Richtlijn 1990/239 - Harmonisatie van nationale wetgeving inzake het maximale teergehalte in sigaretten - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
|
Richtlijn 90/239/EEG van de Raad van 17 mei 1990 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de Lid-Staten inzake het maximale teergehalte in sigaretten
Publicatieblad Nr. L 137 van 30/05/1990 blz. 0036 - 0037
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 15 Deel 9 blz. 0231
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 15 Deel 9 blz. 0231
*****
RICHTLIJN VAN DE RAAD
van 17 mei 1990
betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de Lid-Staten inzake het maximale teergehalte in sigaretten
(90/239/EEG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 100 A,
Gezien het voorstel van de Commissie (1),
In samenwerking met het Europese Parlement (2),
Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),
Overwegende dat er tussen de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de Lid-Staten inzake beperking van het maximale teergehalte in sigaretten, verschillen bestaan; dat deze verschillen een belemmering kunnen vormen voor het handelsverkeer en bijgevolg een hinderpaal kunnen zijn voor de totstandbrenging en de werking van de interne markt;
Overwegende dat deze hinderpalen derhalve zouden moeten worden weggenomen en dat daartoe het in de handel brengen en het vrije verkeer van sigaretten aan gemeenschappelijke regels inzake het maximale teergehalte moeten worden onderworpen;
Overwegende dat bij het opstellen van deze gemeenschappelijke regels naar behoren rekening moet worden gehouden met de bescherming van de gezondheid van de mens;
Overwegende dat de risico's van longkanker groter zijn naarmate de gerookte tabak een hoger teergehalte heeft; dat de Europese Raad te Milaan op 28 en 29 juni 1985 heeft onderstreept dat het van belang is om een Europees actieprogramma ter bestrijding van kanker te lanceren;
Overwegende dat de Raad en de Vertegenwoordigers van de Regeringen der Lid-Staten, in het kader van de Raad bijeen, in een resolutie van 7 juli 1986 (4) hebben geoordeeld dat aan de strijd tegen het tabaksverbruik prioriteit dient te worden gegeven;
Overwegende dat voor de toepassing van deze richtlijn dient te worden voorzien in voldoende lange termijnen die het enerzijds mogelijk maken de omschakeling op andere variëteiten met een minimum aan doeltreffendheid tot een goed einde te brengen en anderzijds de consumenten en fabrikanten in de gelegenheid stellen zich geleidelijk aan te passen aan produkten met een lager teergehalte;
Overwegende dat deze richtlijn voorschriften bevat die aan de hand van de opgedane ervaring, van de ontwikkeling van de techniek en van de medische kennis op dit gebied zullen worden herzien, waarbij het doel moet zijn tot een verdergaande bescherming van de mens te komen;
Overwegende dat rokers zich er altijd van bewust moeten zijn dat elke sigaret schadelijk voor de gezondheid is; dat het veel wenselijker is te stoppen met roken dan over te schakelen op sigaretten met een laag teergehalte;
Overwegende dat het in deze richtlijn bedoelde initiatief des te gunstiger gevolgen voor de volksgezondheid zal hebben wanneer dit vergezeld gaat van programma's inzake gezondheidseducatie tijdens de leerplichtperiode en van voorlichtings- en bewustmakingscampagnes;
Overwegende dat de invoering van maximale teergehalten voor de Helleense Republiek bijzondere sociaal-economische moeilijkheden zal opleveren; dat het deze Lid-Staat bij wijze van uitzondering dient te worden toegestaan, af te wijken van de aan de andere Lid-Staten voorgeschreven data van invoering,
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Doel van deze richtlijn is de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de Lid-Staten inzake het maximale teergehalte van sigaretten, waarbij wordt uitgegaan van een hoog niveau van bescherming van de volksgezondheid door vermindering van het schadelijke effect van teer op de menselijke gezondheid.
Artikel 2
-
1.In de zin van deze richtlijn wordt onder teer verstaan het ongezuiverde watervrije condensaat van rook zonder nicotine.
-
2.Het teergehalte van sigaretten die in de Lid-Staten in de handel worden gebracht, mag niet meer bedragen dan
-
-15 mg per sigaret met ingang van 31 december 1992, en
-
-12 mg per sigaret met ingang van 31 december 1997.
-
3.Bij wijze van tijdelijke uitzondering gelden voor de Helleense Republiek de volgende grenswaarden en data van invoering:
-
-20 mg met ingang van 31 december 1992,
-
-18 mg met ingang van 31 december 1998,
-
-15 mg met ingang van 31 december 2000,
-
-12 mg met ingang van 31 december 2006.
Deze afwijking kan evenwel geen controles aan de binnengrenzen van de Gemeenschap rechtvaardigen.
Artikel 3
Het teergehalte van sigaretten wordt gemeten volgens de ISO-normen 4387 en 3400. Verificatie geschiedt volgens ISO-norm 8243.
Artikel 4
De aanpassing van de bepalingen van deze richtlijn aan de technische vooruitgang beperkt zich tot de methode voor het meten van het teergehalte en de verificatiemethode, bedoeld in artikel 3.
Artikel 5
Met het oog op de in artikel 4 bedoelde aanpassing aan de technische vooruitgang wordt de Commissie bijgestaan door een Raadgevend Comité, bestaande uit vertegenwoordigers van de Lid-Staten en voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie.
Artikel 6
De vertegenwoordiger van de Commissie legt het Comité een ontwerp voor van de te nemen maatregelen. Het Comité brengt binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie van de materie advies uit over dit ontwerp, zonodig door middel van een stemming.
Het advies wordt in de notulen opgenomen; voorts kan elke Lid-Staat verzoeken dat zijn standpunt in de notulen wordt opgenomen.
De Commissie houdt zoveel mogelijk rekening met het door het Comité uitgebrachte advies. Zij brengt het Comité op de hoogte van de wijze waarop zij rekening heeft gehouden met dit advies.
Artikel 7
-
1.De Lid-Staten mogen de handel in de produkten die met deze richtlijn in overeenstemming zijn, verbieden noch beperken om redenen die verband houden met de verlaging van het teergehalte in sigaretten.
-
2.Deze richtlijn laat het recht van de Lid-Staten onverlet om, met inachtneming van het Verdrag, de eisen te stellen die zij ter bescherming van de gezondheid van de bevolking nodig achten bij de invoer, de verkoop en het verbruik van tabaksprodukten, voor zover zulks niet inhoudt dat de bij deze richtlijn vastgestelde verlaging van het teergehalte in sigaretten wordt gewijzigd.
Artikel 8
-
1.De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om binnen een termijn van achttien maanden na kennisgeving van deze richtlijn aan deze richtlijn te voldoen (1). Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.
-
2.De produkten die op de in artikel 2, lid 2, genoemde data bestaan en niet met deze richtlijn in overeenstemming zijn, mogen nog gedurende twee jaar na die data in de handel worden gebracht.
-
3.De Lid-Staten delen de Commissie alle bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 9
Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.
Gedaan te Brussel, 17 mei 1990.
Voor de Raad
De Voorzitter
-
R.O'HANLON
-
(1)PB nr. C 48 van 20. 2. 1988, blz. 10.
-
(2)PB nr. C 158 van 26. 6. 1989, blz. 22, en
PB nr. C 96 van 17. 4. 1990.
-
(3)PB nr. C 237 van 12. 9. 1988, blz. 49.
-
(4)PB nr. C 184 van 23. 7. 1986, blz. 19.
-
(1)Van deze richtlijn is aan de Lid-Staten kennis gegeven op 18 mei 1990.
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.