Wereldbank niet als hooginkomensland zijn ingedeeld en waarvan de uitvoer onvoldoende gediversifieerd is.

 

(7)

De bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur is gebaseerd op het alomvattende concept van duurzame ontwikkeling zoals erkend door internationale verdragen en instrumenten, waaronder de VN-verklaring inzake het recht op ontwikkeling van 1986, de verklaring van Rio inzake milieu en ontwikkeling van 1992, de ILO-verklaring inzake fundamentele beginselen en rechten op het werk van 1998, de VN-millenniumverklaring van 2000 en de verklaring van Johannesburg inzake duurzame ontwikkeling van 2002.

 

(8)

Daarom moeten bijkomende tariefpreferenties worden toegekend aan ontwikkelingslanden die door een gebrek aan diversificatie en onvoldoende integratie in het internationale handelssysteem kwetsbaar zijn, maar die door de ratificatie en de effectieve tenuitvoerlegging van de belangrijkste internationale verdragen inzake arbeids- en mensenrechten, bescherming van het milieu en goed bestuur een bijzondere last en verantwoordelijkheid op zich nemen.

 

(9)

Deze preferenties moeten ertoe strekken verdere economische groei te stimuleren en aldus positief in te spelen op de behoefte aan duurzame ontwikkeling. Deze regeling moet derhalve voor de begunstigde landen voorzien in een schorsing van de ad-valoremrechten en de specifieke rechten (tenzij deze gecombineerd zijn met een ad-valoremrecht).

 

(10)

Ontwikkelingslanden die voldoen aan de criteria van de bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur moeten van de aanvullende tariefpreferenties kunnen profiteren indien de Commissie uiterlijk op 15 december 2008 bevestigt dat hun aanvraag is goedgekeurd. Landen die al van de bijzondere regeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur profiteren, moeten opnieuw een aanvraag indienen.

 

(11)

De Commissie moet toezien op de effectieve tenuitvoerlegging van de internationale verdragen overeenkomstig hun respectieve mechanismen en moet het verband tussen bijkomende tariefpreferenties en de bevordering van duurzame ontwikkeling evalueren.

 

(12)

De bijzondere regeling voor de minst ontwikkelde landen moet blijven voorzien in een rechtenvrije toegang tot de communautaire markt voor producten die van oorsprong zijn uit de landen die door de Verenigde Naties als minst ontwikkeld land zijn erkend en ingedeeld. Voor landen die door de Verenigde Naties niet langer tot de minst ontwikkelde landen worden gerekend, moet een overgangsperiode worden ingesteld om eventuele negatieve gevolgen van het wegvallen van de tariefpreferenties uit hoofde van deze regeling te ondervangen.

 

(13)

Om te zorgen voor coherentie met de bepalingen inzake markttoegang voor suiker in de economische partnerschapsovereenkomsten moet de rechtenvrije toegang voor suiker vanaf 1 oktober 2009 worden toegepast, en moet het tariefcontingent voor producten van onderverdeling 1701 11 10, dat is geopend in het kader van de bijzondere regeling voor de minst ontwikkelde landen, worden verlengd tot en met 30 september 2009 met een evenredige verhoging van het volume van dit tariefcontingent. Voorts dienen importeurs van de producten van post 1701 zich ertoe te verplichten gedurende de periode van 1 oktober 2009 tot en met 30 september 2012 die producten te kopen tegen een prijs die niet onder een minimumprijs ligt.

 

(14)

Voor de algemene regeling moet de differentiatie van de preferenties naargelang van de gevoeligheid van de producten worden gehandhaafd om rekening te houden met de situatie van de bedrijfstakken die dezelfde producten in de Gemeenschap vervaardigen.

 

(15)

De schorsing van de douanerechten op niet-gevoelige producten moet worden gehandhaafd, terwijl de rechten op gevoelige producten moeten worden verlaagd zodat er voldoende gebruik van wordt gemaakt, maar er tegelijkertijd ook rekening wordt gehouden met de situatie van de desbetreffende bedrijfstakken in de Gemeenschap.

 

(16)

Deze tariefverlaging moet voldoende aantrekkelijk zijn om handelaren ertoe te bewegen gebruik te maken van de door het schema geboden mogelijkheden. Voor de ad-valoremrechten moet derhalve een vaste verlaging met 3,5 procentpunten van het meestbegunstigingsrecht worden toegepast, terwijl de ad-valoremrechten voor textielstoffen en textielwaren met 20 % moeten worden verlaagd. Specifieke rechten moeten met 30 % worden verlaagd. Wanneer een minimumrecht is vermeld, moet dit niet worden toegepast.

 

(17)

Indien de overeenkomstig Verordening (EG) nr. 980/2005 berekende preferentiële rechten een grotere tariefverlaging opleveren, moeten deze rechten van toepassing blijven.

 

(18)

De rechten moeten volledig worden geschorst wanneer voor een afzonderlijke invoeraangifte de preferentiële behandeling in een ad-valoremrecht van 1 % of minder of in een specifiek recht van 2 EUR of minder resulteert, omdat het innen van die rechten meer kan kosten dan het oplevert.

 

(19)

Ter wille van de samenhang van het handelsbeleid van de Gemeenschap is het een begunstigd land niet toegestaan zowel van het schema als van een preferentiële handelsovereenkomst gebruik te maken indien die overeenkomst minstens voorziet in alle preferenties waarvoor dit land krachtens het onderhavige schema in aanmerking komt.

 

(20)

Graduatie moet geschieden aan de hand van criteria die betrekking hebben op afdelingen van het gemeenschappelijk douanetarief. Een begunstigd land moet voor een afdeling worden gegradueerd wanneer het voor die afdeling gedurende drie opeenvolgende jaren aan de graduatiecriteria voldoet; graduatie wordt aldus voorspelbaarder en billijker, doordat het effect van grote en uitzonderlijke schommelingen in de invoerstatistieken wordt geneutraliseerd.

 

(21)

De oorsprongsregels voor de omschrijving van het begrip „producten van oorsprong” alsook de desbetreffende procedures en methoden van administratieve samenwerking, zoals vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (3), moeten van toepassing zijn op de tariefpreferenties waarin deze verordening voorziet, teneinde te garanderen dat de voordelen van dit schema uitsluitend ten goede komen aan de beoogde begunstigde landen.

 

(22)

Ernstige en systematische schendingen van de beginselen die zijn neergelegd in bepaalde internationale verdragen betreffende de belangrijkste mensen- en arbeidsrechten of die verband houden met het milieu of met goed bestuur, moeten worden aangemerkt als reden voor een tijdelijke intrekking, teneinde de doelstellingen van die verdragen te bevorderen en te voorkomen dat een begunstigd land door aanhoudende schending van die verdragen een oneerlijk voordeel behaalt.

 

(23)

Gelet op de politieke situatie in Myanmar en Belarus moet de tijdelijke intrekking van alle tariefpreferenties ten aanzien van de invoer van producten van oorsprong uit Myanmar of Belarus van kracht blijven.

 

(24)

Waar nodig moeten verwijzingen in andere communautaire wetgeving worden omgezet in verwijzingen naar deze verordening. Verordening (EG) nr. 552/97 van de Raad van 24 maart 1997 houdende tijdelijke intrekking van de voordelen van het aan de Unie van Myanmar toegekende stelsel van algemene tariefpreferenties (4), Verordening (EG) nr. 1933/2006 van de Raad van 21 december 2006 houdende tijdelijke intrekking van de aan de Republiek Belarus toegekende algemene tariefpreferenties (5), Verordening (EG) nr. 1100/2006 van de Commissie van 17 juli 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor de opening en het beheer van tariefcontingenten voor ruwe rietsuiker bestemd om te worden geraffineerd, van oorsprong uit de minst ontwikkelde landen, en van uitvoeringsbepalingen voor de invoer van producten van tariefpost 1701, van oorsprong uit de minst ontwikkelde landen, voor de verkoopseizoenen 2006/2007, 2007/2008 en 2008/2009 (6) en Verordening (EG) nr. 964/2007 van de Commissie van 14 augustus 2007 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de opening en het beheer van de tariefcontingenten voor rijst van oorsprong uit de minst ontwikkelde landen voor de verkoopseizoenen 2007/2008 en 2008/2009 (7) moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

 

(25)

De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (8),

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

  • 1. 
    Het schema van algemene tariefpreferenties van de Gemeenschap (hierna „het schema” genoemd) is overeenkomstig deze verordening van toepassing.
  • 2. 
    Deze verordening voorziet in de volgende tariefpreferenties:
 

a)

een algemene regeling,

 

b)

een bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur,

 

c)

een bijzondere regeling voor de minst ontwikkelde landen.

Artikel 2

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

 

a)

„rechten van het gemeenschappelijk douanetarief”: de rechten die zijn vermeld in deel twee van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (9), met uitzondering van de rechten die in het kader van tariefcontingenten zijn vastgesteld;

 

b)

„afdeling”: elk van de afdelingen van het gemeenschappelijk douanetarief zoals vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 2658/87. Alleen voor de toepassing van deze verordening wordt afdeling XI beschouwd als twee afzonderlijke afdelingen: afdeling XI(a) met de hoofdstukken 50 tot en met 60 van het gemeenschappelijk douanetarief en afdeling XI(b) met de hoofdstukken 61 tot en met 63 van het gemeenschappelijk douanetarief;

 

c)

„begunstigde landen en gebieden”: de landen en gebieden in bijlage I.

Artikel 3

  • 1. 
    Een begunstigd land wordt van het schema uitgesloten wanneer het door de Wereldbank gedurende drie opeenvolgende jaren als hooginkomensland is ingedeeld en de waarde van de invoer voor de vijf grootste afdelingen van zijn onder het schema van algemene preferenties (SAP) vallende invoer in de Gemeenschap minder dan 75 % van zijn totale onder het SAP vallende invoer in de Gemeenschap vertegenwoordigt.
  • 2. 
    Wanneer een begunstigd land een preferentiële handelsovereenkomst met de Gemeenschap heeft die ten minste alle preferenties omvat waarin het onderhavige schema voor dat land voorziet, wordt het geschrapt van de lijst van begunstigde landen.

De Commissie stelt het in artikel 27 bedoelde comité in kennis van de preferenties die worden verleend bij de in de eerste alinea bedoelde preferentiële handelsovereenkomst.

  • 3. 
    De Commissie stelt het betrokken begunstigde land dat van de lijst van begunstigde landen wordt geschrapt, daarvan in kennis.

Artikel 4

De producten die onder de in artikel 1, lid 2, onder a) en b), bedoelde regelingen vallen, zijn in bijlage II vermeld.

Artikel 5

  • 1. 
    De verleende tariefpreferenties zijn van toepassing op de invoer van producten welke vallen onder de regeling die geldt voor het begunstigde land waaruit zij van oorsprong zijn.
  • 2. 
    Voor de toepassing van de in artikel 1, lid 2, genoemde regelingen gelden de oorsprongsregels voor de omschrijving van het begrip „producten van oorsprong” alsook de desbetreffende procedures en methoden van administratieve samenwerking die zijn neergelegd in Verordening (EEG) nr. 2454/93.
  • 3. 
    Regionale cumulatie in de zin van Verordening (EEG) nr. 2454/93 is eveneens van toepassing wanneer een product dat gebruikt wordt voor verdere verwerking in een land dat behoort tot een regionale groep, van oorsprong is uit een ander tot die groep behorend land dat niet in aanmerking komt voor de regelingen die op het eindproduct van toepassing zijn, op voorwaarde dat beide landen voor de regionale cumulatie ten gunste van die groep in aanmerking komen.

HOOFDSTUK II

REGELINGEN EN TARIEFPREFERENTIES

AFDELING 1

Algemene regeling

Artikel 6

  • 1. 
    De rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor de producten die in bijlage II als niet-gevoelig zijn aangemerkt, worden volledig geschorst, met uitzondering van agrarische elementen.
  • 2. 
    De ad-valoremrechten van het gemeenschappelijk douanetarief welke van toepassing zijn op de producten die in bijlage II als gevoelig zijn aangemerkt, worden met 3,5 procentpunten verlaagd. Voor producten van de afdelingen XI(a) en XI(b) bedraagt de verlaging 20 %.
  • 3. 
    Wanneer de preferentiële rechten die zijn berekend overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 980/2005 op basis van de ad-valoremrechten van het gemeenschappelijk douanetarief zoals van toepassing op 25 augustus 2008, een tariefverlaging van meer dan 3,5 procentpunten opleveren voor de in lid 2 van dit artikel bedoelde producten, zijn deze preferentiële rechten van toepassing.
  • 4. 
    De specifieke rechten van het gemeenschappelijk douanetarief, andere dan minimum- of maximumrechten, voor de producten die in bijlage II als gevoelig zijn aangemerkt, worden met 30 % verlaagd.
  • 5. 
    Wanneer de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief die van toepassing zijn op de producten die in bijlage II als gevoelig zijn aangemerkt, zowel ad-valoremrechten als specifieke rechten omvatten, worden de specifieke rechten niet verlaagd.
  • 6. 
    Wanneer de overeenkomstig de leden 2 en 4 verlaagde rechten een maximumrecht vermelden, wordt dit maximumrecht niet verlaagd. Indien zulke rechten een minimumrecht vermelden, wordt dit minimumrecht niet toegepast.
  • 7. 
    De in de leden 1, 2, 3 en 4 bedoelde tariefpreferenties zijn niet van toepassing op producten van afdelingen ten aanzien waarvan deze tariefpreferenties voor het betrokken land van oorsprong werden ingetrokken overeenkomstig artikel 13 en artikel 20, lid 8, zoals vermeld in kolom C van bijlage I.

AFDELING 2

Bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur

Artikel 7

  • 1. 
    De ad-valoremrechten van het gemeenschappelijk douanetarief worden voor alle in bijlage II vermelde producten die van oorsprong zijn uit een land dat is opgenomen in de bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur, geschorst.
  • 2. 
    De specifieke rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor de in lid 1 bedoelde producten worden volledig geschorst, behalve voor producten waarvoor de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief ad-valoremrechten omvatten. Voor producten bedoeld bij GN-code 1704 10 90 wordt het specifieke recht beperkt tot 16 % van de douanewaarde.
  • 3. 
    De bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur geldt in het geval van de begunstigde landen van deze regeling niet voor de producten van de afdelingen waarvoor deze tariefpreferenties overeenkomstig kolom C van bijlage I zijn ingetrokken.

Artikel 8

  • 1. 
    De bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur kan worden toegekend aan een land dat:
 

a)

alle in bijlage III vermelde verdragen heeft geratificeerd en effectief ten uitvoer heeft gelegd,

 

b)

zich ertoe verplicht de ratificatie van de verdragen en de desbetreffende uitvoeringswetten en -maatregelen niet ongedaan te maken, en toestaat dat regelmatig toezicht op en evaluatie van zijn staat van dienst ter zake plaatsvindt overeenkomstig de uitvoeringsbepalingen van de verdragen die het geratificeerd heeft, en

 

c)

wordt beschouwd als een kwetsbaar land in de zin van lid 2.

  • 2. 
    Voor de toepassing van deze afdeling wordt onder een kwetsbaar land verstaan een land:
 

a)

dat door de Wereldbank gedurende drie opeenvolgende jaren niet als hooginkomensland is ingedeeld en waarvan de vijf grootste afdelingen van zijn onder het SAP vallende invoer in de Gemeenschap meer dan 75 % van de waarde van zijn totale onder het SAP vallende invoer vertegenwoordigen, en

 

b)

waarvan de onder het SAP vallende invoer in de Gemeenschap minder dan 1 % van de waarde van de totale onder het SAP vallende invoer in de Gemeenschap vertegenwoordigt.

De volgende gegevens worden gebruikt:

 

a)

voor de toepassing van artikel 9, onder a), i) — die welke beschikbaar zijn op 1 september 2007, uitgedrukt als een jaargemiddelde over drie opeenvolgende jaren;

 

b)

voor de toepassing van artikel 9, onder a), ii) — die welke beschikbaar zijn op 1 september 2009, uitgedrukt als een jaargemiddelde over drie opeenvolgende jaren.

  • 3. 
    De Commissie zal de stand van de ratificatie en de effectieve tenuitvoerlegging van de in bijlage III vermelde verdragen blijven evalueren aan de hand van beschikbare informatie van de betrokken toezichthoudende instanties. De Commissie stelt de Raad in kennis van aldus verkregen aanwijzingen dat een begunstigd land de effectieve tenuitvoerlegging van een van die internationale verdragen omzeilt.

Tijdig vóór de behandeling van de volgende verordening dient de Commissie bij de Raad een beknopt verslag in over de stand van de ratificatie en de beschikbare aanbevelingen van de betrokken toezichthoudende instanties.

Artikel 9

  • 1. 
    Onverminderd het bepaalde in lid 3 wordt de bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur toegekend als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
 

a)

een daartoe strekkend verzoek moet door een in bijlage I vermeld land of gebied ingediend zijn:

 

i)

uiterlijk op 31 oktober 2008 om met ingang van 1 januari 2009 onder de bijzondere stimuleringsregeling te vallen,

of

 

ii)

uiterlijk op 30 april 2010 om met ingang van 1 juli 2010 onder de bijzondere stimuleringsregeling te vallen,

en

 

b)

uit de evaluatie van dit verzoek blijkt dat het verzoekende land of gebied aan de in artikel 8, leden 1 en 2, vastgestelde criteria voldoet.

  • 2. 
    Het verzoekende land richt zijn verzoek schriftelijk tot de Commissie, verstrekt uitgebreide informatie over de ratificatie van de in bijlage III vermelde verdragen alsmede over de wetten en maatregelen die ertoe strekken de bepalingen van deze verdragen effectief ten uitvoer te leggen, en doet de toezegging dat het de toezicht- en evaluatiemechanismen waarin de desbetreffende verdragen en gerelateerde instrumenten voorzien, zal aanvaarden en onverkort zal respecteren.
  • 3. 
    Landen waaraan de bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur in het kader van Verordening (EG) nr. 980/2005 was toegekend, dienen eveneens een verzoek in overeenkomstig de leden 1 en 2. Landen waaraan de bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur is toegekend op grond van een verzoek krachtens lid 1, onder a), i), hoeven geen verzoek krachtens lid 1, onder a), ii), in te dienen.

Artikel 10

  • 1. 
    De Commissie onderzoekt het verzoek en de in artikel 9, lid 2, bedoelde begeleidende informatie. Hierbij houdt zij rekening met de bevindingen van de desbetreffende internationale organisaties en instanties. Zij kan het verzoekende land alle vragen stellen die zij dienstig acht en kan de ontvangen informatie bij het verzoekende land of bij andere ter zake kundige bronnen verifiëren.
  • 2. 
    Na onderzoek van het verzoek beslist de Commissie volgens de procedure van artikel 27, lid 4, of zij een verzoekend land de bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur toekent.
  • 3. 
    De Commissie stelt een verzoekend land in kennis van het overeenkomstig lid 2 genomen besluit. Wanneer de bijzondere stimuleringsregeling aan een land wordt toegekend, wordt dit land in kennis gesteld van de datum waarop het desbetreffende besluit in werking treedt. De Commissie maakt in het Publicatieblad van de Europese Unie bekend welke landen worden gesteund in het kader van de bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur:
 

a)

uiterlijk op 15 december 2008 in geval van een verzoek krachtens artikel 9, lid 1, onder a), i);

 

b)

uiterlijk op 15 juni 2010 in geval van een verzoek krachtens artikel 9, lid 1, onder a), ii).

  • 4. 
    Wanneer aan een verzoekend land de bijzondere stimuleringsregeling niet wordt toegekend, motiveert de Commissie desgevraagd haar besluit.
  • 5. 
    De Commissie onderhoudt alle betrekkingen met het verzoekende land naar aanleiding van het verzoek volgens de in artikel 27, lid 4, bedoelde procedure.
  • 6. 
    De krachtens Verordening (EG) nr. 980/2005 toegekende bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur blijft vanaf 1 januari 2009 aan een land ten aanzien waarvan krachtens artikel 18, lid 2, van die verordening een onderzoek is geopend, toegekend totdat een dergelijk onderzoek uit hoofde van deze verordening is afgesloten.

AFDELING 3

Bijzondere regeling voor de minst ontwikkelde landen

Artikel 11

  • 1. 
    Onverminderd de leden 2 en 3 worden de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief volledig geschorst voor alle producten van de hoofdstukken 1 tot en met 97 van het geharmoniseerd systeem, met uitzondering van die van hoofdstuk 93, die van oorsprong zijn uit een land dat volgens bijlage I voor de bijzondere regeling voor de minst ontwikkelde landen in aanmerking komt.
  • 2. 
    De rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor de producten van tariefpost 1006 worden tot 31 augustus 2009 met 80 % verlaagd en met ingang van 1 september 2009 volledig geschorst.
  • 3. 
    De rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor de producten van tariefpost 1701 worden tot 30 september 2009 met 80 % verlaagd en met ingang van 1 oktober 2009 volledig geschorst.
  • 4. 
    Voor de periode van 1 oktober 2009 tot en met 30 september 2012 verplichten importeurs van de producten van tariefpost 1701 zich ertoe dergelijke producten te kopen tegen een prijs die niet lager is dan 90 % van de referentieprijs (op cif-basis) die in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (10) voor het desbetreffende verkoopseizoen is vastgesteld.
  • 5. 
    Tot het tijdstip waarop de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor de producten van de tariefposten 1006 en 1701 overeenkomstig de leden 2 en 3 volledig worden geschorst, wordt voor de producten van tariefpost 1006 en van tariefonderverdeling 1701 11 10 die van oorsprong zijn uit een land dat voor deze bijzondere regeling in aanmerking komt, voor elk verkoopseizoen een algemeen tariefcontingent met nulrecht geopend. De tariefcontingenten voor het verkoopseizoen 2008/2009 bedragen 6 694 t, uitgedrukt in gedopterijstequivalent, voor de producten van tariefpost 1006 en 204 735 t, uitgedrukt in wittesuikerequivalent voor de producten van onderverdeling 1701 11 10.
  • 6. 
    Voor de periode van 1 oktober 2009 tot en met 30 september 2015 is voor de invoer van producten van tariefpost 1701 een invoervergunning nodig.
  • 7. 
    De Commissie stelt volgens de procedure van artikel 195 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (integrale-GMO-verordening) (11) nadere bepalingen vast voor de uitvoering van de bepalingen in de leden 4, 5 en 6 van dit artikel.
  • 8. 
    Wanneer een land door de Verenigde Naties van de lijst van minst ontwikkelde landen wordt verwijderd, wordt het van de lijst van begunstigde landen van deze regeling geschrapt. De Commissie besluit volgens de procedure van artikel 27, lid 4, over de uitsluiting van een land van de regeling en over de instelling van een overgangsperiode van ten minste drie jaar.

Artikel 12

Artikel 11, lid 3, en artikel 11, lid 5, ten aanzien van de producten van tariefonderverdeling 1701 11 10 zijn niet van toepassing op producten die van oorsprong zijn uit landen die gebruikmaken van de preferenties bedoeld in deze afdeling en die in het vrije verkeer zijn gebracht in de Franse overzeese departementen.

AFDELING 4

Gemeenschappelijke bepalingen

Artikel 13

  • 1. 
    De in de artikelen 6 en 7 bedoelde tariefpreferenties worden ingetrokken ten aanzien van producten van een afdeling van oorsprong uit een begunstigd land, indien de gemiddelde waarde van de communautaire invoer uit dat land van producten van die afdeling die onder de regeling vallen waarvoor dat land in aanmerking komt, gedurende drie opeenvolgende jaren, gemeten aan de hand van de meest recente beschikbare gegevens op 1 september 2007, meer dan 15 % van de waarde van de communautaire invoer van dezelfde producten uit alle begunstigde landen en gebieden bedraagt. Voor elk van de afdelingen XI(a) en XI(b) bedraagt de drempel 12,5 %.
  • 2. 
    De afdelingen die overeenkomstig lid 1 van het schema worden uitgesloten, worden in kolom C van bijlage I vermeld. De aldus uitgesloten afdelingen blijven uitgesloten gedurende de periode waarin deze verordening van toepassing is, zoals bedoeld in artikel 32, lid 2.
  • 3. 
    De Commissie stelt een begunstigd land in kennis van de uitsluiting van een afdeling.
  • 4. 
    Lid 1 is niet op een begunstigd land van toepassing wanneer het een afdeling betreft die meer dan 50 % van de waarde van alle onder het SAP vallende invoer in de Gemeenschap van oorsprong uit dat land vertegenwoordigt.
  • 5. 
    Als statistische bron voor de toepassing van dit artikel wordt gebruikgemaakt van de statistieken van de buitenlandse handel van Eurostat.

Artikel 14

  • 1. 
    Wanneer voor een afzonderlijke invoeraangifte een ad-valoremrecht dat in overeenstemming met dit hoofdstuk wordt verlaagd, 1 % of minder bedraagt, wordt dit recht volledig geschorst.
  • 2. 
    Wanneer voor een afzonderlijke invoeraangifte een specifiek recht dat in overeenstemming met dit hoofdstuk wordt verlaagd, 2 EUR of minder per afzonderlijk in euro luidend bedrag beloopt, wordt dit recht volledig geschorst.
  • 3. 
    Onverminderd de leden 1 en 2 wordt het overeenkomstig deze verordening berekende definitieve preferentiële recht naar beneden afgerond op één decimaal.

HOOFDSTUK III

TIJDELIJKE INTREKKING EN VRIJWARINGSCLAUSULES

AFDELING 1

Tijdelijke intrekking

Artikel 15

  • 1. 
    De preferentiële regelingen waarin deze verordening voorziet, kunnen tijdelijk worden ingetrokken ten aanzien van alle of sommige producten van oorsprong uit een begunstigd land, om een van de volgende redenen:
 

a)

ernstige en systematische schending van beginselen die zijn neergelegd in de in deel A van bijlage III vermelde verdragen, blijkend uit de conclusies van de bevoegde toezichthoudende instanties;

 

b)

de uitvoer van door gedetineerden vervaardigde goederen;

 

c)

ernstig tekortschietende douanecontroles op de uit- of doorvoer van verdovende middelen (illegale stoffen of precursoren) of niet-naleving van internationale verdragen inzake het witwassen van geld;

 

d)

oneerlijke handelspraktijken met een ernstig en systematisch karakter, die schade berokkenen aan het communautaire bedrijfsleven en waartegen het begunstigde land niet is opgetreden. Ten aanzien van oneerlijke handelspraktijken die verboden zijn door of waartegen maatregelen kunnen worden genomen krachtens de WTO-overeenkomsten, wordt dit artikel pas toegepast nadat de bevoegde WTO-instantie een vaststelling in die zin heeft uitgesproken;

 

e)

ernstige en systematische inbreuken op de doelstellingen van regionale visserijorganisaties of -akkoorden waarbij de Gemeenschap partij is en die betrekking hebben op de instandhouding en het beheer van visbestanden.

  • 2. 
    Onverminderd lid 1 kan de in afdeling 2 van hoofdstuk II genoemde bijzondere stimuleringsregeling tijdelijk worden ingetrokken ten aanzien van alle dan wel bepaalde producten van oorsprong uit een begunstigd land waarop die regeling betrekking heeft, met name als de in bijlage III vermelde verdragen die zijn geratificeerd om aan de in artikel 8, leden 1 en 2, gestelde eisen te voldoen, niet langer in de nationale wetgeving zijn opgenomen of als deze wetgeving niet effectief ten uitvoer wordt gelegd.
  • 3. 
    De preferentiële regelingen in deze verordening, worden niet ingetrokken ingevolge lid 1, onder d), ten aanzien van producten waarop krachtens de Verordeningen (EG) nr. 384/96 (12) of (EG) nr. 2026/97 (13) antidumpingmaatregelen of compenserende maatregelen van toepassing zijn, om de redenen die aan deze maatregelen ten grond liggen.

Artikel 16

  • 1. 
    De preferentiële regelingen in deze verordening, kunnen tijdelijk worden ingetrokken ten aanzien van alle dan wel bepaalde producten van oorsprong uit een begunstigd land in geval van fraude, onregelmatigheden, systematisch verzuim van naleving of handhaving van de regels inzake de oorsprong van producten en de desbetreffende procedures, dan wel het niet-verlenen van de vereiste administratieve samenwerking voor de toepassing en het toezicht op de naleving van de in artikel 1, lid 2, genoemde regelingen.
  • 2. 
    Voor de in lid 1 bedoelde administratieve samenwerking is het onder meer noodzakelijk dat een begunstigd land:
 

a)

de Commissie de voor de toepassing van de oorsprongsregels en voor het toezicht op de naleving daarvan noodzakelijke informatie meedeelt en haar op de hoogte houdt van nieuwe ontwikkelingen;

 

b)

de Gemeenschap bijstand verleent door op verzoek van de douaneautoriteiten van de lidstaten een controle achteraf van de oorsprong uit te voeren en de resultaten daarvan tijdig mede te delen;

 

c)

de Gemeenschap bijstand verleent door de Commissie toe te staan om in overleg en nauwe samenwerking met de bevoegde autoriteiten van de lidstaten in het betrokken land communautaire administratieve en investigatieve samenwerkingsmissies uit te voeren ter controle van de echtheid van de documenten of de juistheid van de gegevens op basis waarvan de in artikel 1, lid 2, bedoelde regelingen worden toegekend;

 

d)

passend onderzoek verricht of doet verrichten ter opsporing en voorkoming van inbreuken op de oorsprongsregels;

 

e)

de oorsprongsregels in verband met de regionale cumulatie, in de zin van Verordening (EEG) nr. 2454/93, naleeft of doet naleven, indien het betrokken land voor regionale cumulatie in aanmerking komt;

 

f)

de Gemeenschap bijstand verleent bij het onderzoek naar de gevolgde praktijken wanneer wordt vermoed dat er is gefraudeerd met de oorsprongsregels. Een vermoeden van fraude is gerechtvaardigd wanneer de invoer van producten in het kader van de preferentiële regelingen die krachtens deze verordening zijn verleend, de gebruikelijke uitvoerhoeveelheden van het begunstigde land ver overtreffen.

  • 3. 
    De Commissie kan de preferentiële regelingen in deze verordening, schorsen voor alle dan wel bepaalde producten van oorsprong uit een begunstigd land, wanneer zij van oordeel is dat er voldoende bewijs is dat tijdelijke intrekking om de in de leden 1 en 2 genoemde redenen gerechtvaardigd is, mits zij voordien:
 

a)

het in artikel 27 bedoelde comité hiervan in kennis heeft gesteld,

 

b)

de lidstaten heeft opgeroepen afdoende voorzorgsmaatregelen te treffen om de financiële belangen van de Gemeenschap te vrijwaren en/of ervoor te zorgen dat het begunstigde land zijn verplichtingen nakomt, en

 

c)

in het Publicatieblad van de Europese Unie heeft aangekondigd dat er gegronde redenen zijn om te twijfelen aan de toepassing van de preferentiële regelingen en/of de nakoming door het begunstigde land van zijn verplichtingen, hetgeen afbreuk kan doen aan zijn rechten om gebruik te blijven maken van de bij deze verordening toegekende voordelen.

De Commissie stelt het betrokken begunstigde land in kennis van elk overeenkomstig dit lid genomen besluit voordat dit van kracht wordt. De Commissie stelt ook het comité hiervan in kennis.

  • 4. 
    De lidstaten kunnen een overeenkomstig lid 3 genomen besluit binnen een maand naar de Raad doorverwijzen. De Raad kan binnen een maand met gekwalificeerde meerderheid van stemmen een andersluidend besluit nemen.
  • 5. 
    De schorsingsperiode duurt niet langer dan zes maanden. Na het verstrijken van deze periode besluit de Commissie de schorsing te beëindigen nadat zij het in artikel 27 bedoelde comité hiervan in kennis heeft gesteld, dan wel om de schorsing volgens de in lid 3 bedoelde procedure te verlengen.
  • 6. 
    De lidstaten delen de Commissie alle ter zake dienende informatie mee die de schorsing van preferenties of de verlenging van de schorsing kan rechtvaardigen.

Artikel 17

  • 1. 
    Wanneer de Commissie of een lidstaat informatie ontvangt die tijdelijke intrekking van een preferentiële regeling kan rechtvaardigen en de Commissie of een lidstaat van oordeel is dat er voldoende redenen zijn voor een onderzoek, stelt deze het in artikel 27 bedoelde comité daarvan in kennis en verzoekt deze het comité om overleg. Het overleg vindt plaats binnen een maand.
  • 2. 
    Na dit overleg kan de Commissie binnen een maand volgens de procedure van artikel 27, lid 5, besluiten een onderzoek te openen.

Artikel 18

  • 1. 
    Wanneer de Commissie besluit een onderzoek te openen, kondigt zij dit aan in het Publicatieblad van de Europese Unie en stelt zij het betrokken begunstigde land ervan in kennis. In de aankondiging wordt een beknopt overzicht gegeven van de ontvangen informatie en wordt medegedeeld dat alle inlichtingen ter zake aan de Commissie moeten worden toegezonden. Er wordt een termijn vastgesteld van maximaal vier maanden, te rekenen vanaf de datum van publicatie van de aankondiging, waarbinnen belanghebbenden hun standpunt schriftelijk kenbaar kunnen maken.
  • 2. 
    De Commissie geeft het begunstigde land alle gelegenheid om aan het onderzoek mede te werken.
  • 3. 
    De Commissie verzamelt alle informatie die zij noodzakelijk acht, daarbij inbegrepen de beschikbare evaluaties, opmerkingen, besluiten, aanbevelingen en conclusies van de betrokken toezichthoudende instanties van de VN, de ILO en andere bevoegde internationale organisaties. Deze dienen als uitgangspunt voor het onderzoek met het oog op de eventuele tijdelijke intrekking van de regelingen op grond van de in artikel 15, lid 1, onder a), genoemde reden. De Commissie kan de ontvangen informatie bij de betrokken marktdeelnemers en het betrokken begunstigde land verifiëren.
  • 4. 
    De Commissie kan worden bijgestaan door ambtenaren van de lidstaat op het grondgebied waarvan de verificatie plaatsvindt, indien deze lidstaat daarom verzoekt.
  • 5. 
    Wanneer de door de Commissie gevraagde informatie niet binnen de in de aankondiging van het onderzoek vermelde termijn wordt verstrekt, of het onderzoek ernstig wordt belemmerd, kunnen er bevindingen worden gedaan op basis van de beschikbare gegevens.
  • 6. 
    Het onderzoek moet binnen een jaar voltooid zijn. De Commissie kan deze periode volgens de procedure van artikel 27, lid 5, verlengen.

Artikel 19

  • 1. 
    De Commissie legt haar bevindingen in een verslag aan het in artikel 27 bedoelde comité voor.
  • 2. 
    Wanneer de Commissie van oordeel is dat de bevindingen van het onderzoek geen tijdelijke intrekking rechtvaardigen, besluit zij volgens de procedure van artikel 27, lid 5, het onderzoek te beëindigen. In dat geval kondigt de Commissie in het Publicatieblad van de Europese Unie de beëindiging van het onderzoek aan en maakt zij haar belangrijkste conclusies bekend.
  • 3. 
    Wanneer de Commissie van oordeel is dat de bevindingen van het onderzoek een tijdelijke intrekking om de in artikel 15, lid 1, onder a), genoemde reden rechtvaardigen, besluit zij volgens de procedure van artikel 27, lid 5, om gedurende een periode van zes maanden de situatie in het betrokken begunstigde land te volgen en te evalueren. De Commissie stelt het betrokken begunstigde land van dat besluit in kennis en kondigt in het Publicatieblad van de Europese Unie aan dat zij voornemens is bij de Raad een voorstel tot tijdelijke intrekking in te dienen, tenzij het betrokken begunstigde land vóór het einde van die periode toezegt de nodige maatregelen te nemen om zich binnen een redelijke termijn aan de in deel A van bijlage III vermelde verdragen te conformeren.
  • 4. 
    Wanneer de Commissie tijdelijke intrekking noodzakelijk acht, legt zij een daartoe strekkend voorstel voor aan de Raad, die binnen twee maanden met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen een besluit neemt. In het in lid 3 bedoelde geval dient de Commissie haar voorstel in aan het einde van de in dat lid genoemde termijn.
  • 5. 
    Wanneer de Raad tot tijdelijke intrekking besluit, treedt dit besluit in werking zes maanden na de dag waarop het is aangenomen, tenzij de Raad, ingevolge een passend voorstel van de Commissie, vóór het einde van die periode heeft besloten dat de redenen die aan de intrekking ten grondslag liggen, niet langer geldig zijn.

AFDELING 2

Vrijwaringsclausule

Artikel 20

  • 1. 
    Wanneer de invoer van een product van oorsprong uit een begunstigd land ernstige moeilijkheden veroorzaakt of dreigt te veroorzaken voor een communautaire producent van soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten, kunnen de normale rechten van het gemeenschappelijk douanetarief op dat product op verzoek van een lidstaat of op initiatief van de Commissie te allen tijde opnieuw worden ingesteld.
  • 2. 
    De Commissie neemt binnen een redelijke termijn een formeel besluit tot het openen van een onderzoek. Wanneer de Commissie besluit een onderzoek te openen, kondigt zij dit in het Publicatieblad van de Europese Unie aan. In de aankondiging wordt een beknopt overzicht gegeven van de ontvangen informatie en wordt meegedeeld dat alle inlichtingen ter zake aan de Commissie moeten worden toegezonden. Er wordt een termijn van maximaal vier maanden vastgesteld, te rekenen vanaf de datum van publicatie van de aankondiging, waarbinnen belanghebbenden hun standpunt schriftelijk kenbaar kunnen maken.
  • 3. 
    De Commissie verzamelt alle informatie die zij noodzakelijk acht en kan deze bij het betrokken begunstigde land en eventuele andere bronnen verifiëren. Zij kan worden bijgestaan door ambtenaren van de lidstaat op het grondgebied waarvan de verificatie plaatsvindt, indien deze lidstaat daarom verzoekt.
  • 4. 
    Wanneer de Commissie onderzoekt of er ernstige moeilijkheden zijn, houdt zij, wanneer daaromtrent informatie beschikbaar is, onder meer rekening met de volgende factoren betreffende communautaire producenten:
 

a)

marktaandeel,

 

b)

productie,

 

c)

voorraden,

 

d)

productiecapaciteit,

 

e)

faillissementen,

 

f)

rentabiliteit,

 

g)

bezettingsgraad,

 

h)

werkgelegenheid,

 

i)

invoer,

 

j)

prijzen.

  • 5. 
    Het onderzoek wordt binnen zes maanden afgerond, te rekenen vanaf de datum van de in lid 2 bedoelde aankondiging. De Commissie kan deze periode in het geval van buitengewone omstandigheden en na raadpleging van het in artikel 27 bedoelde comité volgens de procedure van artikel 27, lid 5, verlengen.
  • 6. 
    De Commissie neemt binnen een maand een besluit volgens de procedure van artikel 27, lid 5. Dat besluit treedt in werking binnen een maand na de datum van bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
  • 7. 
    Wanneer geen onderzoek mogelijk is als gevolg van buitengewone omstandigheden die een onmiddellijk optreden vereisen, kan de Commissie, nadat zij het in artikel 27 bedoelde comité daarvan in kennis heeft gesteld, alle strikt noodzakelijke preventieve maatregelen nemen.
  • 8. 
    De Commissie trekt, gedurende de periode waarin deze verordening van toepassing is, op 1 januari van elk jaar, zoals bedoeld in artikel 32, lid 2, op eigen initiatief of op verzoek van een lidstaat en na het in artikel 27 bedoelde comité ervan in kennis te hebben gesteld, de in de artikelen 6 en 7 bedoelde tariefpreferenties met betrekking tot producten van afdeling XI(b) in wanneer de invoer van deze producten, als bedoeld in artikel 13, lid 1, van oorsprong uit een begunstigd land:
 

a)

met ten minste 20 % (in hoeveelheid) toeneemt ten opzichte van het voorgaande kalenderjaar, of

 

b)

gedurende een periode van 12 maanden meer dan 12,5 % bedraagt van de waarde van de communautaire invoer van producten van afdeling XI(b) uit alle in bijlage I vermelde landen en gebieden.

Deze bepaling is niet van toepassing op landen die voor de in artikel 11 vervatte bijzondere regeling voor de minst ontwikkelde landen in aanmerking komen en op landen waarvan het aandeel in de communautaire invoer, als bedoeld in artikel 13, lid 1, 8 % niet overschrijdt. De intrekking van de preferenties wordt van kracht twee maanden na de datum van bekendmaking van het daartoe strekkende besluit van de Commissie in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 21

Wanneer de invoer van producten die zijn vermeld in bijlage I bij het Verdrag de markten van de Gemeenschap, met name in een of meer van de ultraperifere gebieden, of de desbetreffende marktordeningen ernstig verstoort of dreigt te verstoren, kan de Commissie, op eigen initiatief of op verzoek van een lidstaat, nadat zij het comité van beheer van de desbetreffende gemeenschappelijke marktordening heeft geraadpleegd, de preferentiële regelingen ten aanzien van de betrokken producten schorsen.

Artikel 22

  • 1. 
    De Commissie stelt het betrokken begunstigde land zo spoedig mogelijk in kennis van elk overeenkomstig de artikelen 20 of 21 genomen besluit voordat dit van kracht wordt. De Commissie stelt ook de Raad en de lidstaten van dit besluit in kennis.
  • 2. 
    De lidstaten kunnen een overeenkomstig de artikelen 20 of 21 genomen besluit binnen een maand naar de Raad doorverwijzen. De Raad kan binnen een maand met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen een andersluidend besluit nemen.

AFDELING 3

Toezichtmaatregelen in de landbouwsector

Artikel 23

  • 1. 
    Onverminderd artikel 20 kan voor de in de hoofdstukken 1 tot en met 24 van het gemeenschappelijk douanetarief bedoelde producten van oorsprong uit begunstigde landen een speciaal toezichtmechanisme gelden om verstoring van de communautaire markt te vermijden. De Commissie stelt op eigen initiatief of op verzoek van een lidstaat vast op welke producten dit toezichtmechanisme van toepassing is.
  • 2. 
    In het geval dat artikel 20 wordt toegepast op in de hoofdstukken 1 tot en 24 van het gemeenschappelijk douanetarief bedoelde producten van oorsprong uit de begunstigde landen, worden de in artikel 20, leden 2 en 5, genoemde termijnen teruggebracht tot twee maanden wanneer:
 

a)

het betrokken begunstigde land de naleving van de oorsprongsregels niet waarborgt of de in artikel 16 bedoelde administratieve samenwerking niet verleent, of

 

b)

de invoer van in de hoofdstukken 1 tot en met 24 bedoelde producten in het kader van de krachtens deze verordening toegekende preferentiële regelingen de gebruikelijke uitvoerhoeveelheden van het begunstigde land ver overtreft.

AFDELING 4

Gemeenschappelijke bepaling

Artikel 24

Geen van de bepalingen van dit hoofdstuk staat de toepassing in de weg van de vrijwaringsclausules die zijn vastgesteld in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid krachtens artikel 37 van het Verdrag of van de gemeenschappelijke handelspolitiek krachtens artikel 133 van het Verdrag, of van enige andere vrijwaringsclausule die kan worden toegepast.

HOOFDSTUK IV

PROCEDUREVOORSCHRIFTEN

Artikel 25

De Commissie stelt volgens de procedure van artikel 27, lid 5, wijzigingen van de bijlagen bij deze verordening vast die noodzakelijk zijn:

 

a)

ingevolge wijzigingen van de gecombineerde nomenclatuur;

 

b)

ingevolge wijzigingen in de internationale status of indeling van landen of gebieden;

 

c)

ingevolge de toepassing van artikel 3, lid 2;

 

d)

doordat een land de in artikel 3, lid 1, vastgestelde drempel heeft bereikt;

 

e)

voor het opstellen van de definitieve lijst van begunstigde landen overeenkomstig artikel 10.

Artikel 26

  • 1. 
    Binnen zes weken na het eind van elk kwartaal zenden de lidstaten het Bureau voor de statistiek van de Europese Gemeenschappen (Eurostat) hun statistische gegevens, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1172/95 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1917/2000 van de Commissie, toe betreffende de producten die in dat kwartaal onder de douaneregeling voor het in het vrije verkeer brengen werden geplaatst met toepassing van de tariefpreferenties waarin deze verordening voorziet. Deze gegevens, die gebaseerd zijn op de codes van de gecombineerde nomenclatuur en in voorkomend geval de Taric-codes, vermelden voor elk land van oorsprong de waarden, de hoeveelheden en, indien vereist, de bijzondere maatstaven overeenkomstig de definities in Verordening (EG) nr. 1172/95 (14) en Verordening (EG) nr. 1917/2000 (15).
  • 2. 
    Overeenkomstig artikel 308 quinquies van Verordening (EEG) nr. 2454/93 verstrekken de lidstaten de Commissie op haar verzoek gegevens over de hoeveelheid goederen die de voorafgaande maanden met toepassing van de tariefpreferenties waarin deze verordening voorziet, in het vrije verkeer is gebracht. Deze gegevens omvatten ook de in lid 3 bedoelde producten.
  • 3. 
    De Commissie houdt, in nauwe samenwerking met de lidstaten, toezicht op de invoer van de producten bedoeld bij de GN-codes 0603, 0803 00 19, 1006, 1604 14, 1604 19 31, 1604 19 39, 1604 20 70, 1701, 1704, 1806 10 30, 1806 10 90, 2002 90, 2103 20, 2106 90 59, 2106 90 98 en 6403, teneinde vast te stellen of aan de voorwaarden van de artikelen 20 en 21 is voldaan.

Artikel 27

  • 1. 
    Onverminderd artikel 11, lid 7, wordt de Commissie bij de toepassing van deze verordening bijgestaan door het Comité algemene preferenties, hierna „het comité” genoemd.
  • 2. 
    Het comité kan elke kwestie in verband met de toepassing van deze verordening onderzoeken die door de Commissie of op verzoek van een lidstaat aan de orde wordt gesteld.
  • 3. 
    Het comité onderzoekt de effecten van het schema aan de hand van een verslag van de Commissie over de periode vanaf 1 januari 2006. Dit verslag bestrijkt alle in artikel 1, lid 2, bedoelde preferentiële regelingen en wordt tijdig voorgelegd met het oog op de behandeling van de volgende verordening.
  • 4. 
    Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.

De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden.

  • 5. 
    Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 3 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.

HOOFDSTUK V

WIJZIGINGEN VAN DE VERORDENINGEN (EG) Nr. 552/97, (EG) Nr. 1933/2006, (EG) Nr. 1100/2006 EN (EG) Nr. 964/2007

Artikel 28

Verordening (EG) nr. 552/97 wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

In artikel 1 wordt „bij Verordening (EG) nr. 3281/94 en bij Verordening (EG) nr. 1256/96” vervangen door „bij Verordening (EG) nr. 732/2008 van de Raad van 22 juli 2008 betreffende de toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2011 (16).

 

2)

In artikel 2 wordt „in artikel 9, lid 1, eerste streepje, van Verordening (EG) nr. 3281/94 en in artikel 9, lid 1, eerste streepje, van Verordening (EG) nr. 1256/96” vervangen door „in artikel 15, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 732/2008”.

Artikel 29

In Verordening (EG) nr. 1933/2006, wordt in artikel 1 „Verordening (EG) nr. 980/2005” vervangen door „Verordening (EG) nr. 732/2008 van de Raad van 22 juli 2008 betreffende de toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2011 (17).

Artikel 30

Verordening (EG) nr. 1100/2006 wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

In artikel 1, eerste streepje, wordt „artikel 12, lid 5, van Verordening (EG) nr. 980/2005” vervangen door „artikel 11, lid 5, van Verordening (EG) nr. 732/2008 van de Raad van 22 juli 2008 betreffende de toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2011 (18).

 

2)

In artikel 1, tweede streepje, wordt „artikel 12, leden 4 en 5, van Verordening (EG) nr. 980/2005” vervangen door „artikel 11, leden 3 en 5, van Verordening (EG) nr. 732/2008”.

 

3)

In artikel 3, lid 1, worden de eerste twee alinea’s vervangen door: „Voor de invoer van ruwe rietsuiker bestemd om te worden geraffineerd, vallende onder GN-code 1701 11 10 en van oorsprong uit een land waarop volgens bijlage I bij Verordening (EG) nr. 732/2008; de bijzondere regeling voor de minst ontwikkelde landen van toepassing is, worden de volgende algemene tariefcontingenten tegen nultarief geopend, uitgedrukt in wittesuikerequivalent:

 

178 030,75 t voor het verkoopseizoen dat loopt van 1 oktober 2007 tot en met 30 september 2008;

 

204 735 t voor het verkoopseizoen dat loopt van 1 oktober 2008 tot en met 30 september 2009.

De volgnummers van de contingenten zijn respectievelijk 09.4361 en 09.4362.”.

 

4)

Artikel 3, punt 2, wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

de eerste alinea wordt vervangen door:

„2.   Voor de niet onder lid 1 vallende invoer van producten van tariefpost 1701 van oorsprong uit de minst ontwikkelde landen, worden de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief (GDT-rechten) en, behoudens artikel 36 van Verordening (EG) nr. 951/2006, de aanvullende rechten als bedoeld in artikel 27 van Verordening (EG) nr. 318/2006, overeenkomstig artikel 11, lid 3, van Verordening (EG) nr. 732/2008 op 1 juli 2007 met 50 % en op 1 juli 2008 met 80 % verlaagd; met ingang van 1 oktober 2009 worden deze rechten volledig geschorst.”;

 

b)

in de derde alinea, onder c), wordt „juni” vervangen door „september”;

 

c)

in de derde alinea wordt punt d) geschrapt.

 

5)

In artikel 5, lid 7, onder d) wordt „de erkende marktdeelnemer” vervangen door „de aanvrager”.

 

6)

In artikel 5, lid 8, onder a), wordt „bijlage I bij Verordening (EG) nr. 980/2005” vervangen door „bijlage I bij Verordening (EG) nr. 732/2008”.

 

7)

In artikel 5, lid 8, onder c), eerste streepje, wordt „artikel 12, lid 5, van Verordening (EG) nr. 980/2005” vervangen door „artikel 11, lid 5, van Verordening (EG) nr. 732/2008”.

 

8)

In artikel 5, lid 8, onder c), tweede streepje, wordt „artikel 12, lid 4, van Verordening (EG) nr. 980/2005” vervangen door „artikel 11, lid 3, van Verordening (EG) nr. 732/2008”.

 

9)

In artikel 10, lid 2, wordt „artikel 12, lid 4, van Verordening (EG) nr. 980/2005” vervangen door „artikel 11, lid 3, van Verordening (EG) nr. 732/2008”.

Artikel 31

Verordening (EG) nr. 964/2007, artikel 31, wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

In artikel 1, lid 1, wordt „artikel 12, lid 5, van Verordening (EG) nr. 980/2005” vervangen door „artikel 11, lid 5, van Verordening (EG) nr. 732/2008 van de Raad van 22 juli 2008 betreffende de toepassing van een schema van algemene tariefpreferenties voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2011 (19).

 

2)

In de tweede alinea van artikel 1, lid 1, wordt „bijlage I bij Verordening (EG) nr. 980/2005” vervangen door „bijlage I bij Verordening (EG) nr. 732/2008”.

HOOFDSTUK VI

SLOTBEPALINGEN

Artikel 32

  • 1. 
    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
  • 2. 
    Deze verordening is van toepassing van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2011. De einddatum is evenwel niet van toepassing op de bijzondere regeling voor de minst ontwikkelde landen, noch op enige andere bepaling van deze verordening indien die bepaling in samenhang met die regeling wordt toegepast.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 juli 2008.

Voor de Raad

De voorzitter

  • B. 
    KOUCHNER
 

  • (1) 
    Advies uitgebracht op 5 juni 2008 na niet-verplichte raadpleging (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
  • Verordening (EG) nr. 1917/2000 van de Commissie van 7 september 2000 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1172/95 van de Raad wat de statistiek van de buitenlandse handel betreft (PB L 229 van 9.9.2000, blz. 14). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1949/2005 (PB L 312 van 29.11.2005, blz. 10).
 

BIJLAGE I

Begunstigde landen (1) en gebieden waarop het schema van algemene tariefpreferenties (SAP) van de Gemeenschap van toepassing is

 

Kolom A:

lettercode volgens de nomenclatuur van landen en gebieden voor de statistiek van de buitenlandse handel van de Gemeenschap

Kolom B:

naam van het land of gebied

Kolom C:

afdeling(en) ten aanzien waarvan de tariefpreferenties voor het betrokken begunstigde land zijn ingetrokken (artikel 13)

Kolom D:

land dat onder de bijzondere regeling voor de minst ontwikkelde landen valt (artikel 11)

Kolom E:

land dat onder de bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur valt (artikel 7)

 

A

B

C

D

E

AE

Verenigde Arabische Emiraten

     

AF

Afghanistan

 

X

 

AG

Antigua en Barbuda

     

AI

Anguilla

     

AM

Armenië

     

AN

Nederlandse Antillen

     

AO

Angola

 

X

 

AQ

Antarctica

     

AR

Argentinië

     

AS

Amerikaans-Samoa

     

AW

Aruba

     

AZ

Azerbeidzjan

     

BB

Barbados

     

BD

Bangladesh

 

X

 

BF

Burkina Faso

 

X

 

BH

Bahrein

     

BI

Boeroendi

 

X

 

BJ

Benin

 

X

 

BM

Bermuda

     

BN

Brunei

     

BO

Bolivia

     

BR

Brazilië

S-IV

Producten van de voedselindustrie; dranken, alcoholhoudende vloeistoffen en azijn; tabak en tot verbruik bereide tabakssurrogaten

   

S-IX

Hout en houtwaren; houtskool; kurk en kurkwaren; vlechtwerk en mandenmakerswerk

BS

Bahama’s

     

BT

Bhutan

 

X

 

BV

Bouveteiland

     

BW

Botswana

     

BY

Belarus

     

BZ

Belize

     

CC

Cocoseilanden (of Keelingeilanden)

     

CD

Congo (Democratische Republiek)

 

X

 

CF

Centraal-Afrikaanse Republiek

 

X

 

CG

Congo (Brazzaville)

     

CI

Ivoorkust

     

CK

Cookeilanden

     

CM

Kameroen

     

CN

Volksrepubliek China

S-VI

Producten van de chemische en van de aanverwante industrieën

   

S-VII

Kunststof en werken daarvan; rubber en werken daarvan

S-VIII

Huiden, vellen, leder en pelterijen, lederwaren en bontwerk; zadel- en tuigmakerswerk; reisartikelen, handtassen en dergelijke bergingsmiddelen; werken van darmen

S-IX

Hout en houtwaren; houtskool; kurk en kurkwaren; vlechtwerk en mandenmakerswerk

S-XI(a)

Textielstoffen S-XI(b) Textielwaren

S-XII

Schoeisel, hoofddeksels, paraplu’s, parasols, wandelstokken, zitstokken, zwepen, rijzwepen, alsmede delen daarvan; geprepareerde veren en artikelen van veren; kunstbloemen; werken van mensenhaar

S-XIII

Werken van steen, van gips, van cement, van asbest, van mica en van dergelijke stoffen; keramische producten; glas en glaswerk

S-XIV

Echte en gekweekte parels, edelstenen en halfedelstenen, edele metalen en metalen geplateerd met edele metalen, alsmede werken daarvan; fancybijouterieën; munten

S-XV

Onedele metalen en werken daarvan

S-XVI

Machines, toestellen en elektrotechnisch materieel, alsmede delen daarvan; toestellen voor het opnemen of het weergeven van geluid, toestellen voor het opnemen of het weergeven van beelden en geluid voor televisie, alsmede delen en toebehoren van deze toestellen

S-XVII

Vervoermaterieel

S-XVIII

Optische instrumenten, apparaten en toestellen; instrumenten, apparaten en toestellen, voor de fotografie en de cinematografie; meet-, verificatie-, controle- en precisie-instrumenten, medische en chirurgische instrumenten, apparaten en toestellen; uurwerken; muziekinstrumenten; delen en toebehoren van deze instrumenten, apparaten en toestellen

S-XX

Diverse werken

CO

Colombia

     

CR

Costa Rica

     

CU

Cuba

     

CV

Kaapverdië

 

X

 

CX

Christmaseiland

     

DJ

Djibouti

 

X

 

DM

Dominica

     

DO

Dominicaanse Republiek

     

DZ

Algerije

     

EC

Ecuador

     

EG

Egypte

     

ER

Eritrea

 

X

 

ET

Ethiopië

 

X

 

FJ

Fiji

     

FK

Falklandeilanden

     

FM

Micronesia, Federale Staten van

     

GA

Gabon

     

GD

Grenada

     

GE

Georgië

     

GH

Ghana

     

GI

Gibraltar

     

GL

Groenland

     

GM

Gambia

 

X

 

GN

Guinee

 

X

 

GQ

Equatoriaal-Guinea

 

X

 

GS

Zuid-Georgië en zuidelijke Sandwich-eilanden

     

GT

Guatemala

     

GU

Guam

     

GW

Guinee-Bissau

 

X

 

GY

Guyana

     

HM

Heard- en McDonald-eilanden

     

HN

Honduras

     

HT

Haïti

 

X

 

ID

Indonesië

S-III

Vetten en oliën (dierlijke en plantaardige) en dissociatieproducten daarvan; bewerkt spijsvet; was van dierlijke of van plantaardige oorsprong

   

IN

India

S-XI(a)

Textielstoffen

   

IO

Brits territorium in de Indische Oceaan

     

IQ

Irak

     

IR

Islamitische Republiek Iran

     

JM

Jamaica

     

JO

Jordanië

     

KE

Kenia

     

KG

Kirgizië

     

KH

Cambodja

 

X

 

KI

Kiribati

 

X

 

KM

Comoren

 

X

 

KN

Saint Kitts en Nevis

     

KW

Koeweit

     

KY

Caymaneilanden

     

KZ

Kazachstan

     

LA

Democratische Volksrepubliek Laos

 

X

 

LB

Libanon

     

LC

Saint Lucia

     

LK

Sri Lanka

     

LR

Liberia

 

X

 

LS

Lesotho

 

X

 

LY

Libië

     

MA

Marokko

     

MG

Madagaskar

 

X

 

MH

Marshalleilanden

     

ML

Mali

 

X

 

MM

Myanmar

 

X

 

MN

Mongolië

     

MO

Macau

     

MP

Noordelijke Marianen

     

MR

Mauritanië

 

X

 

MS

Montserrat

     

MU

Mauritius

     

MV

Maldiven

 

X

 

MW

Malawi

 

X

 

MX

Mexico

     

MY

Maleisië

S-III

Vetten en oliën (dierlijke en plantaardige) en dissociatieproducten daarvan; bewerkt spijsvet; was van dierlijke of van plantaardige oorsprong

   

MZ

Mozambique

 

X

 

NA

Namibië

     

NC

Nieuw-Caledonië

     

NE

Niger

 

X

 

NF

Norfolkeiland

     

NG

Nigeria

     

NI

Nicaragua

     

NP

Nepal

 

X

 

NR

Nauru

     

NU

Niue

     

OM

Oman

     

PA

Panama

     

PE

Peru

     

PF

Frans-Polynesië

     

PG

Papoea-Nieuw-Guinea

     

PH

Filipijnen

     

PK

Pakistan

     

PM

Saint-Pierre en Miquelon

     

PN

Pitcairneilanden

     

PW

Palau

     

PY

Paraguay

     

QA

Qatar

     

RU

Rusland

     

RW

Rwanda

 

X

 

SA

Saoedi-Arabië

     

SB

Salomons-eilanden

 

X

 

SC

Seychellen

     

SD

Soedan

 

X

 

SH

Sint-Helena

     

SL

Sierra Leone

 

X

 

SN

Senegal

 

X

 

SO

Somalië

 

X

 

SR

Suriname

     

ST

Sao Tomé en Principe

 

X

 

SV

El Salvador

     

SY

Syrië

     

SZ

Swaziland

     

TC

Turks- en Caicoseilanden

     

TD

Tsjaad

 

X

 

TF

Franse zuidelijke gebieden

     

TG

Togo

 

X

 

TH

Thailand

S-XIV

Echte en gekweekte parels, edelstenen en halfedelstenen, edele metalen en metalen geplateerd met edele metalen, alsmede werken daarvan; fancybijouterieën; munten

   

TJ

Tadzjikistan

     

TK

Tokelau-eilanden

     

TL

Oost-Timor

 

X

 

TM

Turkmenistan

     

TN

Tunesië

     

TO

Tonga

     

TT

Trinidad en Tobago

     

TV

Tuvalu

 

X

 

TZ

Tanzania

 

X

 

UA

Oekraïne

     

UG

Oeganda

 

X

 

UM

Kleine afgelegen eilanden van de Verenigde Staten

     

UY

Uruguay

     

UZ

Oezbekistan

     

VC

Saint Vincent en de Grenadines

     

VE

Venezuela

     

VG

Britse Maagden-eilanden

     

VI

Amerikaanse Maagdeneilanden

     

VN

Vietnam

S-XII

Schoeisel, hoofddeksels, paraplu’s, parasols, wandelstokken, zitstokken, zwepen, rijzwepen, alsmede delen daarvan; geprepareerde veren en artikelen van veren; kunstbloemen; werken van mensenhaar

   

VU

Vanuatu

 

X

 

WF

Wallis en Futuna

     

WS

Samoa

 

X

 

YE

Jemen

 

X

 

YT

Mayotte

     

ZA

Zuid-Afrika

     

ZM

Zambia

 

X

 

ZW

Zimbabwe

     
 

  • (1) 
    Deze lijst omvat ook landen die tijdelijk kunnen zijn uitgesloten uit het SAP van de Gemeenschap of die mogelijkerwijs niet hebben voldaan aan de eisen inzake administratieve samenwerking (een voorwaarde voor de toekenning van tariefpreferenties voor goederen). De Commissie of de bevoegde autoriteiten van het betrokken land zullen een bijgewerkte lijst verschaffen.
 

BIJLAGE II

Lijst van producten vallende onder de in artikel 1, lid 2, onder a) en b), bedoelde regelingen

Onverminderd de voorschriften voor de uitlegging van de gecombineerde nomenclatuur wordt de omschrijving van de producten slechts geacht een indicatieve waarde te hebben, aangezien de GN-codes de tariefpreferenties bepalen. Wanneer de GN-code wordt voorafgegaan door de aanduiding „ex”, worden de tariefpreferenties zowel door de GN-code als door de bijbehorende omschrijving bepaald.

Ten aanzien van producten met een GN-code die wordt gemarkeerd met een asterisk, gelden de voorwaarden in de desbetreffende communautaire bepalingen.

De kolom „Gevoelig/niet-gevoelig” betreft producten die onder de algemene regeling (artikel 6) en de bijzondere stimuleringsregeling voor duurzame ontwikkeling en goed bestuur (artikel 7) vallen. Deze producten worden aangeduid als hetzij NG (niet-gevoelig in de zin van artikel 6, lid 1) hetzij G (gevoelig in de zin van artikel 6, lid 2).

Ter vereenvoudiging zijn de producten gegroepeerd. De groepen kunnen producten omvatten waarvoor een vrijstelling of schorsing van de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief geldt.

 

GN-code

Omschrijving

Gevoelig/niet gevoelig

0101 10 90

Levende fokezels en andere, van zuiver ras

G

0101 90 19

Levende paarden, andere dan fokdieren van zuiver ras, andere dan slachtdieren

G

0101 90 30

Levende ezels, andere dan fokdieren van zuiver ras

G

0101 90 90

Levende muildieren en muilezels

G

0104 20 10*

Levende fokgeiten van zuiver ras

G

0106 19 10

Levende tamme konijnen

G

0106 39 10

Levende duiven

G

0205 00

Vlees van paarden, van ezels, van muildieren of van muilezels, vers, gekoeld of bevroren

G

0206 80 91

Eetbare slachtafvallen van paarden, van ezels, van muildieren of van muilezels, vers of gekoeld, andere dan bestemd voor de vervaardiging van farmaceutische producten

G

0206 90 91

Eetbare slachtafvallen van paarden, van ezels, van muildieren of van muilezels, bevroren, andere dan bestemd voor de vervaardiging van farmaceutische producten

G

0207 14 91

Levers van hanen of van kippen, bevroren

G

0207 27 91

Levers van kalkoenen, bevroren

G

0207 36 89

Levers van eenden, van ganzen of van parelhoenders, andere dan vette levers (foies gras) van eenden of van ganzen

G

ex 0208 (1)

Ander vlees en andere eetbare slachtafvallen, vers, gekoeld of bevroren, met uitzondering van de producten bedoeld bij onderverdeling 0208 90 55 (behalve voor de producten bedoeld bij onderverdeling 0208 90 70, waarop de voetnoot niet van toepassing is)

G

0208 90 70

Kikkerbilletjes

NG

0210 99 10

Vlees van paarden, gezouten, gepekeld of gedroogd

G

0210 99 59

Slachtafvallen van runderen, gezouten, gepekeld, gedroogd of gerookt, andere dan longhaasjes en omlopen

G

0210 99 60

Slachtafvallen van schapen en van geiten, gezouten, gepekeld, gedroogd of gerookt

G

0210 99 80

Slachtafvallen, gezouten, gepekeld, gedroogd of gerookt, andere dan levers van pluimvee en andere dan van varkens (huisdieren), van runderen, van schapen en van geiten

G

ex hoofdstuk 3 (2)

Vis, schaaldieren, weekdieren en andere ongewervelde waterdieren, met uitzondering van de producten bedoeld bij onderverdeling 0301 10 90

G

0301 10 90

Levende siervis, zijnde zeevis

NG

0403 10 51

0403 10 53

0403 10 59

0403 10 91

0403 10 93

0403 10 99

Yoghurt, gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao

G

0403 90 71

0403 90 73

0403 90 79

0403 90 91

0403 90 93

0403 90 99

Karnemelk, gestremde melk en room, kefir en andere gegiste of aangezuurde melk en room, gearomatiseerd of met toegevoegde vruchten of cacao

G

0405 20 10

0405 20 30

Zuivelpasta’s met een vetgehalte van 39 of meer gewichtspercenten doch niet meer dan 75 gewichtspercenten

G

0407 00 90

Vogeleieren in de schaal, vers, verduurzaamd of gekookt, andere dan van pluimvee

G

0409 00 00 (3)

Natuurhoning

G

0410 00 00

Eetbare producten van dierlijke oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen

G

0511 99 39

Echte sponsen, andere dan ruw

G

ex hoofdstuk 6

Levende planten en producten van de bloementeelt, met uitzondering van de producten bedoeld bij onderverdeling 0604 91 40

G

0604 91 40

Takken en twijgen van naaldbomen, vers

NG

0701

Aardappelen, vers of gekoeld

G

0703 10

Uien en sjalotten, vers of gekoeld

G

0703 90 00

Prei en andere eetbare looksoorten, vers of gekoeld

G

0704

Rodekool, wittekool, bloemkool, spruitjes, koolrabi, boerenkool en dergelijke eetbare kool van het geslacht Brassica, vers of gekoeld

G

0705

Sla (Lactuca sativa), andijvie, witloof en andere cichoreigroenten (Cichorium spp.), vers of gekoeld

G

0706

Wortelen, rapen, kroten, schorseneren, knolselderij, radijs en dergelijke eetbare wortelen en knollen, vers of gekoeld

G

ex 0707 00 05

Komkommers, vers of gekoeld, van 16 mei tot en met 31 oktober

G

0708

Peulgroenten, ook indien gedopt, vers of gekoeld

G

0709 20 00

Asperges, vers of gekoeld

G

0709 30 00

Aubergines, vers of gekoeld

G

0709 40 00

Selderij, andere dan knolselderij, vers of gekoeld

G

0709 51 00

0709 59

Paddenstoelen en truffels, vers of gekoeld, met uitzondering van de producten bedoeld bij onderverdeling 0709 59 50

G

0709 60 10

Niet-scherpsmakende pepers, vers of gekoeld

G

0709 60 99

Vruchten van de geslachten Capsicum en Pimenta, vers of gekoeld, andere dan niet-scherpsmakende pepers, andere dan bestemd voor de vervaardiging van capsaïcine of van tincturen en andere dan bestemd voor de industriële vervaardiging van etherische oliën of van harsaroma’s

G

0709 70 00

Spinazie, Nieuw-Zeelandse spinazie en tuinmelde, vers of gekoeld

G

0709 90 10

Sla, vers of gekoeld, andere dan Lactuca sativa en andere dan cichoreigroenten (Cichorium spp.)

G

0709 90 20

Snijbiet en kardoen, vers of gekoeld

G

0709 90 31*

Olijven, vers of gekoeld, bestemd voor andere doeleinden dan het vervaardigen van olie

G

0709 90 40

Kappers, vers of gekoeld

G

0709 90 50

Venkel, vers of gekoeld

G

0709 90 70

Kleine pompoenen (zogenaamde courgettes), vers of gekoeld

G

ex 0709 90 80

Artisjokken, vers of gekoeld, van 1 juli tot en met 31 oktober

G

0709 90 90

Andere groenten, vers of gekoeld

G

ex 0710

Groenten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren, met uitzondering van het product bedoeld bij onderverdeling 0710 80 85

G

0710 80 85 (3)

Asperges, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren

G

ex 0711

Groenten, voorlopig verduurzaamd (bijvoorbeeld door middel van zwaveldioxide of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie, met uitzondering van de producten bedoeld bij onderverdeling 0711 20 90

G

ex 0712

Gedroogde groenten, ook indien in stukken of in schijven gesneden, dan wel fijngemaakt of in poedervorm, doch niet op andere wijze bereid, met uitzondering van olijven en de producten bedoeld bij onderverdeling 0712 90 19

G

0713

Gedroogde zaden van peulgroenten, ook indien gepeld (bijvoorbeeld spliterwten)

G

0714 20 10 (*)

Bataten (zoete aardappelen), vers, geheel, bestemd voor menselijke consumptie

NG

0714 20 90

Bataten (zoete aardappelen), vers, gekoeld, bevroren of gedroogd, ook indien in stukken of in pellets, andere dan vers en geheel en bestemd voor menselijke consumptie

G

0714 90 90

Aardperen en dergelijke wortelen en knollen met een hoog gehalte aan inuline, vers, gekoeld, bevroren of gedroogd, ook indien in stukken of in pellets; merg van de sagopalm

NG

0802 11 90

0802 12 90

Amandelen, vers of gedroogd, ook zonder dop, andere dan bittere amandelen

G

0802 21 00

0802 22 00

Hazelnoten (Corylus spp.), vers of gedroogd, ook zonder dop

G

0802 31 00

0802 32 00

Walnoten (okkernoten), vers of gedroogd, ook zonder dop

G

0802 40 00

Kastanjes (Castanea spp.), vers of gedroogd, ook zonder dop, al dan niet gepeld

G

0802 50 00

Pimpernoten (pistaches), vers of gedroogd, ook zonder dop, al dan niet gepeld

NG

0802 60 00

Australische noten, vers of gedroogd, ook zonder dop, al dan niet gepeld

NG

0802 90 50

Pingels of pignolen, vers of gedroogd, ook zonder dop, al dan niet gepeld

NG

0802 90 85

Andere noten, vers of gedroogd, ook zonder dop of schaal, al dan niet gepeld

NG

0803 00 11

„Plantains”, vers

G

0803 00 90

Bananen, „plantains” daaronder begrepen, gedroogd

G

0804 10 00

Dadels, vers of gedroogd

G

0804 20 10

0804 20 90

Vijgen, vers of gedroogd

G

0804 30 00

Ananassen, vers of gedroogd

G

0804 40 00

Advocaten (avocado’s), vers of gedroogd

G

ex 0805 20

Mandarijnen (tangerines en satsuma’s daaronder begrepen); clementines, wilkings en dergelijke kruisingen van citrusvruchten, vers of gedroogd, van 1 maart tot en met 31 oktober

G

0805 40 00

Pompelmoezen en pomelo’s, vers of gedroogd

NG

0805 50 90

Lemmetjes (Citrus aurantifolia, Citrus latifolia), vers of gedroogd

G

0805 90 00

Andere citrusvruchten, vers of gedroogd

G

ex 0806 10 10

Druiven voor tafelgebruik, vers, van 1 januari tot en met 20 juli en van 21 november tot en met 31 december, met uitzondering van druiven van de soort Emperor (Vitis vinifera cv.) van 1 tot en met 31 december

G

0806 10 90

Andere druiven, vers

G

ex 0806 20

Rozijnen en krenten, met uitzondering van de producten bedoeld bij onderverdeling ex 0806 20 30 in onmiddellijke verpakkingen met een netto-inhoud van meer dan 2 kg

G

0807 11 00

0807 19 00

Meloenen (watermeloenen daaronder begrepen), vers

G

0808 10 10

Persappelen, vers, los verladen, van 16 september tot en met 15 december

G

0808 20 10

Persperen, vers, los verladen, van 1 augustus tot en met 31 december

G

ex 0808 20 50

Andere peren, vers, van 1 mei tot en met 30 juni

G

0808 20 90

Kweeperen, vers

G

ex 0809 10 00

Abrikozen, vers, van 1 januari tot en met 31 mei en van 1 augustus tot en met 31 december

G

0809 20 05

Zure kersen (Prunus cerasus), vers

G

ex 0809 20 95

Kersen, vers, van 1 januari tot en met 20 mei en van 11 augustus tot en met 31 december, andere dan zure kersen (Prunus cerasus)

G

ex 0809 30

Perziken (nectarines daaronder begrepen), van 1 januari tot en met 10 juni en van 1 oktober tot en met 31 december

G

ex 0809 40 05

Pruimen, vers, van 1 januari tot en met 10 juni en van 1 oktober tot en met 31 december

G

0809 40 90

Sleepruimen, vers

G

ex 0810 10 00

Aardbeien, vers, van 1 januari tot en met 30 april en van 1 augustus tot en met 31 december

G

0810 20

Frambozen, bramen, moerbeien en loganbessen, vers

G

0810 40 30

Blauwe bosbessen (vruchten van de Vaccinium myrtillus), vers

G

0810 40 50

Vruchten van de Vaccinium macrocarpon en van de Vaccinium corymbosum, vers

G

0810 40 90

Andere vruchten van het geslacht Vaccinium, vers

G

0810 50 00

Kiwi’s, vers

G

0810 60 00

Doerians, vers

G

0810 90 50

0810 90 60

0810 90 70

Zwarte, witte of rode aalbessen en kruisbessen, vers

G

0810 90 95

Ander fruit, vers

G

ex 0811

Vruchten, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren, al dan niet met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, met uitzondering van de producten bedoeld bij de onderverdelingen 0811 10 en 0811 20

G

0811 10 (3) en

0811 20 (3)

Aardbeien, frambozen, bramen, moerbeien, loganbessen, zwarte, witte of rode aalbessen en kruisbessen

G

ex 0812

Vruchten, voorlopig verduurzaamd (bijvoorbeeld door middel van zwaveldioxide of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie, met uitzondering van de producten bedoeld bij onderverdeling 0812 90 30

G

0812 90 30

Papaja’s

NG

0813 10 00

Abrikozen, gedroogd

G

0813 20 00

Pruimen, gedroogd

G

0813 30 00

Appelen, gedroogd

G

0813 40 10

Perziken (nectarines daaronder begrepen), gedroogd

G

0813 40 30

Peren, gedroogd

G

0813 40 50

Papaja’s, gedroogd

NG

0813 40 95

Andere vruchten, andere dan bedoeld bij de posten 0801 tot en met 0806, gedroogd

NG

0813 50 12

Mengsels van gedroogde vruchten (andere dan bedoeld bij de posten 0801 tot en met 0806) van papaja’s, tamarindevruchten, cashewappelen, lychees, nangka’s („jackfruit”), sapodilla’s, passievruchten, carambola’s en pitahaya’s, maar zonder pruimen

G

0813 50 15

Andere mengsels van gedroogde vruchten (andere dan bedoeld bij de posten 0801 tot en met 0806), zonder pruimen

G

0813 50 19

Mengsels van gedroogde vruchten (andere dan bedoeld bij de posten 0801 tot en met 0806), met pruimen

G

0813 50 31

Mengsels uitsluitend bestaande uit tropische noten bedoeld bij de posten 0801 en 0802

G

0813 50 39

Mengsels uitsluitend bestaande uit noten bedoeld bij de posten 0801 en 0802, andere dan tropische noten

G

0813 50 91

Andere mengsels van noten en gedroogde vruchten bedoeld bij hoofdstuk 8, geen pruimen of vijgen bevattend

G

0813 50 99

Andere mengsels van noten en gedroogd fruit bedoeld bij hoofdstuk 8

G

0814 00 00

Schillen van citrusvruchten en van meloenen (watermeloenen daaronder begrepen), vers, bevroren, gedroogd, dan wel in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd

NG

ex hoofdstuk 9

Koffie, thee, maté en specerijen, behalve de producten bedoeld bij de onderverdelingen 0901 12 00, 0901 21 00, 0901 22 00, 0901 90 90 en 0904 20 10, de posten 0905 00 00 en 0907 00 00 en de onderverdelingen 0910 91 90, 0910 99 33, 0910 99 39, 0910 99 50 en 0910 99 99

NG

0901 12 00

Koffie, ongebrand, waaruit cafeïne is verwijderd

G

0901 21 00

Koffie, gebrand, waaruit geen cafeïne is verwijderd

G

0901 22 00

Koffie, gebrand, waaruit cafeïne is verwijderd

G

0901 90 90

Koffiesurrogaten die koffie bevatten, ongeacht de mengverhouding

G

0904 20 10

Niet-scherpsmakende pepers, gedroogd, niet fijngemaakt en niet gemalen

G

0905 00 00

Vanille

G

0907 00 00

Kruidnagels, moernagels en kruidnagelstelen

G

0910 91 90

Mengsels van twee of meer producten vallende onder verschillende van de posten 0904 tot en met 0910, fijngemaakt of gemalen

G

0910 99 33

0910 99 39

0910 99 50

Tijm; laurierbladeren

G

0910 99 99

Andere specerijen, fijngemaakt of gemalen, andere dan mengsels van twee of meer producten vallende onder verschillende van de posten 0904 tot en met 0910

G

ex 1008 90 90

Peruaanse spinazie (quinoa)

G

1105

Meel, gries, poeder, vlokken, korrels en pellets, van aardappelen

G

1106 10 00

Meel, gries en poeder van gedroogde zaden van peulgroenten bedoeld bij post 0713

G

1106 30

Meel, gries en poeder van vruchten bedoeld bij hoofdstuk 8

G

1108 20 00

Inuline

G

ex hoofdstuk 12

Oliehoudende zaden en vruchten; allerlei zaden, zaaigoed en vruchten, behalve de producten bedoeld bij de onderverdelingen 1209 21 00, 1209 23 80, 1209 29 50, 1209 29 80, 1209 30 00, 1209 91 10, 1209 91 90 en 1209 99 91; planten voor industrieel en voor geneeskundig gebruik, behalve de producten bedoeld bij post 1210 en onderverdeling 1211 90 30, en met uitzondering van de producten bedoeld bij de onderverdelingen 1212 91 en 1212 99 20; stro en voeder

G

1209 21 00

Zaaigoed van luzerne

NG

1209 23 80

Zaaigoed van ander zwenkgras

NG

1209 29 50

Zaaigoed van lupinen

NG

1209 29 80

Zaaigoed van andere voedergewassen

NG

1209 30 00

Zaaigoed van kruidachtige planten hoofdzakelijk gekweekt voor de bloemen

NG

1209 91 10

1209 91 90

Ander groentezaad

NG

1209 99 91

Zaaigoed van planten hoofdzakelijk gekweekt voor de bloemen, ander dan dat bedoeld bij onderverdeling 1209 30 00

NG

1210 (1)

Hopbellen, vers of gedroogd, ook indien fijngemaakt, gemalen of in pellets; lupuline

G

1211 90 30

Tonkabonen, vers of gedroogd, ook indien gesneden, gebroken of in poedervorm

NG

ex hoofdstuk 13

Gomlak (schellak); gommen, harsen en andere plantensappen en plantenextracten, behalve de producten bedoeld bij onderverdeling 1302 12 00

G

1302 12 00

Plantensappen en plantenextracten, van zoethout

NG

1501 00 90

Vet van gevogelte, ander dan dat bedoeld bij post 0209 of 1503

G

1502 00 90

Rund-, schapen- of geitenvet, ander dan dat bedoeld bij post 1503 en ander dan bestemd voor ander industrieel gebruik dan voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie

G

1503 00 19

Varkensstearine en oleostearine, andere dan bestemd voor industrieel gebruik

G

1503 00 90

Spekolie, oleomargarine en talkolie, niet geëmulgeerd, niet vermengd, noch op andere wijze bereid, andere dan talkolie bestemd voor ander industrieel gebruik dan voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie

G

1504

Vetten en oliën, van vis of van zeezoogdieren, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

G

1505 00 10

Ruw wolvet

G

1507

Sojaolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

G

1508

Grondnotenolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

G

1511 10 90

Ruwe palmolie, andere dan voor ander technisch of industrieel gebruik dan voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie

G

1511 90

Palmolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd, andere dan ruwe olie

G

1512

Zonnebloemzaad-, saffloer- en katoenzaadolie, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

G

1513

Kokosolie (kopraolie), palmpitten- en babassunotenolie, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

G

1514

Koolzaad-, raapzaad- en mosterdzaadolie, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

G

1515

Andere plantaardige vetten en vette oliën (jojobaolie daaronder begrepen), alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd

G

ex 1516

Dierlijke en plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geëlaïdiniseerd, ook indien geraffineerd, doch niet verder bereid, behalve de producten bedoeld bij onderverdeling 1516 20 10

G

1516 20 10

Gehydrogeneerde ricinusolie, zogenaamde „opal-wax”

NG

1517

Margarine; mengsels en bereidingen, voor menselijke consumptie, van dierlijke of plantaardige vetten of oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën bedoeld bij hoofdstuk 15, andere dan de vetten en oliën of fracties daarvan, bedoeld bij post 1516

G

1518 00

Standolie en andere dierlijke of plantaardige oliën, alsmede fracties daarvan, gekookt, geoxideerd, gedehydreerd, gezwaveld, geblazen of op andere wijze chemisch gewijzigd, andere dan die bedoeld bij post 1516; mengsels en bereidingen van dierlijke of plantaardige vetten of oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën bedoeld bij hoofdstuk 15, niet geschikt voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen

G

1521 90 99

Bijenwas en was van andere insecten, ook indien geraffineerd of gekleurd

G

1522 00 10

Dégras

G

1522 00 91

Droesem of bezinksel van olie; soapstocks, andere dan die welke olie bevatten die de kenmerken van olijfolie heeft

G

1601 00 10

Worst van alle soorten, van lever, en bereidingen van deze producten, voor menselijke consumptie

G

1602 20 10

Bereidingen en conserven van ganzen- of eendenlevers

G

1602 41 90

Bereidingen en conserven van andere varkens dan huisdieren: hammen en delen daarvan

G

1602 42 90

Bereidingen en conserven van andere varkens dan huisdieren: schouders en delen daarvan

G

1602 49 90

Andere bereidingen en conserven van vlees of van slachtafvallen, mengsels daaronder begrepen, van andere varkens dan huisdieren

G

1602 50 31 (3),

1602 50 95 (3)

Andere bereidingen en conserven van vlees of van slachtafvallen, gekookt of gebakken, van runderen, ook indien in luchtdichte verpakkingen

G

1602 90 31

Andere bereidingen en conserven van vlees of van slachtafvallen, van wild of van konijn

G

1602 90 69

1602 90 72

1602 90 74

1602 90 76

1602 90 78

1602 90 99

Andere bereidingen en conserven van vlees of van slachtafvallen, van schapen, van geiten of van andere dieren, geen niet-gekookt of niet-gebakken vlees of niet-gekookte of niet-gebakken slachtafvallen van runderen bevattend en geen vlees of slachtafvallen van varkens (huisdieren) bevattend

G

1603 00 10

Extracten en sappen van vlees, van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren, in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van niet meer dan 1 kg

G

1604

Bereidingen en conserven van vis; kaviaar en kaviaarsurrogaten bereid uit kuit

G

1605

Bereidingen en conserven van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren

G

1702 50 00

Chemisch zuivere fructose

G

1702 90 10

Chemisch zuivere maltose

G

1704 (4)

Suikerwerk zonder cacao (witte chocolade daaronder begrepen)

G

Hoofdstuk 18

Cacao en bereidingen daarvan

G

ex hoofdstuk 19

Bereidingen van graan, van meel, van zetmeel of van melk; gebak, behalve de producten bedoeld bij de onderverdelingen 1901 20 00 en 1901 90 91

G

1901 20 00

Mengsels en deeg, voor de bereiding van bakkerswaren bedoeld bij post 1905

NG

1901 90 91

Andere, bevattende geen van melk afkomstige vetstoffen, sacharose, isoglucose, glucose of zetmeel, of bevattende minder dan 1,5 gewichtspercent van melk afkomstige vetstoffen, minder dan 5 gewichtspercenten sacharose (het gehalte aan invertsuiker daaronder begrepen) of isoglucose, minder dan 5 gewichtspercenten glucose of zetmeel, met uitzondering van bereidingen in poeder voor menselijke consumptie van producten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404

NG

ex hoofdstuk 20

Bereidingen van groenten, van vruchten en van andere plantendelen, behalve producten bedoeld bij post 2002 en de onderverdelingen 2005 80 00, 2008 20 19, 2008 20 39, ex 2008 40 en ex 2008 70

G

2002 (1)

Tomaten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur

G

2005 80 00 (3)

Suikermaïs (Zea mays var. saccharata), op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren, andere dan de producten bedoeld bij post 2006

G

2008 20 19

2008 20 39

Ananas, op andere wijze bereid of verduurzaamd, met toegevoegde alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen

NG

ex 2008 40 (3)

Peren, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen (behalve producten bedoeld bij de onderverdelingen 2008 40 11, 2008 40 21, 2008 40 29 en 2008 40 39, waarop de voetnoot niet van toepassing is)

G

ex 2008 70 (3)

Perziken, nectarines daaronder begrepen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen (behalve producten bedoeld bij de onderverdelingen 2008 70 11, 2008 70 31, 2008 70 39 en 2008 70 59, waarop de voetnoot niet van toepassing is)

G

ex hoofdstuk 21

Diverse producten voor menselijke consumptie, behalve de producten van de onderverdelingen 2101 20 en 2102 20 19, en met uitzondering van de producten bedoeld bij de onderverdelingen 2106 10, 2106 90 30, 2106 90 51, 2106 90 55 en 2106 90 59

G

2101 20

Extracten, essences en concentraten van thee of van maté en preparaten op basis van deze producten of op basis van thee of van maté

NG

2102 20 19

Andere inactieve gist

NG

ex hoofdstuk 22

Dranken, alcoholhoudende vloeistoffen en azijn, behalve de producten bedoeld bij post 2207 en met uitzondering van de producten bedoeld bij de onderverdelingen 2204 10 11 tot en met 2204 30 10 en 2208 40

G

2207 (1)

Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcoholvolumegehalte van 80 % vol of meer; ethylalcohol en gedistilleerde dranken, gedenatureerd, ongeacht het gehalte

G

2302 50 00

Soortgelijke residuen en afval, ook indien in pellets, van het breken, het vermalen of van andere bewerkingen van peulvruchten

G

2307 00 19

Andere wijnmoer

G

2308 00 19

Andere draf (droesem) van druiven

G

2308 00 90

Andere plantaardige zelfstandigheden, ander plantaardig afval, andere plantaardige residuen en andere bijproducten, ook indien in pellets, van de soort gebruikt voor het voederen van dieren, elders genoemd noch elders onder begrepen

NG

2309 10 90

Ander honden- en kattenvoer, opgemaakt voor de verkoop in het klein, ander dan die bevattende glucose (druivensuiker), glucosestroop, maltodextrine of maltodextrinestroop, bedoeld bij de onderverdelingen 1702 30 50 tot en met 1702 30 90, 1702 40 90, 1702 90 50 en 2106 90 55, zetmeel of zuivelproducten

G

2309 90 10

Visperswater en perswater van zeezoogdieren („solubles”), van de soort gebruikt voor het voederen van dieren

NG

2309 90 91

Bietenpulp waaraan melasse is toegevoegd, van de soort gebruikt voor het voederen van dieren

G

2309 90 95

2309 90 99

Andere bereidingen van de soort gebruikt voor het voederen van dieren, ook indien met een gehalte aan cholinechloride van 49 gewichtspercenten of meer, op een organische of anorganische drager

G

Hoofdstuk 24

Tabak en tot verbruik bereide tabakssurrogaten

G

2519 90 10

Magnesiumoxide, ander dan gebrand natuurlijk magnesiumcarbonaat

NG

2522

Ongebluste kalk, gebluste kalk en hydraulische kalk, andere dan calciumoxide en calciumhydroxide bedoeld bij post 2825

NG

2523

Hydraulisch cement (cementklinker daaronder begrepen), ook indien gekleurd

NG

Hoofdstuk 27

Minerale brandstoffen, aardolie en distillatieproducten daarvan; bitumineuze stoffen; minerale was

NG

2801

Fluor, chloor, broom en jood (jodium)

NG

2802 00 00

Gesublimeerde of geprecipiteerde zwavel; colloïdale zwavel

NG

ex 2804

Waterstof, edelgassen en andere niet-metalen, met uitzondering van de producten bedoeld bij onderverdeling 2804 69 00

NG

2806

Waterstofchloride (zoutzuur); chlorozwavelzuur

NG

2807 00

Zwavelzuur; oleum (rokend zwavelzuur)

NG

2808 00 00

Salpeterzuur; nitreerzuren

NG

2809

Difosforpentaoxide (fosforzuuranhydride); fosforzuur; polyfosforzuren, al dan niet chemisch welbepaald

NG

2810 00 90

Booroxiden, andere dan diboortrioxide; boorzuren

NG

2811

Andere anorganische zuren en andere anorganische zuurstofverbindingen van niet-metalen

NG

2812

Halogeniden en halogenideoxiden van niet-metalen

NG

2813

Zwavelverbindingen van niet-metalen; fosfortrisulfide in handelskwaliteit

NG

2814

Ammoniak, watervrij of in waterige oplossing (ammonia)

G

2815

Natriumhydroxide (bijtende soda); kaliumhydroxide (bijtende potas); natriumperoxide en kaliumperoxide

G

2816

Magnesiumhydroxide en magnesiumperoxide; strontiumoxide, strontiumhydroxide en strontiumperoxide; bariumoxide, bariumhydroxide en bariumperoxide

NG

2817 00 00

Zinkoxide; zinkperoxide

G

2818 10

Kunstmatig korund, al dan niet chemisch welbepaald

G

2819

Chroomoxiden en chroomhydroxiden

G

2820

Mangaanoxiden

G

2821

IJzeroxiden en ijzerhydroxiden; verfaarden die 70 of meer gewichtspercenten ijzerverbindingen, berekend als Fe2O3, bevatten

NG

2822 00 00

Kobaltoxiden en kobalthydroxiden; kobaltoxiden in handelskwaliteit

NG

2823 00 00

Titaanoxiden

G

2824

Loodoxiden; loodmenie (bijvoorbeeld rode menie, kristalmenie, oranje menie)

NG

ex 2825

Hydrazine en hydroxylamine, alsmede anorganische zouten daarvan; andere anorganische basen; andere oxiden, hydroxiden en peroxiden van metalen, behalve de producten bedoeld bij de onderverdelingen 2825 10 00 en 2825 80 00

NG

2825 10 00

Hydrazine en hydroxylamine, alsmede anorganische zouten daarvan

G

2825 80 00

Antimoonoxiden

G

2826

Fluoriden; fluorosilicaten, fluoroaluminaten en andere complexe fluorzouten

NG

ex 2827

Chloriden, chlorideoxiden en chloridehydroxiden, behalve de producten bedoeld bij de onderverdelingen 2827 10 00 en 2827 32 00; bromiden en bromideoxiden; jodiden en jodideoxiden

NG

2827 10 00

Ammoniumchloride

G

2827 32 00

Aluminiumchloride

G

2828

Hypochlorieten; calciumhypochloriet in handelskwaliteit; chlorieten; hypobromieten

NG

2829

Chloraten en perchloraten; bromaten en perbromaten; jodaten en perjodaten

NG

ex 2830

Sulfiden, behalve de producten bedoeld bij onderverdeling 2830 10 00; polysulfiden, al dan niet chemisch welbepaald

NG

2830 10 00

Natriumsulfiden

G

2831

Dithionieten en sulfoxylaten

NG

2832

Sulfieten; thiosulfaten

NG

2833

Sulfaten; aluinen; peroxosulfaten (persulfaten)

NG

2834 10 00

Nitrieten

G

2834 21 00

2834 29

Nitraten

NG

2835

Fosfinaten (hypofosfieten), fosfonaten (fosfieten) en fosfaten; polyfosfaten, al dan niet chemisch welbepaald

G

ex 2836

Carbonaten, behalve de producten bedoeld bij de onderverdelingen 2836 20 00, 2836 40 00 en 2836 60 00; peroxocarbonaten (percarbonaten); ammoniumcarbamaathoudend ammoniumcarbonaat in handelskwaliteit

NG

2836 20 00

Dinatriumcarbonaat

G

2836 40 00

Kaliumcarbonaten

G

2836 60 00

Bariumcarbonaat

G

2837

Cyaniden, cyanideoxiden en complexe cyaniden

NG

2839

Silicaten; alkalimetaalsilicaten in handelskwaliteit

NG

2840

Boraten; peroxoboraten (perboraten)

NG

ex 2841

Zouten van oxometaalzuren of van peroxometaalzuren, behalve het product bedoeld bij onderverdeling 2841 61 00

NG

2841 61 00

Kaliumpermanganaat

G

2842

Andere anorganische zouten en peroxozouten (aluminosilicaten, al dan niet chemisch welbepaald, daaronder begrepen), met uitzondering van aziden

NG

2843

Edele metalen in colloïdale toestand; anorganische of organische verbindingen van edele metalen, al dan niet chemisch welbepaald; amalgamen van edele metalen

NG

ex 2844 30 11

Cermets bevattende uranium waaruit U 235 is afgescheiden of verbindingen van dit product, andere dan ruwe

NG

ex 2844 30 51

Cermets bevattende thorium of verbindingen van dit product, andere dan ruwe

NG

2845 90 90

Isotopen, andere dan die bedoeld bij post 2844; anorganische en organische verbindingen daarvan, al dan niet chemisch welbepaald, andere dan deuterium en verbindingen daarvan, waterstof en verbindingen daarvan verrijkt met deuterium en mengsels en oplossingen die deze producten bevatten

NG

2846

Anorganische en organische verbindingen van zeldzame aardmetalen, van yttrium of van scandium, dan wel van mengsels van die metalen

NG

2847 00 00

Waterstofperoxide, ook indien in vaste toestand gebracht met ureum

NG

2848 00 00

Fosfiden, al dan niet chemisch welbepaald, andere dan ijzerfosfiden (fosforijzer)

NG

ex 2849

Carbiden, al dan niet chemisch welbepaald, behalve de producten bedoeld bij de onderverdelingen 2849 20 00 en 2849 90 30

NG

2849 20 00

Siliciumcarbide, al dan niet chemisch welbepaald

G

2849 90 30

Wolfraamcarbiden, al dan niet chemisch welbepaald

G

ex 2850 00

Hydriden, nitriden, aziden, siliciden en boriden, al dan niet chemisch welbepaald, andere dan verbindingen die tevens carbiden bedoeld bij post 2849 zijn, behalve de producten bedoeld bij onderverdeling 2850 00 70

NG

2850 00 70

Siliciden, al dan niet chemisch welbepaald

G

2852 00 00

Anorganische en organische kwikverbindingen, met uitzondering van amalgamen

NG

2853 00

Andere anorganische verbindingen (gedistilleerd water, conductometrisch zuiver water en dergelijk zuiver water daaronder begrepen); vloeibare lucht (ook indien daaraan edelgassen zijn onttrokken); samengeperste lucht; amalgamen, andere dan die van edele metalen

NG

2903

Halogeenderivaten van koolwaterstoffen

G

ex 2904

Sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten van koolwaterstoffen, ook indien gehalogeniseerd, behalve de producten bedoeld bij onderverdeling 2904 20 00

NG

2904 20 00

Derivaten die enkel nitro- of enkel nitrosogroepen bevatten

G

ex 2905

Acyclische alcoholen, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan, behalve het product bedoeld bij onderverdeling 2905 45 00, en met uitzondering van de producten bedoeld bij de onderverdelingen 2905 43 00 en 2905 44

G

2905 45 00

Glycerol

NG

2906

Cyclische alcoholen, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan

NG

ex 2907

Fenolen, behalve de producten bedoeld bij de onderverdelingen 2907 15 90 en ex 2907 22 00; fenolalcoholen

NG

2907 15 90

Naftolen en zouten daarvan, andere dan 1-naftol

G

ex 2907 22 00

Hydrochinon

G

2908

Halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten van fenolen of van fenolalcoholen

NG

2909

Ethers, etheralcoholen, etherfenolen, etherfenolalcoholen, alcoholperoxiden, etherperoxiden, ketonperoxiden (al dan niet chemisch welbepaald), alsmede halogeen, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan

G

2910

Epoxiden, epoxyalcoholen, epoxyfenolen en epoxyethers, met een drieringsysteem, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan

NG

2911 00 00

Acetalen en hemiacetalen, ook indien met andere zuurstofhoudende groepen, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan

NG

ex 2912

Aldehyden, ook indien met andere zuurstofhoudende groepen; cyclische polymeren van aldehyden; paraformaldehyd, behalve het product bedoeld bij onderverdeling 2912 41 00

NG

2912 41 00

Vanilline (4-hydroxy-3-methoxybenzaldehyd)

G

2913 00 00

Halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten van de producten bedoeld bij post 2912

NG

ex 2914

Ketonen en chinonen, ook indien met andere zuurstofhoudende groepen, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan, behalve de producten bedoeld bij de onderverdelingen 2914 11 00, 2914 21 00 en 2914 22 00

NG

2914 11 00

Aceton

G

2914 21 00

Kamfer (bornaan-2-on)

G

2914 22 00

Cyclohexanon en methylcyclohexanonen

G

2915

Verzadigde eenwaardige acyclische carbonzuren, daarvan afgeleide anhydriden, halogeniden, peroxiden en peroxyzuren, halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten van deze producten

G

ex 2916

Onverzadigde eenwaardige acyclische carbonzuren en eenwaardige cyclische carbonzuren, daarvan afgeleide anhydriden, halogeniden, peroxiden en peroxyzuren, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan, behalve de producten bedoeld bij de onderverdelingen ex 2916 11 00, 2916 12 en 2916 14

NG

ex 2916 11 00

Acrylzuur

G

2916 12

Esters van acrylzuur

G

2916 14

Esters van methacrylzuur

G

ex 2917

Meerwaardige carbonzuren, daarvan afgeleide anhydriden, halogeniden, peroxiden en peroxyzuren, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan, behalve de producten bedoeld bij de onderverdelingen 2917 11 00, 2917 12 10, 2917 14 00, 2917 32 00, 2917 35 00 en 2917 36 00

NG

2917 11 00

Oxaalzuur en zouten en esters daarvan

G

2917 12 10

Adipinezuur en zouten daarvan

G

2917 14 00

Maleïnezuuranhydride

G

2917 32 00

Dioctylorthoftalaten

G

2917 35 00

Ftaalzuuranhydride

G

2917 36 00

Tereftaalzuur en zouten daarvan

G

ex 2918

Carbonzuren met andere zuurstofhoudende groepen, daarvan afgeleide anhydriden, halogeniden, peroxiden en peroxyzuren, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan, behalve de producten bedoeld bij de onderverdelingen 2918 14 00, 2918 15 00, 2918 21 00, 2918 22 00 en 2918 29 10

NG

2918 14 00

Citroenzuur

G

2918 15 00

Zouten en esters van citroenzuur

G

2918 21 00

Salicylzuur en zouten daarvan

G

2918 22 00

o-acetylsalicylzuur en zouten en esters daarvan

G

2918 29 10

Sulfosalicylzuren en hydroxynaftoëzuren, alsmede zouten en esters daarvan

G

2919

Fosforzure esters en zouten daarvan, lactofosfaten daaronder begrepen, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan

NG

2920

Esters van andere anorganische zuren van niet-metalen (andere dan esters van waterstofhalogeniden), alsmede zouten daarvan; halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten van deze producten

NG

2921

Aminoverbindingen

G

2922

Aminoverbindingen met zuurstofhoudende groepen

G

2923

Quaternaire ammoniumzouten en -hydroxiden; lecithinen en andere fosfoaminolipiden, al dan niet chemisch welbepaald

NG

ex 2924

Amidoverbindingen van carbonzuren of van koolzuur, behalve de producten bedoeld bij onderverdeling 2924 23 00

G

2924 23 00

2-aceetamidobenzoëzuur (N-acetylantranilzuur) en zouten daarvan

NG

2925

Imidoverbindingen van carbonzuren, sacharine en zouten daarvan daaronder begrepen; iminoverbindingen

NG

ex 2926

Nitrillen (cyaanverbindingen), behalve het product bedoeld bij onderverdeling 2926 10 00

NG

2926 10 00

Acrylonitril

G

2927 00 00

Diazo-, azo- en azoxyverbindingen

G

2928 00 90

Andere organische derivaten van hydrazine of van hydroxylamine

NG

2929 10

Isocyanaten

G

2929 90 00

Andere verbindingen met andere stikstofhoudende groepen

NG

2930 20 00

2930 30 00

ex 2930 90 85

Thiocarbamaten en dithiocarbamaten; thiurammono-, thiuramdi- en thiuramtetrasulfiden; dithiocarbonaten (xanthaten)

NG

2930 40 90

2930 50 00

2930 90 13

2930 90 16

2930 90 20

ex 2930 90 85

Methionine, captafol (ISO), methamidofos (ISO) en andere organische zwavelverbindingen, andere dan dithiocarbonaten (xanthaten)

G

2931 00

Andere organische verbindingen van niet-metalen of van metalen

NG

ex 2932

Heterocyclische verbindingen met uitsluitend één of meer zuurstofatomen als heteroatoom, behalve de producten bedoeld bij de onderverdelingen 2932 12 00, 2932 13 00 en 2932 21 00

NG

2932 12 00

2-furaldehyd (furfuraldehyd)

G

2932 13 00

Furfurylalcohol en tetrahydrofurfurylalcohol

G

2932 21 00

Cumarine, methylcumarinen en ethylcumarinen

G

ex 2933

Heterocylische verbindingen met uitsluitend één of meer stikstofatomen als heteroatoom, behalve het product bedoeld bij onderverdeling 2933 61 00

NG

2933 61 00

Melamine

G

2934

Nucleïnezuren en zouten daarvan, al dan niet chemisch welbepaald; andere heterocyclische verbindingen

NG

2935 00 90

Andere sulfonamidoverbindingen

G

2938

Glucosiden (heterosiden), natuurlijke of door synthese gereproduceerd, alsmede zouten, ethers, esters en andere derivaten daarvan

NG

ex 2940 00 00

Suikers, chemisch zuiver, andere dan sacharose, lactose, maltose, glucose en fructose, en behalve ramnose, raffinose en mannose; ethers, acetalen en esters van suikers, alsmede zouten daarvan, andere dan de producten bedoeld bij de posten 2937, 2938 en 2939

G

ex 2940 00 00

Ramnose, raffinose en mannose

NG

2941 20 30

Dihydrostreptomycine, alsmede zouten, esters en hydraten daarvan

NG

2942 00 00

Andere organische verbindingen

NG

3102 (1)

Minerale of chemische stikstofhoudende meststoffen

G

3103 10

Superfosfaat

G

3105

Minerale of chemische meststoffen die twee of drie van de vruchtbaarmakende elementen stikstof, fosfor en kalium bevatten; andere meststoffen; producten bedoeld bij hoofdstuk 31, in tabletten of in dergelijke vormen, dan wel in verpakkingen met een brutogewicht van niet meer dan 10 kg

G

ex hoofdstuk 32

Looi- en verfextracten; looizuur (tannine) en derivaten daarvan; pigmenten en andere kleur- en verfstoffen; verf en vernis; mastiek; inkt; behalve de producten bedoeld bij de posten 3204 en 3206 en met uitzondering van de producten bedoeld bij de onderverdelingen 3201 20 00, 3201 90 20, ex 3201 90 90 (looiextract van eucalyptusbast), ex 3201 90 90 (looiextracten van gambirbladeren en myrobalanen) en ex 3201 90 90 (andere looiextracten van plantaardige oorsprong)

NG

3204

Synthetische organische kleurstoffen, ook indien chemisch welbepaald; preparaten bedoeld bij aantekening 3 op hoofdstuk 32, op basis van synthetische organische kleurstoffen; synthetische organische producten van de soort gebruikt als fluorescerende heldermakende stoffen of als „lichtgevende stoffen” (luminoforen), ook indien chemisch welbepaald

G

3206

Andere kleur- en verfstoffen; preparaten bedoeld bij aantekening 3 op hoofdstuk 32, andere dan die bedoeld bij de posten 3203, 3204 en 3205; anorganische producten van de soort gebruikt als „lichtgevende stoffen” (luminoforen), ook indien chemisch welbepaald

G

Hoofdstuk 33

Etherische oliën en harsaroma’s; parfumerieën, toiletartikelen en cosmetische producten

NG

Hoofdstuk 34

Zeep, organische tensioactieve producten; wasmiddelen, smeermiddelen, kunstwas, bereide was, poets- en onderhoudsmiddelen, kaarsen en dergelijke artikelen, modelleerpastas, tandtechnische waspreparaten en tandtechnische preparaten op basis van gebrand gips

NG

3501

Caseïne, caseïnaten en andere derivaten van caseïne; lijm van caseïne

G

3502 90 90

Albuminaten en andere derivaten van albuminen

NG

3503 00

Gelatine (gelatine in vierkante of rechthoekige bladen of vellen, ook indien gekleurd of aan het oppervlak bewerkt, daaronder begrepen) en derivaten daarvan; „isinglass”; andere lijm van dierlijke oorsprong, andere dan lijm van caseïne bedoeld bij post 3501

NG

3504 00 00

Peptonen en derivaten daarvan; andere proteïnestoffen en derivaten daarvan, elders genoemd noch elders onder begrepen; poeder van huiden, ook indien behandeld met chroom

NG

3505 10 50

Zetmeel, door ethervorming of door verestering gewijzigd

NG

3506

Lijm en andere bereide kleefmiddelen, elders genoemd noch elders onder begrepen; als lijm of als kleefmiddel te gebruiken producten, opgemaakt voor de verkoop in het klein als lijm of als kleefmiddel, in een opmaak met een nettogewicht van niet meer dan 1 kg

NG

3507

Enzymen; bereidingen van enzymen, elders genoemd noch elders onder begrepen

G

Hoofdstuk 36

Kruit en springstoffen; pyrotechnische artikelen; lucifers; vonkende legeringen; ontvlambare stoffen

NG

Hoofdstuk 37

Producten voor fotografie en cinematografie

NG

ex hoofdstuk 38

Diverse producten van de chemische industrie, behalve de producten bedoeld bij de posten 3802 en 3817 00, de onderverdelingen 3823 12 00 en 3823 70 00 en post 3825 en met uitzondering van de producten bedoeld bij de onderverdelingen 3809 10 en 3824 60

NG

3802

Actieve kool; geactiveerde natuurlijke minerale producten; dierlijk zwartsel, afgewerkt dierlijk zwartsel daaronder begrepen

G

3817 00

Alkylbenzenen en alkylnaftalenen, van gemengde samenstelling, andere dan die bedoeld bij post 2707 of 2902

G

3823 12 00

Oliezuur

G

3823 70 00

Industriële vetalcoholen

G

3825

Residuen van de chemische of van aanverwante industrieën, elders genoemd noch elders onder begrepen; stedelijk afval; slib van afvalwater; andere afvallen bedoeld bij aantekening 6 op hoofdstuk 38

G

ex hoofdstuk 39

Kunststof en werken daarvan, behalve de producten bedoeld bij de posten 3901, 3902, 3903 en 3904, de onderverdelingen 3906 10 00, 3907 10 00, 3907 60 en 3907 99, de posten 3908 en 3920 en de onderverdelingen 3921 90 19 en 3923 21 00

NG

3901

Polymeren van ethyleen, in primaire vormen

G

3902

Polymeren van propyleen of van andere olefinen, in primaire vormen

G

3903

Polymeren van styreen, in primaire vormen

G

3904

Polymeren van vinylchloride of van andere halogeenolefinen, in primaire vormen

G

3906 10 00

Poly(methylmethacrylaat)

G

3907 10 00

Polyacetalen

G

3907 60

Poly(ethyleentereftalaat)

G

3907 99

Andere polyesters, andere dan onverzadigde

G

3908

Polyamiden in primaire vormen

G

3920

Andere platen, vellen, foliën, stroken en strippen, van kunststof zonder celstructuur, niet versterkt, gelaagd of op dergelijke wijze gecombineerd met andere stoffen, niet op een drager

G

3921 90 19

Andere platen, vellen, foliën, stroken en strippen, van polyesters, andere dan producten met celstructuur en andere dan gegolfde platen en vellen

G

3923 21 00

Zakken van polymeren van ethyleen

G

ex hoofdstuk 40

Rubber en werken daarvan, behalve de producten bedoeld bij post 4010

NG

4010

Drijfriemen, drijfsnaren en transportbanden, van gevulkaniseerde rubber

G

ex 4104

Gelooide onthaarde huiden en vellen en niet-afgewerkt leder („crust”) van runderen (buffels daaronder begrepen), van paarden of van paardachtigen, ook indien gesplit, maar niet verder bewerkt, met uitzondering van de producten bedoeld bij de onderverdelingen 4104 41 19 en 4104 49 19

G

ex 4106 31

4106 32

Gelooide onthaarde huiden en vellen en niet-afgewerkt leder van varkens, in vochtige staat („wet-blue” daaronder begrepen), gesplit, maar niet verder bewerkt, of in droge staat („crust”), ook indien gesplit, maar niet verder bewerkt, met uitzondering van de producten bedoeld bij onderverdeling 4106 31 10

NG

4107

Leder dat na het looien of het drogen verder is bewerkt, alsmede tot perkament verwerkte huiden en vellen, van runderen (buffels daaronder begrepen), van paarden of van paardachtigen, onthaard, ook indien gesplit, andere dan de producten bedoeld bij post 4114

G

4112 00 00

Leder dat na het looien of het drogen verder is bewerkt, alsmede tot perkament verwerkte huiden en vellen, van schapen, onthaard, ook indien gesplit, andere dan de producten bedoeld bij post 4114

G

ex 4113

Leder dat na het looien of het drogen verder is bewerkt, alsmede tot perkament verwerkte huiden en vellen, van andere dieren, en leder dat na het looien of het drogen verder is bewerkt, alsmede tot perkament verwerkte huiden en vellen, van niet-behaarde dieren, ook indien gesplit, andere dan de producten bedoeld bij post 4114, behalve de producten bedoeld bij onderverdeling 4113 10 00

NG

4113 10 00

Van geiten

G

4114

Zeemleder, gecombineerd gelooid zeemleder daaronder begrepen; lakleder, gelamineerd lakleder daaronder begrepen; gemetalliseerd leder

G

4115 10 00

Kunstleder op basis van leder of van ledervezels, in platen, bladen, vellen of strippen, ook indien op rollen

G

ex hoofdstuk 42

Lederwaren; zadel- en tuigmakerswerk; reisartikelen, handtassen en dergelijke bergingsmiddelen; werken van darmen, behalve de producten bedoeld bij de posten 4202 en 4203

NG

4202

Reiskoffers en valiezen, koffers voor toiletbenodigdheden, documentenkoffertjes, aktetassen, school- en boekentassen, etuis, foedralen en kokers voor kijkers, voor camera’s, voor wapens, voor muziekinstrumenten of voor brillen, alsmede dergelijke bergingsmiddelen; reiszakken, isothermische zakken voor voedsel of voor dranken, toiletzakken, rugzakken, handtassen, boodschappentassen, portefeuilles, portemonnees, kaartentassen, sigarettenkokers, tabakszakken, gereedschapstassen en -zakken, tassen, etuis, foedralen en kokers voor sportartikelen, etuis, foedralen en kokers voor flacons, juwelendoosjes, poederdozen, etuis, foedralen en kokers voor messenmakerswerk, alsmede dergelijke bergingsmiddelen, van leder, van kunstleder, van kunststof in vellen, van textiel, van vulkanfiber of van karton, of geheel of voor het grootste deel bekleed met deze stoffen of met papier

G

4203

Kleding en kledingtoebehoren, van leder of van kunstleder

G

Hoofdstuk 43

Pelterijen en bontwerk; namaakbont

NG

ex hoofdstuk 44

Hout, houtskool en houtwaren, behalve de producten bedoeld bij de posten 4410, 4411 en 4412 en de onderverdelingen 4418 10, 4418 20 10, 4418 71 00, 4420 10 11, 4420 90 10 en 4420 90 91; houtskool

NG

4410

Spaanplaat, zogenoemde oriented strand board (OSB) en dergelijke plaat (bijvoorbeeld zogenoemde waferboard), van hout of van andere houtachtige stoffen, ook indien samengeperst met harsen of met andere organische bindmiddelen

G

4411

Vezelplaat van houtvezels of van andere houtachtige vezels, ook indien gebonden met harsen of met andere organische bindmiddelen

G

4412

Triplex- en multiplexhout, met fineer bekleed hout en op dergelijke wijze gelaagd hout

G

4418 10

Vensters en vensterdeuren, alsmede kozijnen daarvoor

G

4418 20 10

Deuren en kozijnen daarvoor, alsmede drempels, van tropische houtsoorten bedoeld bij aanvullende aantekening 2 (GN) op hoofdstuk 44

G

4418 71 00

Ineengezette mozaïekpanelen voor vloerbedekking, van hout

G

4420 10 11

4420 90 10

4420 90 91

Beeldjes en andere siervoorwerpen, van tropische houtsoorten bedoeld bij aanvullende aantekening 2 (GN) op hoofdstuk 44; inlegwerk van hout; koffertjes, kistjes en etuis, voor juwelen of voor goudsmidswerk, alsmede dergelijke artikelen, van hout; meubelmakerswerk, ander dan dat bedoeld bij hoofdstuk 94, van tropische houtsoorten bedoeld bij aanvullende aantekening 2 (GN) op hoofdstuk 44

G

ex hoofdstuk 45

Kurk en kurkwaren, behalve de producten bedoeld bij post 4503

NG

4503

Werken van natuurkurk

G

Hoofdstuk 46

Vlechtwerk en mandenmakerswerk

G

Hoofdstuk 50

Zijde

G

ex hoofdstuk 51

Wol, fijn haar en grof haar, met uitzondering van de producten bedoeld bij post 5105; garens en weefsels van paardenhaar (crin)

G

Hoofdstuk 52

Katoen

G

Hoofdstuk 53

Andere plantaardige textielvezels; papiergarens en weefsels daarvan

G

Hoofdstuk 54

Synthetische of kunstmatige filamenten; strippen en artikelen van dergelijke vorm, van synthetische of van kunstmatige textielstoffen

G

Hoofdstuk 55

Synthetische of kunstmatige stapelvezels

G

Hoofdstuk 56

Watten, vilt en gebonden textielvlies; speciale garens; bindgaren, touw en kabel, alsmede werken daarvan

G

Hoofdstuk 57

Tapijten

G

Hoofdstuk 58

Speciale weefsels; getufte textielstoffen; kant; tapisserieën; passementwerk; borduurwerk

G

Hoofdstuk 59

Weefsels, geïmpregneerd, bekleed, bedekt of met inlagen; technische artikelen van textielstoffen

G

Hoofdstuk 60

Brei- en haakwerk aan het stuk

G

Hoofdstuk 61

Kleding en kledingtoebehoren, van brei- of haakwerk

G

Hoofdstuk 62

Kleding en kledingtoebehoren, andere dan van brei- of haakwerk

G

Hoofdstuk 63

Andere geconfectioneerde artikelen van textiel; stellen of assortimenten; oude kleren en dergelijke; lompen en vodden

G

Hoofdstuk 64

Schoeisel, beenkappen en dergelijke artikelen; delen daarvan

G

Hoofdstuk 65

Hoofddeksels en delen daarvan

NG

Hoofdstuk 66

Paraplu’s, parasols, wandelstokken, zitstokken, zwepen, rijzwepen, alsmede delen daarvan

G

Hoofdstuk 67

Geprepareerde veren en geprepareerd dons en artikelen van veren of van dons; kunstbloemen; werken van mensenhaar

NG

Hoofdstuk 68

Werken van steen, van gips, van cement, van asbest, van mica en van dergelijke stoffen

NG

Hoofdstuk 69

Keramische producten

G

Hoofdstuk 70

Glas en glaswerk

G

ex hoofdstuk 71

Echte en gekweekte parels, edelstenen en halfedelstenen, edele metalen en metalen geplateerd met edele metalen, alsmede werken daarvan; fancybijouterieën; munten; behalve producten bedoeld bij post 7117

NG

7117

Fancybijouterieën

G

7202

Ferrolegeringen

G

Hoofdstuk 73

Werken van gietijzer, van ijzer en van staal

NG

Hoofdstuk 74

Koper en werken van koper

G

7505 12 00

Staven en profielen, van nikkellegeringen

NG

7505 22 00

Draad van nikkellegeringen

NG

7506 20 00

Platen, bladen en strippen, van nikkellegeringen

NG

7507 20 00

Hulpstukken voor buisleidingen, van nikkel

NG

ex hoofdstuk 76

Aluminium en werken van aluminium, met uitzondering van de producten bedoeld bij post 7601

G

ex hoofdstuk 78

Lood en werken van lood, met uitzondering van de producten bedoeld bij post 7801

G

ex hoofdstuk 79

Zink en werken van zink, met uitzondering van de producten bedoeld bij de posten 7901 en 7903

G

ex hoofdstuk 81

Andere onedele metalen; cermets; werken van deze stoffen, met uitzondering van de producten bedoeld bij de onderverdelingen 8101 10 00, 8101 94 00, 8102 10 00, 8102 94 00, 8104 11 00, 8104 19 00, 8107 20 00, 8108 20 00, 8108 30 00, 8109 20 00, 8110 10 00, 8112 21 90, 8112 51 00, 8112 59 00, 8112 92 en 8113 00 20

G

Hoofdstuk 82

Gereedschap; messenmakerswerk, lepels en vorken, van onedel metaal; delen van deze artikelen van onedel metaal

G

Hoofdstuk 83

Allerlei werken van onedele metalen

G

ex hoofdstuk 84

Kernreactoren, stoomketels, machines, toestellen en mechanische werktuigen, alsmede delen daarvan, behalve de producten bedoeld bij de 8401 10 00 en 8407 21 10

NG

8401 10 00

Kernreactoren

G

8407 21 10

Buitenboordmotoren, met een cilinderinhoud van niet meer dan 325 cm3

G

ex hoofdstuk 85

Elektrische machines, apparaten, uitrustingsstukken, alsmede delen daarvan; toestellen voor het opnemen of het weergeven van geluid, toestellen voor het opnemen of het weergeven van beelden en geluid voor televisie, alsmede delen en toebehoren van deze toestellen, behalve de producten bedoeld bij de onderverdelingen 8516 50 00, 8517 69 39, 8517 70 15, 8517 70 19, 8519 20, 8519 30, 8519 81 11 tot en met 8519 81 45, 8519 81 85 en 8519 89 11 tot en met 8519 89 19, de posten 8521, 8525 en 8527, de onderverdelingen 8528 49, 8528 59 en 8528 69 tot en met 8528 72, post 8529 en de onderverdelingen 8540 11 en 8540 12

NG

8516 50 00

Microgolfovens

G

8517 69 39

Ontvangtoestellen voor radiotelefonie of radiotelegrafie, andere dan draagbare ontvangtoestellen voor het oproepen van of berichtgeving aan personen

G

8517 70 15

8517 70 19

Antennes en antennereflectoren van alle soorten, andere dan antennes voor toestellen voor radiotelefonie of radiotelegrafie; delen waarvan kan worden onderkend dat zij bestemd zijn om samen met deze artikelen te worden gebruikt

G

8519 20

8519 30

Toestellen werkende op munten, bankbiljetten, bankkaarten, penningen of door andere wijze van betaling; platenspelers

G

8519 81 11 t/m

8519 81 45

Toestellen voor het weergeven van geluid (met inbegrip van cassettespelers), zonder ingebouwd apparaat voor het opnemen van geluid

G

8519 81 85

Andere toestellen voor het opnemen en het weergeven van geluid, werkend met magneetbanden, andere dan werkend met cassettes

G

8519 89 11 t/m

8519 89 19

Andere toestellen voor het weergeven van geluid, zonder ingebouwd apparaat voor het opnemen van geluid

G

8521

Video-opname- en videoweergaveapparaten, ook indien met ingebouwde videotuner

G

8525

Zendtoestellen voor radio-omroep of televisie, ook indien met ingebouwd ontvangtoestel of toestel voor het opnemen of het weergeven van geluid; televisiecamera’s; digitale fototoestellen en videocamera-opnametoestellen

G

8527

Ontvangtoestellen voor radio-omroep, ook indien in dezelfde kast gecombineerd met een toestel voor het opnemen of het weergeven van geluid of met een uurwerk

G

8528 49

8528 59

8528 69 t/m

8528 72

Monitors en projectietoestellen, niet uitgerust met ontvangtoestel voor televisie, andere dan van de soort die uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem als bedoeld bij post 8471; ontvangtoestellen voor televisie, ook indien met ingebouwd ontvangtoestel voor radio-omroep of toestel voor het opnemen of het weergeven van geluid of van beelden

G

8529

Delen waarvan kan worden onderkend dat zij uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn voor de toestellen bedoeld bij de posten 8525 tot en met 8528

G

8540 11

8540 12 00

Kathodestraalbuizen voor ontvangtoestellen voor televisie, buizen voor videomonitors daaronder begrepen, voor kleurenweergave of voor monochrome weergave (zwart-wit of ander)

G

Hoofdstuk 86

Rollend en ander materieel voor spoor- en tramwegen, alsmede delen daarvan; rollend en ander materieel voor spoor- en tramwegen, alsmede delen daarvan; mechanische (elektromechanische daaronder begrepen) signaal- en waarschuwingstoestellen voor het verkeer

NG

ex hoofdstuk 87

Automobielen, tractors, rijwielen, motorrijwielen en andere voertuigen voor vervoer over land, alsmede delen en toebehoren daarvan, behalve de producten bedoeld bij de posten 8702, 8703, 8704, 8705, 8706 00, 8707, 8708, 8709, 8711, 8712 00 en 8714

NG

8702

Automobielen voor het vervoer van tien of meer personen, de bestuurder daaronder begrepen

G

8703

Automobielen en andere motorvoertuigen hoofdzakelijk ontworpen voor personenvervoer (andere dan die bedoeld bij post 8702), motorvoertuigen van het type „station-wagon” of „break” en racewagens daaronder begrepen

G

8704

Automobielen voor goederenvervoer

G

8705

Automobielen voor bijzondere doeleinden (bijvoorbeeld takelwagens, kraanauto’s, brandweerauto’s, automobielen met menginstallatie voor beton, veegauto’s, sproeiauto’s, werkplaatsauto’s, röntgenauto’s), andere dan die hoofdzakelijk ontworpen voor het vervoer van personen of van goederen

G

8706 00

Chassis met motor, voor motorvoertuigen bedoeld bij de posten 8701 tot en met 8705

G

8707

Carrosserieën voor motorvoertuigen bedoeld bij de posten 8701 tot en met 8705, cabines daaronder begrepen

G

8708

Delen en toebehoren van motorvoertuigen bedoeld bij de posten 8701 tot en met 8705

G

8709

Transportwagens met eigen beweegkracht, niet voorzien van een hefsysteem, van de soort gebruikt in fabrieken, in opslagplaatsen, op haventerreinen of op vliegvelden, voor het vervoer van goederen over korte afstanden; trekkers van de soort gebruikt voor het trekken van perronwagentjes; delen daarvan

G

8711

Motorrijwielen en rijwielen met hulpmotor, ook indien met zijspan; zijspanwagens

G

8712 00

Rijwielen (bakfietsen daaronder begrepen), zonder motor

G

8714

Delen en toebehoren van de voertuigen bedoeld bij de posten 8711 tot en met 8713

G

Hoofdstuk 88

Luchtvaart en ruimtevaart

NG

Hoofdstuk 89

Scheepvaart

NG

Hoofdstuk 90

Optische instrumenten, apparaten en toestellen; instrumenten, apparaten en toestellen voor de fotografie en de cinematografie; meet-, verificatie-, controle- en precisie-instrumenten, medische en chirurgische instrumenten, apparaten en toestellen; delen en toebehoren van deze instrumenten, apparaten en toestellen

G

Hoofdstuk 91

Uurwerken

G

Hoofdstuk 92

Muziekinstrumenten; delen en toebehoren van muziekinstrumenten

NG

ex hoofdstuk 94

Meubelen (ook voor medisch of voor chirurgisch gebruik); artikelen voor bedden en dergelijke artikelen; verlichtingstoestellen, elders genoemd noch elders onder begrepen; lichtreclames, verlichte aanwijzingsborden en dergelijke artikelen; geprefabriceerde bouwwerken, behalve de producten bedoeld bij post 9405

NG

9405

Verlichtingstoestellen (zoeklichten en schijnwerpers daaronder begrepen) en delen daarvan, elders genoemd noch elders onder begrepen; lichtreclames, verlichte aanwijzingsborden en dergelijke artikelen, voorzien van een vaste lichtbron, alsmede elders genoemde noch elders onder begrepen delen daarvan

G

ex hoofdstuk 95

Speelgoed, spellen, artikelen voor ontspanning en sportartikelen; delen en toebehoren daarvan, behalve de producten bedoeld bij de onderverdelingen 9503 00 30 tot en met 9503 00 99

NG

9503 00 30 t/m

9503 00 99

Ander speelgoed; modellen op schaal en dergelijke modellen voor ontspanning, ook indien bewegend; puzzels van alle soorten

G

Hoofdstuk 96

Diverse werken

NS

 

  • (1) 
    De in afdeling 1 van hoofdstuk II vervatte regeling is niet van toepassing op de producten van deze post.
  • (2) 
    Voor de producten van onderverdeling 0306 13 bedraagt het recht in het kader van de in afdeling 2 van hoofdstuk II vervatte regeling 3,6 %.
  • (3) 
    De in afdeling 1 van hoofdstuk II vervatte regeling is niet van toepassing op het product bedoeld bij deze onderverdeling.
  • (4) 
    In het kader van de in afdeling 2 van hoofdstuk II vervatte regeling wordt voor de producten bedoeld bij GN-onderverdeling 1704 10 90 het specifieke recht beperkt tot 16 % van de douanewaarde.
 

BIJLAGE III

IN ARTIKEL 8 BEDOELDE VERDRAGEN

DEEL A

VN/ILO-verdragen betreffende fundamentele arbeids- en mensenrechten

 

1.

Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten

 

2.

Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten

 

3.

Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie

 

4.

Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen

 

5.

Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing

 

6.

Verdrag inzake de rechten van het kind

 

7.

Verdrag inzake de voorkoming en de bestraffing van genocide

 

8.

Verdrag betreffende de minimumleeftijd voor toelating tot het arbeidsproces (nr. 138)

 

9.

Verdrag betreffende het verbod op en de onmiddellijke actie voor de uitbanning van de ergste vormen van kinderarbeid (nr. 182)

 

10.

Verdrag betreffende de afschaffing van gedwongen arbeid (nr. 105)

 

11.

Verdrag betreffende de gedwongen of verplichte arbeid (nr. 29)

 

12.

Verdrag betreffende gelijke beloning van mannelijke en vrouwelijke arbeidskrachten voor arbeid van gelijke waarde (nr. 100)

 

13.

Verdrag betreffende discriminatie in arbeid en beroep (nr. 111)

 

14.

Verdrag betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht (nr. 87)

 

15.

Verdrag betreffende de toepassing van de beginselen van het recht zich te organiseren en collectief te onderhandelen (nr. 98)

 

16.

Internationaal Verdrag inzake de bestrijding en bestraffing van de misdaad van apartheid

DEEL B

Verdragen betreffende beginselen op het gebied van milieu en goed bestuur

 

17.

Protocol van Montreal betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken

 

18.

Verdrag van Bazel inzake de beheersing van de grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen en de verwijdering ervan

 

19.

Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen

 

20.

Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde dier- en plantensoorten

 

21.

Verdrag inzake biologische diversiteit

 

22.

Protocol van Cartagena inzake bioveiligheid

 

23.

Protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering

 

24.

Enkelvoudig Verdrag van de Verenigde Naties inzake verdovende middelen (1961)

 

25.

Verdrag inzake psychotrope stoffen (1971)

 

26.

Verdrag van de Verenigde Naties tegen de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen (1988)

 

27.

Verdrag van de Verenigde Naties ter bestrijding van corruptie (Mexico)

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.