Verordening 1993/3385 - Opening en de wijze van beheer van een gemeenschappelijk tariefcontingent voor hazelnoten, vers of gedroogd, ook zonder dop of schaal, al dan niet gepeld, uit Turkije (1994)

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31993R3385

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31993R3385

VERORDENING (EG) Nr. 3385/93 VAN DE RAAD van 6 december 1993 betreffende de opening en de wijze van beheer van een communautair tariefcontingent voor hazelnoten, vers of gedroogd, ook zonder dop of schaal, al dan niet gepeld, van oorsprong uit Turkije (1994)

Publicatieblad Nr. L 306 van 11/12/1993 blz. 0014 - 0015

VERORDENING (EG) Nr. 3385/93 VAN DE RAAD van 6 december 1993 betreffende de opening en de wijze van beheer van een communautair tariefcontingent voor hazelnoten, vers of gedroogd, ook zonder dop of schaal, al dan niet gepeld, van oorsprong uit Turkije (1994)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 113,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat in de bijlage van Verordening (EEG) nr. 4115/86 van de Raad van 22 december 1986 betreffende de invoer in de Gemeenschap van landbouwprodukten van oorsprong uit Turkije (1) is bepaald dat hazelnoten, vers of gedroogd, ook zonder dop of schaal, al dan niet gepeld, van oorsprong uit Turkije, bij de invoer in de Gemeenschap worden toegelaten met vrijstelling van invoerrechten in het kader van een communautair tariefcontingent van 25 000 ton; dat het desbetreffende communautaire tariefcontingent derhalve voor 1994 dient te worden geopend;

Overwegende dat moet worden gewaarborgd dat alle importeurs van de Gemeenschap te allen tijde en in gelijke mate van dat contingent gebruik kunnen maken en dat de voor het contingent bepaalde rechten zonder onderbreking worden toegepast op de invoer van de betrokken produkten in de Lid-Staten, zulks totdat het contingent is uitgeput;

Overwegende dat de Gemeenschap tot taak heeft te beslissen over de opening van een tariefcontingent, ter uitvoering van haar internationale verbintenissen; dat niets belet dat, om de doeltreffendheid van het gemeenschappelijk beheer van dit contingent te verzekeren, de Lid-Staten de mogelijkheid geboden wordt uit het contingent de nodige, met hun werkelijke invoer overeenstemmende hoeveelheden op te nemen; dat deze wijze van beheer een nauwe samenwerking vereist tussen de Lid-Staten en de Commissie, die met name de uitputtingsgraad van het contingent moet kunnen volgen en de Lid-Staten daarover moet kunnen inlichten;

Overwegende dat, aangezien het Koninkrijk Belgiƫ, het Koninkrijk der Nederlanden en het Groothertogdom Luxemburg verenigd zijn in en vertegenwoordigd worden door de Benelux Economische Unie, elke handeling met betrekking tot het beheer van het contingent kan worden verricht door een van haar leden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    Vanaf 1 januari tot en met 31 december 1994 wordt het recht bij de invoer in de Gemeenschap van het hierna omschreven produkt van oorsprong uit Turkije geschorst tot het niveau en binnen de grenzen van een communautair tariefcontingent aangegeven bij dit produkt:

"" ID="1">09.0201> ID="2">0802 21 00 0802 22 00> ID="3">Hazelnoten, vers of gedroogd, ook zonder dop of schaal, al dan niet gepeld> ID="4">25 000> ID="5">0">

  • 2. 
    De invoer van het bedoelde produkt die op grond van een andere preferentiƫle tariefregeling reeds voor een gelijk invoerrecht in aanmerking komt, wordt niet op dit tariefcontingent afgeboekt.

Artikel 2

Het in artikel 1 bedoelde tariefcontingent wordt beheerd door de Commissie die alle administratieve maatregelen met het oog op een doeltreffend beheer kan nemen.

Artikel 3

Indien een importeur in een Lid-Staat, voor een produkt bedoeld in deze verordening, een aangifte tot het in het vrije verkeer brengen indient waarin een aanvraag om voor een preferentie in aanmerking te komen is opgenomen, en indien deze aangifte door de douaneautoriteiten wordt aanvaard, gaat de betrokken Lid-Staat, door middel van een kennisgeving aan de Commissie, over tot opneming uit het contingent van een gedeelte dat met die behoeften overeenstemt. De verzoeken tot opneming met opgave van de datum waarop de betrokken aangiften zijn aanvaard, worden onverwijld aan de Commissie meegedeeld. De opnemingen worden door de Commissie toegestaan met inachtneming van de datum waarop de aangiften tot het in het vrije verkeer brengen zijn aanvaard door de douaneautoriteiten van de betrokken Lid-Staat, voor zover het saldo dit toelaat. Indien een Lid-Staat de opgenomen hoeveelheden niet benut, stort hij deze zo spoedig mogelijk terug in het contingent. Indien de gevraagde hoeveelheden groter zijn dan het beschikbare saldo van het contingent, geschiedt de toedeling pro rata van de verzoeken. De Lid-Staten worden dienovereenkomstig door de Commissie ingelicht over de verrichte opnemingen.

Artikel 4

Elke Lid-Staat waarborgt de importeurs van het betrokken produkt dat zij te allen tijde en in gelijke mate gebruik kunnen maken van het contingent zolang het saldo van het desbetreffende contingent zulks toelaat.

Artikel 5

De Lid-Staten en de Commissie werken nauw samen om te bereiken dat deze verordening wordt nagekomen.

Artikel 6

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1994.Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.Gedaan te Brussel, 6 december 1993. Voor de Raad De Voorzitter W. CLAES

  • (1) 
    PB nr. L 380 van 31. 12. 1986, blz. 16.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.