Verordening 2008/299 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 396/2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong, wat de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden betreft - Hoofdinhoud
9.4.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 97/67 |
VERORDENING (EG) Nr. 299/2008 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 11 maart 2008
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 396/2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong, wat de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden betreft
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37 en artikel 152, lid 4, onder b),
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Na raadpleging van het Comité van de Regio's,
Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (2),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad (3) bepaalt dat een aantal maatregelen dient te worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (4). |
(2) |
Besluit 1999/468/EG is gewijzigd bij Besluit 2006/512/EG, waardoor de regelgevingsprocedure met toetsing is ingevoerd voor de aanneming van maatregelen van algemene strekking tot wijziging van niet-essentiële onderdelen van een volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag aangenomen basisbesluit, onder meer door sommige van deze niet-essentiële onderdelen te schrappen of door het besluit aan te vullen met nieuwe niet-essentiële onderdelen. |
(3) |
Opdat de regelgevingsprocedure met toetsing kan worden toegepast op op grond van de procedure van artikel 251 van het Verdrag vastgestelde, reeds geldende besluiten, moeten, overeenkomstig de verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (5) betreffende Besluit 2006/512/EG, deze besluiten volgens de geldende procedures worden aangepast. |
(4) |
De Commissie moet de bevoegdheid worden gegeven om de werkingssfeer van Verordening (EG) nr. 396/2005 te omschrijven en de criteria te bepalen die nodig zijn voor de vaststelling van bepaalde maximumresidugehalten (MRL's) van bestrijdingsmiddelen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong, die in de desbetreffende bijlagen bij deze verordening zijn opgenomen. Daar het maatregelen van algemene strekking betreft tot wijziging van niet-essentiële onderdelen van Verordening (EG) nr. 396/2005, onder meer door haar aan te vullen met nieuwe niet-essentiële onderdelen, moeten zij worden vastgesteld volgens de in artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG bepaalde regelgevingsprocedure met toetsing. |
(5) |
Om redenen van doeltreffendheid en om de economische actoren een snel besluitvormingsproces te garanderen en tegelijkertijd een hoge mate van consumentenbescherming te waarborgen, moeten de normale termijnen van de regelgevingsprocedure met toetsing voor de vaststelling van maatregelen ter aanneming, opneming, uitvoering, wijziging of schrapping van MRL's en ter vaststelling van een lijst van werkzame stoffen waarvoor geen MRL's zijn vereist en van een lijst combinaties werkzame stof/product waarbij de werkzame stoffen als fumigatiemiddel worden gebruikt voor behandeling na de oogst, worden ingekort. |
(6) |
Wanneer om dwingende urgente redenen, met name wanneer er een risico voor de gezondheid van mens of dier bestaat, de normale termijnen voor de regelgevingsprocedure met toetsing niet kunnen worden nageleefd, moet de Commissie voor de voor de aanneming, opneming, uitvoering, wijziging of schrapping van MRL's, de in artikel 5 bis, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bepaalde urgentieprocedure kunnen toepassen. |
(7) |
Verordening (EG) nr. 396/2005 moet dan ook dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijzigingen
Verordening (EG) nr. 396/2005 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 4, lid 1, wordt vervangen door: „1. De in artikel 2, lid 1, bedoelde producten, groepen van producten en/of delen daarvan, waarvoor geharmoniseerde MRL's gelden, worden vastgesteld en behandeld in bijlage I. Deze maatregel, die niet-essentiële onderdelen van deze verordening beoogt te wijzigen, wordt vastgesteld volgens de in artikel 45, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing. Bijlage I omvat alle producten waarvoor uitdrukkelijk een MRL is vastgesteld, alsmede de andere producten waarvoor het aangewezen is geharmoniseerde MRL's toe te passen, gelet met name op hun aandeel in de voeding van de consument of in de handel. De producten worden zodanig gegroepeerd dat, voor zover mogelijk, één MRL kan worden vastgesteld voor een groep soortgelijke of aanverwante producten.”. |
2) |
Artikel 5, lid 1, wordt vervangen door: „1. De in het kader van Richtlijn 91/414/EEG geëvalueerde werkzame stoffen van gewasbeschermingsmiddelen ten aanzien waarvan geen MRL's vereist zijn, worden vastgesteld en opgenomen in de lijst in bijlage IV daarbij, met inachtneming van de toepassingen van die werkzame stoffen en het bepaalde in artikel 14, lid 2, onder a), c) en d), van deze verordening. Deze maatregelen, die niet-essentiële onderdelen van deze verordening beogen te wijzigen, worden vastgesteld volgens de in artikel 45, lid 4, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.”. |
3) |
Artikel 8, lid 2, wordt vervangen door: „2. De aanvragen worden geëvalueerd overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van de uniforme beginselen voor het evalueren en toelaten van gewasbestrijdingsmiddelen die zijn opgenomen in bijlage VI bij Richtlijn 91/414/EEG, of overeenkomstig specifieke evaluatiebeginselen die bij een verordening van de Commissie worden vastgesteld. Deze verordening, die niet-essentiële onderdelen van deze verordening beoogt te wijzigen door haar aan te vullen, wordt vastgesteld volgens de in artikel 45, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.”. |
4) |
Artikel 14, lid 1, wordt vervangen door: „1. Na ontvangst van het advies van de Autoriteit stelt de Commissie, rekening houdend met dat advies, onverwijld en binnen drie maanden een van de volgende besluiten vast:
|
5) |
Artikel 15, lid 2, wordt vervangen door: „2. Wanneer overeenkomstig het bepaalde in lid 1, onder b), een tijdelijk MRL wordt vastgesteld, wordt dit uit bijlage III geschrapt bij een verordening die één jaar na de datum van het besluit tot opneming of niet-opneming van de betrokken werkzame stof in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG wordt aangenomen. Deze verordening, die niet-essentiële onderdelen van deze verordening beoogt te wijzigen, wordt vastgesteld volgens de in artikel 45, lid 4, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing. Om dwingende urgente redenen kan de Commissie gebruikmaken van de in artikel 45, lid 5, bedoelde urgentieprocedure om een hoog niveau van consumentenbescherming te waarborgen. Op verzoek van een of meer lidstaten kan een tijdelijk MRL evenwel gedurende een extra jaar opgenomen blijven, in afwachting van de bevestiging dat al het nodige wetenschappelijk onderzoek ter ondersteuning van een aanvraag tot vaststelling van een MRL is uitgevoerd. Wanneer deze bevestiging wordt gegeven, blijft het tijdelijk MRL nog twee jaar langer opgenomen, op voorwaarde dat er geen onaanvaardbare veiligheidsrisico's voor de consument zijn vastgesteld.”. |
6) |
Artikel 18 wordt vervangen door: „Artikel 18 Inachtneming van MRL's
Maatregelen die niet-essentiële onderdelen van deze verordening beogen te wijzigen en die de omschrijving van de in bijlage VII vermelde combinaties werkzame stof/product betreffen, worden vastgesteld volgens de in artikel 45, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.
|
7) |
Artikel 20, lid 2, wordt vervangen door: „2. Specifieke concentratie- of verdunningsfactoren voor bepaalde verwerkings- en/of mengprocedés of voor bepaalde verwerkte producten en/of mengproducten kunnen worden opgenomen in bijlage VI. Deze maatregel, die niet-essentiële onderdelen van deze verordening beoogt te wijzigen, wordt vastgesteld volgens de in artikel 45, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.”. |
8) |
Artikel 21, lid 1, wordt vervangen door: „1. MRL's voor in bijlage I bedoelde producten worden de eerste keer vastgesteld en opgenomen in de lijst in bijlage II, waarin tevens de bij de Richtlijnen 86/362/EEG, 86/363/EEG en 90/642/EEG vastgestelde MRL's worden vermeld, met inachtneming van de in artikel 14, lid 2, van deze verordening, vermelde criteria. Deze maatregelen, die niet-essentiële onderdelen van deze verordening beogen te wijzigen, worden vastgesteld volgens de in artikel 45, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.”. |
9) |
Artikel 22, lid 1, wordt vervangen door: „1. Tijdelijke MRL's voor werkzame stoffen waarvoor nog geen besluit is genomen inzake de opneming of niet-opneming in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG, worden, tenzij zij reeds in bijlage II bij deze richtlijn zijn vermeld, de eerste keer vastgesteld en opgenomen in de lijst in bijlage III, rekening houdend met de door de lidstaten verstrekte informatie, en, in voorkomend geval, met inachtneming van het in artikel 24 vermelde met redenen omklede advies, alsmede van de elementen bedoeld in artikel 14, lid 2, en van de volgende MRL's:
Deze maatregelen, die niet-essentiële onderdelen van deze verordening beogen te wijzigen, worden vastgesteld volgens de in artikel 45, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.”. |
10) |
Artikel 27, lid 2, wordt vervangen door: „2. Maatregelen die niet-essentiële onderdelen van deze verordening beogen te wijzigen door haar aan te vullen en die de vaststelling van de bemonsteringsmethoden die nodig zijn voor het uitvoeren van deze controles op bestrijdingsmiddelenresiduen in andere producten dan die welke bedoeld zijn bij Richtlijn 2002/63/EG (7) betreffen, worden vastgesteld volgens de in artikel 45, lid 3, van deze verordening bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing. |
11) |
Artikel 45 wordt vervangen door: „Artikel 45 Comitéprocedure
De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op drie maanden.
De in artikel 5 bis, lid 3, onder c), en lid 4, onder b) en e), van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijnen worden vastgesteld op respectievelijk twee maanden, één maand en twee maanden.
|
12) |
Artikel 46 wordt vervangen door: „Artikel 46 Uitvoeringsmaatregelen
|
13) |
Artikel 49 wordt vervangen door: „Artikel 49 Overgangsmaatregelen
Teneinde een hoog niveau van consumentenbescherming te waarborgen, kunnen evenwel passende maatregelen met betrekking tot deze producten worden genomen. Deze maatregelen, die niet-essentiële onderdelen van deze verordening beogen te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 45, lid 5, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.
|
Artikel 2
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Straatsburg, 11 maart 2008.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
H.-G. PÖTTERING
Voor de Raad
De voorzitter
-
J.LENARČIČ
-
Advies van het Europees Parlement van 29 november 2007 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 3 maart 2008.
-
PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 178/2006 van de Commissie (PB L 29 van 2.2.2006, blz. 3).
-
PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23. Besluit gewijzigd bij Besluit 2006/512/EG (PB L 200 van 22.7.2006, blz. 11).
-
Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1). Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2007/41/EG van de Commissie (PB L 169 van 29.6.2007, blz. 51).”.
-
Richtlijn 2002/63/EG van de Commissie van 11 juli 2002 houdende vaststelling van communautaire bemonsteringsmethoden voor de officiële controle op residuen van bestrijdingsmiddelen in en op producten van plantaardige en van dierlijke oorsprong en tot intrekking van Richtlijn 79/700/EEG (PB L 187 van 16.7.2002, blz. 30).”.
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.