Richtlijn 2000/64 - Wijziging van de Richtlijnen 85/611/EEG, 92/49/EEG, 92/96/EEG en 93/22/EEG van de Raad met betrekking tot de uitwisseling van informatie met derde landen - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
|
Richtlijn 2000/64/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 november 2000 tot wijziging van de Richtlijnen 85/611/EEG, 92/49/EEG, 92/96/EEG en 93/22/EEG van de Raad met betrekking tot de uitwisseling van informatie met derde landen
Publicatieblad Nr. L 290 van 17/11/2000 blz. 0027 - 0028
Richtlijn 2000/64/EG van het Europees Parlement en de Raad
van 7 november 2000
tot wijziging van de Richtlijnen 85/611/EEG, 92/49/EEG, 92/96/EEG en 93/22/EEG van de Raad met betrekking tot de uitwisseling van informatie met derde landen
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 47, lid 2, eerste en derde zin,
Gezien het voorstel van de Commissie(1),
Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité(2),
Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag(3),
Overwegende hetgeen volgt:
-
(1)Richtlijnen 85/611/EEG(4), 92/49/EEG(5), 92/96/EEG(6) en 93/22/EEG(7) van de Raad staan toe dat gegevens worden uitgewisseld tussen de bevoegde autoriteiten en bepaalde andere autoriteiten of instanties binnen een lidstaat of tussen de lidstaten. Zij staan ook toe dat de lidstaten met de bevoegde autoriteiten van derde landen samenwerkingsovereenkomsten voor de uitwisseling van gegevens sluiten.
-
(2)Die mogelijkheid tot het sluiten van overeenkomsten voor de uitwisseling van gegevens met derde landen behoeft, om redenen van consistentie met Richtlijn 98/33/EG(8), verruiming zodat ook informatie kan worden uitgewisseld met bepaalde andere autoriteiten of instanties van die derde landen, mits met betrekking tot de meegedeelde gegevens passende waarborgen inzake het beroepsgeheim gelden.
-
(3)Richtlijnen 85/611/EEG, 92/49/EEG, 92/96/EEG en 93/22/EEG moeten derhalve worden gewijzigd,
HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Artikel 50, lid 4, van Richtlijn 85/611/EEG wordt vervangen door :
"4. De lidstaten mogen met de bevoegde autoriteiten van derde landen of met de autoriteiten of instanties van derde landen, zoals gedefinieerd in de leden 6 en 7, alleen dan samenwerkingsovereenkomsten voor de uitwisseling van gegevens sluiten, als met betrekking tot de meegedeelde gegevens ten minste gelijkwaardige waarborgen inzake het beroepsgeheim gelden als de in dit artikel bedoelde. De uitwisseling van gegevens moet geschieden ten behoeve van het uitoefenen van de toezichthoudende taak van de genoemde autoriteiten of instanties.
Gegevens die afkomstig zijn van een andere lidstaat mogen alleen worden doorgegeven met de uitdrukkelijke instemming van de bevoegde autoriteiten die de gegevens hebben meegedeeld en in voorkomend geval alleen worden gebruikt voor de doeleinden waarmee deze autoriteiten ingestemd hebben.".
Artikel 2
Artikel 16, lid 3, van Richtlijn 92/49/EEG, artikel 15, lid 3, van Richtlijn 92/96/EEG en artikel 25, lid 3, van Richtlijn 93/22/EEG worden vervangen door de volgende tekst:
"3. De lidstaten mogen met de bevoegde autoriteiten van derde landen of met de autoriteiten of instanties van derde landen, zoals gedefinieerd in lid 5 en lid 5 bis, alleen dan samenwerkingsovereenkomsten voor de uitwisseling van gegevens sluiten, als met betrekking tot de meegedeelde gegevens ten minste gelijkwaardige waarborgen inzake het beroepsgeheim gelden als de in dit artikel bedoelde. De uitwisseling van gegevens moet geschieden ten behoeve van het uitoefenen van de toezichthoudende taak van de genoemde autoriteiten of instanties.
Gegevens die afkomstig zijn van een andere lidstaat mogen alleen worden doorgegeven met de uitdrukkelijke instemming van de bevoegde autoriteiten die de gegevens hebben meegedeeld en in voorkomend geval alleen worden gebruikt voor de doeleinden waarmee deze autoriteiten ingestemd hebben.".
Artikel 3
-
1.De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 17 november 2002 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.
Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
-
2.De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijke bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 4
Deze richtlijn treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Artikel 5
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 7 november 2000.
Voor het Europees Parlement
De voorzitster
-
N.Fontaine
Voor de Raad
De voorzitter
-
L.Fabius
-
(1)PB C 116 E van 26.4.2000, blz. 61.
-
(2)PB C 168 van 16.6.2000, blz. 1.
-
(3)Advies van het Europees Parlement van 14 juni 2000 (nog niet verschenen in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 29 juni 2000.
-
(4)PB L 375 van 31.12.1985, blz. 3. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 95/26/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 168 van 18.7.1995, blz. 7).
-
(5)PB L 228 van 11.8.1992, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 95/26/EG.
-
(6)PB L 360 van 9.12.1992, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 95/26/EG.
-
(7)PB L 141 van 11.6.1993, blz. 27. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 97/9/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 84 van 26.3.1997, blz. 22).
-
(8)PB L 204 van 21.7.1998, blz. 29.
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.