Verordening 2003/1726 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 417/2002 betreffende het versneld invoeren van de vereisten inzake een dubbelwandige uitvoering of een gelijkwaardig ontwerp voor enkelwandige olietankschepen

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 32003R1726

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

32003R1726

Verordening (EG) nr. 1726/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 juli 2003 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 417/2002 betreffende het versneld invoeren van de vereisten inzake een dubbelwandige uitvoering of een gelijkwaardig ontwerp voor enkelwandige olietankschepen

Publicatieblad Nr. L 249 van 01/10/2003 blz. 0001 - 0004

Verordening (EG) nr. 1726/2003 van het Europees Parlement en de Raad

van 22 juli 2003

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 417/2002 betreffende het versneld invoeren van de vereisten inzake een dubbelwandige uitvoering of een gelijkwaardig ontwerp voor enkelwandige olietankschepen

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 80, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie(1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité(2),

Na raadpleging van het Comité van de Regio's,

Overeenkomstig de procedure van artikel 251 van het Verdrag(3),

Overwegende hetgeen volgt:

  • (1) 
    Bij Verordening (EG) nr. 417/2002(4) is een regeling vastgesteld voor de versnelde invoering van de toepassing van de vereisten inzake een dubbelwandige uitvoering of een gelijkwaardig ontwerp van het Marpol-verdrag van 73/78 voor enkelwandige olietankschepen, teneinde het risico van door ongevallen veroorzaakte olieverontreiniging in de Europese wateren te verminderen.
  • (2) 
    De Commissie en de lidstaten dienen alles in het werk te stellen opdat in 2003 op mondiaal niveau, door amendering van het Marpol-verdrag, regelingen kunnen worden vastgesteld die vergelijkbaar zijn met Verordening (EG) nr. 417/2002. De Raad en de Commissie zijn verheugd over de bereidheid van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) om in december 2003 een extra bijeenkomst van de Commissie voor de bescherming van het mariene milieu (MEPC) te beleggen, met het oog op een internationale oplossing voor het versneld uit de vaart nemen van enkelwandige olietankschepen en voor het invoeren, op korte termijn, van een verbod op het vervoer van zware oliesoorten in enkelwandige tankers.
  • (3) 
    De Gemeenschap vreest dat de in Verordening (EG) nr. 417/2002 voor de exploitatie van enkelwandige olietankschepen gestelde ouderdomsgrenzen niet streng genoeg zijn en dat, vooral na de schipbreuk van het enkelwandige olietankschip van categorie 1, de "Prestige", die dezelfde ouderdom had als de "Erika", namelijk 26 jaar, die ouderdomsgrenzen verder dienen te worden verlaagd.
  • (4) 
    In de Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de veiligheid van het vervoer van olie over zee werden ouderdomsgrenzen voorgesteld van 23, 28 en 25 tot 30 jaar voor respectievelijk drie categorieën van enkelwandige olietankschepen, alsmede de uiterste data van respectievelijk 2005, 2010 en 2015 voor dergelijke tankschepen. In het aanvankelijke voorstel van de Commissie was bepaald dat de verordening van toepassing zou zijn op olietankschepen met een draagvermogen van 600 ton massa en meer. De grenswaarden die na onderhandelingen uiteindelijk in Verordening (EG) nr. 417/2002 werden opgenomen, zijn in alle opzichten minder streng.
  • (5) 
    In de Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en aan de Raad inzake verhoging van de veiligheid op zee naar aanleiding van het ongeval met de Prestige werd gezegd dat de Commissie voornemens was een verordening voor te stellen die het vervoer van zware stookolie in enkelwandige tankschepen naar of vanuit havens in de lidstaten zou verbieden.
  • (6) 
    In de conclusies van de Raad van 6 december 2002 wordt de Commissie verzocht om bij hoogdringendheid een voorstel in te dienen voor het versneld uit de vaart nemen van enkelwandige tankschepen en daarin de keuringsregeling scheepvaart (Condition Assessment Scheme) te laten gelden voor tankschepen, ongeacht het ontwerp ervan, vanaf de ouderdom van 15 jaar. De Raad stemde er voorts mee in dat zware soorten olie uitsluitend in dubbelwandige olietankschepen mogen worden vervoerd.
  • (7) 
    Door het versneld uit de vaart nemen van enkelwandige schepen zal het aantal te slopen schepen aanzienlijk toenemen, zodat er dient te worden gestreefd naar een voor mens en milieu veilige verwerking van sloopschepen.
  • (8) 
    De keuringsregeling scheepvaart is bedoeld om constructiegebreken op te sporen in ouder wordende olietankschepen en dient daarom vanaf 2005 van toepassing te zijn op alle olietankschepen ouder dan 15 jaar.
  • (9) 
    Het Europees Parlement verzocht in zijn resolutie van 21 november 2002 over de ramp met het olietankschip de Prestige voor de kust van Galicië om strengere maatregelen die sneller van kracht konden worden, en verklaarde dat deze nieuwe olietankerramp andermaal de noodzaak aantoonde van doeltreffende maatregelen op internationaal en EU-niveau om de veiligheid op zee drastisch te verbeteren.
  • (10) 
    De Commissie dient van de Raad en de lidstaten mandaat te ontvangen voor onderhandelingen in het kader van de IMO over de invoering van de bepalingen van deze verordening.
  • (11) 
    Gelet op het gevaar voor het mariene milieu, vooral in de winter, van de snelle groei van het olietransport via de Oostzee, dienen constructie en motor van olietankschepen die een haven of offshoreterminal onder de rechtsbevoegdheid van een lidstaat binnenvaren of uitvaren, dan wel in een onder de rechtsbevoegdheid van een lidstaat vallend gebied voor anker gaan, telkens wanneer de ijsgang zulks vereist, voorzien te zijn van een versterking tegen ijs die voldoet aan de voorschriften van deze lidstaat.
  • (12) 
    Het is van wezenlijk belang dat derde landen, met name kandidaat-lidstaten en buurlanden van de EU, ertoe worden overtuigd enkelwandige olietankschepen uit de vaart te nemen.
  • (13) 
    Vracht- en containerschepen hebben vaak als brandstof een hoeveelheid zware olie (Heavy Fuel Oil, HFO) aan boord die aanzienlijk groter kan zijn dan de lading van kleinere olietankschepen. De Commissie dient zo spoedig mogelijk aan de Raad en het Parlement een voorstel voor te leggen om ervoor te zorgen, dat bij nieuwe schepen de als brandstof ingenomen olie in veilige dubbelwandige tanks wordt opgeslagen.
  • (14) 
    Europese werven beschikken over de nodige knowhow voor de bouw van dubbelwandige tankschepen. Daarom dienen de Commissie en de lidstaten met geschikte instrumenten en programma's ervoor te zorgen dat de door deze verordening toegenomen vraag naar veilige dubbelwandige tankschepen positieve gevolgen heeft voor de scheepsbouwsector in de Gemeenschap.
  • (15) 
    Verordening (EG) nr. 417/2002 dient dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 417/2002 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    in artikel 1 wordt het volgende toegevoegd:"en het invoeren van een verbod op het vervoer naar of vanuit havens in de lidstaten van zware soorten olie in enkelwandige olietankschepen.";
  • 2. 
    in artikel 2 wordt lid 1 vervangen door:

"1. Deze verordening is van toepassing op olietankschepen met een draagvermogen van 5000 ton en meer,

  • die, ongeacht de vlag waaronder zij varen, een onder de rechtsbevoegdheid van een lidstaat vallende haven of offshoreterminal binnenvaren of uitvaren, of in een onder de rechtsbevoegdheid van een lidstaat vallend gebied voor anker gaan, of
  • die onder de vlag van een lidstaat varen.

Ten behoeve van artikel 4, lid 3, is deze verordening van toepassing op olietankschepen met een draagvermogen van 600 ton en meer.";

  • 3. 
    artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
  • a) 
    punt 10 wordt vervangen door:

"10. 'dubbelwandig olietankschip': een olietankschip dat voldoet aan de vereisten inzake een dubbelwandige uitvoering of een gelijkwaardig ontwerp van voorschrift 13F van bijlage I bij Marpol 73/78, of een olietankschip dat voldoet aan de vereisten van lid 1, onder c), van het herziene voorschrift 13G van bijlage I bij Marpol 73/78 geldt eveneens als een dubbelwandig olietankschip.;";

  • b) 
    het volgende punt wordt toegevoegd:

"14. 'zware oliesoorten':

  • a) 
    stookolie met een dichtheid bij 15 °C van meer dan 900 kg/m3(5);
  • b) 
    stookolie met een dichtheid bij 15 °C van meer dan 900 kg/m3 of een kinematische viscositeit bij 50 °C van meer dan 180 mm2/s(6);
  • c) 
    bitumen en teer en emulsies daarvan.";
  • 4. 
    artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
  • a) 
    in lid 1 worden de punten a) en b) vervangen door:

"a) voor olietankschepen van categorie 1:

  • 2003 voor schepen die in 1980 of eerder zijn opgeleverd,
  • 2004 voor schepen die in 1981 zijn opgeleverd,
  • 2005 voor schepen die in 1982 of later zijn opgeleverd;
  • b) 
    voor olietankschepen van categorie 2 en 3:
  • 2003 voor schepen die in 1975 of eerder zijn opgeleverd,
  • 2004 voor schepen die in 1976 zijn opgeleverd,
  • 2005 voor schepen die in 1977 zijn opgeleverd,
  • 2006 voor schepen die in 1978 en 1979 zijn opgeleverd,
  • 2007 voor schepen die in 1980 en 1981 zijn opgeleverd,
  • 2008 voor schepen die in 1982 zijn opgeleverd,
  • 2009 voor schepen die in 1983 zijn opgeleverd,
  • 2010 voor schepen die in 1984 of later zijn opgeleverd.;";
  • b) 
    punt c) wordt geschrapt;
  • c) 
    het volgende lid wordt toegevoegd:

"2. Olietankschepen van categorie 2 of categorie 3 die alleen maar beschikken over niet voor vervoer van olie gebruikte dubbele bodemruimten of dubbele scheepshuiden die zich over de gehele lengte van de ladingtank uitstrekken of over niet voor vervoer van olie gebruikte dubbelwandige ruimten die zich over de gehele lengte van de ladingtank uitstrekken, en die niet voldoen aan de voorwaarden voor vrijstelling van het bepaalde in lid 1, onder c), van het herziene voorschrift 13G van bijlage I bij Marpol 73/78 mogen, ongeacht het bepaalde in lid 1, in de vaart blijven, doch niet na hun opleveringsverjaardag in 2015 en ook niet na de dag waarop het schip, te rekenen vanaf de opleveringsdatum, 25 jaar wordt.";

  • d) 
    lid 2 wordt vervangen door:

"3. Olietankschepen die zware oliesoorten vervoeren mogen, ongeacht de vlag waaronder zij varen, onder de rechtsbevoegdheid van een lidstaat vallende havens of offshoreterminals niet binnenvaren of uitvaren en mogen in een onder de rechtsbevoegdheid van een lidstaat vallend gebied niet voor anker gaan, tenzij het gaat om een dubbelwandig olietankschip.";

  • e) 
    de volgende leden worden toegevoegd:

"4. Olietankschepen die uitsluitend in havens en in de binnenvaart worden gebruikt, kunnen van het vereiste van lid 3 worden vrijgesteld, indien zij op grond van de binnenvaartvoorschriften zijn toegelaten.

  • 5. 
    Olietankschepen met een draagvermogen van minder dan 5000 ton voldoen uiterlijk op hun opleveringsverjaardag in 2008 aan lid 2.
  • 6. 
    Tot 21 oktober 2005 kan een lidstaat, indien de ijsgang het gebruik van een tegen ijs versterkt schip vereist, het binnenvaren of uitvaren van een onder zijn rechtsbevoegdheid vallende haven of offshoreterminal, of het voor anker gaan in een onder zijn rechtsbevoegdheid vallend gebied, toestaan voor zware olie vervoerende enkelwandige olietankschepen die tegen ijs zijn versterkt en beschikken over dubbele bodemruimten welke niet voor het vervoer van olie worden gebruikt en zich over de gehele lengte van de ladingtank uitstrekken, mits die olie uitsluitend in de middelste tanks wordt vervoerd.";
  • 5. 
    artikel 5 wordt vervangen door:

"Artikel 5

Naleving van de keuringsregeling scheepvaart (Condition Assessment Scheme - CAS) voor schepen van categorie 2 en categorie 3

Enkelwandige olietankschepen van categorie 2 en categorie 3 die ouder zijn dan 15 jaar mogen, ongeacht de vlag waaronder zij varen, na de verjaardag in 2005, een onder de rechtsbevoegdheid van een lidstaat vallende haven of offshoreterminal niet binnenvaren of uitvaren, of in een onder de rechtsbevoegdheid van een lidstaat vallend gebied niet voor anker gaan, tenzij zij voldoen aan de in artikel 6 bedoelde keuringsregeling scheepvaart.";

  • 6. 
    artikel 6 wordt vervangen door:

"Artikel 6

Keuringsregeling scheepvaart

Voor de toepassing van artikel 5 is de bij MEPC-resolutie 94(46) van 27 april 2001 aangenomen gewijzigde versie van de keuringsregeling scheepvaart van toepassing.";

  • 7. 
    in artikel 8 wordt de inleidende formule van lid 1 vervangen door:

"1. In afwijking van de artikelen 4, 5 en 7, kan de bevoegde instantie van een lidstaat, onverminderd nationale bepalingen, in uitzonderlijke omstandigheden toelaten dat een afzonderlijk schip een onder de rechtsbevoegdheid van die lidstaat vallende haven of offshoreterminal binnenvaart of uitvaart, of in een onder de rechtsbevoegdheid van die lidstaat vallend gebied voor anker gaat, indien".

Artikel 2

Het voorzitterschap van de Raad, dat daarbij namens de lidstaten optreedt, en de Commissie stellen gezamenlijk de IMO in kennis van de vaststelling van deze verordening, waarbij wordt verwezen naar artikel 211, lid 3, van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 juli 2003.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

  • P. 
    Cox

Voor de Raad

De voorzitter

  • G. 
    Alemanno
  • (1) 
    Nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad.
  • (2) 
    PB C 133 van 6.6.2003, blz. 97.
  • (3) 
    Advies van het Europees Parlement van 4 juni 2003 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 22 juli 2003.
  • (4) 
    PB L 64 van 7.3.2002, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2099/2002 (PB L 324 van 29.11.2002, blz. 1).
  • (5) 
    Dit komt overeen met een API-klasse van lager dan 25,7.
  • (6) 
    Dit komt overeen met een kinematische viscositeit van meer dan 180 cSt.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.