Verordening 1991/2156 - Vierde wijziging van Verordening (EEG) nr. 1866/86 houdende technische maatregelen voor de instandhouding van de visbestanden in de Oostzee, de Belten en de Øresund

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31991R2156

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31991R2156

Verordening (EEG) nr. 2156/91 van de Raad van 15 juli 1991 tot vierde wijziging van Verordening (EEG) nr. 1866/86 houdende technische maatregelen voor de instandhouding van de visbestanden in de Oostzee, de Belten en de Øresund

Publicatieblad Nr. L 201 van 24/07/1991 blz. 0001 - 0001

Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 4 Deel 3 blz. 0185

Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 4 Deel 3 blz. 0185

VERORDENING ( EEG ) Nr . 2156/91 VAN DE RAAD van 15 juli 1991 tot vierde wijziging van Verordening ( EEG ) nr . 1866/86 houdende technische maatregelen voor de instandhouding van de visbestanden in de Oostzee, de Belten en de OEresund

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening ( EEG ) nr . 170/83 van de Raad van 25 januari 1983 tot instelling van een communautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden ( 1 ), laatstelijk gewijzigd bij de Akte van Toetreding van Spanje en Portugal, inzonderheid op artikel 11,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat in Verordening ( EEG ) nr . 1866/86 ( 2 ), laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 887/89 ( 3 ), bepaalde technische maatregelen zijn vastgesteld voor de instandhouding van de visbestanden in de Oostzee, de Belten en de OEresund;

Overwegende dat de meest doeltreffende maatregel om ervoor te zorgen dat zo weinig mogelijk kleine vis wordt gevangen, erin bestaat om een verbod vast te stellen op het uitoefenen van de visserij in gebieden met zeer hoge concentraties kleine vis;

Overwegende dat luidens artikel 2 van Verordening ( EEG ) nr . 170/83 de instandhoudingsmaatregelen om de in artikel 1 van die verordening genoemde doelstellingen te bereiken, moeten worden uitgewerkt in het licht van de beschikbare wetenschappelijke adviezen;

Overwegende dat, gezien de meest recentelijke wetenschappelijke adviezen over de bescherming van de kinderkamergebieden van platvis, een beperking dient te worden gesteld aan de visserij in het "Oderbank"-gebied in de Oostzee; dat derhalve Verordening ( EEG ) nr . 1866/86 dient te worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

Aan artikel 8 van Verordening ( EEG ) nr . 1866/86 wordt het volgende lid toegevoegd :

"3 . Het is het hele jaar verboden om met sleepnetten, Deense zegennetten ( snurrevod ) en soortgelijke netten te vissen in de geografische zone met de volgende cooerdinaten :

54° 23 NB 14° 35 OL

54° 14 NB 14° 25 OL

54° 17 NB 14° 17 OL

54° 24 NB 14° 11 OL

54° 27 NB 14° 25 OL

54° 23 NB 14° 35 OL .".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen . Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel, 15 juli 1991 . Voor de Raad

De Voorzitter

P . BUKMAN

( 1 ) PB nr . L 24 van 27 . 1 . 1983, blz . 1 . ( 2 ) PB nr . L 162 van 18 . 6 . 1986, blz . 1 . ( 3 ) PB nr . L 94 van 7 . 4 . 1989, blz . 4 .

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.