Verordening 2002/1991 - Wijziging van Verordening 577/98 betreffende de organisatie van een steekproefenquête naar de arbeidskrachten in de EG - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
|
Verordening (EG) nr. 1991/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 8 oktober 2002 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 577/98 van de Raad betreffende de organisatie van een steekproefenquête naar de arbeidskrachten in de Gemeenschap
Publicatieblad Nr. L 308 van 09/11/2002 blz. 0001 - 0002
Verordening (EG) nr. 1991/2002 van het Europees Parlement en de Raad
van 8 oktober 2002
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 577/98 van de Raad betreffende de organisatie van een steekproefenquête naar de arbeidskrachten in de Gemeenschap
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 258, lid 1,
Gezien het voorstel van de Commissie(1),
Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité(2),
Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag(3),
Overwegende hetgeen volgt:
-
(1)Verordening (EG) nr. 577/98 van de Raad betreffende de organisatie van een steekproefenquête naar de arbeidskrachten in de Gemeenschap(4) bevat de basisvoorschriften voor een steekproefenquête naar de arbeidskrachten die zo is opgezet dat vergelijkbare statistische informatie over de omvang, de structuur en de ontwikkeling van de werkgelegenheid en de werkloosheid in de lidstaten wordt verkregen.
-
(2)In het actieplan voor de statistische eisen van de EMU, waaraan de Raad op 19 januari 2001 zijn goedkeuring hechtte, werd een snelle implementatie door alle lidstaten van de ingevolge Verordening (EG) nr. 577/98 vereiste doorlopende steekproefenquête naar de arbeidskrachten als prioritaire actie aangemerkt.
-
(3)Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 577/98 is nu voldoende tijd verstreken om alle lidstaten in staat te stellen de maatregelen te treffen en de verbintenissen aan te gaan die nodig zijn voor een volledige tenuitvoerlegging van die verordening; dit is echter nog niet door alle lidstaten gedaan. Daarom moet de afwijking op grond waarvan de lidstaten zich tot een jaarlijkse enquête kunnen beperken, aan een tijdslimiet worden gebonden.
-
(4)De voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 577/98 vereiste maatregelen dienen te worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden(5).
-
(5)Verordening (EG) nr. 577/98 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.
-
(6)Het bij Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad(6) ingestelde Comité statistisch programma is overeenkomstig artikel 3 van dat besluit geraadpleegd,
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EG) nr. 577/98 wordt als volgt gewijzigd:
-
1.in artikel 1 wordt de tweede alinea vervangen door: "Bij de enquête gaat het om een doorlopende enquête die kwartaal- en jaarresultaten oplevert. Gedurende een overgangsperiode die niet langer duurt dan tot en met 31 december 2002, houden lidstaten die niet in staat zijn een doorlopende enquête te houden, in plaats daarvan evenwel in het voorjaar een jaarlijkse enquête.
In afwijking hiervan duurt de overgangsperiode:
-
a)voor Italië tot en met 31 december 2003;
-
b)voor Duitsland tot en met 31 december 2004 mits Duitsland elk kwartaal vervangende schattingen verstrekt van de belangrijkste steekproefenquête-aggregaten naar de arbeidskrachten alsmede jaarlijkse gemiddelde schattingen van sommige specifieke steekproefenquête-aggregaten naar de arbeidskrachten.";
-
2.artikel 8 wordt vervangen door: "Artikel 8
Procedure
-
1.De Commissie wordt bijgestaan door het bij Besluit 89/382/EEG, Euratom(7), ingestelde Comité statistisch programma.
-
2.In de gevallen waarin naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG(8) van toepassing, met inachtneming van het bepaalde in artikel 8 van dat besluit.
De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn bedraagt drie maanden.
-
3.Het comité stelt zijn reglement van orde vast.".
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Luxemburg, 8 oktober 2002.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
-
P.Cox
Voor de Raad
De voorzitter
-
T.Pedersen
-
(1)PB C 270 E van 25.9.2001, blz. 23.
-
(2)PB C 48 van 21.2.2002, blz. 67.
-
(3)Advies van het Europees Parlement van 11 december 2001 (PB C 177 E van 25.7.2002, blz. 30), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 15 april 2002 (PB C 145 E van 18.6.2002, blz. 122) en besluit van het Europees Parlement van 11 juni 2002 (nog niet verschenen in het Publicatieblad).
-
(4)PB L 77 van 14.3.1998, blz. 3.
-
(5)PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.
-
(6)PB L 181 van 28.6.1989, blz. 47.
-
(7)PB L 181 van 28.6.1989, blz. 47.
-
(8)PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.