Verordening 2001/1227 - Afwijking van enkele bepalingen van Verordening (EG) nr. 2792/1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor de structurele acties van de EG in de visserijsector

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 32001R1227

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

32001R1227

Verordening (EG) nr. 1227/2001 van de Raad van 18 juni 2001 houdende afwijking van enkele bepalingen van Verordening (EG) nr. 2792/1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor de structurele acties van de Gemeenschap in de visserijsector

Publicatieblad Nr. L 168 van 23/06/2001 blz. 0001 - 0002

Verordening (EG) nr. 1227/2001 van de Raad

van 18 juni 2001

houdende afwijking van enkele bepalingen van Verordening (EG) nr. 2792/1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor de structurele acties van de Gemeenschap in de visserijsector

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 36 en 37,

Gezien het voorstel van de Commissie(1),

Gezien het advies van het Europees Parlement(2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité(3)

Overwegende hetgeen volgt:

  • (1) 
    Bij Verordening (EG) nr. 2792/1999(4) zijn de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor de structurele acties van de Gemeenschap in de visserijsector vastgesteld; in artikel 16 van deze verordening zijn de voorwaarden vastgesteld waarop de lidstaten aan vissers en eigenaars van vaartuigen voor de tijdelijke stillegging van activiteiten in geval van niet-vernieuwing of opschorting van een visserijovereenkomst vergoedingen kunnen toekennen die ten dele door het financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (FIOV) worden gefinancierd.
  • (2) 
    De niet-vernieuwing van de visserijovereenkomst met Marokko, die op 30 november 1999 is afgelopen, heeft zodanig ingrijpende sociale en economische gevolgen gehad dat het verantwoord is de maximumtermijn voor het verlenen van de betrokken vergoedingen te verlengen om de uitvoering van de plannen voor de omschakeling van de betrokken vloten, zoals die door de Commissie op 30 oktober 2000 zijn goedgekeurd, mogelijk te maken.
  • (3) 
    De financiële bijstand die sinds 1 januari 2000 door het FIOV aan de door deze situatie getroffen vissers en eigenaars van vaartuigen is uitgekeerd is zodanig groot dat het saldo van de FIOV-kredieten dat in de structuurprogramma's van de betrokken lidstaten nog beschikbaar is uit hoofde van artikel 16 van Verordening (EG) nr. 2792/1999 onvoldoende is om tot 31 december 2006 andere maatregelen van enige omvang in het kader van dit artikel 16 te kunnen uitvoeren. Het is dan ook dienstig om af te wijken van de in lid 3 van voornoemd artikel vermelde drempels, zonder evenwel de totale FIOV-kredieten voor de betrokken programma's te verhogen.
  • (4) 
    Teneinde te zorgen voor de continuïteit van de toekenning van de vergoeding voor de communautaire vloten die afhankelijk zijn van de visserijovereenkomst met Marokko, dient deze verordening te worden toegepast met ingang van 1 januari 2001.
  • (5) 
    Het is derhalve dienstig van sommige bepalingen van Verordening (EG) nr. 2792/1999 af te wijken,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In afwijking van Verordening (EG) nr. 2792/1999 komen de communautaire vloten die afhankelijk zijn van de visserijovereenkomst met Marokko en die betrokken zijn bij de door de Beschikkingen van de Commissie nr. C(2000)3059 en C(2000)3060 van 30 oktober 2000 goedgekeurde omschakelingsplannen, tot en met 31 december 2001 in aanmerking voor de in artikel 16, lid 1, onder b), van voornoemde verordening bedoelde vergoedingen.

De financiële bijstand van het FIOV voor de in de eerste alinea bedoelde maatregelen die wordt verleend tussen 1 januari 2000 en 31 december 2001, wordt niet in aanmerking genomen voor de inachtneming van de in artikel 16, lid 3, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 2792/1999 bedoelde drempels.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2001.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Luxemburg, 18 juni 2001.

Voor de Raad

De voorzitter

  • M. 
    Winberg
  • (1) 
    PB C 154 E van 29.5.2001, blz. 284.
  • (2) 
    Advies uitgebracht op 14 juni 2001 (nog niet verschenen in het Publicatieblad).
  • (3) 
    PB C 139 van 11.5.2001, blz. 29.
  • (4) 
    PB L 337 van 30.12.1999, blz. 10.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.