Besluit 1989/187 - Bevoegdheden en de voorwaarden voor de vervulling van de taken van de gemeenschappelijke referentielaboratoria voorzien in Richtlijn 86/469/EEG inzake het onderzoek van dieren en vers vlees op de aanwezigheid van residuen

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31989D0187

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31989D0187

89/187/EEG: Beschikking van de Raad van 6 maart 1989 tot vaststelling van de bevoegdheden en de voorwaarden voor de vervulling van de taken van de communautaire referentielaboratoria voorzien in Richtlijn 86/469/EEG inzake het onderzoek van dieren en vers vlees op de aanwezigheid van residuen

Publicatieblad Nr. L 066 van 10/03/1989 blz. 0037 - 0038

Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 28 blz. 0173

Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 28 blz. 0173

*****

BESCHIKKING VAN DE RAAD

van 6 maart 1989

tot vaststelling van de bevoegdheden en de voorwaarden voor de vervulling van de taken van de communautaire referentielaboratoria voorzien in Richtlijn 86/469/EEG inzake het onderzoek van dieren en vers vlees op de aanwezigheid van residuen

(89/187/EEG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 86/469/EEG van de Raad van 16 september 1986 inzake het onderzoek van dieren en vers vlees op de aanwezigheid van residuen (1), inzonderheid op artikel 8, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat de Raad, krachtens artikel 8, lid 2, van genoemde richtlijn, de communautaire referentielaboratoria aanwijst die belast zijn met de cooerdinatie van de controle van residuen, en dat hij de bevoegdheden ervan en de voorwaarden voor de vervulling van hun taken vaststelt;

Overwegende dat deze bevoegdheden en voorwaarden dienen te worden vastgesteld om zodoende de laboratoria die later worden aangewezen, op de hoogte te brengen van de taken die zij moeten verrichten en van de minimumvoorwaarden waaraan zij moeten voldoen,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

De taken van de communautaire referentielaboratoria zijn:

  • a) 
    de toepassing cooerdineren van goede laboratoriumpraktijken in de verschillende nationale referentielaboratoria, overeenkomstig de Richtlijnen 87/18/EEG (2) en 88/320/EEG (3);
  • b) 
    aan de nationale referentielaboratoria de gegevens betreffende de analysemethoden en de te verrichten vergelijkende proeven verstrekken en de resultaten van die proeven mededelen;
  • c) 
    aan de nationale referentielaboratoria die hierom verzoeken technisch advies verstrekken aangaande de analyse van de stoffen waarvoor zij als communautaire referentielaboratoria zijn aangewezen;
  • d) 
    het verstrekken van geijkte blanco monsters met en zonder residuen voor vergelijkende proeven door de nationale referentielaboratoria;
  • e) 
    organiseren van vergelijkende proeven waaraan wordt medegewerkt door de verschillende referentielaboratoria volgens een in de tussen de Commissie en de laboratoria te sluiten contracten op te nemen frequentie en telkens wanneer nieuwe communautaire referentiemethoden door de communautaire voorschriften worden geïntroduceerd;
  • f) 
    het onderzoek van nieuwe analysemethoden bevorderen en cooerdineren en informatie aan de nationale referentielaboratoria verstrekken over de vooruitgang op het gebied van analysemethoden en -stoffen;
  • g) 
    identificeren en kwantificeren van de residuen als een analyseresultaat tot een geschil tussen Lid-Staten leidt;
  • h) 
    opleidings- en herscholingscursussen organiseren die openstaan voor deskundigen van de nationale laboratoria;
  • i) 
    de diensten van de Commissie, met inbegrip van het Gemeenschappelijk Referentiebureau, op technisch en wetenschappelijk gebied ter zijde staan;
  • j) 
    een jaarlijks rapport opstellen over de werkzaamheden in het afgelopen jaar en dat bij de Commissie indienen;
  • k) 
    op het gebied van analysemethoden en -materiaal samenwerken met de nationale referentielaboratoria die door derde landen worden aangewezen in het kader van de overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Richtlijn 86/469/EEG voor te leggen plannen.

Artikel 2

Om de in artikel 1 bedoelde taken te kunnen vervullen moeten de communautaire referentielaboratoria aan de volgende minimumvoorwaarden voldoen:

  • a) 
    beschikken over gekwalificeerd personeel dat voldoende vertrouwd is met de technieken die worden gebruikt bij de analyse van residuen, waarvoor zij als communautaire referentielaboratoria zijn aangewezen;
  • b) 
    beschikken over de nodige apparatuur en stoffen om deze analyses te kunnen verrichten;
  • c) 
    beschikken over de nodige administratieve infrastructuur;
  • d) 
    beschikken over voldoende capaciteit op het gebied van de informatica voor de statistische verwerking van de resultaten en voor de snelle mededeling van deze en andere gegevens aan de nationale referentielaboratoria en aan de Commissie;
  • e) 
    hun personeel de vertrouwelijke aard doen respecteren van bepaalde onderwerpen, resultaten of mededelingen;
  • f) 
    voldoende kennis bezitten van de internationale normen en gebruiken;
  • g) 
    beschikken over een bijgewerkte lijst van referentie
  • (1) 
    PB nr. L 275 van 26. 9. 1986, blz. 36.
  • (2) 
    PB nr. L 15 van 17. 1. 1987, blz. 29.
  • (3) 
    PB nr. L 145 van 11. 6. 1988, blz. 35.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.