Verordening 2001/5 - Wijziging van Verordening (EEG) nr. 1907/90 betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren - Hoofdinhoud

Avis juridique important

|

Verordening (EG) nr. 5/2001 van de Raad van 19 december 2000 houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 1907/90 betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren

Publicatieblad Nr. L 002 van 05/01/2001 blz. 0001 - 0003

Verordening (EG) nr. 5/2001 van de Raad

van 19 december 2000

houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 1907/90 betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2771/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector eieren(1), met name artikel 2, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

• (1) 

  Bij Verordening (EEG) nr. 1907/90(2) zijn bepaalde handelsnormen voor eieren vastgesteld.

• (2) 

  Het houderijsysteem is een van de belangrijkste factoren geworden waardoor consumenten zich bij het kopen van eieren laten leiden. De Commissie heeft zich ertoe verbonden een voorstel in te dienen om de handelsnormen te wijzigen en de vermelding van het houderijsysteem op de eieren en de verpakkingen verplicht te stellen, om misleiding van de consument te voorkomen. Verplichte duidelijke en ondubbelzinnige gegevens zijn een middel om te waarborgen dat de consument tussen de verschillende klassen eieren kan kiezen met volledige kennis van zaken wat het houderijsysteem betreft. De verplichte vermelding van passende gegevens beantwoordt aan de wensen van de consumenten en hun organisaties.

• (3) 

  Ter aanvulling van de informatie van de consument kan op de etikettering ook de voederwijze van de kippen worden vermeld.

• (4) 

  Deze verplichting moet gelden voor alle in de Gemeenschap in de handel gebrachte eieren die door de consument buiten de plaats van productie worden gekocht, ongeacht of deze eieren in de Gemeenschap dan wel in een derde land zijn geproduceerd. Bij in derde landen geproduceerde eieren evenwel kan, als onvoldoende zekerheid bestaat over de equivalentie van de procedures in de betrokken landen met de op de communautaire procedures toepasselijke technische voorschriften en normen, de vermelding van het houderijsysteem worden vervangen door de vermelding "Houderijsysteem onbekend" en door de vermelding van de oorsprong. Hierdoor kunnen dergelijke eieren in ieder geval worden onderscheiden van eieren waarop de productiewijze wel is vermeld en wordt het onmogelijk deze eieren later alsnog van een misleidende vermelding te voorzien.

• (5) 

  Het marktaandeel van eieren van tweede kwaliteit en verduurzaamde eieren, die worden gerekend tot klasse B, is in de Europese Gemeenschap van geringe betekenis. De meerderheid van de bedrijfstak wil de consument eieren van eerste kwaliteit van klasse A leveren. Het is derhalve wenselijk de indeling van eieren te vereenvoudigen door de huidige klassen B en C (eieren bestemd voor de industrie) samen te voegen tot een nieuwe klasse B, en voor te schrijven dat eieren van deze klasse uitsluitend mogen worden verkocht om te worden verwerkt.

• (6) 

  Uiterlijk zes maanden voordat het vermelden van het houderijsysteem op de eieren en de verpakking verplicht wordt, dient de Commissie een verslag in met passende voorstellen die rekening houden met de conclusies van dat verslag, de ontwikkeling van de regelgeving inzake levensmiddelenhygiëne, met name wat gewassen eieren betreft, en de resultaten van de onderhandelingen in WTO-verband,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 1907/90 wordt als volgt gewijzigd:

• 1. 

  in artikel 6, lid 1,

• a) 

  wordt het derde streepje geschrapt en

• b) 

  wordt het tweede streepje vervangen door:

"- klasse B of 'eieren van tweede kwaliteit of gedeklasseerde eieren, bestemd voor bedrijven uit de levensmiddelenindustrie die zijn erkend overeenkomstig Richtlijn 89/437/EEG, en voor andere dan levensmiddelenbedrijven'.";

• 2. 

  artikel 7 wordt vervangen door:

"Artikel 7

• 1. 

  a) Op eieren van klasse A wordt een code gestempeld die het registratienummer van de producent aangeeft en aan de hand waarvan het houderijsysteem kan worden vastgesteld.

• b) 

  De Commissie evalueert de in uitvoerende derde landen toegepaste etiketteringsmethoden. Als de Commissie van oordeel is dat er voldoende zekerheid is over de gelijkwaardigheid van de toegepaste procedures met de toepasselijke communautaire technische regels en normen, mogen de uit de betrokken landen ingevoerde eieren worden voorzien van de onder a) bedoelde codes. Is dit echter niet het geval, dan moeten ingevoerde eieren worden voorzien van een code waaruit blijkt dat het houderijsysteem onbekend is en waarmee het land van oorsprong kan worden bepaald.

• c) 

  In voorkomend geval onderhandelt de Commissie met de betrokken landen over de wijze waarop deze landen kunnen garanderen dat etiketteringsnormen worden nageleefd die gelijkwaardig zijn aan de communautaire normen.

• d) 

  Deze vermeldingen mogen slechts worden gebruikt, indien is voldaan aan volgens de procedure van artikel 20 van Verordening (EEG) nr. 2771/75 vast te stellen voorwaarden.

• 2. 

  Een of meer van de volgende vermeldingen mogen op eieren van klasse A worden gestempeld:

• a) 

  de datum van minimale houdbaarheid;

• b) 

  een of meer andere data ter nadere informatie van de consument;

• c) 

  de kwaliteitsklasse;

• d) 

  de gewichtsklasse;

• e) 

  het nummer van het pakstation;

• f) 

  de naam of de handelsnaam van het pakstation;

• g) 

  een firma- of handelsmerk;

• h) 

  een vermelding van de oorsprong van de eieren.

De onder f) en g) genoemde vermeldingen mogen slechts worden gebruikt indien is voldaan aan de desbetreffende in artikel 10, lid 1, onder a), tweede zin, bepaalde voorwaarden.

De onder b) en h) genoemde vermeldingen mogen slechts worden gebruikt indien is voldaan aan de desbetreffende in artikel 10, lid 3, bepaalde voorwaarden.

Op eieren van klasse A kan de voederwijze van de legkippen worden vermeld. Deze vermelding mag slechts worden gebruikt indien is voldaan aan de desbetreffende in artikel 10, lid 3, bepaalde voorwaarden.";

• 3. 

  artikel 8 wordt vervangen door:

"Artikel 8

• 1. 

  Eieren van klasse B, met uitzondering van gebarsten eieren, worden van een merkteken voorzien dat hun kwaliteitsklasse aangeeft. Zij mogen ook worden voorzien van een of meer van de in artikel 7 bedoelde vermeldingen.

• 2. 

  Eieren van klasse A die niet meer aan de kenmerken van hun klasse beantwoorden, worden heringedeeld in klasse B.

In dit geval worden zij overeenkomstig lid 1 van een merkteken voorzien. De eventueel overeenkomstig artikel 7 of lid 1 aangebrachte merktekens kunnen worden gehandhaafd met uitzondering van die betreffende de gewichtsklasse, die zo nodig worden gewijzigd.

• 3. 

  In afwijking van lid 2 mogen evenwel eieren van klasse A die niet meer aan de kenmerken van hun klasse beantwoorden, zonder de in lid 2 bedoelde merktekens rechtstreeks worden geleverd aan bedrijven uit de levensmiddelenindustrie die zijn erkend overeenkomstig Richtlijn 89/437/EEG en aan andere dan levensmiddelenbedrijven, steeds op voorwaarde dat op de verpakking deze bestemming duidelijk wordt aangegeven.";

• 4. 

  artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

• a) 

  in lid 1 worden de punten e) en f) vervangen door:

"e) de datum van minimale houdbaarheid, gevolgd door passende aanbevelingen inzake opslag voor eieren van klasse A en de verpakkingsdatum voor eieren van klasse B;

• f) 

  gegevens over de koeling of over de methode van verduurzaming, voluit, wanneer het eieren van klasse B betreft;

• g) 

  het houderijsysteem voor eieren van klasse A. Deze vermeldingen moeten worden aangebracht met inachtneming van volgens de procedure van artikel 20 van Verordening (EEG) nr. 2771/75 vast te stellen voorschriften.";

• b) 

  aan lid 2 wordt het volgende punt toegevoegd:

"f) een vermelding van de voederwijze van de legkippen.";

• c) 

  lid 3 wordt vervangen door de volgende tekst:

"3. Extra datums, gegevens over het houdersysteem, de oorsprong van de eieren en de voederwijze van de legkippen mogen slechts worden aangebracht met inachtneming van volgens de procedure van artikel 20 vast te stellen voorschriften. Meer in het bijzonder moeten deze voorschriften de criteria in verband met het houdersysteem, de oorsprong van de eieren en de voederwijze van de legkippen bevatten.

Indien het gebruik van de vermeldingen betreffende de oorsprong van de eieren en het houdersysteem evenwel de doorstroming op de communautaire markt blijkt te verstoren of wanneer ernstige moeilijkheden rijzen voor de controle op de toepassing van deze vermeldingen en de doeltreffendheid ervan, kan de Commissie volgens dezelfde procedure de toestemming voor het aanbrengen van die vermeldingen schorsen.

Wanneer omverpakkingen kleine verpakkingen of eieren bevatten waarop de oorsprong van de eieren is vermeld, dienen de desbetreffende gegevens eveneens te worden aangebracht op die omverpakkingen.";

• 5. 

  in artikel 15, onder b), wordt het volgende toegevoegd:

"gg) het houderijsysteem voor eieren van klasse A, als bedoeld in artikel 10, lid 1, onder g), of de volgende vermelding: 'Houderijsysteem onbekend'.";

• 6. 

  in artikel 20 wordt het volgende toegevoegd:

"4. De Commissie stelt volgens de procedure van artikel 17 van Verordening (EEG) nr. 2771/75 de volgende maatregelen vast:

• a) 

  maatregelen om de overgang naar het stelsel van artikel 6, lid 1, tweede streepje, de artikelen 7, 8 en 10, lid 1, onder e), f), g), lid 2, onder f), en lid 3, artikel 15, onder b), gg), te vergemakkelijken;

• b) 

  naar behoren gemotiveerde maatregelen om in geval van nood bijzondere, praktische en niet te voorziene problemen op te lossen.";

• 7. 

  het volgende artikel wordt ingevoegd:

"Artikel 22 bis

De Commissie legt uiterlijk 30 juni 2003 aan de Raad een verslag voor over de ontwikkeling van de consumptie van eieren, de wensen van consumenten en hun organisaties, alsmede over vragen betreffende het merken van eieren en controles, vergezeld van passende voorstellen.".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2004.

Dit geldt echter niet voor de laatste alinea van het nieuwe artikel 7, lid 2, opgenomen in artikel 1, punt 2, en artikel 1, punt 4, b) en c), en artikel 1, punten 6 en 7, die van toepassing zijn per 1 juli 2001.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 december 2000.

Voor de Raad

De voorzitter

• J. 

  Glavany

• (1) 

  PB L 282 van 1.11.1975, blz. 49. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1516/96 (PB L 189 van 30.7.1996, blz. 99).

• (2) 

  PB L 173 van 6.7.1990, blz. 5. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 818/96 (PB L 111 van 4.5.1996, blz. 1).

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.